AND, Dinsdag 1 Juni 1015 29e Jaargang ingbeer sikgeit, errieveulen, 'AARD, :rskneght ïdknecht ïdknecht De Groote Oorlog» /oor 7 jaar, ART 1916, 203 oop lerd Kabinet, in en jaarling te koop, :oop oop :oop Karnmolen ichtwiel, :oop terke PONNJT, :oop Koolplanten, nakersknecht Boerenknecht, enstbode I (7 g. 253' r.) Ischenweg te Oost- n 36 der veiling en worden vóór it ten kantore van Middelburg. DE VISSER Gz., Ipskerke. |0 0P: Zoutelande. joop: rttj dik, gezouten >pek. IG. J. VAN RIEL, |elburg. Veersche Weg. Grijpskerke. COOP |aat zijnde CHINE. |>ORTE, Smid Breeweg 'tZand. M I Zuidvliet Souburg. coop ische Loopeenden iruikt Vlechtwerk, 30 Meter, ook in ielten. jzn., Serooskerke(W.) iLaurens. IHUBREGTSE, "Wol- oop In 4 jaar bij A. LU- H 128, Middelburg'. Juli OOSTERMAN, Goes. October 1NSE, Oranjezon. ui en vast werk, bij trische Schoenmakerij Idelburg. Jetober JRNELISSE, Seroos- gevraagd ar, bij Gebr. DE irtsdijk. tober a.s. t ÏENDSE, Middenhof, Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN iE VORSTSTRAAT 219, Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG, Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers0.0a Prijs der Advertentiën 1—5 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maaI berekend Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regejs ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Botha tfgen De Wet. In de reeds in ons vorig nonimer ge- nóeinde brochure schrijft de heer Valter „Nadat eind Februari 1900 Kimberlev en Ladysmith in Transvaal door de En gelschen ontzet waren, Croujé bij- Paar- deberg in den Vrijstaat gevangen werd en Botha in Natal van de Tugela tot aan de Biggarsbergen moest terugtrekken hëersc-hte alom mismoedigheid onder de •burgersoldaten, vooral die van het Trans- vaalsche land. Botha verklaarde (dus toen reeds, Red.) de stemming van zijn officie ren en mannen van dien aard, dat niet langer weerstand zou kunnen geboden worden. Eerlang zou "het echter duidelijk worden dat deze aanvoerder zelf de hoop op een goeden uitslag van den strijd verloren had en het oorlogvoeren, niet minder dan de zwakke broeders on der cle burgers moe geworden was. De Vrijstaatsche leiders daarentegen dachten niet aan het neerleggen der wapens. Presi dent. Steyn en ChrLstiaan de Wet wilden alleen over den vrede onderhandelen op voorwaarde dat de onafhankelijkheid der Republieken geëerbiedigd werd. Steyn kwam naar Pretoria om volharding te pre diken. Tegenover Botha, den tot onder werping neigenden Transvaalschen Com mandant-Generaal plaatste hij De Wet, den onverzettelijken aanvoerder der Vrij- staters. Nadat Engeland formeel, geweigerd had' om over den vrede te onderhandelen op een grondslag, welke de onafhanke lijkheid dei- Republiek eerbiedigde, is toen inderdaad besloten „den strijd voort te zetten totdat de overwinning zal zijn be- lraakl". Maar in het Transvaalsche hoofd kwartier was de stemming om dit groot- sc-he voornemen te verwezenlijken ver te zoeken". De schrijver herinnert dan aan de op rukking der Engelschen in Mei 19C0 van Bloemfontein naar Transvaal. Ook toen lusteloosheid hij Botha. „De Commando's (trokken) zonder ern- stigen tegenstand te bieden terug en (er) werd besloten dat de Vrijstaters naar het Oosten en Westen zouden uit wijken en de Transvaleris op de Vaajri- vïer terugvallen. Daar moest Botha dan krachtig stand houden, terwijl De Wet de verbindingslijnen van den vijand be dreigde. De Wet deed inderdaad zijn werk goed, maar voor de strijdmacht van Transvaal bleek zelfs begin van druk voldoende tot verdere achter w aarts oh e be we g in g. De hoofdleiding er van was om het zacht uit te drukken een lustelooze. Tot nabij Jo hannesburg teruggedrongen werd daar al leen nog d e g e 1 ij k e weerstand ont wikkeld door den zelfstandig ageerenden Generaal de la