So. 163
Dinsdag 13 April 1915
29e Jaargang
Uit de Pers.
De Groote Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN iE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
be S'. D. A. P. tv 11 de conclusie.
Die van De N ad e r I a ucle r luidt:
De meenjng, dooi den heer Troelstra.
'm zijne brochure uitgesproken dut de tijd
voor. de vaststelling eener nieuwe taktiek
«rst, gekomen Zal zijn. „als de Dageraad
vim ..te pas gesloten vrede de nieuw ge-
whltpen sociale verhoudingen belicht",-
(«nlgevoelcii, dal ook anderen da.11 zijne
parqjgenooteu zullen onderschrijven, ont-
iicomt reeds hij voorbaai aan de nu ge
nomen besluiten hunne beteekenis voor
'le t.ookomsl.
Men kan nu eigenlijk nièl. zeggen, dat
de F. "D. A. P. mol, het Arnheinsclie
'ongres op oen keerpunt gekomen is.
Theoretisch staal het zóó, dat ook de
"Ocian.l-deinocralische partij ton onzent
haar; „nood-wetgeving" heeft aanvaard, en
van hare beginselen niets prijsgevend, hare
op die beginselen gegronde strijdwijze en
laktiek slechts lijdelijk op non-activiteit
heefï gesteld.
Maar practisch zien wij all hans wol ver
andering. Van idealisten zijn vele sociaal-
'loniokrat.cn door dezen oorlog (betrekke
lijke) realisten geworden. Air. Troelstra
heeft liet Congres herhaaldelijk opgevor
derd om toch de werkelijkheid te zien en
daarvcior, evenals de heer Vliegen, een
deel van zijn verleden verloochend, /ij
zijn ouder en wijzer geworden. De ervaring
heeft, hen geleerd voorzichtiger om te
gaan mei begrippen als vaderlandsliefde
en nationalisme, en wat minder te wer
ken met. den „bluf" door Schaper zoo
scherp gekastijd.
De vraag is sier li Is of méér dan een
dictator en een volksleider, of een Staats
man is de man, die tot op hef uiterste
oogenblik de dwaling aanhangt- - men
denke aan Troelstra's uitlatingen in Juli
1914 over het „apopakje" om daarna
plotseling lot de erkentenis te komen, (nu
lol het constafeeron van een feit verkleind)
..clat de nationale gedachte de nationale
geschillen overheevschl
En een- politieke partij, die pretendeer!
de toekomst in ha.nden te hebben, heeft
toch wel allereerst een Staatsman noodig.
Zoo meenen wij niet mis te zien, als
wij, na. afloop van hel. Arnhemsche Con
gres- constatecrcn, dat - moge ook de
volksleider thans overwonnen hebben -
den Staatsman Troelslra op den 3den Au
gustus 1914 de troeven van liet spel uit
de handen geslagen zijn.
Terwijl wij dil schrijven ligt naast ons
het verslag Van het Congres der S. D. A. 1'.
te Utrecht in 1896 gehouden, op dezelfde
dagen als thans. Daar waren 44 afgevaar
digden van 84 organisaties. Daar sprak mr.
Troelstra het. openingswoord, en daar
zeide hij: „Wij willen geen kracht verspil
len aan liet uiten van groote woorden."
Het is met dien „wil" ietwat zonderling
gegaan. Mr. Troelstra van het Congres van
19T5 beeft daarover geoordeeld. „Wij moe
ten het mooie gebaar opofferen aan de
sterke daad", heeft hij gezegd. Onder
mooie gebaren" is de partij gegroeid
lot wat zij geworden is. Wij hebben er
weinig hoop op, dal als straks de
propaganda voor de kiezers weer begint
■dit alles nog in de gedachten zal zijn
gebleven. Daarvoor heeft de S. D. A. P.
mveel gevergd van het vertrouwen ba
rer hoorders eritegenstanders.
Maar in dal geval zullen die tegen
standers aan menig woord, aan menig
„gebaar" van het Arnhemsche Congres
kunnen herinneren
En zij zullen het doen ook.
5'55 tegen 2 31.
„De Standaard" schrijft:
Troelstra wón t-
Het stond twee derden legen één dereüs,
en de opjpositie streek op 't eincl, wel niet
in 't cijfer, maar toch in zin en bedoelen
bijl
Als steeds, zoo daagde ook nu del oppo
sitie vooral uit de groote steden op, erf
vond Troelstra zijln getrouwen meest on
der de mannen van het platteland. Wasl
heel 't land over geweest zooals in Am
sterdam, zoo ware de maohtigjei leider ge
tuimeld.
