!\o. 134 Dinsdag 9 Maart 1915 29e «laargang De Groote Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN sE VORSTSTRAAT 21S. Bureau te Middelburg: FIRMA F. F. DHUIJ L. BURG. Drukkers: i* Oosterbaan Le Cointre - Gons. n—niaimiggw'KWJA.MMMWM—i De Wilde Wanneer op Club- of J. V.-vergade ringen een „politiek" onderwerp moet verhandeld worden, dan grijpt elk mee levend lid, en niet het minst de aan gewezen referent naar „De Wilde". Wij hebben ervaring dat men nog eer naar De Wilde vraagt dan naar de officieele „Ons Program". Dit bewijst nu niet dat De Wjlde beter dan dr. (Kuyper den rechten toon ge grepen heeft, dr. Kuyper heeft juist dooi' het grijpen van dien rechten toon het meelevend deel van ons volk een in zicht in velé vraagstukken gegeven en den lust tot lezen, vooral van Kuypers werken opgewekt. Maar De Wilde gieeft een soort overgangscursus; hij bereidde de melk voor de jongeren en leerde hen zich voorbereiden voor het verwerken der vaste spijze die „Ons Program" aan de ouderen voorzet. De Wilde geeft wat ieder 'jongeling van antirevolutionairen huizei van zijn 15© tot zijn 23e jaar dient t© kennen of al thans zich eigen te maken en bij te hou den. En hij doet dit in populairem vorm. Daar vandaan komt het dat dit boek reeds ©en vierden druk beleeft. Wij. maken hierop alle Wang,stellenden attent. Het werk verscheen thans bij J. Rootsma te 's Gravenhage, is geheel bijgewerkt; vooral op de defensiepar-ar graaf, waartoe de schrijver knappe vrien den heeft geraadpleegd; beslaat 4-10 blad zijden druks, en is voor betrekkelijk wei nig geld verkrijgbaar. Laat het jonge geslacht toch de ge schiedenis onzer a.-r. partij bijhouden, zich ter deg© inwerken in de beginselen onzer partij; en daartoe beginnen met de lectuur van Die Wilde's boek. De volledige titel luidt: „De antirevo lutionaire partij en haar program van beginselen". Het boek is wat de defensie-paragraaf van het antirev. program aangaat zeer Vooruitstrevend. Het stuurt aan op al ge in oenen dienstplicht met beperking der vrijstellingen. Ook door ons reeds in 1897 bepleit en in de Toelichting van „Ons Program" is er van stonden aan op aangestuurd. In dit opzicht is de bijgewerkte dan ook een verbeterde druk. Tare de uitgever er wèl mee! Srosn va» Prinsterer. De naam van Groen van Prinsterer mag onder ons volk evenmin verloren gaan als de datum en het jaar zijner geboorte. Zijne levensgeschiedenis evenmin als zijne geschriften mogen onder ons onbekend worden. Zijn beeld mag niemand onzer uit. het geheugen gaan. Sinds eenigen tijd is een portret van Groen in den handel gebracht door de firma J. M. Bredee te Rotterdam, het is sprekend gelijkend; wij mogen dit zeg gen dewijl wij het voorrecht gehad heb ben mr. Groen van aanzien te kennen. Daarom bevelen wij 'deze uitgaaf, tot zoo geringen prijs in eiken boekhandel verkrijgbaar gesteld, ten zeerste aan. Ieder goed antirevolutionair behoort een por tret van Groen in zijn huiskamer te heb ben hangen, met, als 'tmaar immer kan, Kuyper en Lohman er bij1. Daarin ook behoort uit te komen dat de antirevolutionair iets anders is dan de liberaal, dat hij: zijn groote geestver wanten in eere houdt. Waar vindt men bij onze liberalen de portretten hunner voormannen: Thorbec- ke, Buys, Levy, Van Houten? Waar 'zelfs herinnert men zich van de beide eerst- igenoemden hunne namen nog? Dat is bij ons volk anders en beter. Laat dit zo«o mogen blijven! Da Hotlandsche Kerk in Zuid-Af ika en de „opstand". Wij waar-schuwden reeds vroejer om geen onvoorwaardelijk geloof te hechten aan de berichten uit ZuidjAfrika. Wij weten nog lang niet alles van