!\o. 134
Dinsdag 9 Maart 1915
29e «laargang
De Groote Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN sE VORSTSTRAAT 21S.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. F. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
i*
Oosterbaan Le Cointre - Gons.
n—niaimiggw'KWJA.MMMWM—i
De Wilde
Wanneer op Club- of J. V.-vergade
ringen een „politiek" onderwerp moet
verhandeld worden, dan grijpt elk mee
levend lid, en niet het minst de aan
gewezen referent naar „De Wilde". Wij
hebben ervaring dat men nog eer naar
De Wilde vraagt dan naar de officieele
„Ons Program".
Dit bewijst nu niet dat De Wjlde beter
dan dr. (Kuyper den rechten toon ge
grepen heeft, dr. Kuyper heeft juist dooi'
het grijpen van dien rechten toon het
meelevend deel van ons volk een in
zicht in velé vraagstukken gegeven en
den lust tot lezen, vooral van Kuypers
werken opgewekt. Maar De Wilde gieeft
een soort overgangscursus; hij bereidde
de melk voor de jongeren en leerde hen
zich voorbereiden voor het verwerken der
vaste spijze die „Ons Program" aan de
ouderen voorzet.
De Wilde geeft wat ieder 'jongeling van
antirevolutionairen huizei van zijn 15©
tot zijn 23e jaar dient t© kennen of al
thans zich eigen te maken en bij te hou
den. En hij doet dit in populairem vorm.
Daar vandaan komt het dat dit boek
reeds ©en vierden druk beleeft.
Wij. maken hierop alle Wang,stellenden
attent. Het werk verscheen thans bij
J. Rootsma te 's Gravenhage, is geheel
bijgewerkt; vooral op de defensiepar-ar
graaf, waartoe de schrijver knappe vrien
den heeft geraadpleegd; beslaat 4-10 blad
zijden druks, en is voor betrekkelijk wei
nig geld verkrijgbaar.
Laat het jonge geslacht toch de ge
schiedenis onzer a.-r. partij bijhouden,
zich ter deg© inwerken in de beginselen
onzer partij; en daartoe beginnen met
de lectuur van Die Wilde's boek.
De volledige titel luidt: „De antirevo
lutionaire partij en haar program van
beginselen".
Het boek is wat de defensie-paragraaf
van het antirev. program aangaat zeer
Vooruitstrevend. Het stuurt aan op al ge
in oenen dienstplicht met beperking der
vrijstellingen.
Ook door ons reeds in 1897 bepleit
en in de Toelichting van „Ons Program"
is er van stonden aan op aangestuurd.
In dit opzicht is de bijgewerkte dan
ook een verbeterde druk.
Tare de uitgever er wèl mee!
Srosn va» Prinsterer.
De naam van Groen van Prinsterer mag
onder ons volk evenmin verloren gaan
als de datum en het jaar zijner geboorte.
Zijne levensgeschiedenis evenmin als zijne
geschriften mogen onder ons onbekend
worden. Zijn beeld mag niemand onzer
uit. het geheugen gaan.
Sinds eenigen tijd is een portret van
Groen in den handel gebracht door de
firma J. M. Bredee te Rotterdam, het is
sprekend gelijkend; wij mogen dit zeg
gen dewijl wij het voorrecht gehad heb
ben mr. Groen van aanzien te kennen.
Daarom bevelen wij 'deze uitgaaf, tot
zoo geringen prijs in eiken boekhandel
verkrijgbaar gesteld, ten zeerste aan. Ieder
goed antirevolutionair behoort een por
tret van Groen in zijn huiskamer te heb
ben hangen, met, als 'tmaar immer kan,
Kuyper en Lohman er bij1.
Daarin ook behoort uit te komen dat
de antirevolutionair iets anders is dan
de liberaal, dat hij: zijn groote geestver
wanten in eere houdt.
Waar vindt men bij onze liberalen de
portretten hunner voormannen: Thorbec-
ke, Buys, Levy, Van Houten? Waar 'zelfs
herinnert men zich van de beide eerst-
igenoemden hunne namen nog?
Dat is bij ons volk anders en
beter. Laat dit zo«o mogen blijven!
Da Hotlandsche Kerk in Zuid-Af ika en de
„opstand".
