EN. No. 136 Donderdag 11 Maart 1915 39e Jaargang an id EN, uper. schf ezin D© Groot© Oorlog. vroege (oe, rek. Vaars, >uitsche met 2 >nny, muur, echt n hengst n» cht, aagd, >EN GOES. inde. 3E, v/h. Fa. KÉ te Goes. t. Joosland. skerke. and. cei'ke. Arne- tit Langedelft en, bij Hoogelande. gd Kruiningen. teld wordt met 260 E Mz„ Arendskerke. ;rk en hoef- Kruiningen. Meliskerke. Mei Domburg T NAAR t is de dienst als volgt: m. 8.55, nam. 9.34, nam. nam. 3 en 25, nam. 2.25 2.35 en. 7.35 1.44 en .7.44; am. 2.48 en am. 2.51 en .0, nam. 3 en 11, nam. 4; nam. 4.08; 11.21, nam. 11.25, nam. 6.35 em 11.44, msc.be tijd. ,20 en nam. 7.50, nam. t) aank. vm. lies Duitse he Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN ÜE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHU1J - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. 'De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. Losse nummers ƒ1.25 #05 Prijs der Advertentiên 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. F r a n k r ij k. Geen land in Europa is blootgesteld ge weest aan zoovele omwentelingen als Frankrijk. In het begin onzer jaartelling werden zijne bewoners de Galliërs door de Romeinen onderworpen. In de vijfde eeuw werd het land door West Gothen in 't Zuiden, Bourgondiërs in 't Oosten en Franken in het Noorden bezet, laatstgenoemden verdreven de Romeinen, slokten ten slotte het geheel e land op' en vergrootten het met een groot deel van 'het tegenwoordige Duitschland. On der Karei den Groote bestond het land van de Schelde: tot de Ebro. Na Karei's dood "was het land ten prooi aan twisten en strooptochten, deze laatste van do Noormannen. Allengs vermeerderde Frankrijks groo te invloed op het lot van Europa's overige mogendheden. Vooral sedert 1589, het jaar waarop met Hendrik IV de Bourbons 'aan de regeering waren geko men. Bodewijk XIV, de zonnekoning, of liever diens staatslieden en. veldheiertein brachten Frankrijk tot bloei en aanzien.' Doch aan den anderen kant brachten dezen ten vooral de koning; het land dicht aan den financieelen ondergang met huinne groote verkwistingen. M®de hier van 'was de revolutie van 1789 het ge volg, welke de zonden van Bodewijk XIV op 'diens nazaat Bodewijk XVI verhaalde. Napoleon op z'ijin beurt breidelde het monster der revolutie weer, doch ook' hij moest in 1815 voor .goed plaats ma ken voor de restauratie, het herstel van den ouden toestand van voor de Revo lutie. De revolutie van 1830 bonsde de Bourbons, die van '48 de Orleansen, die van 1870 ide Bonapartes van bun voetstuk. De' oorlogen, onder het beheer van Na poleon III gevoerd, brachten niet die voordeelen aan, welke er van werden ge hoopt; die van '56 Krimoorlog bracht niets; die van '59 met Oosten rijk leidde tot de inlijving van Savoye en Nizza; die van '70, vrucht van na ijver op Duitschlands vooruitgang, bracht het verlies v,an den Elzas en Lotharin gen, eerstgenoemde provincie behalve Belfort, laatstgenoemde met inbegrip van Metz. In de lente van 1871 brak ide Commune los, Welke veel schade aanrichtte, doch in Mei van datzelfde jaar eindelijk dooi de regeeringstxoepen werd overwonnen en uiteengeslagen, waarbij de opstandelingen tot in de binnenste schuilhoeken hunner krotten vervolgd en ,als ratten doodge schoten werden. Later kregen nog enkele aanvoerders van deze oproerlingen zit ting in de „regeering" des lands. Onder de opvolgende presidenten der Republiek Thiers, Mac Mal ion, Grevy, Sadi Camot, Casimier Perier, Felix Fau- re, Loubet, Fallières en Poincaxé be gon Frankrijk zich aanvankelijk van de geleden nederlagen 6e herstellen. De geldmacht nam toe, handel