No. 165
Donderdag 15 April 1915
39e Jaargang
Bi] de gratie Gods.
De Groofe Oorlog.
Uitgave van
de NaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN *E VORSTSTRAAT 219,
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURS,
Drukkers:
Oosterbaan Le Oointro - Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
,0.05
Dt redactie van Het Ha n d e 1 s b 1 a d
wijdde op diens verjaardag een wamv-
deeringsvoJ artikel aan Koning Albert.
.4]wat de schrijver voor sympathieks zegt
aan het adres van dezen Vorst, zijn gade,
zijn Hu is en zijn Y olk is ons als uit
het hart gegrepen. Doch togen ééne tirade!
in Het artikel moeten >vij opkomen.
De schrijver zegt
...Hef bleek al spoedig na zijn troons,-
hestijging dal Koning Albert een zeer
bijzondér soort varst is, dat hij
nooit zat spreken van zijn „Gottesgnaden-
lurn". of er zich op zal laten voorstaan
dat hij een bijzonder en. uitverkoren werk
tuig is in Gods hand.... maar dat hij
integendeel een zeer moderne, bijna, zou
men kunnen zeggen democratische opvat
ting hoeft van het koningschap. Princi
pieelziet de Koning geen ver
schil tiissrheïi dien republi-
keinschcii en den m on aroli al e n
regeer in igs vo'r ui. en hij zou zelfs
het invoeren van een socialistiselhon staat
heel goed vereenigbaar achten methet
voortbestaan van de monarchie".
Tegen deze teekeniiig. aangenomen dat
zij juist is. hebben wij bezwaar. In de
eerste plaats omdat zij aile andere mo
tieven tot verheerlijking van Koning Al
bert om verwerpt.. Immers alle deugden dia
itezen Vprsl. blijken Ie sieren vallen weg
bij die ©ene fout, welke Koning Albert
in bovenstaande, als verheerlijking be,
doelde. Woorden wordt] ten laste gelegd:
dat hij niet voel opheeft met zijn ko.-
ningscli-ap hij de gratie Gods
dooi' den schrijve,r ©enigszins v'eiikleinend
..Godsgenudendom" genoemd - en zelfs
zijn goddelijke roeping demvijs miskent
dat hij: geen verschil ziet tussohen het
koning zijn of president zijn ©ener repu
bliek. En in de tweede plaats verzetten
wij ons feigen deze teekening omdat en
in doorstraalt een aanleiding om juist
hierom den Koning te verheerlijken,
dat hij een knieval deed voor de volks-
souv-ereiniteit, en hierdoor het intitule,
de aanvangsfortiuik' der Belgische Grond
wet. verwaarloost, waarin wél staat dat
de Koning: regeert, door den wil Van liet
volk, doch ook dat hij regeert bij de
gratie Gods.
Nu «toten wij wel dat: het liberalisme
in ïrteer d;ui één land de grondwet zoo.-
danig heeft, geschreven ca uitgelegd dat
er feitelijk tussclwn het koningschap en
de republiek géén verschil bestaat; en
dat Inet derhalve een libéraal publicist
niet misstaat, wanneer hij een aanhanger
van deze revolutionaire leer deswege
prijst; maar het gaat toch wel wat al
te ver om den Koning van diens liooge
standpunt hoven de partijen neer te teek-
ken binnen des schrijvers kleine vrijzin
nige kringetje, en hem hij 't publiek aan
te dienen als den p r i u o i p i e e 1 e n aan
hanger van de revolutionaire gedachte,
omtrent het Koningschap. Want. de
schrijver in H e t Handelsblad zegt
eigenlijk: Koning Albert constateert niet
dat, helaas! *het verschil tussdhen den
republikeioschen en den monarch alen rc-
geeringsvorm f e i tel ijk bestaat, neen hij
is principieel voorstander en bewon
deraar van zoodanig een toestand.
Nog eens, wij begrijpen dat een liberaal
behoefte heelt een derwijs door hem naar
omlaag Betrokken koninklijke figuur he
melhoog te verheffen. En wij willen gaarne
•gekloven dat hetgeen de schrijver over
de persoonlijke opvattingen van dezen con-
stitutioneelen vorst zegt waar is. Doc-h
dan moetien wij opmerken dat allerminst
door ons antirevolutionairen kan worden
genoegen genomen met déze verheerlijking
van de revolutionaire opvatting van liet
Koningschap.
