Zaterdag 94 April 1915 99e «iaargaug De Groot© Oorlog. Staten-Generaal j *9» Uitgave van de Naanil. Venn. LUCTOR ET EM ERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN >E VORSTSTRAAT 218. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers L 42 .0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Utt de oude doos. Die mijnheer de schoolopziener, vaar wien De School met den Bijibel spreekt (zie ons no. van gister in de rubriek „Onderwijs") schijnt nog een ouderjaarsche te zijn. Hij zal gedacht hebbenzingen en bidden staat niet op den rooster, of behoort niet lot het leer plan, of iets dergelijks.- Zoo althans dachten liberale menschen een halve eeuw terug er over. in zekere plaatselijke Verordening van den jare 1861 had het bestuur dor ge meente het volgende artikel opgenomen: „Het onderwijs wordt 's morgens met een kort gepast gebod of met gezang aangevangen, en 's namiddags (op de zelfde wijze) geëindigd." De verordening moest natuurlijk naar de Gedeputeerde Staten ter goedkeuring. Dezen echter zonden de verordening aan het gemeentebestuur terug. Zij meen den (aldus staat er letterlijk in hun brief) „dat zoodanige bepaling niet (kon) wor den toegelaten, omdat het voorschrijven van een gebed voor den aanvang der klasse en na het eindigen, daar waar het geldt een openbare school, die voor alle kinderen, zonder onderscheid van gods dienstige gezindte moet toegankelijk zijn, niet geoorloofd is." Nu betreft dit een openbare school. Misschien heeft dat hoofd der open bare school toch wel de gewoonte blijven volgen van gezang en gebed voor en na de lessen. Misschien heeft bedoelde schoolopziener zich dergelijke gevallen wel herinnerd, en gemeend dat zoo iets ook op de bijzondere school niet thuis behoort, of althans niet staat onder zijn toelzicht. In ieder geval is hij op dit punt niet zeer vooruitstrevend. S Het model. (n aansluiting op het vleiend oordeel door Kees v. d. Meer in ons <blad uitge sproken over de Bevelandsc.he burge meesters, drukken wij hier af) hoe Von del, de Prins der Nederlandsche dichters in de 17e eeuw, zich een burgemeester dacht. Aan dat model schijnen volgens Kees van der Meer de Zuid-B evelandsoh© burgemeesters inderdaad te beantwoor den. De Burgemeester weet den breidel hier te vieren, Ginds aen te halen; weet alle amp- ten te bestieren. In orde, en kan nu zacht, dan weder strenger gaen, Naar eisch van elcks natuur en staet. Niets on beraam, Verhaesten; wrevelen, die hoog'en laegen hoonen, - Bctemmen; misverstant verbloemen 'en Verschoonen. Habes quod Mgr. dir. Nolens is naar 1101116 volgens De Maasbode om voor te bereiden een mogelijk herstel van de Nederland sche vertegenwoordiging bij' het Vaticaan. Het Centrum waarschuwt om niet te spoedig geloof te hechten aan derge lijke mededeelingen. Hierin heeft dit blad gelijk. Het ligt toch voor de hand, dat noch de Koningin, noch het Kahinet, noch dr. Nolens, zelf ook maar iets omtrent deze reis zal hebben uitgelaten. Bovendien waartoe moet De Maas- bb de nn al den „protestanten", type Diffenee en Kaxel Vos, Quast en dr. Bronst- veld den schrik om het hairt jagen?/ Men weet toch wel, hoe deze heeren ge jammerd hebben over Rome en nog eens Rome hij de jongste Kamerverkiezingen. En hoe 't mee, door hun actie is ge weest, dat het Rechtscihe kahinet door een liberaal vervangen werd. En men weet ook dat dit liberale kabinet herhaal delijk „Rome" in 't gevlei is gekomen! Denkt maar- aan de benoeming van een Voorzitter der Eerste Kamer, van een R.