Rey, die, niet benauwd dcor de tegen hem operee- rende numerieke overmacht, in den na middag; van den 30en Mei aan het hoofd kwartier (Botha) meldde: „Ik vertrouw den vijand te zullen verslaan". Maat B o t h a gaf in "den vooravond van den zelfden dag reeds weer bevel om den strijd op te geven, omdat, gaf hij rooi'n Engelsch leger volgens bericht op Pretoria aanrukte. Het bericht was niet in overeenstemming met de feiten; doch gevolglijk: Lord Roberts kreeg gele genheid om zonder verderen strijd be zit te nemen van de Goudstad". Zoo noemt de schrijver nog meerdere feiten welke getuigen van „lusteloosheid" bij Botha om de landsverdediging voort te zetten. Telkens als De Wet wilde, wilde Botha niet. Bij de nadering der Engelschen tot Bloemfontein wilde De Wet die stad ver woesten, opdat de vijand er niets zou vin den wat hem nuttig kon zijn. Verraad en verrassing en andere invloeden belet ten het hem. Toen hierop tijdig bekend werd' dat de Engelschen op Johannesburg aam-uk ten) en De Wet tijdig had kunnen klaar zijn met de verwoesting van Jo hannesburg, werd dit door Botha met groote heftigheid belet. „Hij sprak naar het voorbeeld van Engelsche woordvoerders, over vernieling van eigendom, een beschaafd volk onwaardig en dreigde niet alleen met ontslagaanvrage doch het is goed dit in herinnering te brengen, nu De Wet gevomüsd moet worden 1 met opstand. Hij' toch liet President Kruger weten, dat, als men met machtiging der Regeering, privaat eigen dom te Johannesburg zou willen verwoes ten, hij zich aan het hoofd zou stellen van een commando vrij- wi Uigers om zulks te beletten. En deze man durft n u Joopie Fourie, die vrijvat meer recht had om aan het hoofd van een „commando vrijwilligers" heel iets ergers dan de verwoesting van het Engelschgezinde Johannesburg z!ou ge weest zijn „te beletten", laten doodschie ten, althans geen poging gedaan om liet te beletten. En wat zijn do gevolgen geweest van dit aan verraad grenzende vei Zet? Laten wij het den schrijver zelvon hooren zeg gen: „Hij (Botha) heeft niet gewild dat cr een enkel magazijn met voorraden vernield werd. Zelfs het fort werd onbeschadigd gelaten, naar het heette uit vrees dat ontploffingen daar in de stad schade zou den kunnen aanrichten. Alzoo hebben de Engelschen te Johannesburg van alles kunnen vinden, waaraan een op verren afstand van zijn operatiebasis ageerend leger behoefte had en daarbij een uit stekend kwartier". Dank zij dit onverantwoordelijk gedrag van Botha maakte Roberts gemakkelijk vorderingen en kon hij weldra bluffen „dat de tegenstand der Boeren gebroken, de onderwerping een quaestie van wei nig 'tijd was". En bedenk daarbij dat door dat laffe sparen van de goudstad met hare talrijke kapitalistische belangen, die tot ver over de grenzen reikten, tusschenkomst van Frankrijk of Duitscliland, die, direct en indirect, zoo sterk bij de goudmijnen ge ïnteresseerd waren, onmogelijk gemaakt werd. Kruger had gezegd: er is dyna miet genoeg om heel Johannesburg in de lucht te doen vliegen. De schrijver had aan den Staatssecretaris Reitz voorge steld om in de te Johannesburg verschij nende „Randpost" hel voornemen aan te kondigen om de stad te verwoesten wan neer de Engelschen haar wilden bezetten. Dadelijk zou de telegraaf dit voornemen aan Europa hebben kenbaar gemaakt. De raad rond ingang en het besluit werd genomen. Het aanvankelijk succes, aldus de schrij ver, was groot. Althans Frankrijk kwam dadelijk tegen de voorgenomen vernieling van de eigendommen van vele zijner rijke onderdanen op. En nu, inplaats van in dit protest van Frankrijk de kiem te zoe ken van tusschenkomst, heeft de regee ring te Pretoria, onder den invloed Van Botha's dreigende hou din g, geruststellend verklaard dat geen parti culier eigendom zou worden verwoest! „Door het even