kocht. aai. No. 138 Dinsdag 3 Maart 1915 39e Jaargang sill Mi d De Groote Oorlog. ENDING T |or Rokken, )or Rokken ^kengoed 1 eston)tie re Zijden k). Nieuwe s en te koop, 6 koop, ieiten erdershond, evraagd, ster Binnenland. Uit d8 Pers. »n oorlog |s prijzen, geboden. ISODEN t6 Vlissingen. I esthoek. WILLEMSE, ein. eersclie Singel sweg, Middel- tsingvoor een bureau van sche weg Mlb. gen Mei L. GELDOF, igenwoordige meden de 30 in van twee S, Bathpolder Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN sE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHIIIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. f 1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels /"0.50, iedere regel meer 10 ct. 8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. Japan. I. Japan heet liet Oost-Aziatisch eilanden rijk dat in Oost-Azië door de Oost-Chi- neesche Zee, de Japansche Ze© en de Zeo van Ochotsk en door den Grooten Oceaan bespoeld wordt, en een volk her- borgt dat tot de dappersten van den jong- sten tijd geleld wordt. De Japanners noe men het Nipon (land van de opgaande zen). Van de circa vierduizend eilanden tot Japan behoorende is Nipon het groot ste. Ton noorden daarvan ligt Jesso; Ver der heeft men de Koerielen (do naam be duidt duizendeilanden) en ten zuiden van Nipon Kioesioe. Voor de kennis van do overige kleine eilanden verwijzen wij den lezer naar den atlas. De voornaamste steden ziijïn Tokio (de hoofdstad) met anderhalf millioen inwo ners; Osaka met een half millioen, Kioto met 350 duizend zielen, en Yokohama. De bevolking is Heidensch: meest Boeddhisten of Sintoïsten (leer van Con fucius). Het staatswezen berust op een erfelijke monarchie, waarin de opvolging tot do mannelijke linie beperkt is on aan wier hoofd een M i k a do (Keizer) staat. Het krijgswezen werd na 1870 met be hulp Van Franscho officieren naar Fransch model hervormd, maar na 1879 heeft men het moer op Duitsohen voet ingericht. Do geschiedenis van Japan klimt op tot het jaar 600 voor onze Christelijke jaartelling. De eerst© alleenheersoher (Mi kado) vereonigde het geestelijk en het wereldlijk gezag in zich. Onder zijn op volgors kwam die macht allengs onder de opperbevelhebbers, ofschoon zij aan den Mikado de goddelijke eere lieten, welke hij in stille afzondering zich moest laten welgevallen. Vreeselijke burgeroorlogen verwoestten dikwijls hel land. Toch wist Japan- de vreemde volken zich gedurig van het lijf te houden. Vloten die Dsjengiskhan, hoofd der mongolen, op Japan afstuurde, ver gingen of werden door de Japanners ver slagen. Onder de heerschappij dor Shio- goens (bevelhebbers) ontwikkelde zich de macht der Daimio's (adel) die steeds in onmin leefden met den vorst. In de 16e eeuw kregen de Portugeezen verlof om met Japan handel to drijven, in de 17e eeuw viel dit geluk ook den Hollan ders jen deel; en zij verwierven daarbij het vertrouwen in die mate, dat toen ons huid in de negentiende eeuw door Napoleon ingelijfd werd, do Nederland- sche vlag alleen nog ran een Japansch eilandjo Deoima wapperde. De Portugee zen waren dan ook al spoedig uit Japan verdreven, ten gevolge van hun dwaze pogen om de verbreiding van het Christen dom met zelfzuchtige en roofzuchtige praktijken, be vereenigen. Zoo werd ten slotto hel. Christendom in bloed gesmoord, waarbij de Hollanders de Japanners uit haat tegen, de Portugeezen steunden. De Hollanders mochten van dien tijd af slechts twee schepen in de vaart op Japan hebben, terwijl hun als anker plaats hot evengenoemde Decima werd