Woensdag Mei 1915 39e «Saargang No. 188 De Grooie Oorlog. DE HEMELVAART. Staten Generaal Uit de Pers. De Zeeuw Uitgave van de ISfaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUfJ - L. BURG. Drukkers: Oosierbaan Le Cointre - Goes. Stijg, lieve Heilandstijg omhoog U volgt ons oog. De hemel moet wel zalig vezen; Waar Gij bewoont Zijn heerlijk licht. Och, mochten wij Uw aangezicht Er zien na dezen! Hoe zullen wij hem binnengaan? SHieer' wijs 't ons aan! Geleid door deze aardsche wiegen: .Doorzuiver ons het schuldig hart, In zooveel zonde en lust verward, En schenk Uw zegen! O, veel behoeven wij, maar meest Uw gpeden Geest; Opdat wij altoos 't beste kiezen, En, wat oins tijd of lot ontroof, Toch nimmer meer 't oprecht geloof In U verliezen. Opdiat wij steeds de smalle paan ÏDer Godsvrucht gaan, Altijd gewapend zijn ten strijde, En heilig wan dien aa!n Uw hand, INiet wijkende ter linkerhand Of rechterzijde! Opdat wij leven U ter' eer, O, onze Heer! En immer naai- volmaaktheid streven En pleitende op Uw schuldloos bloed, Met vroom geloof en goeden moed, .Den doodsnik geven. N. BEETS., Verlies van energie. Het crisist overal, maar niet het minst in de industrieele kringen in ons vader land Uitgezonderd de fabrikanten die mett teuzenkapitalen werken en ongeacht de enkele ondernemingen, die hij den huidi- gen toestand welvaren, zullen vele hoof den yam een bedrijf zich afvragen„waaij moet dat op uitlooperi'. Veel en velerlei zijn de oorzaken. Maar op één willen wij hier in 't bijzonder wijzen, ti.l. :het ontbreken van, den waren kooplust bij de massa. Iedere verande ring' en verbc.ering wordt maar uitgesteld „tot na. den oorlog". Zelfs noodige wer ken blijven onuitgevoerd. Dat men zoo doende den handeldrijvenden middenstand nadeel berokkent, de industrie voor een deel verlamt, arbeiders werkloos maakt en straks in den (vorm van gjften aan SteUncomité's, Armbesturen enz. toch e'n geld kwijt raakt, dat oorspronkelijk be stemd had kunnen worden voor uitvoering van noodige werken of aanschaffing van Nederlandsclie producten, wordt in den regel over het hoofd gezien. Met zooveel mogelijk alles z'n gewonen gjang te doen gaan, bevordert men heit meest den ,geregelden loop ,v,an het maat schappelijk uurwerk. Mén draagt dan ook 'z'n deel in het .toekomstrisico miee en laat niet alles aankomen op anderen. Me,n is het er .algemeen over 'eens, dat de Hollandsche industrie, als wij bui ten den oorlog blijven, na' terugkeer van den vrede een goeden ,tijd wacht. Terecht Waarschuwde men er voor, dat men er voor had te zorgen, dat het productie vermogen voor den arbeider dan niet verminderd mocht wezen door al to gjroote zorgen en ondervoeding. Doch evenzeer dient men mede te helpen (en dat gaat gelijktijdig) om te voorkomen dat de ener gie voor de industrieelen gedood wordt. Bevordert nu vooral onze industrie, 't is ons al Ier belang. 4= Tegenstellingen. Sedert 1 Aug. is de tegenstelling: oor log en vrede. En welken diepen indruk heeft 'ze niet op Velelr gem,aakt Nu. echter de Meimaand in 't land .is gekomen komt ons nog 'een andere tegenstelling tege- moet: leven en dood. Rondom ons in de natuur spreekt alles van leven. Hét jonge groen lacht ons toe, de vogels 'zangen hun hoogste lied, de bloesems doen hopen op veel .vrucht. Mjaar 10211 honderdtal kilometers van ons Vandaan grijnst jongen levens de dood toe, krijschen op Woof beluste vogels boven lijken en geven alleen méér, maar