Feuilleton.
De Groote Oorlog.
\o. 133
Dinsdag 33 Februari 1915
39e «laar^aii;;
DE EERSTE SCHRIK.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAW SE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post'.
Losse nummers
ƒ1.85
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
In den moord op vorst Michael hadden
vooral ook de Panslavisten, de voor
standers van Russischen invloed, de hand
gehad. Men zat nu in de moeilijkheid
wat te doen. Wie zou nu vorst moeten
worden? De candidatuur van een Kra-
georgewitsj was nu onmogelijk geworden
Daarom besloot de Skoepsjtina, zij 't
ook met tegenzin, den eenigen zoon van
Michael, en eenigen afstammeling uit het
Huis Obrenovitsj, den veertien jarigen Mi
lan op den troon te plaatsen. Dwaze
keuste. Want ook onder de regeering van
dezen gewetenloozen, door zijn omgeving
bedorven jongeman gingen 's lands zaken
achteruit, verstomden niet de partijtwis
ten en wisselden de kabinetten. Russi
sche agenten deden al 't mogelijke om
het volk en den vorst warm ,te maken
met de hoop op een hernieuwd Groot
Servisch rijk. Te kwader ure, in 1876,
verklaarde Milan aan Turkije den oor
log, in de verwachting dat Rusland hem
helpen zou, en met het üoel om voor
Zijn land Bosnië te verkrijgen en voor
zichzelf de koningskroon; doch dit liep
mis. De Serviërs werden door de Tur
ken hij KrjasjewatZ: en Alexinatz versla
gen; de, reeds opgestane Christelijke vol
ken in den Balkan lieten Servië alleen
staan, en Milan moest de tusschenkomst
der mogendheden inroepen. Wel kwam
hierop een wapenstilstand tot stand, doch
ruim een week later brak de oorlog weer
uit, en werden, na eenige onbeslist ge
bleven gevechten, de Serviërs hij' Deli-
grado opnieuw verslagen. Nu kwam Rus
land tusschenbeide en bewerkte den yfe-
de van Constantinopel in 1877, waarbij
de toestand va.nvoor den oorlog hersteld
werd.
Bij het uitbreken van den Russisch-
Turksehen oorlog in April van hetzelfde
jaar rustten de Serviërs zich weder tot den
oorlog toe, vielen, na den val yan Plewna,
in 1878, in Boelgarije en veroverden de
vesting Nisj. De vrede van San Rtefano
in datzelfde jaar bracht ten slotte,de lang-
gewenschte volstrekte onafhankelijkheid,
en een belangrijke vergrooting van grond
gebied. Zelfs werd, in 1882, Servië tot
een koninkrijk verheven. Milan, dronken
geworden door dit succes, maakte oor
log met Bulgarije, doch werd door de
zen, onder aanvoering van hun dappe
ren koning Alexander, bij Slevnitzia en
Pirot verslagen. Dit „dwong" Oostenrijk
tot ingrijpen, het bewerkte een wapen
stilstand, gevolgd door den vrede van
Boekarest, waarbij ook weer de toestand
van voor den oorlog werd hersteld.
Altegaar gebeurtenissen die aan de
kleine mogendheden in den Balkan geza
menlijk den spotnaam van kinderkamer
bezorgden, waarin de groote oomes af
en toe eens binnen kwamen om den vrede
te herstellen, en vooral om te zorgen
dat de kinderen niet groot werden.
