No. 183 Woensdag 5 Mei 1915 39e Jaargang Feuilleton. Statesi-Oeneraal De Groote Oorlog. Uit de Pers. De Talauerealanden. Uitgave van de Maaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN SE VORSTSTRAAT 219, Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1.v. iedere regel meer 10 ct. v,Di© weten, wat niet allen, weten". Men vestigt onze aandacht op1 een hoofdartikel in het Schiedam sch Volksblad, waarin enkele opmerkingen, gemaakt worden naar aanleiding van de warme critiek door een overtuigd partij genoot" op de anti-rev. partijleiding. Gaarne ontleenen we een paar stukken aan dit artikel. Het blad vond de critiek logisch, ge voelvol en gewetensvol, een critiek, dio met alle waaiÜeering voor den persoon, nochtans opkwam voor het beginsel. Het wijst er echter op, dat het leven groeit; en ontgroeit mui den roem. Ook het partijleven. En nu dient telkens weer te worden toegezien of dit leven ge zond is. Het blad schrijft dan verder: Nu meenen we een gelijksoortig ver schijnsel bp te merken zoowel bij d'e antir. partij als bij1 de sociaal-democraten. Zoolang zulk© partijen hoofdzakelijk uit leden bestaan, die minder bewust, nueei* in tuïtief leven, is de hoogere leiding betrek kelijk gemakkelijk; zoodra echter het ge tal der- meer ontwikkelden toeneemt, dio nadenken, wier zelfstandig leven zich ia hew listen vorm uit, wordt de leiding veel zwaarder, want de leiders hebben er ge woonlijk niets op tegen, dat ge zelfstandig denkt, mits ge het denkt als zijl en tot hetzelfde resultaat komt. Uit persoonlijke hoogachting, uit dankbaarheid jegens per sonen, waaraan de partij veel te danken heeft, uit liefde tot eenheid en krachtige werking wordt dan vaak een offer van persoonlijke overtuiging gebracht. >'t Is niet aangenaam als rustverstoorder te worden aangezien, terwijl do overwonnene wordt beschouwd als slachtoffer van snoode on dankbaarheid. •Volgens de toelichting op ons program was het centraal-bureau, zoolang de antir. partij een volkspartij was, de aangewezen kring van mannen, die leiding moesten geven en wanneer de partij een staats partij geworden is, gaat die leiding uit, •altijd volgens genoemde toelichting, van de partij in de Kamer als van de mannen, die weten, wat niet allen weten. Zoo staat het. althans op papier en nu moet ge de werkelijkheid daaraan maar toetsen. Het was ons te doen om dat zinnetje „die weten, wat niet allen .we ten". Het zinnetje lijkt zoo uiterst on schuldig, maar kan zoo hoos worden, dat het u alle lucht ontneemt, zoodat ge niet spreken kunt, want in Ibet ijle weerklinkt geen geluid. Do heele wereld veelde het onrecht België aangedaan, zooals eens in het ge val van Transvaal, alleen de „Standaard" waarvan de redacteur wellicht weet, wat niet allen weten, trilde niet van veront'- waardiging. De Standaardredacteur, die hij ons altijd zlooveel liefde heeft op gewekt voor Tübingen en zijn theologie, voor Schleiennacher en de Vermittelungs- theologen, voor Nietsche en ila.mack, trachtte Michel te veischoonen, hoewel (Residentie Menado.) deze zei, bewust kwaad gedaan to hebben. Sommigen meenden zelfs sympathie voor een Pruisische Pickelhaube op te merken, want Pruisisch en Duitsch zijn geen zin verwante woorden, maar gelukkig, klaar en kloek heeft de „Standaard" zijn oude klaroen laten schallen en den oorlog, ver klaard aan de Pruisische monarchale ideeën. Dat is goed ook, want die ideeën kan men hier net zoo goed zaaien als Zeeuwsche tarwe op schralen heidegrond, 't Gedijt niet. Wij zijn voor de Pruisen een tuchteloos volkje, leder heeft zijn