Wij waar-schuwden reeds vroejer om
geen onvoorwaardelijk geloof te hechten
aan de berichten uit ZuidjAfrika. Wij
weten nog lang niet alles van den op
stand, wij weten feitelijk nog niets. Daar
zorgt de Engelsche censor voor.
Professor B-odenstein, de groote Boe-
renvriend, toont dit in De Telegraaf
duidelijk aan.
Omtrent de groote vergadering te
Bloemfontein, op 27 Januari, van de Hol-
landsche kerken deelt hij omtrent hare
poging om hare gedragslijn vast te stel
len onder meer de volglende resoluties
(besluiten) mede:
.i
„Ten aanzien van punt a (hare hou
ding ten opzichte van de Overheid)
maakt de conferentie duidelijk, dat het
een kristehke plicht is dat wet en orde
ia 't staats- zowel als in hel kerkelik
en buiselik leven geëerbiedigd en ge
handhaafd worden en dat men zich
tejgen de wettige overheid niet verzet
ten mag, anders dan om zeer
gewichtige en gegronde rede
nen die goedgekeurd word en
door Gods woord of door het
do or Gods woord verlicht ge
weten.
Ten aanzien van punt b. (hare hou
ding ten opzichte van volksbewegin
gen) verklaart de konferentie met allen
nadruk, dat waarachtige vrede
en blijvende eensgezindheid
in het land terugkeeren zul
len of bestaan kunnen, niet
wanneer ver zet tegen de over
heid vooral waar die groote af
metingen aangenomen heeft enkel
met geweld tegengegaan wordt, maar
alleen dan, wanneer overheid en volk
genegen zijn om op ernstige en on
partijdige wijze navraag te doen naai
de werkelike beweegredenen en bedoe
lingen van zodanig verzet, naar al de
verschillende faktoren, die meegewerkt
hebben om de zozeer betreurde toe
stand in het leven te roepen en vooral
naai- de werkelike en vermeende grie
ven, die daartoe, aanleiding gegeven
hebben en wanneer dan op grond van
dit onderzoek zal worden gehandeld
in de geest van rechtvaardigheid en
van tegemoetkoming aan de volkswil".
Uit deze resoluties blijkt duidelijk, dat
de Hollandsche kerken het gebeurde van
de zijde van De Wet en Wessels ci.s. niet
onvoorwaardelijk afkeuren; dat er nog
veel duisters is in de oorzaken van den
opstand, en dat de kerken niet aarzelen
bij de overheid aan te dringen op een.
rechtvaardig, onpartijdig onderzoek.
En aan dit laatste nu zijn wij nog lang
niet toe.
Beknopt overzicht van den toestand.
Het is duidelijk, dat een geslaagde ope
ratie van de ITansch-Engelsche vloot te
gen de Dardanellen eventueel een groo-
ten ommekeer zal brengen in den staat
van zaken.
Europeesch Turkije zou vrijwel afge
daan hebben en Rusland zou in contact
kunnen komen met zijn bondgenooten.
Doch dit niet alleen. Vooral met het oiog
op de positie en de houding van Italië
en de Balkanstaten, welke nu reeds, al
thans Griekenland en Italië, aanstalten
maken om zich in den strijd te wer
pen, zou dit feit van groot belang zijn.
De vier nog neutrale koninkrijken in
het Zuiden van 'Europa, die reeds lang
gereed staan om toe te springen, om
ook nog wat van den buit binnen te
halen, vragen zich nu af, of hun resp.
regee'ringen niet .al te voorzichtig -zijn
en of ithans niet het oogenblik is ge
komen, om in te grijpen.
Geen der vier koestert bijzondere
vriendschap voor Turkije, doch niettemin
zien ze het ongaarne finaal gesloopt. Ze
kunnen het niet aanzien, dat de Rus
heersc-her wordt aan den Gouden Hoorn.
Alle staten, die meenen mede aanspraak
op een stuk van Turkije te mogen ma
ken, worden daarom nu voor de vlraag
gesteld of zij zich de kans het te ver
krijgen, voor goed zullen laten ontglip
pen, of dat zij aan het krijgsbedrijf, dat
die verdeeling moet voorbereiden, zul
len meedoen.
Italië vooral heeft er wel ooien naar.