Neem uit ons staatsrecht het koning-
schap b ij d c gratie -G o d s .weg, en
gij hebt. den stevigsten pijler weggezaagd
waarop het koninklijk gezag rust.
Outleent een vorst zijn gezag niet aan
God maar aan een mensch, dan mist
hij het récht van ©enig. ander mensoh
gehoorzaamheid aan zijn wil en wetten
te vórderen.
Hier geldt wat zij bet o.ok in ander
verband - dezer dagen door D e
B t a n d a a r cl werd opgemerkt
„De- Overheid mag doen wat anders
aan geen mensch tegenover zijn naaste
toekomt. Doen wat anders alleen God
doet en doen mag. En wat alzoq de
Overheid niet kan doen, tenzij door God
er toe'gemachtigdEen modernen,sch van
zijn vrijheid borooven en gevangen zetten.
Een medemiensch een deel van zijn goed
afnemen. Een mede mensch ter dood vor-
oordeelen. Geen mensch mag een van
deze drie dingen aan zijn medemenschen
aandoen. Daar niemand onder de kindo
ren der menschen het mag, kan ook de
eenie mensch er den anderen niet toe
machtigen, wijl men, wat men zelf nie/t
heeft, gan geen ander geven kan. Het
geldt hier drie dingen die alleen in Gods
macht staan, zooclat alleen God er clen
mensch de bevoegdheid toe kan verleu
nen".
Hetgeen onder meer zeggen wil dat,
indien de Koninklijke macht wordt uitge
oefend op gezag van een mensch, 's Koo
nings recht .o-iii belasting te .heffen, de
rechtspraak te oefenen, .militieplichten op
to leggen, over ons goed, lijf en leven
te beschikken ernstig kan woeden be
twist. Men kan hora wiel gehoorzaamheid
bewijzen, doch -alleen voorzoover, en zoo
lang uien dit zelf verkiest.
Mjaar indien dit zoo is, in wiens naam
vorderen clan de vorsten gehoorzaamheid
aan hunne ordonnantiën, indien zij hunne
macht niet ontleenen aan God den
Heeret?
Hierop dient geantwoord dat iu den
bloeitijd der Christenheid de souvorcini-
teit dei' vorsten -afgeleid werd ,uit het
Goddelijkgezag, doch op het eind der
achttiende eeuw is begonnen ingang te
krijgen de stoute leer der Ertansche re,-
Volutie flat zij tuin gezag uitoefenen uit
kracht van eigen stands- of macihtsbe-
rocigdhejd, en het maatschappelijk ver
drag.
In den grond al even revolutionair als
die andere opvatting. Immers ook zij heeft
geleid tot velerlei aanmatiging en per
soonlijk naar voren treden Van 'den vorst,
Hetwelk op gez-agsverzwakking uitliep.
Nu Hebben wij ons evenwel te wachten
voor begr.i psvervviarring
Nooit, aldus de schrijver in H e I. H an,-
dels bi,ad, zal Koningi Albert er zich
op l-aten. voorstaan dat hij een bijzonder
en uitverkoren werktuig is ter bevordering
van de «ene of andere bijzondere cul
tuur.
Eten dergelijke opvatting, herinnerend
aan do nu sedert lang .verstorven leer*
van bet dro-it clivin, liet godde 1 ijk
r'echt der koningen, wordt door geen
enkel vorst meer gehuldigd. Misschien
z!elfs ook door den Czaar en den Sultan
niet meer.
Europa telt geen absolute monarchieën
méér, doch .slechts constitutioneel©, en
voorz-oovér cle vrijzinnigheid zich hier
over veirblijdt sluiten wij ons gaarne hier
bij aan. Want het „bij- de gratie Gods"
drukt een feit uit dat evenzeer liet ab
solute, door geen gro-ndwet. gebonden©,
als 'hel constitutioneel©, tiet grondwettelijk
geregelde koningschap aangaat, en z-oo.-
wed voor den rep ublikeinsc'h-en als v,oor
den mon-archal-en rege-exingsvorm geldt,
namelijk dat h-et volk niet aan eenig
mensch maar aan God gehoorzaamheid
verschuldigd is en .alleen aan God den
tfoere de beschikking over leven en dood
toekomt, doch dat God, die in den loop
der historie, aanwijst -en 'beschikt door
wïien onder d-e mienschen het geziag zal
worden uitgeoefend, daarmee aan dien
„begenadigde" hetzij Vorst -of President
of gezamenlijke Bewindvoerders en
wij nemen hierbij Nederland, Frankrijk
en Zwitserland ten voorbeeld door
d-e formule „B ij de gj r.a t i e G o ds" dui
delijk maakt dat zij 't gezag slechts oefe
nen in Zijn N.aam, en dies met eerbiedi
ging v,an 's v,olks historisch verkregen,
vrijheden -en rechten. Maar ook tegelijk
het Y-olk in herinnering brengt dat heit
den Gezaghebber of Gezaghebbers alleen
hierom heeft te gehoorzamen dewijl het
door dezen uitgeoefend gezag uit Hem is.