meening en indien er nu van een natio- nalen trek sprake is, dan is het onztei onuitroeibare vrijheidsliefde. We nemen niet spoedig een blad Voor dan mond. Van nature zijin we kinderen van da zee en door onze. godsdienstige en geeste lijke wedergeboorte zijn we democratische salvinisten. Dit schaadt in niets onze sym'- pathie voor Duitschland zoowel wat zijn godsdienstzin, zijn prestaties op weten schappelijk gebied als wel zijn onovertrof fen muzikale scheppingen betreft. Maar een recht kind aardt naar zijn moeder. Dat is nu zoo een scheppings- ürdonnantiio van onzen God. Hut eiland Liroeng heeft ongeveer 4500 zielen, Kaweroean 3500, Karakelang 14000 en de Nanoesa-eilandan 3500, wat voor fle geheel© Talauer-groep een totaal geeft van ongeveer 25000 zielen. vóór de komst der Europeanen in In die behoorden de Sangi- en Talauer- eilanden, met bijna al de landschappen aan de Noordkust van Celebes, tot het gebied van den Sultan van Ternate, wiens rijk zich uitstrekte van Mindanao (Filip pijnen) tot Soembawa in liet Zuiden. La ter kwamen zo in het bézit Van de Por- tugeezen en Spanjaarden; vervolgens; van. de Vereenigde Dost-Indische Compagnie en daarop van het Nederlandsch-Indisoh© gouvernement tot op heden. De verhouding van de Talauer-eilanden tot ons gouvernement wordt als onder- hoorigheden uit den aard der ziaak be- neerscht door de contracten met de San- gireesche radja's gesloten. Zoo staan ze met rechtstreeks onder ons gouverne ment ze behooren wel tot het grondgebied van Ned.-Indië, doch zijn weder in leen afgestaan aan de radja's, evenals de Sangi-eilanden zelve, onder de uitdruk kelijke voorwaarde van stipte en trouwe mikoming der in het contract omschreven Mplichtingen. De Europeesche ambtena ren aldaar voeren geen gezag, doch moe- en toezien, dat de bepalingen in het Tweede Kamer. Levensmiddeleu-circulaire. Hoe de roode broeders er over denken. Een motie tot besluit. Demagogie van de ergste soort en bluf noemde de heer De long, de u.-l. afgevaardigde Voor Hoorn, het optreden van het socialistische hoofdorgaan „Het Volk" inzake de jongste levensmiddelen- circulaire van minister Posthuma. Dit is inderdaad niet te kras uitgedrukt. Want de circulaire is door dit orgaan lot een middel 'tot agitatie gemaakt. De socialisten waren wat gepikeerd over 's ministers bepaling, dat die arme roode broeders zuiver ongiebuild bruin- brood van 12 cent per K.G. moeten eten. Witbrood van twintig ii vijf-en-twintig cent kunnen zij niet betalen en (nu zou de minister hen willen dwingen dat min derwaardige voedsel te eten. De heer Schaper heeft zich gisteren tot tolk gemaakt van dat soort opposanten, toen hij den minister in een breedspra kig© redeneering interpelleerde. Hij wilde kostbaar wit brood voor de arm© mea- sc'hen; natuurlijk mag het ook niet mem: kosten dan het ongebuiide tarwebrood. Hij had niet vergeten, dat dit ontzag lijke kosten met z'ich zou brengen, doch dit beteekent z.i. niets. Dan den rijken maai' een extra oorlogsbelasting opgelegd! Hij wist dus raad. We zullen zien, of ook 'de minis tier raad wist, en of hij van plan is 'naar aanleiding van Schaper's klaagliederen ©en anderen weg in te slaan. Zooals men weet heeft deze afgevaar digde aan 't slot van zijn betoog minister Posthuma de volgende vragen gesteld 1. Is de Minis ter bereid, den maat regel, vervat in de circulaire van '24 April, uit te strekken over gebu ild als oyer ong,ebuild tarwebrood contract goed worden nageleefd. D© djogoegoe'.s moeten volgens het con tract benoemd en ontslagen worden dooi den resident