Zaterdag 94 April 1915
99e «iaargaug
De Groot© Oorlog.
Staten-Generaal
j *9»
Uitgave van
de Naanil. Venn. LUCTOR ET EM ERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN >E VORSTSTRAAT 218.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
L 42
.0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Utt de oude doos.
Die mijnheer de schoolopziener, vaar
wien De School met den Bijibel
spreekt (zie ons no. van gister in de
rubriek „Onderwijs") schijnt nog een
ouderjaarsche te zijn. Hij zal gedacht
hebbenzingen en bidden staat niet op
den rooster, of behoort niet lot het leer
plan, of iets dergelijks.-
Zoo althans dachten liberale menschen
een halve eeuw terug er over.
in zekere plaatselijke Verordening van
den jare 1861 had het bestuur dor ge
meente het volgende artikel opgenomen:
„Het onderwijs wordt 's morgens met
een kort gepast gebod of met gezang
aangevangen, en 's namiddags (op de
zelfde wijze) geëindigd."
De verordening moest natuurlijk naar
de Gedeputeerde Staten ter goedkeuring.
Dezen echter zonden de verordening
aan het gemeentebestuur terug. Zij meen
den (aldus staat er letterlijk in hun brief)
„dat zoodanige bepaling niet (kon) wor
den toegelaten, omdat het voorschrijven
van een gebed voor den aanvang der
klasse en na het eindigen, daar waar het
geldt een openbare school, die voor alle
kinderen, zonder onderscheid van gods
dienstige gezindte moet toegankelijk zijn,
niet geoorloofd is."
Nu betreft dit een openbare school.
Misschien heeft dat hoofd der open
bare school toch wel de gewoonte blijven
volgen van gezang en gebed voor en
na de lessen. Misschien heeft bedoelde
schoolopziener zich dergelijke gevallen
wel herinnerd, en gemeend dat zoo iets
ook op de bijzondere school niet thuis
behoort, of althans niet staat onder zijn
toelzicht. In ieder geval is hij op dit
punt niet zeer vooruitstrevend.
S
Het model.
(n aansluiting op het vleiend oordeel
door Kees v. d. Meer in ons <blad uitge
sproken over de Bevelandsc.he burge
meesters, drukken wij hier af) hoe Von
del, de Prins der Nederlandsche dichters
in de 17e eeuw, zich een burgemeester
dacht. Aan dat model schijnen volgens
Kees van der Meer de Zuid-B evelandsoh©
burgemeesters inderdaad te beantwoor
den.
De Burgemeester weet den breidel
hier te vieren,
Ginds aen te halen; weet alle amp-
ten te bestieren.
In orde, en kan nu zacht, dan
weder strenger gaen,
Naar eisch van elcks natuur en
staet. Niets on beraam,
Verhaesten; wrevelen, die hoog'en
laegen hoonen, -
Bctemmen; misverstant verbloemen
'en Verschoonen.
Habes quod
Mgr. dir. Nolens is naar 1101116 volgens
De Maasbode om voor te bereiden
een mogelijk herstel van de Nederland
sche vertegenwoordiging bij' het Vaticaan.
Het Centrum waarschuwt om niet
te spoedig geloof te hechten aan derge
lijke mededeelingen. Hierin heeft dit blad
gelijk. Het ligt toch voor de hand, dat
noch de Koningin, noch het Kahinet, noch
dr. Nolens, zelf ook maar iets omtrent
deze reis zal hebben uitgelaten.
Bovendien waartoe moet De Maas-
bb de nn al den „protestanten", type
Diffenee en Kaxel Vos, Quast en dr. Bronst-
veld den schrik om het hairt jagen?/
Men weet toch wel, hoe deze heeren ge
jammerd hebben over Rome en nog eens
Rome hij de jongste Kamerverkiezingen.
En hoe 't mee, door hun actie is ge
weest, dat het Rechtscihe kahinet door
een liberaal vervangen werd. En men
weet ook dat dit liberale kabinet herhaal
delijk „Rome" in 't gevlei is gekomen!
Denkt maar- aan de benoeming van een
Voorzitter der Eerste Kamer, van een
R.-K. professor; van Roomsche burge
meesters en notarissen. En nu nog een
gezantschap hij den Paus er bij.Het
is om het den Quasten te doen besterven
van schrik en aandoening.
