So. 153 Dinsdag 30 Maart 1915 39e Jaargang De droote Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Iloofdbureau to Goes: LAN *E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURS. Drukkers: Oosterbaan La Cointre Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. DE APOTHEKERSWET. 'II t'Slot.) Het. wetsontwerp tot wijziging van bo vengenoemde wet profeteert don onder gang van den drogist, en de opkomst van den apothekers-assistent. Reeds vroegen wijl: is er gegronde reden voer een dergelijken maatregel? Ons antwoord luidt ontkennend. Het publiek heeft de ervaring dat het door de drogisten goed bediend wordt. De onschuldige middelen die de drogist verkoopt, en bij welke het publiek baat vindt of meent te vinden, zullen er niet beter van worden, wanneer zij voortaan door een drogist met liet diploma Van apothekers-assistent worden afgewogen. Bovendien is 't tijdstip om den drogisten- stand te vermoorden al heel slecht geko zen, nu immers de drogisLenbond van zijn leden een examen vordert, en dit èxamen. wanneer men tenminste lueeren drogisten gelooven mag. veel meer dan dat van de apothekers-assistenten, aan do praktische eisohcn voldoet. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ook maar één ver standig mten&cb zou kunnen meenen dat een drogist niet evengoed als een apothe kers-assistent het pujbliek zou kunnen hel pen aan bekende geneesmiddelen. Het is Waai' de apotheker zegt u. den latijnsohen n'aam, doch de drogist, die trouwens de- zien Latijnsehen naam ook wel kent, zegt u den Hojlandschen naam; doch het pu bliek iheoit er het geneesmiddel te liever1 om. Het weet wel dat er met dat Latijn nóg 'wel eens gesold wordt. Of liet waal* is weten wij niet maar se no® veto, bene trovato, als 't niet waar is, is het toch mooi (uit) gevonden. Het is nu juist een halve eeuw geleden, i" het jaar 1865, dat onder de dames van het 'hof van Keizer Napoleon Hl een beroemd elixer naar een recept van een der bekwaamste geneesheeren van dien tijd grooien opgang maakte. Het re cept luidde: i i Aqua fontis 100 gr. lila repetita 40 gr. Eadem stillata 12 gr. Hydrogen! protoxyd 0 gr. 30. Nil laliud 1 gr. 25. Drie x daags 1 druppel. Pi- De dames bevonden zich wonderwel bij bet gebruik, doch toen de hertogins van M. ,zioli eens een vertaling van het recept liet geven, werd zo rood van toorn oven* de beetnemerij van den beroemden geneesheer, en met de glorie van het( etexir was ,jiet gedaan. De vertaling luidt: bronwater 100 gr. dit nog eens 40 gr. helzalfde druppelsgewijs. 12 gr. Water 0,30. Niets -anders 1 gr. 25. Wij gelooven niet dat dergelijke foppe rijen in een drogistenwinkel zullen Voor komen. Als men u daar fopt, doet men Wet in het .Nederlandsch. Doch over het algemeen zijn de geneesmiddelen van den drogist van zoo onschuldigen aard dat hij ze gerust tin voorraad hebben kan. 'Bovendien het publiek loopt veel liever bij den drogist dan bij den apotheker, bannen. De middelen zijn in den regel bij den drogist goedkooper in prijs. Men krijgt er tenminste g-neer Voor zijn yjj-f of tien centen, en men geneest er niét minder vlug en gemakkelijk om. Gaat de wetgever nu de gelegenheid tot het koop en van Vermeende of werkelijke genees mudde ken (wij zijn van meening dat vele on gesteldheden ook zonder gebruik van ge neesmiddelen, hetzij van deii drogist, het zij van den apotheker, hetzij op, hetzij zonder recept, wel, en even spoedig, mis schien nog spoediger, zullen genezen I) beperken tot wat de apothekers er