onverstandig als op standig gedrag van Botha is in Mei 1900 toen om van Fashoda1) te zwij gen, over de Oost-Aziatische aangelegen heden, naar aanleiding van den Bokser opstand' 3) hoogst ernstige wrijving tus- schen de kabinetten van Parijs (en Pe tersburg)-©enerzijds en Londen anderzijds .bestond, de kans verknoeid om Frank rijk (en Rusland), mogelijk ook Duitsch- land, tegen Engeland uit te spelen". Vooral deze laatste opmerking van den heer Valter is merkwaardig. Zij verklaart voor een deel de werkeloosheid van Duitschland ondanks het bekende tele gram des Keizers aan den President Riu- ger eenige jaren te voren. De schrijver legt er voorts den na druk op dat 't besluit der burgerlijke regeering van Pretoria te verlaten en niet te verdedigen mede genomen is onder een zekere pressie, „dat onder gieen om standigheden er op vertrouwd mocht wor den dat de plek door Botha behoorlijk tegen een aanval zou warden gedekt". „De aanvoering van dezen was reeds sedert drie maanden veel te „rampspoe dig" dan dat men zich op hem kon ver laten". Botha kon ook dubbelzinnig zijn. Hier van getuigt het volgende: „Botha's houding in verband met de verplaatsing van den zetel der Regeering naar Machadodorp is een zeer bijzondere geweest. Zijn hoogst ontmoedigende rap porten omtrent cle stemming cler officie ren. de uiterst zwakke weerstand door hem aan de Vaahivier geboden, en de buitengewone bezorgdheid welke hij voot de beschadiging van privaat eigendom aan den dag gelegd had, waren voor name redenen geweest voor den aftocht van 't Gouvernement, maar toen Botha te Pretoria kwam sloot liij. zich aan bij hen die het vertrek va nden ouden President en van den Uitvoerenden Raad scherp afkeurden 1 Hij seinde lJuni aan Kruger dat dit voor hem eeu bittere teleurstelling was(!) doch Kruger maakte aan die „bittere teleurstelling" spoedig een einde door hem te berichten dat hij; vol komen vrijheid had om de stad te hou- Een Franach generaal had de Fransche vlag geplaatst te Fashoda in Egypte, doch Eagehnd zette zich tegen de bezetting tchrap en nood zaakte Frankrijk deze bezitting los re laten. *-) De Bokseropstand in China gaf aanleiding tot conflict tusschen England en Kualand, twee wereldmachten die ieder voor zich meenden te moeten ingrijpen. Ook Frankrijk, ah Rnslands bondgenoot, sprak een woordje mee. den. Hij werd daartoe zelfs sterk aan gemoedigd. Doch dit kan niet naar zijn zin zijn geweest, hetwelk blijkt uit hetgeen was voorafgegaan, doch ook uit hetgeen volgde. Uit alles toch bleek van zijn begeerte om, als de stad niet langer zou te houden zijn wat bij de door hem ontwikkelde uiterst geringe kracht zoo goed als zeker na een paar dagen, indien niet uren, het geval zou zijn de wapens neer te leggen, voor welk groot gebeuren de medewerking der, nu wijselijk dat gevaar ontloopen. Re geering onmisbaar ware geweest. Te ver onderstellen dat Botha bijvoorbeeld kan gedacht hebben aan een vernietiging der Engelsche strijdmacht is. gelet op den militairen toestand, volkomen uitgesloten. Baat ons in een volgend no. meerdere, en dan afdoende, feiten laten spreken. S&fcnopt overzicht van den toestand Als men in aanmerking neemt, dat er op het Westelijk front millioenenlegers tegenover elkaar liggen, dan moet man toch verbaasd staan over de povere resul taten, die de strijd de laatste weken heeft opgeleverd. De communique's worden met den dag onbelangrijker. Het feit, dat er geen groote dingen gebeuren, werkt liet opblazen van nietigheden in de hand. Wordt er dus ai eens melding gemaakt van een leven dige actie. Jan heeft men in tien van van de tien gevallen niet schermutselin gen van locale beteekenis te doen. Gevechten van beslissende beteekenis zijn cr sinds vele dagen niet geleverd. De strijd is andermaal op hel doode punt gekomen. Komt men dus in