143
Vrijdag 19 Maart 1915
39c «laargang
mm
De Qroote Oorlog*
BRIEF UIT ONZE OOST.
>Mt
stonden
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN JE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointra Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1,25
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels 1.
iedere regel meer 10 ct.
Zij, die zich met ingang van 1
April a. s. op „De Zeeuw" abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers GRATIS.
Een merkwaardige dag.
Gisteren vóór honderd jaar dankte onze
eerste Koning, Willem I, in de Westerkerk
te Amsterdam Gode voor de verheffing
van Nederland tot Koninkrijk.
Welk 'n blijde dag was dit!
En ware het niet, dat het dreigend oor
logsgevaar elk feestelijk vertoon uitsloot,
we zouden deze week op luiden toon
onze jubelzangen hebben doen klinken,
ter herinnering aan dien Mijlden stond,
en ter eere van ons Vorstenhuis.
Op 16 Maart 1815 kregen wij! een
Oranje tot koning, werd ons land tot
koninkrijk verheven.
Al konden we op den dag van Dinsdag
dus niet fmet igrooten luister het eeuw
feest van het Koningschap vieren, toch
zijn onze gedachten deze week weer
meermalen bepaald geworden bij wat
God Almachtig ons in het Oranjehuis ge
schonken heeft en hebben wij' God ge
dankt voor den zegen, dien Hij ons door
middel van dit edele Huis heeft willen
geven gedurende tal van jaren, in voor-
en tegenspoed.
Misschien zou het nog de vraag zijn,
of, als het vrede gebleven Ware, het
eeuwfee-st van het koningschap meer of
ficieel gevierd zou zijln. Het groote feest,
het feest van Neêrlands herstelling, bo
venal het feest van Oranje's terugkeer
hebben we in 1913 gevierd.
De souvereine regeering van Willem I
werd niet in 1815 eerst vastgelegd, maar
in 1813 uitgeroepen en in 1814 in de
Grondwet geboekt.
Feitelijk is ons Vorstenhuis dus in
1815 slechts formeel in aanzien gestegen,
de wezenlijke souvereinitleit was reeds!
in 1813 aan Oranje opgedragen.
Doch 'dit neemt niet weg', dat we steeds
gevolg willen geven aan den drang, om
te roemen in de trouw van ons Vorsten
huis, in de glorie van het huis van
Oranje, ear in de genade, die de Heere
in dit opzicht aan ons land en volk be
wezen heeft.
ff
f?
Niet meegedaan.
In sommige bladen komt het bericht
voor uit Goes, dat een bekend vrijzinnig
propagandist aldaar aan Speenhoff, hij
diens jongste .optreden aldaar een krans
en een enveloppe heeft aangeboden, „na
mens de Goesche burgerij".
Tegen deze min-juiste uitdrukking ko
men wij even op.
Niet „namens de burgerij", maar „na
mens een deel der burgerij", dat zal wel
zoo zijn.
Wij en onze geestverwanten toch wen-
schen niet geacht te worden te hebben
mee gedaan aan de hulde aan dezen ju
bileerenden tooneelspeler, die wel eens
een enkele maal een goed volkslied moet
hebben gezongen, doch niet zelden den
„fijnen" in zijn liedjes onrecht heeft ge
daan, en verhooging van bet zedelijk volks
peil niet in alles heeft nagestreefd.
Voor de kleine staten?
Wij hebben van meetaf in Engelands
optreden voor de kleine staten een pas-
quil gezien; en in '(.gunstigste geval ver
ondersteld dat het hoofdmotief voor En
gelands inmenging in de vastelandoorlogen
altijd gelegen heeft in eigenbelang.
Edoch het praatje moest dienst doen.
Thans vernemen wij uit De Sta.n-
d aard (wij citeeren hier een driestar
uit genoemd blad) „dat, de Times voor
op, de Pers van Engeland zelf nu genoeg
en te over heeft van dit schijnbeWeren,
en er nu grif voor uitkomt, dat men,
ja, dit wel gezegd heeft van dat kleine
België, en dat in dat zeggen ook een
deelke van waarheid school, maar dat 't
toch kinderpraat is, om zich nu aan te
stellen, alsof Engeland hierom alleen, en
kel om België's wil, het zwaard had ge
trokken. Het publiek moest zoo onnoozel
niet zijn, om zich 'zooiets te laten aan
praten. Neen immers, men ging in .oor
log ten principale voor Engelands be
lang en, om Engelands macht in
handels- en wereldrijk."