van zouden willen maken, dan worden allicht die geneesmiddelen nog duurder; het pu bliek wordt er derhalve de dupe van, en de tweeduizend drogisten die er in ons land zijn, worden er voor het mee- rendeel door van hun bestaan beroofd. Den toestand laten zooals zij nu is, wil niemand. Maar wanneer de wetgever de apothekers-adsistenten tot drogisten pro moveert, zou de Drogistenbond wel eens gelijk kunnen krijgen, dat namelijk blij- kten zou, dat deze heeren, spijt hun di ploma, hiervoor niet de aangewezen per sonen zijn. Zij weten te veel en te wei nig'. Te veel is de receptuur, die zij als drogisten niet mogen uitoefenen; te wei nig is wat zij nu weten van het onder zoek der geneesmiddelen, wijl dit door de apothekers geschiedt, en de drogisten, op grond hunner jarenlange praktijk, hier- mtee beter bekend zijn. Wij sluiten ons ten dezen aan bij de meening van Het Handelsblad, dat het examen van den Drogistenbond ni,et behoeft te worden overgenomen, doch Wel de strekking daarvan behoort te wor den in liet oog gevat, en hot derhalve zóó moet worden, dat bij het examen van den a.s. geneesmiddelen-verkooper, apotbekers-adsistent of niet, kennis ver- eischt wordt van hetgeen hij tot het b'é- oordeelen en onderzoeken van do een voudige middelen, die hij' zal mogen ver- koopen, moet weten. Door dezen maatregel wordt de be dreigde drogist in zijn bestaan bestendigd, en tegelijk de zekerheid verkregen dal de nieuwelingen waarmee de wetgever het corps uitbreidt, voor hun taak berekend zullen zijn; het publiek behoeft niet van winkel te veranderen; en het blijft vrij in de keuze zijner .geneesmiddelen, ook al noemt de officieel© wetenschap die kwak zalverij. Onze schepen. De Duitschers hebben in de laatste' weken weer aardig van zich doen spre ken. Toch zullen wij niet met steenen naar heil Werpen, zoolang wij de juiste toedracht niet kennen. Zoo verneemt men omtrent de beschul diging van het beschieten der Mecklen burg van de maatschappij. Zeeland op j.l. Dinsdag, dat deze beschieting' heelemaal niet heeft plaats geliad. Gebleken is dat er op de Noordzee «enige stoomtrawlers waren, die gemeenschap onderhielden met twee duikbooten, welke hel; voorzien had den op het Engelsehe stoomschip Teal, dat zich op vier mijlen atstaiuls van de Mecklenburg ook op weg naar Engeland bevond. De duikers spraken door lucht- Hikkeringen, de trawlers antwoordden door vuurpijlen. Enkele van deze vuurpijlen schijnen nabij de Mecklenburg te zijn aan gekomen; het waren dus geen kanonscho ten, gelijk men eerst dacht, en allerminst schoten die op de Mecklenburg gericht waren. Wat het opbrengen van de Zaanstroom en de Batavier V aangaat, onpartijdige bladen, onder welke II et Vadc rla n d, zijn y;an meening, dat het hier een toe passing- geldt van het op het zeerecht gegronde recht van onderzoek. y.Ook is reeds gebleken dat deze vaartuigen niet zullen worden „goeden prijs verklaard". Verbeelden wij ons dat er veel minder hard geprotesteerd is toen, reeds in Octo ber des vorigen jaars, zulks herhaalde lijk door Franschen en Engelschen ge schiedde, ook op Nederlandschc, uit de Oost vertrokken schepen? Gansch anders staat het evenwel, ge lijk wij reeds gemeld hebben, met den vliegeraanslag op de Zevenbergen. Met belangstelling zien wij, het definitieve ant woord der Duitsche autoriteiten op ons rechtmatig protest tegemoet. Het in den .grond boren van de Mede a is indirect een gevolg van de schandelijke taktiek der Engelschen om op hunne sche pen de vlag