\o. 142 Donderdag 18 Maart 1015 20e Jaargang Staten-Oeneraaf De dro@fe Oorlog» Zeeuwsche Stemmen. r Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN JE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oosferbaan Le Cointre - Goes. Zij, die zich met ingang van 1 Aprii a. s. op „De Zeeuw" abori- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. Tweede Kamer. Hopeloos verdeeld. Ju ridische bctoogeii. Krnstige begripsverwarring in het spel Op het punt van de Voorwaardelijke strafopschorting is de eensgezindheid verre te zoeken. 't Stemt droef de hopelooiz'e verdeeld heid in de rechtsche gelederen te zien. Mocht men eergisteren nog goede hoop hehben, dat de rechtsche leden eensge zind tegen 's ministers ontwerp z'ouden optrekken immers de heer Lohman üal vermoedelijk wel tegenstemmen en de heer Scheurer heeft ook reeds zijn afkeuring te kennen gegeven die hoop is gisteren beschaamd geworden. Da keuze tusschen de school van prof. Fabius, of de' richting van mr. Polleima schijnt voor menig Christen-staatsman een moeilijke te zijn. Da anti-rev. afgevaardigde Rutgers be hoort natuurlijk onder de tegenstandels van het ontwerp. Als jurist was hij nog meer bevoegd om over deze zaak het woord te voeren dan de heer Scheurer, hoe verdienstelijk deze zich overigens van zijn taak gekweten heeft. De heer Rutgers betoogde nog eens, dat in het onderhavige ontwerp het prin cipe der vergelding geheel achterwege blijft, waardoor het beginsel over ons strafrecht wordt gedenatureerd, d.i. van eigen karakter veranderd. En dit is zeker van veel belang. De vergelding is in de goddelijke openbaring als rechtsgrond dei' S'lraf en als plicht der' Overheid aanvaard. Er is verband tusschen misdaad en opgelegd leed; vergelding veronderstelt een subject, dat vergeldt: de Staat, de Overheid. In dit ontwerp nu vindt men geen opgelegd leed, noch in het vonnis, dat niet uitgevoerd wordt, noch in het toe zicht aan den delinquent opgelegd. Dit ontwerp achtte de heer Rutgers bovendien niet noodig, wanneer de Off. van Justitie gebruik maakt van het hem toekomend recht om een aanklacht te deponeeren. Ook wees hij op het recht van gratie, door de Overheid geoefend, niet ^chter zooals men het theologisch wel heeft beredeneerd, als tegenbeeld van do kwijtscheldende genade Gods, want flod scheldt geen. straf kwijt, maar heeft den miensch gelegenheid geboden te dee- len in die verdienste van Christus' zoen dood. De gratie kan echter ook dienen als expediënt fm die gevallen, waarin het maatschappelijk belang bel'itokken is. Spr. betoogde verder dat de feclassee- ïing zijn volle .sympathie heeft, maar hij vindt juist in dit ontwerp weinig van de reclasseering terug. Het ontwerp is trouwens in menig opzicht verzwakt, en het is te vreezen, dat liet in de op vatting der justiciabelen groote verwar ring zal stichten omtrent de taak van den rechter. Romt alles op de toepassing aan, gelijk cte heer V.an Hamel zeide, dan zal men een zeer ongelijkmatige toe passing ,der wet moeten vreezen. Met het oog daarop 'zou de beer RutgeTs de toepassing niet aan den rechter, maar aan een speciaal ambtenaar, desnoods met honoraire bijzitters willen opgedragen zien. De heer Brummelkamp is ook een goecl pleiter voor onze beginselen. Dat is gis teren v.oor de zooveelste maal Zonneklaar gebleken uit zijn gezond betoog, dat aan een ernstige begripsverwarring een einde poogde te maken. Immers straf en gratie werden ver keerdelijk