So. 163 Dinsdag 13 April 1915 29e Jaargang Uit de Pers. De Groote Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN iE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. be S'. D. A. P. tv 11 de conclusie. Die van De N ad e r I a ucle r luidt: De meenjng, dooi den heer Troelstra. 'm zijne brochure uitgesproken dut de tijd voor. de vaststelling eener nieuwe taktiek «rst, gekomen Zal zijn. „als de Dageraad vim ..te pas gesloten vrede de nieuw ge- whltpen sociale verhoudingen belicht",- («nlgevoelcii, dal ook anderen da.11 zijne parqjgenooteu zullen onderschrijven, ont- iicomt reeds hij voorbaai aan de nu ge nomen besluiten hunne beteekenis voor 'le t.ookomsl. Men kan nu eigenlijk nièl. zeggen, dat de F. "D. A. P. mol, het Arnheinsclie 'ongres op oen keerpunt gekomen is. Theoretisch staal het zóó, dat ook de "Ocian.l-deinocralische partij ton onzent haar; „nood-wetgeving" heeft aanvaard, en van hare beginselen niets prijsgevend, hare op die beginselen gegronde strijdwijze en laktiek slechts lijdelijk op non-activiteit heefï gesteld. Maar practisch zien wij all hans wol ver andering. Van idealisten zijn vele sociaal- 'loniokrat.cn door dezen oorlog (betrekke lijke) realisten geworden. Air. Troelstra heeft liet Congres herhaaldelijk opgevor derd om toch de werkelijkheid te zien en daarvcior, evenals de heer Vliegen, een deel van zijn verleden verloochend, /ij zijn ouder en wijzer geworden. De ervaring heeft, hen geleerd voorzichtiger om te gaan mei begrippen als vaderlandsliefde en nationalisme, en wat minder te wer ken met. den „bluf" door Schaper zoo scherp gekastijd. De vraag is sier li Is of méér dan een dictator en een volksleider, of een Staats man is de man, die tot op hef uiterste oogenblik de dwaling aanhangt- - men denke aan Troelstra's uitlatingen in Juli 1914 over het „apopakje" om daarna plotseling lot de erkentenis te komen, (nu lol het constafeeron van een feit verkleind) ..clat de nationale gedachte de nationale geschillen overheevschl En een- politieke partij, die pretendeer! de toekomst in ha.nden te hebben, heeft toch wel allereerst een Staatsman noodig. Zoo meenen wij niet mis te zien, als wij, na. afloop van hel. Arnhemsche Con gres- constatecrcn, dat - moge ook de volksleider thans overwonnen hebben - den Staatsman Troelslra op den 3den Au gustus 1914 de troeven van liet spel uit de handen geslagen zijn. Terwijl wij dil schrijven ligt naast ons het verslag Van het Congres der S. D. A. 1'. te Utrecht in 1896 gehouden, op dezelfde dagen als thans. Daar waren 44 afgevaar digden van 84 organisaties. Daar sprak mr. Troelstra het. openingswoord, en daar zeide hij: „Wij willen geen kracht verspil len aan liet uiten van groote woorden." Het is met dien „wil" ietwat zonderling gegaan. Mr. Troelstra van het Congres van 19T5 beeft daarover geoordeeld. „Wij moe ten het mooie gebaar opofferen aan de sterke daad", heeft hij gezegd. Onder mooie gebaren" is de partij gegroeid lot wat zij geworden is. Wij hebben er weinig hoop op, dal als straks de propaganda voor de kiezers weer begint ■dit alles nog in de gedachten zal zijn gebleven. Daarvoor heeft de S. D. A. P. mveel gevergd van het vertrouwen ba rer hoorders eritegenstanders. Maar in dal geval zullen die tegen standers aan menig woord, aan menig „gebaar" van het Arnhemsche Congres kunnen herinneren En zij zullen het doen ook. 5'55 tegen 2 31. „De Standaard" schrijft: Troelstra wón t- Het stond twee derden legen één dereüs, en de opjpositie streek op 't eincl, wel niet in 't cijfer, maar toch in zin en bedoelen bijl Als steeds, zoo daagde ook nu del oppo sitie vooral uit de groote steden op, erf vond Troelstra zijln getrouwen meest on der de mannen van het