eener neutrale mogendheid te voeren. Nu ,wordt het voor de Duit schers steeds moeilijker uit te maken, of zij met een vijand dan wel mol een buitenstaander te doen hebben, en zoo zal de bevelhebber van de duikboot, twij felende of hij niet beetgenomen werd, het zekere voor het. onzekere genomen en daarom de Medea maar vernietigd hebben. En dat te eerder dewijl dit vrachtschip zich binnen de door Duitschland bij, ken nisgeving van 18 Februari j.l. tot oor logsgebied verklaarde wateren bevond, te weten de wateren rondom Groot Britannië met inbegrip van het Kanaal, waartegen de neutrale scheepvaart door de Duitsche regeering was gewaarschuwd. Ook deze maatregel, die op den duur onzen handel vermoordt wordt terecht door onze regeering ernstig gewraakt, doch de grondfout ligt bij Engeland, die reeds op 31 Januari begonnen was met het voeren van valsche vlaggen, nog vroe ger met de bewapening van Engelschü handelsschepen, daarna met de afsluiting van de Noordzee voor Duitschland, ten einde dit land door uithongering tot het vragen om den vrede te dwingen. Nederland geraakt steeds meer in den knel. Het blij.ve echter billijk in zijn Ver oordeeling. Al behoort gestrengelijk te worden vast gehouden aan den eisch (reeds door onzie regeering in hare memorie van 12 Febr. j.l. aan 'de Duitsche nedergelegd) dat deze aan hare marine opdiago de neutraliteit van onzen handel en onze scheepvaart s'ipt te eerbiedigen. Beknopt overzicht van den toestand. liet drama in de Karpalhen vraagt nog hel, moest onze aandacht. Wel hebben de Russen in de Boeko- wina een nieuw echec geleden en heb ben de Oostenrijksche troepen ten N.0. van Czernowitz sterke Russische strijd machten tof. aan de grens teruggeworpen, doch in de Karpathen zelf schijnt op meerdere punten de Russische druk voor do wakkere Oostenrijksche mannen te sterk te worden. Reeds zijn clie Russen op enkele punten de pashoogtcn gepasseerd en dalen zij langs de Zuidelijke Karpa'henhel'ingen af. Tenzij er nieuwe strijdkrachten tegen over gesteld worden begint het er ha chelijk uit'ezien voor de Oostenrijkers. Doch er daagt hulp. Er verluidt, dat een nieuw Oosten- rijksc.k-Hongaarsch-Duitsch leger bijeen gebracht is -i n de Hongaarsche streken langs de ,0'ostelijke en Zuidelijke uitloo1- pers der Karpathen. De val van Przernysl voorziende, nam de staf ireeds eenigen tijd geleden den maatregel, om Hongarije tegen de Riussen to verdedigen. Men gelooft, dat een Rtassisch leger op het punt staat, een krachtig offensief tegfen do rechterflank der Oostenrijkers to beginnen en dat binnénkoirt het le gen* van generaal Ivanof een algemcenen aanval op het Galieisebe grensland zal openen. Ten* zeli'der tijd zal de Biulgaarsche held, generaal Dimitrief, die het insl'ui- tingslegcr van Przernysl aanvoerde, te gen Krakau oprukken, terwijl nog een andeir Russisch leger zal trachten de Kari pathenforten te forceeren en in Hongaar sche vlakten af te dalen. We staan dus aan den vooravond van groote gebeurtenissen. Verder is van belang de actie tegen, do Dardanellen en Konstantinopel. Do voorbereiding tot .een hernieuwd bombardement van de Dardanellenforten is natuurlijk jn vollen gang, Dagelijks komen oorlogsschepen, trans portschepen met troepen en kolenbooten in de buurt aan. Uit de samentrekkingi van troepen mag men opmaken, dat men tegelijk met d-e actie der oorlogsschepen ook een troepenlanding beoogt. Do Russen zijn intusschen Vooir den, Bosporus verschenen, tot groote schade Van de Turksche batterijen aan dien kant, althans volgens Petrograd, en in ieder goval tot schade van de gemoedsrust van het volk van "Konstantinopel. 