Letterlijk, aldus De Standaard"
staat het er: „Het volk moet weten, dat
onze eer en onzp .belangen ons geboden
zouden hebben, met Frankrijk en Rus
land tegen Duitschland op te trekken, ook
al ware er van een inval in België geen
sprakie geweest."
Het kan nuttig zijn dat een ieder deze
bekentenis in het oor knoope. Zij komt van
een zijde, die den beschuldigde zeer na
bestaat.
Voor Ds Wet.
Wij steunen niet eb' adresbeweging van
Engelsche en Nederlandsche dames ten
gunste van generaal De Wet, omdat, naar
wij vast gelooven, die steun hem geen
goed kan doen.
Willen alleen Engelsche dames, de vrou
wen. der ministers en de gemalin van den
Koning voorop, een beroep op Botha's
en Smuts' „beter ik" doen, zij mogen
hun gang gaan. Maar wat zullen Holland-
sche vrouwen op het hart dezer staatslie
den vermogen, waar het wel voor hen
zal vaststaan, dat de Hollanders geen
schuld vinden in De Wet.
Bovendien een aandrang om vrijstelling
of genadige behandeling van dezen held
zou insluiten de erkenning dat hij schul
dig is; en wij weten niet of dat den
grooten gevangene aangenaam zou zijn;
wij weten ook niet of hij wel schuld heeft.
Een oud-Transvaler, thans te Bennekom,
schrijft in Het Handelsblad, dat hij
gezien heeft hoe door Botha's politiek de
Afrikaners aan de wenschen der Engel-
schen steeds meer worden opgeofferd, en
hiertegen, nu Zuid-Afrika gedwongen
wordt deel te nemen aan een politieken
straatroof, zonder daartoe door de Grond
wet van hun land ook maar eenigszins
verplicht te zijn, hebben geprotesteerd,
met De Wet en Beijers aan 't hoofd;
en dat Botha aan den dood van laatst
genoemde mede schuldig staat, omdat hij
zijn eerewoord verbrak, door hem na te
zetten voor hij van zijn vrijgeleide terug
gekeerd de zijnen had kunnen bereiken.
Wie gaat mi aan zulk een regeering,
en voor een zooveel grooter man, als De
Wet, gratie vragen! „Geen onrecht te
doen, vraagt.men niet als een gunst!"
Met deze beschouwing vereenigen wij
ons.
Aan onderstaand schrijven van een
onzer vrienden in Indië geven we, van
wege de belangrijkheid, gaarne plaats op
de eerste bladzijde
Amice,
Medan, 20 Februari 1915.
In je Vorigen brief werd mij gevraagd
ook eens iets voor „De Zeeuw" te schrij
ven. Graag voldoe ik aan je verlangen,
hioöwed ik je van te voren wil zegge[n,
dat je Vtooraï niet te Veel moet verwachten.
Naar Indië kunnen nu eenmaal weinigen
gaan iom te reizen. Verreweg de mees
ten der hier gevestigde Europeanen zijn
vanaf hun landing in Indië „vastgenageld"
aan hun standplaats door 5 of 8-jarige
contracten. Af en toe moge noen eejis
een veertien dagen naar een koeler ge
legen plaats gaan om op 'te frisschen,
toc-h is dat ook alles voor de meesten.
„Wat een eentonigheid" zult ge zeggen.
Toch hen je daar glad abuis. De een
zaamheid en de afgezonderdheid zijn heel
aangenaam, als je overdag maar genoeg
werk hebt. Na 5 uur, als de zon weer
haar „dagtaak" volbracht heeft en je zit
op de voorgalerij aan de thee, dan voel
je je toch zoo senang (aangenaam ge
stemd). Ook de buurlui hebben hetzelfde'
blije, opgewekte gevoel, want dan rechts,
dan weer links, of achter je, hoor je de
piano-muziek of de welluidende basstem
van een buurman. Want muzikaal is
hier bijna iedereen. Als je rekent dat
op eene Europeesche bevolking van 500
a 600 twee dames lesgeven in zang, 10
onderwijzers(essen) zijn voor piano, or
gel of viool, dan is daarvoor wel het
bewijs geleverd.