En de bondgenooten zouden niets lie
ver zien, dan dat ©en machtige bond
genoot met zijn leger van meer dan 2
millioen en zijn niet onbeteekenende vloot
hun gelederen zou komen versterken.,
Italië heeft groote belangen bij de op
lossing van de Dardanellen-kwestie, indien
zij op de volledige exciecutie van Turkije
uitloopt en er een deelpartijtje gemaakt
wordt.
Zal het nu toezien, dat Engeland,
Frankrijk en Rusland nieuwe lauweren
gaan plukken in de zee, welke eens de
zijne was en die nog beden al ziijn kus
ten omspoelt? Of zal het gauw trachten
de beste stukken, de Aegeïscihe eilanden
en Rhodus voor den neus van Grieken
land, z'n gevaarlijkste concurrent, weg
te nemen
Er is een sterke strooming in Ita
lië, die op snel ingrijpen aandringt. Doch
anderzijds vindt men het ook hard de
wapenen op te nemen tegen Duitsch-
land, den ouden bondgenoot, waarmee
het meer dan dertig jaren samenging en
met wien het veel inniger banden van
vriendschap geknoopt zou hebben als niet
Italië's aartsvijand, Oostenrijk, er altijd
tusschen gezeten had.
Daarom is het nog niet zeker wat Ita
lië zal doen. Duitschland en Oostenrijk
willen desnoods Italië nog wel lijmen
met afstand van oud-Italiaansqh maar
thans Oostenrijksch gebied, aan Italië.
't Is echter de vraag of Duitschland
zijn bondgenoot tot deze concessies zal
kunnen bewegen. En of Italië er ooren
voor heeft.
Van grooten invloed op Italië's hou
ding zal zijn, wat Griekenland zal doen.
Een der eerste gevolgen van de Darda
nellen-kwestie is reeds het aftreden van
het Kabinet-Venizelos, oir. reden, dat de
koning de politiek der regeering niet
goedkeurt. Het is niet twijfelachtig of Ve-
nizelos en de meeste zijner ambtgenjoo-
ten zullen zich in den laatsten Kroon
raad voor de deelneming aan den oorlog
ten gunste van de Entente hebben uitge
sproken, waartegen koning Constantijn,
die een zwager van den Duitschen keizer
is en in Duitschland zijn militaire op
voeding ontving, zich verzet zal hebben.
't Is nu de vraag of men nog een.
voldoend aantal staatslieden zal vinden,
bereid om de politiek van den koning te
steunen. In de leidende regiee-ringskrin-
gén, zoowel als onder het volk, is de
stemming overwegend ten gunste van de
Entente.
De eerste dagen zullen er wellicht over-
beslissen of Griekenland zich gewapen
derhand tegen Turkije keert en het is
geenszins buitengesloten, dat het Griek-
sche volk Venizelos' zijde zal kiezen te
genover den koning. Veel zal ook afhan
gen van de houding, welke Bulgarije aan
neemt, want de vrees voor het Bulgaar-
sche gevaar, dwingt Griekenland wel tot
eenige voorzichtigheid. Maar dat houdt
op, zoodra Bulgarije, op eigen belang
bedacht, zich eveneens aan die zijde der
Entente schaart.
De grootste invloed echter op de hou
ding der onzijdige staten wordt uitge
oefend door de operaties in de Darda-
nellen zelf en in hoeveree dezie vorde
ren.
De laatste 48 uur was er echter niets
van belang te melden, zoodat de toe
stand nog hoogst onzeker is.
Van het Belgische front.
„De Vlaamsche Stem" bevat gedurig
brieven van Belgische soldaten, die aan
het front verkeeren. Zij. zijn soms vol
stemming. Hier v-olgein een paai" voor
beelden
Toch was dit niet het eenige wat er
gebeurde. Ik vernam nl., dat in de buurt
van Lombaertsyde een kleine expeditie
was voorbereid, en dus wilde ik daar
van het mjjne hebben. Ik toog dus- ver
der op weg, en vond onderweg een auto
bus met .mineurs die bereid waren in
de overvollen b'u.s nog een plaats voor
mij in te ruimen. De bus reed tot zoo
dicht mogelijk bij het front, toen stapten
allen uit en sloten zich aan bij een pa
trouille, die de expeditie zou uitvoeren.
't Doel was een loopgraaf, die bij e-ven-
tueelen vooruitgang kon hinderen, zooals
hier allerlei kleinigheden kunnen hinde
ren. Dat het zoo maar niet van eenj
leien dakje zou gaan, kan men ziich wel
voorstellen.
