143 Vrijdag 19 Maart 1915 39c «laargang mm De Qroote Oorlog* BRIEF UIT ONZE OOST. >Mt stonden Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN JE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointra Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1,25 0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels 1. iedere regel meer 10 ct. Zij, die zich met ingang van 1 April a. s. op „De Zeeuw" abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. Een merkwaardige dag. Gisteren vóór honderd jaar dankte onze eerste Koning, Willem I, in de Westerkerk te Amsterdam Gode voor de verheffing van Nederland tot Koninkrijk. Welk 'n blijde dag was dit! En ware het niet, dat het dreigend oor logsgevaar elk feestelijk vertoon uitsloot, we zouden deze week op luiden toon onze jubelzangen hebben doen klinken, ter herinnering aan dien Mijlden stond, en ter eere van ons Vorstenhuis. Op 16 Maart 1815 kregen wij! een Oranje tot koning, werd ons land tot koninkrijk verheven. Al konden we op den dag van Dinsdag dus niet fmet igrooten luister het eeuw feest van het Koningschap vieren, toch zijn onze gedachten deze week weer meermalen bepaald geworden bij wat God Almachtig ons in het Oranjehuis ge schonken heeft en hebben wij' God ge dankt voor den zegen, dien Hij ons door middel van dit edele Huis heeft willen geven gedurende tal van jaren, in voor- en tegenspoed. Misschien zou het nog de vraag zijn, of, als het vrede gebleven Ware, het eeuwfee-st van het koningschap meer of ficieel gevierd zou zijln. Het groote feest, het feest van Neêrlands herstelling, bo venal het feest van Oranje's terugkeer hebben we in 1913 gevierd. De souvereine regeering van Willem I werd niet in 1815 eerst vastgelegd, maar in 1813 uitgeroepen en in 1814 in de Grondwet geboekt. Feitelijk is ons Vorstenhuis dus in 1815 slechts formeel in aanzien gestegen, de wezenlijke souvereinitleit was reeds! in 1813 aan Oranje opgedragen. Doch 'dit neemt niet weg', dat we steeds gevolg willen geven aan den drang, om te roemen in de trouw van ons Vorsten huis, in de glorie van het huis van Oranje, ear in de genade, die de Heere in dit opzicht aan ons land en volk be wezen heeft. ff f? Niet meegedaan. In sommige bladen komt het bericht voor uit Goes, dat een bekend vrijzinnig propagandist aldaar aan Speenhoff, hij diens jongste .optreden aldaar een krans en een enveloppe heeft aangeboden, „na mens de Goesche burgerij". Tegen deze min-juiste uitdrukking ko men wij even op. Niet „namens de burgerij", maar „na mens een deel der burgerij", dat zal wel zoo zijn. Wij en onze geestverwanten toch wen- schen niet geacht te worden te hebben mee gedaan aan de hulde aan dezen ju bileerenden tooneelspeler, die wel eens een enkele maal een goed volkslied moet hebben gezongen, doch niet zelden den „fijnen" in zijn liedjes onrecht heeft ge daan, en verhooging van bet zedelijk volks peil niet in alles heeft nagestreefd. Voor de kleine staten? Wij hebben van meetaf in Engelands optreden voor de kleine staten een pas- quil gezien; en in '(.gunstigste geval ver ondersteld dat het hoofdmotief voor En gelands inmenging in de vastelandoorlogen altijd gelegen heeft in eigenbelang. Edoch het praatje moest dienst doen. Thans vernemen wij uit De Sta.n- d aard (wij citeeren hier een driestar uit genoemd blad) „dat, de Times voor op, de Pers van Engeland zelf nu genoeg en te over heeft van dit schijnbeWeren, en er nu grif voor uitkomt, dat men, ja, dit wel gezegd heeft van dat kleine België, en dat in dat zeggen ook een deelke van