-K. professor; van Roomsche burge meesters en notarissen. En nu nog een gezantschap hij den Paus er bij.Het is om het den Quasten te doen besterven van schrik en aandoening. Wij willen natuurlijk over het herstel van een vertegenwoordiger hij het Vati caan ons nog niet uitlaten. Wij zijn het met Het Centrum eens dat het be ter is te wachten tot 't zóó ver is. De regeering is er principieel niet te gen, heeft minister Loudon in de Eerste Kamer gezegd. Het zou derhalve geen verwondering haren, wanneer het er eens van kwam. Doch dan wenschen wij voorloopig den predikanten die in 1913 zoo voor, de li berale candidaten hebben geijverd, met DeNederlandertoe te roepen: Klaagt gij daarover niet: „Habes quod tibi im putes (Gij krijgt wat gif u zelf op den hals hebt gehaald)''. Beknopt omzicht van don toestand. In het Westen hadden de Engelschen een mooi succesje me boeken. iZe toonden zich zeer verheugd over den uitslag van de gevochten ten Z.O. van Y/peren, welke geëindigd zijin met de verovering van heuvel 60. Mat heuvel 60 in onze macht, zeiden zij, ligt de weg tot het toebrengen van een gevoeligen slag aan den vijand open. Heuvel 60 is een lage rug tusschen Zillebeke en Klein Zillebeke, met zijn top bij Zwartelen. Dezö was rijkelijk van loop graven voorzien en werd door Duitsche infanterie bezet gehouden. 't Gold inderdaad een belangrijke stel ling, die (dei Duitsehers niet dan na groote offers gebracht i(e hebben heeft prijsge geven. En toen was jeht nog niet uit. De Duit sehers hebben onafgebroken hun tegen aanvallen voortgezet; niet alleen bij Zille beke en Gheluvelt, doch over een grooten afstand hebben z'ij een (geweldige actie ont wikkeld, die tenslotte tot een niet onbe langrijk succes geleid heeft. Immers blijkens het jongste Berlijnsche communiqué zijin even Noordelijker do Duitsche troepen over een breedte van 9 K.M. tot' aan de hoogten ten Zuiden van Pilkem en Oostelijk daarvan opgerukt. Te gelijk gelukte hun, na heftige artillerie gevechten, de overtocht over het Kanaal van Yperen (anders Canal de 1' Yser, dat naar de beruchte Yser voert) bij! Steen straat© en Het Sas, waar zijl aan den Wes telijken oever vasten voet kregien. De plaat sen Langemarck, Stednstraate, Het Sas en Pilkem werden genomen. Nu mag men hier wel van plaatsjes spreken, althans de laatste drie zijn zeker niet meer dan kleine gehuchten. Niette min moet het succes der Duitsehers niet onderschat worden. Minstens 1600 Fran- sclien en Engelschen moeten ziji buitge maakt hebben, .'terwijl ze 30 kanonnen, w.o. vier zware Britsche, in handen wis ten te krijgen. Het feit, dat ze zich ton Westen van het Yperler-Kanaal zoo wordt het ook ge noemd genesteld hebben, is van genoeg zaam belang', om den verderen loop van het gteding met belangstelling tei volgen. Het zal ongetwijfeld opwegen tegen helt échec bij! hoogte 60 en ,zijn invloeid doen geldein op den Yser-strijd. Tusschen Maas ten Moezel g'aat het ook weer heet toe, doch wie hebben nog geen aanwijzing in wiens nadeel de kamp zich ontwikkeld. De ondergang van de Dresden. Uit Buenos Ayros wordt aan het „Ber liner Tageblatt" geschreven: Juiste inlichtingen omtrent het vergaan van de „Dresden" kregen wij door den Engelschen hulpkruiser „Oramia", die den 16 Maart in Val Par ais o aankwam en vijftien gewonde Duitsche zeelieden, on der wie de eerste officier van de „Dres den" aan wal bracht. Volgens de ver klaringen van deze heeren, speelde de strijd zich als volgt af: Gedwongen door averij' aan de machines, door gebrek aan kolen en waarschijnlijk ook aan ammu nitie, was de „Dresden" voor anker ge gaan in de Cumberlanclbaai van de Chi- leensche