No. 165 Donderdag 15 April 1915 39e Jaargang Bi] de gratie Gods. De Groofe Oorlog. Uitgave van de NaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN *E VORSTSTRAAT 219, Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURS, Drukkers: Oosterbaan Le Oointro - Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 ,0.05 Dt redactie van Het Ha n d e 1 s b 1 a d wijdde op diens verjaardag een wamv- deeringsvoJ artikel aan Koning Albert. .4]wat de schrijver voor sympathieks zegt aan het adres van dezen Vorst, zijn gade, zijn Hu is en zijn Y olk is ons als uit het hart gegrepen. Doch togen ééne tirade! in Het artikel moeten >vij opkomen. De schrijver zegt ...Hef bleek al spoedig na zijn troons,- hestijging dal Koning Albert een zeer bijzondér soort varst is, dat hij nooit zat spreken van zijn „Gottesgnaden- lurn". of er zich op zal laten voorstaan dat hij een bijzonder en. uitverkoren werk tuig is in Gods hand.... maar dat hij integendeel een zeer moderne, bijna, zou men kunnen zeggen democratische opvat ting hoeft van het koningschap. Princi pieelziet de Koning geen ver schil tiissrheïi dien republi- keinschcii en den m on aroli al e n regeer in igs vo'r ui. en hij zou zelfs het invoeren van een socialistiselhon staat heel goed vereenigbaar achten methet voortbestaan van de monarchie". Tegen deze teekeniiig. aangenomen dat zij juist is. hebben wij bezwaar. In de eerste plaats omdat zij aile andere mo tieven tot verheerlijking van Koning Al bert om verwerpt.. Immers alle deugden dia itezen Vprsl. blijken Ie sieren vallen weg bij die ©ene fout, welke Koning Albert in bovenstaande, als verheerlijking be, doelde. Woorden wordt] ten laste gelegd: dat hij niet voel opheeft met zijn ko.- ningscli-ap hij de gratie Gods dooi' den schrijve,r ©enigszins v'eiikleinend ..Godsgenudendom" genoemd - en zelfs zijn goddelijke roeping demvijs miskent dat hij: geen verschil ziet tussohen het koning zijn of president zijn ©ener repu bliek. En in de tweede plaats verzetten wij ons feigen deze teekening omdat en in doorstraalt een aanleiding om juist hierom den Koning te verheerlijken, dat hij een knieval deed voor de volks- souv-ereiniteit, en hierdoor het intitule, de aanvangsfortiuik' der Belgische Grond wet. verwaarloost, waarin wél staat dat de Koning: regeert, door den wil Van liet volk, doch ook dat hij regeert bij de gratie Gods. Nu «toten wij wel dat: het liberalisme in ïrteer d;ui één land de grondwet zoo.- danig heeft, geschreven ca uitgelegd dat er feitelijk tussclwn het koningschap en de republiek géén verschil bestaat; en dat Inet derhalve een libéraal publicist niet misstaat, wanneer hij een aanhanger van deze revolutionaire leer deswege prijst; maar het gaat toch wel wat al te ver om den Koning van diens liooge standpunt hoven de partijen neer te teek- ken binnen des schrijvers kleine vrijzin nige kringetje, en hem hij 't publiek aan te dienen als den p r i u o i p i e e 1 e n aan hanger van de revolutionaire gedachte, omtrent het Koningschap. Want. de schrijver in H e t Handelsblad zegt eigenlijk: Koning Albert constateert niet dat, helaas! *het verschil tussdhen den republikeioschen en den monarch alen rc- geeringsvorm f e i tel ijk bestaat, neen hij is principieel voorstander en bewon deraar van zoodanig een toestand. Nog eens, wij begrijpen dat een liberaal behoefte heelt een derwijs door hem naar omlaag Betrokken koninklijke figuur he melhoog te verheffen. En wij willen gaarne •gekloven dat hetgeen de schrijver over de persoonlijke opvattingen van dezen con- stitutioneelen