J\o. 116 Dinsdag 16 Februari 1915 29e «laargang SSaapkamer, UT ten. reren ïschrijving en Koe, bediende Uit de Pers. De Groote Oorlog. G. WLAND 50 cA. m, I ingevuld per hee f/wee soliede bor- 6r of op 16 Fe- loeden staat Koe, IvRAAGD knecht rerancier 1.26 „006 Joensdag. lerijlaagte. rrïmpe Burger jaren: 10UWLAND. straatweg naar iamd „liet halve <e, te Kwaden- [>otschen weg; met fruitboomen >rioppervruch- r. uur 's middags, Is E. C. VAN DIS- Idere inlichtingen P: llrijpskerke. lek. 22 Febr., festkapelle. pril de nabijheid van huurprijs enz. „De Zeeuw" te door Heer, P. G. pension. Br. met gave aan het bu- >es onder No. 10. )K te koop. Te ïR Cz., Badstraat, >P: ïtige Cadzand- lt) en drie Loop- lUTERS, 't Zand een kinge. a. s. BBERGH te Wol fed: end met het cou- Jïgte met het bed- Istrekt tot aanbe lde, Manufacturen, lapkamurameuble- |SE, Koudekerke, lij Boekhandelaar id-Huishoudster lefst middelbaren Idres Boekhande Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN IE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Engeland en Egypte. I. Van de oorlogvoerende mogendheden over welke wij' ons oog ziouden laten gaan, is thans Engeland aan de beurt. Wij heb ben echter reeds vroeger zoo duidelijk mogelijk, voorzioover dat aan een ronden Zeeuw in een. neutraal land is toegestaan, onze meening omtrent dit land gezegd, dat wij ons ,van de;n plicht om 'tnog eens te doen, ontslagen mogen rekenen. Wat in den laatsten tijd omtrent Enge land openbaar werd, als daar ztijn beslag legging, varen onder valsche vlag, Noord- zeeafsl uiting en andere maatregelen die een neutrale mogendheid, ook Nederland, zoo materieel als moreel beroeren, strekt niet o.m ons van meening te doen veranderen. In oorlogstijd moet men. spaarzamelijfc doen met alles, en geldt ook voor de pers do eisdi dat zij, meer nog dan an ders, huishoudelijk omga met haar lof. En wij moeten eerlijk bekennen ten opzichte van Engeland valt deze ons opgelegde verplichting ons niet al te Zwaar. Wij schreven boven dit opstel: Enge land en Egypte. Niet omdat wij, de eene mogendheid negeerende, de andere zouden naar voren brengen. Dat zou reeds hierom niet kunnen omdat Egypte al se dert eeuwen geen mogendheid meer is. Wij' deden dit enkel hierom; dewijl Egypte, in letterlijken zin kind van de rekening, in andere handen is overgegaan. Egypte ïs door Engeland geannexeerd. Het land aan den Nij'l is derh'alve nu niet meer onder do souvereiniteit van Turkije, het is eon Bo-it.sc,he bezitting geworden. Dat is dan nu geworden vim het mach tige land der Faraonen, het land dat reeds tweeduizend jaar voor onze Christelijke jaartelling een invloedrijke plaats innam onder de volken; toen reeds een be schaafde staat was met degolijfcen land bouw en uitgebreiden handel, eerbied af dwingende door zijn schatten van bouw kunst en zijn stoute proeven van scheep vaart. Uit do Schrift weet men dat de laatste Pharao Neoho in de zevende eeuw vóór Christus, door Nebucadnezar werd verslagen, en Egypte niet vele jaren daar na bij het Perzische Rijk- werd ingelijfd. Toen dit laatstgenoemde Rijk onder de vuist van Alexander den .Groote ineen stortte. werd ook Egypte een provincie van het Macedonische .Rijk; Alexander, die en- de naar hem genoemde stad Alexan dria stichtte, welke hij tot zijn rijks zetel verhief, maakte dit deel van zijn rijk tot middelpunt van den wereldhan del en kweekplaats der wetenschap. In de dagen van 'sHeilands omwandeling •op aarde was Egypte een provincie van het Romeinsche Rijk. In de zesde •eeuw na Christus kwam het onder de macht der keizers van het Byzantij'nsche Rijk, spoedig daarop viel het in han den van de mohainmedaansche Arabie ren, die er de stad ICaïro stichtten, na onder bevel van Omar eerst Alexandria, daarna heel het land veroverd te hebben. Van toen af regeerden er