en industrid bloeiden weer, het leger werd krachtig gereorganiseerd, naar het uitwendige her stelde het land zich; doch wat het zedelijk religieuss leven aangaat, zonk Frankrijk al meer tot het oude 'heiden dom terug. De leer van Malthus op on- gterechtige wijlze toegepast, bracht een onrustbarende verachtering in bevolking tal, zoodat in de laatste jaren een premie van regeeringiswege gesteld op groote gie- zinnen als redmiddel moest dienen om de inatie voor algeheele inzinking te be hoeden. Doch hij dit alles werd het ge loof Steeds meer verzaakt. Van kerk en godsdienst vervreemd, kon het volk pon der protest aanzien dat wetten werden uitgevoerd tot scheiding van Kerk en Staat niet alleen, jmaar ook tot verwe reldlijking van de bezittingen der kerk, van het onderwijs en van ,de geestelijke stichtingen; en htesluiten werden door gedreven tot uitbanning van kloosterlin gten en naasting idoor don staat van de goederen dezer uit het land gedrevenen. Daarbij kwamen telkens'weer schanda len aan het licht welke getuigden van diepe inzinking. Boulanger, oud-minister, wist jaren achtereen het volk 'te mis leiden met beloften van een vernieuwd Frankrijk ,tot hij ten laatste, van allen verlaten, zich op het graf zijner „hoer" wet een pistoolschot van het leven be roofde. Wilson, de schoonzoon van den Staatspresident Grevy, dreef jarenlang Ben onzedeüjken handel in ridderordes, met de opbrengst waarvan hij zijne schulden, in allerlei onzedelijk vermaak gemaakt, trachtte te betalen. Een gehuwde dame, uit de Parijsche demi-monde, mevrouw Steinheil, we gens moord gegrepen, gewaagde van haar jarenlange onzedelijke verhouding tot een anderen Staatspresident. Nog kort voor het uitbreken van den oorlog bracht een journalist te Parijs aan het licht de verre gaande overspeligheid van den minister CaillaUx en diens vrouw, voor welke open baarmaking hij met zijn leven moest boeten. De tegenwoordige eerste minister sprak eenige jaren geleden in het Parlement het openlijk uit dat hij en de zijnen de lichten des hemels hadden uitgedoofd. Van 1870, toen de ontuchtige Gambetta de lakens uitdeelde, tot 1914, toen de zedelooze Caillaux het roer uit handen gaf, hebben een lange reeks van staats lieden, door hunne bijzitten gesteund, en door een atheïstisch volk bewierookt, het Fransche volk steeds dieper in den poel van zedelijke ellende gedreven. Geen wonder dat, toen Duitschland aan Frank rijk den oorlog verklaarde, men algemeen verwachte, dat deze laatste mogendheid, zoo kennelijk door heur haren gegroeid, een donkere toekomst tegen ging. Deze verwachting is beschaamd. Frankrijk bleek te hebben een dapper en sterk geoefend leger, en was daarbij zoo gelukkig dat het wegens het oponthoud der Duitschers in België, zich volmaakt mobiliseeren kon, en daarbij den krachtigen steun mocht genieten van-zijn eigen Turco's en andere halfbeschaafden, henevens van de Engel sehen, met hunne heidensche en moham- medaansche Ghoerka's en andere buiten- Europeesche troepen. Een tegenvaller voor de Duitsche na tie, die de Fransche revanche gaarne af doend had te woord gestaan; en tege lijk een meevaller te meer voor Frankrijk, dat do Duitsche antipathieën van zich zag afgewend, en zag overgebracht op Enge land, dat naar Duitschers beweren zich onnoodig in 'tgeschil had ge mengd, en door zijn zwaard in de schaal te werpen, den oorlog ongemeen verlengt en verzwaart. Omtrent Frankrijks expansiepolitiek lie ten wijl lons reeds vroeger uit. ,Wij volstaan derhalve met de herinnering aan enkeltei namen: Madagascar, Algiers, Tunis, Ma rokko, Anam en Tonking, Dahomey, Tim- boktoe, waartegenover staat het verlies van Faschoda aan Engeland. Ook hier dezelfde affaire welke ook daar, zoo Duitschland verliest, op den- zelfden voet zal worden voortgezet. Beknopt overzicht van den tosstand. 