No. 183
Woensdag 5 Mei 1915
39e Jaargang
Feuilleton.
Statesi-Oeneraal
De Groote Oorlog.
Uit de Pers.
De Talauerealanden.
Uitgave van
de Maaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN SE VORSTSTRAAT 219,
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG,
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.v.
iedere regel meer 10 ct.
v,Di© weten, wat niet allen,
weten".
Men vestigt onze aandacht op1 een
hoofdartikel in het Schiedam sch
Volksblad, waarin enkele opmerkingen,
gemaakt worden naar aanleiding van de
warme critiek door een overtuigd partij
genoot" op de anti-rev. partijleiding.
Gaarne ontleenen we een paar stukken
aan dit artikel.
Het blad vond de critiek logisch, ge
voelvol en gewetensvol, een critiek, dio
met alle waaiÜeering voor den persoon,
nochtans opkwam voor het beginsel.
Het wijst er echter op, dat het leven
groeit; en ontgroeit mui den roem. Ook
het partijleven. En nu dient telkens weer
te worden toegezien of dit leven ge
zond is.
Het blad schrijft dan verder:
Nu meenen we een gelijksoortig ver
schijnsel bp te merken zoowel bij d'e
antir. partij als bij1 de sociaal-democraten.
Zoolang zulk© partijen hoofdzakelijk uit
leden bestaan, die minder bewust, nueei* in
tuïtief leven, is de hoogere leiding betrek
kelijk gemakkelijk; zoodra echter het ge
tal der- meer ontwikkelden toeneemt, dio
nadenken, wier zelfstandig leven zich ia
hew listen vorm uit, wordt de leiding veel
zwaarder, want de leiders hebben er ge
woonlijk niets op tegen, dat ge zelfstandig
denkt, mits ge het denkt als zijl en tot
hetzelfde resultaat komt. Uit persoonlijke
hoogachting, uit dankbaarheid jegens per
sonen, waaraan de partij veel te danken
heeft, uit liefde tot eenheid en krachtige
werking wordt dan vaak een offer van
persoonlijke overtuiging gebracht. >'t Is niet
aangenaam als rustverstoorder te worden
aangezien, terwijl do overwonnene wordt
beschouwd als slachtoffer van snoode on
dankbaarheid.
•Volgens de toelichting op ons program
was het centraal-bureau, zoolang de antir.
partij een volkspartij was, de aangewezen
kring van mannen, die leiding moesten
geven en wanneer de partij een staats
partij geworden is, gaat die leiding uit,
•altijd volgens genoemde toelichting, van
de partij in de Kamer als van de mannen,
die weten, wat niet allen weten.
Zoo staat het. althans op papier en
nu moet ge de werkelijkheid daaraan maar
toetsen. Het was ons te doen om dat
zinnetje „die weten, wat niet allen .we
ten". Het zinnetje lijkt zoo uiterst on
schuldig, maar kan zoo hoos worden,
dat het u alle lucht ontneemt, zoodat
ge niet spreken kunt, want in Ibet ijle
weerklinkt geen geluid.
Do heele wereld veelde het onrecht
België aangedaan, zooals eens in het ge
val van Transvaal, alleen de „Standaard"
waarvan de redacteur wellicht weet, wat
niet allen weten, trilde niet van veront'-
waardiging. De Standaardredacteur, die
hij ons altijd zlooveel liefde heeft op
gewekt voor Tübingen en zijn theologie,
voor Schleiennacher en de Vermittelungs-
theologen, voor Nietsche en ila.mack,
trachtte Michel te veischoonen, hoewel
(Residentie Menado.)
deze zei, bewust kwaad gedaan to hebben.
Sommigen meenden zelfs sympathie voor
een Pruisische Pickelhaube op te merken,
want Pruisisch en Duitsch zijn geen zin
verwante woorden, maar gelukkig, klaar
en kloek heeft de „Standaard" zijn oude
klaroen laten schallen en den oorlog, ver
klaard aan de Pruisische monarchale
ideeën. Dat is goed ook, want die ideeën
kan men hier net zoo goed zaaien als
Zeeuwsche tarwe op schralen heidegrond,
't Gedijt niet. Wij zijn voor de Pruisen
een tuchteloos volkje, leder heeft zijn
meening en indien er nu van een natio-
nalen trek sprake is, dan is het onztei
onuitroeibare vrijheidsliefde. We nemen
niet spoedig een blad Voor dan mond.