aangewezen. Deze deemoedige verhouding bleef tot 1854 voortduren, toen het den Noord-Amerikanen, onder Commodore Peary, gelukte een verdrag met de Ja pannors aan te gaan, waarbij hun meerdere havens werden opengesteld. Weldra volg den meerdere dergelijke verdragen met Europeesche mogendheden. In 1862 werd aan vreemdelingen zelfs het oponthoud in Jedo (toegestaan. In 1863, toen een beroep op de tusschenkomst der re geering tot fnuiking van de brutalitei ten der zeeroovers vruchteloos bleek zonden de Europeesche mogendheden, ook Nederland, elk een oorlogsschip naar Ja pan, en beschoten de haven van Si- monoseki. Vice-admiraal De Casembroot maakte zich daarbij onzerzijds verdienste lijk. De aldaar uitgeoefende tuchtiging had een mildere stemming der Japanners je gens de „vreemdelingen" ten gevolge. In 1867 weiden de „opperbevelheb bers" door de „adellijke geslachten" ver dreven; en in 1869 legde de laatste van deze zijn macht in handen van den toen malige» mikado Mudsoe-hito neer. Dit is ongeveer een halve eeuw geleden. Japan heeft derhalve een halve eeuw noo- dig gehad om op ieder gebied zich op te werken tot de hoogte van de Westersche beschaving. Wat aan de Europeesche mogendheden pas na drie of vier eeuwen gelukte, was aan dit Aziatische eilandenrijk reeds na een halve eeuw mogelijk. Niet zoodra trad Japan naar vören om zijn kracht te too- nen of het verbaasde Europa door zijh militaire en staatkundige meerderheid. In 1894 begon de verjongde staat zijn kracht te beproeven. Hij -maakte aan spraak op China en stelde dit ongeluk kige land, dat te gronde dreigde to gaan onder een willekeurig mandarijnenbe- stuur, een reeks eischen, die de toenma lige onderkoning Petsjiki de slimme Li Hung Tsjang afwees. Hierop brak de oorlog tusschen Japan en China uit. Een oorlog waarin Japan overwinnaar bleef. Bij den vrede van Simonoseki stond Japan op het punt zich enkele belangrijke punten op Chineesoh grond gebied toe te bedoelen, toen onverwachts Rusland lusschenbeide trad, om dit te beletten. Duitsohland en Frankrijk sloten zich bij Rusland aan, en zoo zag Japan zich gedwongen aan do eischen der Eu ropeesche ooines toe te geven. Nog' ster ker: Japan moest het aanzien dat datgene hetwelk hij voor zich meende veroverd te hebben door China aan Rusland en Enge land werd afgestaan. Port Arthur,1 de door Japan geëischte haven, kwam aan Rusland, en Wei-hai-wei aan Engeland; terwijl de ontginningen die Japan wenschte door dezen werden overgenomen. Japan zou echter Rusland in 't oog hou den, nu het ten tweeden male door Rus land benadeeld was geworden. De eerste maal, in 1875, door den gedwongen ver koop van het ongezonde eiland Sachalin aan Rusland, die dit eiland noodig had voor verbanningsplaats zijner vele, meest politieke, misdadigers. Dia tweede maal/ in 1895, door het inpalmen van Port Arthur, de schoon© haven die Japan voor de ontwikkeling van zijn handel meende noodig te hebben. (Slot volgt.) Beknopt overzicht van den toestand. Dat Duitschland nagenoeg zwijgt over 't verloop van den krijg op 't 0. front, terwijl Petrograd ons als 'tware begraaft onder lange stafrapporten voorspelt reeds niet veel goeds voor het leger van von Hindenburg. Op meerdere punten zijn de Russen tot den verdedigenden aanval overgegaan. Slechts op enkele punten pogen de Duit- schers hun opmarsoh nog voort te zet ten en door de krachtige vestinglinies been te breken, o.a. bij1 Jedwabno, aan de Bobr tusschen Lomza en Ossowiec. Wat het eindresultaat zal zijn op dit front is ©venwel nog niet te voorzien. Ook