i\o. 120 Woensdag 3 Maart 1015 30e Jaargang is Oorlogvoerende HogsndMen. De Groote Oorlog. iog een Zendingsiied m Da Costa. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN 5E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRWIA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. Hagar. Het Vorige vei-s, hoewel rijk in gedach ten, rijst toch niet hoog in poëtische vlucht; de „gloed der Lybiaansehe stran den" ontbreekt, het is gesdltneven, niet gezongen, meer geweld uit 't hoofd dan uit 'thait! Doch uit da Costa's hart welde de Zen- dingsaang op in z;ijn „moeder Ismaëls". En hetzij gij met da Costa deze hop© koestert, hetzij gij twijfelt, of 'twiel waar lijk zoo beloofd is, hier blaakt een hei lig dichtvuur, hier is dichterlijke bezie ling] Zie daar da Costa, die schrijft met vuur, opspattend uit den diohtigloeid van zijn Oostersch, uit den geloofegloed van zijn Israëlitisch hart! Hij heeft ook U herdacht. O, zoon der dienstmaagd, U tot in uw [verst geslacht, de Aartsvader' als hij riep, voor God [in 'tstof gebogen: „Ach, dat ook Ismaël gena vinde in [Uw oogen on leve!" Heeft die God van Abrahams [gebed ooit d'ooren afgewend? Die tijden zijn [gezet, waarin ook Ismaël den schedel diep zal [buigen en van Zijns broeders eer, verrukt van [zin, getuigen., G'ontfingt, o, Salomon, van dien ver- [nieuwden zin een ecrstling uit. den mond van Söheba's [koningin Straks bracht Arabiën in Bethlems her derswoning Zijn wierook, mytfrhe en goud aan hooger [Vredekoning, o.ok dit een eerstling slechts van ruimer [heilverschiet, wanneer, om Jezus' 'naam en koninklijk [gebied te vieren, Slons stad van volkeren zal [weemlen ja van uw rammen mee, o Kedar, van [uw keemlen Nebajoth, Midian en Hefa! Welk een dag Waarop ook Ismaël met Iza'o hopen magl Wat tijden, vast .voorzegd, van groote [schuldvergeving van voor geheel deez aard volzaige her leving! Wen Israël zal zien, Wiens hart zijn hard heid brak, Wiens zijde 't met de speer van 't hei dendom doorstak; en dan den Christusmoord beschieten de aan Zijn voeten, zich uit dien eigen mond op eenmaal [hooren groeten als d'eengeboren weêr der volken; [wen zich daar voor d'eigen voetbank Gods ontmoeten [zal Barbaar en Griek, Romein en Parth, het Zuiden [en het Noorden en van don Ganges af tot Mississippi's [boorden -door elke natie, eiken tongval, elk geslacht met daverenden dank de lof wordt uit gebracht Verzoening! Vrede op aard! In menschen [welbehagen, 't besluit van d'eeuwigheid voor d'eeuwig- [heid voldragen. Lof zij den Vader! lof aan 'tonbevlekte Lam, dat even groot, zijn sterkte èn aflegde [èn hernam! En aan den Iieil'gen Geest, die d'aard [met heil haregent en uit de volheid Gods met levensstroo- [men zegent! Japan. II. (Slot.) Japan heeft Rusland bloedig doen hoe- ten van dien schandelijken roof. Het ge bruikte ongeveer tien jaren om zijn le ger en vloot zoodanig te verbeteren, dat het, klein maar dapper, den reuzenkolos met -succes kon bespringen. Die gelegen heid brak aan in 1904. De weigering van Rusland, om volgens gedane belofte, Mandsjoerije te ontruimen, en diens bru- tale poging om ook Korea te trekken binnen zijn invloedssfeer waren liet sein oni den oorlog te beginnen. Een ooflriog, tüe Rusland niets-dan smaad en neier- Hag bracht. Een nederlaag, die geheel Azië ontwaken deed, en tot het koesteren, van vredesidealen stemde. Bekwame staatslieden, in de school van Japans grooten staatsman-krijgsman Ito gevormd, stonden "den bekwamen Mika do Mudsoe-Hito ter zijde in zijn Pogen om China, mede uit den slaap BWIWUI ",um .JiUUWJ 1^ II 111 i -wwin—w— ontwaakt, onder den invloed van den zegevierenden rasgenoot te brengen, en inmiddels de eigen onderdanen te bezie len voor het groote doel Japan te maken tot het centrum der Aziatische bescha ving en den aanvoerder bij den aanval op het blanke ras, zoodra de kans hier toe maar schoon z'ou zijn. China heeft lang weerstreefd, lang ge aarzeld zelfs, tuk als het was op de hulp der Europeesche mogendheden, en zeker als het was van hunne tusschen- komst, wanneer er ook maar zou geraakt worden