waarheid school, maar dat 't toch kinderpraat is, om zich nu aan te stellen, alsof Engeland hierom alleen, en kel om België's wil, het zwaard had ge trokken. Het publiek moest zoo onnoozel niet zijn, om zich 'zooiets te laten aan praten. Neen immers, men ging in .oor log ten principale voor Engelands be lang en, om Engelands macht in handels- en wereldrijk." Letterlijk, aldus De Standaard" staat het er: „Het volk moet weten, dat onze eer en onzp .belangen ons geboden zouden hebben, met Frankrijk en Rus land tegen Duitschland op te trekken, ook al ware er van een inval in België geen sprakie geweest." Het kan nuttig zijn dat een ieder deze bekentenis in het oor knoope. Zij komt van een zijde, die den beschuldigde zeer na bestaat. Voor Ds Wet. Wij steunen niet eb' adresbeweging van Engelsche en Nederlandsche dames ten gunste van generaal De Wet, omdat, naar wij vast gelooven, die steun hem geen goed kan doen. Willen alleen Engelsche dames, de vrou wen. der ministers en de gemalin van den Koning voorop, een beroep op Botha's en Smuts' „beter ik" doen, zij mogen hun gang gaan. Maar wat zullen Holland- sche vrouwen op het hart dezer staatslie den vermogen, waar het wel voor hen zal vaststaan, dat de Hollanders geen schuld vinden in De Wet. Bovendien een aandrang om vrijstelling of genadige behandeling van dezen held zou insluiten de erkenning dat hij schul dig is; en wij weten niet of dat den grooten gevangene aangenaam zou zijn; wij weten ook niet of hij wel schuld heeft. Een oud-Transvaler, thans te Bennekom, schrijft in Het Handelsblad, dat hij gezien heeft hoe door Botha's politiek de Afrikaners aan de wenschen der Engel- schen steeds meer worden opgeofferd, en hiertegen, nu Zuid-Afrika gedwongen wordt deel te nemen aan een politieken straatroof, zonder daartoe door de Grond wet van hun land ook maar eenigszins verplicht te zijn, hebben geprotesteerd, met De Wet en Beijers aan 't hoofd; en dat Botha aan den dood van laatst genoemde mede schuldig staat, omdat hij zijn eerewoord verbrak, door hem na te zetten voor hij van zijn vrijgeleide terug gekeerd de zijnen had kunnen bereiken. Wie gaat mi aan zulk een regeering, en voor een zooveel grooter man, als De Wet, gratie vragen! „Geen onrecht te doen, vraagt.men niet als een gunst!" Met deze beschouwing vereenigen wij ons. Aan onderstaand schrijven van een onzer vrienden in Indië geven we, van wege de belangrijkheid, gaarne plaats op de eerste bladzijde Amice, Medan, 20 Februari 1915. In je Vorigen brief werd mij gevraagd ook eens iets voor „De Zeeuw" te schrij ven. Graag voldoe ik aan je verlangen, hioöwed ik je van te voren wil zegge[n, dat je Vtooraï niet te Veel moet verwachten. Naar Indië kunnen nu eenmaal weinigen gaan iom te reizen. Verreweg de mees ten der hier gevestigde Europeanen zijn vanaf hun landing in Indië „vastgenageld" aan hun standplaats door 5 of 8-jarige contracten. Af en toe moge noen eejis een veertien dagen naar een koeler ge legen plaats gaan om op 'te frisschen, toc-h is dat ook alles voor de meesten. „Wat een eentonigheid" zult ge zeggen. Toch hen je daar glad abuis. De een zaamheid en de afgezonderdheid zijn heel aangenaam, als je overdag maar genoeg werk hebt. Na 5 uur, als de zon weer haar „dagtaak" volbracht heeft en je zit op de voorgalerij aan de thee, dan voel je je toch zoo senang (aangenaam ge stemd). Ook de buurlui hebben hetzelfde' blije, opgewekte gevoel, want dan rechts, dan weer links, of achter je, hoor je de piano-muziek of de welluidende basstem van een buurman. Want