in Oost-Galicic hebben de Russen zich geheel hersteld, zoodat de Oostenrijk- sche oorlogscorrespondenten met bezorgd heid spreken van de groote versterkingen, die do Russen hebben laten aanrukken bij Stanislau en van de belemmering, die de actie der Oostenrijkers daar weer, onder vindt. Op het Westelijk oorlogsterrein gaan de Franschen voort met het behalen van voordeelen in Champagne. Daartegenover hebben de Duitschers bij' Malaneourt en in de Vogezen tusschen Nanoy en Epinal fortuinlijk gevochten. Badonviller vroeger Duitsch schijnt thans nog in handen der Franschen te zijn. Uit Londen seinde men ons, dat As- quitli in het Parlement verklaard heeft - gezien de Duitschie blokkade als re presaille-maatregel te beletten, dat koop- gansgoederen, van welk soort ook, naar of van Duitschie. havens gaan. Geen loopgraaf-verbroedering. De Franscho troepen in den Montdidier- sector ontvingen eenige dagen geleden een legerbevel, waarbij vriendschapsbetuigin gen met de vijandelijke loopgraven ten strengste verboden worden. De order ein digt met dezen teekenenden zin: „Alle toeroepen of andere betuigingen moeten beantwoord worden met kogels". Deze older is dus een uitbreiding van het bevel dat na de Kerstmisverbroedering tus- ischen vrienden en vijanden uitgevaardigd werd. Aan het front tusschen Montdidier en Rage, nabij het dorpje Ligniéres liggen de loopgraven mpar een 35 meter van elkaar verwijderd. Dezer dagen zag de Fransche uitkijk zijn Duitsohen collega krach(ig wuivende boven de borstwering. Uit nieuwsgierigheid gaf hij een ant- woord-signaal. Zeer voorzlch'.ig verscheen toen een Duitsch hoofd, dat in goed Fransch een overeenkomst voorstelde. Men zou op denzelfden tijd herstellingen ver richten en kleine wapenstilstandjes or- ganiseeren. De Franschman stemde dadelijk toe. Hun werkzaamheden in eikaars nabijheid leidden tot een gesprek. Een groote si gaar werd uitgewisseld tegen een^pakje Maryland-sigaretten en do Duitscher deel de mee, dat hij' 8 jaar in Parjjs had ge woond, dat zijn vrouw een Franc;aise was, dat hij drie Zwagers bij Joffre's leger had en dat hij den oorlog hartelijk moede was. Toen beide mannen naar hun loopgra ven terug zouden koeren, zeide de Duit scher plotseling: Iloor eens, wil jij mor genavond bij mij komen koffiedrinken, indien tenminste niet een van ons beiden voor dien tijd gesneuveld is? Dan kom ik don volgenden avond bij u koffie drinken. Het aanbod beviel aan het sportkarakter van den Parijzenaar en hij nam het voor stel aan.. Na hot bezoek aan de Duit- sche loopgraaf den volgenden avond keer de de Franschman met opgetogen verha len over de hartelijkheid der ontvangsst en do uitmuntende „Bochc"-koffie terug. Ongelukkig kwam dcnzelfden dag het strikte bevel, zoodat er geen Duitseh- Fransche koffiepraatjes jticer plaats hpb- ben aan het Westelijk front. Da sufFragsttes-vrijwilllgers. Naar men uit een Router-telegram heeft kunnen lezen, zijn te Havre een afdeeling suffragettes geland, ten einde te werk gesteld te worden als telefonisten, chauffeurs en dergelijke. Naar de Figaro meldt, zijn er twee regimenten gevormd uit dez|c vrouwelijke vrijwilligers, wier leeftijd varieert tusschen 20 en 40 jaar. Elk regiment telt 2 bataljons, elk bataljon 4 compagnies van 500 vrijwilligers elk. De brigade telt 8000 „man". Aanvankelijk was Lord Kitchener weinig geneigd, toen dezie vrijwilligers zich, eigener gelegenheid, tot een brigade gevormd hadden, haar naar hot front to zenden; echter zwichtte hij1 voor den van vele kanten op hem uitge- oefenden