steeds, méér dooden een stille hoop op 't eindel van den oorlog. Men verklaart nu oorlog aan den oor log- Laten wij bidden om vrede. Tweede Kamer. Juten leidt de klagers weder in. .Eigenaardige voorkeu ren. De plank mis. De Zeeuwsche dijken. De heer Juten, die eergisternriddag de stenografen nog aan het werk hield, toen behalve de voorzitter, geen lid meer naar hem luisterde, heeft den volgenden och tend zijn klachtenlijstje verder afgerateld. Hij haa het over niet-goed-behandelde Bel gische uitgewekenen en bemoeilijkte co- nrité's, over op Driekoningen arbeidende katholieke militairen en over katholieke feestdagen. De heer Ketelaar maakte een paar ons niet onjuist voorkomende opmerkingen over de ontactische wijze, waarop in het begin van den oorlog door de militairen de ontruiming van die huizen om de vesting Naardien is bevolen. De socialist Spiekman hing een sterk gekleurd beeld op van de groote-stati-armoede en knoopte er z'n beschouwingen aan vast over ontoerei kende vergoedingen, wijzende op> de ge varen voor verarming, ondervoeding en ontevredenheid. De heer Smeenge, de u. 1. afgevaardigde voor Meppel, pleitte voor speciale verloven voor onderwijzers en bijienkweekers (welk 'n eigenaardige voor liefde!), en z'n partijgenoot uit Zutphen, de oude heer Lieftinck, hield een causerie over zuivere opvattingen inzake bestuur, vergaderingen, enz., terwijl hij een klaag toon liet hooren naar aanleiding van de vermeende, niet juiste behandeling, van de hoefsmeden en het gebrek aan paarden in ons land, dat hij', blijkbaar in 'z'n onver stand te dezer zake, toeschrijft aan den teruggang van de paardenfokkerij tenge volge van het totalisatorverbod. Tusscben twee haakjes vroeg hij dan ook opheffing van dit verbod. Doch we vertrouwen, dat de minister hem zoo tus scben twee haakjes wel even be teekenen zal, dat 't voor dergelijke buitensporig heden geen tijd is. De heer De Wijkersloot de Weerdesteijn (r. k.) sprak een uitvoerigp rede uit, ten betooge, dat de schattingsoommissie in zake de schade, door de mobilisatie toege bracht, door den minister zelf moesten worden aangesteld, en dat de schatting dadelijk had moeten geschieden, in het voordeel zoowel van rijk als van belang hebbenden. De heer Bos (v.d.) sprak een bezadigd woord, waarbij hij er op aan drong, dat dat men niet al te veel zou ingaan op ide grieven, 'die dagelijks de Kamerleden bereiken. In ons land, zieide hij, is! de toestand allermoeilijkst juist omdat ons leger niet in actie is, doch slechts opi wacht staat. Het spreekt van zelf, dat er daarom veel „gepiekerd" wordt over allerlei grieven en kwalen. Deze moe ten echter niet alle herhaald en opge warmd worden. De vraag is toch of hst thans wel mogelijk is in dat alles verande ring te brengen. De regeering moet de moeilijke taak onder het 'oog zien, dat het moreele peil van het leger wordt gehandhaafd. Daarvoor is noodig dat de 'gemohiliseerden weten, dat voor hun ge zinnen worden g'ezo-rgd. Voor de ontwikke ling van de soldaten dient daarnaast ge zorgd te worden. In don beginne is er veel gedaan voor de soldaten. Men rekende toen echter op' een spoedig eindie. Toen dat echter tegenviel moest men op- andere wijze trachten daarin te voorzien. 