Milan, die reeds van zich had doen
spreken door zijn verkwistende levens-
Stijn Streuvels, de bekende Vlaam-
sche dichter Frank Lateur uit Ingojem
geeft in de Vlaamsche Stem den indruk
weer, dien de opmarsch der Dui tschers in
België maakte. Wij ontleenen daaraan het
volgende
Met de eerste klaarte van den dag zijh
de troepen, die te Avelghom overnacht
hebben, reeds vertrokken, maai- nu, komen
er in één en denzelfden optocht, altijd
laaar andere en nieuwe troepen voorhij
Ruiterij, voetvolk, artillerie, ambulantie en
zware motorwagens met allerlei vracht
goed. Heel die menigte in 't zelfde een
tonig grijs, zonder een stipje kleur of
fikkering van gouden versiersel. Het doet
aa-n als een horde strijders uit barbaar-
sche tijden; met niets van, het yomantisch-
decoratieve waarin men zich een leger
voorstelt wapperende vanen, schitte
rde kleuren, blanke wapenen en gou-
epauletten! Men krijgt den indruk
^t alle opsmuk en parade hier op-
z''ttolijk vermeden werd om alleen met
^'otenschappelijke nauwkeurigheid, dat-
""ao aan te 'wenden wat voordeelig is, om
0t modernen zin, het vernielingswerk
gaan oefenen. De optrekkende solda-
,;ri tien er vermoeid uit maar zij- zingen
wijze, zijn vriendschap voor Oostenrijk,
terwijl het volk sterk Russisch gezind was,
zijn onmin -mot zijn vrouw, Natalie v.
Keschko, van welke hij zich liet schei
den, deed ten slotte, daartoe gedwongen,
afstand van do regeering' ten behoeve' van
zijn zoon Alexander, een nieteling, die
door een onbezonnen huwelijk met een
vroegere hofdame zijner moeder, Draga,
die dertien jaar ouder was dan hij1 en
hem geheel in haar macht hield; en niet
.minder door zijn verkwistende levenswijze
zijn volk tegen zich innam, en ten laatste
met zijn gade door oproerige officieren,
in den vreeselijken Aprilnacht van het
jaar 1903 in een uilersten uithoek van zijn
paleis werd doodgeschoten.
Met hem was het geslacht van Obreno-
wi!sj uitgestorven; daarom werden onder
handelingen aangeknoopt met een Kara-
georgewitsj. Deze, Peler, een doordraaier,
republikein met revolutionaire gevoelens,
verdacht zelfs van in den moord op
Alexander en Draga de hand te hebben
gehad, werd uit zijn woonplaats, Genève,
geroepen en hem werd de koningskroon
opgezet.
Een machtigen indruk maakte zijn ver
schijning van zelf al niet, en dit werd
er niet beter op, toen bleek dat hij de
moordenaars van zijn voorganger ontzag
en eerde, en in hooge posten benoemde.
Deze Peter was in zijn met igroot beleid
gedreven binnenlandsche zoowel als in
zijn buitenlandsche staatkunde zeer on
voorspoedig. De wensch der Serviërs, om
het in den grond Servisch Bosnië en
Herzegovvina, sinds lang door Oostenrijk
„bezet", nog eenmaal te bezitten, en zoo
den grond te leg'gen voor een Groot Ser
visch rijk, bleek onvervuld te zullen blij
ven, tengevolge van den staatsgreep van
Oosien ijks eersten minister Aerenthal, in
1908, om deze bezette landen eenvoudig
in te lijven. Daarbij kwam het verdriet
dat de vorst had van zijn oudsten zoop,
George, dien hiji wegens ergerlijk levens
gedrag genoodzaakt was t© onterven.
Toch was de inlijving van Bosnië bij
Oostenrijk voor hem een geluk bij een
ongeluk; want zij! was het sein voor de
Serviërs om van nu aan alle partijtwisten
te laten varen en zich nauwer aan te
sluiten bij Bulgarije. Yan de mogendheden
was voor de kleine Balkanstaten, dit
bleek wel, toch niets meer te hopen.
Zij moesten van nu aan trachten zich
zelf te helpen. Dit kon, wat Servië be
treft, te eerder, dewijl Koning Peter, met
zijn omvangrijken staatkundigen blik in
de toekomst had zorg gedragen voor een
kranige militaire voorbereiding. S-ervië van
1910 was het Servië van 1878 niet meer.
Servië van Peter zou aan wie het voor
het oude Servië van Milan zou aanzien,
teleurstelling bereiden.
(Slot volgt.)
Van 't een in 't ander.
