Yiser koos als verdedigingslinie, kon de
nu befaamd geworden inundatie slechts
langzaam plaats hebben. Met de mogelijk
heid, dat het Belgische leger ooit aan
den Yser zou moeten strijden, was nim
mer en kon nimmer rekening gehouden,
zoodat de inundatie, die den zwaarbe-
proefden Belgen gelegenheid gaf tegen een;
zeer aanzienlijke overmacht van de beste
troepen der wereld stand te houden en
aldus het leger der bondgenooten voor
een ramp te behoeden, in vredestijd ab
soluut niet was voorbereid. Sedert de
eerste dagen van den strijd aan den Yser
zijn door de Belgen eenige belangrijke
werken (uitgevoerd, waardoor zij thans,
het hoogtepeil van hel water in hot over
stroomde gebied nauwkeurig kunnen re-
gellen. In den tijd, veiioopen sedert den
vaJ van Antwerpen, heeft de Belgische
regBcring het grootsche werk volbracht
t-en nieuw leger te vormen, dat talrijker
Es dan de legermacht, die in de eerste
dagen van Augustus gereed stond, de on
zijdigheid van België te verdedigen. Nu
hiet oogcnblik mogelijk nadert, dat de
bondgenooten en de Belgen tot een offen
sief zullen overgaan, werd de inundatie,,
diie bij het defensief zulke goede diensten
liewees, tot een nadeel voor hen, die haar
lot stand brachten en reeds eenige weken
geleden werden de voorbereidende maat
regelen getroffen om het geïnundeerd»^ ge
bied weder droog te leggen. Zoodra de
Ouitschjers de geregelde, zij het langzame
iialing van den waterspiegel opmerkten,
begonnen zij een hevige beschieting van
de sluizen bij Nieuwpoort, doch veel uit
werking had dit niet en de drooglegging
geschiedde zonder veel moeilijkheden. Be
halve de laagst gelegen gedeelten staat het
terrein niet meer onder water, wat niet
zeggen wil dat het droog is. Voor troepen
bewegingen op groote schaal is het nog
tiiet geschikt en deze toestand zal waar
schijnlijk neg Wel vele weken duren. De
dooi' de Belgdn aangelegde werken ma
kten jhet thans mogelijk om, indien hun
offensief mocht falen, de inundatie binnen
zeer korten tijd t.e herstellen. ,.N. II. Ct."
Een kluizenaar in de loopgraven.
Toen de Belgische minister (van Staat)
Vandervelde de loopgraven in het Noor
den bezocht, stelde men hem een officier
voor, die voor het uitbreken van den
oorlog monnik was en zich in zijn loop
graaf een ware cel heeft ingericht. Eenige
soldaten hielden de wacht, want de Duit
sche loopgraven bevonden zich op oen
afstand van tweehonderd meter. De an
deren waren aan het kaartspelen in oen
kolder. De chef bevond zich boven, in
een soort van duiventil, die hem als
observatiepost dient, llij ontving den Mi
nister in zijn cel, vijf meter lang en vier
metier breed, met een stroozak, een kapot-
t«n stoel, een tafeltje, en geen ander licht
dan van een dievenlantaarn, die buiten
niet zichtbaar was.
De kluizenaar huisde reeds langer dan
een maand in die cel. Men lost z"jn man
schappen elke vier en twintig uren af.
Hij weigerde afgelost te worden. Als waar
nemer voor de artillerie, verliet hij zijn
post, niet en was alleen met do buitenwe
reld verbonden door een telefoondraad,
die naar het hoofdkwartier liep. Men voor
zag hem, zoo goed men kon, in kalme
nachten van levensmiddelen, maar soms
waren de verbindingen door het mitrail-
leusevuur gestoord. Eenige weken geleden
had men geen drinkwater kunnen zenden.