vermengd. Gratie te Verleenen komt aan den rechter niet toe, in hoogste instantie alleen aan God en aan de van God afkomende ma cht, dus aan den Koning, doch niet aan den rechter. De heer Brummelkamp deed dus goed met er op te wijzen hoezeer die vermen ging van straf en gratie in het gemaakts ontwerp tegen de natuur dor dingen is. Mocht de gansche rechtsche fractie met den heer Brummelkamp er naar streven zich niet te laten vangen onder allerlei niet humane maar humanistische dvvaal- opvattingen, waartoe men onder de hyp nose der evolutie-theorie gekomen is. We vreezen. De heer Bichon van IJsselmotlde, wel iswaar een wilde p. h., maar behalve Kij1- stemmingen toch dikwijls naai' rechts overhellend, aanvaardde het nieuwe in stituut van ganscher harte. De heer van Wijkibergen (r.-k.) ver wacht de grootste ongelijkheid, nu om trent de toepassing van de wet zooveel vaagheid is gelaten, doch overigens acht hij de vergcldingsleer in geen enkel opzicht in strijd .met de voorwaardelijke veroor deeling. En de heer van Idsinga (c. h.)? Hij zag wel veel verkeerds in het ont werp, doch door een goede toepassing van de wet zou al het slechte wel te niet gedaan worden. Overigens vindt hij het nieuwe instituut nog zoo kwaad niet. Weer een vóór-stemmer dus. Bij1 de rede van den Minister van Justi tie zullen we niet lang stilstaan. Hij hand haafde zijn stellingen en kon dit te ge makkelijker doen, Waar hij het grootste gedeelte der Kamerleden achter zich heeft. Het is ook om deze reden, dat we hier reeds een punt zetten, dankbaar voor de gelegenheid, dat we nog eens het beginsel van ons a. r. recht naar voren hehben kunnen brengen. XXXV 1 Augustus 19141 Wie herinnert zich dezen datum niet meer? Den dag van afscheid van onze zonen, ouders en vrienden? Wij, achterblijveiiden, wisten niet, of we hen nog ooit in welstand zouden ontmoeten. Immers de naaste toekomst was zoo bang. Intusschen is ruim zeven en een halve maand verstreken, 't Was wel een perio de vol schrik en gevaar, een leven tus schen hoop en vrees, doch, Gode zij! dank, we bleven toch nog voor elkander ge spaard. Als een stille en vorfrisschenda oase ligt ons landje te midden van de door den stormwind bewogen zandvlakte. We danken er God toch wel dagelijks voor, dat Hij! ons land tot hiertoe zoo genadig nabij! is? Ja, wel is 's Heer rui goedertierenheid groot over ons, dat Hij ons den ernst des levens leerde kennen, zonder over ons land den oorlogsfakkel te hebben doen zwaaien. Menige danktoon steeg op' tot den troon dei' genade, menig gebed pm 's Heeren zorg over land en volk. Doch ons volk als volk heeft het nog niet wenschelijk geacht het aangezicht des Heeren te zoe ken op een algemeenen Lede- en dankdag. De regeering heeft het recht, het on betwistbare althans niet betwiste recht, om zoo'n algemeenen bededag uit te schrijven; doch, neen, zoo wordt er ge redeneerd, in het vr ijk innige Nederland; jnag geen dwang heerschen en kan de regeering dan ook niet medewerken om de gevoelens der vrijdenkers te kwetsen. Wie hidden wil, bidde voor zichzelf; de eenheid van Nederland als biddend volk is wreedelijk verbroken. Welk 'n vertroostende gedachte is het gansch een volk zich tot God Te zien wenden, als de nood het hoogst is of als er stof tot danken is! 