't Spijt den heer Bos, dat de minister niet wat dieper in de beurs getast heeft. Wat de beperkende bepalingen ten op zichte vau de openbare vergaderingen be treft, avou Bos repressief optreden voor preventief. In dit opzicht was hij al even naïef, als nestor Lieftinck, die hetzelfde in zijn onsamenhangend betoog had inge vlochten. Noemen we van de rest van het lang- wijlige debat nog de opmerking van den heer Fruytier. Deze afgevaardigde wees met klem op. het belang van het behoud vén de dijken in Zeeland. Hier en daar worden ze n.l. gebruikt voor loopgraven, verschansingen en borstweringen, hetgeen inderdaad gevaarlijk voor de soliditeit van de dijken kan worden. Vanmorgen zou minister Bosboom z'n antwoord beginnen. Arme Excellentie, en arme Kamerleden! Moge het met een duidelijk en voldoend antwoord afloopen. Re- en dupliek bren gen de zaak gewoonlijk toch niet verder. - - De Kabinetskwestie. Het (a.-r.) Schiedam sch Volks blad schrijft In de „Standaard" van Zaterdag 1.1. stelde de redacteur aan de „Rotterdam mer" de Kabinetskwestie. Indien ge niet tevreden 'z'ijit over de leiding, welnu stel dan aan de Deputatenvergadering een anderen leider voor. Ons dunkt, dat er geen plaats is voor dit entweder-oder. Niemand in de geheel© partij verlangt een Bismarck-da-capo. En dit niet al leen, omdat men zich diep schamen zou over jeugdig© opdringerigheid, over to taal gemis aan kieschhiedd en fijnere' ge voeligheid, over jeugdige zelfoverschat ting en gemis aan hoogere waardeering, maar een ieder onzier is overtuigd, dat onze leider een man is uit velen en lei ders worden niet aangesteld maar ge boren. Maar in een partij, waar zooveel werk gemaakt wordt van het geweten, moet geen conscientie-kreet bespottelijk ge maakt worden; in een partij van kleine luiden moet geen academisch gevormd man, die gezond redeneert, als een on wetende worden voorgesteld, voor wien ontoerekenbaarheid gepleit wordt; maar in een partij' waar men den -kinderen reeds op de lippen 'legt: Stelt op prinsen geen betrouwen, Waar men nimmer heil biji vindt, Zoudt ge uw hoop op mensehen bouwen? moet geen menschelijke genialiteit als onfeilbaarheid geduid worden en moe ten karakter en 'zedelijk© ernst als on- gesnoeid goud geld op prijs gesteld wor den. De „Standaard" wil, dat we in 1917 ia den ouden geest met het oude vuur den strijd weer izullen aanbinden. Accoord, van Putten. Maar wat was dat oude vuur? Dat vuur werd geboren uit liefde. En die liefde was de liefde voor hei lige beginselen. En nu lijkt het ons soms of in de laatste tijden de antir. partij verpolitiekt en vertaktiekt raakt. En welk een intellectueel genot er nu ook in ligt om een paai" uitstekende schaakspe lers bezig te zien, waarbij de een den ander overtroeft of dat de partij remise wordt en hoe onontbeerlijk we „beleid" voor een gezond, bewust leven achten, die taktiek is het leven zielf niet, ja kan een strik worden, waarin dat leven smoort. De overwinning de'r Gideonsbende lag toch 'zeker niet allereerst in de taktiek van kruiken en fakkels en bazuinen. Beroepsstaatslieden kunnen er schik in hebben, wanneer ze zien, dat de een den ander weet te vergrauwen ,o-ns laat' het bijna koud of liever het wekt soms onzen wrevel, wanneer we zien, dat waar heid en recht moeten overwinnen door handigheden. Toen uit Amsterdam het bericht kwam, dat prof. Fabius uit de finantieele commissie getreden was, wien zoo dikwijls prinzipiënreiterei verweten wordt en onbeholpenheid tegenover jhet practische leven en die dit zieker gedaan heeft omdat Amsterdam een antir. wet houder van financiën gekregen heeft, wiens beleid hij voortdurend kon tegen staan, kwam