De afsluiting der Noordzee door Enge
land, de valsche-vlagvoering, de beschil
dering der Engelsche handelsschepen met
opschriften van neutrale schepen; de be
wapening der Engelsche koopvaardijfeche-
op stapmaat liederen met ongewone keel
klanken. De burgers staan er verpaft op
te kijken, getroffen door het schouwspel
van die ontzaglijke macht welke vooruit-
stuwt als een stroom. De kanonnen doen
den grond daveren en de ijzeren cais
sons maken een oorverdoovend gedruisch
op de kasseien. De optocht duurt aan
houdend voort van 6 tot 11 uur. En
men vertelt dat over al de gelijkloopende
banen in dezelfde richting, van weerskan
ten de Schelde er evenveel manschap-
voorbijtrekken. Nadat de laatste soldaat
van de gemeente verdwenen is, blijft er
onder de bewoners iets als een bange
ontzetting, een gruw; men heeft er nu
eerst eenig besef van wat een leger moet
zijn en in 't stille stelt men de vraag:
wat zal er met ons gebeuren als dat
langs hier terugkeert
De stilte van den namiddag vormt een
sterk contrast met de drukte en de be
roering die ik 's morgens heb bij'gewoond.
Ik zit hier voor mijn breed raam dees
regelen neer te pennen en overal waar
ik heenschouw, vind ik niets dat me er
aan herinnert of eenig toeken heeft achter
gelaten. Men moet zich geweld aandoen
om te gelooven dat hier in de streek een
leger voorbij is getrokken of nog kan
voorbij trekken.
De ambachtslieden die er op uit zijn
Maandag te vieren en overal eene gelegen
heid zien om van hun werk af te Dlij-
pen met kanonnen, dit alles heeft ,de Duit-
sche duikers aan het werk gezet om al
wat in het Kanaal komt te vernietigen.
Duifcschland moet worden uitgehongerd;
het gaat derhalve om zijn leven. En nu
vecht hij- in zijn desperatie tegen den
dood, met niets ontziende doodsverach
ting.
Doch zoo komt Duitschland van het
eene doodsgevaar in het andere.
Reeds werd een Noorsch schip in den
grond gehoord; en ging tot tweemaal toe
een Amerikaansch stoomschip naar den
kelder, (terwijl de aanvaller meende een
Rritsch vaartuig voor te hebben. En de
laatste Amerikaansche boot die getorpe
deerd werd, was er een die, nota bene,
bestemd was voor een Dnitsche haven.
Het was de Evelny, van New-York met
katoen voor Bremen uitgevaren.
Moet dit er niet op uitloopen dat de
gansche wereld zich ten slotte tegen
Duitschland keert?
Wee den aanvaller Doch wee, nog inteer,
hem die den aanvaller tot wanhoop bracht.
Beknopt overzicht van den toestand.
Om nog eens op de resultaten van
den grooten „winterveldtocht" op het Oos
telijk gevechtsterrein terug te komen, dezte
kunnen nu zachtjesaan overzien wor
den. Vooral nu de Russische en Duitsche
overzichten het ons zoo makkelijk maken.
Het overzicht uit St. Petersburgsche
bron maakt een gunstigen indruk in
zijn onomwonden erkennen van het echec,
dat de Russische troepen geleden hebben
en van de 'ernstige verliezen, die enkele
legerafdeelingen hebben ondergaan.
De balans, in Berlijn opgemaakt, ziet
er als volgt uit:
De achtervolging van den winterveld-
slag in de Masoeren werd ten einde ge
bracht door de zuivering der wouden ten
N.W. van Grodno en de gevechten in het
Bobr-Naref gebied, waarvan in de laatste
dagen melding gemaakt werd.
Tot dusver" zijn een bevelvoerende ge
neraal, twee divisie-commandanten, 4 an
dere generaals en ongeveer 40.000 man
gevangen genomen, terwijl 75 kanonnen
en een nog niet vastgesteld a;intal machi
negeweren, alsmede veel ander oorlogs
materiaal buitgemaakt werd.
De totale krijgsbuit in Masoeren is daar
door tot nu toe gestegen tot 7 géneraals,
meer dan 100.000 manschappen, meer dan
150 kanonnen en een nog niet te over
zien© hoeveelheid oorlogsmateriaal van al
lerlei soort, met "inbegrip van machinege
weren. Zware kanonnen en munitie wer
den door den vijand in vele gevallen begra
ven. Ook liet hij ze in de weren zinken.