't Was stil op zee. Dagen lang. Doch 't was 'de aan den storm voorafgaande stilte. Werd er van 23 Februari tot 3 Maart geen enkel Engelsch koopvaardijschip ge torpedeerd, ha die rustperiode is de storm opnieuw losgebroken. En de laatste Dinsdag Was voor de Duitschers niet de onfortuinlijkste. Een Engelsch stoomschip met man en muis vergaan, twee andere dito, op enkele kop pen na. In Duitschland is er derhalve weer stof tot blijdschap en de U-mannen zullen er weer eenige graden door in populari teit stijgen, waartoe ook de maatregelen wel het hunne zullen doen bijdragen, die de Engelsche autoriteiten tegenover de) gevangen genomen bemanning van on derzeeërs hebben aangekondigd. De U- mannen zullen n.I. in Engeland met spe ciale beperking behandeld worden; hun zal geen onderscheiding volgens hun rang gegeven worden en hun zal geen ge meenschap met andere krijgsgevangenen geoorloofd zijn. Zeer onbillijk derhalve, doch waar de haat de leidsman is1 De Duitschers hebben in het Oosten weer hun offensief hervat, speciaal tus- schen Kolno en Lo-mza, doch de strijd duurt nog voort en heeft blijkbaar nog niet tot een beslissing geleid. Een poging der Russen om tot op Augustof door te dringen, mislukte. Overigens valt er van dit gedeelte van het gevechtsterrein niets bijzonders te melden. Op het Westelijk ooriogstooneel duurt de loopgravenstrijid in vervelende eento nigheid, ondanks de krachtige actie, die in de laatste dagen ontplooid wordt, nog steeds voort. De resultaten zijn evenwel circa 'nihil. We laten dus het vergelijken vair de Duitsche en Fransche communique's aan den lezer over. Van een vlootactie hij. de Belgische kust hoort men niets. Toch moet te oordeeleii -naar het voortdurend kanon gebulder de Engelsche vloot nog niet rusten en schijnt een landing op de Bel gische kust nog op het programma van den Britschen bevelhebber der vloot te staan. De Duitschers evenwel zijn op alles berekend en hebben hij de kust gewel dige versterkingen aangebracht, zoodat men vooralsnog niet van een geslaagde actie der Engelsche zal hooren. Drie Engelsche stoomschepen getorpedeerd. Een vernieuwde actie in den duikboot oorlog valt te constateeren. Pas hadden we niet het bericht ontvangen van den geramden Duitschen onderzeeër, of de Britsche admiraliteit kwam met de ge ruchtmakende tijding, dat Dinsdag niet minder dan drie Engelsche stoomsche pen in den grond zijn geboord door Duit sche onderzeeërs. De slachtoffers zijn de Tangistan (2393 ton netto), de Blackwood (731 ton "netto) en de Princess Victoria. Blijkens de admiraliteit is het eerste s.s. hij Scarborough getorpedeerd, het tweede word bij Hastings in den grond geboord, terwijl het derde bij Eiverpool getroffen werd. Alleen van de Tangistan zijn 37 van de 38 koppen om het leven gekomen de overige bemanningen wer den gered. Ontleenen we aan de bladen nog en kele bijzonderheden omtrent deze rampen. Reuter seint o.m. het volgende: De Princess' Victoria werd getorpedeerd op 18 mijl afstand van den mond van de Mersey. Men had scherp m uitkijk gehou den naar duikbooten. Ih\ weer was zoo helder mogelijk en niets was te zien ge weest, toen de stuurman om halftien in den morgen een torpedo recht op het schip zag aankomen. Er was geen tijd meer om uit den weg te gaan. Een he vige ontploffing deed zich hooren, waar op het schip zwaar overhelde. Twee boo ten werden gestreken, waarmede de be manning naar de Mercey