EN.
No. 136
Donderdag 11 Maart 1915
39e Jaargang
an
id
EN,
uper.
schf
ezin
D© Groot© Oorlog.
vroege
(oe, rek.
Vaars,
>uitsche
met 2
>nny,
muur,
echt
n hengst
n»
cht,
aagd,
>EN
GOES.
inde.
3E, v/h. Fa.
KÉ te Goes.
t. Joosland.
skerke.
and.
cei'ke.
Arne-
tit
Langedelft
en, bij
Hoogelande.
gd
Kruiningen.
teld wordt
met 260
E Mz„
Arendskerke.
;rk en hoef-
Kruiningen.
Meliskerke.
Mei
Domburg
T NAAR
t is de dienst
als volgt:
m. 8.55, nam.
9.34, nam.
nam. 3 en
25, nam. 2.25
2.35 en. 7.35
1.44 en .7.44;
am. 2.48 en
am. 2.51 en
.0, nam. 3 en
11, nam. 4;
nam. 4.08;
11.21, nam.
11.25, nam.
6.35 em 11.44,
msc.be tijd.
,20 en nam.
7.50, nam.
t) aank. vm.
lies Duitse he
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN ÜE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHU1J - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
'De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post.
Losse nummers
ƒ1.25
#05
Prijs der Advertentiên
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
F r a n k r ij k.
Geen land in Europa is blootgesteld ge
weest aan zoovele omwentelingen als
Frankrijk. In het begin onzer jaartelling
werden zijne bewoners de Galliërs
door de Romeinen onderworpen. In de
vijfde eeuw werd het land door West
Gothen in 't Zuiden, Bourgondiërs in 't
Oosten en Franken in het Noorden bezet,
laatstgenoemden verdreven de Romeinen,
slokten ten slotte het geheel e land op'
en vergrootten het met een groot deel
van 'het tegenwoordige Duitschland. On
der Karei den Groote bestond het land
van de Schelde: tot de Ebro. Na Karei's
dood "was het land ten prooi aan twisten
en strooptochten, deze laatste van do
Noormannen.
Allengs vermeerderde Frankrijks groo
te invloed op het lot van Europa's
overige mogendheden. Vooral sedert 1589,
het jaar waarop met Hendrik IV de
Bourbons 'aan de regeering waren geko
men. Bodewijk XIV, de zonnekoning, of
liever diens staatslieden en. veldheiertein
brachten Frankrijk tot bloei en aanzien.'
Doch aan den anderen kant brachten
dezen ten vooral de koning; het land dicht
aan den financieelen ondergang met
huinne groote verkwistingen. M®de hier
van 'was de revolutie van 1789 het ge
volg, welke de zonden van Bodewijk XIV
op 'diens nazaat Bodewijk XVI verhaalde.
Napoleon op z'ijin beurt breidelde het
monster der revolutie weer, doch ook'
hij moest in 1815 voor .goed plaats ma
ken voor de restauratie, het herstel van
den ouden toestand van voor de Revo
lutie. De revolutie van 1830 bonsde de
Bourbons, die van '48 de Orleansen, die
van 1870 ide Bonapartes van bun voetstuk.
De' oorlogen, onder het beheer van Na
poleon III gevoerd, brachten niet die
voordeelen aan, welke er van werden ge
hoopt; die van '56 Krimoorlog
bracht niets; die van '59 met Oosten
rijk leidde tot de inlijving van Savoye
en Nizza; die van '70, vrucht van na
ijver op Duitschlands vooruitgang, bracht
het verlies v,an den Elzas en Lotharin
gen, eerstgenoemde provincie behalve
Belfort, laatstgenoemde met inbegrip van
Metz.
In de lente van 1871 brak ide Commune
los, Welke veel schade aanrichtte, doch
in Mei van datzelfde jaar eindelijk dooi
de regeeringstxoepen werd overwonnen en
uiteengeslagen, waarbij de opstandelingen
tot in de binnenste schuilhoeken hunner
krotten vervolgd en ,als ratten doodge
schoten werden. Later kregen nog enkele
aanvoerders van deze oproerlingen zit
ting in de „regeering" des lands.