Zoo werden bij Lötzen in het' Widminner-
meer acht Zware kanonnen door ons op
gegraven of uit het water gehaald.
Het tiende Russische leger, onder gene
raal baron Sievers kan dus als geheel
vernietigd beschouwd worden."
Eenerzijds moet men bewondering koes
teren voor de handige wijze, waarop de
Russen zich wisten te dekken tijdens den
terugtocht meesters als ze zijn in het
„strategisch retireeren", anderzijds moet
men het veldheers talent van Von Hinden
burg prijzen, die door het concentreeren
van groote troepenmachten en het toe
brengen van onverwachte stooten, den
ven, betreuren het dat er in den namid
dag niets ie bekijken valt. Ik ben de
dingen, nog aan 't bemijmeren als mijne
aandacht gewekt wordt door eenige men
sehen die ginder ver, den berg Tieghem
beneden komen gestormd. Evengauw ko
men er nog andere, langs alle wegen
en wegeltjes die den berg neerloopen,
uit de richting van Avelghem en Waer-
■maerde, die ook vluchten, voorbij1, in Wes
telijke richting. Er moet ginder iets gaan
de zijn. Op de velden zie ik de land
lieden aan 't werk die in der haast een
woord vernemen Van de vluchtelingen, hun
gereedschap neerwerpen en ook aan 't
loopen gaan. Er moet voorzeker iets ge
beurd zijn! Ik kom buiten en roep op
een meisje die ook het werk heeft la
ten steken en naar huis loopt. Zonder
in te houden schreeuwt ze zoo hard als
'tmaar kan: „Al de mannen van 18 tot
50 jaar worden opgepakt en moeten mee
gaan vechten met de Duitschers I" Mijn
eerste gevoel is om er hartelijk om te
lachen; wie mag er die formidable klucht
uitgevonden hebben Ik keer weer bij
mijn venster en ziede ploegers laten
paarden en ploeg in den brand en loopen
barvoets over stukken en velden 'tland
af. Altijd nieuwe vluchters komen uit
dezelfde richting en verdwijnen west
waarts. Ik spoed mij naar het dorp om
er meer van te vernemen. Hier echter
is 'tal op zijn ergst! Ik zie niets dan
Russen een nederlaag wist toe te brengen,
die hun heugen zal. i j
In het Westen slaan vooral de ver
bondenen een hoogen toon aan. Zeiroeren
zich gestaag en 'tmoet erkend niet
zonder succes.
Vooral in de laatste dagen ontplooien
zij ©en levendige werkzaamheid, met het
gevolg dat zij verschillende voordeden
wisten te behalen, die de Duitschers in
de meeste gevallen niet konden terug
winnen.
Bij Les Eparges, (in de vlakte van
Woevre, ten Z.O. van Verdun) b.v. schij
nen de Duitschers er alles op te zetten
om het verloren terrein te herwinnen,
tot dusver echter zonder eenig resultaat.
De Franschen vermelden verder nieuwe
vorderingen ten N. van Mesnil, waar ze
twee mitrailleuses en 100 gevangenen na
men.
Ten slotte geven we een kort over
zicht uit particulieren koker.
't Is een telegram van 21 Febr. uit Duin
kerken. Het beweert dan, dat de heftige
Duitsche aanvallen zich sinds eenige da
gen niet meer hebben 'herhaald, dat de
Engelsche en Fransche troepen daarente
gen eenige honderden meters terrein bij
Vermelles wormen.
D© verbondenen moesten Buly, ten W.
van Lens, tijdelijk ontruimen, doch krach
tig gesteund door het geschut op de hoog
ten van Trevillères sloegen zij den vijand
terug tot nabij Liévin.
Hardnekkige gevechten hebben nog hij
tusschenpoozen plaats aan de .oevers van
de Leye, vooral in de buurt van Warne-
ton, waar de Duitschers eenige bruggen
over het kanaal naar Rijssel hebben ge
slagen. Het spoorwegverkeer is sinds
veertien dagen ten behoeve van het le
gerbestuur geheel geschorst. De lijnen van
Béthun© naar Armentières en naar Lens
zijn opgebroken.
Boven Engeland zijn weer Duitsche vlie
gers geweest. Thans zijn Essex en Col
chester bezocht. Een paar bommen richt
ten slechts weinig stoffelijke schade aan.