Of, gelijk De Standaard bet inder
tijd nogeens voor de zo-oveelste maai
heeft uitgelegd; God alleen de, O'p per
il-eer; bewind en volk saam Hem ver
antwoordelijk, voor de waarborging ©ener
zijds van volks rechten en vrijheden,
andererzijds van orde en welstand, zoo-
als de constitutie der Vereenigde .Sta
ten van No-ord,-Amerika 'i uitdrukte in
de formule: As, God han given' us tlie
power to choose our own magistrates,
l) Gelijk God ons de macht gegeven heeft
Onze eigen overheden te kiezen.
en het Amierikaóbisehe volk hiervan tel
ken jare op den nationalen Biddag be
lijdenis doet.
Derhalve ai-el iu de tegenstelling Ko
ninkrijk of Republiek of welken regee.-
lïngsvorm ligt. op zfijchze-lf het gevaar;
maar in -bet vastknoopen. dezer tegen
stelling .aan die van Souvereiniteit Gods
en Volkssouvercmiteit, of, duidelijker, in
de. tweeërlei bewering, in België van den
Vorst, in Amerika van bet Volk: liet
gezag door mij geoefend heb ik pit mij
zelf of: van God ontvangen.
Verschil.
Men kan op minstens tweeërlei wijze
een minister 'de waarheid zeggen. Men kan
't do-en breedsprakig en phiimstrijkerig ot
nijdig en stekelig.
-Een voorbeeld van het eerste geeft;
Het Vaderland: (lib.)
„Het Kabinet 'heeft zeker een -e liwcU
g -o 1 u k k i g e k -e u z e g e d a a n t o e n
het, na het verhuizen van Treub van
Landbouw naar Financiën, voor eerst
genoemd Departement P os t b u m a
tot hoof d a a n d e K r o o n v o o r-
droeg. De heer Posthuma stond reeds
uit zijn vorigen werkkring bekend als'
een man van groot organisatorisch ta
lent en buitengewone werkkracht, cu
de wijze, waarop hij bij het economisch
debat in de Kamer is opgetreden, heeft
doen zien dal hij. aan gtoote zaakkennis
paart d-e gave om helder en gemakke
lijk voor den dag te brengen het hoe
en waarom hij iets deed. Edoch, „quan-
doquo 'bonus dor.mitat Homerus", en
leen van die ongelukkige oogenbiikkén
heeft Z.Eixc.. naar liet ons voorkomt
gehad, toen hij zijne circulaire aan do
burgemeesters' uitvaardigde, in zake
het verstrekken van sommige levens
middelen tegen vormnulercteu prij's aan
pn- en minvermogenden. Hot is waar
schijnlijk dat de Minister bij die circu
laire do -oogten eerst zoo wijd op-en
h-eeft gehad voor den nood van de on-
minvermogenden, dat hem bij het zin
nen op oen middel om daaraan tege
moet la komen, deze even zijn toege
vallen, waardoor hij momenteel blind
Wierd voor de bezwaren.
„....Maar, waar niemand deze circu
laire verdedigt -of verdedigen, kan. zou
den wijlde vraag 'willenistell-enWaarom
is ze (nog niet ingetrokken? lederen dag,
dat zij 'nog in leven blijft wekt zij ver
wachtingen op-, die niet kunnen woe
lden verwezenlijkt, en dat is hot aller
gevaarlijkst wat in deze moeilijke tijden
kan gebeuren. En aan die verwachtin
gen kan maar op ééne wijze afdoende
-d-e kop worden ingedrukt. Dat kan niet
geschieden door ze stilletjes te lateu
liggen, maar wel door het manlijk en
openlijk woord van den Minister, dat
hij ze intrekt. Nu weten wij wel dat er,
v-ooral voor een minister iets onaan
genaams in die bekentenis ligt, maar
-niémand minder dan Treub heeft ivu-
tauers verklaard, dat. h-et niet kon uit
blijven of er zouden bijl het nemen van
de maatregelen door den nood der
tijlden vereischt fouten moeten wor
den begaan."