Onder de opvolgende presidenten der
Republiek Thiers, Mac Mal ion, Grevy,
Sadi Camot, Casimier Perier, Felix Fau-
re, Loubet, Fallières en Poincaxé be
gon Frankrijk zich aanvankelijk van de
geleden nederlagen 6e herstellen. De
geldmacht nam toe, handel en industrid
bloeiden weer, het leger werd krachtig
gereorganiseerd, naar het uitwendige her
stelde het land zich; doch wat het
zedelijk religieuss leven aangaat, zonk
Frankrijk al meer tot het oude 'heiden
dom terug. De leer van Malthus op on-
gterechtige wijlze toegepast, bracht een
onrustbarende verachtering in bevolking
tal, zoodat in de laatste jaren een premie
van regeeringiswege gesteld op groote gie-
zinnen als redmiddel moest dienen om
de inatie voor algeheele inzinking te be
hoeden. Doch hij dit alles werd het ge
loof Steeds meer verzaakt. Van kerk en
godsdienst vervreemd, kon het volk pon
der protest aanzien dat wetten werden
uitgevoerd tot scheiding van Kerk en
Staat niet alleen, jmaar ook tot verwe
reldlijking van de bezittingen der kerk,
van het onderwijs en van ,de geestelijke
stichtingen; en htesluiten werden door
gedreven tot uitbanning van kloosterlin
gten en naasting idoor don staat van de
goederen dezer uit het land gedrevenen.
Daarbij kwamen telkens'weer schanda
len aan het licht welke getuigden van
diepe inzinking. Boulanger, oud-minister,
wist jaren achtereen het volk 'te mis
leiden met beloften van een vernieuwd
Frankrijk ,tot hij ten laatste, van allen
verlaten, zich op het graf zijner „hoer"
wet een pistoolschot van het leven be
roofde. Wilson, de schoonzoon van den
Staatspresident Grevy, dreef jarenlang Ben
onzedeüjken handel in ridderordes, met de
opbrengst waarvan hij zijne schulden, in
allerlei onzedelijk vermaak gemaakt,
trachtte te betalen.
Een gehuwde dame, uit de Parijsche
demi-monde, mevrouw Steinheil, we
gens moord gegrepen, gewaagde van haar
jarenlange onzedelijke verhouding tot een
anderen Staatspresident. Nog kort voor
het uitbreken van den oorlog bracht een
journalist te Parijs aan het licht de verre
gaande overspeligheid van den minister
CaillaUx en diens vrouw, voor welke open
baarmaking hij met zijn leven moest
boeten.
De tegenwoordige eerste minister sprak
eenige jaren geleden in het Parlement
het openlijk uit dat hij en de zijnen
de lichten des hemels hadden uitgedoofd.
Van 1870, toen de ontuchtige Gambetta
de lakens uitdeelde, tot 1914, toen de
zedelooze Caillaux het roer uit handen
gaf, hebben een lange reeks van staats
lieden, door hunne bijzitten gesteund,
en door een atheïstisch volk bewierookt,
het Fransche volk steeds dieper in den
poel van zedelijke ellende gedreven. Geen
wonder dat, toen Duitschland aan Frank
rijk den oorlog verklaarde, men algemeen
verwachte, dat deze laatste mogendheid,
zoo kennelijk door heur haren gegroeid,
een donkere toekomst tegen ging. Deze
verwachting is beschaamd. Frankrijk bleek
te hebben een dapper en sterk geoefend
leger, en was daarbij zoo gelukkig dat
het wegens het oponthoud der Duitschers
in België, zich volmaakt mobiliseeren kon,
en daarbij den krachtigen steun mocht
genieten van-zijn eigen Turco's en andere
halfbeschaafden, henevens van de Engel
sehen, met hunne heidensche en moham-
medaansche Ghoerka's en andere buiten-
Europeesche troepen.
Een tegenvaller voor de Duitsche na
tie, die de Fransche revanche gaarne af
doend had te woord gestaan; en tege
lijk een meevaller te meer voor Frankrijk,
dat do Duitsche antipathieën van zich zag
afgewend, en zag overgebracht op Enge
land, dat naar Duitschers beweren
zich onnoodig in 'tgeschil had ge
mengd, en door zijn zwaard in de schaal
te werpen, den oorlog ongemeen verlengt
en verzwaart.
Omtrent Frankrijks expansiepolitiek lie
ten wijl lons reeds vroeger uit. ,Wij volstaan
derhalve met de herinnering aan enkeltei
namen: Madagascar, Algiers, Tunis, Ma
rokko, Anam en Tonking, Dahomey, Tim-
boktoe, waartegenover staat het verlies
van Faschoda aan Engeland.