vorst zegt waar is. Doc-h dan moetien wij opmerken dat allerminst door ons antirevolutionairen kan worden genoegen genomen met déze verheerlijking van de revolutionaire opvatting van liet Koningschap. Neem uit ons staatsrecht het koning- schap b ij d c gratie -G o d s .weg, en gij hebt. den stevigsten pijler weggezaagd waarop het koninklijk gezag rust. Outleent een vorst zijn gezag niet aan God maar aan een mensch, dan mist hij het récht van ©enig. ander mensoh gehoorzaamheid aan zijn wil en wetten te vórderen. Hier geldt wat zij bet o.ok in ander verband - dezer dagen door D e B t a n d a a r cl werd opgemerkt „De- Overheid mag doen wat anders aan geen mensch tegenover zijn naaste toekomt. Doen wat anders alleen God doet en doen mag. En wat alzoq de Overheid niet kan doen, tenzij door God er toe'gemachtigdEen modernen,sch van zijn vrijheid borooven en gevangen zetten. Een medemiensch een deel van zijn goed afnemen. Een mede mensch ter dood vor- oordeelen. Geen mensch mag een van deze drie dingen aan zijn medemenschen aandoen. Daar niemand onder de kindo ren der menschen het mag, kan ook de eenie mensch er den anderen niet toe machtigen, wijl men, wat men zelf nie/t heeft, gan geen ander geven kan. Het geldt hier drie dingen die alleen in Gods macht staan, zooclat alleen God er clen mensch de bevoegdheid toe kan verleu nen". Hetgeen onder meer zeggen wil dat, indien de Koninklijke macht wordt uitge oefend op gezag van een mensch, 's Koo nings recht .o-iii belasting te .heffen, de rechtspraak te oefenen, .militieplichten op to leggen, over ons goed, lijf en leven te beschikken ernstig kan woeden be twist. Men kan hora wiel gehoorzaamheid bewijzen, doch -alleen voorzoover, en zoo lang uien dit zelf verkiest. Mjaar indien dit zoo is, in wiens naam vorderen clan de vorsten gehoorzaamheid aan hunne ordonnantiën, indien zij hunne macht niet ontleenen aan God den Heeret? Hierop dient geantwoord dat iu den bloeitijd der Christenheid de souvorcini- teit dei' vorsten -afgeleid werd ,uit het Goddelijkgezag, doch op het eind der achttiende eeuw is begonnen ingang te krijgen de stoute leer der Ertansche re,- Volutie flat zij tuin gezag uitoefenen uit kracht van eigen stands- of macihtsbe- rocigdhejd, en het maatschappelijk ver drag. In den grond al even revolutionair als die andere opvatting. Immers ook zij heeft geleid tot velerlei aanmatiging en per soonlijk naar voren treden Van 'den vorst, Hetwelk op gez-agsverzwakking uitliep. Nu Hebben wij ons evenwel te wachten voor begr.i psvervviarring Nooit, aldus de schrijver in H e I. H an,- dels bi,ad, zal Koningi Albert er zich op l-aten. voorstaan dat hij een bijzonder en uitverkoren werktuig is ter bevordering van de «ene of andere bijzondere cul tuur. Eten dergelijke opvatting, herinnerend aan do nu sedert lang .verstorven leer* van bet dro-it clivin, liet godde 1 ijk r'echt der koningen, wordt door geen enkel vorst meer gehuldigd. Misschien z!elfs ook door den Czaar en den Sultan niet meer. Europa telt geen absolute monarchieën méér, doch .slechts constitutioneel©, en voorz-oovér cle vrijzinnigheid zich hier over veirblijdt sluiten wij ons gaarne hier bij aan. Want het „bij- de gratie Gods" drukt een feit uit dat evenzeer liet ab solute, door geen gro-ndwet. gebonden©, als 'hel constitutioneel©, tiet grondwettelijk geregelde koningschap aangaat, en z-oo.