den op stand, wij weten feitelijk nog niets. Daar zorgt de Engelsche censor voor. Professor B-odenstein, de groote Boe- renvriend, toont dit in De Telegraaf duidelijk aan. Omtrent de groote vergadering te Bloemfontein, op 27 Januari, van de Hol- landsche kerken deelt hij omtrent hare poging om hare gedragslijn vast te stel len onder meer de volglende resoluties (besluiten) mede: .i „Ten aanzien van punt a (hare hou ding ten opzichte van de Overheid) maakt de conferentie duidelijk, dat het een kristehke plicht is dat wet en orde ia 't staats- zowel als in hel kerkelik en buiselik leven geëerbiedigd en ge handhaafd worden en dat men zich tejgen de wettige overheid niet verzet ten mag, anders dan om zeer gewichtige en gegronde rede nen die goedgekeurd word en door Gods woord of door het do or Gods woord verlicht ge weten. Ten aanzien van punt b. (hare hou ding ten opzichte van volksbewegin gen) verklaart de konferentie met allen nadruk, dat waarachtige vrede en blijvende eensgezindheid in het land terugkeeren zul len of bestaan kunnen, niet wanneer ver zet tegen de over heid vooral waar die groote af metingen aangenomen heeft enkel met geweld tegengegaan wordt, maar alleen dan, wanneer overheid en volk genegen zijn om op ernstige en on partijdige wijze navraag te doen naai de werkelike beweegredenen en bedoe lingen van zodanig verzet, naar al de verschillende faktoren, die meegewerkt hebben om de zozeer betreurde toe stand in het leven te roepen en vooral naai- de werkelike en vermeende grie ven, die daartoe, aanleiding gegeven hebben en wanneer dan op grond van dit onderzoek zal worden gehandeld in de geest van rechtvaardigheid en van tegemoetkoming aan de volkswil". Uit deze resoluties blijkt duidelijk, dat de Hollandsche kerken het gebeurde van de zijde van De Wet en Wessels ci.s. niet onvoorwaardelijk afkeuren; dat er nog veel duisters is in de oorzaken van den opstand, en dat de kerken niet aarzelen bij de overheid aan te dringen op een. rechtvaardig, onpartijdig onderzoek. En aan dit laatste nu zijn wij nog lang niet toe. Beknopt overzicht van den toestand. Het is duidelijk, dat een geslaagde ope ratie van de ITansch-Engelsche vloot te gen de Dardanellen eventueel een groo- ten ommekeer zal brengen in den staat van zaken. Europeesch Turkije zou vrijwel afge daan hebben en Rusland zou in contact kunnen komen met zijn bondgenooten. Doch dit niet alleen. Vooral met het oiog op de positie en de houding van Italië en de Balkanstaten, welke nu reeds, al thans Griekenland en Italië, aanstalten maken om zich in den strijd te wer pen, zou dit feit van groot belang zijn. De vier nog neutrale koninkrijken in het Zuiden van 'Europa, die reeds lang gereed staan om toe te springen, om ook nog wat van den buit binnen te halen, vragen zich nu af, of hun resp. regee'ringen niet .al te voorzichtig -zijn en of ithans niet het oogenblik is ge komen, om in te grijpen. Geen der vier koestert bijzondere vriendschap voor Turkije, doch niettemin zien ze het ongaarne finaal gesloopt. Ze kunnen het niet aanzien, dat de Rus heersc-her wordt aan den Gouden Hoorn. Alle staten, die meenen mede aanspraak op een stuk van Turkije te mogen ma ken, worden daarom nu voor de vlraag gesteld of zij zich de kans het te ver krijgen, voor goed zullen laten ontglip pen, of dat zij aan het krijgsbedrijf, dat die verdeeling moet voorbereiden, zul len meedoen. Italië vooral heeft er wel ooien naar. En de bondgenooten zouden niets lie ver zien, dan dat ©en machtige bond genoot met zijn leger van meer dan 2 millioen en zijn niet onbeteekenende vloot hun gelederen zou komen