Ook de liefhebberij voor lezen is hier
algemeen; trouwens in heel Indië. Lees
kringen met 10 tot 20 leden zijn er ban
jak {vele). Daarin vindt natuurlijk niet
iedereen zijn gading, want veel Christen
lijke lectuur is hier niet. Van de tijd
schriften zijn het best vertegenwoordigd.
„De Gids", „De Nieuwe Gids", „Weten
schappelijke Bladen", „Tijdschrift voor
Wijsbegeerte", „Elsevier's Tijdschrift",
„Boon", „De Groene Amsterdammer",
„De 20e Eeuw" en dergelijke. De hoe
ken em novellen zijn natuurlijk ook allen
heel eenzijdig liberaal of „rood". Voor
een Christelijker! leeskring is, zoo je ziet,
nog geen plaats, in aanmerking nemende,
dat er een 40-tal Christelijke gezinnen
zijn.
Maar dat komt welAls er maar eens
wat organisatie komt, en daar is alle
kans op. Ik wil niet op eigen en an-
derer plannen vooruitloopen, maar ter
staving van mijn her veren wil ik alleen
gewagen van >vat in het „Gereformeerde
kamp" alhier gedacht en besproken is
de laatste weken.
Wij hebben verleden Zondag, bezoek ge
had van Ds. Tiemersma uit Batavia. Waar
men hier nog nooit een Gereformeerd
predikant gezien had, was ieder van ons
er heel blij mee. De Protestantsche Ge
meente had. bereidwillig haar kerkgebouw
afgestaan en 's avonds voor liet Heilig
Avondmaal de consistorie. Den volgenden
dag s avonds hebben wij een vergadering
gehad, waarbij de wenschen der broe
ders tot uiting kwamen.
De hoofdbespreking vormde wel het
onderwerp betreffende de te beroepen pre
dikant voor de verstrooide Gereformeer
den in Ned. 0.-Indië. Oorspronkelijk wilde
men één predikant, die gevestigd zijnde
te Batavia, allen die van Geref. huize
zijn af en toe te bezoeken. Maar! Op
Java zijn wel verstrooiden, doch die ko
men reeds n u herhaaldelijk in aanra
king niet de Geref. Kerken daar ör drie
zijn op dat eiland. Slaat men op Java
do handen ineen dan is men daar tieejds
geholpen. En, de praktijk leert, dat heit
zonder bezwaar kan. Op Bandoeng zijn
bijv. nog al veel Gereformeerden en als
practisch© Hollanders vraagt men af en
toe den een of anderen Geraf. predikant
een maand te logee ren.' Bandoeng is een
koele plaats, waar velen ter verpoozing
lie.en gaan, dus wordt die uitnoodiging
jaarlijks even zoo vele malen geaccep
teerd als gedaan.
Iedereen ter vergadering wjas het dan
ook eens, dat Java best buiten het ar
beidsveld kon vallen van den in de toe
komst te benoemen predikant voor de
verstrooide Gereformeerden. Vooral ook
daarom, omdat zoo'n predikant anders
wel zijn domicilie mocht kiezen op de
hooien der Koninklijke Paketvaart-Maat-
schappij. Want de afstanden zijn in In
dië zoo groot, dat, wil de predikant slechts
jaarlijks één veertiendaagsch bezoek bren
gen aan Atjeh, jDeli, Djambij Padang, Pa-
lembang en de lliouw-Archipel, hij al
minstens 5 of 6 maanden van huis
zou moeten zijn. En dan heeft hij alleen
nog maar Sumatra en Riouw „bewerkt".
Iedereen zal moeten toegeven: neen, dat
zou niet gaan.
„Maar", zegt ge, „waar zitten de meeste
Gereformeerden. Laat daa» de arbeid spe
ciaal verricht worden". Precies, amice,
en waar Sumatra de moesten lierbeirgt,
is het denkbeeld dan ook geopperd om
daar te verzoeken een predikant te mo
gen hebben. Ds. Tiemersma was het daar
mee eens en zou hij dienaangaande dan
ook adviseeren in den kerkeraad te Ba
tavia. Wordt het plan daar goedgekeurd
dan zal de Synode in Holland denkelijk
wel denzelfden weg' willen inslaan.