Ook hier dezelfde affaire welke ook
daar, zoo Duitschland verliest, op den-
zelfden voet zal worden voortgezet.
Beknopt overzicht van den tosstand.
't Was stil op zee. Dagen lang. Doch
't was 'de aan den storm voorafgaande
stilte.
Werd er van 23 Februari tot 3 Maart
geen enkel Engelsch koopvaardijschip ge
torpedeerd, ha die rustperiode is de storm
opnieuw losgebroken.
En de laatste Dinsdag Was voor de
Duitschers niet de onfortuinlijkste. Een
Engelsch stoomschip met man en muis
vergaan, twee andere dito, op enkele kop
pen na.
In Duitschland is er derhalve weer
stof tot blijdschap en de U-mannen zullen
er weer eenige graden door in populari
teit stijgen, waartoe ook de maatregelen
wel het hunne zullen doen bijdragen, die
de Engelsche autoriteiten tegenover de)
gevangen genomen bemanning van on
derzeeërs hebben aangekondigd. De U-
mannen zullen n.I. in Engeland met spe
ciale beperking behandeld worden; hun
zal geen onderscheiding volgens hun rang
gegeven worden en hun zal geen ge
meenschap met andere krijgsgevangenen
geoorloofd zijn.
Zeer onbillijk derhalve, doch waar de
haat de leidsman is1
De Duitschers hebben in het Oosten
weer hun offensief hervat, speciaal tus-
schen Kolno en Lo-mza, doch de strijd
duurt nog voort en heeft blijkbaar nog
niet tot een beslissing geleid.
Een poging der Russen om tot op
Augustof door te dringen, mislukte.
Overigens valt er van dit gedeelte van
het gevechtsterrein niets bijzonders te
melden.
Op het Westelijk ooriogstooneel duurt
de loopgravenstrijid in vervelende eento
nigheid, ondanks de krachtige actie, die
in de laatste dagen ontplooid wordt, nog
steeds voort.
De resultaten zijn evenwel circa 'nihil.
We laten dus het vergelijken vair de
Duitsche en Fransche communique's aan
den lezer over.
Van een vlootactie hij. de Belgische
kust hoort men niets. Toch moet te
oordeeleii -naar het voortdurend kanon
gebulder de Engelsche vloot nog niet
rusten en schijnt een landing op de Bel
gische kust nog op het programma van
den Britschen bevelhebber der vloot te
staan.
De Duitschers evenwel zijn op alles
berekend en hebben hij de kust gewel
dige versterkingen aangebracht, zoodat
men vooralsnog niet van een geslaagde
actie der Engelsche zal hooren.
Drie Engelsche stoomschepen getorpedeerd.
Een vernieuwde actie in den duikboot
oorlog valt te constateeren. Pas hadden
we niet het bericht ontvangen van den
geramden Duitschen onderzeeër, of de
Britsche admiraliteit kwam met de ge
ruchtmakende tijding, dat Dinsdag niet
minder dan drie Engelsche stoomsche
pen in den grond zijn geboord door Duit
sche onderzeeërs.
De slachtoffers zijn de Tangistan
(2393 ton netto), de Blackwood (731 ton
"netto) en de Princess Victoria.
Blijkens de admiraliteit is het eerste
s.s. hij Scarborough getorpedeerd, het
tweede word bij Hastings in den grond
geboord, terwijl het derde bij Eiverpool
getroffen werd. Alleen van de Tangistan
zijn 37 van de 38 koppen om het leven
gekomen de overige bemanningen wer
den gered.
Ontleenen we aan de bladen nog en
kele bijzonderheden omtrent deze rampen.
Reuter seint o.m. het volgende:
De Princess' Victoria werd getorpedeerd
op 18 mijl afstand van den mond van de
Mersey. Men had scherp m uitkijk gehou
den naar duikbooten. Ih\ weer was zoo
helder mogelijk en niets was te zien ge
weest, toen de stuurman om halftien in
den morgen een torpedo recht op het
schip zag aankomen. Er was geen tijd
meer om uit den weg te gaan. Een he
vige ontploffing deed zich hooren, waar
op het schip zwaar overhelde. Twee boo
ten werden gestreken, waarmede de be
manning naar de Mercey roeide. Eindelijk
nam een kleine stoomer hen op sleeptouw.