platteland. Wasl heel 't land over geweest zooals in Am sterdam, zoo ware de maohtigjei leider ge tuimeld. Heel de historie door is schier immer in de groote steden het revolutionair^ element opgekomen, dat t tenslotte op verzet en oproer deed aankomen. Bijl het Palingoproer en bij de Spoorwegstaking begon 't ook ten onzent in de machtige centra. Thans echter hield nreli zich in die cen tra^ til. De militaire macht die men tegen over zich zou: hebben glevonden, zou te sterk zijn gebleken. Opmerkelijk was het dan ook, hbeCrustig het, allerwegen toeging. U binnenshuis, en bijna niet de straat op. Hier niet, en in bet. buitenland niet. Al leen in Engeland gaf t wat spartelens. Op het jongste l'aasch-congres was 'I dan ook van meel. af merkbaar, dat de oppositie wel in de theorie vast, zat en| sterk stond, maar er niet aan dacht de partij le breken. De oppositie zag zich hel lot: beschoren, te kunnen schitteren in het debat, naar dien zij trouw bleef aan de vim ouds be leden beginselen en leuzen, maar de nu afgeweken leiders waren haar toch te knap af. Deze hadden geweigerd te schipperen. Ze hadden kras en scherp de puntjes op de i's -gezet. liet. was of men de oppo sitie tarten wikte, om eigen lijn door to trekken als ze maar dorst, edoch, vooruit wetende, dat ze niet zou: duiven omdat zo niet kon, en dus toch eindigen zou met in haar schulp te kruipen. Het nationale had nu eenmaal in alle kringen, en zoo ook onder cle Socialisten van alle landen, zijn wondere, mystieke kracht, niet aangeprezen, maar kortweg doen uitkomen. Dit bracht aan het inter nationalisme den doodsteek toe. Eri zoo bleef er maar één zijlpad open om lei redden wat gered kon worden, en langs dat stille zijpad liep nu de oppositie achter den leider aan, De uitkomst is dan nu, dat nog op 1 Augustus het natonalisme op nul, liet in ternationalisme op 100 stond, terwijl nu het natonalisme de 60 haalt, niet het inter nationalisme op 30, met tien erbij die nog altoos wibbeten tusschen ja en neen. Baknopt ovarzicht van den toestand. Do strijd tusschen Maas en .Vfcezet zal ongetwijfeld op hen, die hein overleven zuilen, onuitwischba.ro indrukken gemaakt hebben, want hier is en wordt nog ge vochten met een heftigheid, zooals nog niet. overtroffen. Hier- zien we althans iets van liet groote offensief, waarmede Joffro reeds lang gei leden den vijand heeft bedreigd en zijn eigen mannen aangevuurd. En, 't moet erkend, de voordoelen, dooi de Duitschers behaald, wegen lang niet op tegen die, waarop de geallieerden kun nen bogen. Wat tocli is er de laatste dagen geschied Reeds verscheidene dagen geleden is van Duitsche zijde toegegeven, dat de dorpjes Feyenhaye en Regnievillo dooi de Duitschers ontruimd Waren; oen ei> kenning dus van het succes, dat de Fran- schen behaald hebben bij liet opschuiven van hot hoekbeen S-t. MLhielPont a-Mous- son (Raadpleegt een goeden atlas). Ook wordt liet voordeel erkend dooi de Franschen .bij- Les Eparges behaald. Zij hebben hier onbetwistbaar succes ge had, al is van hun kant de voorstelling niet weinig overdreven, dat zij de hoogte van Combres geheel en al in hun macht hebben. De bezetting vali Fromezey en Gussain- ville, ten N.-O. en 0. van Verdun, dooi de Franschen wordt door de Duitschers niet betwist. Wel wordt er op gewezen, dat die bezetting geen voordeel voor de Franschen is, omdat de dorpen niet door Duitschers bezet waren. Nochtans kunnen de geallieerden niet op een eindsucces wijzen. 't. Is nu do vraag, of die kleinere suc cessen door nieuwe en grootere gevolgd zullen worden, onder de heel wat meer ongunstiger omstandigheden, die voor de Franschen zijn ingetreden, nu de Duit schers hun traepen krachtig versterkt heb ben en alles op haren en snaren zetten, om het. verloren terrein te herwinnen. 