van Menado, in overleg met den betrokken radja. Dat overleg heeft echter sedert jaren niet meer plaats en worden de djogoegoe's benoemd en ont slagen, de betrokken kapiteins-laoet ge hoord. Do kapiteins-laoet worden dooi de kampongbewoners gekozen en de keuze vervolgens door den resident van Menado bekrachtigd of verworpen in over leg met den djogoegoe aangesteld en ontslagen., Aan de hoofden is de .rechtspleging! over eigen onderdanen in gewone geval len overgelaten; deze hebben, zooals men dat noemt, het genot van eigen rechtspleging. Of dat genot door de be trokkenen echter altijd zoo bizonder ge waardeerd wordt is een andere vraag! De gouvernementsonderdanen zijn er on derworpen aan de rechtspraak der gouver- nements rechters en -rechtbanken. Wan neer zij, verdacht van eenig misdrijf of eenige overtreding binnen het landschap, zijn opgevat, worden zij door het inlandsch bestuur en de gouvernements-ambtenaretn uitgeleverd. Als rechtstreeksche onderda nen van het gouvernement worden o.a. beschouwd: alle Europeanen en daar mede gelijkgestelden; alle personen, on verschillig van welken landaard; alle Chineezen, Arabieren en andere vreemde oosterlingen., Op de Sangi-eilanden heeft mien in elk landschap een .inlandsche rechtbank, Madjelis genaamd, waarvan de radja voor zitter is en als leden optreden de djo goegoe's en de kapiteins-laoet. Op de 2. Overweegt de Minister, dienaelfden hiaatregel toe te passen op de andere levensmiddelen, in de ciroulliaire vaii 20 Maart behalve varkensvleesch genoemd, in het bijzonder op aardappelen 3. Is de' Minister voornemens, ten aan zien van andere levensmiddelen al het mogelijke te doen oni door bepaling van maxirnum-prijzen en door uitvoerverbo den, benevens strenge handhaving van een en ander, de prijzen te doen dalen, respectievelijk stijging er van te doen voor komen De Minister ging eerst de geschiedenis der circulaire na. jEr kwam natuurlijk, ook nog een en ander in voor, dat als verontschuldiging voor het indienen van model no. 1 moest dienen. Doch dit valt nu eenmaal moeilijk goed te praten. Beter staat 't er voor met no. 2, die dan ook niet onverdienstelijk verdedigd is, dank ,zij de wetenschap, dat de ont vangst in den lande zoo gunstig was. Aan het verslag van minister Posthu- - ma's rede- vvjllen we 'n paar stukken ontleenen In zake het b r u i n b r o o d, zou de Min. zich kunnen beroepen op het oor deel der vegetariërs. Hij deed dit niet. De zaak is clat men het bruine brood in de groote steden niet kent. In vele gemeenten van ons land wordt bijna uit sluitend bruin brood met smaak en graagte gegeten. De controle zou bezwaren op leveren, maar juist daarom liet de Min. do samenstelling aan de burgemeesters over. Om te toonen dat hij, zelf wel een voorstelling daarvan ,had, gaf hij een plan in overweging. Gelukkig erkennen vele gemeentebesturen dat dit plan uit voerbaar is. Helpt die tweede circulaire wat, al dus vroeg de Min. nu? De opoffering; die hij; van de gezinnen vraagt is dat zij op een groote snede witte brood een dun sneedje bruin brood zullen neuien^ Als ze dat doen, komen zij op den prijs van vóór den oorlog. Met een gezin van 5 personen .geeft, dit per dag een be sparing van 14 cents, in één week pre cies de prijs van twee pond varkens lappen. Een regeling voor het geheel© land te maken, acht hij, voorzoover het de aard appelen betreft, niet mogelijk. Daar voor verschilt de prijs te veel. Eveneens kan de Min. ten aanzien van de rogge een uniforme regeling ma ken. In overleg met de, rogge-commissie zal de prijs juist