Vijf uren waren zij onderweg geweest.
De Princess Victoria was in een kwartier
gezonken.
Een visscbersboot heeft de bemanning
van de Blackwood te Newhaven aange
bracht. Dit schip werd om 6 uur 's mor
gens getorpedeerd. Het weer was slec-ht;
er waren sneeuwvlagen. Alle reddings
booten had men, voor het geval een duik
boot een aanval zou doen, gereed gehou
den. De bemanning was 2.5 uur in de sloe
pen geweest, voordat zij1 werd opgepikt.
De duikboot was aan do oppervlakte der
zee verschenen, doch had geen bijstand
geboden.
De Tangistan werd om half een 's nachts
getorpedeerd. De .sloepen waren reeds uit
gezwaaid. Het schip was plotseling met
de reddingsbooten en inzittenden ge
zonken. De eenige overlevende had zich
2.5 uur aan een kist vastgeklemd, voor
dat hij werd opgepikt. Verscheidene In
disch© matrozen hadden aan een plank ge
hangen, totdat zij éen voor éen afvielen
en verdronken.
Ter hoogte van de Mercey heeft een
duikboot gistermorgen gedurende 25 minu
ten jacht gemaakt op het stoomschip
Clanmacrae, dat, i ontsnap te door met volle
stoom zigzag ite varen.
De Times verneemt d.d. 9 Maart uit
Liverpool het volgende:
De Princessp Victoria was onderweg van
Aberdeen naar Liverpool en werd op on
geveer 18 mijl van hier getorpedeerd, of
schoon voortdurend scherp was uitgeke
ken.
De bemanning' liet onder leiding van
kapitein Cubbin twee booten te water
en roeide weg. Na eenigen tijd kwam een
klein stoomschip aanvaren en nam de
booten op sleeptouw, waarna de reis naar
Liverpool werd vervolgd.
Kapitein Slouter en de bemanning van
de Blackwood werden gisteravond te
Newhaven aan land gebracht door een
visschersvaartuig
De Blackwood was van Blyth onder
weg naar Havre, met een lading steen
kool. Het spoor van de onderzeeboot kon
worden gevolgd, maar haar nummer kon
niet worden waargenomen. Een van de
scheepsofficieren van de Blackwood deel
de mede, dat hij den periscoop van nog een
tweede onderzeeboot dichtbij had gezien.
Met het oog op het gevaar, dat van
den kant van onderzeebooten dreigde, wa
ren gelukkig de booten klaar om te wor
den uitgezet. Er was door de onderzee
boot geen voorafgaande waarschuwing ge
geven. Het schip zonk in 10 minuten,
tijds.
Een Vliegeniersdrama.
Een van de aangrijpendste verhalen
over den oorlog in de lucht kwam dezer
dagen uit Parijs.
Een vliegluitenant met een sergeant als
bestuurder kreeg order om de Duitsche
posities te verkennen, in het hijzonder de
plaats, waar een batterij was opgesteld,
waarvan het vuur zeer lastig was voor
Üe Franschen. De sergeant deed over dien
tocht het volgende relaas
Toen wij boven de Duitsche linie kwa
men, weiden wij begroet met een regen
van kogels. Wij1 stegen hooger en zagen
eindelijk de drie batterijen.
„Daar heb je ze, die duivels", riep de
luitenant, terwijl zij zijn vuist schudde.
Toen riep hij tegen me: „We zijn klaar,
rechtsom draaien, en dan snel vooruit."
Natuurlijk liet ik me datigeen twee beer
zeggen en volbracht snel de manoeuvre.
Wij waren echter nog geen 500 meter
verder gevlogen of een geweldig schieten
begon. Wij waren midden dn de kogels en
ontploffende bommen. De rook, daarbij
veroorzaakt, was zoo (Jik, dat ik geen
'hand voor do oogen kon zien. Juist deed
ik een' poging om omhoog te stijgen, toen
een bom, beter dan de andere gericht,
juist boven ons 'hoofd ontplofte. Ik
kreea' een wee gevoel en toen sloot, als
een dikke mist, zich alles om mij heen.