Heel de historie door is schier immer
in de groote steden het revolutionair^
element opgekomen, dat t tenslotte op
verzet en oproer deed aankomen. Bijl het
Palingoproer en bij de Spoorwegstaking
begon 't ook ten onzent in de machtige
centra.
Thans echter hield nreli zich in die cen
tra^ til. De militaire macht die men tegen
over zich zou: hebben glevonden, zou te
sterk zijn gebleken. Opmerkelijk was het
dan ook, hbeCrustig het, allerwegen toeging.
U binnenshuis, en bijna niet de straat op.
Hier niet, en in bet. buitenland niet. Al
leen in Engeland gaf t wat spartelens.
Op het jongste l'aasch-congres was 'I
dan ook van meel. af merkbaar, dat de
oppositie wel in de theorie vast, zat en|
sterk stond, maar er niet aan dacht de
partij le breken.
De oppositie zag zich hel lot: beschoren,
te kunnen schitteren in het debat, naar
dien zij trouw bleef aan de vim ouds be
leden beginselen en leuzen, maar de nu
afgeweken leiders waren haar toch te knap
af. Deze hadden geweigerd te schipperen.
Ze hadden kras en scherp de puntjes op
de i's -gezet. liet. was of men de oppo
sitie tarten wikte, om eigen lijn door to
trekken als ze maar dorst, edoch, vooruit
wetende, dat ze niet zou: duiven omdat
zo niet kon, en dus toch eindigen zou
met in haar schulp te kruipen.
Het nationale had nu eenmaal in alle
kringen, en zoo ook onder cle Socialisten
van alle landen, zijn wondere, mystieke
kracht, niet aangeprezen, maar kortweg
doen uitkomen. Dit bracht aan het inter
nationalisme den doodsteek toe. Eri zoo
bleef er maar één zijlpad open om lei
redden wat gered kon worden, en langs
dat stille zijpad liep nu de oppositie achter
den leider aan,
De uitkomst is dan nu, dat nog op 1
Augustus het natonalisme op nul, liet in
ternationalisme op 100 stond, terwijl nu
het natonalisme de 60 haalt, niet het inter
nationalisme op 30, met tien erbij die nog
altoos wibbeten tusschen ja en neen.
Baknopt ovarzicht van den toestand.
Do strijd tusschen Maas en .Vfcezet zal
ongetwijfeld op hen, die hein overleven
zuilen, onuitwischba.ro indrukken gemaakt
hebben, want hier is en wordt nog ge
vochten met een heftigheid, zooals nog
niet. overtroffen.
Hier- zien we althans iets van liet groote
offensief, waarmede Joffro reeds lang gei
leden den vijand heeft bedreigd en zijn
eigen mannen aangevuurd.
En, 't moet erkend, de voordoelen, dooi
de Duitschers behaald, wegen lang niet
op tegen die, waarop de geallieerden kun
nen bogen. Wat tocli is er de laatste
dagen geschied
Reeds verscheidene dagen geleden is
van Duitsche zijde toegegeven, dat de
dorpjes Feyenhaye en Regnievillo dooi
de Duitschers ontruimd Waren; oen ei>
kenning dus van het succes, dat de Fran-
schen behaald hebben bij liet opschuiven
van hot hoekbeen S-t. MLhielPont a-Mous-
son (Raadpleegt een goeden atlas).
Ook wordt liet voordeel erkend dooi
de Franschen .bij- Les Eparges behaald.
Zij hebben hier onbetwistbaar succes ge
had, al is van hun kant de voorstelling
niet weinig overdreven, dat zij de hoogte
van Combres geheel en al in hun macht
hebben.
De bezetting vali Fromezey en Gussain-
ville, ten N.-O. en 0. van Verdun, dooi
de Franschen wordt door de Duitschers
niet betwist. Wel wordt er op gewezen,
dat die bezetting geen voordeel voor de
Franschen is, omdat de dorpen niet door
Duitschers bezet waren.
Nochtans kunnen de geallieerden niet
op een eindsucces wijzen.
't. Is nu do vraag, of die kleinere suc
cessen door nieuwe en grootere gevolgd
zullen worden, onder de heel wat meer
ongunstiger omstandigheden, die voor de
Franschen zijn ingetreden, nu de Duit
schers hun traepen krachtig versterkt heb
ben en alles op haren en snaren zetten,
om het. verloren terrein te herwinnen.