eilandengroep Juan Fornandez, en wel op 400 meter afstand van de kust van het eiland Mas a Tierra, dus in het gebied van de neutrale Chileensche wateren'. Met de Chileensche autoritei ten werd er over onderhandeld, dat de „Dredsen" zou mogen blijven om de dringende reparaties te verrichten. Den 14 Maart dook plotseling van een 'zijde de Engelsche pantserkruiser „Kent" op, van de andere zijde de kruiser „Glas gow" en de hulpkruiser „Okama". Zij, openden onmiddellijk op een afstand van 3500 meter het vuur op de „Dresden", die, omdat ziji voor lag, slechts uit enkele stukken dit vuur koai beantwoorden. Spoe dig was het achterdek van den Duitschen kruiser ernstig beschadigd. In dezien wanhopigen toestand heesch de kapitein de witte vlag, als bewijs dat hiji wilde onderhandelen, zonder echter zijn oor- logsvlag naar beneden te halen, hetgeen een teeken geweest zou zijn, dat hij zich wilde overgeven. De bedoeling van (den kapitein was een boot naar den Engel schen commandant te zenden, om den commandant opmerkzaam te maken op de eerbiediging van het neutrale water. De Engelsche commandant 'liet bet vu ren opbonden, maar zeide den Duitschen onderhandelaar, dat hij' bevel gekregen had de „Dresden" te vernietigen, waar en onder welke omstandigheden hij dezen kruiser ook ontmoete. De quaestie van geschonden neutraliteit zou 'later wel langs diplomatieken weg geregeld worden. Hij zou dus het vuren hervatten, indien de „Dresden" er niet de voorkeur aan gaf, zich zelf onschadelijk te maken. Hierop zette de kapitein het grootste ge deelte van zijn bemanning aan wal en liet zelf met een paar man de kruikamer van de „Dresden" in de lucht springen. Het gelukte hem, zich zelf en zijn mannen aan den wal te redden. Het- aantal doo- den staat nog niet vast. Doch hoogstens kunnen tien man gestorven zijn. Oorlogswee. De Maasbode klaagt terecht: Leder uur van dezen tijd brengt ons de gpweldigstedj'agedieën, waarbij; de stou te verbeeldingen der dichters en zieners schïjinen te worden als zoete sproken. Er is geen onder hen, idie in zijn visi oenen de werkelijkheid benaderde van dezen ontzettenden levensdag der rnensch- heid. Hij «liet, Will Shakespeare van Strat- ford-on-Avon, wiens verbeeldingen anders heel het leven, heet en brandend en vlam mend scheen to omvatten, en wiens geest tegelijkertijd te wijlen scheen bij del schalk» Spotternij: der nymphen aan den zonnigen zoom vaar het woud; bij lady Macbeth, altijd de nachten door de handen trachtend te zuiveren van de Ibloedsmetten, de handendiel niet meer welriekend kon den worden gemaakt door „all the perfu mes of Arab"; bij Hamlet, den dwazeni wijze; hij' de droevige Ophelia, zingend en bloemen (plukkend ingaand in den dood. Hij' niet, Dautej Alighieri, die hel en hemel zag voorbijtrekken in roode en purperen visioenen en geheel ontrukt aan het aard- sche scheen, om alleen te verblijven bij de zalige hemelgeesten of de smarten der verdoemden (t'e> voelen branden in zijne ziel En al hunne verbeeldingen schijnen flauw bij de werkelijkheid der tragédieën van onzen lijd. i Er kunnen geen woorden en geen visi oenen meer zijn voor deze vloedgolf van leed, die afs| brandend) en (verwoestend lava de landouwen van heel een werelddeel overdekt. Hoe kan een dichter doordrin gen in het verstoorde zleleleven van den krankzinnige, die ijlend, met koortsigbran- dende oogen rondgaat door de: witte zalen van een gesticht, altoos maar mbmpelend „Der Ko:pf! Der Kopf!" wanneer hij ini zijde benauwende obsessie1 steeds weer dien r uiterhoofdman ziet, wien een gra naatscherf het hoofd van