Wij willen natuurlijk over het herstel
van een vertegenwoordiger hij het Vati
caan ons nog niet uitlaten. Wij zijn het
met Het Centrum eens dat het be
ter is te wachten tot 't zóó ver is.
De regeering is er principieel niet te
gen, heeft minister Loudon in de Eerste
Kamer gezegd. Het zou derhalve geen
verwondering haren, wanneer het er eens
van kwam.
Doch dan wenschen wij voorloopig den
predikanten die in 1913 zoo voor, de li
berale candidaten hebben geijverd, met
DeNederlandertoe te roepen: Klaagt
gij daarover niet: „Habes quod tibi im
putes (Gij krijgt wat gif u zelf op den
hals hebt gehaald)''.
Beknopt omzicht van don toestand.
In het Westen hadden de Engelschen
een mooi succesje me boeken.
iZe toonden zich zeer verheugd over
den uitslag van de gevochten ten Z.O.
van Y/peren, welke geëindigd zijin met
de verovering van heuvel 60. Mat heuvel
60 in onze macht, zeiden zij, ligt de weg
tot het toebrengen van een gevoeligen slag
aan den vijand open.
Heuvel 60 is een lage rug tusschen
Zillebeke en Klein Zillebeke, met zijn top
bij Zwartelen. Dezö was rijkelijk van loop
graven voorzien en werd door Duitsche
infanterie bezet gehouden.
't Gold inderdaad een belangrijke stel
ling, die (dei Duitsehers niet dan na groote
offers gebracht i(e hebben heeft prijsge
geven.
En toen was jeht nog niet uit. De Duit
sehers hebben onafgebroken hun tegen
aanvallen voortgezet; niet alleen bij Zille
beke en Gheluvelt, doch over een grooten
afstand hebben z'ij een (geweldige actie ont
wikkeld, die tenslotte tot een niet onbe
langrijk succes geleid heeft.
Immers blijkens het jongste Berlijnsche
communiqué zijin even Noordelijker do
Duitsche troepen over een breedte van
9 K.M. tot' aan de hoogten ten Zuiden van
Pilkem en Oostelijk daarvan opgerukt. Te
gelijk gelukte hun, na heftige artillerie
gevechten, de overtocht over het Kanaal
van Yperen (anders Canal de 1' Yser, dat
naar de beruchte Yser voert) bij! Steen
straat© en Het Sas, waar zijl aan den Wes
telijken oever vasten voet kregien. De plaat
sen Langemarck, Stednstraate, Het Sas
en Pilkem werden genomen.
Nu mag men hier wel van plaatsjes
spreken, althans de laatste drie zijn zeker
niet meer dan kleine gehuchten. Niette
min moet het succes der Duitsehers niet
onderschat worden. Minstens 1600 Fran-
sclien en Engelschen moeten ziji buitge
maakt hebben, .'terwijl ze 30 kanonnen,
w.o. vier zware Britsche, in handen wis
ten te krijgen.
Het feit, dat ze zich ton Westen van het
Yperler-Kanaal zoo wordt het ook ge
noemd genesteld hebben, is van genoeg
zaam belang', om den verderen loop van
het gteding met belangstelling tei volgen.
Het zal ongetwijfeld opwegen tegen helt
échec bij! hoogte 60 en ,zijn invloeid doen
geldein op den Yser-strijd.
Tusschen Maas ten Moezel g'aat het ook
weer heet toe, doch wie hebben nog geen
aanwijzing in wiens nadeel de kamp zich
ontwikkeld.
De ondergang van de Dresden.