't Was te voorzien, dat ook de Rus hieir 'een rol wilde spelen, doch 't Laat zich vooralsnog ,niet aanzien, dat z'n actie spoedig slagen zal. Van 'n succes vol bombardement gelooven 7re tot dus- vetr niet yeel. Maai* Konstantinopel mocht eens aan de beurt komen, om de geallieerden to ontvangen! En dan zou Rusland niet gaarne op de koffie komen. Daaafom poogt het nu den Bosporus te 'farceereu. De Belgische Koning in de loopgraven. De „XX© Siècle" verhaalt: Op een avond, ten Westen van Nieuvv- poort, gaat bijl het vallen van den avond een officier van hooge gestalte naar dei loopgraven. De wachtpost treedt hem met gevelde bajonet iii den- weg, „halt" comman- de erende. Ik ben de koning, antwoordt een mannelijke stem. Het wachtwoord, antwoordt de schildwacht, steeds het geweer gereed houdende. De koning geeft het wachtwoord, gaat naar den ingang van de loopgraaf en wil de opgehoopte planken, die den ingang maskeeren, ter zijde schuiven. Binnen in de loopgraaf, worden stem men gehoord en wordt er verontwaardigd en mot kracht geprotesteerd. Niet daardoor, kerel 1 De andere kantl.... De koning gaat aanstonds naar den an deren ingang Van de loopgraafmet moei te, zijn groot© gestalte buigende, dringt hijl de nauwe loopgraaf binnen. De com mandant is daar met zijho mannen. Ik kom zien of uwe mannen het niet koud hebben en of de dekens goed zij®. E® de koning gaat van man tot man, betast de dekens, vraagt aan een ieder, of hij tevreden is, of hij niet van koude en vocht te ljjden heeft, of hij niets te vragen heseft. Na een uur in de loopgraaf te hebben doorgebracht, ging do koning heen. Zoo stelt de koning zeide ons de commandant, die getuige was geweest van dit tooneel voortdurend belang in leven en welzijln der soldate®. Genoeg om de populariteit te begrijlpen, die hij zich onder hen verworven heeft. In bezet Frankrijk. De correspondent van de „Daily News" in Noord-Frankrijk brengt een droevig tooneel op van de toestanden in het door de Duitschers bezette Frankrijk. Weet men wel, vraagt liiji, dat op 200 mijl van Londen en op nog. een 100 mijlen van Parijs een van de grootste tragedies van den oorlog in stilte zich afspeelt? Daar wonen 2.000.000 menscben, die nu reeds 4 maanden geheel van overig Frankrijk afgesneden zijn. Die mensehen lijden vreeselijken hon ger. Moreel tot voeding verplicht, brengen de Duitschers tienduizenden behoeftige Fransehe boeren over de Zwilsersche grens naar Frankrijk en thans willen de Duitschers ook de steden ontdoen van de menschon, die onmogelijk huil voedsel meer kunnen koopen. Zoo werden b.v. reeds uit St. Quentin do „onnuttige mon den", zooals hot heet, naar Duitschland gebracht. Het Comité te Parijs, dat naar Zwit serland overgebracht, mensehen uit het Aisne-departemenl sprak, vertelt daarvan: In het algemeen worden voedingsmid delen schaarsch. In eenige districten staat de bevolking op rantsoen. Men eet paar den- en hondenvleesch. Brood is duur en slecht. Groenten zij® er zoo goed als niet. Te drinken valt er niet behalvej liet bier, dat de Duitschers brouwen en tegen hooge prijizen verkoopen. De menscben mogen alleen voorjaars- vruchten pp den akker verbouwen, daar de Duitschers, in het geval ze verdreven worden, slechts woestenij1 willen achter laten. TIeele dorpen z'ijb verwoest, en de inwoners zwerven van de e'ene schuil plaats naar de andere. Te