- wed voor den rep ublikeinsc'h-en als v,oor den mon-archal-en rege-exingsvorm geldt, namelijk dat h-et volk niet aan eenig mensch maar aan God gehoorzaamheid verschuldigd is en .alleen aan God den tfoere de beschikking over leven en dood toekomt, doch dat God, die in den loop der historie, aanwijst -en 'beschikt door wïien onder d-e mienschen het geziag zal worden uitgeoefend, daarmee aan dien „begenadigde" hetzij Vorst -of President of gezamenlijke Bewindvoerders en wij nemen hierbij Nederland, Frankrijk en Zwitserland ten voorbeeld door d-e formule „B ij de gj r.a t i e G o ds" dui delijk maakt dat zij 't gezag slechts oefe nen in Zijn N.aam, en dies met eerbiedi ging v,an 's v,olks historisch verkregen, vrijheden -en rechten. Maar ook tegelijk het Y-olk in herinnering brengt dat heit den Gezaghebber of Gezaghebbers alleen hierom heeft te gehoorzamen dewijl het door dezen uitgeoefend gezag uit Hem is. Of, gelijk De Standaard bet inder tijd nogeens voor de zo-oveelste maai heeft uitgelegd; God alleen de, O'p per il-eer; bewind en volk saam Hem ver antwoordelijk, voor de waarborging ©ener zijds van volks rechten en vrijheden, andererzijds van orde en welstand, zoo- als de constitutie der Vereenigde .Sta ten van No-ord,-Amerika 'i uitdrukte in de formule: As, God han given' us tlie power to choose our own magistrates, l) Gelijk God ons de macht gegeven heeft Onze eigen overheden te kiezen. en het Amierikaóbisehe volk hiervan tel ken jare op den nationalen Biddag be lijdenis doet. Derhalve ai-el iu de tegenstelling Ko ninkrijk of Republiek of welken regee.- lïngsvorm ligt. op zfijchze-lf het gevaar; maar in -bet vastknoopen. dezer tegen stelling .aan die van Souvereiniteit Gods en Volkssouvercmiteit, of, duidelijker, in de. tweeërlei bewering, in België van den Vorst, in Amerika van bet Volk: liet gezag door mij geoefend heb ik pit mij zelf of: van God ontvangen. Verschil. Men kan op minstens tweeërlei wijze een minister 'de waarheid zeggen. Men kan 't do-en breedsprakig en phiimstrijkerig ot nijdig en stekelig. -Een voorbeeld van het eerste geeft; Het Vaderland: (lib.) „Het Kabinet 'heeft zeker een -e liwcU g -o 1 u k k i g e k -e u z e g e d a a n t o e n het, na het verhuizen van Treub van Landbouw naar Financiën, voor eerst genoemd Departement P os t b u m a tot hoof d a a n d e K r o o n v o o r- droeg. De heer Posthuma stond reeds uit zijn vorigen werkkring bekend als' een man van groot organisatorisch ta lent en buitengewone werkkracht, cu de wijze, waarop hij bij het economisch debat in de Kamer is opgetreden, heeft doen zien dal hij. aan gtoote zaakkennis paart d-e gave om helder en gemakke lijk voor den dag te brengen het hoe en waarom hij iets deed. Edoch, „quan- doquo 'bonus dor.mitat Homerus", en leen van die ongelukkige oogenbiikkén heeft Z.Eixc.. naar liet ons voorkomt gehad, toen hij zijne circulaire aan do burgemeesters' uitvaardigde, in zake het verstrekken van sommige levens middelen tegen vormnulercteu prij's aan pn- en minvermogenden. Hot is waar schijnlijk dat de Minister bij die circu laire do -oogten eerst zoo wijd op-en h-eeft gehad voor den nood van de on- minvermogenden, dat hem bij het zin nen op oen middel om daaraan tege moet la komen, deze even zijn toege vallen, waardoor hij momenteel blind Wierd voor de bezwaren. „....Maar, waar niemand deze circu laire verdedigt -of verdedigen, kan. zou den wijlde vraag 'willenistell-enWaarom is ze (nog niet ingetrokken? lederen dag, dat zij 'nog in leven blijft wekt zij ver wachtingen op-, die niet kunnen woe lden verwezenlijkt, en dat is hot aller gevaarlijkst wat in deze moeilijke tijden kan gebeuren. En aan die verwachtin gen kan maar op ééne wijze afdoende -d-e kop worden