muzikaal is hier bijna iedereen. Als je rekent dat op eene Europeesche bevolking van 500 a 600 twee dames lesgeven in zang, 10 onderwijzers(essen) zijn voor piano, or gel of viool, dan is daarvoor wel het bewijs geleverd. Ook de liefhebberij voor lezen is hier algemeen; trouwens in heel Indië. Lees kringen met 10 tot 20 leden zijn er ban jak {vele). Daarin vindt natuurlijk niet iedereen zijn gading, want veel Christen lijke lectuur is hier niet. Van de tijd schriften zijn het best vertegenwoordigd. „De Gids", „De Nieuwe Gids", „Weten schappelijke Bladen", „Tijdschrift voor Wijsbegeerte", „Elsevier's Tijdschrift", „Boon", „De Groene Amsterdammer", „De 20e Eeuw" en dergelijke. De hoe ken em novellen zijn natuurlijk ook allen heel eenzijdig liberaal of „rood". Voor een Christelijker! leeskring is, zoo je ziet, nog geen plaats, in aanmerking nemende, dat er een 40-tal Christelijke gezinnen zijn. Maar dat komt welAls er maar eens wat organisatie komt, en daar is alle kans op. Ik wil niet op eigen en an- derer plannen vooruitloopen, maar ter staving van mijn her veren wil ik alleen gewagen van >vat in het „Gereformeerde kamp" alhier gedacht en besproken is de laatste weken. Wij hebben verleden Zondag, bezoek ge had van Ds. Tiemersma uit Batavia. Waar men hier nog nooit een Gereformeerd predikant gezien had, was ieder van ons er heel blij mee. De Protestantsche Ge meente had. bereidwillig haar kerkgebouw afgestaan en 's avonds voor liet Heilig Avondmaal de consistorie. Den volgenden dag s avonds hebben wij een vergadering gehad, waarbij de wenschen der broe ders tot uiting kwamen. De hoofdbespreking vormde wel het onderwerp betreffende de te beroepen pre dikant voor de verstrooide Gereformeer den in Ned. 0.-Indië. Oorspronkelijk wilde men één predikant, die gevestigd zijnde te Batavia, allen die van Geref. huize zijn af en toe te bezoeken. Maar! Op Java zijn wel verstrooiden, doch die ko men reeds n u herhaaldelijk in aanra king niet de Geref. Kerken daar ör drie zijn op dat eiland. Slaat men op Java do handen ineen dan is men daar tieejds geholpen. En, de praktijk leert, dat heit zonder bezwaar kan. Op Bandoeng zijn bijv. nog al veel Gereformeerden en als practisch© Hollanders vraagt men af en toe den een of anderen Geraf. predikant een maand te logee ren.' Bandoeng is een koele plaats, waar velen ter verpoozing lie.en gaan, dus wordt die uitnoodiging jaarlijks even zoo vele malen geaccep teerd als gedaan. Iedereen ter vergadering wjas het dan ook eens, dat Java best buiten het ar beidsveld kon vallen van den in de toe komst te benoemen predikant voor de verstrooide Gereformeerden. Vooral ook daarom, omdat zoo'n predikant anders wel zijn domicilie mocht kiezen op de hooien der Koninklijke Paketvaart-Maat- schappij. Want de afstanden zijn in In dië zoo groot, dat, wil de predikant slechts jaarlijks één veertiendaagsch bezoek bren gen aan Atjeh, jDeli, Djambij Padang, Pa- lembang en de lliouw-Archipel, hij al minstens 5 of 6 maanden van huis zou moeten zijn. En dan heeft hij alleen nog maar Sumatra en Riouw „bewerkt". Iedereen zal moeten toegeven: neen, dat zou niet gaan. „Maar", zegt ge, „waar zitten de meeste Gereformeerden. Laat daa» de arbeid spe ciaal verricht worden". Precies, amice, en waar Sumatra de moesten lierbeirgt, is het denkbeeld dan ook geopperd om daar te verzoeken een predikant te mo gen hebben. Ds. Tiemersma was het daar mee eens en zou hij dienaangaande dan ook adviseeren in den kerkeraad te Ba tavia. Wordt het plan daar goedgekeurd dan zal de