0!
Over den Karpathenstrijd bereiken ons
zeer tegenstrijdige berichten.
Mag men Petrograd geloovon, dan is
dp Russische offensieve beweging met
een gedeeltelijk succes bekroond door de
bezetting van den Oeszok-pas, waardoor
do spoorweg van Oeszok naar Bevozna
in Russische handen viel.
Eon mooi succes dusals 'twaar
is, tenminste.
De Oostenrijksch-e berichten verklaren
echter, dat de Russen bij den Oeszok-pas
thans niet verder zijn gekomen dan zij
in het laatst van Januari warentusschen
den Lupkow- en Oeszokpas zijn thans
de Duitschers aangekomen. Trouwens de
Duitschers steunen de Oostenrijkers op
't oogenblik in bijna alle passen van de
Karpathen, tot de Beskiden toe.
Omtrent den oorlog ter zee voor
namelijk den handelsoorlog bevatten
de 'oorlogsrubrieken dagelijks nieuwe ge
gevens.
Engeland heeft reeds heel wat verlie
zen te boeken gehad. Albion lacht niet
meer om Duitsohland's maatregelen. Ja,
zoozeer is de Engelsche scheepvaart reeds
getroffen, dat. men zich afvraagt, wie ten
slotte de opperheerschappij over de zeeën
zal voeren.
Mr. S. van Houten heeft zich even
eens die vraag gesteld. Hij schrijft o.m.
„(Duitschland zet den zeeoorlog: krachtig
voort met een nieuw en gevaarlijk wa
pen, waarvan lvct. de meerderheid bezit,
cle onderzeeboot, en geefl nu in een of
ficie use publicatie te kennen, dat hef. de
zen strijd niet enkel voor zich, maar
voor alle zwakkere zeevarende, natiën
voert. Deze belangrijke uiting der gezind
heid van. de Duitsche Regeering Verdient
bijzondere aandacht. Zij is, van het stand
punt clezer zwakkeren beschouwd, een
geruststelling, daar deze natuurlijk wel
nog niet in dezen ooriog, die wat En
geland betreft voor Duitschland praema.-
tuur is uitgebroken, ook op de mo
gelijkheid bedacht hebben moeten zijn.
dat cle Duitsche vioolbouw als einddoel
kon hebben de Engelse hen als
meester s der zee te vervangen,
waarbij die zwakkeren zeker niet gewon
nen zouden hebbcp. Immers moet erkend
worden, dat liet gebruik, hetwelk Enge.-
land, in het algemeen genomen, van zijn
macht in de afgeloopen eeuw heeft ge
maakt, van dien aard is, dal aangeno
men dat één der groote mogendheden cle
zee moot, hehcerschen de keuze toch
wel op Engeland zou, vallen, zeker eer,-
der dan op "Duitschland".
We laten deze uitspraak natuurlijk voor
rekening van den heer Van Houten.
Verder schrijft hij en daarmede zal
ieder het wel eens zijn:
,,lWat niet wegneemt, dat bij- al die
anderen de eerste vraag blijft: móet do
zee practisch aan één toebehooren en
één daarop meester zijn? En clat, zij die
vraag natuurlijk ontkennend beantwoor
den. Do zee behoort slechts voor zoo
ver de zoogenaamde territoriale wateren
betreft tot de verschillende aangrenzende
state.n; overigens is zij rès nul li, us,
voor allen vrij. Niemand mag daarvan
cle baas zijn of daarop don baas spelen.
Voor scheepvaart en yisscherij ligt zij
voor alten open".
Tenslotte wil cle heer Van Houten con
flicten tusschen cle gebruikers cloor een
gemeenschappelijke zeepolitie doen voor
komen en oplossen.
Vrsdesgeruchten.
Voortdurend gaan er geruchten, dat
Oostenrijk en Turkije afzonderlijk vrede
zouden willen sluiten.
Het is goed in dit verband, de rede neet
ring van een Engelsch blad te resume eren.
Deze geruchten, wat crook van. aan is',
hebben om twee redenen zoo goed als
geen kans in feiten over te gaan; oen poli
tieke en een militaire reden. De politieke
is deze, dat de Russische regeering be
loofde, geen afzonderlijken vrede te: zullen)
sluiten. De militaire reden is even krach
tig. Het Oostenrijiksch-Hongaarscho leger
heeft de hoop' van den Duitschen staf te
leurgesteld en het is thans niet voel meer
dan een gekrookt riet.