Reeds op aanmerkelijken afstand zagen
beide partijen elkaar. D'oeh de bondge
nooten hadden het voordeel, dat hun aan
val door het geschut kon worden onder
steund. Na een kort infanterie-snielvuur,
bleek dan ook spoedig, dat de Duitsohers
het niet konden houden. Ze moesten de
loopgraaf ontruimen en lieten bovendien
een snelvuurkanon in handen der bond
genooten. Eenige gewonden vielen even
eens in handen der bondgenooten. Ge
vangenen werden er bij deze schermutser
ling niet gemaakt.
Op mijn terugweg zag ik even voorbij
St. Joris een godsdienstoefening in een
schuur houden. Eenige honderden solda
ten volgden met groote aandacht de plech
tigheid. 't Bleek mij, dat het een lijk
dienst was voor een gevallen officier.
Commandant Le Poire was n.l. bij een
gevecht in de duinen zwaar gewond en
enkele uren na zijn verwonding over
leden. De soldaten vereerden hem als
aanvoerder, maar ook was hij zeer be
mind om 'de kameraadschappelijke wijze
waarop hij met zijn lieden omging. Hij
was uit 't Walenland afkomstig, was in
genieur en had als reserve-officier dienst
genomen.
Die geïmproviseerde plechtigheden doen
min of meer denken aan den Romein-
schen tijd, of aan de hagepreeken. Voor
velen is 't soms- het laatste priesterwoord
dat ze hooren. En er is stemming in al
di,e koppen, die, in luistering gebogen, al
hun aandacht op één punt gevestigd hou
den.
De hieronder volgende is uit de Yser-
streek
Doch intusschen, wat is er van ons
landeke geworden? Ik heb de puinhoopen
gezien van onze prachtige steden, van
onze rijke gemeenten; de armoe en de
ellende van ons vluchtende volk, voort
gestuwd door de woeste horde van een
gewetenloozcn vervolger; 'k heb de uit
gemergelde wezentjes gezien van zoo
veel zorgmïssende kindertjes; en als ik
dan denk aan mijn eigen huisgenooten
die in 't dorp gebleven zijn, of die hier
of daar misschien dolen, dan gaat het me
diep. Doch laat ons het beste hopen en
met volle vertrouwen op Hem 'die het
lot der volkeren schikt en regelt, ver
wachten, dat eens op de broksteenen van
ons in puin gevallen landeke, zal rij
zen het fiere België, rijker en schooner;
dan weleer. Een nieuw leven zal op
flakkeren, hervormd in den kroes der
gedwongen© ontberingenMaar 'k zou
te verre gaan, en mijn brief zou wel
haast eene redevoering' gelijken, niet
waar
Nu een beetje den leutigen kant want
denk niet dat we altijd weenen, klagen
en zuchten; verre van daar. Wie wo
nen nu in een oude verkensstal; (sedert
2 dagen) maar net is hij, hoor! We heb
ben hem gedesinfecteerd met den aardap-
pelbesproeier, een steenen stoof is ge
plaatst, banken enzen hij is alzoo
gewordenkeuken, waschkamer, denk-,
lees- en schrijfkamer, rookkamer, salon,
ontvangstplaats, eetkamer enz.We
hebben hem geïnstalleerd met wafels te
bakken tot 3 ure van den morgen. Onze
woning heet: Villa „Laat me gerust".
Voor de deur (een oud venster) een brui
ne gelouse van rottende mest; daarach
ter een vijver, waar ijdele sardienendoo-
zen, gescheurde soldatenmutsen, gebroken
potten en pannen de plaats innemen van
de visschen.
Van tijd tot tijd kunnen we nog eens, in
Veurne geraken, tusschen het bombarde
ment. Veurne sterft ooklangzaam.
Lichtelijk was het reeds gekwetst door
eenige Duitsche obussen, nu worden, de
wonden- doodelijk en 't leven verhuist,
't Wordt triestig in de stad.
Vuur en vlammeh ais strijdmiddel.