Synode in Holland denkelijk wel denzelfden weg' willen inslaan. Moge 'het onder 's Heeren leiding zoo gebeuren, opdat Sumatra eindelijk zijn eerste Gereformeerde Kerk krijg© en ook de actie onder de Chineezem mogle ter hand genomen worden. Dat laatste is gelijktijdig onder de oogen gezien. Waar de zucht naar Europeesche beschaving zich voortdurend uit in het vragen naar Hollandsch-Chineesche scho len, zou het zoo te bejammeren zijln, als de Christenen achterbleven en geen acht sloegen op- dit roepen. Een „.handig" Ame- rikaanseh zendeling heeft reeds eigener beweging, zonder s t e u n, dit werk aangevat en met veel succes. Verschil lende scholen zijn reeds geopend, waar hij met zijn helpers zegenrijk arbeidt. Gok hebben de kinderen hem hartelijk lief, terwijl de ouders in geldelijke offers hun sympathie toonen. Want zóó zijn de Chineezenzien zij! dat men het goede met hen voor heeft, dan tasten ze royaal in de beurs. Is die vrijgevigheid bij de Chineezen en dat onbaatzuchtige werken van een Amerikaan niet prijzenswaardig) doch ook beschamend voor ons, Hollandsche Chris tenen Ik sprak van een „handig" Ameri- kaansch zendeling. Rat behoeft toelich ting, want „handig" en „zendeling" zijn twee '.(volgens mijl) elkaar uitsluitende be grippen. Mr. Ward, zoo heet de zendeling in kwestie, beweegt zich ook op politiek gebied en komt dan vaak in. conflict met den resident. Ge begrijpt, dat men daarom gaarne zag, dat zich Hollanders met dit werk gingen bemoeien, want aan den steun der regeering valt geen oogenblik te twijfelen, terwijl het beginsel der par ticuliere school hier zoo mooi kan toe gepast worden. Actie onder de Gereformeerden en zen ding onder de Chineezen, dat waren al- zöo de hoofdpunten ter vergadering. Be sluiten werden nog niet genomen, kon den ook nog niet genomen worden, want Batavia en de Synode in Holland moetan heslissen. Natuurlijk hebben we het ook over andere dingen gehad. Zoo bijv. „de Pers". Er werden vragen gesteld waarop1 als antwoord de volgende mededeelingen volgden. Destijds was er sprake van een Chris telijk Mad voor Indië. In korten tijd was f 16000 bijeen, waarvoor bereids een drukkerij gekocht is. Goed© winsten wor den door aandeelhouders gemaakt. Nu blijkt het echter dat een blad eventueel slechts op1 zeshonderd abonné's zou kun nen rekenen. Dat is te weinig om met succes te werken. Bovendien, zou men de noodige advertenties krijgen? Dat werd betwijfeld en daarom wordt voorloopig gewacht. Nu wil men trachten een weinig helijnd, (reeds bestaand blad te koopen en dan langzaam bakzeil te halen. Een reuzen risico volgens mij1, maar misschien is zoo iets op Java wel mogelijk. Reeds was een blad in Batavia genegen de business over te doen voor f 40.000, wat efhter te duur was. Nog andere belangrijke onderwerpen werden behandeld, doch die zijn niet voor publiciteit bestemd, en kom ik daarop ter gelegener tijd terug. Nu over den oorlog! Misschien krijg je niets van 't volgende te hooren en daar om schrijf ik het je. Van de week werden wij hier zeer verrast te hooren dat op Singapore muite rij was uitgebroken onder de inlandsche soldaten. 700 van wapens voorziene pan- jabis (mohammedanen) trokken door de stad, allen neerschietende die op den weg zich vertoonden. 