Maandag 8 Maart 11115 29e «laargang
No. 133
Uit de Pers.
Feuiiieton.
De Groot© Oorlog.
Een Zendingslied van Ten Kate.
IN EEN DUIKBOOT.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN f5E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan L© Cointre - Goes.
li in
(Fragment uit zijn „Schepping").
Gezegend door alle eeuwen henen
0 Gij, wiens werk ten einde spoedt!
Breng door uw hemeJsch licht om-
[schenen
Den versten heiden aan Gods voet.
Geen plek word' onbestraald gelaten
Wiaar 't zand eens menschen tred
ft j [verraadt
Totdat, 0, Koning, in uw staten
üe zonne niet meer ondergaat!
Calvijn en de oorlog.
In het weekblad „de Gereformeerde
Kerk" vinden we het volgende stukje:
hoe Calvijn over den oorlog dacht.
Prof. Doumergue heeft de moeit© geno
men om verschillende uitlatingen van Cal
vijn over den oorlog tot een gteheel te
maken en schrijft dan hei volgende:
„Het leven van den mensch is „Gode
dierbaar". Wij moeten dan ook „een af
schrik hebben van alle bloedvergieten".
„Ook als er maar één mensch wordt
gedood, dan is toch helaas een mensch,
geschapen naar .Gods beeld, gevallen.
Maar als men er toe komt, een gansohe
menigte te dooden, als het' aantal wedu
wen en weezen vermenigvuldigd wordt,
dan schijnt het wel alsof „de. wereld te
gronde gericht moet worden."
Het is door de zonde der menschen,
dat de „natuurlijke orde (n.l. de vrede)
aldus wordt verstoord." „Die gruwel ge
schiedt alleen door de boosheid der men
schen".
Bijgevolg z;ijn alle aanvallende oorlogen
verboden. De grenzen der landen zijn „hei
lig" evenals de grenzen der akkers, en,
een land „aanvallen" is niet slechts „strij
den tegen de menschheid, maar tegen
den levenden God."
Daarentegen is het geoorloofd, dat een
volle het zwaard trekt „voor de verdedi
ging' van zijin land, wanneer het wordt
aangevallen;om hen te verjagen,
die het grondgebied van een ander, waarop
ze niet 't minste recht hebben, bezetten,
en „er plundering en moord begaan."
Dan kan mpn zeggen, dat de oorlog
rechtvaardig is; dat hij bevolen wordt
door Gods Geest; dat God hem wil. Er
is geen rechtvaardige oorlog, waarvan
God niet de bewerker zou zijn, waar
bij zijn Heilige Geest onze beraadslagin
gen niet z,ou leiden."
En dezen rechtvaardigen oorlog' moet
men ook rechtvaardig voeren. Onze da
den moeten zich kenmerken door „zulk
een1 ^humaniteit", dat men go©! Ziet, „dat
wij allen broeders zijn", want, „wie de
mensch ook zij, hij is gemaakt naar Gods
beeld;" en „wij moeten medelijden heb
ben met hen, die ons yleesch en onze
beenderen zijin, en die hot teeken van on
zen God dragen, van Hem, die ons al
len naar zijn g'elijkenis heeft geschapen."
„Bijgevolg: „Geen plundering oflj Ver
woesting, noch afpersing". God gaf den
Israëlieten bevel in den oorlog, het wa
In de Duitsche pers geeft Otto von
Gottberg een schildering van het uitvaren
van een duikboot.
De U 47 gereed maken voor cle langst
mogelijke vaart! Zoo luidt het hevel, dat
de kapitein van de duikboot ontvangt, als
hij s morgens om zeven uur op de werf
komt. Van de oude korvet, die de be
manning: der duikbooten na hun ver
moeiende tochten tot een aangename ka
zerne dient, ziet de kapitein-luitenant
zijn manschappen aankomen. De roep
houdt stil op het steenen hoofd, waaraan
het slanke grijze vaartuig met het zwarte
nummer 47 gemeerd ligt. Uit de boot
komen er nog mannen hij.
Eindelijk dus! zoo begint de kapitein.
Over- dertig gezichten gaat een glimlach.