ons, wel toevallig, een oud boek in handen, ieen Stuiversmagazijn uit den braven, liberalen tijd. En in een der onbekookte verhalen, waarmee dat volks boek was gevuld, viel ons oog op 'dezten merkwaardigen regelAch Saartje, wat zijt ge toch onpractiscih ,ge zijt 'net Groen in onze Kamer! Ach ja, Napoleon noemde zulke men- schen ideologen, 'soms zelfs wel janse nisten. Maar wanneer we niet meer strij den voor heilige beginselen, die tot he den door de wereld steeds als zeer on- practisch geijkt zijn, dan behoeft de antir. partij niet meer te sterven, dan is ze reeds dood. l Alles staat natuurlijk met elkaar in verband en wanneer de „Standaard" Calvinisme en handel in verband zet, kunnen we dat zoo in 't algemeen wel beamen. Er zijn echter nog andere fac toren noodig. Plato Co., Augustinus Co., Calvijn Co. brengen het nooit zoover als Rothschild Co. We moeten niet vergeten, dat de han delslinie loopt over Phoenicië, Venetië, Lissabon en Antwerpen en dat onder de Levantijnen Israël, Griek en Arme niër out den voorrang dingen. De „Standaard" verwonderde zich er over, dat men het in verband bracht met de leer der uitverkiezing. Maar kende dan de „Standaard" het spotlied niet van Mijnheer Van Koek? Practisch beteekent zoo vaak, dat tnen allerlei concessies doet aan de werke lijkheid, het met zijn beginselen op1 een accoordje gooit, gebruik maakt van de zondige hartstochten der menschen ©n God zegt toch in Zijn Woord: Ik zal zien of gij op Mijn Naam alleen bouwen zult. Dit is toch zeker wel het hoogst gespannen idealisme. Ons is althans) geen hoogér bekend. Maar reeds Davids grootst© smart was, dat zijn tegenstan ders. riepen: jWaar is nu uw God? en Christus aan liet kruis werd erom be spot. En nu ligt het wellicht aan onze helderziendheid, maar 't schijnt ons soms toe of er minder heilig leVen, minder gebed, minder waarachtige vroom heid, minder geestelijke worsteling en meer berekening, meer tactiek, meer geschipper, meer jacht op succes, meer wereldgelijkvormigheid ook op staatkun dig gebied bij ons gevonden wordt. En we bedoelen hiermee niets ziekelijks, heel geen leven in een h'oeksk© met een boekske, maar tochhoe ritselde eertijds alles (van een verjongd, geeste lijk leven en hoeveel wordt tegenwoor dig als onpractisch, ja als onmogelijk gehouden en concessie na concessie ge daan, hetgeen natuurlijk het heilige vuur uitdooft. We weten wel, de leider kan niet veel meer doen dan de snaren der Aëolusharp spannen en wachten tot Gods Geest er door waait, maar toch de Aëolusharp moet in de scheur van een muur geplaatst worden, willen de snaren ruischen. (Ze geeft hieuscihl geen klank, wanneer men ze in de streek der windstilten neerlegt. Wie onzer vraagt om een anderen leider? Niet één stem is er. Maar de ziel der partij moet zelf weer geestelijk reagéeren tegenover een wereld, die meer dan ooit, zelfs, on danks den huidigen oorlog, de oude pa len verzet Beknopt overzicht van den toestand. Alle personen en bladen verliezen zich nog in beschouwingen over het torpedee- ren van de „Lus it an ia". President .Wilson was niet het minst bewogen door het schrikkelijkë feit, doch, hoewel zijn positie geen benijdenswaar dige is, schijnt hij met bewonderenswaar dige zelfbebeersching en met ©en koel hoofd naar een uitweg te zoeken. Hij heeft reeds laten doorschemeren, dat Amerika om het vergaan van de Amerikaansche burgers op de „Lusitania" geen oorlog beginnen zal. Men zal