Zonder Duitschen bijstand zijn cle Oos
tenrijkers niet Mierk genoeg meer om
hun eigen grens tc verdedigen en de Duit
schers kunnen geen troepen meer missen,
om hen te helpen. Er vechten nu zeker
een half dozijn Duitsche legerkorpsen,
zoo niet meer, naast cle Oostenrijkers op
de Galicische grenzen. Duitschland heeft
deze troepen voor zich zelf noodig'. In
dien Oostenrijk zich van Duitschland los
maakt en vrecle sluit, dan staan cle Duit
schers op eigen voet en worden ze niet
langer opgehouden door het voor hun
ongclukkigen bondgenoot cle kastanjes uit
het vuur te halen.
De Bondgcnooten zien clit echter even
goed in all Duitschland en zijl zullen liet
voordeel niet prijs geven, clat zij spoedig
hopen te bereiken: hot gebruiken van
Oostenrijk-Hongarije als strategische ba
sis voor den inval iri Duitschland. Wan
neer de Bondgcnooten Budapest; en Wen
nen hebben bezet, dan zullen zij den of
fensief-oorlog tegen Duitschland niet sta
ken, doch pas beginnen, want cle Oosten-
rijkscho grens van Duitschland is veel
meer trefbaar dan cle Fransche en Russi
sche grens. Indien aan Oostenrijk wercl
toegestaan op eigen gelegenheid vrecle te
(sluiten, clan zouden de achterdeuren in
Silezië, Saksen on Beyeren voor de Bond
gcnooten gesloten worden, en een krach
tige hefboom voor het vernietigen van.
Praison's macht zou verloren zijln. De
Bondgcnooten kunnen dit niet toestaan.
Intusschen vindt hetzelfde blad het
nog te vroeg van een Oostenrijkscho de
bacle Lil de Karpathen te spreken, daar
Duitsche versterkingen uit Homonna zijn
aangevoerd, om den Russischen opmarsch
langs de Laborcz-rivier tegen te houden.
Hoewel de aanvallen van den vijand met.
succes zijn afgeslagen, is er toch op het
oogenblik nog geen sprake van. een vlucht
en de Duitsch-Oostennjksche troepen schij
nen in goede orcle te zijn teruggetrokken.
Niettemin wordt cle opmarsch van de
Dulda-Lupkow-Uzsok-linie dagelijks duidej-
lijfcer en indien de Russische troepen nog
niet op alle punten over cle grenzen zijn,
clan staan zij toch heel dicht bij dit re
sultaat. Rechts van den genoemden sec
tor hebben do Russen Stropko bereikt,
15 mijlen zuidelijk van den Duklapas', ter
wijl de IJzsok-pas feitelijk schijnt, omge
trokken cloor de taktische overwinningi der
Bussen bij Volosate. Er bestaat, geen twij
fel meer, of do Russen zullen spoedig in.
de Hongaarsche vlakte staan.
De zwaluwen en de oorlog.
Do Temps geeft het verhaat weer, dat
een gewonde, liefhebber van het landle
ven, deed
tk rustte uit in een totaal verwoest dorp
en rekte mijn iiconen nog wat, voor ik
in do loopgraaf terug moest. Plotseling
zie ik heel ver aan den horizon ecnige
zwaluwen, de boelen van onze heerlijke
Fransche lente. 't. Waren er precies zes
en ze vlogen in t.wee gelijke groepen.
Blijkbaar waren zij den hoolcltroep voor
uit gevlogen, om des te eercler iu het
dorp hun vroeger nest te bereiken. Zij
vlogen eerst vrij hoog, een cirkel boven
de plaats en daalden heel snel tol op
cle hoogten der ruïnen, waar zij langzaam
omi heen vlogen, den kop omlaag en hun
oplettende oogen. richtend op alles wat er
beneden hen was. Ik kou hun zoo spre
kende oogen ,niet zien, omdat ik te ver Weg
was, maar hun aarzelende houding ver
raadde duidelijk hun onrust. Ziji voelden
diep verdriet, omdat zij: hun vaderland had
den verloren, zonder dat ze begrepen hoe en
waarom. Een verdriet waartegen geen ge
neesmiddel bestond, omdat er niets over
gebleven was. Lang kringelen zij over cle
plaats der verwoesting, tot zij op een
gegeven oogenblik zich allo zes tegelijk
op hel zelfde stuk steeu neerzetten eu be
gonnen te redeneeren, ai maar om zich
kijkend. Dil duurde volle 5 minuten.;
daarna vlogen ze in éénzelfde richting
weg in Noordelijke richting, keerden plot
seling nog eens naar het geliefde plekje
terug, dat zij schenen niet te kunnen ver
laten, om het een laatst vaarwel toe te
roepen, zweefden nog eenige oogcgiblik-
kon over cle ruïne en vertrokken eindelijk
naar de meedoogenlooze ballingschap.