aan China's macht. Toch gingen de Japansche wijsgeeren voort met te trachten de Mongolen van het „Groote Hemelse,lie Rijk" te winnen voor de nieuw Aziatische beschaving van welke Tokio het brandpunt was. Een soldatenrijk zou ook het reusachtige China moeten wor den, dat zich onder Japans leiding zou onttrekken aan den Europeeschen invloe(l. Aan dit plan breidde de Mikado jaren aaneen onverdroten vooirt Laatstgenoem den vorst komt de eer toe dit volk uit zijn slaap te hebben wakker geroepen. Zijn regeering van 1867 tot aan zijn dood, in 1912, was voor zijn eigeii volk wel dadig. Men verbaast zich over de ener gie waarmede hij elke hervorming in zijn land doorzette. Hij bevorderde overal de Westersche beschaving', deed het onder wijs beantwoorden aan de hoogste eischen, schonk den Christenen vrijheid van godsdienst; zond zelf zijn bloedver wanten naar Europa om er in de gehei men der wetenschap en der kunst, der krijgskunde en der zeevaartkunde inge leid (te worden. Hij stelde zijn havens voor alle mogelijke handelsschepen open, en knoopte betrekkingen aan met ver schillende mogendheden. Europa begon zich het hart vast te houden, bij de gedachte aan de toekomst, wanneer Japan eenmaal voor goed ont waakt, van de met geweld hem opgedron gen beschaving een op zijn belang gericht gebruik zou gaan maken. Want niet ge makkelijk onderging de bevolking de ver schillende hervormingen. Van 1873 tot 1877 wisselden moorden en moordaansla gen elkander af. Een tijdperk van zeven maanden was zelfs in laatstgenoemd jaar noocüg om een opstand in de provincies Satsoema, onder aanvoering van generaal Saigo uitgebroken, te onderdrukken. Sedert dien tijd is echter Japan in macht en aanzien toegenomen. Een paar gelukkige oorlogen met China om de hege monie (de oppermacht) in Oost-Azië ge voerd, liepen op een nederlaag voor het groote China uit. Ook de oorlog' met Rus land bracht aan het licht wat een mach tig heldenvolk de Japansche natie is. Wat zal het zij'n, wanneer Japan straks met zijn heidensche beschaving, zijn machtige vloot en dapper leger Europa overstroomt? Tot deze vraag, die reeds duizenden op de lippen brandt, bestaat te meer aanleiding nu Christenlanden als Frankrijk en Engeland met Japan een. ver bond hebben aangegaan om Duitschland, dat wil zeggen Duitschlands koloniaal be zit, zijn handel, zijn bestaan, zijn zen ding te vernietigen. Een opdracht, waar van Japan reeds dnjk bezig is zich te kwijten. Vooral van Engeland is, dit zoo dwaas. Engeland had, in staatkundigen zin ge sproken, er het meeste belang bij' dat de rechten van China ongerept bleven, met het oog op Engelands rustig bez.it in In dia. Daartoe was noodig geweest een sterke vriend op het Vasteland. Doch Engeland, die geen mededinger naast zich duldt, werkte eerst Rusland uit China, waardoor China den prikkel tot beschaving en vlootuitbreiding verloor. Thans over valt Japan China met de onmogelijkste eischen van welker inwilliging' het ge volg zal zijn dat Japan de oppermacht in China krijgt en een gevaar opleveren gaat voor Engelands macht in Engelsch-Indië. Japan is wel zoo leep om te weten dat noch Rusland, noch Engeland, de eerst genoemde om tusschenbeide te komen, hem kunnen weerstaan, en zelfs voor goed hunne positie in Azië zullen verspelen wanneer zij uit dezen oorlog niqt zege vierend uitkomen. Dat slimme Japan, met China tot bond genoot zal eenmaal Europa nog heel wat kwaad doen! Op het oogenblik, onder de regeering van Mudsoe Hito's opvolger Josli Hito betracht het nog de humaniteit tegen de Christenen, inzonderheid tegen de Zen ding. Hierin is Japan een beschamend voorbeeld voor- en' tegenbeeld van Enge land, dat, schoon zelf Christelijk, en van ouds Zending drij'vend, alle Duitsche zien delingen en hunne gezinnen verbant of interneert. Hoe Engeland zich voor dezen heiden- schen bondgenoot schamen moet! Evenwel, deze verdraagzaamheid is slechts politiek. Eenmaal zal ook Japan in zijn waren aard zich openbaren, en dan zullen al zijne lievigheidjes jegens het Christendom wel ophouden. Het uithongeringssteisel. Terwijl