Maandag 8 Maart 11115 29e «laargang No. 133 Uit de Pers. Feuiiieton. De Groot© Oorlog. Een Zendingslied van Ten Kate. IN EEN DUIKBOOT. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN f5E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan L© Cointre - Goes. li in (Fragment uit zijn „Schepping"). Gezegend door alle eeuwen henen 0 Gij, wiens werk ten einde spoedt! Breng door uw hemeJsch licht om- [schenen Den versten heiden aan Gods voet. Geen plek word' onbestraald gelaten Wiaar 't zand eens menschen tred ft j [verraadt Totdat, 0, Koning, in uw staten üe zonne niet meer ondergaat! Calvijn en de oorlog. In het weekblad „de Gereformeerde Kerk" vinden we het volgende stukje: hoe Calvijn over den oorlog dacht. Prof. Doumergue heeft de moeit© geno men om verschillende uitlatingen van Cal vijn over den oorlog tot een gteheel te maken en schrijft dan hei volgende: „Het leven van den mensch is „Gode dierbaar". Wij moeten dan ook „een af schrik hebben van alle bloedvergieten". „Ook als er maar één mensch wordt gedood, dan is toch helaas een mensch, geschapen naar .Gods beeld, gevallen. Maar als men er toe komt, een gansohe menigte te dooden, als het' aantal wedu wen en weezen vermenigvuldigd wordt, dan schijnt het wel alsof „de. wereld te gronde gericht moet worden." Het is door de zonde der menschen, dat de „natuurlijke orde (n.l. de vrede) aldus wordt verstoord." „Die gruwel ge schiedt alleen door de boosheid der men schen". Bijgevolg z;ijn alle aanvallende oorlogen verboden. De grenzen der landen zijn „hei lig" evenals de grenzen der akkers, en, een land „aanvallen" is niet slechts „strij den tegen de menschheid, maar tegen den levenden God." Daarentegen is het geoorloofd, dat een volle het zwaard trekt „voor de verdedi ging' van zijin land, wanneer het wordt aangevallen;om hen te verjagen, die het grondgebied van een ander, waarop ze niet 't minste recht hebben, bezetten, en „er plundering en moord begaan." Dan kan mpn zeggen, dat de oorlog rechtvaardig is; dat hij bevolen wordt door Gods Geest; dat God hem wil. Er is geen rechtvaardige oorlog, waarvan God niet de bewerker zou zijn, waar bij zijn Heilige Geest onze beraadslagin gen niet z,ou leiden." En dezen rechtvaardigen oorlog' moet men ook rechtvaardig voeren. Onze da den moeten zich kenmerken door „zulk een1 ^humaniteit", dat men go©! Ziet, „dat wij allen broeders zijn", want, „wie de mensch ook zij, hij is gemaakt naar Gods beeld;" en „wij moeten medelijden heb ben met hen, die ons yleesch en onze beenderen zijin, en die hot teeken van on zen God dragen, van Hem, die ons al len naar zijn g'elijkenis heeft geschapen." „Bijgevolg: „Geen plundering oflj Ver woesting, noch afpersing". God gaf den Israëlieten bevel in den oorlog, het wa In de Duitsche pers geeft Otto von Gottberg een schildering van het uitvaren van een duikboot. De U 47 gereed maken voor cle langst mogelijke vaart! Zoo luidt het hevel, dat de kapitein van de duikboot ontvangt, als hij s morgens om zeven uur op de werf komt. Van de oude korvet, die de be manning: der duikbooten na hun ver moeiende tochten tot een aangename ka zerne dient, ziet de kapitein-luitenant zijn manschappen aankomen. De roep houdt stil op het steenen hoofd, waaraan het slanke grijze vaartuig met het zwarte nummer 47 gemeerd ligt. Uit de boot komen er nog mannen hij. Eindelijk dus! zoo begint de kapitein. Over- dertig gezichten gaat een glimlach. De boot had tot nu toe slechts proef tochten gedaan en was op de werf nog eens voor de vuurproef nagezien. De uren voor het vertrek zijin kostbaar. Men moet