weer op 34 cent komen, den prijs van vóór den oorlog. De import van vet'behoort op hot oogenblik tot de bemoeiing van ile distri butie-commissie. In dit opzicht is verbe tering te wachten. Handhaven van de maximum-prijzen zal de (\Iin. zooveel mogelijk bevorde ren. Niet altijd kan dit, z.oo bijv. niet ten aanzien .van de raap-olie.' De vragen van den heer Schaper beant woordend, zeide de Min. op vraag 1, neen; op vraag 2, voorloopig niet; op vraag 3: de Min. is voornemens te doen wat mogelijk is. Toen kwam er een motie-Schaper van den volgenden inhoud: De Kamer, Talauer-eilanden is de zaak ©enigszins anders geregeld: in 1889 kwamen op in stigatie van resident Stakman, in overleg met de meeste radja's en groeten, ver schillende op het inwendig bestuur be trekking hebbende belangrijke regelingen tot stand, welke tot het vestigen var* ordelijker toestanden moesten leiden, ook wat cle rechtspraak op de Talauer-eilan den betreft. Zoo werd bepaald dat op deze eilanden niet elk djogoegoeschap een, Madjelis zou hebben, maar eenige Djogoe- goeschappen samen gouden slechts één Madjelis vormen, onder een bepaalden djogoegoe, dio de rechtbank zou .voor zitten en den naam' kreeg van President- djogoegoe. Als leden zouden optreden de djogoegoe's van het ressort en dei kapitein-laoet. Deze regeling is zeer doel treffend bevonden en tot héden in stand gebleven. De Madjelis neemt kermis van ;ille ci viele zaken onder eigen onderdanen en, van alle misdrijven en overtredingendoor hen begaan, met uitzondering vanmoord, moedwilligen doodslag, menschenroof en andere zware misdrijven, afzonderlijk in de contracten vermeld, die voor den Rijksraad moeten worden gebracht. De vonnissen van de Madjelis worden volgens de wetten en gewoonten des lands (adat) geveld en z'ijri zonder appèl. Intusschen is het langzamerhand usance geworden, dat vonnissen, waarbij perso nen voor langer dan één jaar worden gestraft, vóór de tenuitvoerlegging aan den resident van Menado ter inzage wor den gezonden. Vindt deze dat de opge legde straf te zwaar of te licht is, of ook dat er geen voldoende bewijzen zijn, overwegende, dat het niet gewensehl is de circulaire van 24 April j.l. te hand haven in dier voege, dat de beschikbaar stelling van brood door bemiddeling van de gemeentebesturen zich. wat het tarwe brood betreft, bepaalt tot dat van onge- build meel, verzoekt den Minister, met het oog hierop een wijziging van genoemde circulaire in overweging te willen nemen, gaat over tot de orde van den dag. Er is reeds lang en breed over deze mo tie geredeneerd, o. a. is door den heer van Vuuren lang bij deze zaak stilgestaan, doch tot daden is het gisteren nog niet gekomen. Nadat besloten was het buitengewoon oorlogscredict en de motie-Ter Laan te behandelen tegelijk met het wetsontwerp nopens de verlenging van den staat van beleg, werd de vergadering verdaagd. Beknopt overzicht van den toestand. Berlijn mag jubelen. De overwinning der Duitsch-Ooslenrijk- sche troepen in West-Galicië is van ge noegzame lie teekenis, om blijde te zijn. 