liet Westen eigenlijk niets verder, in liet Oosten is er welis waar meer beweging, maar ook hier houden de beide partijen elkaar voor- loopig nog in evenwicht. Een definitief succes' met hun artil- leristisc-he overmacht hebben de Diiitschi- Oostenrijksche troepen nog steeds niet weten te behalen. Het spannende drama aan de beneden-San is nog niet uitge speeld en Prziemysl is nog in handen van den Rus. Hier is de strijd echter nog niet aan het dood loopen. De Duitschers en Oostenrijkers hebben nog oorlogsmateriaal in overvloed en ze maken er zoo'n overstelpend gebiuik Van, dat 't aan de overzijde de grootste verbazing heelt, gewekt. De Russen missen wellicht lood en nioveele kracht beide, zoodat 't niet twijfelachtig is, of de ver bondenen zullen binnen afzienbare*! tijd aan het front een geheel ander aanzien geven. Przemysl wankelt reeds. Aan de Dardanellen zijn ook al geen vorderingen van belang gemaakt. Teekenend daarvoor is zeker wel, dat de geallieerden nu causerieën houden over de actie van 4 a 5 weken geleden. Dan is er nog de actie der Italianen in het grensgebied van Trentino, waar eenig voorloopig succes is behaald, dat echter van geen belang is, daar niet in dit bergland de beslissende, actie zal worden ingezet. De Duitsche nota aan Amerika, waarin opheldering gegeven wordt over het ge val met de Lusitania, bevredigt blijkbaar maar halt', of liever in 't geheel niet. Ziehier in 't kort, wat Duitschland op merkt naar aanleiding van dit feit. Eerst bespreekt het de uitzonderings gevallen tengevolge van vergissingen, in welke gevallen onderzoek en schadever goeding toegezegd wordt. Naar aanleiding van de „Lusitania" zegt de Duitsche nöta, dat de- Aineri- kaansche regeering uitgaat Van het stand punt, dat de „Lusitania" een gewoon ongewapend handelsschip was-.- Maar daartegenover stelt de Duitsche regee ring, dat de „Lusitania" een der snel ste en grootste met regeeringsmiddelen als hulpkruiser gebouwde handelssche pen was en. op de marinelijst der En gelsche admiraliteit uitdrukkelijk ver meld staat, dat de „Lusitania" bij haar vertrek uit New-York kanonnen aan boord had, die in het verborgene waren opge steld onder liet dek, dat de Britsche admi raliteit in Februari koopvaardijschepen aanbeval zich door middel van neutrale kenteek'enen en Vlaggen te beschermen en zelfs ook, aldus .vermomd, door het ram men van duikbooten deze aan te vallen en dat de „Lusitania" op haar laatste reis Canadeesche troepen en oorlogsmate riaal aan boord had, waaronder 5400 kis ten ammunitie. „De Engelsche scheepvaartmaatschappij, eindigt de nota dan, moest dus de geva ren, die de „Lusitania" voor hare pas sagiers opleverde, kennen. Zij beproefde met opzet het leven van Amerikaanscbe burgers als bescherming voor de munitie lading te gebruiken en handelde tegen do duidelijke bepalingen van de Arnerikaan- sche wetgeving, die het vervoer van pas sagiers op schepen met ontplofbare stoffen als lading verbiedt en dit strafbaar, stelt, De maatschappij is daardoor schuldig ge weest aan den dood van talrijke passa giers. I Volgens een uitdrukkelijk rapport van den commandant van de Duitsche duik boot, dat door andere berichten bevestigd is, is het snelle Zinken van de „Lusitania" in de eerste plaats het gevolg geweest van de ontploffing van de munitie door het torpedoschot. Anders zouden ide passagieis naar menschelijko berekening geied zijn geworden. In Washington schijnt deze redeneering intnsschen slechten indruk gemaakt te heb ben, vooral omdat op de vragen in de Amerikaansche nota niet geantwoord wordt. Minister Bryan, Zoo wordt uit Washing ton gemeld, heeft geen verklaring afge legd, doch men verheelde nauwelijks, dat de betrekkingen tusschen Amerika en Duitschland door het antwoord in een ern stig stadium waren gekomen. Zou er echter niet