De boot had tot nu toe slechts proef
tochten gedaan en was op de werf nog
eens voor de vuurproef nagezien. De
uren voor het vertrek zijin kostbaar. Men
moet zooveel voorraad laden voor ma-
chanes en menschen als het schip bergen
kan. De commandant gaat met zijn beide
officieren aan boord. Een matroos geeft
hun een pak werk, waarmee men in een
duikboot altijd rondloopt, omdat men na
iedere aanraking van de olie druipende!
wanden, deuren en trappen de vingteirs
moet afdrogen. De deuren zijn nauwe,
ronde gaten.
Door een gat op 't achterschip klimt
kapitein langs een smalle loodrecht©
tporen ladder in de diepte, die ©lectrisch
ter, dat zij dronken, te koopen. Hoeveel
te meer moet men dan „wijn en spijs"
betalen? En wat tje zeggen van de ra
zernij der legers, om levenlooze dingen
te vernielen, de natuur, „alles wat tot
onderhoud van het volk dient?" „Boo-
men en huizen en dergelijke zaken te
vernielen", is „monsterachtig" het maakt
den mensch „deze aarde, die ons voedt,
onwaardig;" dat is oorlog' voeren tegen
God ,die alles heeft geschapen. „De ak
kers in brand zetten is erger dan iemand
de keel afsnijden. Want wat zullen de
arme inwoners beginnen, als de akkers
tien mijlen ver verwoest zijn? Zij' moeten
sterven van honger onder struiken en
heggen. Het zou barmhartiger zijn hen
ineens te villen."
Kortom er bestaat in den oorlog veel
„gelegenheid" om kwaad te verrichten,
groot is „de verleiding en de verzoe
king daartoe. Zooveel te meer moet men
dan ook alle krachten inspannen, „om
zich te hoeden voor alle slechte da
den". „Als gij ten oorlog trekt, ziegt God,
bedenkt dat u niet meer zal vergeven
worden, dan wanneer gij' in uw huizen
waart. Want het is uw plicht te strij
den onder Mijn vaandel en Mij te er
kennen als uw Meester."
Dan leidt die Meester u ter overwin
ning.
Jfij dunkt, het kon geen kwaad als
alle strijdvoerende partijen deze regelen
eens onder de oogen kregen.
Puur willekeur.
De „Standaard" driestart:
Al meer gaat het goed en deugdelijk
recht der neutrale landen in pure wille
keur onder.
Groot-Brittanje en Frankrijk zien er
schending van geen enkel recht in, dat
hun uit het neutral© land van overzee,
met name uit Argentinië en uit de Ver-
eenigde Staten, volop en in overvloedige
mate, al wat hun hart maar hegieeren kan,
wordt toegevoerd. Het doet er niet toe,
of 't artikelen van weel tie of van nood
zaak, grondstoffen of bewerkte artikelen
zijn, of ze voor voeding dan wel voor
kleeding' moeten dienen, en liefst zielfs|
zien 'zei in hun haven de schepen binnen
vallen, die wapentuig: of stof voor wapen
tuig aanbrengen.
Nederland daarentegen, dat even neu
traal is als Argentinië of de Unie mag
onder zijin neutrale vlag niets laten door
gaan, dan wat Engeland goedkeurt. Al
wat tot contrabande is gestempeld, wordt
buitengesloten, en c.q. geconfisqueerdEn
de lijtet, van wat als! contrabande zal wor
den .aangemerkt, ondergaat per week ver
lenging en uitbreiding.
Zelf in ons eigen land en voor onze
eigen behoeften zullen we nu in den in--
voer geheel onvrij worden, tenzij1 we ten-
genoege van de Engelsche regeering heb
ben aangetoond, dat 't uitsluitend voor
ons zal dienen, en dat er geen speld en
geen stroohalm van over de Oostergren-
zen gaat.
Zoo is onze handel geheel aan Engel
sche willekeur overgegeven.
Reeds in den beginne maakte dit zeer
ernstige inbreuk op onze vrijheid. Sinds!
verlicht is. De lucht is door de olie .zoo
zwaar en dik, dat zij landrotten op de
longen drukt, ofschoon het luik open staat.