Van nature zijin we kinderen van da zee
en door onze. godsdienstige en geeste
lijke wedergeboorte zijn we democratische
salvinisten. Dit schaadt in niets onze sym'-
pathie voor Duitschland zoowel wat zijn
godsdienstzin, zijn prestaties op weten
schappelijk gebied als wel zijn onovertrof
fen muzikale scheppingen betreft.
Maar een recht kind aardt naar zijn
moeder. Dat is nu zoo een scheppings-
ürdonnantiio van onzen God.
Hut eiland Liroeng heeft ongeveer 4500
zielen, Kaweroean 3500, Karakelang 14000
en de Nanoesa-eilandan 3500, wat voor
fle geheel© Talauer-groep een totaal geeft
van ongeveer 25000 zielen.
vóór de komst der Europeanen in In
die behoorden de Sangi- en Talauer-
eilanden, met bijna al de landschappen
aan de Noordkust van Celebes, tot het
gebied van den Sultan van Ternate, wiens
rijk zich uitstrekte van Mindanao (Filip
pijnen) tot Soembawa in liet Zuiden. La
ter kwamen zo in het bézit Van de Por-
tugeezen en Spanjaarden; vervolgens; van.
de Vereenigde Dost-Indische Compagnie
en daarop van het Nederlandsch-Indisoh©
gouvernement tot op heden.
De verhouding van de Talauer-eilanden
tot ons gouvernement wordt als onder-
hoorigheden uit den aard der ziaak be-
neerscht door de contracten met de San-
gireesche radja's gesloten. Zoo staan ze
met rechtstreeks onder ons gouverne
ment ze behooren wel tot het grondgebied
van Ned.-Indië, doch zijn weder in leen
afgestaan aan de radja's, evenals de
Sangi-eilanden zelve, onder de uitdruk
kelijke voorwaarde van stipte en trouwe
mikoming der in het contract omschreven
Mplichtingen. De Europeesche ambtena
ren aldaar voeren geen gezag, doch moe-
en toezien, dat de bepalingen in het
Tweede Kamer.
Levensmiddeleu-circulaire.
Hoe de roode broeders er
over denken. Een motie
tot besluit.
Demagogie van de ergste soort en
bluf noemde de heer De long, de u.-l.
afgevaardigde Voor Hoorn, het optreden
van het socialistische hoofdorgaan „Het
Volk" inzake de jongste levensmiddelen-
circulaire van minister Posthuma.
Dit is inderdaad niet te kras uitgedrukt.
Want de circulaire is door dit orgaan
lot een middel 'tot agitatie gemaakt.
De socialisten waren wat gepikeerd
over 's ministers bepaling, dat die arme
roode broeders zuiver ongiebuild bruin-
brood van 12 cent per K.G. moeten eten.
Witbrood van twintig ii vijf-en-twintig
cent kunnen zij niet betalen en (nu zou
de minister hen willen dwingen dat min
derwaardige voedsel te eten.
De heer Schaper heeft zich gisteren
tot tolk gemaakt van dat soort opposanten,
toen hij den minister in een breedspra
kig© redeneering interpelleerde. Hij wilde
kostbaar wit brood voor de arm© mea-
sc'hen; natuurlijk mag het ook niet mem:
kosten dan het ongebuiide tarwebrood.
Hij had niet vergeten, dat dit ontzag
lijke kosten met z'ich zou brengen, doch
dit beteekent z.i. niets. Dan den rijken
maai' een extra oorlogsbelasting opgelegd!
Hij wist dus raad.
We zullen zien, of ook 'de minis tier
raad wist, en of hij van plan is 'naar
aanleiding van Schaper's klaagliederen
©en anderen weg in te slaan.
Zooals men weet heeft deze afgevaar
digde aan 't slot van zijn betoog minister
Posthuma de volgende vragen gesteld
1. Is de Minis ter bereid, den maat
regel, vervat in de circulaire van '24
April, uit te strekken over gebu ild als
oyer ong,ebuild tarwebrood
contract goed worden nageleefd.