Om zijn dorst te Jesschen nam Li. het water
ran het overstroomde gebied, zout wa
ter, waarin lijkon lagen, liet het in enn
ketel koken en likte de droppels af, die
zich op het deksel vormden. Den vorigen
avond was een granaat vlak in zijn nabij
heid ontploft, maar als door een wonder
had hij niets dan een kleine kwetsuur
aan den vinger gekregen. Tom hem ge-
vTaagd werd, of het leven onder die om
standigheden niet ondragelijk is, of hij niet
sterft van verveling in de eenzaamheid,
antwoordde hij: „Ik heb mij nog nooit
zoo gelukkig gevoeld. De tijd vliegt om.
Ik zorg voor mijn kleine huishouden, waak
over mijn manschappen en deel mijn waar
nemingen mede. Ik heb het bewustzijn, flat
ik nuttig ben voor nrijn vaderland." Hij
weer daarbij, ter aanvulling van het
geen hij gezegd had, op de volgende woor
den, met een mes in den wand gesneden:
„Leve de Koning!"
En de socialistische Minister drukte met
warmte de hand van dezen royalist.
De qua8stie der Adriatische Zee.
Jean Carrère, de bekende correspondent
van de „Temps" te Rome, schrijft aan
zijln blad
Er worden nog steeds talrijke veronder-
- tellingen geopperd omtrent de Itahaansch
Oostenrijksche onderhandelingen. Hierbij
neemt het Adriatische Zee vraag stuk wel
de belangrijkste plaats in. De Adriatische
Zee heeft'voor Italië totaal geen mili
tair© waarde, daar Venetië ontoegankelijk
is voor een oorlogsvloot, Brindisi te ver
en Valona eveneens, terwijl voor deze
laatste stad meer dan een milliard noo-
dig is, om er een eenigszins bruikbare
oorlogshaven van te maken. Daarentegen
bezit Oostenrijk Pola, Sebenico, Cattaro en
den geheelen Dalmatischen Archipel. Oos
tenrijk zou dus Italië fiinke steunpilaren
moeten geven in het oosten der Adriati
sche Zee, waartoe het natuurlek niet ge
neigd is. Hoe kan dit laatste vraagstuk
worden opgelost? Niemand weet het. Maar
er dreigt nog een ander gevaar voor Italië.
De Russen trekken Hongarije binnen en
net zal niet lang duren of Servië zal
hetzelfde doen met Oostenrijk. Het ge
volg hiervan zal zijn, dat het Groot-
Servische rijk zal ontstaan, dat zich over
de geheele kust van Spalato tot Cattaro
zal uitstrekken of misschien nog noor
delijker. Italië begrijpt zeer goed dat,
indien het n?et actief optreedt. 3e kans
voor altijd verkeken zal zijn om nog eens
een machtigen Adriatischen Zeestaat te
worden. Het zal ook gaarne bereid zijn
Servië, een stuk van Albanië af te staan
indien bet slechts een stuk van do Noord
kust er voor in de plaats krijgt. De las
tigste kwestie evenwel levert Triest op.
Italië kan onmogelijk Trente aannemen
zonder Triest, waarvoor de inwoners meer
dan een halve eeuw voor hun Italiaan-
sche nationaliteit gestreden hebben.
Hot is dus een onafwijsbare voorwaarde
voor Italië, den hartader van het Adria
tische Zeeverkeer te bezitten. Men ver
wacht dat dit laatste een vierde conflict
met Oostenrijk tengevolge zal hebben,
waarbij de rechten op Triest slechts op
zeer losse gronden steunen.
Korte Oorlogsberichten
Het gevechtsterrein. Thans
bedraagt, het front, waarop thans gestreden
wordt 2668 kilometer. In het Westen be
zetten de Franschen 870 K.M.. de En-
gelsc.hcn 50 K.M. en de Belgische troepen
28 K.M., totaal 948 K.M. In het Oosten
heeft het Russische front de respectabele
lengte van 1370 K.M. In het Zuiden strij
den de Serviërs en Montenegrijnen over
een gevechtslinie van 350 K.M. Men vecht
dus. globaal berekend, op een 'front va.n
2668 K.M. Nog nooit hebben de geschiod-
boeken van zulk een feit gewag gemaakt.