roeide. Eindelijk nam een kleine stoomer hen op sleeptouw. Vijf uren waren zij onderweg geweest. De Princess Victoria was in een kwartier gezonken. Een visscbersboot heeft de bemanning van de Blackwood te Newhaven aange bracht. Dit schip werd om 6 uur 's mor gens getorpedeerd. Het weer was slec-ht; er waren sneeuwvlagen. Alle reddings booten had men, voor het geval een duik boot een aanval zou doen, gereed gehou den. De bemanning was 2.5 uur in de sloe pen geweest, voordat zij1 werd opgepikt. De duikboot was aan do oppervlakte der zee verschenen, doch had geen bijstand geboden. De Tangistan werd om half een 's nachts getorpedeerd. De .sloepen waren reeds uit gezwaaid. Het schip was plotseling met de reddingsbooten en inzittenden ge zonken. De eenige overlevende had zich 2.5 uur aan een kist vastgeklemd, voor dat hij werd opgepikt. Verscheidene In disch© matrozen hadden aan een plank ge hangen, totdat zij éen voor éen afvielen en verdronken. Ter hoogte van de Mercey heeft een duikboot gistermorgen gedurende 25 minu ten jacht gemaakt op het stoomschip Clanmacrae, dat, i ontsnap te door met volle stoom zigzag ite varen. De Times verneemt d.d. 9 Maart uit Liverpool het volgende: De Princessp Victoria was onderweg van Aberdeen naar Liverpool en werd op on geveer 18 mijl van hier getorpedeerd, of schoon voortdurend scherp was uitgeke ken. De bemanning' liet onder leiding van kapitein Cubbin twee booten te water en roeide weg. Na eenigen tijd kwam een klein stoomschip aanvaren en nam de booten op sleeptouw, waarna de reis naar Liverpool werd vervolgd. Kapitein Slouter en de bemanning van de Blackwood werden gisteravond te Newhaven aan land gebracht door een visschersvaartuig De Blackwood was van Blyth onder weg naar Havre, met een lading steen kool. Het spoor van de onderzeeboot kon worden gevolgd, maar haar nummer kon niet worden waargenomen. Een van de scheepsofficieren van de Blackwood deel de mede, dat hij den periscoop van nog een tweede onderzeeboot dichtbij had gezien. Met het oog op het gevaar, dat van den kant van onderzeebooten dreigde, wa ren gelukkig de booten klaar om te wor den uitgezet. Er was door de onderzee boot geen voorafgaande waarschuwing ge geven. Het schip zonk in 10 minuten, tijds. Een Vliegeniersdrama. Een van de aangrijpendste verhalen over den oorlog in de lucht kwam dezer dagen uit Parijs. Een vliegluitenant met een sergeant als bestuurder kreeg order om de Duitsche posities te verkennen, in het hijzonder de plaats, waar een batterij was opgesteld, waarvan het vuur zeer lastig was voor Üe Franschen. De sergeant deed over dien tocht het volgende relaas Toen wij boven de Duitsche linie kwa men, weiden wij begroet met een regen van kogels. Wij1 stegen hooger en zagen eindelijk de drie batterijen. „Daar heb je ze, die duivels", riep de luitenant, terwijl zij zijn vuist schudde. Toen riep hij tegen me: „We zijn klaar, rechtsom draaien, en dan snel vooruit." Natuurlijk liet ik me datigeen twee beer zeggen en volbracht snel de manoeuvre. Wij waren echter nog geen 500 meter verder gevlogen of een geweldig schieten begon. Wij waren midden dn de kogels en ontploffende bommen. De rook, daarbij veroorzaakt, was zoo (Jik, dat ik geen 'hand voor do oogen kon zien. Juist deed ik een' poging om omhoog te stijgen, toen een bom, beter dan de andere gericht, juist boven ons 'hoofd ontplofte. Ik kreea' een wee gevoel en toen sloot, als een dikke mist, zich alles om mij heen. Niettegenstaande mijn pijnen liield ik de machine op dezelfde hoogte. „Gaat 't goed luitenant?" vroeg ik. Ik schreeuwde nog eens, maar kreeg geen antwoord. Ik