Aan boord ademt men die in als zuivere
ozon. Ook als alle spleten gesloten zijn,
doet hier achter ia de machinekamer een
groep haar dienst met inspanning va|n
alle zenuwen, omdat de mannen weten,
dat slaperigheid of een misgreep dertig
menschen het .'leven kan kosten. Voort
durend door hen aangestooten slaapt in
de hangmatten een gelijk aantal matrozen,
die zich niet laten storen door het geraas
van de machines. Iedere 'ploeg werkt vier
uur. De ruimte is ongeveer drie metfiöj
lang en is zoo smal, dat een man van
middelmatige lengte met beide handen de
zijwanden raakt, als hij zijn armen islechts
half uitstrekt. Een net van geleidingsdra
den, een warwinkel van hefboomen, hand
vatten en instrumenten draagt het holle
dekblad van de grijze sigaar.
De kapitein onderzoekt alles en wringt
zich door het gat in den voorwand van
de kommandantsplaats. Daar doet onder
de vaart de leidende ingenieur een veel-
zijidigen dienst. Met weinig personeel moet
hij buitengewoon ingewikkelde machines
bedienen en vaak herstellingen doen, waar
van het bestaan van schip en bemanning
afhangen.
In den toren laat nu de kapitein weer
zijn onderzoekende vingers over alle hef
boomen en handvatten gaan. Het op en
neer gaan van de periskoop wordt be
proefd. Door het torenluik, waarvan het
deksel hij1 het duiken het laatst gesloten
wordt, komt Üe kapitein op de kleine brug,
een driehoek, die onderweg hem, den
wachthebhenden officier en den man aan
het roer plaats biedt. Twee nachten lang
is die inbreuk hand over hand toegeno
men. En nu we eindelijk dachten er te
zijn, en ons hierop gingen inrichten, daar
kwam in de represaille die Engeland
tegenover Duitsehland neemt, nieuw onge
rief, en komen we ten leste voor ©en
positie als waren we onder het protec
toraat van wie oorlog voert, geplaatst.
Natuurlijk geschiedt dit niet, om ons te
kwellen. We gelooven zelfs gaarne, dat
men in Londen mns liefst alle leed en
ongerief hesparen zou. Alleen maar wei
liggen aan Duitsehland. Duitsehland om
grenst ons. Dus kunnen wij. naar Duitseh
land uitvoeren. En dat moet, wat 't ook
koste, ons 'belet.
Doch juist hier schuilt dan ook het
geweld dat onze neutraliteit wordt aan
gedaan.
We zijn neutraal, en neutraal kan
he teeken en, dat wij geroepen zijd con-
troleursdienst ten laste van wien ook te
verrichten
Van recht spreken we nu niet eens,
maar zelfs de billijkheid wordt al
lengs in willekeur verzaakt.
Wlat begint vast te sta an{
Over de vraag aldus De Rotter-
cl a m m e r, waaraan dit is ontleend
wie het op den oorlog heeft aangestuurd,
wie deze vneieselijke worsteling: heeft ge
wild, zijn nog altijd de meeningen zeer
verdeeld en dat verschil van meening
zal ook wel blijven.
Generaal A. J. Prins heeft het nu ech
ter in het „Vaderland" over- de bewe
ring van generaal Von Falkemhayn, den
chef van den Duitsehen Generalen Staf,
dat het is een oorlog van zelfverdediging,
aan Duitsehland opgedrongen door de
Russische mobilisatie.
Zag ,óok hij in den aanvang dit geens
zins in en werd 'hij: in die gedachte on
willekeurig versterkt door den onsympa-
t'hieken inval in België, het wil hem nu
toch voorkomen, dat de loop Van de
krijgsverrichtingen de juistheid van Von
Falkenhayn's uitspraak vrijwel heeft aan
getoond.
„Immers zoo schrijft Generaal Prins
waardoor is de oorlog nog onbeslist?
Waaraan hebben de. Duitscbers hun te
rugslag van de Marne naar de Aisne
te wijten? Waaraan is het toe tè schrij
ven, dat zij niet overeenkomstig het aan
valsplan met Frankrijk konden afreke
nen, vóór tegen de Russen hunne strijd
krachten te moeten versterken? Waar
aan anders dan aan het feit, dat Rus
land vóór het uitbreken Van den oorlog
reeds sedert ©enige weken met de mobili
satie was aangevangen; dat het alzoo eer
der een grootere macht in Posen zou
kunnen werpen, dan waarop de Duit
scbers bij het atgeuneene operatieplan
hadden gerekend: dat het daardoor meer
en meer Duits ch grondgebied zou kun
nen vermeesteren, Berlijn bedreigende, en
dat, als gevolg van dien, Duitsch© korp
sen uit Frankrijk ter hulpe naar het Oos
ten moesten worden gezonden, vroieger
dan het geval zou geweest zijn, als de
Keizer eerder den oorlog had verklaard.