Aan liet tweede gaat mank de volgende
critiek van D o G o e s c h e Co n r a n f
(ook lib.):
„Slecht Beheer aan Lantl-
b o ui w. Do Minister van Landbouw, de
beer Posthuma, is, daarvan kan men
'thans w-el overtuigd zijn, ge-en aan
winst voor het Kabinet-Cort
van der Linden gebleken. Men heeft
leien heter Posthuma een Minister voor
cle landbouwers,niet een Minister van
Landbouw geheetenHet oordeel was
niet bijster vleiend, doch wij kunnen
z-eggenhiji heeft hot er naar gemaakt
en maakt het er dagelijks nog naar.
Terwijl de groot© massa des volks
onder de huidige tijdsomstandigheden
lijdt, blijft, deze Minister door zijn maat
regelen een klein© categorie bevooi!-
deelen. En, hoe hard de uitspraak aio-
jgie wezen: door deze maatregelen toe
te laten, laadt het gansche Kabinet de
schuld op zich. Nu nemen wij voet
stoots aan, dat d-e Minister onder de-
dure tijden persoonlijk niet lie t
zwaarst lijdt, maar als hij de demo
craat. is, v o o r w i e n h ij g a a r n e
lwe'nacht d o o r t e gaan, dan zou
hij toch beter doen, zijn oor eens bij
bet volle to luisteren te leggen. Want dat
volk -en een vrijjzi mug-demo craat als
d-e heer Posthuma dient zulks te we
iben is ©r absoluut niet mee inge
nomen, dat. aan enkelen in deze moei
lijke tijdsomstandigheden de winsten ten
deel vallen; dat volk vindt zulks zelfs
zeer o n democratisch 1). Waar het
brood zóó duur werd, zou het althans
voor de massa een troost kunnen zijn,
zoo cle aardappelen goedkoop blnvén.
Doch daartegen verzet zich de
v r ij z i n n i g-cl e m o c r a t i e d e s h e e-
ren Po s t h um a. blijkbaar. Wie ck)
belangen van enkelen kont uit persoon
lijke ervaring, ziet de belangen van de
massa over het hoofd, o ok a 1 is m o n
v r ij zinnig -en ook al duidt men deze
vrijzinnigheid naclor aan door het
'epitheton „democratisch".
„Minister Posthuma zal zijn roeping
als N-eclerlandsch bewindsman nog moe
ten leeren verstaan."
Natuurlijk is nog -een dercle manier mo
gelijk, die den -minister allicht aangena
mer ware geweest.
Overigens, wanneer de minister enkele
door ons gespatieerde opmerkingen bui
len rekening laat, komt er allicht uit deze
tweeërlei critiek wel iets goeds voort'.
Omdat -er he-ol veel van aan is.
De schrijver wraakt den uitvoer van var-
kensvleesch en aardappelen, en de duurte van
deze en van het; brood.
Beknopt overzicht van den toestand.
Over 't -algemeen is de oorlog in een
toestand van steeds dieper inzinkende ma
laise gekomen. Men mag dit afleiden uit
het feit, dat -er van hef oorlogsterreiu
steeds meer omvangrijke, en tegelijk niets
zeggende berichten komen. Op do meeste
plaatsen bepalen de gevechten zich tot
iU'fciJleri-eduels. 'Het loont de moeite van
lezen niet, en van onthouden nog min
der, dat cle Erauschen heden een loopgraaf
veroverden, welke door cle Duitschers
weer heroverd werd; dat Fr.ansche aan
vatten hevig waren, doch zonclec be
kend of 'betrouwbaar resultaat hieven;
dat be-icle partijen in negen van de tien
gevallen staande houden dat elk vooï
züch de overwinning behaalde. Overigens'
mag als vaststaand worden aangenomen
dat beide partijen wachten op buitenge
wone versterkingen en dat die, welke;
het -eerst de versterkingen ontvangt, haa.it
slag sjaail zal. Bij de Duitschers schijnt
de moed er nog niet uit te zijn. E-en En
gel sch -officier schreef dezler cl-agen aan
zijn ouders te Amsterdam dat zij bij al
hun aanvallen met ongehoorde doodsver
achting, zingende, schouder aan schou
der oprukken, onder het dooden.de in
fanterie,- en artillerievuur der Engelschen,.