trachtte mij' om te keeren. Ik wilde zien en kon niet. Alles was zwart. Ik was toen ongeveer 6000 meter boven de aard© en kreeg hevig© angsten. Ik be val mijn ziel aan God. De schoten waren voortdurend hevig te hooren, maar zien kon ik niets meer. Slechts één gedachte had ik nog in die oogenblikkenik moest en zou terugkeeren naar den grond, en er schoot mij niets anders over, dan op 't geluid af te sturen. Ongeveer 2 mi nuten vloog ik zoo op goed geluk af. Toen hoorde ik tot mijn verbazing een stem achter mij en riep mijn luitenant: „Uit kijken man! hooger op, hooger opl" „Dank u, luitenant", riep ik terug, „neem me niet kwalijk, maar ik zie niets meer. Is u gewond?" „Ja", kwam het antwoord, „en ik ge loof zeer ernstig ook!" Ziend© dat ik eindelijk in de goede richting stuurde, zeide hij nog„Goed zoo, een beetje naar links en dan maar full speed vooruit". Toen hoorde ik van hem, dat wij boven de Duitsche po sitie waren. Hij riep: „Goed zoo. We zijn er. Als ik niet levend meer beneden kom, zeg onze kameraden dan, dat de veronderstelling omtrent de positie van den vijand juist was. Twee batterijen staan hier. En nu vooruit en zoo snel moge lijk naar huis." Ik stuurde op 't gevoel af vooruit en hoorde het schieten steeds verder af. Daarna hoorde ik den luitenant nog fluisteren„landzaam omlaagvonk afsluitenwe zijn er, zachtjes yol planégroet ze beneden van me." Door een wonder volbracht ik, zonder iets te kunnen zien, de landing en hoorde het welkome geluid van het knarsen der wielen op den grond. Bekende stemmen riepen dooreen onze tweedekker werd .vastgegrepen en stond stil. Er was een gedruisch van medelijdende stemmen om ons heen en men tilde mij er uit. Ik was blind geschoten, mijn lui tenant was dood.... Korte Oorlogsberichten. In de loopgraven heeft men veel last van ongedierte, vooral luizen, en daar deze diertjes dikwijls besmettelijke ziek ten overbrengen, heeft ©eh Fransch ge leerde het euvel bestudeerd en een ver delgingsmiddel gevonden, dat ook buiten de loopgraven waardeering zal vinden. De hoofdluizen ontwikkelen zich bijlna •uitsluitend in de haren, waar de neten stevig zijn bevestigd- De lichaamsluizen leggen graag hun neten in de plooien bij de zoomen. Gewoonlijk duurt de ont wikkeling van neet tot luis 3 tot 4 da gen. Dit ongedierte kan nu zeer slecht tegen eenvoudige benzine-dampen. Mien doet -derhalve een 40 druppels benzine op een zakdoek, vouwt dezen samen en draagt hem tuisschen onder- en boven- kleeren. De lichaamswarmte doet de ben zine verdampen en de damp vernietigt de diertjes. Men moet dit 4 dagen achtereen doen en de plaag is verdwenen. Op de hoofdluizen past men dezelfde behande ling toe door een doek met benzine op het hoofd te leggen en daaroverheen ©en goed sluitende katoenen muts te trekken. Men bedenke wel, dat men de ben- zine-verdamping niet langer dan ©en' kwartier mag toepassen. „Vad." In Pruisen srfjirx de manschappen, van Öen ongeoefenden landstorm tusschett 40 en 45 jaar opgeroepen. De) Amerikaansche Jezuïet P. Bolivia schreef in het Kath. Wochenbl. van Chi cago een artikel, dat werd overgenomen' door de Köln. Volks zei t. van 11 Jan. 1915. Pater Boiivin zette daarin als zijn gevoe len uiteen, dat het binnenrukken der Duitschers in België volgens de theolo gische 'moraal gerechtvaardigd was. De; superieuren van de Jezuïetenorde to Rome hebben thans verklaard, dat dit artikel niet aan de gewone censuur der orde is onderworpen en dat het bewuste ar tikel in geenen ideele het gevoelen der orde weergeeft. In België. Volgens de Vossische Ztg. werd i het bestuur der Belgische scho len opgedragen aan