Onlangis werd bericht, dat in den loop-
gaven-oorlog thans met behulp van bran
dende vloeistoffen werd gevochten, en dat
volgens de Matin" gebeurde door toepas
sing' van Fiedler's vlammentoestel, dat
n.b. jin 1908 reeds in Frankrijk gepaten
teerd'Was. Inderdaad, aldus de „N. 'R. Ct."
bestaat er zoo'n patent, en ook in Enge
land heeft de prtvinder er een octrooi
voor genomen, zoodat de entente-mogend-
heden op een verrassing van dit soort
hébben 'kunnen rekenen, en wellicht die'
octrooien nu wel zullen hebben genaast
om met gelijke munt te kunnen betalen.
Het toestel, de .vinding van een Rerlijin-
schen ingenieur, is zeer eenvoudig, iehi
bestaat 'uit -een cylindrischen ketel, waar
aan twee kranen zijln aangebracht, waarvan
de 'bovenste met -een druklteiding, de on
derste met een buigzame slang en straal-
pijjp' 'wordt verhanden. De brandbare in
houd van den ketel (petroleum of benzin©
,zal wel de aangewezen vloeistof zijn),
wordt nu door koolzuur onder druk, of
door 'een ander gas, dat geen ontploffing
met de benzine geeft, weggespoten. Bij
het eind van de straalpijjp is |een dot werk
aangebracht, 'dat in petroleum gedoopt -en
aangestoken wordt, om den uittred enden(
vloeistofstraal te doen vlam vatten. De;
vlam reikt tot 15 meter en verder, ien
heeft door de intense verbranding iaën!
hoog© temperatuur. Verbrandt de vloeistof
niet geheel, wat ,wel kan gebéuren, dan
vallfen de druppels toch brandend rondom.
Daar het toestel niet speciaal voor den
in 1908 nog niet zoo gebruikelijken loop
gravenoorlog uitgevonden is, geeft Fiedler
er ook nog -andere bestemmingen voolr,
op, en noemt de Matin het dan ook voor
„militair en| ander gebruik" geschikt. Toch
zal het snel en grondig in brand steken
van houten bruggen, woningen en terrein-
voorwerpen die men wil opruimen, als
mede het geven van signalen, waai" het
ook voor geschikt is, wel meer tot „mi
litair" gebruik dan tot de Werken des!
vredes toeh ooren.
Als signaal-inrichting kan men het toe
stel gebruiken door de vlam telkens van
grootte en richting te doen wisselen, wat
even gemakkelijk gaat -als het bedienen!
van een tuinsproeier, maar men kan ook
verder gaan en de vlam beurtelings rood,
groen, blauw, enz. kleuren. Dit gebeurt
door de als kleurend bestanddeel Van
Bengaalsch vuur welbekende stoffen:
tsrontiumnitraat voor rood, barium nitraat
voor groen, zwavel voor Mauw, enz. in
de vlam te brengen.
Het zwavel-toevoegen kan trouwens ook
met een rechtstreeks militaire bedoeling)
gebeuren, n.l. om zwavelig zuurgas tje»
ontwikkelen, dat (de oogen en ademhalings
organen zóó kan prikkelen, dat het hen,
die aan de vlam ontsnappen, toch nog
buiten gevecht stelt. Fiedler's overwe
ging bijl het* opnoemen v,an dit voordeel
van zijln toestel is als parodie op de
„humaniseering" van den oorlog de moeite
waard. Hij constateert, dat men met 't ge
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.2S
Losse nummers0.06
Prijs der Advertentiën
15 regels /"0.50, iedere regel meer 10 ct.
8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels /I.
iedere regel meer 10 ct.
biuik van zwavelig'zuurgas de grenzen
van 't geoorloofde niet overschrijdt, enj
terecht, vergiften zijn van oorlogsg-elbruib
uitgesloten, bedwelmende of hinderlijke
gassen niet. Zooals men ziet, verbiedt
niets ons den tegenstander gruwzaam!
levend te verbranden, mits de kans op
een vrijtwel pijinloozen dood door vergif
tig gas daarbij buitengesloten zij.
Ook te water kan de vuurstrijd -uitge
vochten worden, als de brandstof maar
lichter is dan water, zoodat ze omhoog
stijgt (uit de onder water klaar liggende
straal pijp en, boven water gekomen vlam
vat. De ontsteking 'wordt in zoo'n geval
tot (stand gebracht door een stof, die met
water een vlam geeft, aan den mond der
straalpïjp aan te brengen, bijv. een tus
schen caoutchouc-membranen aangebracht
stukje kalium of natrium of phosphorcal-
cium. De uittredende vloeistof drift clit
weg, ha- het membraan gescheurd te heb
ben, het natrium of phosphorcalcdum
stijgt door 't water op, ontbrandt aan de
oppervlakte en ontsteekt de nakomende!
vloeistofmassa. Zeker zal het in menig
géval een geducht strijdmiddel zijn, als
men er -ook het wateroppervlak plotseling
in een vlammenzee mee verandert.