Moge 'het onder 's Heeren leiding zoo
gebeuren, opdat Sumatra eindelijk zijn
eerste Gereformeerde Kerk krijg© en ook
de actie onder de Chineezem mogle ter
hand genomen worden.
Dat laatste is gelijktijdig onder de oogen
gezien. Waar de zucht naar Europeesche
beschaving zich voortdurend uit in het
vragen naar Hollandsch-Chineesche scho
len, zou het zoo te bejammeren zijln, als
de Christenen achterbleven en geen acht
sloegen op- dit roepen. Een „.handig" Ame-
rikaanseh zendeling heeft reeds eigener
beweging, zonder s t e u n, dit werk
aangevat en met veel succes. Verschil
lende scholen zijn reeds geopend, waar
hij met zijn helpers zegenrijk arbeidt.
Gok hebben de kinderen hem hartelijk
lief, terwijl de ouders in geldelijke offers
hun sympathie toonen. Want zóó zijn de
Chineezenzien zij! dat men het goede
met hen voor heeft, dan tasten ze royaal
in de beurs.
Is die vrijgevigheid bij de Chineezen
en dat onbaatzuchtige werken van een
Amerikaan niet prijzenswaardig) doch ook
beschamend voor ons, Hollandsche Chris
tenen
Ik sprak van een „handig" Ameri-
kaansch zendeling. Rat behoeft toelich
ting, want „handig" en „zendeling" zijn
twee '.(volgens mijl) elkaar uitsluitende be
grippen. Mr. Ward, zoo heet de zendeling
in kwestie, beweegt zich ook op politiek
gebied en komt dan vaak in. conflict met
den resident. Ge begrijpt, dat men daarom
gaarne zag, dat zich Hollanders met dit
werk gingen bemoeien, want aan den
steun der regeering valt geen oogenblik
te twijfelen, terwijl het beginsel der par
ticuliere school hier zoo mooi kan toe
gepast worden.
Actie onder de Gereformeerden en zen
ding onder de Chineezen, dat waren al-
zöo de hoofdpunten ter vergadering. Be
sluiten werden nog niet genomen, kon
den ook nog niet genomen worden, want
Batavia en de Synode in Holland moetan
heslissen.
Natuurlijk hebben we het ook over
andere dingen gehad. Zoo bijv. „de Pers".
Er werden vragen gesteld waarop1 als
antwoord de volgende mededeelingen
volgden.
Destijds was er sprake van een Chris
telijk Mad voor Indië. In korten tijd was
f 16000 bijeen, waarvoor bereids een
drukkerij gekocht is. Goed© winsten wor
den door aandeelhouders gemaakt. Nu
blijkt het echter dat een blad eventueel
slechts op1 zeshonderd abonné's zou kun
nen rekenen. Dat is te weinig om met
succes te werken. Bovendien, zou men de
noodige advertenties krijgen? Dat werd
betwijfeld en daarom wordt voorloopig
gewacht. Nu wil men trachten een weinig
helijnd, (reeds bestaand blad te koopen
en dan langzaam bakzeil te halen. Een
reuzen risico volgens mij1, maar misschien
is zoo iets op Java wel mogelijk. Reeds
was een blad in Batavia genegen de
business over te doen voor f 40.000, wat
efhter te duur was.
Nog andere belangrijke onderwerpen
werden behandeld, doch die zijn niet voor
publiciteit bestemd, en kom ik daarop
ter gelegener tijd terug.
Nu over den oorlog! Misschien krijg
je niets van 't volgende te hooren en daar
om schrijf ik het je.