eenige Amerikaan sche humbug achter zitten. President Wilson heelt nog niet ge sproken. Z'n antwoord moet echter spoe dig volgen. Bülow. Fürst Bülow is dezer dagen uit Rome in Berlijn aangekomen, één teleurstelling rijker dan toen hij half December naar de eeuwige stad vertrok. Niet dat hij met bui tengewone hoop op een gunstig resultaat van zijn moeilijke zending de reis aan vaardde naar zijn heerlijke rozen-villa op den Monte Pincio, in welks tuin eens Goethe den palm plantte, die nu wijd zijn bladen uitspreidt. Maar hij wenschte zijn land te dienen in zeer moeilijke tijden op een buitengewoon lastigen post, dien nie mand beter vervullen kon dan juist hij. Fürst Bülow had in dit leven niets meer te verwachten dan eer en aanzien. Iemand, die na ambassadeur geweest te zijn in Rome, staatssecretaris van buitenlandsche zaken wordt en dan, bijna tien jaren, de hoogst© betrekking in den lande bekleed heeft, wordt niet opnieuw ambassadeur uit zucht weer macht uit te oefenen. Hij, de vijf-en-zestig jarige, die 's zomers leefde in zijn villa te Norderney, een deel van het voorjaar en den herfst doorbracht to Kiein-Flottbeck hij Hamburg' en 's win ters genoot van de kunstschatten van zijn historische villa te Rome, hij heeft alleen zoo'n last op zijn schouders genomen, om dat ook hij overtuigd kon zijn, dat geen ander heter dien last kon torsen. Want hij kende het volk door en door, dank zij zijn langdurig verblijf in Italië, dank zij zijn huwelijk met een Italiaansche. En bovenal kende hij de Italiaansche politiek en politici. En hij wist, dat hij met tegen standers te doen had, den Britschen en Franschen ambassadeur, die werkelijk ook zich stevig te been voelden op het buiten gewoon gladde diplomatieke parket te Rome. Fürst Bülow heeft het niet kunnen bol werken. Maar het zal hem een troost zijn heel duidelijk te beseffen, dat geen ander den oorlog met Italië had kunnen ver mijden, nu, ook uit de officieele Italiaan sche bescheiden, gebleken is dat Italië den oorlog wilde. En het zal hem goed gedaan hebben, dat alle Duitsche bladen, ook zij die hem vroeger heftig bestreden, hem hulde brengen voor zijn onvermoeid werken op zoo'n ondankbaren post. Koning Victor Emanuel III Aan een artikel in de „Figaro" ontlce- nen wij het volgende Allereerst is Victor Emanuel een libe raal, bijna een radicaal. Leonida Bisso- lati, socialist, is de vertegenwoordiger van liet district, waarin het Quirinaal ligt en ieder weet, dat alle hofdignitarissen en hofbeambten voor hem stemmen, terwijl deze weten, daarmee Z. M. geen onge noegen te doen. Hetgeen zeggen wil, dat de propaganda van Bissolati ten gunste van interventie een eenigszins dynastiek luchtje heeft. Van waar heeft Z. M. de liberale ge voelens? Zeker niet door zijn opvoeding thuis. Koning Humbert en koningin Mar- garetha waren veeleer aristocratisch aan gelegd en zijn gouverneur, kolonel Osio, die de heele jeugd van den kroonprins leidde, had den naam de vormelijkste en zwaar.-op-de-handste man van het heele koninkrijk te zijn. Het grootste genoegen van den prins van Napels was o, zoo onschuldig mogelijk loopjes met den gouverneur te nemen en zijn vragen te beantwoorden op een wijze, die den goeden man dikwijls in woede deed ont steken. De verheven leerling moest dan heel dikwijls door zijn ouders gestraft worden wegens gebrek aan ernst tegen over den geleerden leermeester. De koning gelijkt in vele opzichten op zijn grootvader Victor Emanuel II, die, wanneer het meest, de meest protócol- vaste koning kon zijn, maar die er van hield, wanneer de bezigheden het toelie ten, alle deftigheid af te schudden en qls gewoon burger in volle vrijheid te leven. In de oude romeinsche aristocratie - waar men den „vader des vaderlands" wel eenige zwakheden vergeven wilde is men wat strenger voor den