zooveel voorraad laden voor ma- chanes en menschen als het schip bergen kan. De commandant gaat met zijn beide officieren aan boord. Een matroos geeft hun een pak werk, waarmee men in een duikboot altijd rondloopt, omdat men na iedere aanraking van de olie druipende! wanden, deuren en trappen de vingteirs moet afdrogen. De deuren zijn nauwe, ronde gaten. Door een gat op 't achterschip klimt kapitein langs een smalle loodrecht© tporen ladder in de diepte, die ©lectrisch ter, dat zij dronken, te koopen. Hoeveel te meer moet men dan „wijn en spijs" betalen? En wat tje zeggen van de ra zernij der legers, om levenlooze dingen te vernielen, de natuur, „alles wat tot onderhoud van het volk dient?" „Boo- men en huizen en dergelijke zaken te vernielen", is „monsterachtig" het maakt den mensch „deze aarde, die ons voedt, onwaardig;" dat is oorlog' voeren tegen God ,die alles heeft geschapen. „De ak kers in brand zetten is erger dan iemand de keel afsnijden. Want wat zullen de arme inwoners beginnen, als de akkers tien mijlen ver verwoest zijn? Zij' moeten sterven van honger onder struiken en heggen. Het zou barmhartiger zijn hen ineens te villen." Kortom er bestaat in den oorlog veel „gelegenheid" om kwaad te verrichten, groot is „de verleiding en de verzoe king daartoe. Zooveel te meer moet men dan ook alle krachten inspannen, „om zich te hoeden voor alle slechte da den". „Als gij ten oorlog trekt, ziegt God, bedenkt dat u niet meer zal vergeven worden, dan wanneer gij' in uw huizen waart. Want het is uw plicht te strij den onder Mijn vaandel en Mij te er kennen als uw Meester." Dan leidt die Meester u ter overwin ning. Jfij dunkt, het kon geen kwaad als alle strijdvoerende partijen deze regelen eens onder de oogen kregen. Puur willekeur. De „Standaard" driestart: Al meer gaat het goed en deugdelijk recht der neutrale landen in pure wille keur onder. Groot-Brittanje en Frankrijk zien er schending van geen enkel recht in, dat hun uit het neutral© land van overzee, met name uit Argentinië en uit de Ver- eenigde Staten, volop en in overvloedige mate, al wat hun hart maar hegieeren kan, wordt toegevoerd. Het doet er niet toe, of 't artikelen van weel tie of van nood zaak, grondstoffen of bewerkte artikelen zijn, of ze voor voeding dan wel voor kleeding' moeten dienen, en liefst zielfs| zien 'zei in hun haven de schepen binnen vallen, die wapentuig: of stof voor wapen tuig aanbrengen. Nederland daarentegen, dat even neu traal is als Argentinië of de Unie mag onder zijin neutrale vlag niets laten door gaan, dan wat Engeland goedkeurt. Al wat tot contrabande is gestempeld, wordt buitengesloten, en c.q. geconfisqueerdEn de lijtet, van wat als! contrabande zal wor den .aangemerkt, ondergaat per week ver lenging en uitbreiding. Zelf in ons eigen land en voor onze eigen behoeften zullen we nu in den in-- voer geheel onvrij worden, tenzij1 we ten- genoege van de Engelsche regeering heb ben aangetoond, dat 't uitsluitend voor ons zal dienen, en dat er geen speld en geen stroohalm van over de Oostergren- zen gaat. Zoo is onze handel geheel aan Engel sche willekeur overgegeven. Reeds in den beginne maakte dit zeer ernstige inbreuk op onze vrijheid. Sinds! verlicht is. De lucht is door de olie .zoo zwaar en dik, dat zij landrotten op de longen drukt, ofschoon het luik open staat. Aan boord ademt men die in als zuivere ozon. Ook als alle spleten gesloten zijn, doet hier achter ia de machinekamer een groep haar dienst met inspanning va|n alle zenuwen, omdat de mannen weten, dat slaperigheid of een misgreep dertig menschen