D© djogoegoe'.s moeten volgens het con
tract benoemd en ontslagen worden dooi
den resident van Menado, in overleg met
den betrokken radja. Dat overleg heeft
echter sedert jaren niet meer plaats en
worden de djogoegoe's benoemd en ont
slagen, de betrokken kapiteins-laoet ge
hoord. Do kapiteins-laoet worden dooi
de kampongbewoners gekozen en de
keuze vervolgens door den resident van
Menado bekrachtigd of verworpen in over
leg met den djogoegoe aangesteld en
ontslagen.,
Aan de hoofden is de .rechtspleging!
over eigen onderdanen in gewone geval
len overgelaten; deze hebben, zooals
men dat noemt, het genot van eigen
rechtspleging. Of dat genot door de be
trokkenen echter altijd zoo bizonder ge
waardeerd wordt is een andere vraag!
De gouvernementsonderdanen zijn er on
derworpen aan de rechtspraak der gouver-
nements rechters en -rechtbanken. Wan
neer zij, verdacht van eenig misdrijf of
eenige overtreding binnen het landschap,
zijn opgevat, worden zij door het inlandsch
bestuur en de gouvernements-ambtenaretn
uitgeleverd. Als rechtstreeksche onderda
nen van het gouvernement worden o.a.
beschouwd: alle Europeanen en daar
mede gelijkgestelden; alle personen, on
verschillig van welken landaard; alle
Chineezen, Arabieren en andere vreemde
oosterlingen.,
Op de Sangi-eilanden heeft mien in elk
landschap een .inlandsche rechtbank,
Madjelis genaamd, waarvan de radja voor
zitter is en als leden optreden de djo
goegoe's en de kapiteins-laoet. Op de
2. Overweegt de Minister, dienaelfden
hiaatregel toe te passen op de andere
levensmiddelen, in de ciroulliaire vaii 20
Maart behalve varkensvleesch genoemd,
in het bijzonder op aardappelen
3. Is de' Minister voornemens, ten aan
zien van andere levensmiddelen al het
mogelijke te doen oni door bepaling van
maxirnum-prijzen en door uitvoerverbo
den, benevens strenge handhaving van
een en ander, de prijzen te doen dalen,
respectievelijk stijging er van te doen voor
komen
De Minister ging eerst de geschiedenis
der circulaire na. jEr kwam natuurlijk,
ook nog een en ander in voor, dat als
verontschuldiging voor het indienen van
model no. 1 moest dienen. Doch dit valt
nu eenmaal moeilijk goed te praten.
Beter staat 't er voor met no. 2, die
dan ook niet onverdienstelijk verdedigd
is, dank ,zij de wetenschap, dat de ont
vangst in den lande zoo gunstig was.
Aan het verslag van minister Posthu-
- ma's rede- vvjllen we 'n paar stukken
ontleenen
In zake het b r u i n b r o o d, zou de
Min. zich kunnen beroepen op het oor
deel der vegetariërs. Hij deed dit niet.
De zaak is clat men het bruine brood
in de groote steden niet kent. In vele
gemeenten van ons land wordt bijna uit
sluitend bruin brood met smaak en graagte
gegeten. De controle zou bezwaren op
leveren, maar juist daarom liet de Min.
do samenstelling aan de burgemeesters
over. Om te toonen dat hij, zelf wel een
voorstelling daarvan ,had, gaf hij een
plan in overweging. Gelukkig erkennen
vele gemeentebesturen dat dit plan uit
voerbaar is.
Helpt die tweede circulaire wat, al
dus vroeg de Min. nu? De opoffering;
die hij; van de gezinnen vraagt is dat zij
op een groote snede witte brood een
dun sneedje bruin brood zullen neuien^
Als ze dat doen, komen zij op den prijs
van vóór den oorlog. Met een gezin van
5 personen .geeft, dit per dag een be
sparing van 14 cents, in één week pre
cies de prijs van twee pond varkens
lappen.
Een regeling voor het geheel© land te
maken, acht hij, voorzoover het de aard
appelen betreft, niet mogelijk. Daar
voor verschilt de prijs te veel.