jongen ko ning, die op het slagveld nog niet zijn rechten op onafhankelijk ..doen veroverd heeft. De oude hertoginnen vinden het allesbehalve behoorlijk, dat de koning dikwijls met zijn kleinste kinderen op den rug rondkruipt of haasje-over speelt en zij schrikken als de koning maar Zoo losweg van „mijn vrouw" spreekt. Moord en brand hebben zij geschreeuwd, toen men onlangs op prentbriefkaarten een fo tografie van Z. M. zag met colbert en - slappen hoed, op het strand spelende met zijn kinderen, die zoo maar zonder matje of ,i(ets op het zand zaten. De schrijver vertelt verder, dat de Ita liaansche koning zich altijd anti-Ger- maansch voelde en nooit op den keizer van Duitschland gesteld was. Tusschen de huizen Savoye en Hohenzollern zou het ook nooit erg geboterd hebben. En eindelijk kan koning Victor Emanuel, hoe degelijk zijn onderwijs in de moderne talen ook was, geen woord Duitsch. Korte Ooriogaterlchten. E e n a, vont u u r 1 i;| k a v 1 u c h t. Uit Bazel wordt g'emeldVerleden Zaterdag kwamen via Bazjel te Löirrach 35 Duit sche reservisten (zeelieden) aan, die zich aldaar aan) het Kommando aanmeldden. Het wasi hun gjelukt, in een kleine zeilboot van 10 {M. lengte .en 4 JU. (breedte, van Bar celona naar Palermo te varen, zondei door de patrouilleerende vijandelijke! sche pen ontdekt te worden. Op het laatsta oogienblik wapen zijl er in geslaagd door Zwitserland naar Duitschland terug te kee- ~ren. De avontuurlijke tocht in het kleine zeilschip duurde ongeveer negen dagen. Van de tweede boot met 37 reservisten, welke gelijktijdig' vertrok, werd niets meer vernomen. De veilig en wel aangiekomenen werden te Lörrach feestelijk ingehaald. Nog meer manschappen. Een extra uitgave van de „Reichsanzeiger" publiceert een keizerlijke- verordening be treffende den oproep van den landstorm van 28 (Mei 1915, volgjens welke alia leden van den landstorm (eerste klasse)' worden opgeroepen, in zooverre zijl nog niet door de verordeningen van 1 en 15 Augustus 1914 opgeroepen werden. De aanmelding' der opgeroepenm op de landstormrol zal, op nadere mededee- ling van den rijkskanselier geschieden. Deze verordening vindt geen toepassing op het koninklijk gebied van Beieren. Bij den dag van afkondiging treedt zij in werking. Op grond van bovengenoemde verorde ning' deelt de plaatsvervanger van denj rijkskanselier mede, dat de opgeroepenen, die in het binnenland verblijfven, zich van 8 tot 10 Juini 1915 in hun verblijf plaats zich .op de landstormrol moeten laten inschrijven. De opgeroepenen, die in het buitenland vertoeven, moeten zich, in zooverre het mogelijk is, bij de vertegenwoordigers van het Duitsche rijk melden, ten einde zich te laten inschrijven op door deze bijzonder aangelegde' lijlsten. In de E ge ïsche Zee. Eergis teren heelt een Fransche torpedoboot, die voor de haven van Koesjdassi verkennin gen deed voor de kust van het wilajet Smyrna, in de buurt van Kaap Oelandsji schipbreuk geleden. In den grond gehoordé schepen. Een Duitsche duikboot heeft het stoomschip „Dixiana" met granaat- vuur voor Ushant tot zinken gebracht. Naai' Lloyds uit Brest meldt zijn even eens door een Duitsche duikboot getorpe deerd en tot zinken gebracht de stoom schepen „Glenlee" van Glasgow en „Cysne" van Oporto en wel aan den ingang van het Kanaal. De bemanningen zijn gered. Volgens een bericht van Lloyds uit Cullercoates meldt het stoomschip „Tore- jard", dat het de geheele bemanning van het stoomschip „Söborg" van Kopenha gen heeft gered, dat 40 mijlen ten Noord- Oosten van de Tyne is getorpedeerd. Van het Oostelijke ge vechtsterrein. De Russische gene rale stal' deelt mede: In de a'reèfc van Sziawle gaan de Duit schers voort tegenstand te bieden aan ons offensief en beschieten zij ons hevig,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1