De Duitsche stellingen worden als volgt
aangegeven.
Van de Maas af gaat de linie in een
boog om de buitenforten van Verdun en
hun tusschenstellingen naar het Oosten
tot aan de hoogte van Etain, waar de
van Metz over Conflans komende straat
weg en de spoorlijn over de Orne gaan,
welke naar de Moezel stroomt. In de
streek van Parsondrupt gaat de linie, die
langs den linkeroever der Orne liep, op
den rechteroever over, om zich via Mar-
cheville naar Combres uit te strekken.
Daar houden de Duitschers de voorste
hoogten van de Cotes de Meuse bezet,
tegen welke de Franschen van het noord
waarts gelegen Les Epai'ges steeds weder
met aanzienlijke strijdkrachten oprukken.
Van Combres uit nadert de Duitsche li
nie de Maas over de streek van Seuzey,
Lamorville en Spada naar St. Mihiel. Ten
noorden van dat stadje wordt de rivier
overschreden, zoodat het plaatsje Chau-
voncourt in Duitsch bezit is. De boog
wendt zich nu naar de Maas ten Zuiden
van St. Mihiel terug on bereikt weder
den rechteroever, van waar zuidelijk van
het fort Camp des Domains over de wou
den van Ailly en Apremont de linie ver
der naai' het Oosten gaat, ten Noorden
van den weg Bouconville-Flirey-Pont a
Mousson. Noordelijk van deze stad breidt
zich het Bois-de-Prêtre uit, waarin sedert
maanden gevochten wordt, en westelijk
daarvan bevinden zich aan den weg van
Port-a-Mousson naar Thiaucourt de dorpen
Fey-en-Ha.ye en Rogniéville. Ten westen
van deze dorpen en ten noorden van
Flirey ligt het bosch Mort-Mare met het
dorp Remenauville voor zijn oostelijken
rand.
Tegen alle doelen van deze Duitsche
linie zijn in den loop der laatste dagen
door de Franschen met wisselende kracht
aanvallen gedaan. Het bezit van Verdun
en omgeving stelde hen in staat tot snelle
troepenverschuivingen en onbelemmerden
overtocht, terwijl de nabijheid van Toul,
waarmede de verbinding niet verbroken is,
op het oostelijk deel van het gevochts
terrein op dezelfde wijze de operaties
ondersteunt, welke door het vuur der
zware artillerie voorbereid en beschermd
konden worden.
De baden der Engelse he
soldaten. Een medewerker van de
„Temps" die 'een bezoek heeft gebracht
'aan het Engelsche leger aan het front,
heeft ook een kijkje genomen in het
„divisie-bad" van de Engélsche troepen.
Hiervoor was in gebruik genomen een
groot fabrieksgebouw, dat door zijn. groote
stoomketels en uitstekend verwarmings
stelsel de keuze van de Engelsche medici
op zich gevestigd had. In de groote zaal
gelijkvloers ontkleeden do soldaten zich
geven nnif-onn ten linnengoed aan daar
voor aangewezen oppassers. In een aan
grenzend vertrek vinden zij kuipen met
warm water, zeep en borstels. Men be
grijpt hoe uitnemend zulk een bad is voor
menschen die dagen- en nachtenlang in
de modderige loopgraven hebben ver
toefd. Terwijl do mannen in het bad zijn,
worden hun uniformen in den des infectie
oven gedaan, waarna zij duchtig worden!
afgeborsteld en uitgeslagen. Het linnen
goed gaat naar de wasscherijl. Maar aange
zien het uitwasschen nogal tijd kost, en
gewoonlijk gepaard moet gaan met ver-
Stellen enz., krijgt ieder soldaat, als hij
uit het bad komt, een volledig stel schoon'
ondergoed. Per dag kunnen duizend sol
daten zulk ©en bad nemen. Elke divisie
beschikt over een badhuis.