„Duitsehland kon alzoo, zoo lang Rus
kan de bemanning nog langer dan ge
woonlijk slapen. Dan wordt de kapitein-
luitenant hij: den flotillechef ontboden en
krijgt hij! hevel den volgenden morgen uit
tè loopen.
Den volgenden morgen om zeven uur
komt hij! aan boord. Zijn stem roept dertig
man hijeen. Zijin oppasser geeft liem jas
en broek van zwart leer met Wol gevoerd.
Kort 'daarna worden de touwen "los ge
gooid. De matrozen verdwijnen onder dek.
Ook de drie mannen op de bruggaan
voor een poosje in den toren, die nu be
spoel d wordt door het water van de bui
tenhaven. De kapitein laat zijn eend voor
de laatste maal proef duiken. Hij' voelt,
dat hij haar volkomen in zijn macht heeft
en klimt dan weer op de brug.
De zeegang neemt,,toe. Stampend gaat
de U 47 het vuurschip' voorbij. Nu wordt
het oppassen voor de officieren. Al dunrt
de tocht ook twee of drie dagen, zonder
v.an kloeren te verwisselen en zonder;
slaap moeten zij op hun post blijven en
zich desnoods aan de brug laten vast
hinden .als de zee onstuimig wordt. Voor
den kommandant bestaat :er geen aflos
sing. Hun eten krijgen zij! op de brug.
Over flauwe soep hebben zij zich zelden
te beklagen, omdat de Noordzee met het
hartige schuim van haar golven er in
spat.
De commandant tracht juist zijn. hord
recht te houden, als de man van de
wacht bakboord vooruit een rookwolk
rapporteert. Het hord vliegt uit de hand.
Een hevel van den kapitein en de sig-
naalklokken gaan binnen in het schip,
waar de manschappen in haastige bewe
ging komen. Het werk van de handen
daar heneden laat klokkend het zeewater
land bleef mobiliseer©®., het bekende eind
voorstel au Engeland tot het houden
van een conferentie, niet zonder geVaar,
aannemen. Zelf mohiliseeren kon daar
tegen niet opwegen, want juist in de
grootere snelheid waarmede dit verge
lijkenderwijze kon plaats hebben, lag
Duitse hland's kracht tegen de overmacht.
Dat voordeel mocht niet worden prijs
gegeven, zooals bij inwilliging van het
voorstel, waarbij Rusland nog Verder kon
mohiliseeren, zou zijn geschied. Wij gaan
dan -ook thans, op grond der krijgsgebeur-
tenissen, geheel ac,coord met helgeefn de
Generaal Von Falkemhayn ons dienaan
gaande verklaart".
Hier heeft men dus een geheel op mi
litaire gronden berustend oordeel, dat
Duitsehland, hoewel de aanvaller, toch
de verdedigende partij' is in dezien oor
log.
Beknopt overzicht van den toestand.
Aller aandacht is op de Dardanellen
geconcentreerd.
Indertijd heeft men in de Mohamme-
daansohe wereld do onderneming tegen
deze zeestraat niet al te ernstig opge
nomen.
Thans denkt men er echter anders over.
„Het Vaderland" herinnert er in z,'n
overzicht ook aan: „Overal, vanwaar de
Turken nu en dan nog eens iels van
zich lieten hoeren, heerso'ht nu de stilte
der verbazing.
In den Kaukasus worden geen zege
pralen meer bevochten; aan het Suezka-
naal is alle-s stil; uit Sjatt el Arab ko
men geen berichten meer van Turkscho
gevechten tegen anderhalven Engelsch-
man; zelfs de roofzieke Koerden in Noord-
Perzië en de eerwaarde Sjeik der Senoessi
in Tripplitanië schijnen in stilzwijgende
nieuwsgierigheid toe te zien, wat er ge
beuren zal op het punt, dat als het ware
de sluitsteen van Europeesch Turkije is."