Niettegenstaande mijn pijnen liield ik de
machine op dezelfde hoogte. „Gaat 't
goed luitenant?" vroeg ik. Ik schreeuwde
nog eens, maar kreeg geen antwoord. Ik
trachtte mij' om te keeren. Ik wilde zien
en kon niet. Alles was zwart. Ik
was toen ongeveer 6000 meter boven de
aard© en kreeg hevig© angsten. Ik be
val mijn ziel aan God. De schoten waren
voortdurend hevig te hooren, maar zien
kon ik niets meer. Slechts één gedachte
had ik nog in die oogenblikkenik moest
en zou terugkeeren naar den grond, en
er schoot mij niets anders over, dan op
't geluid af te sturen. Ongeveer 2 mi
nuten vloog ik zoo op goed geluk af. Toen
hoorde ik tot mijn verbazing een stem
achter mij en riep mijn luitenant: „Uit
kijken man! hooger op, hooger opl"
„Dank u, luitenant", riep ik terug,
„neem me niet kwalijk, maar ik zie niets
meer. Is u gewond?"
„Ja", kwam het antwoord, „en ik ge
loof zeer ernstig ook!"
Ziend© dat ik eindelijk in de goede
richting stuurde, zeide hij nog„Goed
zoo, een beetje naar links en dan maar
full speed vooruit". Toen hoorde ik van
hem, dat wij boven de Duitsche po
sitie waren. Hij riep: „Goed zoo. We
zijn er. Als ik niet levend meer beneden
kom, zeg onze kameraden dan, dat de
veronderstelling omtrent de positie van
den vijand juist was. Twee batterijen staan
hier. En nu vooruit en zoo snel moge
lijk naar huis."
Ik stuurde op 't gevoel af vooruit en
hoorde het schieten steeds verder af.
Daarna hoorde ik den luitenant nog
fluisteren„landzaam omlaagvonk
afsluitenwe zijn er, zachtjes yol
planégroet ze beneden van me."
Door een wonder volbracht ik, zonder
iets te kunnen zien, de landing en hoorde
het welkome geluid van het knarsen der
wielen op den grond. Bekende stemmen
riepen dooreen onze tweedekker werd
.vastgegrepen en stond stil.
Er was een gedruisch van medelijdende
stemmen om ons heen en men tilde mij er
uit. Ik was blind geschoten, mijn lui
tenant was dood....
Korte Oorlogsberichten.
In de loopgraven heeft men veel last
van ongedierte, vooral luizen, en daar
deze diertjes dikwijls besmettelijke ziek
ten overbrengen, heeft ©eh Fransch ge
leerde het euvel bestudeerd en een ver
delgingsmiddel gevonden, dat ook buiten
de loopgraven waardeering zal vinden.
De hoofdluizen ontwikkelen zich bijlna
•uitsluitend in de haren, waar de neten
stevig zijn bevestigd- De lichaamsluizen
leggen graag hun neten in de plooien
bij de zoomen. Gewoonlijk duurt de ont
wikkeling van neet tot luis 3 tot 4 da
gen. Dit ongedierte kan nu zeer slecht
tegen eenvoudige benzine-dampen. Mien
doet -derhalve een 40 druppels benzine op
een zakdoek, vouwt dezen samen en
draagt hem tuisschen onder- en boven-
kleeren. De lichaamswarmte doet de ben
zine verdampen en de damp vernietigt de
diertjes. Men moet dit 4 dagen achtereen
doen en de plaag is verdwenen. Op de
hoofdluizen past men dezelfde behande
ling toe door een doek met benzine op
het hoofd te leggen en daaroverheen ©en
goed sluitende katoenen muts te trekken.
Men bedenke wel, dat men de ben-
zine-verdamping niet langer dan ©en'
kwartier mag toepassen. „Vad."
In Pruisen srfjirx de manschappen,
van Öen ongeoefenden landstorm tusschett
40 en 45 jaar opgeroepen.
De) Amerikaansche Jezuïet P. Bolivia
schreef in het Kath. Wochenbl. van Chi
cago een artikel, dat werd overgenomen'
door de Köln. Volks zei t. van 11 Jan. 1915.
Pater Boiivin zette daarin als zijn gevoe
len uiteen, dat het binnenrukken der
Duitschers in België volgens de theolo
gische 'moraal gerechtvaardigd was. De;
superieuren van de Jezuïetenorde to Rome
hebben thans verklaard, dat dit artikel
niet aan de gewone censuur der orde
is onderworpen en dat het bewuste ar
tikel in geenen ideele het gevoelen der
orde weergeeft.