drang en gaf hij 'zijn toestem ming. De brigade, die bij de etappen- troepen is ingedeeld, wordt gecomman deerd door mevrouw Castbreagh. Korte Oorlogsberichten. Een Fransch smaldeel heeft ter hoog te van Marseille het Chileensch gouver- nements-stoomschip Raucagua met een lading salpeter van Iquique naar Venetië, opgebracht. Raas boven baas. Aan een der Duitsche gymnasia was oen leeraar ver tonden in de Duitsche taal, die zóó streng was, dat verschillende leerlingen tij hun slechte rappert-oijfers er de voorkeur aan! gaven, naar naastbij-zijnde gymnasia te verhuizen, waar een makkere leeraar zich over hun vorderingen zou ontfeipnen. Deze leeraar wandelde nu dezer dagen door Berlijn, en zag eensklaps een jong soldaat voor hem stil staan, die het mi litaire saluut bracht, en hem vroeg1, of hiji zich zijlner nog herinnerde. De leeraar herkende daarop een van zijn vroegerel leerlingen van heL gymnasium, een der leerlingen, die van weg© zijn slechte rapportcijfers in do Duitsche taal van, school veranderd was. „Well hoe gaat het je?" vroeg de leeraar, en metoen liet hij daarop dd vraag volgen: „En heb je indertijd betere cijfers voor je Duitsch weten te krijgen Vrijmoedig antwoordde de jonge soldaat: „Jawel, meneer, toen ik hij u maar geen goede cijfers voor m'n Duitsch kon behalen, ben ik naar Gotha gegaan, en daar heb ik mijn examen gedaan." „En bij welk wapen ben je nu?" vroeg de leeraar ontwijkend. „Bij de vliegers; ik ben al haar Parijs gevlogen, en ook boven Engeland heb ik al gevlogen in dezen oorlog," antwoord de de soldaat-vliegenier. „Dan wensch ik je toe, dat je metter tijd nog het ijzeren kruis zult verdienen." Nu ontknoopte de jonge soldaat zijn jas en liet zijn ouden leeraar het ijzeren kruis, eerste en tweede klas zien. De Duitsche leeraar ontblootte daarop het hoofd, en zei eenvoudig: „Ik zie, dat ik me indertijd op het gymnasium in je vergist heb. Wat Duitsch aangaat ben je me de baas!" „Hand." Te Brussel hebben de Belgische brie venbestellers den dienst hervat, 't gieeh zij totnutoe op bevel van den minister van posterijen en spoorwegen hadden ge weigerd. In Brussel (stad en voorsteden) wordt thans tweemaal daags besteld. Een lezeres schrijft aan de „N. R. Crt." In de dagbladen de beschrijving van de verpleging en het transport van de gewonden van dezen oorlog lezende, kwam mij de beschrijving, die mijn groot moeder gaf van de verpleging van ge wonden uit den slag van Waterloo mij weder voor den geest. Mijn grootmoeder woonde toen te Brussel. Zij vertelde dan Vele burgers hadden ook eenige ge wonden ter verpleging opgenomen; zoo had mijn tante ook gedaan en er was een jonge Engelschman bij de gekwetsten, wien een kogel den arm verwond had. Hij was reeds verbonden, 's Nachts kon den mijn tante noch ik slapen, door het kermen en steunen der gekwetsten, en toen wij telkens, daar tusschendoor, Oh, mother, mother! hoorden, besloten wij naar hen te gaan zien! De Engelschman leed hevige pijn; mijn tante maakte het verband van den arm los, de wond leek vreeselijk ontstoken. „Licht goed bij, Toi- nette" zei mijn tante. Ik hield de kaars stevig vast, mijn tranen verbijtende. Ik zag hoe mijn tante met de beide duimen en voorste vingers de wond zoo wijd mogelijk opensperde, toen zich er over bukte, en zich oprichtte, tusschen haar tanden een rood laken vasthoudende, dat zij zoo uit de wond getrokken had. De wond werd weer naar den eisch verbon den, en toen de chirurgijn vau 't geval hoorde, verklaarde hij, dat de jongeman het behoud van den arm aan