versterken., Italië heeft groote belangen bij de op lossing van de Dardanellen-kwestie, indien zij op de volledige exciecutie van Turkije uitloopt en er een deelpartijtje gemaakt wordt. Zal het nu toezien, dat Engeland, Frankrijk en Rusland nieuwe lauweren gaan plukken in de zee, welke eens de zijne was en die nog beden al ziijn kus ten omspoelt? Of zal het gauw trachten de beste stukken, de Aegeïscihe eilanden en Rhodus voor den neus van Grieken land, z'n gevaarlijkste concurrent, weg te nemen Er is een sterke strooming in Ita lië, die op snel ingrijpen aandringt. Doch anderzijds vindt men het ook hard de wapenen op te nemen tegen Duitsch- land, den ouden bondgenoot, waarmee het meer dan dertig jaren samenging en met wien het veel inniger banden van vriendschap geknoopt zou hebben als niet Italië's aartsvijand, Oostenrijk, er altijd tusschen gezeten had. Daarom is het nog niet zeker wat Ita lië zal doen. Duitschland en Oostenrijk willen desnoods Italië nog wel lijmen met afstand van oud-Italiaansqh maar thans Oostenrijksch gebied, aan Italië. 't Is echter de vraag of Duitschland zijn bondgenoot tot deze concessies zal kunnen bewegen. En of Italië er ooren voor heeft. Van grooten invloed op Italië's hou ding zal zijn, wat Griekenland zal doen. Een der eerste gevolgen van de Darda nellen-kwestie is reeds het aftreden van het Kabinet-Venizelos, oir. reden, dat de koning de politiek der regeering niet goedkeurt. Het is niet twijfelachtig of Ve- nizelos en de meeste zijner ambtgenjoo- ten zullen zich in den laatsten Kroon raad voor de deelneming aan den oorlog ten gunste van de Entente hebben uitge sproken, waartegen koning Constantijn, die een zwager van den Duitschen keizer is en in Duitschland zijn militaire op voeding ontving, zich verzet zal hebben. 't Is nu de vraag of men nog een. voldoend aantal staatslieden zal vinden, bereid om de politiek van den koning te steunen. In de leidende regiee-ringskrin- gén, zoowel als onder het volk, is de stemming overwegend ten gunste van de Entente. De eerste dagen zullen er wellicht over- beslissen of Griekenland zich gewapen derhand tegen Turkije keert en het is geenszins buitengesloten, dat het Griek- sche volk Venizelos' zijde zal kiezen te genover den koning. Veel zal ook afhan gen van de houding, welke Bulgarije aan neemt, want de vrees voor het Bulgaar- sche gevaar, dwingt Griekenland wel tot eenige voorzichtigheid. Maar dat houdt op, zoodra Bulgarije, op eigen belang bedacht, zich eveneens aan die zijde der Entente schaart. De grootste invloed echter op de hou ding der onzijdige staten wordt uitge oefend door de operaties in de Darda- nellen zelf en in hoeveree dezie vorde ren. De laatste 48 uur was er echter niets van belang te melden, zoodat de toe stand nog hoogst onzeker is. Van het Belgische front. „De Vlaamsche Stem" bevat gedurig brieven van Belgische soldaten, die aan het front verkeeren. Zij. zijn soms vol stemming. Hier v-olgein een paai" voor beelden Toch was dit niet het eenige wat er gebeurde. Ik vernam nl., dat in de buurt van Lombaertsyde een kleine expeditie was voorbereid, en dus wilde ik daar van het mjjne hebben. Ik toog dus- ver der op weg, en vond onderweg een auto bus met .mineurs die bereid waren in de overvollen b'u.s nog een plaats voor mij in te ruimen. De bus reed tot zoo dicht mogelijk bij het front, toen stapten allen uit en sloten zich aan bij een pa trouille, die de expeditie zou uitvoeren. 