'k Zou alle bedrijven, voor zoover dit maar eenigszins mogelijk is, voor één dag stop willen zetten, en de zenuwen van verkeer en bedrijf voor één dag buiten werking stellen, opdat we toch geheel onszelven zouden zijin. Fabrieken, kantoren en magazijnen ge sloten, -scholen en winkels dito. Zelfs „De Zeeuw" zou dien dag niet mogen uitkomen. Maar de deuren van alle bedehuizen wijld geopend, om de biddende scharen te ontvangen! Dat zou een goede dag zijn. Ja, zoo'n dag behoorde Nederland te kennen, wil het nog aanspraak kunnen maken op» het praedicaat „Christelijk". Tbt 'heden is er weinig uitzicht, dat, de regeering binnenkort met de wenschen van de meerderheid te dien opzichte zal rekening houden, doch dit neemt niet weg, dat we blijven aandringen op1 een alge- mieenen bededag, zooals onze vaderen die hadden. Eerder rusten we niet. Doch, om tot m'n eerste onderwerp terug te keeren, onze landsverdedigers» houden nog immer de wacht. We hebben gézien, hoe ze uit den kring der hunnen zijn weggerukt en we weten, hoe zij die 71/2 inaand gesleten hebben, 't Was voor waar (geen kolfje naar hun hand, doch plicht gebood gehoorzaamheid. Er werd' een offer gevraagd en dit moest gebracht worden. 't Verblijdt ons, dat dit schier zonder morren en klagen gedaan wordt. Waren de humeuren aanvankelijk wat licht ge raakt (tusschen twee haakjesdit was geen wonder ook!) de laatste weken heeft 'men haast geen klacht vernomen. We laten hen nu toch niet aan hun lot over, nu zij zoo getrouw voor onze on afhankelijkheid 'waken? In den beginne liepen we het vuur uit de sloffen voor onze soldaten, op gjevaar af er „Kwatta- soldaatjes" van te maken. We staken hen in wollen bivakmutsen, buikgordels enj slobkousen, we brachten hen zoo goed mogelijk onder dak, begroeven hen bijna onder de lectuur, lieten voor hen decla- meeren en musiceeren, en stopten hun zakken vol met worst en sigaren en kwatta. Doch, gaan wc hen nu niet vergeten? Dat mag niet, hoor! Vergeet niet, dat de plicht immer har der wordt te vervullen. Hun taak wordt steeds moeilijker. Waar las ik dat ook weer: dat dag aan dag wachten, zoodat de uren traag voortkruipenhet vraagt moreels kracht. Vooral als de verzoeking van allen kant loert. We gaan hen nu toch niet vergeten? Aan een plotselinge opwelling van naastenliefde en opofferingsgezindheid hébben ze niet veel, als deze niet door blijvende zorg gevolgd wordt. Aan 'den slag dus. Niet verflauwd in de 'pogingen om het lot onzer gemobili- seerden zoo dragelijk mogelijk te maken. De Centrale Commissie tot ontwikke ling en ontspanning der gemobiliseerde troepen heeft de zaak goed op beenen gezet. De Prov. Commissie voor Zeeland heeft goed werk gedaan. Of komen ook de Speenhoff-avonden voor haar rekeningi? 'k Hoop» van niet, want dan zouden we haar slechts voor een gedeelte van haar arbeid dankbaar kunnen zijin. Dan is er nog een Centraal Nationaal Comité voor tijdelijke „Militaire Tehuizen" welk comité reeds tal van die inrichtin gen deed verrijzen én dan ook aanspraak heeft op groote dankbaarheid Ons volk is een hij .uitstek huiselijk volk en zoo deed zich dan ook aanstonds de behoefte .aan gezellige tehuizen voor militairen gevoelen. Het Comité heeft daarin zoovéél mo gelijk weten te voorzien door het stich ten van tehuizen, waarin onze soldaten gezelligheid vinden niet alleen, maar oolc allerhande goede lectuur, waar zij! kun nen lezen en schrijven, les nemen en geven en vergaderen. De middelen, »om het leven van de ge- mobiliseerden te veraangenamen, zijd er dus. Men grïjpe ze aan, als men meent, dat er nog iets gedaan kan worden. Laat het niet noodig zijn hen telkens en tel kens weer in de goede zorgen van .de bevoorrechte thuisblijvers aan to be velen. Heusch, 'men behoeft niet bang te zijin, dat men verwende „Kw®a-soldaatjes" van onze jongens maakt. KEES VAN DER MEER. Baknoat oyerzieht van den toestand. 