En wat zien we gebeuren met dezen
merkwaardigen sluitsteen? De onderne
ming gaat slachts langzaam in haar werk.
Wegens gebrek aan feitenmateriaal is
het schier ondoenlijk een aaneengescha
keld verhaal te geven, van wat zich tot
dusver voor de Dardanellen heeft afge
speeld.
Uit het bericht, dat drie Engelsche tor-
pedovemieters de Dardanellen voorbijvoe
ren, mag worden opgemaakt, dat het voor
ste gedeelte van de zeeëïigte vrij is. Zij
vonden de daar gelegen dorpen ontruimd.
Doch daarmede is het pleit nog niet be
slecht. Allerminst mag hieruit opge
maakt, dat de geallieerden nu naar wil
lekeur troepen kunnen landen.
Volgens berichten uit Konstantinopel
zijn de landingstroepen op twee punten,
n.l. te Seddul Bahr, links van den in
gang en te Kum Kalissa, rechts daar
van, verijdeld met groote verliezen voor
de ondernemers.
'tls duidelijk, dat de Fransch-Engelsche
vloot er zóó niet komt. De „terreinmoei
in de hallast-tanks stroomen. Snel gaan
de drie mannen op de brug in den toren,
die in het water wegzinkt en slechts de
periskoop 'steekt hoven de golven uit.
Door de periskoop zoekt de kapitein
den horizon af, die nu nauwer dan te
voren om zijn scheepje ligt. Hij! moet het
schip afwachten, want men mag' zich niet
verraden. De vreemdeling kon ©en vijan
delijk of een neutraal schip' zijin 'en in
heide 'gevallen misschien draadloos me-
dedeeling doen. van zijn ontmoeting met
een Duitsehen duikboot. Dan zouden alle
vijandelijke schepen uit den weg gaan.
Onder het wachten opent de kapitein het
stalen luik van een torenvenster. Als een
lichte smaragd glinstert 'het dikke glas.
Groenig blauw dringt er licht in den
toren, zooals men in menige druipsteen
grot ziet. Door het venster ziet hij een
Gods-aquarium. Ronde kwallen, plat als
een hord, .andere als een vingerhoed ge
bogen slepen draden op1 en neer. Visschen
klein en 'groot, slank en plomp, glijden
voorhij, schieten in een vlugge wending,
verschrikt terzijde of staren dom en bru
taal met open verbaasden bek uit groote
oogen in het venster van het langzaam
en zonder schommelen varende scheepje.
Het schip, rapporteert de man op de
wacht, is een Hollander. De kapitein kijkt
door de periskoop. Een draadloos toestel
heeft de vreemdeling niet en hij' iis op
weg naar het vasteland. De U 47 kan dus
weer voor den dag komen. Boven water is
door de grootere snelheid ook zij'n ope
ratiegebied grooter. Het onderduiken ver
traagt de vaart en verbruikt electrisches
kracht. Deze dient echter vooral voor den
strijd. Daarom zij'n «ze duikbooten er
zoo zuinig mogelijk mee. De bemanning
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG,
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.2»
Losse nummers„0.06
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct„
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
lijkheden" heeft men al^ te zeer onder
schat.
Vermoedelijk komt er echter verster
king. Uit Marseille is athans een eskader
van 11 transportschepen met 2000 man
troepen en veel oorlogsmateriaal vertrok
ken, begeleid door nog' 7 dergelijke sche
pen, terwijl een tweede transport van ge
lijke sterkte te Toulon gereed ligt. Waar
schijnlijk heeft dit bericht betrekking ,op
de Dardanellen. Dat 't laatste schot in de
Dardanellen is, gevallen, is niet aan te ne
men.
Van het Westelijk oorlogsterrein is zoo
goed als niets te vermelden.
Men zit er als het ware achter twee
parallel loopende dijken tegenover elkan
der en maar zelden is de vijand uit
z'n loopgraaf te lokken.
En komt hij' er uit, dan blijft het ge
woonlijk bij een korte schermutseling en
de verovering van eenige meters loopgraaf.