den romp scheid de ten die toch verdwaasd voortreed op, zijn wildgeworden poney? Hoe de gewaar wordingen te schetsen van den soldaat, Hie nitetSi meer zien kan (dan de stuip trekkende lichamen pm hem heen vart kameraden, wien de ledematen door een granaat van het lichaam Werden gerukt /en die met ranw-gjllonde stemmen he'm smeeken om het genadeschot? Hoe tei schetsen een dier gteweldigste episoden uit den strijd in Vlaanderenland, een epi- jsod'e, dite u telkens onweerstaanbaar' in: die gedachten dringtde wacht der dooderc in het besneeuwde dorp'. De Engelschen) (naderen het dorp, dat er, onbewust van het kwaad, schijtot voort te sluimerenj o|hder een dichte sneeuwvacht. De Duit sehers houden 't nog1 bezet; zij staan nog overeind in de loopgraven, tegien een muur gtedrongon, overal pog schijlnen zij te wach ten op den1 aanval. Doch 't is een dooden- dorp; zij! allen zijn gestorven door het granaatvuur en, dood, nog blijven staan in de verschansingen. En de doorlehwacht staat daar, onbeweeglijk, geruischloos, als een grillig Póm'peji in het besneeuwd'? Vlaanderenland Ernstige onlusten te Triëst. Uit Milaan wordt aan de „Daily Chro nicle" geseind d.d. 23 April: Gisteren hadden opnieuw ernstige on lusten plaats lie Triëst, als gevolg van het oproepen der mannelijke inwoners tus schen 18 en 50 jaar en het verschrikke- lijk gebrek aan voedsel. De oproermakers werden door ©enig© duizenden woedende Vrouwen naar het pa leis van den gouverneur gevoerd onder het geschreeuw„Wij willen brood. Geef ons onze mannen terug. Laat ons onze zonen. Weg met de regeering. Weg met den oodog. Hijisoh de witte vlag". Toen d/e militaire gouverneur zich voor het venster vertoonde, teneinde de bevol king tot kalmte te brengen, werd hij def tig uitgejouwd. Kort daarop verscheen hij nogmaals niet een telephoontoestel in die hand en dreigde de hulp der troepen in te roepen. Hierop sloeg de bevolking tot baldadigheden over, verbrijzelde rite ten van Oostenrijksche winkels, kantoren en koffiehuizen en drong later het groote Palaoet-Hotel binnen, dat van onder 'tot hoven vernield werd. Dokwerkers hoorden een g'roote stoom boot in (ten grond, welke op het punt stond fde haven te verlaten, geladen met 800 pond voedsel voor het garnizoen van Cattaro. Het schip helde weldra over en zonk met de kostbare lading. De heman- ,ning had zich weten te redden. Hetzelfde blad verneemt uit Milaan, dat de militaire autoriteiten van Pola 24 ton bevroren vleesch en 11.000 zakken meel vernielden, daar het garnizoen dreigt met oproer, indien men er niet van af zag soldaten dit volkomen oneetbare voedsel te verstrekken. Korte Oorlogsberichten. M onto car 1 o. Do speelbank te Montecarlo lijdt ook al onder den oorlog. De heeren hebben in het afgeloopen jaar slechts 14 miljoen francs winst gemaakt tegen 36 miljoen francs in 1913. De Engelsche regeering heeft den' uitvoer van anthracitetkolen verboden. De 6 naar Hamburg opgebrachte trailers zij'n ontslagen ©in naar IJmuiden' vertrokken. Van het W ie stel 'ij kge vechtsterrein. Uit het Fransche stafbericht: Eergisteravond zijin vrij he vige gevechten jnj België, bijl de bocht van de Yser ten' noorden van Dixnmiclen, gele? vent. De Belgische troepen hebben daar een aanval oip het kasteel Vidogh© afge slagen en den vijand zware verliezen toe gebracht. Ten noorden van Yperen zijn de Duitsehers, die een| ruim gebruik maakten van bommen met verstikkende gassen, welker uitwerking Itoii ojp 2 (K.M. achter de Fransche linies werd gevoeld, er in ge slaagd de Franschen terug te doen Wijken in westelijke richting