Een Russische loopgraaf.
Een Duitsch soldaat schrijft in de „El-
binger Ztg."
Wij liggen sedert eenige dagen in een
verlaten Russische loopgraaf. Het is nau
welijks (mogelijk den indruk te beschrijven,
die deze versterking op ons maakt. Men:
gevoelt zich als in een onde-raardsche
stad, die met ontzaggelijken arbeid in!
den grond uitgegraven is.
Een wirwar van gangen en dwarsgangea
ligt (kilometers ver, wanneer men tusschen)
de grauwe, leemkleurige wanden loopt,
verdwaalt men gemakkelijk. De gehieiele
indruk is benauwend, men voelt zich als
omstrengeld door geheimzinnige armen,
die hun prooi niet meer willen loslaten.
Maar inen went zich ook hieraan; in de
gangen zijn overal 'huisjes uitgegraven die
als in een lange straat in rij'en staan.
Ieder huisje is igesloten met leen zeildoek
als deur; van boven stijgt er rook uit
opdaarbinnen wordt gekookt. Vele va a
die huisjes zijn ingestort; daar de dak
balken hls brandhout gebruikt zijp. Z^l
worden nog slechts als loopgraaf, of als
afvalplaats gébruikt.
Aan de zijde, die eenmaal ons front
toegekeerd was, is een hoog© wal opge
worpen, waarin schietgaten zijn, voor
ieder gat is een verhoogde staanplaats
voor Oen schutter. Overal vindt men da
sporen van den strijd; langs de loopgraaf
liggen doode kameraden, die men niet
beegraven kon, met het oog op den steen-
harden bodem overal liggen helmen,
ransels, bajonettenen wat al meer.
Maar de gangen verbergen ook gruwe
lijke zaken.
Men gaat door een dwarsgang, en ver
wondert zich, dat zij op een plaats plot
seling geheel vlak Wordt. Kijkt men nauw
keuriger, dan ligt daar een hoop doode
Russen, die te zamengevroren zijn tot één
grauwen klomp.
Slechts hier en daar herinnert een arm
of hoofd, uit den harden bodem stekende,
er (op, dat 'men letterlijk over lijken loopt.
Een kameraad vindt in een zijgang een
bru-inlederen handschoen en wil dien op
rapen. Ontzet springt hij! terug; in den
handschoen is een hand, en de hand be
hoort tot een -arm, 'die vastgevroren is in
Üen grond, waaronder het lichaam rust.
's Morgéns en 's middags is er een druk
verkeer in de straten; dat is de tijd, dat
de veldkeukens tot dichtbij de loopgraven
komen, met eten en koffie. Ook toren-
gen zij worst, 'spek, sigaren en alkohol
in groote- hoeveelheden.
Wij: lijden geen gebrek.
Water is er weinig; en het weinigje
grondwater idat in de kuilen bïjesnvloeif,
is juist genoeg om er koffie, thee of groc
van te koken!
Korte Oorlogsberichten.
Nieuwe Belgische troepen.
De „Echo Belgé" verneemt uit La Havre
dat Koning Albert een besluit heeft ge-
teekend, waarMj- alle ongehuwde Redgeu
en 'zij, die na den 15 November j.l. ge
huwd zijn, in den leeftïjld van 18 tot
25 jaar -onder de wapenen worden ge
roepen.
De Regeering te Berlijn beeft die té
Washington verzocht de Duitsche belan
gen te KonstantinopeJ, te behartigen, indien
de Bondgenooten de stad bezetten.
Laatste reserves opgeroe
pen. Oostenrijk roept thans zijn laatste
reserves -op. Een proclamatie is uitge
vaardigd, waarin alle mannen tusschen
38 en 42 jaar, die nimmer militair ge
oefend werden, opgeroepen worden om!
zich voor een geneeskundige beuring aan
te melden. Binnen 48 uren moet de af-