Het oude moedertje.
De vermoeide dragonderspatrouille
keerde 's avonds laat in het dorp terug
en bracht twintig Russische gevangenen
mee. Zij had het troepje in het boscli
afgesneden, zonder tegenstand had het
zich overgegeven. Het waren alle oude,
baardige kerels; slechts één jonge sol
daat was er bij, een student uit Odessa
deze sprak Duitsch. Hij droeg in zijn
armen, heel voorzichtig, een stok-oucl
vrouwtje. Ze was een boerin, die in
doodsangst voor tiet geweld van clen oor
log, zich in het boseh verscholen had;
hongerig, verkleumd, biddend en
schreiend hacl zij zich daar ver-stopt ge
houden. tot ze ontdekt werd. En in haar
onberedenoerclen angst voor de vreemde
soldaten had zij zich aan den student
vastgeklemd, had zich niet meer van hejiï
willen laten scheiden. Zijn blauwe oogen,
zijn innemende manier van lachen moes
ten haar -gerust hebben gesteld. En toen
het gaan haar moeilijker werd, toen cle
voeten haar begonnen te steken, had de
jonge soldaat haar opgebeurd, haar ver
der gedragen, alsof ze een kind was.
De annen had ze om zijn hals geslagen
zijn vracht had hem licht gesahenen, zoo
licht of het eon ruiker bloemen was,
dien hij met zich mee droeg'. Men sloot
cle gevangenen op in het kerkje van bet
dorp; en omdat de oude vrouw begon
to jammeren en weeklagen, zoodra men
haar' wilde scheiden van haar jongen
beschermer, slo.ot men haar tegelijk met
cle anderen op. In het gebouwtje werd
haar een bos str.oo aangewezen en nog
een wollen deken; maar zij bibberde, van
kou en angst. De student legde zich daar
om naast het zielige oudje, haar zachtjes
troostende woorden toesprekende, en nam
haar dan in zijn armen. Zoo viel ze
in slaap. Zij lag daar als een eerst dop-
delijk verschrikt kind, clat gekalmeerd
werd, en dan rustig te sluimeren aan
vangt. Zo.o sliep zij, aangedrongen tegen
cle borst van den jongen soldaat.
Dienzelfden nacht begonnen de Rus
sen het dorp te beschieten. Uit hun on
zichtbare, verre batterijen suisden de zwa
re granaten over de wouden, en de al
lereerste projectielen troffen het kerkje;
Do oude toren kraakte ineen, verpletterde
het vermolmde dak, zoodat een wolk van
stof en puin opdwarrelde; dan sloegen
ook cle vlammen uit de puinhoopen. Na
een uur zwegen de kanonnen. De solda
ten in 'het dorp kwamen uit hun schuil
plaatsen te voorschijn, om een onderzoek
in te stellen naar de gevolgen der be
schieting; van de kerk vonden zij nog
slechts een bouwval.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers,0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 cf,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Maar terwijl men nog bezig was onder
de smeulende ruïnes te zoeken, trad daar
cle jonge soldaat uit. cle puinhoopen te
voorschijn. Hij droeg het oude vrouwtje
weer in zijn armen: opgewekt, zelfs rus
tig glimlachend hield zij zich nog tegen
zijn borst geklemd. De flakkerende, vlam,
men verlichtten zijn gelaat. Atle andere
negentien gevangen soldaten lagen ver
pletterd en verkoold onder hot rooke-ndd
puin; hij alleen was gered, met zijn be
schermeling ongedeerd gebleven. Den voL
geilden ochtend was de ou.de vrouw ver
dwenen. Doch de jonge student behield
sedert dien nacht zijn stillen glimlach,
-als ware hjj cle drager van een heilig
geheim. (Hand.)'
Oorlogswee.
Aan een particulier schrijven van een.