naai' het Yserkanaal, en in zuidelijke richting naar Yperen, De aanval der Duitsehers is later gestuit ien een krachtige tegenaanval heeft de Franschen in staat gesteld het verloren terrein te herwinnen en tal van gevange nen te maken. De avonturen van de be manning der Ayes ha. De beman ning van den schoener Ayesha, het lan- dijigskorps van de Einden, is op' 27 Maart in de Arabische haven Lidd, ten Z. van Djeddah, aangekomen, nadat 'het haar was gelukt voor de tweede maal aan de En gelsche en Fransche patrouillevaartui gen te ontkomen en den 300 mijlen lagen zeeweg van Bodeida naar Lidd ongemerkt af te leggen. Op hun verderen tocht over land werden zij1 door Arabieren, die door de Engelschen waren omgekocht, aangei- vallen. Na een hardnekkig gevecht van 3 dagen werden de aanvallen dier roover- benuen afgeslagen, izoodat eindelijk de weig naar oen Hedsjaz-spoorweg vrij was. De dappere mannen hebben bijdie gevech ten ecliter zware verliezen geleden. Een telegram uit het ïurkschc hoofdkwartier meldt, dat teen luitenant ter «zee, een rriï- troos en een stoker zijn gtesneuveld, ter wijl eeiiige lieden van het Turksche- ge leide en jtwee matrozen zwaar zijin ge wond en teen matroos licht gewond is. De gewonden worden te Djeddah ver pleegd. Uit Luykgestel wordt gemeld: Langs de grens, Waar een streng toezicht werd gehouden, zijn nu de Duitsche ca valeristen begonnen met draadversperrin gen aan te legden over groote afstanden. Tot nu ,toe was nog geen (Versperring aangebracht. De smokkelhandel zal daar door misschien beperkt worden. D'e aan houdingen zijn zeer talrijk, vooral aan Hollandschen kant. De Duitsehers heb ben groote hoeveelheden waren van smokkelaars in Lommei opgeslagen. „H. v. A." De .stoomboot City of Stockholm is aangekomen met 1440 ton aardappelen voor Brussel eu Henegouw. Een andere boot wordt verwacht met 944 ton aard appelen voor Luik. Het Nationaal Comiteit heeft 100.000 kil. bougies aangekocht, om onder verschillige provinciën verdeeld te worden. „H. v. A." - Ondanks den oorlog hervat de vrije universiteit van Brussel het werk. Zij heeft aangekondigd, dat den len Juli de inschrijving van leerlingen wordt ge opend en den 6en sluit. In die maand zullen er ook tentamina voor het can- didaats in de wis- en natuurkundige vak ken en in de ingenieursvakken worden afgenomen. Te Liverpool is officieel bekend ge maakt. dat de regeering1 alle schepen die voor het departement van oorlog varen, zal laten laden en lossen door het boot- werkershataljon. De regeering treedt dus zelf op als stuwadoor. In Jiet arsenaal te Woolwich is Woensdag een ontploffing in de zl.g. mengr kamer voorgekomen, waardoor dat bijge bouw geheel is vernield en drie werk lieden ernstig jsijn gewond. Taktiek en strategie. Dag aan dag hoeren en lezten wij van de begrippen „tactiek" en „strategie" zon der dat wij ons een scherp omlijnde voorstelling van de lie teeken is dezer woorden kunnen maken. Tactiek is fiet engere begrip. Met tac tiek wordt bedoeld de opstelling der troe pen. Men onderscheidt een lagere of ele mentaire taktiek en een hoogere tactiek. De lagere tactiek is uitsluitend de leer van het gebruik {Ier afzonderlijke wa pens. Lagere tactiek oefent, reeds een sergeant uit, yvanneer hij op een bepaald punt aan het front een loopgraaf laat maken. De .hoogere tactiek is de „tac tiek der yereenigde wapens". Heit eind doel der „tactiek is, den vijand in een. slag of gevecht te verslaan. Strategie is ,het ruimere begrip. Zij heeft natuurlijk de oorspronkelijk© ver houding tot jde militaire verrichtingen met de