Duitschland al doet wat in zijn vermogen is om aan het systeem van uithongering te ontkomen, waarmede En geland hem te lijf gaat, nemen Engeland en Frankrijk een besluit, dat onherroepe lijk dat land aan den hongerdood prijs geeft. In antwoord op Duitschlands duik- bootentaktiek van 18 Februari heeft En geland nu besloten om allen in- en door voer naar en uitvoer van Duitschland te beletten, en derhalve alle schepen, van welke vermoed wordt dat zij benoodigd- heden van welken aard ook, van en naar Duitschland inhouden, verbeurd te ver klaren. Goddeloozer gruwel is wel niet moge lijk. Niet alleen dat hiermee aan den handel der neutrale staten, Nederland in begrepen, een doodelijke knak wordt toe gebracht, maar een oeconomische strijd wordt nu ontketend, waarbij allo macht aan de zijde der aanvallers is, en totale machteloosheid aan de zijde des aange vallenen. Tegen dezen maatregel vermag Duitschland niets; en hij zal het moeten dragen, dat hem op die wijs, nu men hem krijgskundig niet aan kan, oecono- misch de das wordt omgedaan. Engeland heeft als motief opgegeven dat Duitschland, als antwoord op Enge lands taktiek met de vaJsche vlag en de foutieve beschildering zijner handels schepen, die nog daarenboven met ka nonnen zijn bevracht, een ongerechtigen maatregel verzon door alle schepen te onderzeeën. Maai' Engeland vergeet, dat het al dadelijk de Declaratie van Londen schond met zijn bemoeilijking van den handel der neutralen. Op de eene over treding is dan ook de andere gevolgd. En recht is er nu niet meer. Wat deze nieuwe phase in den oorlog voor Duitschland beteekent Vernietiging' van Duitschlands handel en industrie; werkloosheid van 'honderddui zenden; hongersnood en dood! Nauwelijks in te denken, Ijzer- en staalindustrie, die nu de be- noodigde 12 miljoen ton erts uit Zweden en de Middellandsche- en Zwarte Zee zullen missen. De textielindustrie, op an dere landen aangewezen, waaruit zij haar katoen, laken, zijde en garens betrekt; en alle groote industrieën die slechts bij bestendigden uitvoerhandel tieren kunnen. Het roept alles om wraak over zoodanigen maatregel, welke den dood beteekent voor 400 -J- 900 duizend werklieden, benevens 700 duizend mijnwerkers, en enkele mil joenen die in de overige industrieën werk zaam zijn; totaal acht miljoen. En hunne gezinnen Beknopt overzicht van don toestand. De represaille-maatregelen, oftewel om 't in goed Hollandsoh uit te druk ken dfe vergeldingsmaatregelen der bondgenooten voorspellen Duilschland niet alleen, maar ook den neutralen, niet veel 'goeds. Lieten de bondgenooten vroeger nog enkele artikelen door, thans is dat uit en vanaf dit oogenblik laten zij op zee niets meer door, dat voor Duitsch land is bestemd of uit een Duitsche ha- vein is uitgevoerd. Er is dus geen sprake meer van,' dat de levensmiddelen voor de burgerlijke be volking van den vijand bestemd, zullen doorgelaten worden. Weliswaar beloven Engeland en Frank rijk, dat zij. de levens der schepelingen en passagiers niet in gevaar zullen bren gen, doch dit neemt niet weg, dat de indruk in handels- en scheepvaartkringen, door de maatregelen der entente in Ne derland gewekt, vrij' somber is. Gelijk de N. R. C. opmerkt, beweegt de omschrij ving van de drie categorieën van goede ren, welke nu achterhaald zullen worden, zich binnen zeer ruime grenzen, en zoo is hot niet te verwonderen, dat men zich hier en daar afvraagt, wat er van zijn handel zal overblijven. Er waren nog vele goederen, voor Duitschland bestemd, uit Duitschland af komstig, of Duitsoh eigendom zijnde, en vallende hui ten de lijst van contrabande, bij welker handel ons land betrokken was. i Nog een enkele opmerking over het Duitsche antwoord op de nota van Pre sident Wilson, hetwelk dezer dagen ge publiceerd is. 