Verzoening.
Een Belgische dokter schrijft in de „VI.
Stem:
Töt nog toe heeft geen enkel© episode;
geen enkel feit mij zoozeer getroffen dan
het tooneel dat ik, in September 1.1. te
Muysen hij Mechelen heb bijgewoond. Mijn
„poste de secours'v was in ©en klooster
op den Leuvenschen steenweg gelegen,
opgesteld. Rond 10 uur brengt men mij
een gekwetsten uhlaan, een kloeken kerel
van ten minste 1.85 meter, een echten,
reus. In weerwil zijner zware wonden is
hij een spraakzame jongen, opgewekt van
humeur.
Ik had hem juist verpleegd en hielp
hem op een draagberrie leggen, wanneer
een gepantserde auto voor mijn „poste"
stilstaat en een officier me toeroept:
„Vite, idocteur, un mort et un mourant".
De „doode" bleek nog niet dood te zijn,
maar lag met vermorzelden schedel, te
zieltogen. Wij leggen hem op een matras
en snellen naar den andere, die ©en ko
gel in het hoofd had. Hij: hield een kruis
beeld in de handen geklemd en kon nog
spreken.... Daarop komt een tweede gepant
serde auto aansnellen met luitenant graaf
X.... Do auto stond onder zijn commando,
de twee gewonden waren ingenieurs,
oude vrienden van hem die hij het uit
breken van den oorlog dienst hadden ge-
huilende vrouwen die hun man aanzet
ten om gauw te vluchten en het eenbaar
lijk gekerm met de herhaalde blacht: „Ze
nemen iedereen mee!" Ik .tracht van
iemand juist bescheid te krijgen; ik lach
hen uit, maar het pakt niet en men be
kijkt mij alsof oio zot was en op on
gelegen stond met kluchten afkom. Er
wordt geld gegeven en eten ingepakt, haas
tig afscheid genomen en het huilen en
jammerklagen herneemt. Sommige jong
gehuwde vrouwen vallen in bezwijming;
mannen bij wie de schrik in de beenen
zinkt en niet weg kunnen, stoppen zich
in bed en gebaren zich ziek "en stervende.
Kom, dat moet ophouden of er zullen
ongelukken gebeuren. Ik vermoed dat
eenige dronkaards te Rug'ge, misschien
iets verkeerds gedaan hebben en da.t de
soldaten om zich te wreken, er een aan
tal hebben meegenomen. Eene algemeen©
lichting van mannen tusschen 18 en 50
jaar 'tis onmogelijk en te zot om te
gelooven! En toch krijg ik iets als een
schok in 't gemoed als het toch waar
was Kon men iets gruwelijker uitdenken
dan ons, weeriooze mensahen, gebonden
me© te nemen om op ons eigen volk
te gaan schieten? Men gelooft het niet
en toch staat men er verpaft en ver-
gruwd bij. Zoolang het maar „gezegd"
werd, slaat het niet in, maar 't„zien"
van heel de bevolking die op de vlucht
gaat, maakt een verschrikkelijken indruk'.
nomen. Zinneloos van droefheid, werpt
hij zich op den stervende, omhelst hem
en roept: „Hun dood is mijne sahuld;
ik heb ze te ver uitgezonden....!"
De gekwetste Duitscher had ondertus-
schen stilzwijgend dit tooneel gadegesla
gen. De gewond© Belg riep maar aldoor
met (gebroken stem: Vive Dieu! Vive la
Belgique! Moi je meurs pour une juste;
cause! Wij besluiten beiden, Belg en Duit
scher in den auto naar Mechelen weg te
voeren.
Een ©ogenblik staan de twee draag
berries neven elkander en dan.... noen;
nooit zal ik het gebaar van dien Duit-
schen jongen vergeten!.... Zich moeizaam
oplichtend, met een kreet van bewon
dering en met tranen in de oogen, reikt
hij Iden Belg de hand;.... deze drukte ze
en zuchtte nog: „Vive la Belgique!" Wij
waren allen tot de tranen ontroerd. Het
was alsof de Duitscher vergiffenis vroeg
voor het leed door zijn land het kleine!