Eveneens kan de Min. ten aanzien van
de rogge een uniforme regeling ma
ken. In overleg met de, rogge-commissie
zal de prijs juist weer op 34 cent komen,
den prijs van vóór den oorlog.
De import van vet'behoort op hot
oogenblik tot de bemoeiing van ile distri
butie-commissie. In dit opzicht is verbe
tering te wachten.
Handhaven van de maximum-prijzen
zal de (\Iin. zooveel mogelijk bevorde
ren. Niet altijd kan dit, z.oo bijv. niet
ten aanzien .van de raap-olie.'
De vragen van den heer Schaper beant
woordend, zeide de Min. op vraag 1,
neen; op vraag 2, voorloopig niet; op
vraag 3: de Min. is voornemens te doen
wat mogelijk is.
Toen kwam er een motie-Schaper van
den volgenden inhoud:
De Kamer,
Talauer-eilanden is de zaak ©enigszins
anders geregeld: in 1889 kwamen op in
stigatie van resident Stakman, in overleg
met de meeste radja's en groeten, ver
schillende op het inwendig bestuur be
trekking hebbende belangrijke regelingen
tot stand, welke tot het vestigen var*
ordelijker toestanden moesten leiden, ook
wat cle rechtspraak op de Talauer-eilan
den betreft. Zoo werd bepaald dat op
deze eilanden niet elk djogoegoeschap een,
Madjelis zou hebben, maar eenige Djogoe-
goeschappen samen gouden slechts één
Madjelis vormen, onder een bepaalden
djogoegoe, dio de rechtbank zou .voor
zitten en den naam' kreeg van President-
djogoegoe. Als leden zouden optreden
de djogoegoe's van het ressort en dei
kapitein-laoet. Deze regeling is zeer doel
treffend bevonden en tot héden in stand
gebleven.
De Madjelis neemt kermis van ;ille ci
viele zaken onder eigen onderdanen en,
van alle misdrijven en overtredingendoor
hen begaan, met uitzondering vanmoord,
moedwilligen doodslag, menschenroof en
andere zware misdrijven, afzonderlijk in
de contracten vermeld, die voor den
Rijksraad moeten worden gebracht.
De vonnissen van de Madjelis worden
volgens de wetten en gewoonten des
lands (adat) geveld en z'ijri zonder appèl.
Intusschen is het langzamerhand usance
geworden, dat vonnissen, waarbij perso
nen voor langer dan één jaar worden
gestraft, vóór de tenuitvoerlegging aan
den resident van Menado ter inzage wor
den gezonden. Vindt deze dat de opge
legde straf te zwaar of te licht is, of
ook dat er geen voldoende bewijzen zijn,
overwegende, dat het niet gewensehl is
de circulaire van 24 April j.l. te hand
haven in dier voege, dat de beschikbaar
stelling van brood door bemiddeling van
de gemeentebesturen zich. wat het tarwe
brood betreft, bepaalt tot dat van onge-
build meel, verzoekt den Minister, met
het oog hierop een wijziging van genoemde
circulaire in overweging te willen nemen,
gaat over tot de orde van den dag.
Er is reeds lang en breed over deze mo
tie geredeneerd, o. a. is door den heer
van Vuuren lang bij deze zaak stilgestaan,
doch tot daden is het gisteren nog niet
gekomen.
Nadat besloten was het buitengewoon
oorlogscredict en de motie-Ter Laan te
behandelen tegelijk met het wetsontwerp
nopens de verlenging van den staat van
beleg, werd de vergadering verdaagd.
Beknopt overzicht van den toestand.
Berlijn mag jubelen.
De overwinning der Duitsch-Ooslenrijk-
sche troepen in West-Galicië is van ge
noegzame lie teekenis, om blijde te zijn.
't Was een overwinning in don grooten
trant van een Von Hindenburg-victorie.
Ditmaal was 't er een van een bekend
medewerker van den grooten veldheer,
n.l. generaal van Mackensen, die zich in
het begin van December reeds heel wat
roem verworven heeft, toen hij de voor
uitgeschoven en bij Lodzi ingesloten üuit-
sche troepen uit de dreigende omsingeling
wist te bevrijden.
Wat het gevolg van dezen nieuwen
stoot zal zijn, is nog niet te zeggen.