ingedrukt. Dat kan niet geschieden door ze stilletjes te lateu liggen, maar wel door het manlijk en openlijk woord van den Minister, dat hij ze intrekt. Nu weten wij wel dat er, v-ooral voor een minister iets onaan genaams in die bekentenis ligt, maar -niémand minder dan Treub heeft ivu- tauers verklaard, dat. h-et niet kon uit blijven of er zouden bijl het nemen van de maatregelen door den nood der tijlden vereischt fouten moeten wor den begaan." Aan liet tweede gaat mank de volgende critiek van D o G o e s c h e Co n r a n f (ook lib.): „Slecht Beheer aan Lantl- b o ui w. Do Minister van Landbouw, de beer Posthuma, is, daarvan kan men 'thans w-el overtuigd zijn, ge-en aan winst voor het Kabinet-Cort van der Linden gebleken. Men heeft leien heter Posthuma een Minister voor cle landbouwers,niet een Minister van Landbouw geheetenHet oordeel was niet bijster vleiend, doch wij kunnen z-eggenhiji heeft hot er naar gemaakt en maakt het er dagelijks nog naar. Terwijl de groot© massa des volks onder de huidige tijdsomstandigheden lijdt, blijft, deze Minister door zijn maat regelen een klein© categorie bevooi!- deelen. En, hoe hard de uitspraak aio- jgie wezen: door deze maatregelen toe te laten, laadt het gansche Kabinet de schuld op zich. Nu nemen wij voet stoots aan, dat d-e Minister onder de- dure tijden persoonlijk niet lie t zwaarst lijdt, maar als hij de demo craat. is, v o o r w i e n h ij g a a r n e lwe'nacht d o o r t e gaan, dan zou hij toch beter doen, zijn oor eens bij bet volle to luisteren te leggen. Want dat volk -en een vrijjzi mug-demo craat als d-e heer Posthuma dient zulks te we iben is ©r absoluut niet mee inge nomen, dat. aan enkelen in deze moei lijke tijdsomstandigheden de winsten ten deel vallen; dat volk vindt zulks zelfs zeer o n democratisch 1). Waar het brood zóó duur werd, zou het althans voor de massa een troost kunnen zijn, zoo cle aardappelen goedkoop blnvén. Doch daartegen verzet zich de v r ij z i n n i g-cl e m o c r a t i e d e s h e e- ren Po s t h um a. blijkbaar. Wie ck) belangen van enkelen kont uit persoon lijke ervaring, ziet de belangen van de massa over het hoofd, o ok a 1 is m o n v r ij zinnig -en ook al duidt men deze vrijzinnigheid naclor aan door het 'epitheton „democratisch". „Minister Posthuma zal zijn roeping als N-eclerlandsch bewindsman nog moe ten leeren verstaan." Natuurlijk is nog -een dercle manier mo gelijk, die den -minister allicht aangena mer ware geweest. Overigens, wanneer de minister enkele door ons gespatieerde opmerkingen bui len rekening laat, komt er allicht uit deze tweeërlei critiek wel iets goeds voort'. Omdat -er he-ol veel van aan is. De schrijver wraakt den uitvoer van var- kensvleesch en aardappelen, en de duurte van deze en van het; brood. Beknopt overzicht van den toestand. Over 't -algemeen is de oorlog in een toestand van steeds dieper inzinkende ma laise gekomen. Men mag dit afleiden uit het feit, dat -er van hef oorlogsterreiu steeds meer omvangrijke, en tegelijk niets zeggende berichten komen. Op do meeste plaatsen bepalen de gevechten zich tot iU'fciJleri-eduels. 