Duitschland en Amerika. De
Duitsche gezant te Washington heeft na
mens zijn regeering bij die van de Unie
geprotesteerd tegen de zachtaardigheid van
Amerika's houding tegenover de Britsche
maatregelen betreffende den handel met
Duitschland.
Graaf Bernstorff dringt erop aan, dat
Amerika de levering van munitie aan de
geallieerden zal beletten. Hij zegt o. a.
„Indien het Amerikaansche volk eerlijk
de neutraliteit wil handhaven, dan zal
het ook de middelen vinden om een eind
to maken aan den eenzijdigen wapenuit-
voer of het zal tenminste dien uitvoer
weten te gebruiken als een middel om
den wettigen handel met Duitschland te
doen voortduren, vooral in levensmid
delen."
In antwoord op deze nota heeft de
regeering van de Unie nadrukkelijk ver
klaard, dat het beletten van de versche
pingen een schending der neutraliteit en
een vergrijp tegen de grondwet zou zijn.
Oostenrijk en Italië. Een
Franschman die Duitschland en Oosten
rijk bereisde, doet hiervan verslag in een
Parijsch blad. Van do bewoners der Do-
naulanden zegt hij
De Roemeniërs verheugen zich niet in
hun sympathie. Maar tegen Itali heerseht
er een ware haat. De Italianen, beweert
men. dwingen ons, ofschoon we hun bond
genooten zijn, op de Italiaansche grens
onze beste bergtroepen te laten, die we in
de Karpathen zoo noodig hebben zouden:
zij trekken tegen ons indrukwekkende troe
penmassa's samen, terwijl ze de Fransche
grens ontblooten, en in plaats van ons
den oorlog te verklaren wachten ze af,
dat we volkomen uitgeput zijn, om deel
te hebben aan den buit en ons Triest, de
long zonder welke we niet leven kunnen,
Uit te rukken
Tegen de Italianen is de woede nog
heviger dan tegen de Êngelschen. Men
hoort overal verklaringen als deze: Als
we overwinnen zullen we geen zes maan
den wachten om Italië aan te vallen.
Een officier uit de omgeving van Franz
Josef heeft den schrijver meegedeeld, dat
de keizer van Duitschland gezegd heeft:
Wat ei' ook gebeuren moge. als wij ver
pletterd worden zullen we niet ophouden
aan onze 'jongen^, in Duitschland ei in
Oostenrijk te herhalen en in te prenten,
dat we onzen ondergang danken aan Ita
lië, en over vijf, tien of twintig jaar
zullen we Italië weer afnemen, dat we,
misschien, gedwongen zullen zijn het nu
te geven, maar dan zullen we als rente
Venetië nemen.
Het wantrouwen van Italië jegens Oos
tenrijk schijnt wederkeerig. Een Itali aansch
staatsman( heeft gezegdEen door Rus
land aan Oostenrijk afzonderlijk afgedwon
gen vrede, waarbij Oostenrijk aan Rusland
grondgebied afstaat, vermindert de kans,
dat Oostenrijk zonder oorlog aan Italië ook
nog grondgebied afstaat. Bovendien wat
zou Oostenrijk geven? De kwesties van
Dalmatic, Albanië, van do Servische haven
in de Adriatische Zee dienden ook bespro
ken te worden en naar den wil van
Italië beslist.
Uit Noord-Brabant. Een mili
cien in een Noord-Brabantsch grensdorp
schrijft van daar brieven aan zijn ouders;
een dor brieven drukken wij af uit Het
Handelsblad.
We moeten hier twee posten betrekken
aan de grens. Eén vlak bijl de boerderij
en één een kwartier ver de landerijen in.