0! Over den Karpathenstrijd bereiken ons zeer tegenstrijdige berichten. Mag men Petrograd geloovon, dan is dp Russische offensieve beweging met een gedeeltelijk succes bekroond door de bezetting van den Oeszok-pas, waardoor do spoorweg van Oeszok naar Bevozna in Russische handen viel. Eon mooi succes dusals 'twaar is, tenminste. De Oostenrijksch-e berichten verklaren echter, dat de Russen bij den Oeszok-pas thans niet verder zijn gekomen dan zij in het laatst van Januari warentusschen den Lupkow- en Oeszokpas zijn thans de Duitschers aangekomen. Trouwens de Duitschers steunen de Oostenrijkers op 't oogenblik in bijna alle passen van de Karpathen, tot de Beskiden toe. Omtrent den oorlog ter zee voor namelijk den handelsoorlog bevatten de 'oorlogsrubrieken dagelijks nieuwe ge gevens. Engeland heeft reeds heel wat verlie zen te boeken gehad. Albion lacht niet meer om Duitsohland's maatregelen. Ja, zoozeer is de Engelsche scheepvaart reeds getroffen, dat. men zich afvraagt, wie ten slotte de opperheerschappij over de zeeën zal voeren. Mr. S. van Houten heeft zich even eens die vraag gesteld. Hij schrijft o.m. „(Duitschland zet den zeeoorlog: krachtig voort met een nieuw en gevaarlijk wa pen, waarvan lvct. de meerderheid bezit, cle onderzeeboot, en geefl nu in een of ficie use publicatie te kennen, dat hef. de zen strijd niet enkel voor zich, maar voor alle zwakkere zeevarende, natiën voert. Deze belangrijke uiting der gezind heid van. de Duitsche Regeering Verdient bijzondere aandacht. Zij is, van het stand punt clezer zwakkeren beschouwd, een geruststelling, daar deze natuurlijk wel nog niet in dezen ooriog, die wat En geland betreft voor Duitschland praema.- tuur is uitgebroken, ook op de mo gelijkheid bedacht hebben moeten zijn. dat cle Duitsche vioolbouw als einddoel kon hebben de Engelse hen als meester s der zee te vervangen, waarbij die zwakkeren zeker niet gewon nen zouden hebbcp. Immers moet erkend worden, dat liet gebruik, hetwelk Enge.- land, in het algemeen genomen, van zijn macht in de afgeloopen eeuw heeft ge maakt, van dien aard is, dal aangeno men dat één der groote mogendheden cle zee moot, hehcerschen de keuze toch wel op Engeland zou, vallen, zeker eer,- der dan op "Duitschland". We laten deze uitspraak natuurlijk voor rekening van den heer Van Houten. Verder schrijft hij en daarmede zal ieder het wel eens zijn: ,,lWat niet wegneemt, dat bij- al die anderen de eerste vraag blijft: móet do zee practisch aan één toebehooren en één daarop meester zijn? En clat, zij die vraag natuurlijk ontkennend beantwoor den. Do zee behoort slechts voor zoo ver de zoogenaamde territoriale wateren betreft tot de verschillende aangrenzende state.n; overigens is zij rès nul li, us, voor allen vrij. Niemand mag daarvan cle baas zijn of daarop don baas spelen. Voor scheepvaart en yisscherij ligt zij voor alten open". Tenslotte wil cle heer Van Houten con flicten tusschen cle gebruikers cloor een gemeenschappelijke zeepolitie doen voor komen en oplossen. Vrsdesgeruchten. Voortdurend gaan er geruchten, dat Oostenrijk en Turkije afzonderlijk vrede zouden willen sluiten. Het is goed in dit verband, de rede neet ring van een Engelsch blad te resume eren. Deze geruchten, wat crook van. aan is', hebben om twee redenen zoo goed als geen kans in feiten over te gaan; oen poli tieke en een militaire reden. De politieke is deze, dat de Russische regeering be loofde, geen afzonderlijken vrede te: zullen) sluiten. De militaire reden is even krach tig. Het Oostenrijiksch-Hongaarscho leger heeft de hoop' van den Duitschen staf te leurgesteld en het is thans niet voel