Hij kan natuurlijk 'het begin zijn van een
definitieve beslissing in de Karpathenj,
of leiden tot een verplettering van de
Russische legermachten, doch zekerlieid
hieromtrent is er niet.
Trouwens de beknoptheid der berichten
laat niet toe thans reeds het gewicht
wan dit jongste succes dei* verbonden le
gers in zijn vollen omvang' te overzien;
daartoe moeten nadere bijzonderheden af
gewacht worden.
Maar 't klaarblijkelijke feit, dat de aan
val over een uitgestrekt front is gedaan
en do Russische linies op Verschillende
punten zijn doorgebroken en ingedrukt op
een gedeelte van het gevechisveld, dat
sinds maanden Voor het meest belang
rijke gold Van heel het reuzenfront in
het Oosten, wettigt do veronderstelling',
dat de .Duitsehcrs en Oostenrijkers hie»
een overwinning bevochten hebben, wel
ker strategisch effect van groot gewicht
kan heetcn.
Afgezien van het strategisch effect is
zo ongetwijfeld van niet geringen poli-
tieken en pioreelen invloed.
Over 't algemeen kan men niet zeggen,
dat het den Bondgenooton de laatste we
ken voor den wind gaat. Eerst hadden
zij den tegenslag bij Yperen, waar de
groote gaswolkenaanval de Duitschors,
naar de eigen erkentenis van de „Times",
verder vooruitbracht dan de geallieerden
in maanden tijds gevorderd waren; nau
welijks was men in Duitschland van de
vreugde hierover bekomen en hadden de
dan wordt het vonnis door tusschenkomst
van onzen vertegenwoordiger aan den
betrokken zelfbestuurder teruggezonden,
met verzoek het daarheen te willen lei
den, dat het gewijzigd wordt. In den re
gel wordf aan dat verzoek gevolg gegeven.
Tevens dient hier opgemerkt te worden,
dat onze vertegenwoordiger te Liroengj
de bevoegdheid heeft de zittingen van
de Madjelis bij te wonen. Hij heeft er
echter alleen een •adviseerende stem, hoe
wel het vanzelf spreekt, dat dikwijls aan
zijn advies wordt gevolg gegeven.
De Rijksraad bestaat op Sangi uit don
radja en de rijksgroolen van het land
schap waartoe de beklaagde behoort, als
leden, voorgezeten door den resident van
Menado, die echter bevoegd is do waar
neming zijner functiën aan onzen ver
tegenwoordiger iri die streken op te dra
gen. Op de 'Talauer-eilanden zijn de djo
goegoe's van de verschillende landschap
pen leden van den Rijksraad. Door den
Rijksraad wordt niet toegepast de adat
des lands, zlooals bij de Madjelis, maar
onze strafbepalingen, terwijl recht wordt
gesproken in naam der Koningin. Verder
zijn alle vonnissen door den Rijksraad
gewezen, wanneer zij geen vrijspraak in
houden, onderworpen aan do revisie van
den Raad van Justitie te Makasser.
Tot voor betrekkelijk! 'kort lieten wij
ons weinig gelegen liggen aan die twee
eilanden-groepen. Slechts van tijd tot tijdi
tijd werden ze bezocht, als het er te bar
toe ging en het niet anders kon; vooral
van de Talauer-eilanden werd bitter wei
nig notitie genomen. In het Koloniaal
Verslag over 1882 lezen we: „In alge-
meenen zin gesproken staat het zedelijk
geallieerden zich hersteld en den aanvat
afgeweerd, of ,de 'verrassing van Duin-
kerken's beschieting kwam, en terwijl wij)
nog aan 't raden zijn naar de oplossingl
van dit geheim, komen van 't Oostelijk
oorlogsterrein de berichten over den Duit-
schen opmarsch in de richting van Riga
en nu opeens over von Mackensen's
overwinning in Galicië.
En nauwelijks is hiervan balans op
gemaakt, of de Duitsche successen in het
Westen vragen yreer onze aandacht.
Blijkens het jongste Berlijnsche com
muniqué zetten de Duitschers hun aan
vallen uit het Noorden en het Oosten,
met groot succes voort.