'De paniek was natuurlijk onbeschrijfelijk. Twintig, volgens de bla den zelfs 40 burgers werden gedood en meerdere gewond. Doch de overheid trad streng op. Iedere Europeaan werd opge roepen en bewapend met bevel, al wat muiter was en een geweer droeg zonder vorm van proces neer te schieten. Intus- schen hadden de oproerlingen reeds 70 Duitschers losgelaten (die echter zoo ver standig waren denzelfden dag zich weer aan te melden). Daarop verschansten zij zich in barakken en kazernes, waarop een formeel gevecht ontstond, dat tal van officieren het leven kostte. Als een be wijs, dat het ernstig was, kan dienen dat een bevel uitgevaardigd werd, om alle vrouwen en kinderen op de schepen te brengen. Teder mannetje, dat maar aan boord kon gemist worden, werd opge roepen en vocht aan de zijde der andere Europeanen. In zooverre zijn de berichten allen eensluidend, onverschillig of Ze van Java komen of uit de Penang-bladen wor den geput. Verschil bestaat alleen over de vraag of de Duitschers er de hand in hebben of niet. Ook of de opstand reeds gedempt is. Volgens de Engelschen is de orde reeds hersteld. Een feit is ech ter, dat Dinsdag 16 Febr. (Maandag ochtend was het oproer begonnen) reeds bulletins werden verspreid dat de toe stand weer normaal was, terwijl er Woens dag nog gevochten werd en de telegraaf dienst verstoord was. En zelts Vrijdag en Zaterdag kreeg men in Medan nog geen antwoord als telegraphisch gevraagd werd (ook door het bestuur) wat er van aan was vair de berichten en of alles reeds weer gewoon was. Ten laatste zijn Maan dag, Dinsdag en Woensdag geen kranten Verschenen, wegens gebrek aan inlandsch personeel. Alles tezamen genomen, neemt men hier aan, dat do. toestand hoogst ernstig is, vooral omdat er zich geen Europeesche soldaten in Achter-Indië bevinden. Voor onze Oost is hier niemand bang. De bevolking staat op goeden voet met. d,'e regeering. Dank zij de ethische poli tiek van Van Idenburg misschien? Of (a la een zekere liberale Indische spe cialiteit) onda n ks het fanatieke beheer der laatste jaren? Ik voor mij ben de eerste meening toegedaan en hoop van harte dat Idenburg nog lang de leiding moge hebben van onze kostelijke Oost. Gegroet, DELIAAN. Beknopt overzicht van den toestand. Op het Oostelijk front trachten de Rus sen niet alleen de Duitschers vast te hou den, zooals we gisteren schreven, maar ook hun gebied zooveel mogelijk van! vijlandelijke elementen te zuiveren. Dat deze pogingen niet geheel zonder succes hieven leerde ons een Duitsch communiqué, dat niet meer of minder vertelde, dat „zwakke Russische aanval len op Tauroggen en Laugszargen werden afgeslagen." Wanneer men de ligging dezer beide plaatsen nagaat, komt men tot de con clusie, dat het eien veelzeggende uitdruk king is en dat het een vijandelijke bewe ging geldt, die niet van belang ontbloot .is. Immers beide plaatsen zijln ten N.-W. van Tilsit gelegen, Tauroggen dicht hij de Duitsche grens, en Laugszargen op Oost-Pruisisch gebied. De Duits.chers moesten dus erkennen, dat de Russen weer tot in Oost-Pruisen zijn 'doorgedrongen en na den grooten terugtocht, zich weer zoodanig hersteld hebben, dat zijl weer tot den vijandelijken bodem zijn voortgerukt. an Kofno uit heeft de Russische rech tervleugel zich weer een aanmerkelijk stuk vooruil weten te dringen, hetzij om een dreigende omvattings-heweging'daar te voorkomen, hetzij om een dergelijke beweging ten opzichte van de Duitschers uit te voeren. Is het laatste waar, dan heeft de poging van Russische zijde aanvankelijk wel eenig succes gehad, doch het is niet aan te nemen, dat een dergelijke omtrek- kingö-beweging opi dit gedeelte van het oorlogstooneel ooit gelukken zal. Het bericht, dat de Russen weer tot op Oost-Pruisisch grondgebied zijn ge naderd, is op zichzelf echter reeds van genoegzaam belang, om er de aandacht op te vestigen. i Betreffende de onderhandelingen tus- schen Italië en Oostenrijk vernoemt de „Daily Chronicle" uit Rome, dat Oosten rijk aan Italië drie voorwaarden gesteld heeft, welke door Italië aangenomen moe ten worden, alvorens de onderhandelingen! nopens den afstand van welk deel van de Trentino aan Italië ook, geopend kun nen worden: le. Italië zal in geen geval bezit nemen van eenig irredentisch gebied dan na de vredessluiting van de centrale Keizer rijken. 