Daar staan we vis a vis met onze Duit
sche collega's, Beiersche Landstorm. Zij
aan den eenen kant van eon snel stroo-
tnend beekje, dat precies over de grens
loopt, wij aan den anderen kant.
kan u niet voorstellen, hoe reusach-
6ig' stil en eenzaam het hiér is. Geen'
sterveling zie je, vijf of zes boerderijen1
staan bier bij elkaar. Naar 't piket is
ongeveer oen half uur loopen. De naaste
posten zijn ongeveer een kwartier van,
ons verwijderd. Onophoudelijk dringt
verwijderd dof kanongebulder tot ons
door. Anders geen geluid dan van zin
gende vogeltjes.
Alle wegen zijn op de grens versperd.
Daarachter staat de Duitscher. In H.
dat hier vlakbij ligt, is een heel Bataljon
Landstürmer ingedeeld, 's Nachts schil
deren we met z'n tweeën, 't geladen ge
weer onder den arm. Oppassen is de bood
schap, want 't wemelt hier van smok
kelaars. Vannacht om 2 uur moest ik
met m'n makker naar post 2. Dat is on
geveer oen kwartier loopen. We sjokken
langzaam door de modder, soms tot over
de enkels er in zakkende. In de verte-
klonk ineens een schot. We waren wak
ker! Aan den rand van het bosch viel
er nu plotseling een schot vlak bijl ons.
Dadelijk ploften we neer in don modder.
Toen hoorden we gevloek van een Duit-
scher en dan werd weer alles stil. We
gingen weer verder, toen plotseling uit
een struikgewas een man wegholde, 't
donker in. Wij' hem achterna. Geplas en
geplons, toen wteer een schot, geschreeuw,
gevloek en de Duitschers haddon hem.
De arme kerel stond door en door nat
tussfchen hen (ijn. Hij- was, toen wij hem
achterna zaten, in de beek gesprongen,
maar toen in bun handen gevallen, 't Was
een Belgisch student en uit z'n binnenzak
heb ik ren klein pakje zien halen, 'k Denk
dat 't brieven waren.
Dan patrouilleeren wij weer verder, stil
staand om te luisteren, soms, als je wat
mieent te zien, liggend in de modder. Je
gaat er uitzien als oen beest. U begrijpt,
dat ina zoo'n inspanning een doodelijke
vermoeidheid komt en loodzwaar slaap
je weer tot een uiur of acht.
Je wordt wakker door 't geroep van
„Bikke!" 't Brood is er! Dan ga je naar
de beek, Wascht en plast en eet een kuchie
of wat. Reusachtigen honger heb je dan.
Om 10 uur gooi je je geweer weer op
den schouder: 't Is weer tïjfd. Van 10
tot 12 vanmorgen stond ik op post 1, op
de brug over de beek. Niets bijzonders
natuurlijk! Geen sterveling zie je dan.
Na twaalven zijn we een beetje gaan
wandelen langs de grens door bosschen
heiden, weilanden en moerassen. De na
tuur is 'schitterend mooi. We maken een
praatje met den Feldwebel, die op pa
trouille is en ruilen onze dubbeltjes in
voor Belgisch geld. Onze knoopen ruilen
we, in één woord, we. onderhouden een
drukken ruilhandel met de Duitschers.
Zij rooken onze goede sigaretten, wij hun
slechte sigaren.
Toen we thuis kwamen, vonden we
de jongens rond de schouw met een bord
eten. Na 't eten hebben we pannekoeken
gebakken, 't Meel hadden we ervoor
gisteravond van 't piket gehaald. Daar is
een winkeltje, (waar je hot koopen kan. Dat
is op zichzelf weer een heel nvontuurljj-
fce wandeling. Ongewapend mogen wijl
soldaten, niet de deux uit. 't Is pikdonker,
dus moet ér een lantaarn mee. De jon
gens-geven op.- wat ze alzoo noodig--heb-
Ban en dan gaan wij (de korporaal van
aflossing en ik) de inkoopen doen. 't Is
drie kwartier loopen. Het piket is in een
herbergje, tevens „toko". De jongens van
't piket wijzen ons aan een tafeltje drie
smokkelaars. Straks als ze weggaan moe
ten ze ongemerkt gevolgd worden. Met
een zak, zwaar van de respectieve pond
jes suiker, tabak enz. enz., komen wc in
de boerderij terug.