meer dan een gekrookt riet. Zonder Duitschen bijstand zijn cle Oos tenrijkers niet Mierk genoeg meer om hun eigen grens tc verdedigen en de Duit schers kunnen geen troepen meer missen, om hen te helpen. Er vechten nu zeker een half dozijn Duitsche legerkorpsen, zoo niet meer, naast cle Oostenrijkers op de Galicische grenzen. Duitschland heeft deze troepen voor zich zelf noodig'. In dien Oostenrijk zich van Duitschland los maakt en vrecle sluit, dan staan cle Duit schers op eigen voet en worden ze niet langer opgehouden door het voor hun ongclukkigen bondgenoot cle kastanjes uit het vuur te halen. De Bondgcnooten zien clit echter even goed in all Duitschland en zijl zullen liet voordeel niet prijs geven, clat zij spoedig hopen te bereiken: hot gebruiken van Oostenrijk-Hongarije als strategische ba sis voor den inval iri Duitschland. Wan neer de Bondgcnooten Budapest; en Wen nen hebben bezet, dan zullen zij den of fensief-oorlog tegen Duitschland niet sta ken, doch pas beginnen, want cle Oosten- rijkscho grens van Duitschland is veel meer trefbaar dan cle Fransche en Russi sche grens. Indien aan Oostenrijk wercl toegestaan op eigen gelegenheid vrecle te (sluiten, clan zouden de achterdeuren in Silezië, Saksen on Beyeren voor de Bond gcnooten gesloten worden, en een krach tige hefboom voor het vernietigen van. Praison's macht zou verloren zijln. De Bondgcnooten kunnen dit niet toestaan. Intusschen vindt hetzelfde blad het nog te vroeg van een Oostenrijkscho de bacle Lil de Karpathen te spreken, daar Duitsche versterkingen uit Homonna zijn aangevoerd, om den Russischen opmarsch langs de Laborcz-rivier tegen te houden. Hoewel de aanvallen van den vijand met. succes zijn afgeslagen, is er toch op het oogenblik nog geen sprake van. een vlucht en de Duitsch-Oostennjksche troepen schij nen in goede orcle te zijn teruggetrokken. Niettemin wordt cle opmarsch van de Dulda-Lupkow-Uzsok-linie dagelijks duidej- lijfcer en indien de Russische troepen nog niet op alle punten over cle grenzen zijn, clan staan zij toch heel dicht bij dit re sultaat. Rechts van den genoemden sec tor hebben do Russen Stropko bereikt, 15 mijlen zuidelijk van den Duklapas', ter wijl de IJzsok-pas feitelijk schijnt, omge trokken cloor de taktische overwinningi der Bussen bij Volosate. Er bestaat, geen twij fel meer, of do Russen zullen spoedig in. de Hongaarsche vlakte staan. De zwaluwen en de oorlog. Do Temps geeft het verhaat weer, dat een gewonde, liefhebber van het landle ven, deed tk rustte uit in een totaal verwoest dorp en rekte mijn iiconen nog wat, voor ik in do loopgraaf terug moest. Plotseling zie ik heel ver aan den horizon ecnige zwaluwen, de boelen van onze heerlijke Fransche lente. 't. Waren er precies zes en ze vlogen in t.wee gelijke groepen. Blijkbaar waren zij den hoolcltroep voor uit gevlogen, om des te eercler iu het dorp hun vroeger nest te bereiken. Zij vlogen eerst vrij hoog, een cirkel boven de plaats en daalden heel snel tol op cle hoogten der ruïnen, waar zij langzaam omi heen vlogen, den kop omlaag en hun oplettende oogen. richtend op alles wat er beneden hen was. Ik kou hun zoo spre kende oogen ,niet zien, omdat ik te ver Weg was, maar hun aarzelende houding ver raadde duidelijk hun onrust. Ziji voelden diep verdriet, omdat zij: hun vaderland had den verloren, zonder dat ze begrepen hoe en waarom. Een verdriet waartegen geen ge neesmiddel bestond, omdat er niets over gebleven was. Lang kringelen zij over cle plaats der verwoesting, tot zij op een gegeven oogenblik zich allo zes tegelijk op hel zelfde stuk steeu neerzetten eu be gonnen te redeneeren, ai maar om zich kijkend. Dil duurde volle 5 minuten.; daarna vlogen ze in