België aangedaan....
Duitschland's duikbootenfabriek!
Iemand, die juist uit Antwerpen terug
is, deelt aan de „N. R. Ct." mede, daar
uit bevoegde bron vernomen te hebben,
dat bij de Cockerill-werf te Hoboken hij'
Antwerpen duikbooten zijn en nog steeds
worden gemaakt. De werklui van eeni
groote onderneming, belendend aan deze
werf, verwonderden er zich 'reeds lang
over, dat men de werf met een hoogon
muur omgaf. Mijn zegsman zoo schrijft
men ons verder en eenige anderen!
weiden hiervan op de hoogte gesteld en,
door de werklieden geholpen, slaagden
zij erin spoedig te ontdekken wat er aan
de hand was. Op die onderneming n.l.
was er een groote hijschkraan, die zij
wisten te gebruiken om een blik te wer
pen aan de andere zijde van den nieuwen
muur. Mijn zegsman stelde de aanwezig
heid vast van een groot aantal Duitsche
werklui, marine-personeel en nog onafge
werkte duikbooten. Eenige dagen later
werd de hijschkraan opgeëischi en nu)
bleek aan bovenbedoelde getuigen, dat
men daarmede duikbooten in het water
nederliet, ter vaststelling van de zeewaar
digheid, proefstoomen, enz. Bij nadere
zijdelingsche navraag bleek, dat men dan
later de goedgekeurde, afgewerkt© duik
booten per spoor naar Zeebrugge of
Oostende overbracht en Wel onherkenbaar
verpakt of verdeeld.
Kwartier in Polen
Een Duitsch officier, die aan de Pilitza
in kwartier ligt, geeft de volgende aan
trekkelijke schildering van zijn verblijf:
Ik huis, want wonen kan men het niet
meer noemen, in een heel klein, smörig]
huisje, het laatste in het dorp-, met een,
kameraad en drie oppassers. Behalve wij
vijven, is er nog een Poolsche familie
van elf personen in het zelfde vertrek.
Het huisje heeft één kamer, die als wo
ning, slaapvertrek en keuken gebruikt
wordt, met een oppervlakte van ongeveer
vier en een 'halven meter in het vierkant
en een hoogte van 1 M. 80. De deur is
1 M. 50 hoog, het raampje 50 bij 80 centi
meter. 'Dit ziet Uit op de Pilitza. Het
huisje is geheel van hout, met stroo ge
dekt, zooals alle 'huizen op het platteland!
in Polen.
De vloer bestaat uit gestampte klei/De
kachel, die tegelijk als fornuis dienst doet,
is 1 M. 40 bij 1 M. 80 in oppervlakte.
Ik spreek nog altijd mijn twijfel uit om
mezelf en de omstanders te overtuigen
dat 't strijdt tegen het volkenrecht, dat 't
onuitvoerbaar is, enz;. Maar de menschen
gelooven niet meer aan 'tgteen recht of
onrecht heet en 'zé hebben gehoord dat
alles mogelijk en alles toegelaten is.
De pastor, de burgemeester, de dokter,
al de notabelen staan om 'teven versla
gen en besluiteloos gereed ook om
maatregelen te nemen en zich niet te la
ten pakken. Ge moet de weztens zien van
de anders onverroerbare kalme menschen
Dat het nu juist gebeurt als te morgen
dat leger voorbij; is gegaan, versterkt bij
sommigen nog de waarschijnlijkheid van
het akelige nieuws. Langs de straat ont
moet ik een vrouw met twee kinderen
die van Avelghem komt zij' moet er
dus alles vau weten, want van ginder
uit is de vlucht begonnen. „Zie, mijn
heer, zegt ze kermend, „ik moet hot niet
erger maken dan het is maar de va
der van dien knaap hier, is uit de han
den der soldaten gevlucht, zé wilden de
jongens ook meenemen, en ik ben er
mee weggeloopen. Twee mannen zijn reeds
voor den kop geschoten omdat ze niet
mee wilden enwaar de mannen weg
gevlucht zijn, vermoorden ze wijf en kin
deren!'1
i 1 1 1
(Woirdt vervolgd-)