Een medewerker van de Vor-
Warts" vertelt tea- waarschuwing tegen
ondoordachte uitlatingen het. volgende ge
val uit het volksleven:
„Verleden Zondag was ik getuige van
een pijnlijk tafereel. Ik zat in de buurt
van het Treptower Park in een eenvoudig
logement. Er waren eenige soldatenvrou
wen, die 's middags in het park met haar
kinderen aan 't wandelen waren geweest
en zich nu de weelde van een kan kof
fie veroorloofden. Er zaten ook nog eeh
paar mannen.
Het gesprek kwam op wat thans ieder
mensch bezig houdt. Gnnoodig te ver
tellen wat de mannen en vrouwen zei
den. Wie onder 't volk leeft, weet wat
er werd gezegd. Het eenige verlangen,
de eenige wensch werd levendig bespro
ken.
Aan tafel zat een man alleen. Toen
etr een kleine pauze was in het gesprek,
zei hij: „Wat mij betreft kan de oor
log nog tien jaar duren. Ik heb in tien
maanden al meer dan 1000 mark ge
spaard
Een ijzig stilzwijgen volgde. De vrou
wen waren bleek geworden en keken den
man aan als een ondier, als iets afschuwe
lijks. Geruimen tijd was het stil. De man,
die de uitwerking van zijn woorden merk
te, was zoo rood als een kreeft gewor
den, ein als ter verontschuldiging zcide
hij zacht: „Ik ben zadelmaker. We ver
dienen nu geld".
Die woorden maakten aan het stilzwij
gen een einde. De vrouwen zeiden den
man ruw de waarheid. Hij zweeg, dronk
zijn bier uit en verliet het lokaal. Maai
de opgewondenheid was nog niet bedaard.
Een vrouw was in huilen uitgebarsten.
Eindelijk vertrokken de vrouwen, en nog
bij het heengaan uitten ze zich in bit
tere, heftige bewoordingen.
(N. R. Crt.)
„De dochters van den smid."
Van den dorpssmid uit Eichberg bij Passau
strijden vijf zoons in den oorlog; het zijn
sterke gezonde jongens en ze vechten
goed voor hun land. Thuis bleven de
drie dochters van den smid. En nu de
jongens van huis zijn, namen de meisjes
den hamer op en trekken den blaasbalg
en smeden cr het heete ijzer voor vader
en vaderland. De Weener dichter Karl
Grube maakte er dit gedicht op:
Bei Passau haust ein deutscher Schmied
In Eichbergs stillen Gauen
Da hammern heut bei frohem Lied
Am Feuer deutsche Frauen...
Fünf Söhne bat der Mann geschickt.
Anfs blul'ge Feld der Ehre,
Der Amboss keinen heut crblickt,
Die schwingen drauss' Gewehre.
Fünf deutsche 'Schmiedeknechtc jung
Hinaus nach Erankreich zogen
Die flammende Begeisterung
1st jubelnd mitgeflogen.
Soli Hammer da und Amboss ruhn
Bei diesem wackern Alten?
Drei junge Dirnlein sieht man nun
Am Schmiedefeuer wal ten
Fünf Söhne für das Vaterland
Die heilgen Waffen tragen
Drei Töchter drum mit starker Hand
Den Takt am Amboss schlagen!
Das ist fürwahr Germanenblut
lm trauten Bayernlande,
Da wird der Feinde Hass und Wul
Gottsjammerlich zur Schande.
Drei Madel frisch und rasch und froh
Zum Sang die Hammer schwingen,
Nun, Flamme, auf zum Himmel loh,
Zu Sieg und gut Gelingen!