trach ten Duitschland te overtuigen van de on rechtmatigheid van het gebeurde. Doch daartoe is voor alles noodig, dat het Amerikaansche volk nuchter en kalm zij. Bij de opgewondenheid, die er thans nog beerseht, zou er van een actie, als president Wilson bedoelt, weinig terecht komen. Hij zou althans nog al eenigé moeilijkheden hebben om de publieke opinie van de juistheid van zijn stand punt te overtuigen. Later gaat dat mis schien gemakkelijker. i Als enkel het gezond verstand maar mag spreken. Nu- reeds hoorde men uit spraken, waaruit alle hartstocht Verdwe nen is. Zoo heeft Stone, de Voorzitter van de Amerikaansche Senaatscommissie voor de buitenlandsche aangelegenheden, o'.m. het volgende verklaard: „Het gezond verstand gebiedt ons, het hoofd koel te houden totdat wij: weten hoe het precies met de zaken staat. Dit is een slechte tijd om in opwinding te geraken en tot impulsieve handelingen over te gaan: Wiebel niet in de boot. Zonder een opinie uit te spreken over onze positie ten! opzichte van het gebeurde of over onze plicht, hebben wij- rekening te houden met sommige feiten, die wij niet kunnen over het hoofd .zien. (Wij kunnen niet huiten beschouwing la llen, dat de Lusitania 'n Rritsch scjtip was,; varende onder Britsche vlag, en dat het vaartuig ieder oogénblik voor den werke- lijken marinedienst kon worden bestemd. Zelfs Wordt beweerd, dat zij op het o ogen blik ,dat zij getorpedeerd werd, militaire reservisten aan boord had, die bestemd waren voor den 'diénst in het Britsche leger. Werkelijk, zij (d. z. de Amerikaan- sche reizigers aan boord) zijn aan boord gegaan van een schip van een der oor logvoerende partijen met de volle weten schap Van het gevaar, daaraan verbonden, en nadat een officieel© waarschuwing was gegeven door de Duitsche regeering. Zich aan boord bevindende van een Britsch schip, waren 'zij op Britscihen bodem. Was hun positie niet feitelijk gelijk te stellen met dien, waarin zij binnen de muren van een versterkte stad zouden hebben verkeerd? Indien Amerikaansche burgers verblijven in een stad, die bele gerd en bedreigd wordt, en de vijand valt die stad aan wat z'ou dan onze te,geering doen, indien iet van onze hun gers letsel krijgen?" Deze en dergelijke verklaringen zullen natuurlijk veel bijdragen tot vergemakke lijking van (Wilson's niet zwaar genoeg te schatten taak. In 't Westen blijft het de oorlog der kleine successen. Na. de Duitsche- succes sen bij Yperen hebben de geallieerden VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. een aanval ondernomen op de Duitsche stellingen ten Z.W. van Rijssel, in de lijn CarenoeNeuville. Met afwisselend succes is hier gestre den, doch het eindresultaat is hoogstens, dat er een kleine wijziging is gekomen in de opstelling der troepen. In West-Galicië is 't voor de .Russen bitter slecht afigeloopen, roet name het derde Russische leger, onder den Bui- gaarschen generaal Radko- Demitrijief, schijint vrijwel te zijn uiteengeslagen. Het bestond uit de 9e, 10e, 12e, 24e korpsen, het 3e Kaukasische korps en een aantal reserviedi visiesen het heeft in de .laatste dagen ongeveer 100000 aan gevangenen verloren, zoodat men kan aannemen, dat het met de gewonden en gedooden 150000 man verloren heeft. Ook van het Beskidenleger is niet veel over gebleven. Toch heeft de Duitscjh- Oostenrijksche overwinning misschien niet het gevolg, dat men aanvankelijk verwachtte. De Russen zullen zeer waar