'Het loont de moeite van lezen niet, en van onthouden nog min der, dat cle Erauschen heden een loopgraaf veroverden, welke door cle Duitschers weer heroverd werd; dat Fr.ansche aan vatten hevig waren, doch zonclec be kend of 'betrouwbaar resultaat hieven; dat be-icle partijen in negen van de tien gevallen staande houden dat elk vooï züch de overwinning behaalde. Overigens' mag als vaststaand worden aangenomen dat beide partijen wachten op buitenge wone versterkingen en dat die, welke; het -eerst de versterkingen ontvangt, haa.it slag sjaail zal. Bij de Duitschers schijnt de moed er nog niet uit te zijn. E-en En gel sch -officier schreef dezler cl-agen aan zijn ouders te Amsterdam dat zij bij al hun aanvallen met ongehoorde doodsver achting, zingende, schouder aan schou der oprukken, onder het dooden.de in fanterie,- en artillerievuur der Engelschen,. En cl© Fransche generale staf rapporteer de nog dezer dagen dat cle Duitschers geen off-el's sparen zelfs voor het minst beduidende plaatselijk succes! Men vraagt zich dan ook of bij der gelijke ervaringen, hoe huig de-zie oorlog n-og wel z-al kunnen duren Aan h«t Oostelijk front heerscht over 't-algemeen dezelfde lusteloosheid als aan het Westelijk front. Toch voor beide geldt een uitzondering. In liet Westen wordt hardnekkig gestreden o-m het terrein tus- schen Maas -en Moezelen zoo blijft iu liet Oosten do krijg voortduren in de K-ar- pathen, waar cle beide legers trachten; eikaars vleugels om te trekken. Tot nog toe zijn de Russen aan de verliezende) band. Reeds waren zij op een der passen een eind gevorderd, toen de Duitscbeirs te hulp schoten en hen terugdreven. Dieig tengevolge moesten dezen in den Poly,- anka-pas blijven staan en behielden cle Oostenrijkers het op de zuidelijke helling; v-an den pas gelegen Bartfeld. Ook ten oosten van clen Oeszok'pus wer den zij teruggedreven, ten gevolge waar van de Oostenrijkers thans in Oost^-Gali- cië zijn doorgedrongen tot Stry, eo-u plaatsje tan Noordwesten van Stanislau, welke laatstgenoemde plaats de Russen hebben moeten verlaten- Slagen de Oos tenrijkers -er in van daar voort te ruk,- ken, dan is de kans op een. omtrekkende beweging .-hunnerzijds groot, cn moeten do Russen hunne -aanvallen hi de Kar.- pathen .staken. In Dolen, -aan clen boog iussclien War schau en Krakau. schijnt werkeloosheid te 'heerechen; A'on Hindenburg heeft om d'rieho-ndc.rdduizend man gevraagd; wel ke hij- noodig heeft om daar zijn slag te slaan. iDe Russische generalissimus, Nicolaasl Nicolaaszoon, lijdt aan kanker. Als 't waait is, ,zou dit voor het Russische leger een zware slag zijn. Er valt veel sneeuw. Een dagboek uit Memel. De Königsherger Hartungsche Zeitung bevat een dagboek van een inwoner van Memel, waaraan we het volgende ontlee nen Prijs der Advertentiën: 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 et. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bg abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1.»- iedere regel meer 10 ct. Zondag 21 Maart. Kerktijd, (teen klok luidt ,geen kerkganger te zien. Eenigia angstige groepjes staan voor de huisdeuren ou bespreken de gebeurtenissen van den verloopen nacht en dag. Van twee. tot vier uur 's middags weer 't akelige, ze- umvpijnigendo geschiet in de straten. YVat bcduicit het nu nog, nu het verkeer ge regeld is? Blijkbaar heeft het ten doel allen van de straat te houden. Waarom? Hebben de Russen iets te vreezen? Hoe veel slachtoffers mag dit krakzinnig ge schiet al reeds gekost hebben? Ook na vier uur loopen patrouilles rond, welke ieder aanroepen, die zicli op straat ver- loont. Als men niet onmiddellijk stilstaat, knalt een schot. Vijf uur. Ik meen, dat ik een dof ge dreun hoor. Hot zal wol zelfbedrog zijn. De razende storm wekt fantisi-e-ëii. Daar is het gedreun weer. Neen dat is gteeu verbeelding. Ik storm de trap op en open een dakvenster. Werkelijk, zuidoostelijk van Memel, nauwelijks een mijl weg, ka nongebuldcr. Komt er verlossing? Wij vat ten weer