het .'leven kan kosten. Voort durend door hen aangestooten slaapt in de hangmatten een gelijk aantal matrozen, die zich niet laten storen door het geraas van de machines. Iedere 'ploeg werkt vier uur. De ruimte is ongeveer drie metfiöj lang en is zoo smal, dat een man van middelmatige lengte met beide handen de zijwanden raakt, als hij zijn armen islechts half uitstrekt. Een net van geleidingsdra den, een warwinkel van hefboomen, hand vatten en instrumenten draagt het holle dekblad van de grijze sigaar. De kapitein onderzoekt alles en wringt zich door het gat in den voorwand van de kommandantsplaats. Daar doet onder de vaart de leidende ingenieur een veel- zijidigen dienst. Met weinig personeel moet hij buitengewoon ingewikkelde machines bedienen en vaak herstellingen doen, waar van het bestaan van schip en bemanning afhangen. In den toren laat nu de kapitein weer zijn onderzoekende vingers over alle hef boomen en handvatten gaan. Het op en neer gaan van de periskoop wordt be proefd. Door het torenluik, waarvan het deksel hij1 het duiken het laatst gesloten wordt, komt Üe kapitein op de kleine brug, een driehoek, die onderweg hem, den wachthebhenden officier en den man aan het roer plaats biedt. Twee nachten lang is die inbreuk hand over hand toegeno men. En nu we eindelijk dachten er te zijn, en ons hierop gingen inrichten, daar kwam in de represaille die Engeland tegenover Duitsehland neemt, nieuw onge rief, en komen we ten leste voor ©en positie als waren we onder het protec toraat van wie oorlog voert, geplaatst. Natuurlijk geschiedt dit niet, om ons te kwellen. We gelooven zelfs gaarne, dat men in Londen mns liefst alle leed en ongerief hesparen zou. Alleen maar wei liggen aan Duitsehland. Duitsehland om grenst ons. Dus kunnen wij. naar Duitseh land uitvoeren. En dat moet, wat 't ook koste, ons 'belet. Doch juist hier schuilt dan ook het geweld dat onze neutraliteit wordt aan gedaan. We zijn neutraal, en neutraal kan he teeken en, dat wij geroepen zijd con- troleursdienst ten laste van wien ook te verrichten Van recht spreken we nu niet eens, maar zelfs de billijkheid wordt al lengs in willekeur verzaakt. Wlat begint vast te sta an{ Over de vraag aldus De Rotter- cl a m m e r, waaraan dit is ontleend wie het op den oorlog heeft aangestuurd, wie deze vneieselijke worsteling: heeft ge wild, zijn nog altijd de meeningen zeer verdeeld en dat verschil van meening zal ook wel blijven. Generaal A. J. Prins heeft het nu ech ter in het „Vaderland" over- de bewe ring van generaal Von Falkemhayn, den chef van den Duitsehen Generalen Staf, dat het is een oorlog van zelfverdediging, aan Duitsehland opgedrongen door de Russische mobilisatie. Zag ,óok hij in den aanvang dit geens zins in en werd 'hij: in die gedachte on willekeurig versterkt door den onsympa- t'hieken inval in België, het wil hem nu toch voorkomen, dat de loop Van de krijgsverrichtingen de juistheid van Von Falkenhayn's uitspraak vrijwel heeft aan getoond. „Immers zoo schrijft Generaal Prins waardoor is de oorlog nog onbeslist? Waaraan hebben de. Duitscbers hun te rugslag van de Marne naar de Aisne te wijten? Waaraan is het toe tè schrij ven, dat zij niet overeenkomstig het aan valsplan met Frankrijk konden afreke nen, vóór tegen de Russen hunne strijd krachten te moeten versterken? Waar aan anders dan aan het feit, dat Rus land vóór het uitbreken Van den oorlog reeds sedert ©enige weken met de mobili satie was aangevangen; dat het alzoo eer der een grootere macht in Posen zou kunnen werpen, dan waarop de Duit scbers bij het atgeuneene