Uit Buenos Ayros wordt aan het „Ber
liner Tageblatt" geschreven:
Juiste inlichtingen omtrent het vergaan
van de „Dresden" kregen wij door den
Engelschen hulpkruiser „Oramia", die den
16 Maart in Val Par ais o aankwam en
vijftien gewonde Duitsche zeelieden, on
der wie de eerste officier van de „Dres
den" aan wal bracht. Volgens de ver
klaringen van deze heeren, speelde de
strijd zich als volgt af: Gedwongen door
averij' aan de machines, door gebrek aan
kolen en waarschijnlijk ook aan ammu
nitie, was de „Dresden" voor anker ge
gaan in de Cumberlanclbaai van de Chi-
leensche eilandengroep Juan Fornandez,
en wel op 400 meter afstand van de
kust van het eiland Mas a Tierra, dus in
het gebied van de neutrale Chileensche
wateren'. Met de Chileensche autoritei
ten werd er over onderhandeld, dat de
„Dredsen" zou mogen blijven om de
dringende reparaties te verrichten. Den
14 Maart dook plotseling van een 'zijde
de Engelsche pantserkruiser „Kent" op,
van de andere zijde de kruiser „Glas
gow" en de hulpkruiser „Okama". Zij,
openden onmiddellijk op een afstand van
3500 meter het vuur op de „Dresden",
die, omdat ziji voor lag, slechts uit enkele
stukken dit vuur koai beantwoorden. Spoe
dig was het achterdek van den Duitschen
kruiser ernstig beschadigd. In dezien
wanhopigen toestand heesch de kapitein
de witte vlag, als bewijs dat hiji wilde
onderhandelen, zonder echter zijn oor-
logsvlag naar beneden te halen, hetgeen
een teeken geweest zou zijn, dat hij zich
wilde overgeven. De bedoeling van (den
kapitein was een boot naar den Engel
schen commandant te zenden, om den
commandant opmerkzaam te maken op
de eerbiediging van het neutrale water.
De Engelsche commandant 'liet bet vu
ren opbonden, maar zeide den Duitschen
onderhandelaar, dat hij' bevel gekregen
had de „Dresden" te vernietigen, waar en
onder welke omstandigheden hij dezen
kruiser ook ontmoete. De quaestie van
geschonden neutraliteit zou 'later wel
langs diplomatieken weg geregeld worden.
Hij zou dus het vuren hervatten, indien
de „Dresden" er niet de voorkeur aan
gaf, zich zelf onschadelijk te maken.
Hierop zette de kapitein het grootste ge
deelte van zijn bemanning aan wal en liet
zelf met een paar man de kruikamer van
de „Dresden" in de lucht springen. Het
gelukte hem, zich zelf en zijn mannen
aan den wal te redden. Het- aantal doo-
den staat nog niet vast. Doch hoogstens
kunnen tien man gestorven zijn.
Oorlogswee.
De Maasbode klaagt terecht:
Leder uur van dezen tijd brengt ons
de gpweldigstedj'agedieën, waarbij; de stou
te verbeeldingen der dichters en zieners
schïjinen te worden als zoete sproken.
Er is geen onder hen, idie in zijn visi
oenen de werkelijkheid benaderde van
dezen ontzettenden levensdag der rnensch-
heid. Hij «liet, Will Shakespeare van Strat-
ford-on-Avon, wiens verbeeldingen anders
heel het leven, heet en brandend en vlam
mend scheen to omvatten, en wiens geest
tegelijkertijd te wijlen scheen bij del
schalk» Spotternij: der nymphen aan den
zonnigen zoom vaar het woud; bij lady
Macbeth, altijd de nachten door de handen
trachtend te zuiveren van de Ibloedsmetten,
de handendiel niet meer welriekend kon
den worden gemaakt door „all the perfu
mes of Arab"; bij Hamlet, den dwazeni
wijze; hij' de droevige Ophelia, zingend
en bloemen (plukkend ingaand in den dood.