éénzelfde richting weg in Noordelijke richting, keerden plot seling nog eens naar het geliefde plekje terug, dat zij schenen niet te kunnen ver laten, om het een laatst vaarwel toe te roepen, zweefden nog eenige oogcgiblik- kon over cle ruïne en vertrokken eindelijk naar de meedoogenlooze ballingschap. Het oude moedertje. De vermoeide dragonderspatrouille keerde 's avonds laat in het dorp terug en bracht twintig Russische gevangenen mee. Zij had het troepje in het boscli afgesneden, zonder tegenstand had het zich overgegeven. Het waren alle oude, baardige kerels; slechts één jonge sol daat was er bij, een student uit Odessa deze sprak Duitsch. Hij droeg in zijn armen, heel voorzichtig, een stok-oucl vrouwtje. Ze was een boerin, die in doodsangst voor tiet geweld van clen oor log, zich in het boseh verscholen had; hongerig, verkleumd, biddend en schreiend hacl zij zich daar ver-stopt ge houden. tot ze ontdekt werd. En in haar onberedenoerclen angst voor de vreemde soldaten had zij zich aan den student vastgeklemd, had zich niet meer van hejiï willen laten scheiden. Zijn blauwe oogen, zijn innemende manier van lachen moes ten haar -gerust hebben gesteld. En toen het gaan haar moeilijker werd, toen cle voeten haar begonnen te steken, had de jonge soldaat haar opgebeurd, haar ver der gedragen, alsof ze een kind was. De annen had ze om zijn hals geslagen zijn vracht had hem licht gesahenen, zoo licht of het eon ruiker bloemen was, dien hij met zich mee droeg'. Men sloot cle gevangenen op in het kerkje van bet dorp; en omdat de oude vrouw begon to jammeren en weeklagen, zoodra men haar' wilde scheiden van haar jongen beschermer, slo.ot men haar tegelijk met cle anderen op. In het gebouwtje werd haar een bos str.oo aangewezen en nog een wollen deken; maar zij bibberde, van kou en angst. De student legde zich daar om naast het zielige oudje, haar zachtjes troostende woorden toesprekende, en nam haar dan in zijn armen. Zoo viel ze in slaap. Zij lag daar als een eerst dop- delijk verschrikt kind, clat gekalmeerd werd, en dan rustig te sluimeren aan vangt. Zo.o sliep zij, aangedrongen tegen cle borst van den jongen soldaat. Dienzelfden nacht begonnen de Rus sen het dorp te beschieten. Uit hun on zichtbare, verre batterijen suisden de zwa re granaten over de wouden, en de al lereerste projectielen troffen het kerkje; Do oude toren kraakte ineen, verpletterde het vermolmde dak, zoodat een wolk van stof en puin opdwarrelde; dan sloegen ook cle vlammen uit de puinhoopen. Na een uur zwegen de kanonnen. De solda ten in 'het dorp kwamen uit hun schuil plaatsen te voorschijn, om een onderzoek in te stellen naar de gevolgen der be schieting; van de kerk vonden zij nog slechts een bouwval. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.25 Losse nummers,0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 cf, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Maar terwijl men nog bezig was onder de smeulende ruïnes te zoeken, trad daar cle jonge soldaat uit. cle puinhoopen te voorschijn. Hij droeg het oude vrouwtje weer in zijn armen: opgewekt, zelfs rus tig glimlachend hield zij zich nog tegen zijn borst geklemd. De flakkerende, vlam, men verlichtten zijn gelaat. Atle andere negentien gevangen soldaten lagen ver pletterd en verkoold onder hot rooke-ndd puin; hij alleen was gered, met zijn be schermeling ongedeerd gebleven. Den voL geilden ochtend was de ou.de vrouw ver dwenen. Doch de jonge student behield sedert dien nacht zijn stillen glimlach, -als ware hjj cle drager van een heilig geheim. (Hand.)' Oorlogswee. Aan een particulier schrijven van een. Nedei'landsclie verpleegster in. een Oos tenrijkse h militair hospitaal wordt