't Begint meer en meer duidelijk te wor den, dat ide loop van het geding op het Westelijk front van den meesten invloed zal zijn op den algemeenen toestand, al thans voor zoover de oorlog te land nog invloeden doet gelden op de groote worste ling, idie voor een belangrijk deel op econo misch terrein 'Overgegaan is. De Duitsche strijdkrachten op dit front zijn maar erai toereikend, om de geal lieerden op te houden. Blazen dezen „ver zamelen" en bestoken z»ij een Duitsche positie onverwacht met een driedubbele overmacht, dan trekke»n de Duitschers aa»n het kortste eind. Joffre is er natuurlijk steeds op uit, om de Duitsche linies met geweld of list te verbreken. En 't is de vraag, of de Duitschers op den duur bij machte zijn te voorkomen, dat bun front' geforceerd wordt. Ook „De Standaard" b'espreekt de kan san van de Duitschers en moet tot de conclusie komen, dat die er momenteel niet schitterend voorstaan. Zonder iets ten laste van de Duitsche Legerorganisatie te zeggen immelrs Duitschland moet zjjn leger deelen ein staat in 't Westen met slechts de helft van zijn armee tegenover het gejheele Fransche leger gelooft dr. Kuyper toch, dat 't leelijker wordt voor de Duit schers, .als men van Engelsche zijde met een machtig leger in het Westen ver schijnt. „Daartegen richt Duitschland nu zijn duikbooten", zegt bij. „Zullen die hier baten? Nu reeds sp'rak men er van, dat bet nieuwe Engelsche leger om Ierland naar Bordeaux zou stoomen, om vandaar naar de Marne op te .irukken. Peil is hierop voorshands niet te trek ken. Maar wel kan gezegd, dat binnen an derhalve maand een beslissing te wach ten staat, die hiet verdere verloop van den oorlog bebeerschen zal. Wat nu in Tiet Oosten gebeurt, deert! ons niet. gacan' 1 Maar wat in het Westen als resultaat te komen staat, zou kunnen beslissen ook over o»nze toekomst". Met groote belangstelling wachten we dus de gebeurtenissen op dit gedeelte van het krijgstooneel ia! Volgens de laatste berichten treden de Duitschers op verschillende punten weejr offensief op, en, zooals uit hun succes bij St. Eloy en op de zuidelijke helling} van de Lorette-heuvel blijkt, niet zonder succes. Bij St. Eloy hebben de Duitschers in elk geval een niet onbelangrijk stuk van den vooruitgang, dien zij hadden weten te maken, behouden, ook al werd het dorp zelf door de Engclsohen heroverd. In Champagne en Argonne schijnen de Franschen nog den toon aan te geven, hoewel hel, hun niet veel voordeden af werpt. Doch ze willen trachten zoo spoedig mogelijk een bres in de vijandelijke linies te slaan, opdat de versterking uit het Oosten te laat koine. De Russen werken daartoe krachtig mede en doen alles, om von Hindenburg in Polen en de Oosten rijkers in de Karpathen vast. te houden. De vlootactie om de Dardanellen is aan 't verflauwen. In Konstant.inopel herademing natuur lijk, want de zenuwen waren er de laat ste dagen deerlijk geschokt. Het vei'zlwakken van het bombardement wordt als een overgang tot een volkomen onderbreking der actie beschouwd. De Tanin zeide met niet weinig leed vermaak M ocht aan de onderbreking de bedoeling van omvangrijke voorbereidin gen van den vijand ten gronde liggen, omdat mot de tege'nwoordigle middelen