operatieplan hadden gerekend: dat het daardoor meer en meer Duits ch grondgebied zou kun nen vermeesteren, Berlijn bedreigende, en dat, als gevolg van dien, Duitsch© korp sen uit Frankrijk ter hulpe naar het Oos ten moesten worden gezonden, vroieger dan het geval zou geweest zijn, als de Keizer eerder den oorlog had verklaard. „Duitsehland kon alzoo, zoo lang Rus kan de bemanning nog langer dan ge woonlijk slapen. Dan wordt de kapitein- luitenant hij: den flotillechef ontboden en krijgt hij! hevel den volgenden morgen uit tè loopen. Den volgenden morgen om zeven uur komt hij! aan boord. Zijn stem roept dertig man hijeen. Zijin oppasser geeft liem jas en broek van zwart leer met Wol gevoerd. Kort 'daarna worden de touwen "los ge gooid. De matrozen verdwijnen onder dek. Ook de drie mannen op de bruggaan voor een poosje in den toren, die nu be spoel d wordt door het water van de bui tenhaven. De kapitein laat zijn eend voor de laatste maal proef duiken. Hij' voelt, dat hij haar volkomen in zijn macht heeft en klimt dan weer op de brug. De zeegang neemt,,toe. Stampend gaat de U 47 het vuurschip' voorbij. Nu wordt het oppassen voor de officieren. Al dunrt de tocht ook twee of drie dagen, zonder v.an kloeren te verwisselen en zonder; slaap moeten zij op hun post blijven en zich desnoods aan de brug laten vast hinden .als de zee onstuimig wordt. Voor den kommandant bestaat :er geen aflos sing. Hun eten krijgen zij! op de brug. Over flauwe soep hebben zij zich zelden te beklagen, omdat de Noordzee met het hartige schuim van haar golven er in spat. De commandant tracht juist zijn. hord recht te houden, als de man van de wacht bakboord vooruit een rookwolk rapporteert. Het hord vliegt uit de hand. Een hevel van den kapitein en de sig- naalklokken gaan binnen in het schip, waar de manschappen in haastige bewe ging komen. Het werk van de handen daar heneden laat klokkend het zeewater land bleef mobiliseer©®., het bekende eind voorstel au Engeland tot het houden van een conferentie, niet zonder geVaar, aannemen. Zelf mohiliseeren kon daar tegen niet opwegen, want juist in de grootere snelheid waarmede dit verge lijkenderwijze kon plaats hebben, lag Duitse hland's kracht tegen de overmacht. Dat voordeel mocht niet worden prijs gegeven, zooals bij inwilliging van het voorstel, waarbij Rusland nog Verder kon mohiliseeren, zou zijn geschied. Wij gaan dan -ook thans, op grond der krijgsgebeur- tenissen, geheel ac,coord met helgeefn de Generaal Von Falkemhayn ons dienaan gaande verklaart". Hier heeft men dus een geheel op mi litaire gronden berustend oordeel, dat Duitsehland, hoewel de aanvaller, toch de verdedigende partij' is in dezien oor log. Beknopt overzicht van den toestand. Aller aandacht is op de Dardanellen geconcentreerd. Indertijd heeft men in de Mohamme- daansohe wereld do onderneming tegen deze zeestraat niet al te ernstig opge nomen. Thans denkt men er echter anders over. „Het Vaderland" herinnert er in z,'n overzicht ook aan: „Overal, vanwaar de Turken nu en dan nog eens iels van zich lieten hoeren, heerso'ht nu de stilte der verbazing. In den Kaukasus worden geen zege pralen meer bevochten; aan het Suezka- naal is alle-s stil; uit Sjatt el Arab ko men geen berichten meer van Turkscho gevechten tegen anderhalven Engelsch- man; zelfs de roofzieke Koerden in Noord- Perzië en de eerwaarde Sjeik der Senoessi in Tripplitanië schijnen in stilzwijgende nieuwsgierigheid toe te zien, wat er ge beuren zal op het punt, dat als het ware de sluitsteen van Europeesch Turkije is." En wat zien we gebeuren met dezen