In België. Volgens de Vossische
Ztg. werd i het bestuur der Belgische scho
len opgedragen aan het. Rijksdaglid Jus-
tizrat Trimborn, die naar Brussel ver
trok.
De Vossische Ztg. meldt verder, dat
in Mechelen, ter voorkoming van hongers
nood, alle aardappel voorraden zijn gere-
quireerd en uitvoer verboden is.
De ves ting Belfort. De Zwit
ser Hermann Stegemann schrijft het vol
gende over de vesting BelfortHet is
niet meer hel. Belfort van 1870, het rots
nest, dat, door 25000 man omsingeld, zich
tot Februari 1871 dapper verweerde, maar
een uitgebreid bevestigd kamp, dat men
nauwelijks zou kunnen omsingelen, ïn
1870 beperkte zich de werkingssfeer van
Belfort tot den naasten omtrek met een
straal van ongeveer 7 kilometer.
Toen de oorlog van 1914 begon, kon
men dezen straal op 15 kilometer stel
len, d.w.z. zo reikte tot aan de Duitsche
grens. Tot daar toe waren de vestingwer
ken van den uitersten gordel vooruit ge
schoven. Naar het noorden stond en staat
de vesting met Epinal in verbinding door
de keten van de sperforten van Giromagny
en het Boven-Mozeldal.
Japan en de V. S. De Wlremja
meldt uit Tokio: De kabinetsraad heeft
besloten het verzoek van N.-Amerika, om
ofticieele kennisgeving van de Japansohe
eischen aan China, in te willigen. De aan
geboden bemiddelingsrol in N.-Amerika in
de onderhandelingen met China, meende
het Kabinet vriendschappelijk te moeten
afwijzen.
Een geïmproviseerd o r-
kest,. De Berliner Zeilung am Miltag
haalt het volgende verhaal aan uit een
soldatenbrief
„Toen ik-gisteravond in het dorp.sr,war-
tier was, heb 'ik heerlijke kunst geno
ten. Er is daar een kapel gevormd, die
juist muziek maakte bij het avondeten
van de' officieren. Het orkestje bestaat uit
een harmonica, twee mandolines, waarvan
er een eigen gemaakt is uit een kist,
waar kerstgeschenken in hebben gezeten,
een triangel en twee eigen gemaakte in
strumenten. Deze laatste zijn op de vol
gende wijze geconstrueerd: Op een lange
lat, die boven op 'n korten dwarsbalk
en beneden op een als resonanshord die
nende kist gespijkerd is, wordt een ge
sponnen draad' gespannen. Van boven zit
ten daarop losse deksels van conserven-
blikjes. De muziek wordt zoo gemaakt,
dat men met een stuk hout op den draad
slaat en met het. heele ding op den grond
stampt, waarbij de conservenblikjesdek-
sels rinkelen.
Als ensemble is deze kapel buitenge
woon verdienstelijk. De, muziek is heel
goed ingestudeerd en het gaat alles prach
tig op maat."
De Duitschers in Belg'ië.
Uit Putte, dd. 10 Maart, aan de „Msb'.":
De Duitsch wacht, is ontzettend versterkt,.
Om de 100 M. staat een schildwacht.
Het geschut kunnen wij hier bijzonder
goed hooren, vooral van morgen waren
de salvo's zeer krachtig. De „Nieuwe Ga
zet" van Antwerpen van dezen morgen
bevatte geen enkel bericht over het sprin
gen van het arsenaal.
Er jiis nog geen verklaring te geven,
waarom de Duitschers dit gedeelte van
de grens plotseling zoo gestreng bewa
ken. De Duitsche soldaten zelf weten
niets; één hunner verklaarde mij, dezen
middag is >'de geheel e compagnie op wacht;
voor de aflossing bleef één man over.
De arbeiders, welke te Brasschaet bezig]
waren in het vliegkamp om lootpgraveni
te maken, zijp bedankt. De commandant
zei him, ,dat de grens gedurende acht
dagen afgesloten werd.
Onder Duitsch régime. Lte
Duitsche gouv.-generaal te Brussel heeft
vijf Belgisch© douane-ambtenaren in hech
tenis genomen, omdat zij tot den krijgs
dienst geschikte Belgen naar Holland had
den doen brengen. Het zijn de directeur-
generaal van het ministerie van financiën,
de directeur der douanen te Luik en een
drietal inspecteurs der douanen. Zij «talie*
wegens hoogverraad terecht staan.