schijnlijk slechts hun linie verplaatsen van de Dunajec naar de San, om' daar een sterke verdedigingslijn tegen Przie- mysl aan te leggen. Tenzij zij: andermaal geslagen worden en geheel Galicië moe ten ontruimen. Dan is 't met hen gedaan. Met Italië is 't nog niet in het reine. In de onderlinge politieke geledingen is men 't er nog niet over eens, wat Italië's plicht is. Het heett nu,, dat de interventionistische! partij- vreest, dat de invloed van Giolitti hiet besluit van Salandra aan het wankelen, zal brengen. Giolitti zal zijn opvatting, dat de oorlog te vermijden is, staande houden, terwijl Salandra het standpunt der regee ring, die den oorlog voor aanstaande houdt, zal' vertegenwoordigen. Het resul taat der besprekingen zal in sterke mate afhankelijk zijn van documenten, welke zich in h-et bezit der regeering bevinden, en waarmede, naar men beweert, Giolitti niet ten volle bekend is. De Stampa spreekt van een nota, die door het Duitsche Rijksdaglid Erzberger onder de Kamerleden is verspreid, en welke nauwkeurig de vooretellen van Oos tenrijk aan Italië weergeven. Volgens deze nota biedt Oostenrijk aan afstandvan de Italiaansche zijde vair Trentino afstand van Gradiska en een deel van Görz autonomie van Triest; vrijstelling van militairen dienst voor de Italiaanische inwoners; vrije hand van Italië in Albanië en Klein-Azië; afstand van de Zuid-Dalmatische eilan den; verlaging der douane-tarieven. Deze voorstellen worden als zeer" De- langrijk en tegemoetkomend beschouwd. Onclertusscben spreekt de regeering te gen, dat een dergelijke nota ontvangen is Ra, ra, wat is dat! De Lusitania. Het verhaal van een passagier. Een der geredde passagiers van de„,Lu sitania" <dr. Moore uit Yankton South Dakota, vertelde aan een „Times" '-corres pondent het volgende: Het feeïste onregel matige Wat ik 'bemerkte was edn zig zag varen van het schip. Hét was on geveer 1 uur in den middag. Door middel van verrekijkers meenden wij een dunkeiri •voorwierp te zien, dat somtijds heel snel ging, dan weer langzamer, nu eens on derdook en dan wee:r te voorschijn kjWam. Ten slotte verdween het voorwerp en 'de „Lusitania" nam weer haar -gewonen kjoiers. [Wij kwamen tot de conclusie dat wiij teen Engelschen onderzeeër hadden, gpzien. Te 10 voor twee 'ging ik naar beneden olm te lunchen. Aan -tafel werd er gedis cussieerd over het voorwerp <§at wiiji ga- feien ihadden, maar iedereen (Was kalm en yol vertrouwen. 0n,g(eveer 10 minuten: later hoorden wij een -doffen slag, het schip schutte en beefde tover heel 'zijn lengte en begon onmiddellijk over te hel len naar stuurboordzijde. ÏWij wisten wat e'r gebeurd was. Ondeil de vrouwen ontstond een oogénblik schrik! en verwarring. Zij stietten noodkreten uit, doch de mannen stelden haar gerust door, te verklaren, dat er tgpen gevaar bestond, en dat wij alleen o-p een kleine mijn geloopen waren. Ordelijk zonder eeniga paniek verlieten alle den diningsalon. Er werden geen booten neergelaten aan stuurboordzijde, die no,g slechts 12 voet boven water lag. Daarom keerde ik half- kl immende naar de eerste klasse-afdeeling terug. De ©enige persoon, die ik daar zag, was een Katholiek priester; hij scheen volkomen gerust. Ik zocht naar een red dingsbrigade, maar vond er geen. Ik liep terug naar de tweede klasse-afdeeling onderweg kwam ik een stewardess tegen, die enkele reddingsgordels droeg. Jk hielp-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1