merkwaardigen sluitsteen? De onderne ming gaat slachts langzaam in haar werk. Wegens gebrek aan feitenmateriaal is het schier ondoenlijk een aaneengescha keld verhaal te geven, van wat zich tot dusver voor de Dardanellen heeft afge speeld. Uit het bericht, dat drie Engelsche tor- pedovemieters de Dardanellen voorbijvoe ren, mag worden opgemaakt, dat het voor ste gedeelte van de zeeëïigte vrij is. Zij vonden de daar gelegen dorpen ontruimd. Doch daarmede is het pleit nog niet be slecht. Allerminst mag hieruit opge maakt, dat de geallieerden nu naar wil lekeur troepen kunnen landen. Volgens berichten uit Konstantinopel zijn de landingstroepen op twee punten, n.l. te Seddul Bahr, links van den in gang en te Kum Kalissa, rechts daar van, verijdeld met groote verliezen voor de ondernemers. 'tls duidelijk, dat de Fransch-Engelsche vloot er zóó niet komt. De „terreinmoei in de hallast-tanks stroomen. Snel gaan de drie mannen op de brug in den toren, die in het water wegzinkt en slechts de periskoop 'steekt hoven de golven uit. Door de periskoop zoekt de kapitein den horizon af, die nu nauwer dan te voren om zijn scheepje ligt. Hij! moet het schip afwachten, want men mag' zich niet verraden. De vreemdeling kon ©en vijan delijk of een neutraal schip' zijin 'en in heide 'gevallen misschien draadloos me- dedeeling doen. van zijn ontmoeting met een Duitsehen duikboot. Dan zouden alle vijandelijke schepen uit den weg gaan. Onder het wachten opent de kapitein het stalen luik van een torenvenster. Als een lichte smaragd glinstert 'het dikke glas. Groenig blauw dringt er licht in den toren, zooals men in menige druipsteen grot ziet. Door het venster ziet hij een Gods-aquarium. Ronde kwallen, plat als een hord, .andere als een vingerhoed ge bogen slepen draden op1 en neer. Visschen klein en 'groot, slank en plomp, glijden voorhij, schieten in een vlugge wending, verschrikt terzijde of staren dom en bru taal met open verbaasden bek uit groote oogen in het venster van het langzaam en zonder schommelen varende scheepje. Het schip, rapporteert de man op de wacht, is een Hollander. De kapitein kijkt door de periskoop. Een draadloos toestel heeft de vreemdeling niet en hij' iis op weg naar het vasteland. De U 47 kan dus weer voor den dag komen. Boven water is door de grootere snelheid ook zij'n ope ratiegebied grooter. Het onderduiken ver traagt de vaart en verbruikt electrisches kracht. Deze dient echter vooral voor den strijd. Daarom zij'n «ze duikbooten er zoo zuinig mogelijk mee. De bemanning VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.2» Losse nummers„0.06 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct„ 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. lijkheden" heeft men al^ te zeer onder schat. Vermoedelijk komt er echter verster king. Uit Marseille is athans een eskader van 11 transportschepen met 2000 man troepen en veel oorlogsmateriaal vertrok ken, begeleid door nog' 7 dergelijke sche pen, terwijl een tweede transport van ge lijke sterkte te Toulon gereed ligt. Waar schijnlijk heeft dit bericht betrekking ,op de Dardanellen. Dat 't laatste schot in de Dardanellen is, gevallen, is niet aan te ne men. Van het Westelijk oorlogsterrein is zoo goed als niets te vermelden. Men zit er als het ware achter twee parallel loopende dijken tegenover elkan der en maar zelden is de vijand uit z'n loopgraaf te lokken. En komt hij' er uit, dan blijft het ge woonlijk bij een korte schermutseling en de verovering van eenige meters loopgraaf. Doch de frontlinie' is sinds verscheidene weken hoegenaamd