't Doel was een loopgraaf, die bij e-ven- tueelen vooruitgang kon hinderen, zooals hier allerlei kleinigheden kunnen hinde ren. Dat het zoo maar niet van eenj leien dakje zou gaan, kan men ziich wel voorstellen. Reeds op aanmerkelijken afstand zagen beide partijen elkaar. D'oeh de bondge nooten hadden het voordeel, dat hun aan val door het geschut kon worden onder steund. Na een kort infanterie-snielvuur, bleek dan ook spoedig, dat de Duitsohers het niet konden houden. Ze moesten de loopgraaf ontruimen en lieten bovendien een snelvuurkanon in handen der bond genooten. Eenige gewonden vielen even eens in handen der bondgenooten. Ge vangenen werden er bij deze schermutser ling niet gemaakt. Op mijn terugweg zag ik even voorbij St. Joris een godsdienstoefening in een schuur houden. Eenige honderden solda ten volgden met groote aandacht de plech tigheid. 't Bleek mij, dat het een lijk dienst was voor een gevallen officier. Commandant Le Poire was n.l. bij een gevecht in de duinen zwaar gewond en enkele uren na zijn verwonding over leden. De soldaten vereerden hem als aanvoerder, maar ook was hij zeer be mind om 'de kameraadschappelijke wijze waarop hij met zijn lieden omging. Hij was uit 't Walenland afkomstig, was in genieur en had als reserve-officier dienst genomen. Die geïmproviseerde plechtigheden doen min of meer denken aan den Romein- schen tijd, of aan de hagepreeken. Voor velen is 't soms- het laatste priesterwoord dat ze hooren. En er is stemming in al di,e koppen, die, in luistering gebogen, al hun aandacht op één punt gevestigd hou den. De hieronder volgende is uit de Yser- streek Doch intusschen, wat is er van ons landeke geworden? Ik heb de puinhoopen gezien van onze prachtige steden, van onze rijke gemeenten; de armoe en de ellende van ons vluchtende volk, voort gestuwd door de woeste horde van een gewetenloozcn vervolger; 'k heb de uit gemergelde wezentjes gezien van zoo veel zorgmïssende kindertjes; en als ik dan denk aan mijn eigen huisgenooten die in 't dorp gebleven zijn, of die hier of daar misschien dolen, dan gaat het me diep. Doch laat ons het beste hopen en met volle vertrouwen op Hem 'die het lot der volkeren schikt en regelt, ver wachten, dat eens op de broksteenen van ons in puin gevallen landeke, zal rij zen het fiere België, rijker en schooner; dan weleer. Een nieuw leven zal op flakkeren, hervormd in den kroes der gedwongen© ontberingenMaar 'k zou te verre gaan, en mijn brief zou wel haast eene redevoering' gelijken, niet waar Nu een beetje den leutigen kant want denk niet dat we altijd weenen, klagen en zuchten; verre van daar. Wie wo nen nu in een oude verkensstal; (sedert 2 dagen) maar net is hij, hoor! We heb ben hem gedesinfecteerd met den aardap- pelbesproeier, een steenen stoof is ge plaatst, banken enzen hij is alzoo gewordenkeuken, waschkamer, denk-, lees- en schrijfkamer, rookkamer, salon, ontvangstplaats, eetkamer enz.We hebben hem geïnstalleerd met wafels te bakken tot 3 ure van den morgen. Onze woning heet: Villa „Laat me gerust". Voor de deur (een oud venster) een brui ne gelouse van rottende mest; daarach ter een vijver, waar ijdele sardienendoo- zen, gescheurde soldatenmutsen, gebroken potten en pannen de plaats innemen van de visschen. Van tijd tot tijd kunnen we nog eens, in Veurne geraken, tusschen het bombarde ment. Veurne sterft ooklangzaam. Lichtelijk was het reeds gekwetst door eenige Duitsche obussen, nu worden, de wonden- doodelijk en 't leven verhuist, 't Wordt triestig in de stad. Vuur en vlammeh ais strijdmiddel. Onlangis werd bericht, dat in den loop- gaven-oorlog thans met behulp van bran dende vloeistoffen werd gevochten, en dat volgens de Matin" gebeurde door toepas sing' van Fiedler's vlammentoestel, dat n.b. jin 1908 reeds in Frankrijk gepaten teerd'Was. Inderdaad, aldus de „N. 