'tMoet opmerkelijk zijn, in welk' een tegemoetkomenden toon dit antwoord ge steld is. Duitschland neemt genoegen met alle voorstellen van President Wilson on der voorbehoud, dat Engeland tot soort gelijke concessies bereid is. Duitschland is dus 'bereid tot huma nere wijze van oorlogvoering en zal dus de duikbootaanvallen op de handelsschepen opgeven, maar dan moet Engeland ook geneigd zijn daartoe. Moge President Wilson nu zooveel in vloed hebben, dat men straks werkelijk bereid gevonden wordt, met dezen mo dernen zee-oorlog op te houden. Het Duitsche antwoord wekt de hoop dat bemiddeling, mits zeer ernstige, kans van slagen heeft. Het eert de Duitsche regeering. Op het Oostelijk oorlogsterrein duurt de krijg onverminderd voort. Over de be- teekenis van de gevechten bij Prasnysch publiceert de Russische generale staf een uitvoerige beschouwing, die een indruk geeft van de groote waarde, welke de her overing van deze vooruitgeschoven stel ling voor de Russen had in verband met de strategische plannen der Duitscihers. Toch moet zie slechts onder de plaatselijke voordeelen gerangschikt worden. Er is al thans geen beslissende overwinning ge volgd, die de tweede reuzen-victorie van Von Hindenburg zou kunnen neutralisee ren. En hoe langer de strijd nu duurt hoe minder kans de Russen hebben op een belangrijke overwinning. In de Karnat hen orijn aan beide zij den voordeelen behaald en natuurlijk ook verliezen geleden. Zoo hebben de Oos tenrijkers bij' den Lupkowpas een mooi succes behaald, In de streek ten Z. van de Dnjester, waar de Russen verster kingen gekregen hadden, zijn verbitterde gevechten geleverd., die den Oostenrijkers verlies berokkenden. Verder melden de Russen, dat zij in de Boekowina Sada- gora weder bezet, hebben. Deze plaats ligt ten N. van het nog' niet.lang geleden door de Russen ontruimde Czernowitz. Dit zou duiden op een hernieuwd krach tig voorwaarts rukken van de Russen en op een nieuwe bedreiging van de hoofd stad in de Boekowina. Van het Westelijk oorlogstooneel zijn de berichten sohaarsch. De Fransche over- winningsbericliten waren wel ietwat over dreven. De voordeelen, de laatste dagen door de verbondenen behaald, zijn van weinig belang. 't Bleef tot nog toe bij de verovering van zooveel en zooveel meter loopgraven, een hoeve, een boschje, enz. Niettemin blijven de Duitschers in 't afgemeen defensief. Het antwoord der Duitsche regearing. Het antwoord van Duitschland op de Amerikaansche nota van 22 Februari werd op 28 Februari verzonden en houdt o.m. in: „De Duitsche regeering heeft met leven dige belangstelling kennis genomen varf de Amerikaansche raadgeving en ziet daarin een nieuw bewijs voor de van Duitsche zijde ten volle beantwoorde vriendschappelijke gevoelens der Veree- nigde Staten Het is ook overeenkomstig Duitsch- land's wenschen, dat de oorlog ter zee g'evoerd wordt volgens regelen, die, zon der de eene of de andere dier oorlogvoe rende mogendheden in haar oorlogsmid delen eenzijdig te beperken, evengoed met de belangen der neutralen als met de geboden der menschelijkheid rekening! houden. De Duitsche regeering heeft het Ame rikaansche voorstel aan een nauwlettend! onderzoek onderworpen en meent daarin inderdaad een bruikbaren grondslag tob een practische oplossing van het gerezen vraagstuk te kunnen zien. Ten opzichte van de afzonderlijke punten wordt opge merkt le. Duitschland zou bereid zijn, de in overweging gegeven verklaring aangaande) het niet gebruiken van losdrijvende mij nen en de vervaardiging van verankerde mijnen, af te leggen. Zij' gaat voorts ac- coord met het aanbrengen van regeerings- stempels op de uit te zetten mijnen. Daarentegen schijnt het haar toe, dat het voor de oorlogvoerende mogendheden niet wel mogelijk is van het offensieve ge bruik van geankerde mijnen, volkomen afstand te doen. 2e. De Duitsche onderzeehooten zullen tegen handelsschepen, onder welke vlag ook, slechts in zooverre geweld gébrui ken, als voor de ten uitvoerlegging van het recht van aanhouding1 en onderzoek noodzakelijk is. Blijkt de vijandelijke na tionaliteit van het schip of het voorhanden! zijfn van contrabande, dan zullen de on derzeehooten handelen volgens de alge meen© regelen van het volkerenrecht. 3e. Zooals de Amerikaansche nota op merkt, geldt als voorwaarde voor de hi er!