Doch de frontlinie' is sinds verscheidene
weken hoegenaamd niets veranderd.
En sedert de laatste dagen ook "die in
het Oosten' niet. Wacht men er misschien
op hulp via de Dardanellen?
Aan de B-. Z. am M. wordt gemeld
Berichten uit Petrograd doen zien, dat de
Duitscbers in drie kolonnes tegen War
schau oprukken, noordelijk van Osso-
wiec, van Prasnisch en van Plozk.
De oorlogscorrespondenten wijzer er op
dat do ver-bitterde gevechten bij Bodsanof
eveneens toonen, hoe krachtig de Duit
sche opmarsch is. Ossowiec is wel is
waar zieer verdekt, maar een hardnekkig©
strijd om het bezit er van mag wor
den verwacht.
Men meldt, dat over het geheele front
en met name in de Karpathen weder
geweldig veel sneeuw viel. De dikke laag
sneeuw en de voortdurende dichte sneeuw
jacht, die het uitzicht belet, maken elke
militaire actie onmogelijk. Zelfs, Waar de
beide fronten elkander diciht naderen, [ver
hindert het weer den strijd, Zoodat "het
de laatste dagen langs de geheele linie
rustig was.
Vooral in de Karpathen doet het weer
zich onaangenaam gevoelen. Hier is bo
vendien op de hoogten veel sneeuw blij
ven liggen, zioodat hier op het oogen-
blik elke troepenbeweging onmogelijk is.
Keizer Wilhelm.
In de Revue des Deux Momdes schrijft
baron Be'yens, vroeger gezant van België
te 'Berlijn, een studie over den keizer.
Wij ontleenen er het volgende aan:
Voorzeker, de keizer is een begaafd;,
verstandig' en ontwikkeld mensch, maar
men krijgt toch dikwijls, bij een gesprek
met hem den indruk, dat hij! 'slechts een
oppervlakkige kennis bezit van de onder
werpen, Waarover hij graag spreekt.
Zijn 'zelfvertrouwen heeft de medewer
king van een hoogstaand en onafhankelijk
persoon bijl de regeering steeds ondrage
lijk 'gemaakt (schrijver herinnert aan Bis
marck enz.)
Voor de rijkskanseliers was regeepeuj
niet voorzien, maar den wil uitvoeren van
een veranderlijk en wilsvast meester.
Frankrijk is in 's keizers oog' altijd de
hooMvijiand geweest. De gedachte zich met
lijdt kou om de elecrtische kachels niet te
gebruiken. De ledematen zijn stijf en de
tanden klapperen, maar het kacheltje mag
geen electriciteit gebruikten.
Twee en een haf ven dag 'en twee nach
ten duurt de vaart. Een drijvende mijn
wordt ontdekt en ter wille van de vreed
zame scheepvaart met een machinegeweer
onschadelijk gemaakt. Dan wordt het
avond. De commandant is vermoeid. De
ballast-tanks worden gevuld en het schip
legt zich in een zandige wieg, om uit te
slapen. Ook de manschappen hebben het
noodig na den harden dienst, ofschoon er
de hand aan gehouden wordt, dat de helft
die vrij van wacht is, zich in de kooi te
slapen legt. Een slapend mensch gebruikt
minder zuurstof dan als hij wakker is.
De behoefte aan afleiding' doet echter ook
zijn rechten gelden. De gramofoon knarst,
misschien maakt zelfs het orkest aan
boord muziek. Instrumenten zijn er van
allerlei soort. Want tusschen de lippen1
van een matroos wordt een oude haarkam
en 'een blad closet-papier tot een bruik
bare mondharmonica.
Tegenwoordig geeft men van tijd tot tijd
de bemanning gelegenheid om door did
periskoop te zien. Vooral als men leien,
schip getroffen heeft. De commandant van
een der duikbooten 'had namelijk een
matroos, die naar de reserve over ging,
gevraagd of hij nog iets wenschte op zijn
laatste dagvaart. De matroos haid toen.
den wensch uitgesproken voor hij het
schip verliet eens >een enkele maal dooi
de periskoop de oppervlakte van het
water te Zien. Toen dit geval ihekend wterd,
nam menig kapitein zich dit ter harte,
zoodat de matrozen nu niet meer steeds
blind onder water blijlven.