De getorpedeerde of op een mijn ge-
loopen Engelsche mailboot „Wayfarer", is
de haven van Queenstown binnengesleept
en aan de kade gemeerd. Uiterlijk ziet
toen aan het schip niet veel, hot ligt alleen
erg diep, een gevolg van het vele water
in de machinekamer en het achterruim.
Het roer is door de ontploffing onklaar
geraakt, waardoor het een heele toer is
geweest om het schip te sleepen. Het
toestel voor draadlooze telegrafie werkte
na de ontploffing niet meer, zoodat de
„Wayfarer" daarmee geen hulp kon vra
gen. Van de bemanning zijn zeven gedood
fen 1 gewond.
Bij Rosenheim is gisteren een een
dekker mét een eerste-luitenant en een
onderofficier van 100 nieter hoogte naar
beneden gestort. Het toestel werd ver
nield. De benzine vatte vlam! en de lijken
der inzittendten werden tot onherkenbaar
heid toe verkoold.
Te Berlijn heeft ter cere van de na
gedachtenis van Woddigen, den comman
dant der U 29, prinses Bismarck bijl den
sarkophaag van Bismarck 'een krans laten;
neerleggen met het opschrift: den held
Weddigen.
Te Milaan is een algemeene staking
geproclameerd, als protest tegen het feit,
dat verleden Zondag een oorlogspropagan
dist ten gevolge van een stokslag is over
leden.
Er loopen wederom hardnekkige ge
ruchten, dal Rusland in Mei, wanneer de
heele Oostzee ijsvrij is, voor Duitschland
een verrassing heeft, nl. oen heele serte
voorloopig zal het er echter wel één
zijn onderzeesche kruisers. Het moe
ten schepen' zijn van 3000 ton. Dam- is
een U 28 kinderspeelgoed bij. De Rus
•sisebe onderzeeër zou ook veelwsneüpi*
varen.
De Lord Major van Londen heeft
Maandag in het Mansion House de 50f)
pond sterling, door dc Svren and Ship
ping uitgeloofd voor den'kapitein en do
bemanning van het eerste koopvaardij
(«hip dat een Duitschen onderzeeër zou
doen zinken, aan luitenant Bell. gezag
voerder v,an de „Thordis" tor hand ge
steld.
Van het Oostelijk front. De
oorlogscorrespondenten der bladen mel
den, dat (na het mislukken onder de zwaar
ste verliezen van do poging der Ru-sseïï
om -naar Hongarije door te breken, er
een verflauwing van de vijandelijke aan
vallen te bemerken valt. Bovendien heer-
schen in den laatsten tijd weder sterke
feneeuwval en koude in de Karpathen,
wat de krijgsverrichtingen opnieuw zeeir
belemmert.
Kloek besluit. Rallier dn Baty,
de Fransche natuur-onderzoeker, was se
dert bijna drie jaar jnet een officiaele we
tenschappelijke opdracht van de Fransche
regeering over allo zeeën aan bet kruisen.
Het kleine schip, dat Rallier du Baty en'
zijn mannen herbergde, de Curiouso ge
hoeten, deed soms een onbekend eiland
aan, waar geen sterveling leefde en nut
onlangs is bet vaartuig na een half jaar
van zwervende eenzaamheid te Sydney
binnengevallen. Daar hoorden ze terstond,
wat er sedert do eerste Augustus-dageu
in Europa gebeurd was. Onmiddellijk had
den Rallier du Baty en zijn zeven man
ji.cn hun besluit genomen. De trouwe,
maar al te langzame Curieuse werd te
Sydney in veilige haven geborgen en de
acht Franschen namen passage naar
Europa op de eerstvolgende mailboot.