2e. Elke voorafgaande overeenkomst op dezen grondslag is slechts voor Oosten rijk bindend, indien Italië geheel huiten den oorlog blijft, wat er ook moge ge beuren. 3e. Italië moet tot het einde toe een politiek van welwillende neutraliteit ten, opzichte van Duitschland en Oostenrijk handhaven. Als waarborg van eenige wederzijdsche overeenkomst welke getroffen kan wor den, kan Oostenrijk wellicht er in toestem men inmiddels Trentino of een gedeelte van Trentino over te geven aan Duitsch land, waardoor dus Duitschland en Oos tenrijk bij het einde der- vijandelijkheden! in staat zullen zijln te heoordeelen of de gedragslijn van Italië van dien aard is geweest dat dit land daarmede gebied kan verwerven. De redenen van Oostenrijk met dit voor stel schijnt te hebben is, dat de onmiddel lijke afstand van Trentino, Oostenrijk ipso facto zou beroovenvan zijn sterkste linie van verdedigingswerken aan de Italiaan- sche grens en deze, eenmaal in handen van Italië, onder de Italiaansch© natie moge lijk een onweerstaanbaar en vurig ver langen naar meer zou kunnen teweeg brengen. 't Is echter de vraag of Italië nog ooit zoo makkelijk vergrooting van grondge bied ten koste van Oostenrijk zal krijgen. Zoolang de militaire toestand voor Duitschland niet verslechtert en zoolang de Turken de Engelsch-Fransche vloot bij de Dardanellen zich nog, van het lijf weten te houden, moet Italië zich maar niet al te veel illusies scheppen. Keizer Frans Josef is er ook nog! Over de Dardanellen gesproken, de Turken beginnen zich dapper te roeren. Vanmorgen seinde men ons, dat een deel der Turfcsche vloot gisteren de scheepswerf en oefenplaats voor torpe does ten Westen van Theodosia (in de Krim) heeft gebombardeerd, met het ge volg dat enkele gebouwen weldra in lich te laaien stonden. De Britsch-Fransche vloot op haar beurt heeft weer een hevig vuur op de Darda- nellenforten geopend, doch de Turken be antwoordden het met succes. Een F'ransch pantserschip', de Rouvet werd in den grond geboord. Meer en meer blijkt, hoe ondankbaar werk 'het is de nauwe zeeëngte hier te forceeren. - De heele Dardanellen-gteschiedenis be gint dan ook een beetje te gelijken op de üostenrijksche strafeixpeditie tegen Ser vië, die met zoo veel geschreeuw aange kondigd was en zoo jammerlijk schipbreuk leed. KortegOorlogsbariehtsn. Het Engelsche s.s. „Blonde", dat aan de Tyne-rivier is aangekomen, rap porteert, door een Taube te zijn aange vallen, waarbij een man werd gedood. - Uitvoerige nieuwe bepalingen zijn uitgevaardigd inzake de „afwezigheidsbe- lasting" in België. Verlangd wordt, dat de besturen lijsten maken en spoedig in leveren, van de Belgen, die op 1 Maart nog niet teruggekeerd waren in België. ,De rechtbank te Gent heeft thans uitspraak gedaan in de zaak der burger wachten, die 'door de rechtbank van po litie waren vrijgesproken, tegen welk von nis het opepbaar ministerie verzet aan- toekende. De rechtbank sprak het volgende von nis uit: „Al degenen, die aan den op-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1