'R. Ct." bestaat er zoo'n patent, en ook in Enge land heeft de prtvinder er een octrooi voor genomen, zoodat de entente-mogend- heden op een verrassing van dit soort hébben 'kunnen rekenen, en wellicht die' octrooien nu wel zullen hebben genaast om met gelijke munt te kunnen betalen. Het toestel, de .vinding van een Rerlijin- schen ingenieur, is zeer eenvoudig, iehi bestaat 'uit -een cylindrischen ketel, waar aan twee kranen zijln aangebracht, waarvan de 'bovenste met -een druklteiding, de on derste met een buigzame slang en straal- pijjp' 'wordt verhanden. De brandbare in houd van den ketel (petroleum of benzin© ,zal wel de aangewezen vloeistof zijn), wordt nu door koolzuur onder druk, of door 'een ander gas, dat geen ontploffing met de benzine geeft, weggespoten. Bij het eind van de straalpijjp is |een dot werk aangebracht, 'dat in petroleum gedoopt -en aangestoken wordt, om den uittred enden( vloeistofstraal te doen vlam vatten. De; vlam reikt tot 15 meter en verder, ien heeft door de intense verbranding iaën! hoog© temperatuur. Verbrandt de vloeistof niet geheel, wat ,wel kan gebéuren, dan vallfen de druppels toch brandend rondom. Daar het toestel niet speciaal voor den in 1908 nog niet zoo gebruikelijken loop gravenoorlog uitgevonden is, geeft Fiedler er ook nog -andere bestemmingen voolr, op, en noemt de Matin het dan ook voor „militair en| ander gebruik" geschikt. Toch zal het snel en grondig in brand steken van houten bruggen, woningen en terrein- voorwerpen die men wil opruimen, als mede het geven van signalen, waai" het ook voor geschikt is, wel meer tot „mi litair" gebruik dan tot de Werken des! vredes toeh ooren. Als signaal-inrichting kan men het toe stel gebruiken door de vlam telkens van grootte en richting te doen wisselen, wat even gemakkelijk gaat -als het bedienen! van een tuinsproeier, maar men kan ook verder gaan en de vlam beurtelings rood, groen, blauw, enz. kleuren. Dit gebeurt door de als kleurend bestanddeel Van Bengaalsch vuur welbekende stoffen: tsrontiumnitraat voor rood, barium nitraat voor groen, zwavel voor Mauw, enz. in de vlam te brengen. Het zwavel-toevoegen kan trouwens ook met een rechtstreeks militaire bedoeling) gebeuren, n.l. om zwavelig zuurgas tje» ontwikkelen, dat (de oogen en ademhalings organen zóó kan prikkelen, dat het hen, die aan de vlam ontsnappen, toch nog buiten gevecht stelt. Fiedler's overwe ging bijl het* opnoemen v,an dit voordeel van zijln toestel is als parodie op de „humaniseering" van den oorlog de moeite waard. Hij constateert, dat men met 't ge VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.2S Losse nummers0.06 Prijs der Advertentiën 15 regels /"0.50, iedere regel meer 10 ct. 8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels /I. iedere regel meer 10 ct. biuik van zwavelig'zuurgas de grenzen van 't geoorloofde niet overschrijdt, enj terecht, vergiften zijn van oorlogsg-elbruib uitgesloten, bedwelmende of hinderlijke gassen niet. Zooals men ziet, verbiedt niets ons den tegenstander gruwzaam! levend te verbranden, mits de kans op een vrijtwel pijinloozen dood door vergif tig gas daarbij buitengesloten zij. Ook te water kan de vuurstrijd -uitge vochten worden, als de brandstof maar lichter is dan water, zoodat ze omhoog stijgt (uit de onder water klaar liggende straal pijp en, boven water gekomen vlam vat. De ontsteking 'wordt in zoo'n geval tot (stand gebracht door een stof, die met water een vlam geeft, aan den mond der straalpïjp aan te brengen, bijv. een tus schen caoutchouc-membranen aangebracht stukje