het. Rijksdaglid Jus- tizrat Trimborn, die naar Brussel ver trok. De Vossische Ztg. meldt verder, dat in Mechelen, ter voorkoming van hongers nood, alle aardappel voorraden zijn gere- quireerd en uitvoer verboden is. De ves ting Belfort. De Zwit ser Hermann Stegemann schrijft het vol gende over de vesting BelfortHet is niet meer hel. Belfort van 1870, het rots nest, dat, door 25000 man omsingeld, zich tot Februari 1871 dapper verweerde, maar een uitgebreid bevestigd kamp, dat men nauwelijks zou kunnen omsingelen, ïn 1870 beperkte zich de werkingssfeer van Belfort tot den naasten omtrek met een straal van ongeveer 7 kilometer. Toen de oorlog van 1914 begon, kon men dezen straal op 15 kilometer stel len, d.w.z. zo reikte tot aan de Duitsche grens. Tot daar toe waren de vestingwer ken van den uitersten gordel vooruit ge schoven. Naar het noorden stond en staat de vesting met Epinal in verbinding door de keten van de sperforten van Giromagny en het Boven-Mozeldal. Japan en de V. S. De Wlremja meldt uit Tokio: De kabinetsraad heeft besloten het verzoek van N.-Amerika, om ofticieele kennisgeving van de Japansohe eischen aan China, in te willigen. De aan geboden bemiddelingsrol in N.-Amerika in de onderhandelingen met China, meende het Kabinet vriendschappelijk te moeten afwijzen. Een geïmproviseerd o r- kest,. De Berliner Zeilung am Miltag haalt het volgende verhaal aan uit een soldatenbrief „Toen ik-gisteravond in het dorp.sr,war- tier was, heb 'ik heerlijke kunst geno ten. Er is daar een kapel gevormd, die juist muziek maakte bij het avondeten van de' officieren. Het orkestje bestaat uit een harmonica, twee mandolines, waarvan er een eigen gemaakt is uit een kist, waar kerstgeschenken in hebben gezeten, een triangel en twee eigen gemaakte in strumenten. Deze laatste zijn op de vol gende wijze geconstrueerd: Op een lange lat, die boven op 'n korten dwarsbalk en beneden op een als resonanshord die nende kist gespijkerd is, wordt een ge sponnen draad' gespannen. Van boven zit ten daarop losse deksels van conserven- blikjes. De muziek wordt zoo gemaakt, dat men met een stuk hout op den draad slaat en met het. heele ding op den grond stampt, waarbij de conservenblikjesdek- sels rinkelen. Als ensemble is deze kapel buitenge woon verdienstelijk. De, muziek is heel goed ingestudeerd en het gaat alles prach tig op maat." De Duitschers in Belg'ië. Uit Putte, dd. 10 Maart, aan de „Msb'.": De Duitsch wacht, is ontzettend versterkt,. Om de 100 M. staat een schildwacht. Het geschut kunnen wij hier bijzonder goed hooren, vooral van morgen waren de salvo's zeer krachtig. De „Nieuwe Ga zet" van Antwerpen van dezen morgen bevatte geen enkel bericht over het sprin gen van het arsenaal. Er jiis nog geen verklaring te geven, waarom de Duitschers dit gedeelte van de grens plotseling zoo gestreng bewa ken. De Duitsche soldaten zelf weten niets; één hunner verklaarde mij, dezen middag is >'de geheel e compagnie op wacht; voor de aflossing bleef één man over. De arbeiders, welke te Brasschaet bezig] waren in het vliegkamp om lootpgraveni te maken, zijp bedankt. De commandant zei him, ,dat de grens gedurende acht dagen afgesloten werd. Onder Duitsch régime. Lte Duitsche gouv.-generaal te Brussel heeft vijf Belgisch© douane-ambtenaren in hech tenis genomen, omdat zij tot den krijgs dienst geschikte Belgen naar Holland had den doen brengen. Het zijn de directeur- generaal van het ministerie van financiën, de directeur der douanen te Luik en een drietal inspecteurs der douanen. Zij «talie* wegens hoogverraad terecht staan.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1