Van de week werden wij hier zeer
verrast te hooren dat op Singapore muite
rij was uitgebroken onder de inlandsche
soldaten. 700 van wapens voorziene pan-
jabis (mohammedanen) trokken door de
stad, allen neerschietende die op den weg
zich vertoonden. 'De paniek was natuurlijk
onbeschrijfelijk. Twintig, volgens de bla
den zelfs 40 burgers werden gedood en
meerdere gewond. Doch de overheid trad
streng op. Iedere Europeaan werd opge
roepen en bewapend met bevel, al wat
muiter was en een geweer droeg zonder
vorm van proces neer te schieten. Intus-
schen hadden de oproerlingen reeds 70
Duitschers losgelaten (die echter zoo ver
standig waren denzelfden dag zich weer
aan te melden). Daarop verschansten zij
zich in barakken en kazernes, waarop
een formeel gevecht ontstond, dat tal van
officieren het leven kostte. Als een be
wijs, dat het ernstig was, kan dienen dat
een bevel uitgevaardigd werd, om alle
vrouwen en kinderen op de schepen te
brengen. Teder mannetje, dat maar aan
boord kon gemist worden, werd opge
roepen en vocht aan de zijde der andere
Europeanen. In zooverre zijn de berichten
allen eensluidend, onverschillig of Ze van
Java komen of uit de Penang-bladen wor
den geput. Verschil bestaat alleen over
de vraag of de Duitschers er de hand
in hebben of niet. Ook of de opstand reeds
gedempt is. Volgens de Engelschen is
de orde reeds hersteld. Een feit is ech
ter, dat Dinsdag 16 Febr. (Maandag
ochtend was het oproer begonnen) reeds
bulletins werden verspreid dat de toe
stand weer normaal was, terwijl er Woens
dag nog gevochten werd en de telegraaf
dienst verstoord was. En zelts Vrijdag
en Zaterdag kreeg men in Medan nog geen
antwoord als telegraphisch gevraagd werd
(ook door het bestuur) wat er van aan
was vair de berichten en of alles reeds
weer gewoon was. Ten laatste zijn Maan
dag, Dinsdag en Woensdag geen kranten
Verschenen, wegens gebrek aan inlandsch
personeel.
Alles tezamen genomen, neemt men hier
aan, dat do. toestand hoogst ernstig is,
vooral omdat er zich geen Europeesche
soldaten in Achter-Indië bevinden.
Voor onze Oost is hier niemand bang.
De bevolking staat op goeden voet met.
d,'e regeering. Dank zij de ethische poli
tiek van Van Idenburg misschien? Of
(a la een zekere liberale Indische spe
cialiteit) onda n ks het fanatieke beheer
der laatste jaren? Ik voor mij ben de
eerste meening toegedaan en hoop van
harte dat Idenburg nog lang de leiding
moge hebben van onze kostelijke Oost.
Gegroet,
DELIAAN.
Beknopt overzicht van den toestand.
Op het Oostelijk front trachten de Rus
sen niet alleen de Duitschers vast te hou
den, zooals we gisteren schreven, maar
ook hun gebied zooveel mogelijk van!
vijlandelijke elementen te zuiveren.
Dat deze pogingen niet geheel zonder
succes hieven leerde ons een Duitsch
communiqué, dat niet meer of minder
vertelde, dat „zwakke Russische aanval
len op Tauroggen en Laugszargen werden
afgeslagen."
Wanneer men de ligging dezer beide
plaatsen nagaat, komt men tot de con
clusie, dat het eien veelzeggende uitdruk
king is en dat het een vijandelijke bewe
ging geldt, die niet van belang ontbloot
.is.
Immers beide plaatsen zijln ten N.-W.
van Tilsit gelegen, Tauroggen dicht hij
de Duitsche grens, en Laugszargen op
Oost-Pruisisch gebied.
De Duits.chers moesten dus erkennen,
dat de Russen weer tot in Oost-Pruisen
zijn 'doorgedrongen en na den grooten
terugtocht, zich weer zoodanig hersteld
hebben, dat zijl weer tot den vijandelijken
bodem zijn voortgerukt.
an Kofno uit heeft de Russische rech
tervleugel zich weer een aanmerkelijk
stuk vooruil weten te dringen, hetzij om
een dreigende omvattings-heweging'daar
te voorkomen, hetzij om een dergelijke
beweging ten opzichte van de Duitschers
uit te voeren.
Is het laatste waar, dan heeft de poging
van Russische zijde aanvankelijk wel
eenig succes gehad, doch het is niet aan
te nemen, dat een dergelijke omtrek-
kingö-beweging opi dit gedeelte van het
oorlogstooneel ooit gelukken zal.