deze be handeling te danken had. Het roode la ken van zijn buis was met den kogel in de wond geperst geworden. Nog verscheidene malen ontvingen mijn tante en ik de dankbetuigingen van on zen herstelden Engelschman en later van zijn familie. Niet alleen honden, paarden en muil dieren, maar ook katten bewijzen het le ger belangrijke diensten. Zij' komen ech ter niet aan het front, tenzij de Turco's die als alle Mohammedanen groote vrien den van katten zijn, hun lievelingen mee te velde nemen, zooals in 1870 vaak is voorgekomen. In de Februari-aflevering van de Kosmos wordt verteld, dat in alle militaire magazijnen met voorraden van elk soort, volgens officieele bepaling katten gehouden moeten worden om rat ten en muizen uit te roeien en „den oorlogsvoorraad daardoor in bruikbaren toestand te houden", zOoals het in de bepaling heet. Deze officieele katten dra gen een sierlijken halsband met de let ters K. M. K„ Kaiserliche Magazin Katze, Voor vele van deze katten wordt maan delijks twee mark onderhoudgeld uitge trokken, die aan melk en broodjes be steed worden. Ieder fort bezit ook zijn van staatswege gesubsidieerde kat, de zoogenaamde fort-kat. Lichting 1915. Van de lichting 1915 voor de vesting artillerie zouden van 1-5 Maart 1060 miliciens opkomen, die bij de verschillende infanterie-depots zullen word en ingedeeld, daar geoefend worden en gekleed als in fanterist en er blijvend bij overgaan. Op de Staatsl eening was tot en met 27 Feb'r. f260.825.460.42 gestort. Goodkoopierhrood. Aangezien het roggebrood thans ver mengd met tarwe dat in het Noorden des lands het volksvoedsel hij uitnemend heid mag worden genoemd, sedert de mobilisatie reeds van 32 ct. op 52 ct. per 4 K.G. is gestegen, heeft de Gezondheids commissie te Veendam, proeven genomen met het vermengen van rogge en ge kookte ongeschilde aardappelen. Het daar door verkregen brood is aangenaam van smaak en van het andere haast niet te onderscheiden. Monsters zijn opgezonden naar het station voor bakkerij en Maalderij te Wa gen in gen, om het op voedingswaarde te onderzoeken. Gevangen genomen. Zaterdagavond zijn te Tilburg aange houden drie uit Bergen ontvluchte Duit sche geïnterneerde onderofficieren. Zon-> dagmorgen zijn zij reeds terug gezonden. Verkeer met België. Het verkeer van Zeeuwsch-Vlaanderen naar België is thans toegelaten langs Sas van Gent, De Clinge, Kemseke en Water vliet. Nadat eerst uitsluitend aan de elders benoemde beroepsconsuls de bevoegdheid was toegekend, de daarvoor noodige docu menten af te geven, is thans daarvoor oók weer de noodige machtiging verleend aan den heer Blankers, vice-consul te Terneuzeii. De Belgen, die naar het door de Duit schers bezette gebied willen terugkeeren,, moeten in het bezit zijn van een oud iden titeitsbewijs, afgegeven in hun vroegere woonplaats en bij de aanvrage een foto grafie overleggen om op den pas aan te brengen. Do Nederlanders moeten hij het aan vragen van een pas hun buitenlandsch paspoort op het consulaat overleggen.. (N. B. C.) Willem Hovy. f „Do Standaard" getuigt van hem: De geruststellende tijding van Dinsdag) was dan toch misleidend. Geen verzach ting, veeleer plotselinge verergering wasj ingetreden, en nog eer de week ten «inde liep, ging de smartelijk© mare het land in, dat onze lieve vriend en broeder Hovy tot hooger leven was opgeroepen. Zijn heengaqn spelt ons zoo veelzijdig gemis. Hij was nog een der weinigen van de voormannen dier bezielende periode,' waarin, na Groen's sterven, ons' een nieu we groep van nobele voorgangers: was toebeschikt, en onder deze Voor gangers nam Hovy een zoo geheel eigenaardige plaats in. Nooit stelde hij zich op den voorgrond en toch vond men hem steeds in de voorste rijen van wie moedig spreken dorsten, kloek de han den uitstaken, met volle beslistheid hun positie kozen, en mildelijk steunden met het fortuin dat hun was toebeschikt. Bij Hovy geen aarzeling in het vastelijk belijden, en een zonder voorbehoud zich afkeeren van al wat de belijdenis van den Christus poogde te verflauwen. Rede naar was hij niet, en toch zwoeg hij nim mer, waar spreken plicht was; en juist omdat in zijn eenvoudige taal 't hart sprak, vond zijn woord zelfs bij den te genstander gehoor. Of 't in den Gemeente raad, in de Staten, of in de Kamer was, nooit verloor Hovy zich in onbeduidend heid, steeds nam hij een eigen positie in, en de vrucht van zijn optreden bleefl niet uit. i Nog eer de sociale quaestie in het land aan do orde kwam, had Hovy ze aan de orde gesteld in zijn eigen fabriek, waar hij met zijn arbeiders bad en zong en uit Gods Woord las, en tegelijk op de voorkomendste wijze in hun nooden voor zag, zelfs in hun huiselijk leed deelend. Uit hem is Patrimonium, want hij had Poesiat en Kater gevormd. Voor onze Christelijke school was hjj een bezield getuige; hiji steunde haar heel 't land door, en de Vrije Univer siteit telde Hovy onder hare vrijgevigs te stichters. De Zending had zijn hart, en met Christenbroeders uit alle land, ook buiten onze eigen erve, kon men aan zijn gast vrijen disch de missionaire belangen hoo ien aanbevelen. Op heel het terrein van onze Christe lijke actie bewoog zich Hovy's belang stellende geest. Hij waö overal bij. Aan niets onttrok hij zich. En de bezielende invloed, die heel 't land door van hem uitging, wist vaak een geestdrift te wek ken, die, eenmaal ontvonkt, niet meed wegstierf. Daarbij was Hovy een vereenigings- punt voor wie anders op' 't Christelijk' erf vaak afdoolden in verschillende rich ting, en eenig was het in zij'n verschij ning, hoe beslist en zonder" aarzelen hij allerwegen optrad, zonder toch af te stoo- ten of van zich te vervreemden. In schier alle kringen bleef men hem welkom heeten. Het hart van den Christenbroeder werd door al wie zelf Christen was, in hem gevoeld en gewaardeerd. Hovy zal dan ook zoo ledige plaats achterlaten. Niemand vervangt hem. Geen ander kan als hij zijn. En dit speciale in zijn karakter vooral brengt teweeg, dat hij ons zoo veelzijdig zal ontbreken. Gemist zal hij worden, niet het minst door de nooddruft, die hij zoo vaak le nigde, en door de pauvre honteux, die hij staande hield. In dankende herinnering zal ziijn nage dachtenis blijven. Mogen zij, die in gezin en familie zijn heengaan zoo innig beweenen zullen, den eanigen troost ervaren, die hijzelf bijl zoo menig sterfbed voor wie achterbleef afbad. B e 1 g i ë's verzet. Prof. Fabius schrijft in zijn „Studiën en Schetsen": België mocht aan Duitschland niet toestaan de grens te over schrijden. Het mocht dit niet tegenover de andere garandeerende Mogendheden. Ware het voor Duitschlands eisch ge- z'wicht, dan waren Frankrijk en Engeland in hun recht geweest ook hunne legerscha ren op België's grondgebied over te bren gen. Ja, meer; dan had België groot gevaar geloopen, 'in geval van een overwinning door de geallieerden, door Frankrijk te worden geannexeerd. En met recht. Wijl België de traotaten had geschonden en een ontrouwe nabuur was gebleken. Duitsohland heeft erkend, onrecht tegen-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1