kalium of natrium of phosphorcal- cium. De uittredende vloeistof drift clit weg, ha- het membraan gescheurd te heb ben, het natrium of phosphorcalcdum stijgt door 't water op, ontbrandt aan de oppervlakte en ontsteekt de nakomende! vloeistofmassa. Zeker zal het in menig géval een geducht strijdmiddel zijn, als men er -ook het wateroppervlak plotseling in een vlammenzee mee verandert. Een Russische loopgraaf. Een Duitsch soldaat schrijft in de „El- binger Ztg." Wij liggen sedert eenige dagen in een verlaten Russische loopgraaf. Het is nau welijks (mogelijk den indruk te beschrijven, die deze versterking op ons maakt. Men: gevoelt zich als in een onde-raardsche stad, die met ontzaggelijken arbeid in! den grond uitgegraven is. Een wirwar van gangen en dwarsgangea ligt (kilometers ver, wanneer men tusschen) de grauwe, leemkleurige wanden loopt, verdwaalt men gemakkelijk. De gehieiele indruk is benauwend, men voelt zich als omstrengeld door geheimzinnige armen, die hun prooi niet meer willen loslaten. Maar inen went zich ook hieraan; in de gangen zijn overal 'huisjes uitgegraven die als in een lange straat in rij'en staan. Ieder huisje is igesloten met leen zeildoek als deur; van boven stijgt er rook uit opdaarbinnen wordt gekookt. Vele va a die huisjes zijn ingestort; daar de dak balken hls brandhout gebruikt zijp. Z^l worden nog slechts als loopgraaf, of als afvalplaats gébruikt. Aan de zijde, die eenmaal ons front toegekeerd was, is een hoog© wal opge worpen, waarin schietgaten zijn, voor ieder gat is een verhoogde staanplaats voor Oen schutter. Overal vindt men da sporen van den strijd; langs de loopgraaf liggen doode kameraden, die men niet beegraven kon, met het oog op den steen- harden bodem overal liggen helmen, ransels, bajonettenen wat al meer. Maar de gangen verbergen ook gruwe lijke zaken. Men gaat door een dwarsgang, en ver wondert zich, dat zij op een plaats plot seling geheel vlak Wordt. Kijkt men nauw keuriger, dan ligt daar een hoop doode Russen, die te zamengevroren zijn tot één grauwen klomp. Slechts hier en daar herinnert een arm of hoofd, uit den harden bodem stekende, er (op, dat 'men letterlijk over lijken loopt. Een kameraad vindt in een zijgang een bru-inlederen handschoen en wil dien op rapen. Ontzet springt hij! terug; in den handschoen is een hand, en de hand be hoort tot een -arm, 'die vastgevroren is in Üen grond, waaronder het lichaam rust. 's Morgéns en 's middags is er een druk verkeer in de straten; dat is de tijd, dat de veldkeukens tot dichtbij de loopgraven komen, met eten en koffie. Ook toren- gen zij worst, 'spek, sigaren en alkohol in groote- hoeveelheden. Wij: lijden geen gebrek. Water is er weinig; en het weinigje grondwater idat in de kuilen bïjesnvloeif, is juist genoeg om er koffie, thee of groc van te koken! Korte Oorlogsberichten. Nieuwe Belgische troepen. De „Echo Belgé" verneemt uit La Havre dat Koning Albert een besluit heeft ge- teekend, waarMj- alle ongehuwde Redgeu en 'zij, die na den 15 November j.l. ge huwd zijn, in den leeftïjld van 18 tot 25 jaar -onder de wapenen worden ge roepen. De Regeering te Berlijn beeft die té Washington verzocht de Duitsche belan gen te KonstantinopeJ, te behartigen, indien de Bondgenooten de stad bezetten. Laatste reserves opgeroe pen. Oostenrijk roept thans zijn laatste reserves -op. Een proclamatie is uitge vaardigd, waarin alle mannen tusschen 38 en 42 jaar, die nimmer militair ge oefend werden, opgeroepen worden om! zich voor een geneeskundige beuring aan te melden. Binnen 48 uren moet de af-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1