La Fère krij gen de mensclien 100 gr. brood per dag. Engelsehe stoomschepen in den grond Het stoomschip „Falaba" is bij Milford getorpedeerd en gezonken. Van de 260 opvarenden zijn 137 gered. De Falaba, in 1906 gebouwd, mat 48 6 ton bruto, 3011 netto, en behoorde aan de Elderline Ltd. te Liverpool. Aan de „N. R. Ct." wordt nog geseind: De duikboot kwam Zondagmiddag plot seling bijl dé Falaba boven water en gaf het schip met de stoomfluit een sein om bij' te draaien, maar voor het dat had kunnen doen trof een torpedo het ter hoogte van de machinekamer. De booten werden uitgezet en bemand, doch drie! kapsijlsden, zoodat zij die er in zaten, te water raakten. De Duitschers deden geen poging om de verdrinkende1 passa giers te redden. De trawler Eileen Mary kwam nog op tijd om 137 uit zee en uit de andere scheepsbooten op te pikken. Kapitein Davis van de Falaba is dood uit hot water gehaald, de -eerste officier is gered, na 2i/2 uur in het water te hehL ben gelegen. Twee hofmeesteressen zijn verdronken. Een luitenant en een korpo raal van het leger zij'n dood opgevischt. Acht. lijken zijn te Milford aangebracht. Van de geredden zijn acht gewond naar het marinehospitaal te Pembroke gebracht. De Falaba was een pakketboot op West- Afrika. De overlevenden vertellen dat de duikboot om de drenkelingen heenvoer en dat do bemanning om hun wanhopige worsteling stond te lachen. In een ander telegram wordt verteld dat de duikboot onmiddellijk, nadat de Falaba was ge troffen, ondergedoken is. Naar de Londensche admiraliteit meldt is het stoomschip „Aquilla", van Liver pool, Zaterdagavond uit de kust van Pem brokeshire door een Duitsche duikboot met een torpedoschot in de grond geboord. Gisteren zijn 20 opvarenden, waaronder de kapitein, te Fishguard aan land ge bracht. Er worden 23 leden der bemanning en 3 passagiers vermist. De Aquilla, in 1907 gebouwd, mat 450 ton bruto, 172 netto en behoorde aan de Zellah Shipping and Carrying Co. Ltd. te Liverpool. De „Vosges". De Engelsehe admiraliteit meldt, dat de stoomboot „Vosges" door geschutvuur van een onderzeeër in den grond geboord is zestig mijlen ten zuidwesten van Stan- na Head. Zaterdag maakte de onderzee- er jacht op de stoombooten „Aguila1?, „Dunedin" en „Talaba" ter hoogte va® Landsend. Zondag werd de onderzeeër gesignaleerd bij Kaap Clear (Zuidkust Ier land). De gewonden van de „Vosges", onder wie ook vrouwelijke passagiers e® een jongen van vijftien jaar, zijn in het hospi taal to Truro ondergebracht. Zij verhalen, dat do kapitein zich aan het signaal vart den onderzeeër niet stoorde, maar Zóo manoeuvreerde, dat hij den onderzeeër achter zich kreeg, zoodat hij niet in staat was zijn torpedo's te gebruiken. Een los schot had geen succes en de onderzlae- er vuurde daarna een projectiel af. Da kapitein van de „Vosges" bevond zich met drie officieren op die brug, de be manning was op post en slokers en machi nisten werkten om het hardst. De onder zeeër echter, die blijkbaar een der nieuw ste was, hoewel het nummer onbekend bleef, kon de „Vosges" gemakkelijk inha len. Soms was hij slechts een driehon derdtal meters ver af, het geschutvuur had dan ook vreeselijke uitwerking. Ben schot doodde den hoofd machinist, die juist die stokers tot nieuwe inspanning aanmoedigde. In het geheel werden twin tig granaten afgevuurd. Het voornaamste doel was blijkbaar de brug. Alle officieren, op een na, werden gewonddo tweede stuurman zeer ernstig. Alles op dek werd in flarden geslagen, de brug