hoop. Om zes uur is liet geheel, stil. Alleen de wind huilt en drijft gewel dige sneeuwvlokken uit het Zuidwesten voor zich uit. Afschuwelijk weer. Zooeven zag ik drie Kozakken dood op hun ge mak door de straten rijden. Snel valt 't donker in. Iu gespannen aandacht blijven wij iu het duister zitten. Thans even, na zeven uur rollend geweervuur. Ge schreeuw in de straten. Vlet geschreeuw wordt heviger. Ik open een venster aan den achterkant van hel huis. Duidelijk hoor ik hoera-geroep. Steeds luider hoera. Duitsche trompetten hoor ik schetteren. Hoera de onzen zij-u gekomen. Snel vertel ik het aan d-e mijnen. Eu dan de andere bewoners van het huis. Het geweervuur rolt nu aanhoudend. Als katten sluipen onze dapperen langs de muren voorwaarts. Wie van de Russen tegenstand wil bieden, wordt, neergelegd. Onweerstaanbaar stormen onze soldaten de straten langs naar het station, naar de loeten en de kazerne. Waar de Rus sen zich genesteld hebben, worden zij door snelvuur spoedig opgejaagd én neer geschoten. Op het station worden veel burgers, gewondenverplegingspersoneel uit het seminarium, dat als hospitaal diende, bevrijd. Men had ze daarheen ge dreven om ze weg le voeren. Plotseling klinkt uit de- Alexanderstrass© geweer vuur. Geschreeuw en commando-stemmen. Om negen uur weer geweervuur in ver schillende gedeelten van cle stad. Na 10 uur gezang in de Libauer Strasse „Die Wacht am Rhein". Ik Memel bevrijd? Steeds hoort men wéér geschiet. Niemand waagt zich naar buiten. Den anderen morgen, bij liet aanbre ken van clen dag, zij-n wij al op de been. Memel is vrij! Ik ,ga naar de Libauer Strasse. Het eerste waarop mijn oog valt, zijn dood© Russen. Er liggen ér vele, de meesten zijn door 'thoofd of door do borst geschoten. Met gebroken oogen in bloedplassen staren ze in de wilde wol ken. die nog steeds dooi- den storm wor den opgejaagd. Een Rus heeft de kogel den geheel-en schedel weggenomen. Een; gruwelijk gezicht. Op een andere plaats weer ligt naast een doodgeschoten paard een Jtussi'sch onderofficier, heel jong nóg. Hij is dapper geweest, zeggen onze sol daten. Tot op het laatste oogenblik heeft hij van zijn paard af op hen geschoten. Wat verder liggen de lijken van burgers, mannen, vrouwen en Kinderen. Vrienden en bekenden ontmoeten' ef- icaar op de pleinen. Velen wenschen el kaar geluk met de bevrijding uit de ge vangenschap, die zij vier dagen lang on dergaan hebben. Vlaggen worden uitge stoken, de soldaten onthaald, zoo goed het gaat. Brandschade is nergens ontstaan in Memel, daarvoor hadden de Russen geen- tijd. Slechts de hoeve Althoff is geheel verbrand. Veel vee is daarbij om gekomen. Tot nog toe heeft men 30 doo- clen onder de burgerlijke, bevolking ge teld. Hoeveel er weggevoerd zijn weet ik nog niet. (Naar aanleiding van bovenstaande mededeeling zij herinnerd aan het offi- cieele bericht, dat in den kreits Memel behalve het goed Althof ook twee dorpen verwoest zijn en het totaal der verbrande gebouwen 207 bedraagt. Medegenomen door de Bassen werden 458 personen, waaronder 189 vrouwen en honderd kin deren; gewond werden 43, gedood 63 per sonen. Óp veertien vrouwen werd geweld gepleegd. Verbrand of medegevoerd wer den. 600 paaiden, 1300 stuks rundvee, 600 varkens, 4500 schapen, 4600 ton rogge, 300 ton haver, 60 ton gerst, 175 ton klaver. Red.) Aan het Yser-front. Toen het Belgische veldleger, na zijn terugtocht uit Antwerpen de opdracht kreeg den linkervleugel der hohdgenootm voor een omtrekking te behoeden en den

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1