door Het, Va.cl. het volgende ontleend: „We hebben het op 't. oogenblik stil lotjes en wachten op het derde transport. De ernstige zieken bleven achter. De au deren zijn doorgezonden. Wij hadden de Magyaren eu Slowakcn bij elkaar, en de Bohemers apart gelegd. En dat bleek goed ook, want op een avond zijn zij bijnra slaags geraakt. De patiënten deden ont zettende verhalen over hetgeen zij ,in de Karpathen te verduren hadden. Nachten lang in cle sneeuw, en soms geen au der voedsel, dan oen kom soep of een stuk brood. Met cle conserven, die zie in hun i'iuisel hadden, moesten, ze Tien tot veertien dagen toekomen, zoodat niet meer dan één blikje per dag gebruikt kon worden. Zo waren dan ook zóó ver moeid en pijnlijk, dat ze letterlijk omvie len en ons -smeekten in turn vreemde taal spoedig geholpen te worden. De geur, die in de badkamer hing', waar zij, bij hun aankomst gereinigd werden, was on beschrijfelijk. iWant de meesten hadden, hun kleeren twee maanden achter elkaar aangehouden. Een man hacl zich in, ze ven maanden niet gewasschen. Hij was bang kou te vatten en bovendien had al het water een verpestende lucht van lij ken, zooclat. hij liet niet durfde gebruiken Allo patiënten werden tegen het onge dierte. waarvan zij bij 'hun aankomst krioelden, met kwikzalt' ingesmeerd. Rleeik dat niet voldoende, dan wercl een petro leum-kap gebruikt, waardoor al het onge dïorto in vier en twintig uur dood was. Wegens de dysenterie mochten de man nen alleen pap en melk gebruiken. Zij waren echter zoo hongerig, dat ze, ter wijl wij aan tafel zaten, cloor straatkin deren brood lieten koopen en dit aan zwachtels, welke ze van hun voeten na men, naar hoven heschen. Heel onaan genaani voor den dokter, die hen met de grootste vriendelijkheid behandelde en om hun eigen bestwil op dieet hacl gesteld. Wat hebben wij geboend en geschrobd met onze acht manschappen! Maar nu is alles weer gereed, om een nieuw trans port te ontvangen. Uit Russisch-Polen. De oorlogscorrespondent van het Rei liner Tageblatt iu Russisch-Polen schrijft het volgende van het Rawka-gebied Treurig en verlaten zien in den glans van de eerste voorjaarszon do niet be bouwde velden er uit. Wijcl en zijd is op de kale akkers geen mensch te zien. Tegen de puinhoopen van een stukge schoten huis leunt' lui een boer, in zijn bruinen mantel uit schapenvachten. Hij! koestert zich in de zon en een paar vrouwen in vuurroode rokken staan er bij te kletsen. Ue Russen hebben dezen mem schen reeds tang liet vee uit de stal Jen gestolen en de mannen, die „werkelfii kunnen, liggen voor hot grootste gedeelte in do loopgraven. Door de statistiek ïs vastgesteld, dat drie kwart van geheel Polen te lijclen heeft onder den oorlog; 5500 dorpen zijn verwoest. De aange richte schade Wordt geraamd op een mil liard roebel. Nooit heeft cle ellende mij zoo gegrepen als in het eens zoo vreedzame dorp Z. Geen loopgraaf, geen artilleriestelling wijst op een heeten strijd, die daar gewoed heeft. Op hun vlucht voor de achter volgende Duitschers waren cle Russen er alleen door getrokken en hadden, om den achtervolger de mogelijkheid te ontnemen onderdak te vinden, alle huizen en alle schuren in brancl gestoken. Dit kostte geen moeite bij cleze huizen met stroodaken. Huis voor huis werd aangestoken. Eén huis, gebouwd uit baksteen ging niet zoo gemakkelijk in vlammen op. Duidelijk Zag men in. do vier hoeken zwart geblakerde ptckken, waar zij tevergeefs getracht had den hei vlam te doen vatten. In hun woede, dat dit mislukte, hebben zij; deu ren en. vensters ingeslagen en alles ge stolen ,wat niet vastgespijkerd was. Zoo huizen de Russen in hun eigen, land.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1