- Doven genoemde beperking in het gebruik van onderzeebooten, dat de vijandelijk® handelsschepen zich onthouden van het) gebruik van neutrale vlaggen en an dere onderscheidingsteekens der neu tralen. Daarbij1 spreekt natuurlijk vanzelf, dat de vijandelijke handelsschepen ook niet bewapend mogen worden. 4e. De door de Amerikaansche regee ring voorgestelde regeling van den wet telijke n levensmiddelen-toevoer naar Duitschland schijnt over het algemeen aan nemelijk. De regeling zou natuurlijk den toevoer over zee beperken, anderzijds ech ter ook den indirecten toevoer via de neutrale havens omvatten. Duitschland) izou derhalve bereid zijn, verklaringen, zooals in de Amerikaansche nota bedoeld, af te leggen, zoodat het uitsluitend ge bruik der ingevoerde levensmiddelen: voor de civiele bevolking gewaarborgd was. Duitschland moet er echter tevens iwaarde aan hechten, dat ook de toevoer Van andere ruwe stoffen, noodig [voor de vreedzame industrie, alsmede veevoe der, mogelijk gemaakt wordt. Tot dit doel moesten de vijandelijke re geeringen de in de vrije lijst der Decla ratie van Londen genoemde ruwe grond- stoffen ongehinderd naar Duilschland la ten vervoeren en de op de lijst van voor waardelijke contrabande voorkomende stoffen evenals levensmiddelen behande len. De nota besluit aldus „De Duitsche regeering koestert de hoop, dal die overeenkomst tot stand komt, en dat zoodoende de vreedzame neutrale scheepvaart en de vreedzame neu trale handel onder den invloed van den oorlog ter zee niet meer te lijden zullen hebben, dan volstrekt noodzakelijk is. Deze invloed zou overigens nog aanmer kelijk verminderd worden, wanneer zooals reeds in onze nota van 16 Fe bruari werd aangeduid middelen ge vonden konden worden oni den aan voer van oorlogsmateriaal uit neutrale lan den naar oorlogvoerende staten op sche- van onverschillig welke nationaliteit on mogelijk te maken. Een definitief besluit moet natuurlijk voorbehouden blijven tot de Duitsche re geering, op grond van nadere mededeelin- gen der Amerikaansche regeering, in staat zal zijn, er kennis van te nemen, welk© verplichtingen de Engelsche regee ring van haai' kant bereid is, op zich te nemen." Krijgslisten. In „Uéber Land und Meer" vertelt Al- hert Oertel het een en ander over do krijgslisten van de Duitsche soldaten en hij geeft door eenige voorbeelden bewijzlen van de vindingrijkheid der „veldgrijzen'! bij het uitdenken van trucs om den vij and om den tuin te leiden. Een welgeslaagde strategische list was bijvoorbeeld de vernietiging' van de eerste Russische cavalerie-divisie bij' Soldau. Een geheele divisie Russische ruiters viel toen een hoopje Lithausche huzaren aan, die kalm den vijand tegemoet reden, de lan sen klaar. Op een signaal vlogen de Duit sche huzaren plotseling naar rechts en links, z-oodat toen de machinegeweren, die achter hen verdekt opgesteld waren, een woordje konden meespreken. Iets der gelijks is gebeurd met de tweede Engel sche cavalerie-brigade bij' Thulin. De Brit- sche ruiters wilden tegen ©en Duitsche batterij, die alleen door Zwakke infan- terie-troepen gedekt scheen te zijn, een attaque rijden en berrjerkten tot hun schrik, dat zij' het Duitschie machinege weer-vuur tegemoet reden. De cavaleristen zijn sterk in listen en vooral de uhlanen. Zoo merkten drie uhla- nen tijdens een patrouillerit in den nacht, plotseling, dat zfij' door sterke Russische patrouilles achtervolgd worden. Twee hun ner verloren dicht bij een dorp hun paard. Vastberaden gingen zij het door den vijand bezette dorp binnen, in de hoop daar een paar paarden te vinden. Zij1 kwamen voor een stal, gingen binnen enza gen tegenover zich een groot aantal Rus sen. Aan beide zijden ontsteltenis. D© uhlanen verliezen echter hun tegenwoor digheid van geest niet. Een hunner maakt den Russen wijs, dat de Duitschers het dorp bezet hebben en dat een ieder neer geschoten zou worden, die zich verzette. Het schielen en rennen van de Russische patrouilles door het dorp, die de drie Duitschers zochten, brachten de Russen werkelijk in de waan, dat de Duitschers

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1