Dezer dagen zijn zij te Duinkerken aan
gekomen. Den volgenden dag was Ral
lier du Baty, wiens drie broeders bij Ypo-
ren, in Champagne en onder Belfort hun
land dienen, bij de afdeeling luchtvaart
van de vloot ingedeeld en zijn twee offi -
Cisren en vijf matrozen zijn ingelijfd bij
een regiment marine-soldaten, dat eerst
daags naar het Oosten vertrekt.
Deoorlogterzee. Als volkomen
vaststaand kan de oorlogscorrespondent
van „de Tijd" uit Sluis mededeelen, dat
c-on Duitsche torpedoboot er in geslaagd
is, door do blokkeerende Engelsche- sche
pen heen te breken, en, na hetzelfde
kunstje herhaald te hebben, terug te kec
ren in de haven van Zeebrugge. Of de
torpedoboot bestemd is daar te blijven, is
niet bekend. Donderdag is de vijfde onder
zeeër door Brugge gepasseerd, komende
van Gent en gaande in de richting van
Zeebrugge. De onderzeeër lag weer op
een soort van klein dok en werd voortge
trokken door twee kleine sleepbooten.
Duitsche officieren maakten er fotografi
sche opnamen van; een elfjarig meisje,
dat dit ook deed, werd door de Dnitschcrs
meegenomen naar de Kommandantur en
daar twee dagen vastgehouden.
Uit Gon'ève wordt aan de „Daily
Chronicle" geseind dat graaf Tolstoï. da
zoon van den beroemden schrijver, met
Prins Wladimir Jaswiil en Prins Michel
Wrgvoti© ontsnapt is uit het gevangen
kamp te MiLovitz in Oostenrijk. Hoewel
©en gfoote belooning voor hunne arre
statie is uitgeloofd, zijn zij nog in vrij
heid; (men denkt dat zij de Russische
stellingen hebben bereikt. Zij haddon hunj
eerewoord niet gegeven toen zij ontsnap
ten. Graaf Tolstoï had reeds eerder ge
tracht om te ontsnappen, doch dat misluk
te toen.
Mjen verneemt uit Milaan, dat ma
joor Rustjeschsk en vijf artillerie-officie
ren wegens poging tot oproer maken op
een schip te Sevastopol liggend, door dan
krijgsraad ter dood veroordeeld werden.
Het vonnis is reeds op 6 dezer vol
trokken.
Duitsche soldaten hebben in de
gracht eener hoeve (waar, wordt niet ge
meld) een som van 63.0)0 fr. gevonden,
blijkbaar toebehoorend aan den eigenaar,
ten daar begraven vóór zijne vlucht.
„VI. St."
Bimianland.
D e m i 1 i t a i r e n e n 1 M e i
Het lid der Tweede Kamer ,de heer
K. ter Laan, heeft, naar Het Volk meldt,
aan dc ministers van marine en oorlog
de vraag gesteld, of zij bereid zijn. hun
medewerking te verleenen, ten einde, voor
zoover de dienst het toelaat,'aan da ge
mobiliseerden, die dit wonschon, zooveel
mogelijk vrij van dienst to geven, om
hen in dc gelegenheid te stellen, d-ael
te nemen tuin de viering van den 1 Mei
dag.
De koffiehandel.
In zijn dagelijks bulletin heeft het. be
stuur, van de Vereeniging voor den Koffie
handel meegedeeld, dat overwogen wordt,
wat kan geschieden om den invloed der
thans eveneens op koffie van toepassing
verklaarde représaillemaatregelen der geal
lieerden. zoo min mogelijk drukkend te
doen zijn.
De pogingen, welke bij do Fransche
ten Engclschte gezanten werden aangéwetwi,
om voorloopig nog den ongestoorden aan
voer van de koffie te verkrijgen, vonden
daar een niet onwelwillende ontvangst.
Een definitieve beslissing van de betrok
ken regeeringen is echter nog niet ont
vangen.
Naar het Arbitragehof?
Ln verband met de Duitsch-Nodcrland
scho scheepvaart-incidenten is men. vol-