Hij' niet, Dautej Alighieri, die hel en hemel
zag voorbijtrekken in roode en purperen
visioenen en geheel ontrukt aan het aard-
sche scheen, om alleen te verblijven bij
de zalige hemelgeesten of de smarten der
verdoemden (t'e> voelen branden in zijne
ziel
En al hunne verbeeldingen schijnen
flauw bij de werkelijkheid der tragédieën
van onzen lijd. i
Er kunnen geen woorden en geen visi
oenen meer zijn voor deze vloedgolf van
leed, die afs| brandend) en (verwoestend lava
de landouwen van heel een werelddeel
overdekt. Hoe kan een dichter doordrin
gen in het verstoorde zleleleven van den
krankzinnige, die ijlend, met koortsigbran-
dende oogen rondgaat door de: witte zalen
van een gesticht, altoos maar mbmpelend
„Der Ko:pf! Der Kopf!" wanneer hij ini
zijde benauwende obsessie1 steeds weer
dien r uiterhoofdman ziet, wien een gra
naatscherf het hoofd van den romp scheid
de ten die toch verdwaasd voortreed op,
zijn wildgeworden poney? Hoe de gewaar
wordingen te schetsen van den soldaat,
Hie nitetSi meer zien kan (dan de stuip
trekkende lichamen pm hem heen vart
kameraden, wien de ledematen door een
granaat van het lichaam Werden gerukt
/en die met ranw-gjllonde stemmen he'm
smeeken om het genadeschot? Hoe tei
schetsen een dier gteweldigste episoden
uit den strijd in Vlaanderenland, een epi-
jsod'e, dite u telkens onweerstaanbaar' in:
die gedachten dringtde wacht der dooderc
in het besneeuwde dorp'. De Engelschen)
(naderen het dorp, dat er, onbewust van
het kwaad, schijtot voort te sluimerenj
o|hder een dichte sneeuwvacht. De Duit
sehers houden 't nog1 bezet; zij staan nog
overeind in de loopgraven, tegien een muur
gtedrongon, overal pog schijlnen zij te wach
ten op den1 aanval. Doch 't is een dooden-
dorp; zij! allen zijn gestorven door het
granaatvuur en, dood, nog blijven staan
in de verschansingen. En de doorlehwacht
staat daar, onbeweeglijk, geruischloos, als
een grillig Póm'peji in het besneeuwd'?
Vlaanderenland
Ernstige onlusten te Triëst.
Uit Milaan wordt aan de „Daily Chro
nicle" geseind d.d. 23 April:
Gisteren hadden opnieuw ernstige on
lusten plaats lie Triëst, als gevolg van
het oproepen der mannelijke inwoners tus
schen 18 en 50 jaar en het verschrikke-
lijk gebrek aan voedsel.
De oproermakers werden door ©enig©
duizenden woedende Vrouwen naar het pa
leis van den gouverneur gevoerd onder
het geschreeuw„Wij willen brood. Geef
ons onze mannen terug. Laat ons onze
zonen. Weg met de regeering. Weg met
den oodog. Hijisoh de witte vlag".
Toen d/e militaire gouverneur zich voor
het venster vertoonde, teneinde de bevol
king tot kalmte te brengen, werd hij def
tig uitgejouwd. Kort daarop verscheen hij
nogmaals niet een telephoontoestel in die
hand en dreigde de hulp der troepen
in te roepen. Hierop sloeg de bevolking
tot baldadigheden over, verbrijzelde rite
ten van Oostenrijksche winkels, kantoren
en koffiehuizen en drong later het groote
Palaoet-Hotel binnen, dat van onder 'tot
hoven vernield werd.
Dokwerkers hoorden een g'roote stoom
boot in (ten grond, welke op het punt
stond fde haven te verlaten, geladen met
800 pond voedsel voor het garnizoen van
Cattaro. Het schip helde weldra over en
zonk met de kostbare lading. De heman-
,ning had zich weten te redden.
Hetzelfde blad verneemt uit Milaan, dat
de militaire autoriteiten van Pola 24 ton
bevroren vleesch en 11.000 zakken meel
vernielden, daar het garnizoen dreigt met
oproer, indien men er niet van af zag
soldaten dit volkomen oneetbare voedsel
te verstrekken.
Korte Oorlogsberichten.
M onto car 1 o. Do speelbank te
Montecarlo lijdt ook al onder den oorlog.
De heeren hebben in het afgeloopen jaar
slechts 14 miljoen francs winst gemaakt
tegen 36 miljoen francs in 1913.
De Engelsche regeering heeft den'
uitvoer van anthracitetkolen verboden.
De 6 naar Hamburg opgebrachte
trailers zij'n ontslagen ©in naar IJmuiden'
vertrokken.
Van het W ie stel 'ij kge
vechtsterrein. Uit het Fransche
stafbericht: Eergisteravond zijin vrij he
vige gevechten jnj België, bijl de bocht van
de Yser ten' noorden van Dixnmiclen, gele?
vent. De Belgische troepen hebben daar
een aanval oip het kasteel Vidogh© afge
slagen en den vijand zware verliezen toe
gebracht. Ten noorden van Yperen zijn de
Duitsehers, die een| ruim gebruik maakten
van bommen met verstikkende gassen,
welker uitwerking Itoii ojp 2 (K.M. achter de
Fransche linies werd gevoeld, er in ge
slaagd de Franschen terug te doen Wijken
in westelijke richting naai' het Yserkanaal,
en in zuidelijke richting naar Yperen,
De aanval der Duitsehers is later gestuit
ien een krachtige tegenaanval heeft de
Franschen in staat gesteld het verloren
terrein te herwinnen en tal van gevange
nen te maken.