't Was een overwinning in don grooten trant van een Von Hindenburg-victorie. Ditmaal was 't er een van een bekend medewerker van den grooten veldheer, n.l. generaal van Mackensen, die zich in het begin van December reeds heel wat roem verworven heeft, toen hij de voor uitgeschoven en bij Lodzi ingesloten üuit- sche troepen uit de dreigende omsingeling wist te bevrijden. Wat het gevolg van dezen nieuwen stoot zal zijn, is nog niet te zeggen. Hij kan natuurlijk 'het begin zijn van een definitieve beslissing in de Karpathenj, of leiden tot een verplettering van de Russische legermachten, doch zekerlieid hieromtrent is er niet. Trouwens de beknoptheid der berichten laat niet toe thans reeds het gewicht wan dit jongste succes dei* verbonden le gers in zijn vollen omvang' te overzien; daartoe moeten nadere bijzonderheden af gewacht worden. Maar 't klaarblijkelijke feit, dat de aan val over een uitgestrekt front is gedaan en do Russische linies op Verschillende punten zijn doorgebroken en ingedrukt op een gedeelte van het gevechisveld, dat sinds maanden Voor het meest belang rijke gold Van heel het reuzenfront in het Oosten, wettigt do veronderstelling', dat de .Duitsehcrs en Oostenrijkers hie» een overwinning bevochten hebben, wel ker strategisch effect van groot gewicht kan heetcn. Afgezien van het strategisch effect is zo ongetwijfeld van niet geringen poli- tieken en pioreelen invloed. Over 't algemeen kan men niet zeggen, dat het den Bondgenooton de laatste we ken voor den wind gaat. Eerst hadden zij den tegenslag bij Yperen, waar de groote gaswolkenaanval de Duitschors, naar de eigen erkentenis van de „Times", verder vooruitbracht dan de geallieerden in maanden tijds gevorderd waren; nau welijks was men in Duitschland van de vreugde hierover bekomen en hadden de dan wordt het vonnis door tusschenkomst van onzen vertegenwoordiger aan den betrokken zelfbestuurder teruggezonden, met verzoek het daarheen te willen lei den, dat het gewijzigd wordt. In den re gel wordf aan dat verzoek gevolg gegeven. Tevens dient hier opgemerkt te worden, dat onze vertegenwoordiger te Liroengj de bevoegdheid heeft de zittingen van de Madjelis bij te wonen. Hij heeft er echter alleen een •adviseerende stem, hoe wel het vanzelf spreekt, dat dikwijls aan zijn advies wordt gevolg gegeven. De Rijksraad bestaat op Sangi uit don radja en de rijksgroolen van het land schap waartoe de beklaagde behoort, als leden, voorgezeten door den resident van Menado, die echter bevoegd is do waar neming zijner functiën aan onzen ver tegenwoordiger iri die streken op te dra gen. Op de 'Talauer-eilanden zijn de djo goegoe's van de verschillende landschap pen leden van den Rijksraad. Door den Rijksraad wordt niet toegepast de adat des lands, zlooals bij de Madjelis, maar onze strafbepalingen, terwijl recht wordt gesproken in naam der Koningin. Verder zijn alle vonnissen door den Rijksraad gewezen, wanneer zij geen vrijspraak in houden, onderworpen aan do revisie van den Raad van Justitie te Makasser. Tot voor betrekkelijk! 'kort lieten wij ons weinig gelegen liggen aan die twee eilanden-groepen. Slechts van tijd tot tijdi tijd werden ze bezocht, als het er te bar toe ging en het niet anders kon; vooral van de Talauer-eilanden werd bitter wei nig notitie genomen. In het Koloniaal Verslag over 1882 lezen we: „In alge- meenen zin gesproken staat het zedelijk geallieerden zich hersteld en den aanvat afgeweerd, of ,de 'verrassing van Duin- kerken's beschieting kwam, en terwijl wij) nog aan 't raden zijn naar de oplossingl van dit geheim, komen van 't Oostelijk oorlogsterrein de berichten over den Duit- schen opmarsch in de richting van Riga en nu opeens over von Mackensen's overwinning in Galicië. En nauwelijks is hiervan balans op gemaakt, of de Duitsche successen in het Westen vragen yreer onze aandacht. Blijkens het jongste Berlijnsche com muniqué zetten de Duitschers hun aan vallen uit het Noorden en het Oosten, met groot succes voort. Na de overwinning bij Lizerne, Steen- straate en Hel Sas zijn zij genoodzaakt geworden