niets te bereiken is, dan zou de Triple Entente spoedig inzien, dat diegenen, op wier hulp gerekend wordt, haar in den steek laten. Hoewel de onderhandelingen over de spoorwegconcessies tusschen Japan en China goed zijn gevorderd, schijnt, dat ei' toch, .als men de berichten uit Peking! mag gelooven, nog een zeer gespannen toestand tusschen die landen blijft be staan. Zoo wordt thans gemeld, dat op 12 Maart 122.000 man troepen te Sasemo zijn geëmbarkeerd met bestemming voor China en den 13en M.aart een evenredig getal legertransporten, munitiewagens, enz. wer den ingeladen. President Joeansjikai heelt verklaard, dat hij den toestand ernstig vond en dat, wanneer Japan voortging met troepen te Zenden, de verdere onder handelingen zouden afgebroken worden. De correspondent te Peking van de Daily Telegraph seinde, dat door China een beroep zal gedaan worden op Groot- Brtttannië. Japan voelt zich krachtig en zelfbe wust. Men beweert, dat het vóór of op 1630 Maart e.k. antwoord verlangt van de Chineesche regeering op de Japansche voorstellen, en dat de minister van oor log intusschen alle landweerlichtingen on der »de wapenen heeft geroepen. Men weet dus niet meer, van welken kant het eetrst een oorlogsverklaring is te wachten. Op den Balkan gist het nog en Italië wei felt nog. Maar toch, 'tis alsof de gemoederen reeds ietwat gekalmeerd zijn. De Tribuna, die ongetwijfeld de vertolker is van ve ler denkbeelden richt zich thans met een krachtig protest tegen de voorstan ders van den oorlog om der wille van den oorlog. Onder rechtvaardiging dei- onafhankelijke positie en strijdvaardigheid van Italië legt het blad er den nadruk ,op, dat de lasten en offers, de stoffelijke en moreele schade van den oorlog voor Italië des te meer in aanmerking ko men, omdat het helaas zoowel materieel als moreel achterlijk is, alle fouten van een jongen staat bezit en voor de toe komst bezorgd moet zijn. De oorlog zou een versterkenden invloed kunnen oefenen, doch moet niet als een opvoedingsmiddel beschouwd en vooral niet bij wijze van sport begonnen wor den. Italië, aldus eindigt liet orgaan, moet niet aarzelen om den weg der on derhandelingen te betreden, welke mis schien tot hetzelfde doel voert als de oorlog. 'tls echter nog zeer de vraag', of die onderhandelingen wel tot dat begeerde resultaat zullen leiden. Nederland en Duitschland. H. G. Wells, schrijft in de New York Times „Welke vrees men ook bij' het begin van den oorlog moge hebben gevoeld/ voor de mogelijike schending van Neder land, thans is die vrees vee! verminderd. Hot gevaar Duitschland Nedérland te zien aanvallen, ver-mindert naarmate de Duitische nederlaag duidelijker wordt. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. De toestand van Holland ten opzichte van Duitschland is thans uiterst sterk uit een stoffelijk oogpunt, zooals hij te genover de Geallieerden zeefr sterk is uit een zedelijk oogpunt. Gedurende de gansche gevaarlijke crisis heeft Holland met geduld en wijsheid gedragen. Het heeft zekere bijkans onvermijdelijke uit tartingen met waardigheid en eerlijkheid éndergaan. Indien Duitschland het thans uitdaagde, zou Nederland, dank zij1 zijn voortreffelijk leger van 400.000 man, •over Aken marcheeren en zijin tegenstan der een ware ramp aanbrengen." Het stoomschip „Leeuwarden" in den grond geboord. Het Engelsche stoomschip „Leeuwar den", varende in geregeldem dienst van Londen naar Harlingen, is 4 mijlen ten Noordwesten