tactiek gemeen, o.a. de opstelling der wapenen, Jnin beweging en de veld slag. Doch haar doel is daarmee nog, iniet bereikt. De strategie wil den vijand niet op die of die plaats, verslaan, doch moet over den heelen oorlog, beslissen. Strategie is daarmee de leer van het oorlogvoeren in groote trekken. De stra teeg ontwerpt het plan voor den veld tocht, de tacticus voert het uit. De bekende oorlogstheoreticus Jomint beeft het onderscheid tusschen strategie en tactiek aldus uitgedrukt: Strategie is .alles, wat betrekking heeft tot het geheele oorlogstooneel tactiek is alles, .wat er op gericht is, .op een bepaald punt Je overwinnen. Tweede Kamer. Oneerlijke concurrentie. Initiatief van Aalberse. Een groot bezwaar. Het begrip eerlijkheid. Loh- man, de man van het recht, aan het woord. Het ont werp buiten gevaar. Gisteren is dan eindelijk het reeds lan gen tijd in uitzicht gestelde wetsont werp op de oneerlijke mededinging in behandeling genomen. Kranig werk yan den heer Aalberse, zooals men .weet, vrucht van grondige studie en ernstig overleg. Inderdaad, het moet in den heer Aal berse geprezen .worden, dat hij' van het niet altijd gemakkelijk te hanteeren mid del van het recht van initiatief heeft willen gebruik pi aken, om een zoo ern stig© en om voorziening roepende kwes tie op je lossen. Is het .wonder, dat de heer van Hamel in zijin rapport kon gewagen van een groot aantal adressen, dat ingekomen was, welke brieven op een uitzondering na alle adhaesie-betuigingen bevatten? Een daarvan is van de Patroonsver- eeniging Boaz, en draagt de onderteeke- ning van ons onlangs overleden Eerste Kamerlid voor Zeeland, den heer Hovy, die, ware hij nog in leven, met alle kracht zon hebben meegewerkt om de oneer lijke concurrentie te fnuiken. Doch om op het ontwerp-Aalberse te rug te komen, één ding is er in, dat op weinig sympathie zal kunnen rekenen. Daarop is .dan ook aanstonds van ver schillende zijiden de aandacht gevestigd. We bedoelen de omstandigheid, dat de heer Aalberse zich op het standpunt heeft gesteld van een strafrechtelijk© be strijding van het kwaad. De Voorsteller wil, dat als art. 328 bis in het Wetboek van Strafrecht wordt in- gèlascht:' „Hij, die, om zijn handels- of hedrijfs- debiet te vestigen, te behouden of uit te breiden, eenige bedriegtelijke handeling pleegt tot misleiding van het publiek of van een bepaald persoon, wordt, indien daaruit ©enig nadeel voor zijn concur renten kan ontstaan, als schuldig aan oneerlijke mededinging, gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste één jaar, of geldboete van ten hoogste negenhon derd gulden." Terecht is er op gewezen door de heeren Schim van der Loeff en Mendels o.a. dat het heusch niet minder prac- tisch zóu zijn, wanneer men een civiel rechtelijke regeling trof, zoo als men doet bij de Octrooi wet, Metrkenwet, enz. en zooi als men ook zou kunnen doen met de inrichting van een handelsregister. Trouwens, moeilijk kan beweerd wor den, dat alle middelen, om de oneerlijke mededinging civielrechtelijk te bestrijden, uitgeput zijn. Ook 's heeren Lohman's bezwaren golden vooral deze beginselkwes- tie. De geachte afgevaardigde vteotr Goes heeft er met nadruk op gewezen hoe moeilijk het is de grens te trekken tusschen het strafrechtelijk al of niet„ ge oorloofde. Over tie eerlijkheid is het moeilijk discussieeren. Vraag maar hoe ,het staat met eerlijkheid van diplomaten, in de politiek, tegenover den fiscus e.a. en dan. zal het u duidelijk zijn. Vervolgens behandelde de heer Loh-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1