Na de overwinning bij Lizerne, Steen-
straate en Hel Sas zijn zij genoodzaakt
geworden ietwat te retireeron. Yperen
bleef wel het middelpunt van den hefti-
gen strijd, doch de met moeite veroverde!
vooruitgeschoven posities moesten weer
overgegeven worden.
Thans schijnen evenwel de kansen ge
keerd te zijn.
Zevencote, Zonnebeke, Westhoek, het
vliegveld en het nonnebosch, alle sedert
vele maanden iël-bestreden punten, Zijn
nu den geallieerden ontnomen, terwijl da
laatsten moesten terugtrekken onder het
moorddadige flankvuur van de Duitsche
batterijen Noordelijk en Oostelijk van
Y peren.
Nu is nog moeilijk te zeggen welke
waarde aan deze Duitsche overwinning
moet worden toegeschreven. Ook om dit
té beoordeelen, moeten wij er meer van
weten.
Zooveel is echter duidelijk, dat Berlijn
genoeg reden heeft om te jubelen.
De kozak en zijn paard.
De oorlogscorrespondent van het Ber
liner Tageblatt in (da Karpathen vertelt
van ©en kozak, diet voor bijl als' gevan
gene weggebracht zou worden, eerst deif
geestelijke vroeg afscheid te nemen vatï
zijn paard.
De geestelijke zei lachend: „Kozak, je
b)ent niet goed wijs'. Hoe wil' je jouiw
paard vinden uit deze massa. Wie weet,
of je paard er wel bijl is?"
„Ik weet, dat mijn paard er bij is. Hij,
die het gevangen nam, verteld© me, dat
ze het hierheen gébracht hebbenIk
zou zoo' graag van mijln paard afscheid
nemen".
Intusschen zijn de gewonden aangeko
men, onze en de Russische. Een korporaal!
van den geneeskundigen dienst is met
de gewonden bezig.
De veldgeestelijke zegt lachend: „Korpo
raal, deze kozak zou graag van zijn paard
afscheid nemen. Maar waar is'zijn paard?"
„Het moet hier ergens voor een wagen
gespannen zijln, wanneer het niet reeds
met den trein weg is".
De geestelijke zegt iets tot den kozak,
die uit het gelid treedt en zijln pet af
neemt. Pjiet ver van d© barakken ligt
een wagenpark met oud© Bosnische koet
siers, die er in de verte met hun tot den
grond hangende mantels uitzien als kardi
nalen. De wagens zullen juist vertrekken!
p.n. d© kleine (paarden met die trillend©
beenen likken d© sneejuw.
standpunt der Sangireezen, in weerwil!
van hun christendom, betrekkelijk) laag;
misbruik van geestrijke dranken is een
hoofdkwaal. De radja's, door de weinig©
aanrakingen met onze ambtenaren teveel'
ami zichzelven overgelaten, kwijten zich
slecht van hun bestuursplichten en gevent
bovendien door hun levenswijze veelal,
een slecht voorbeeld. De toestand op de
Talauer-eilanden is nog achterlijker dan;
op de Sangigroep. De rust op de eilanden
wordt menigwerf verstoord door bloedig©
twisten tusschen de negorijen onderling!
ter zake èf van geschillen om grond-
zit óf van familieveeten."1
Sedert in dien tijd de copra een arti
kel van uitvoer naar Europa was ge
worden, waren de uitgestrekte klapper-
aanplantingen op de Sangi-eilanden van
lieverlede de aandacht van den handej
gaan trekken. Vreemde schepen begonuenl
er te komen, zelfs had een Duitsche firma
een kantoor opgericht te Taroena, de voor
naamste afscheepplaats. Naarmate er
meer schepen onder allerlei vlag in dezi©
streken kwamen en dientengevolge' de
aanrakingen tusschen Sangireezen en
Europeesche of andere vreemdelingen!
toenamen, deed zich de noodzakelijkheid
om een meer geregeld toezicht van ons
bestuur op deze eilanden dringend gevoe
len, vooral daar de radja's blijkbaar te
gen de veranderde omstandigheden niet
voldoende opgewassen waren. Daarom
werd in 1882 te Taroene (eiland Groot-
Sangi) een controleur bij het Binncn-
landsch Bestuur geplaatst, als vertegen
woordiger van den resident van Menado.
(Slot volgt.),