de KhaJifern 'door landvoogden. Een dezer, Aohmed, •een Turk, maakte zich in 868 onafhan kelijk en nam den titel van Sultan aan. iEen van diens opvolgers veroverde ook Palestina, en „omringde zich, in '1250, door een lijfwacht van Mamelukken, die weldra oppermachtig werden en sultans .uit hun midden op den troon.plaatsten. i Toch genoot Egypte onder hun bestuur nog een Zekere welvaart. Arabische koop lieden brachten namelijk de Indische wa ren mot schepen naar Suez, vanwaar deze kostbare producten op kameelen naar Alexandria •gebracht werden, hetwelk al- zoo den. alleenhandel op Europa had. Doch niet zoodra had Vasoo de Gama in 1498 den zeeweg naar Indië gevon- den, of de Indische koopwaren gingen direct naar Europa, en zoo Verviel Alexandria, en met haar Egypte in on beduidendheid. In 1528 ging het land uit de handen der Mamelukken in die de» Turken, over; en het bleef Turksoh, be houdens een oogenblik Van Frunsche ave»- heerscMng, die echter door Engelands toe doen spoedig, een einde nam. Engeland acütlte het destijds in zijn belang de Turk- sdhe macht over Egypte te herstellen. In 1832 stond de Onderkoning Mehemed- Ali tegen den Sultan op, en maakte zich feitelijk onafhankelijk, hoewel, bij het ver drag van 13 Februari 1841 door de vijf groote mogendheden Pruisen, Rusland, Oostenrijk, Engeland en Frankrijk (de be ginletters vormen het woord proefI) gewaarborgd, de souvereiniteit van den Turkschen Sultan verzekerd werd. Deze Mehémed-Ali, die, naar men zegt, lezen noch schrijven kon, maar veel talent had als staatsman en als krijgsman, braoht Egypte tot bloei; door de krijgsmacht en den landbouw op Europeesohe leest te schoeien. In 1848 werd hij krankzinnig en sedert dien tijd legeerden zijn afstam melingen, nu eens door Frankrijk, dan weer door Engeland gesteund. Aanvan kelijk scheen de Fransche invloed helt te winnen. Maar Fransch© waterbouw kunst en energie werden door Engelsoh© „staatskunst" en zelfzlucht belemmerd in den persoon van Ferdinand de Lesseps. (Wordt vervolgd.) Uitvour van varkensvleesch. Telkens wanneer wij een wagen met varkensvleesch zien uitrijden, denken wij daar igaat weer een bezending van ons land. En zoo j's hot immters? Konden die varkens niet beter in ons land blijven en wanneer zij wat zwaarder 'zijn voor onzo consumtie worden geslacht? Waar om moet al 'dat lichte vee naar Enge land? Nu hebben wel de vark ens mesters een zoeit winstje, maar hoe groot is niet het verlies dat de middenstander en de arbeider lijden door het dure s,pék en varkensvleesch In een der groote bladen herinnert een slager er aan dat de vette varkens op 2.6 Januari te Rotterdam nog 74 ceint golden, en dat men er 8 Februari reeds 88 a 92 cent per kilo- voor betaalde. Kan, mag dit zoo blijven? Moet de uitvoer van varkens niet worden beperkt? De slagers treft hier geen blaam. Een groote 'firma herinnerde er deze» dagen in een onzer dagbladen nog aan hoe groote partijen verei.se,ht worden om een varken van 92 cent per K.G. zon der veriies te verkoopen. Totaal verbod van uitvoer zou de var- kensmesters onigémeen foenadeelen. Maar beperking van uitvoer ware allicht 'het juiste middel tot stuiting van het kwaad. Artikel 4 deï B1 ockade-acte. „De Standaard" schrijft: De afsluiting van een haven of een deel der kust is een geweldmiddel in oorlogstijd, dat nog op het Congres te Parijs in 1856, niet alleen erkend, maar ook aangevuld is. Tot destijds toe gold als reigel: lo. dait een Blockade alleen opgelegd kan worden door oen Regeeiing of door een haar gezag uitoefenende overheid; 2o. dat de Blockade zoo snel mogelijk en tijdig genoeg in alle land moet worden aange kondigd; en 3e. dat ook de sichapen van neutrale Staten zich naa'r dezie Blockade hebben te gedragen. Doch nu is hiieffl te Parijs in de vierde plaats nog, bijge voegd, dat