van het lichtschip Maas door de Duitsche duikboot U 28 in den grond geboord. De bemanning van 16 koppen (14 Engelschen en 2 Hollanders:) is door de stoomloodsboot No. 9 gered en te Hoek van Holland geland. Aan de bemanning werd Vijf minuten lijld gelaten om het schip te verlaten en heeft de duikboot de sloepen opgesleept tot bijl het stoomloodsvaartuig. (De Leeuwarden behoorde aan de Ge neral Steam Navigation Cy. te Londen.) Met den trein van 10.23 uur kwam gisteravond heel de equipage van hief stoomschip ongedeerd uit Hoek van Hol land aan het station D. P. te Rotterdam aan. Zingende kwamen de mannen het per ron op, allen waren in de beste stemming, hoewel zij niets da,n. de kleeding, die zij droegen, hebben kunnen redden. Kapitein Butler deelde omtrent den ondergang van zijin schip het volgende mede Omstreeks half vier gisternamiddag werden wij! ongeveer vijf mijlen westnoord west van het. lichtschip Maas gepraaid door een Duitsche duikboot, de U 28. Wij1 kregen bevel om te stoppen, doch stoomden met volle vaart door, om te trachten de duikboot te ontloopen. Van de duikboot, die snel op ons inliep, wer den nu eenige schoten gelost, waarop ik, geen kans ziende te ontkomen, bevel tot stoppen gaf. Mijn scheepspapieren werden opgevraagd en nadat ik deze aan een Duitsch officier had overhandigd, kreeg de geheele bemanning vijf minuten tijd om zich in de booten van de Leeuwar den te begeven. Inmiddels werden door de duikboot een aantal kanonschoten op de Leeuwarden; gelost, om deze tot zinken te brengen, hetgeen ten laatste gelukte. Zij! nam onze beide booten op» sleeptouw tot bij, bet lichtschip' Maas, waar wijl overgenomen! wérden door de loodsboot 9, schipper I) Verhagen. Korte Oorlogsberichten. Dokwestie-C»asement. Sir Ro- gpr Casement verklaarde in een inter view .met den vertegenwoordiger van de „Continental Times" alhier o.a. het vol gende Mijne opmerkzaamheid wietd gevestigd, op de lasteringen, welke de Ncw-Yorksche pers, inzonderheid de New-York World", tegen mij uit en die behelzen, dat ik door de Duitsche regeering zou zijn. om gekocht. Ik machtig u, dit voor een leugen te verklaren en zal mijn advocaat t© New- York dadelijk opdracht geven gerechte lijk© stappen te ondernemen tegen de „New-York World" en tegen elk Ameri- kaansiöh blad, dat lasteringen tegen mij bevatte. (Het 'is een leugen, dat ik eenigdrledf voordeel van de Duitsche regeeiriing ge niet. Casement richtte verder- ee;n brief aan den Engelschen minister van buitenland- sehe zaken, Grey, waarin hij verklaart, dat hij ten allen tijde bereid is met de Engelsche regeering op ©enigerlei -grond- gphied .samen te komen, hetzij in Noor- Wegen, hetzij in Ierland, zoolang, de En gelsche regeering de wetten niet schendt: Uit Hoek van Holland wordt ge meld, dat gisteren kanongebulder is ge hoord in N.W.. richting. Frank Keil, een van de grootste graanhandelaren in Texas, heeft verzekerd dat de openstelling' der Dardanellen 300 millioen schepels Russisch graan, die thans liggen opgesloten, aan de markt zou brengen. Indien vóór den volgenden oogst de vrede zou worden geteekend, Rusland en de Vereenigdë Staten op nieuw een grooten graanoogst maken en Frankrijk en Duitschland een behoor lijken oogst, kan men een geweldige da ling van den graanprijs verwachten. Frank Keil verwacht dat het graan over een jaar niet meer dan f 1.25 per schepel zal doen. (N. R. Ct.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1