geleek wel een zeef. Drie booten waren vernield. Niet temin voer de „Vosges" met onverminder de vaart door en na twee uren gaf de onderzeeër de jacht op; met een laatste schot echter werd een gat geslagen ter hoogte van de waterlinie. Het water stroomde uaar binnen. Een vijftal passa giers boden zich aan de slokers te helpen, en de „Vosges" zou nu een poging doen om den onderzeeër te rammen, zonder succes echter. Inmiddels werden vuur pijl-signalen gegeven om hulp te verkrijgen. Een nieuw schot van den onderzeeër nam daarop de vlag weg, maar deze werd spoedig Vervangen. Nadat de onderzeeër verdwenen was, zette de „Vosges" de reis voort onder voortdurend pompen. Na een uur werd een patrouilleschip ontmoet, dat de „Vosges" op sleeptouw nam. Maat hot bleek weldra, dat het schip niet te behouden was. In goede orde verlieten de opvarenden het schip in de booten en de bemanning roeide deze naar het pa trouilleschip, onder het zingen van „Tip- perary". De telefoon in den oorlog Aan een veldpostbrief van een artille rie-officier in de „Koln. Volksz,tg."wordt hef volgende ontleend over de werkzaam heid van de telefoontroepen te velde i In den posilie-oorlog, zooals hij zich over het geheele front heeft ontwikkeld, speelt de telefonist een bijzonder belangrijke rol. De bevelspost van een artillerie-comman dant is een centrale van een dozij® en nog meer draden, die, gespannen door diep boscli, over kloven, beken en ber gen, in zijn aardhol uitmonden. Van hier uit beheerscht hij ziijn batterijen, leidt het vuur, houdt overleg met de infanterie, met het vliegerstation, bespreekt alle maat regelen met de generaals, zonder een voet t© verzetten. Het aansluitingssysteem der Verschillende geleidingen is het geheim van den telefonist. Hiji weet nauwkeurig, welk station hij moet aanroepen om een gewenschte aansluiting te verkrijgen. In het kort, hij is meester van de situatie. Zit de telefonist echter in een besloten batterij of in een natte loopgraaf, waarin de zware granaten inslaan, dan is hij ook een held. Hij ligt daar geduldig, mond en oor afwisselend aan de telefoon. De waarnemer, een artillerie-officier, kijkt in gespannen door een kijker naar de vijan delijke loopgraaf. Hij fluistert aan den telefonist zijne waarnemingen toe, die ze verder geeft. De officier heeft voor zich een mijnwerper ontdekt. De telefoon geeft het verder. Deze moet beschoten wor den.. De telefoon geeft nauwkeurig vol gens aanwijzing van den officier de plaats op de kaart aan. Voorzichtig moet van gene zijde aangeschoten worden, opdat bij de mogelijke strooiing van de schoten en de nabijheid van het doel niet die eigen loopgraven getroffen worden. Dia telefonist geeft thans alle commando's en waarnemingen door. „Tien meter te kort, zijde goed". „Acht meter -afbreken, vijf meter links". Aldus gaat het verder. Intusschen fluiten die 'infanterieschoten over zijn hoofd. Kartet sen ontploffen met oorverscheurend ge knal boven hem, van verre kondigt een zware „brommer" zich aan en bom! valt hij naast de telefoon in de loofgraaf. De telefoonkast is vernield en daarop ligt in zijn bloed de telefonist, den mond nog geopend. Voor zulk een standvastigheid moet men bijzondere eigenschappen bezitten. De in fanterist in de loopgraaf schiet en ver dedigt zich. De telefonist echter ligt weerloos in den regen der schoten, om door den electrischen stroom de verbin ding tusschen waarnemer en batterij te verzekeren.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1