De avonturen van de be
manning der Ayes ha. De beman
ning van den schoener Ayesha, het lan-
dijigskorps van de Einden, is op' 27 Maart
in de Arabische haven Lidd, ten Z. van
Djeddah, aangekomen, nadat 'het haar was
gelukt voor de tweede maal aan de En
gelsche en Fransche patrouillevaartui
gen te ontkomen en den 300 mijlen lagen
zeeweg van Bodeida naar Lidd ongemerkt
af te leggen. Op hun verderen tocht over
land werden zij1 door Arabieren, die door
de Engelschen waren omgekocht, aangei-
vallen. Na een hardnekkig gevecht van
3 dagen werden de aanvallen dier roover-
benuen afgeslagen, izoodat eindelijk de weig
naar oen Hedsjaz-spoorweg vrij was. De
dappere mannen hebben bijdie gevech
ten ecliter zware verliezen geleden. Een
telegram uit het ïurkschc hoofdkwartier
meldt, dat teen luitenant ter «zee, een rriï-
troos en een stoker zijn gtesneuveld, ter
wijl eeiiige lieden van het Turksche- ge
leide en jtwee matrozen zwaar zijin ge
wond en teen matroos licht gewond is.
De gewonden worden te Djeddah ver
pleegd.
Uit Luykgestel wordt gemeld:
Langs de grens, Waar een streng toezicht
werd gehouden, zijn nu de Duitsche ca
valeristen begonnen met draadversperrin
gen aan te legden over groote afstanden.
Tot nu ,toe was nog geen (Versperring
aangebracht. De smokkelhandel zal daar
door misschien beperkt worden. D'e aan
houdingen zijn zeer talrijk, vooral aan
Hollandschen kant. De Duitsehers heb
ben groote hoeveelheden waren van
smokkelaars in Lommei opgeslagen.
„H. v. A."
De .stoomboot City of Stockholm is
aangekomen met 1440 ton aardappelen
voor Brussel eu Henegouw. Een andere
boot wordt verwacht met 944 ton aard
appelen voor Luik. Het Nationaal Comiteit
heeft 100.000 kil. bougies aangekocht, om
onder verschillige provinciën verdeeld te
worden. „H. v. A."
- Ondanks den oorlog hervat de vrije
universiteit van Brussel het werk. Zij
heeft aangekondigd, dat den len Juli de
inschrijving van leerlingen wordt ge
opend en den 6en sluit. In die maand
zullen er ook tentamina voor het can-
didaats in de wis- en natuurkundige vak
ken en in de ingenieursvakken worden
afgenomen.
Te Liverpool is officieel bekend ge
maakt. dat de regeering1 alle schepen die
voor het departement van oorlog varen,
zal laten laden en lossen door het boot-
werkershataljon. De regeering treedt dus
zelf op als stuwadoor.
In Jiet arsenaal te Woolwich is
Woensdag een ontploffing in de zl.g. mengr
kamer voorgekomen, waardoor dat bijge
bouw geheel is vernield en drie werk
lieden ernstig jsijn gewond.
Taktiek en strategie. Dag
aan dag hoeren en lezten wij van de
begrippen „tactiek" en „strategie" zon
der dat wij ons een scherp omlijnde
voorstelling van de lie teeken is dezer
woorden kunnen maken.
Tactiek is fiet engere begrip. Met tac
tiek wordt bedoeld de opstelling der troe
pen. Men onderscheidt een lagere of ele
mentaire taktiek en een hoogere tactiek.
De lagere tactiek is uitsluitend de leer
van het gebruik {Ier afzonderlijke wa
pens. Lagere tactiek oefent, reeds een
sergeant uit, yvanneer hij op een bepaald
punt aan het front een loopgraaf laat
maken. De .hoogere tactiek is de „tac
tiek der yereenigde wapens". Heit eind
doel der „tactiek is, den vijand in een.
slag of gevecht te verslaan.