ietwat te retireeron. Yperen bleef wel het middelpunt van den hefti- gen strijd, doch de met moeite veroverde! vooruitgeschoven posities moesten weer overgegeven worden. Thans schijnen evenwel de kansen ge keerd te zijn. Zevencote, Zonnebeke, Westhoek, het vliegveld en het nonnebosch, alle sedert vele maanden iël-bestreden punten, Zijn nu den geallieerden ontnomen, terwijl da laatsten moesten terugtrekken onder het moorddadige flankvuur van de Duitsche batterijen Noordelijk en Oostelijk van Y peren. Nu is nog moeilijk te zeggen welke waarde aan deze Duitsche overwinning moet worden toegeschreven. Ook om dit té beoordeelen, moeten wij er meer van weten. Zooveel is echter duidelijk, dat Berlijn genoeg reden heeft om te jubelen. De kozak en zijn paard. De oorlogscorrespondent van het Ber liner Tageblatt in (da Karpathen vertelt van ©en kozak, diet voor bijl als' gevan gene weggebracht zou worden, eerst deif geestelijke vroeg afscheid te nemen vatï zijn paard. De geestelijke zei lachend: „Kozak, je b)ent niet goed wijs'. Hoe wil' je jouiw paard vinden uit deze massa. Wie weet, of je paard er wel bijl is?" „Ik weet, dat mijn paard er bij is. Hij, die het gevangen nam, verteld© me, dat ze het hierheen gébracht hebbenIk zou zoo' graag van mijln paard afscheid nemen". Intusschen zijn de gewonden aangeko men, onze en de Russische. Een korporaal! van den geneeskundigen dienst is met de gewonden bezig. De veldgeestelijke zegt lachend: „Korpo raal, deze kozak zou graag van zijn paard afscheid nemen. Maar waar is'zijn paard?" „Het moet hier ergens voor een wagen gespannen zijln, wanneer het niet reeds met den trein weg is". De geestelijke zegt iets tot den kozak, die uit het gelid treedt en zijln pet af neemt. Pjiet ver van d© barakken ligt een wagenpark met oud© Bosnische koet siers, die er in de verte met hun tot den grond hangende mantels uitzien als kardi nalen. De wagens zullen juist vertrekken! p.n. d© kleine (paarden met die trillend© beenen likken d© sneejuw. standpunt der Sangireezen, in weerwil! van hun christendom, betrekkelijk) laag; misbruik van geestrijke dranken is een hoofdkwaal. De radja's, door de weinig© aanrakingen met onze ambtenaren teveel' ami zichzelven overgelaten, kwijten zich slecht van hun bestuursplichten en gevent bovendien door hun levenswijze veelal, een slecht voorbeeld. De toestand op de Talauer-eilanden is nog achterlijker dan; op de Sangigroep. De rust op de eilanden wordt menigwerf verstoord door bloedig© twisten tusschen de negorijen onderling! ter zake èf van geschillen om grond- zit óf van familieveeten."1 Sedert in dien tijd de copra een arti kel van uitvoer naar Europa was ge worden, waren de uitgestrekte klapper- aanplantingen op de Sangi-eilanden van lieverlede de aandacht van den handej gaan trekken. Vreemde schepen begonuenl er te komen, zelfs had een Duitsche firma een kantoor opgericht te Taroena, de voor naamste afscheepplaats. Naarmate er meer schepen onder allerlei vlag in dezi© streken kwamen en dientengevolge' de aanrakingen tusschen Sangireezen en Europeesche of andere vreemdelingen! toenamen, deed zich de noodzakelijkheid om een meer geregeld toezicht van ons bestuur op deze eilanden dringend gevoe len, vooral daar de radja's blijkbaar te gen de veranderde omstandigheden niet voldoende opgewassen waren. Daarom werd in 1882 te Taroene (eiland Groot- Sangi) een controleur bij het Binncn- landsch Bestuur geplaatst, als vertegen woordiger van den resident van Menado. (Slot volgt.),

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1