En cl© Fransche generale staf rapporteer
de nog dezer dagen dat cle Duitschers
geen off-el's sparen zelfs voor het minst
beduidende plaatselijk succes!
Men vraagt zich dan ook of bij der
gelijke ervaringen, hoe huig de-zie oorlog
n-og wel z-al kunnen duren
Aan h«t Oostelijk front heerscht over
't-algemeen dezelfde lusteloosheid als aan
het Westelijk front. Toch voor beide geldt
een uitzondering. In liet Westen wordt
hardnekkig gestreden o-m het terrein tus-
schen Maas -en Moezelen zoo blijft iu liet
Oosten do krijg voortduren in de K-ar-
pathen, waar cle beide legers trachten;
eikaars vleugels om te trekken. Tot nog
toe zijn de Russen aan de verliezende)
band. Reeds waren zij op een der passen
een eind gevorderd, toen de Duitscbeirs
te hulp schoten en hen terugdreven. Dieig
tengevolge moesten dezen in den Poly,-
anka-pas blijven staan en behielden cle
Oostenrijkers het op de zuidelijke helling;
v-an den pas gelegen Bartfeld.
Ook ten oosten van clen Oeszok'pus wer
den zij teruggedreven, ten gevolge waar
van de Oostenrijkers thans in Oost^-Gali-
cië zijn doorgedrongen tot Stry, eo-u
plaatsje tan Noordwesten van Stanislau,
welke laatstgenoemde plaats de Russen
hebben moeten verlaten- Slagen de Oos
tenrijkers -er in van daar voort te ruk,-
ken, dan is de kans op een. omtrekkende
beweging .-hunnerzijds groot, cn moeten
do Russen hunne -aanvallen hi de Kar.-
pathen .staken.
In Dolen, -aan clen boog iussclien War
schau en Krakau. schijnt werkeloosheid
te 'heerechen; A'on Hindenburg heeft om
d'rieho-ndc.rdduizend man gevraagd; wel
ke hij- noodig heeft om daar zijn slag
te slaan.
iDe Russische generalissimus, Nicolaasl
Nicolaaszoon, lijdt aan kanker. Als 't waait
is, ,zou dit voor het Russische leger een
zware slag zijn.
Er valt veel sneeuw.
Een dagboek uit Memel.
De Königsherger Hartungsche Zeitung
bevat een dagboek van een inwoner van
Memel, waaraan we het volgende ontlee
nen
Prijs der Advertentiën:
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 et.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bg abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.»-
iedere regel meer 10 ct.
Zondag 21 Maart. Kerktijd, (teen klok
luidt ,geen kerkganger te zien. Eenigia
angstige groepjes staan voor de huisdeuren
ou bespreken de gebeurtenissen van den
verloopen nacht en dag. Van twee. tot
vier uur 's middags weer 't akelige, ze-
umvpijnigendo geschiet in de straten. YVat
bcduicit het nu nog, nu het verkeer ge
regeld is? Blijkbaar heeft het ten doel
allen van de straat te houden. Waarom?
Hebben de Russen iets te vreezen? Hoe
veel slachtoffers mag dit krakzinnig ge
schiet al reeds gekost hebben? Ook na
vier uur loopen patrouilles rond, welke
ieder aanroepen, die zicli op straat ver-
loont. Als men niet onmiddellijk stilstaat,
knalt een schot.
Vijf uur. Ik meen, dat ik een dof ge
dreun hoor. Hot zal wol zelfbedrog zijn.