Strategie is ,het ruimere begrip. Zij
heeft natuurlijk de oorspronkelijk© ver
houding tot jde militaire verrichtingen
met de tactiek gemeen, o.a. de opstelling
der wapenen, Jnin beweging en de veld
slag. Doch haar doel is daarmee nog,
iniet bereikt. De strategie wil den vijand
niet op die of die plaats, verslaan, doch
moet over den heelen oorlog, beslissen.
Strategie is daarmee de leer van het
oorlogvoeren in groote trekken. De stra
teeg ontwerpt het plan voor den veld
tocht, de tacticus voert het uit.
De bekende oorlogstheoreticus Jomint
beeft het onderscheid tusschen strategie
en tactiek aldus uitgedrukt:
Strategie is .alles, wat betrekking heeft
tot het geheele oorlogstooneel tactiek
is alles, .wat er op gericht is, .op een
bepaald punt Je overwinnen.
Tweede Kamer.
Oneerlijke concurrentie.
Initiatief van Aalberse.
Een groot bezwaar. Het
begrip eerlijkheid. Loh-
man, de man van het recht,
aan het woord. Het ont
werp buiten gevaar.
Gisteren is dan eindelijk het reeds lan
gen tijd in uitzicht gestelde wetsont
werp op de oneerlijke mededinging in
behandeling genomen.
Kranig werk yan den heer Aalberse,
zooals men .weet, vrucht van grondige
studie en ernstig overleg.
Inderdaad, het moet in den heer Aal
berse geprezen .worden, dat hij' van het
niet altijd gemakkelijk te hanteeren mid
del van het recht van initiatief heeft
willen gebruik pi aken, om een zoo ern
stig© en om voorziening roepende kwes
tie op je lossen.
Is het .wonder, dat de heer van Hamel
in zijin rapport kon gewagen van een
groot aantal adressen, dat ingekomen
was, welke brieven op een uitzondering
na alle adhaesie-betuigingen bevatten?
Een daarvan is van de Patroonsver-
eeniging Boaz, en draagt de onderteeke-
ning van ons onlangs overleden Eerste
Kamerlid voor Zeeland, den heer Hovy,
die, ware hij nog in leven, met alle kracht
zon hebben meegewerkt om de oneer
lijke concurrentie te fnuiken.
Doch om op het ontwerp-Aalberse te
rug te komen, één ding is er in, dat op
weinig sympathie zal kunnen rekenen.
Daarop is .dan ook aanstonds van ver
schillende zijiden de aandacht gevestigd.
We bedoelen de omstandigheid, dat de
heer Aalberse zich op het standpunt
heeft gesteld van een strafrechtelijk© be
strijding van het kwaad.
De Voorsteller wil, dat als art. 328 bis
in het Wetboek van Strafrecht wordt in-
gèlascht:'
„Hij, die, om zijn handels- of hedrijfs-
debiet te vestigen, te behouden of uit
te breiden, eenige bedriegtelijke handeling
pleegt tot misleiding van het publiek of
van een bepaald persoon, wordt, indien
daaruit ©enig nadeel voor zijn concur
renten kan ontstaan, als schuldig aan
oneerlijke mededinging, gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste één jaar,
of geldboete van ten hoogste negenhon
derd gulden."
Terecht is er op gewezen door de
heeren Schim van der Loeff en Mendels
o.a. dat het heusch niet minder prac-
tisch zóu zijn, wanneer men een civiel
rechtelijke regeling trof, zoo als men doet
bij de Octrooi wet, Metrkenwet, enz. en zooi
als men ook zou kunnen doen met de
inrichting van een handelsregister.
Trouwens, moeilijk kan beweerd wor
den, dat alle middelen, om de oneerlijke
mededinging civielrechtelijk te bestrijden,
uitgeput zijn.
Ook 's heeren Lohman's bezwaren
golden vooral deze beginselkwes-
tie. De geachte afgevaardigde vteotr
Goes heeft er met nadruk op gewezen
hoe moeilijk het is de grens te trekken
tusschen het strafrechtelijk al of niet„ ge
oorloofde.
Over tie eerlijkheid is het moeilijk
discussieeren. Vraag maar hoe ,het staat
met eerlijkheid van diplomaten, in de
politiek, tegenover den fiscus e.a. en dan.
zal het u duidelijk zijn.
Vervolgens behandelde de heer Loh-