niets veranderd. En sedert de laatste dagen ook "die in het Oosten' niet. Wacht men er misschien op hulp via de Dardanellen? Aan de B-. Z. am M. wordt gemeld Berichten uit Petrograd doen zien, dat de Duitscbers in drie kolonnes tegen War schau oprukken, noordelijk van Osso- wiec, van Prasnisch en van Plozk. De oorlogscorrespondenten wijzer er op dat do ver-bitterde gevechten bij Bodsanof eveneens toonen, hoe krachtig de Duit sche opmarsch is. Ossowiec is wel is waar zieer verdekt, maar een hardnekkig© strijd om het bezit er van mag wor den verwacht. Men meldt, dat over het geheele front en met name in de Karpathen weder geweldig veel sneeuw viel. De dikke laag sneeuw en de voortdurende dichte sneeuw jacht, die het uitzicht belet, maken elke militaire actie onmogelijk. Zelfs, Waar de beide fronten elkander diciht naderen, [ver hindert het weer den strijd, Zoodat "het de laatste dagen langs de geheele linie rustig was. Vooral in de Karpathen doet het weer zich onaangenaam gevoelen. Hier is bo vendien op de hoogten veel sneeuw blij ven liggen, zioodat hier op het oogen- blik elke troepenbeweging onmogelijk is. Keizer Wilhelm. In de Revue des Deux Momdes schrijft baron Be'yens, vroeger gezant van België te 'Berlijn, een studie over den keizer. Wij ontleenen er het volgende aan: Voorzeker, de keizer is een begaafd;, verstandig' en ontwikkeld mensch, maar men krijgt toch dikwijls, bij een gesprek met hem den indruk, dat hij! 'slechts een oppervlakkige kennis bezit van de onder werpen, Waarover hij graag spreekt. Zijn 'zelfvertrouwen heeft de medewer king van een hoogstaand en onafhankelijk persoon bijl de regeering steeds ondrage lijk 'gemaakt (schrijver herinnert aan Bis marck enz.) Voor de rijkskanseliers was regeepeuj niet voorzien, maar den wil uitvoeren van een veranderlijk en wilsvast meester. Frankrijk is in 's keizers oog' altijd de hooMvijiand geweest. De gedachte zich met lijdt kou om de elecrtische kachels niet te gebruiken. De ledematen zijn stijf en de tanden klapperen, maar het kacheltje mag geen electriciteit gebruikten. Twee en een haf ven dag 'en twee nach ten duurt de vaart. Een drijvende mijn wordt ontdekt en ter wille van de vreed zame scheepvaart met een machinegeweer onschadelijk gemaakt. Dan wordt het avond. De commandant is vermoeid. De ballast-tanks worden gevuld en het schip legt zich in een zandige wieg, om uit te slapen. Ook de manschappen hebben het noodig na den harden dienst, ofschoon er de hand aan gehouden wordt, dat de helft die vrij van wacht is, zich in de kooi te slapen legt. Een slapend mensch gebruikt minder zuurstof dan als hij wakker is. De behoefte aan afleiding' doet echter ook zijn rechten gelden. De gramofoon knarst, misschien maakt zelfs het orkest aan boord muziek. Instrumenten zijn er van allerlei soort. Want tusschen de lippen1 van een matroos wordt een oude haarkam en 'een blad closet-papier tot een bruik bare mondharmonica. Tegenwoordig geeft men van tijd tot tijd de bemanning gelegenheid om door did periskoop te zien. Vooral als men leien, schip getroffen heeft. De commandant van een der duikbooten 'had namelijk een matroos, die naar de reserve over ging, gevraagd of hij nog iets wenschte op zijn laatste dagvaart. De matroos haid toen. den wensch uitgesproken voor hij het schip verliet eens >een enkele maal dooi de periskoop de oppervlakte van het water te Zien. Toen dit geval ihekend wterd, nam menig kapitein zich dit ter harte, zoodat de matrozen nu niet meer steeds blind onder water blijlven.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1