Nedei'landsclie verpleegster in. een Oos
tenrijkse h militair hospitaal wordt door
Het, Va.cl. het volgende ontleend:
„We hebben het op 't. oogenblik stil
lotjes en wachten op het derde transport.
De ernstige zieken bleven achter. De au
deren zijn doorgezonden. Wij hadden de
Magyaren eu Slowakcn bij elkaar, en de
Bohemers apart gelegd. En dat bleek goed
ook, want op een avond zijn zij bijnra
slaags geraakt. De patiënten deden ont
zettende verhalen over hetgeen zij ,in de
Karpathen te verduren hadden. Nachten
lang in cle sneeuw, en soms geen au
der voedsel, dan oen kom soep of een
stuk brood. Met cle conserven, die zie
in hun i'iuisel hadden, moesten, ze Tien
tot veertien dagen toekomen, zoodat niet
meer dan één blikje per dag gebruikt
kon worden. Zo waren dan ook zóó ver
moeid en pijnlijk, dat ze letterlijk omvie
len en ons -smeekten in turn vreemde
taal spoedig geholpen te worden. De geur,
die in de badkamer hing', waar zij, bij
hun aankomst gereinigd werden, was on
beschrijfelijk. iWant de meesten hadden,
hun kleeren twee maanden achter elkaar
aangehouden. Een man hacl zich in, ze
ven maanden niet gewasschen. Hij was
bang kou te vatten en bovendien had al
het water een verpestende lucht van lij
ken, zooclat. hij liet niet durfde gebruiken
Allo patiënten werden tegen het onge
dierte. waarvan zij bij 'hun aankomst
krioelden, met kwikzalt' ingesmeerd. Rleeik
dat niet voldoende, dan wercl een petro
leum-kap gebruikt, waardoor al het onge
dïorto in vier en twintig uur dood was.
Wegens de dysenterie mochten de man
nen alleen pap en melk gebruiken. Zij
waren echter zoo hongerig, dat ze, ter
wijl wij aan tafel zaten, cloor straatkin
deren brood lieten koopen en dit aan
zwachtels, welke ze van hun voeten na
men, naar hoven heschen. Heel onaan
genaani voor den dokter, die hen met de
grootste vriendelijkheid behandelde en om
hun eigen bestwil op dieet hacl gesteld.
Wat hebben wij geboend en geschrobd
met onze acht manschappen! Maar nu is
alles weer gereed, om een nieuw trans
port te ontvangen.
Uit Russisch-Polen.
De oorlogscorrespondent van het Rei
liner Tageblatt iu Russisch-Polen schrijft
het volgende van het Rawka-gebied
Treurig en verlaten zien in den glans
van de eerste voorjaarszon do niet be
bouwde velden er uit. Wijcl en zijd is
op de kale akkers geen mensch te zien.
Tegen de puinhoopen van een stukge
schoten huis leunt' lui een boer, in zijn
bruinen mantel uit schapenvachten. Hij!
koestert zich in de zon en een paar
vrouwen in vuurroode rokken staan er bij
te kletsen. Ue Russen hebben dezen mem
schen reeds tang liet vee uit de stal
Jen gestolen en de mannen, die „werkelfii
kunnen, liggen voor hot grootste gedeelte
in do loopgraven. Door de statistiek ïs
vastgesteld, dat drie kwart van geheel
Polen te lijclen heeft onder den oorlog;
5500 dorpen zijn verwoest. De aange
richte schade Wordt geraamd op een mil
liard roebel.
Nooit heeft cle ellende mij zoo gegrepen
als in het eens zoo vreedzame dorp Z.
Geen loopgraaf, geen artilleriestelling wijst
op een heeten strijd, die daar gewoed
heeft. Op hun vlucht voor de achter
volgende Duitschers waren cle Russen er
alleen door getrokken en hadden, om den
achtervolger de mogelijkheid te ontnemen
onderdak te vinden, alle huizen en alle
schuren in brancl gestoken. Dit kostte geen
moeite bij cleze huizen met stroodaken.
Huis voor huis werd aangestoken. Eén
huis, gebouwd uit baksteen ging niet zoo
gemakkelijk in vlammen op. Duidelijk Zag
men in. do vier hoeken zwart geblakerde
ptckken, waar zij tevergeefs getracht had
den hei vlam te doen vatten. In hun
woede, dat dit mislukte, hebben zij; deu
ren en. vensters ingeslagen en alles ge
stolen ,wat niet vastgespijkerd was. Zoo
huizen de Russen in hun eigen, land.