Het bericht, dat de Russen weer tot
op Oost-Pruisisch grondgebied zijn ge
naderd, is op zichzelf echter reeds van
genoegzaam belang, om er de aandacht
op te vestigen.
i
Betreffende de onderhandelingen tus-
schen Italië en Oostenrijk vernoemt de
„Daily Chronicle" uit Rome, dat Oosten
rijk aan Italië drie voorwaarden gesteld
heeft, welke door Italië aangenomen moe
ten worden, alvorens de onderhandelingen!
nopens den afstand van welk deel van
de Trentino aan Italië ook, geopend kun
nen worden:
le. Italië zal in geen geval bezit nemen
van eenig irredentisch gebied dan na de
vredessluiting van de centrale Keizer
rijken.
2e. Elke voorafgaande overeenkomst op
dezen grondslag is slechts voor Oosten
rijk bindend, indien Italië geheel huiten
den oorlog blijft, wat er ook moge ge
beuren.
3e. Italië moet tot het einde toe een
politiek van welwillende neutraliteit ten,
opzichte van Duitschland en Oostenrijk
handhaven.
Als waarborg van eenige wederzijdsche
overeenkomst welke getroffen kan wor
den, kan Oostenrijk wellicht er in toestem
men inmiddels Trentino of een gedeelte
van Trentino over te geven aan Duitsch
land, waardoor dus Duitschland en Oos
tenrijk bij het einde der- vijandelijkheden!
in staat zullen zijln te heoordeelen of de
gedragslijn van Italië van dien aard is
geweest dat dit land daarmede gebied
kan verwerven.
De redenen van Oostenrijk met dit voor
stel schijnt te hebben is, dat de onmiddel
lijke afstand van Trentino, Oostenrijk ipso
facto zou beroovenvan zijn sterkste linie
van verdedigingswerken aan de Italiaan-
sche grens en deze, eenmaal in handen van
Italië, onder de Italiaansch© natie moge
lijk een onweerstaanbaar en vurig ver
langen naar meer zou kunnen teweeg
brengen.
't Is echter de vraag of Italië nog ooit
zoo makkelijk vergrooting van grondge
bied ten koste van Oostenrijk zal krijgen.
Zoolang de militaire toestand voor
Duitschland niet verslechtert en zoolang
de Turken de Engelsch-Fransche vloot
bij de Dardanellen zich nog, van het lijf
weten te houden, moet Italië zich maar
niet al te veel illusies scheppen.
Keizer Frans Josef is er ook nog!
Over de Dardanellen gesproken, de
Turken beginnen zich dapper te roeren.
Vanmorgen seinde men ons, dat een
deel der Turfcsche vloot gisteren de
scheepswerf en oefenplaats voor torpe
does ten Westen van Theodosia (in de
Krim) heeft gebombardeerd, met het ge
volg dat enkele gebouwen weldra in lich
te laaien stonden.
De Britsch-Fransche vloot op haar beurt
heeft weer een hevig vuur op de Darda-
nellenforten geopend, doch de Turken be
antwoordden het met succes.
Een F'ransch pantserschip', de Rouvet
werd in den grond geboord.
Meer en meer blijkt, hoe ondankbaar
werk 'het is de nauwe zeeëngte hier te
forceeren.
- De heele Dardanellen-gteschiedenis be
gint dan ook een beetje te gelijken op de
üostenrijksche strafeixpeditie tegen Ser
vië, die met zoo veel geschreeuw aange
kondigd was en zoo jammerlijk schipbreuk
leed.
KortegOorlogsbariehtsn.
Het Engelsche s.s. „Blonde", dat
aan de Tyne-rivier is aangekomen, rap
porteert, door een Taube te zijn aange
vallen, waarbij een man werd gedood. -
Uitvoerige nieuwe bepalingen zijn
uitgevaardigd inzake de „afwezigheidsbe-
lasting" in België. Verlangd wordt, dat
de besturen lijsten maken en spoedig in
leveren, van de Belgen, die op 1 Maart
nog niet teruggekeerd waren in België.
,De rechtbank te Gent heeft thans
uitspraak gedaan in de zaak der burger
wachten, die 'door de rechtbank van po
litie waren vrijgesproken, tegen welk von
nis het opepbaar ministerie verzet aan-
toekende.
De rechtbank sprak het volgende von
nis uit: „Al degenen, die aan den op-