De razende storm wekt fantisi-e-ëii. Daar
is het gedreun weer. Neen dat is gteeu
verbeelding. Ik storm de trap op en open
een dakvenster. Werkelijk, zuidoostelijk
van Memel, nauwelijks een mijl weg, ka
nongebuldcr. Komt er verlossing? Wij vat
ten weer hoop. Om zes uur is liet geheel,
stil. Alleen de wind huilt en drijft gewel
dige sneeuwvlokken uit het Zuidwesten
voor zich uit. Afschuwelijk weer. Zooeven
zag ik drie Kozakken dood op hun ge
mak door de straten rijden. Snel valt 't
donker in. Iu gespannen aandacht blijven
wij iu het duister zitten. Thans even,
na zeven uur rollend geweervuur. Ge
schreeuw in de straten. Vlet geschreeuw
wordt heviger. Ik open een venster aan
den achterkant van hel huis. Duidelijk
hoor ik hoera-geroep. Steeds luider hoera.
Duitsche trompetten hoor ik schetteren.
Hoera de onzen zij-u gekomen.
Snel vertel ik het aan d-e mijnen. Eu
dan de andere bewoners van het huis.
Het geweervuur rolt nu aanhoudend. Als
katten sluipen onze dapperen langs de
muren voorwaarts. Wie van de Russen
tegenstand wil bieden, wordt, neergelegd.
Onweerstaanbaar stormen onze soldaten
de straten langs naar het station, naar
de loeten en de kazerne. Waar de Rus
sen zich genesteld hebben, worden zij
door snelvuur spoedig opgejaagd én neer
geschoten. Op het station worden veel
burgers, gewondenverplegingspersoneel
uit het seminarium, dat als hospitaal
diende, bevrijd. Men had ze daarheen ge
dreven om ze weg le voeren. Plotseling
klinkt uit de- Alexanderstrass© geweer
vuur. Geschreeuw en commando-stemmen.
Om negen uur weer geweervuur in ver
schillende gedeelten van cle stad. Na 10
uur gezang in de Libauer Strasse „Die
Wacht am Rhein". Ik Memel bevrijd?
Steeds hoort men wéér geschiet. Niemand
waagt zich naar buiten.
Den anderen morgen, bij liet aanbre
ken van clen dag, zij-n wij al op de been.
Memel is vrij! Ik ,ga naar de Libauer
Strasse. Het eerste waarop mijn oog valt,
zijn dood© Russen. Er liggen ér vele,
de meesten zijn door 'thoofd of door do
borst geschoten. Met gebroken oogen in
bloedplassen staren ze in de wilde wol
ken. die nog steeds dooi- den storm wor
den opgejaagd. Een Rus heeft de kogel
den geheel-en schedel weggenomen. Een;
gruwelijk gezicht. Op een andere plaats
weer ligt naast een doodgeschoten paard
een Jtussi'sch onderofficier, heel jong nóg.
Hij is dapper geweest, zeggen onze sol
daten. Tot op het laatste oogenblik heeft
hij van zijn paard af op hen geschoten.
Wat verder liggen de lijken van burgers,
mannen, vrouwen en Kinderen.
Vrienden en bekenden ontmoeten' ef-
icaar op de pleinen. Velen wenschen el
kaar geluk met de bevrijding uit de ge
vangenschap, die zij vier dagen lang on
dergaan hebben. Vlaggen worden uitge
stoken, de soldaten onthaald, zoo goed
het gaat. Brandschade is nergens ontstaan
in Memel, daarvoor hadden de Russen
geen- tijd. Slechts de hoeve Althoff is
geheel verbrand. Veel vee is daarbij om
gekomen. Tot nog toe heeft men 30 doo-
clen onder de burgerlijke, bevolking ge
teld. Hoeveel er weggevoerd zijn weet ik
nog niet.
(Naar aanleiding van bovenstaande
mededeeling zij herinnerd aan het offi-
cieele bericht, dat in den kreits Memel
behalve het goed Althof ook twee dorpen
verwoest zijn en het totaal der verbrande
gebouwen 207 bedraagt. Medegenomen
door de Bassen werden 458 personen,
waaronder 189 vrouwen en honderd kin
deren; gewond werden 43, gedood 63 per
sonen. Óp veertien vrouwen werd geweld
gepleegd. Verbrand of medegevoerd wer
den. 600 paaiden, 1300 stuks rundvee, 600
varkens, 4500 schapen, 4600 ton rogge,
300 ton haver, 60 ton gerst, 175 ton
klaver. Red.)
Aan het Yser-front.
Toen het Belgische veldleger, na zijn
terugtocht uit Antwerpen de opdracht
kreeg den linkervleugel der hohdgenootm
voor een omtrekking te behoeden en den