de Blockade effectief moet zijn, d.i. dat de afsluiting van havensl of kust plaats moet hebben door een genoegzaam aantal oorlogsschepen. Dit laatste geeft nu natuurlijk moei lijkheid. Te Parijs lis in 1856 nocth op lucht schepen van oorlog noch op onderzee- schepen gedoeld. Er werd toen nog niet aan gedacht, dat de gewone drijvende schepen van oorlog, door stoom of door wind zich voortbewegen, welhaast con currenten in de lucht en onder de wa teren zouden zien opdagen. ■Hieruit nu ontstaat de vraag, of deze concurrenten al dan niet te beschouwen zijn, als in de declaratie Van Parijs be grepen. Nu zou men eenerz'ijds zeggen, onge twijfeld. Een luchtschip met wapening is evenzoo een oorlogschip als een kruiser, en van de onderzeeboot geldt geheel het zelfde. Alleen maar, er rijst dit bezwaar voor de neutralen uit op, dat de neutrale han delsschepen deze schepen van oorlog niet zien, en dus er hun vaart niet naar richten kunnen, en dat ze alzoo niet in staat zijn te beoordeelen, of op het punt waarop ze de blockadelijn doorbreken zul len, kustwacht aanwezig is. Plotseling kan die wacht hun uit de lucht overvallen of uit den oceaan kot- men opduiken, maar met eigen, verrekij ker ontwaren waar de afshiitingslijn get- trokken is, kunnen de neutrale schepen niet. Ook 'dit punt zal nadere omschrijving vorderen. Jammer maar, dat die niet ko men kan zoolang de oorlog voortduurt. Beknopt overzicht van .ien toestand. Op het Oostelijk front vinden nog; de meest belangrijke acties plaats. 'Nog jis de terugtocht der Russen ten Noorden van de Wefcihseil d.i. tegenover West- en Oost-Pruisen niet tot stil stand 'gekomen. Het succes der Dnitsqhieirs breidt zich dus nog steeds uit. In 'het centrum aan den Zuidoosthoek van Oost-Pruisen dus houden zij den vij and echter tegen. Met .groote heftigheid wordt hief (ge streden. Volgens de Russische berichten strek- keu zich de Russische linies nu van Mo- ohowo Langs don spoorweg Myoehinez. Ostrolenka, en de Russisch© gransplaats- jes ten Z.-O. van Lyck, Raigrod en Gra- jewo tot aan do Njemen. Nu wordt bij, Lyck het felst gevochten. Het schijnt, dat hier de Russen aan d© achte'ivolging van de Duitschcrs krach tig tegenstand pogen te bieden, of dat de Duitsohers hieï overal een hardnekki|g offensief tegen de standhoudende Russen probeeren. Misschien heeft de kranige 'von Hindenburg een groote troepenmacht op één punt willen cancentreieiren om zich daar door de vijandelijk© linie, een weg te b.anen. Deze strijd is inderdaad van gtrooliei beteokenis en van don uitslag; kan veel afhangen, waarom men dien dan ook met buitengewone belangstelling tegemoet ziet. Karpathen en Bockoiwina hebben ons niets nieuws te vertellen. Beide partijdp schijnen elkaar nog in evenwicht te hou den. De plaatselijke voordeeien, die ger meld worden, zijn niet van invloed op den loop van het hoofdgeding. Hetzeli'do kan geztegd van de krijgs verrichtingen van het Westelijk oorlogs- terrein. Toch moet hot verwondering en bewondering wekken, dat de Duitsohers ondanks het feit, dat zoovele strijd krachten naar het Oosten gingen hier nogzoo groote actie kunnen blijven ont wikkelen. Men kan dan ook overtuigd zijn, dat hier nog wel zooveel troepen zijn over gebleven, dat men voor een doorbraak vooralsnog' niet bang behoeft te zijn. Slechts matig is de belangstelling voor het slagveld in verhouding tot die Voor de maatregelen tot den Engelsch-Duitschen onderzee-oorlog. De neutral© scheepvaart schijnt een ern stige belemmering haast niet te kunnen voorkomen. Duitschland heeft de puntjes op do i's glezet en wil van geen wijken weten. Doch nu regent het nota's. Scandinavië en Italië bleven niet ach ter en thans heeft ook Nederland mat klem geprotesteerd tegen de tactiek, die onze scheepvaart in groot gevaar brengt. In deze tot de Dnitsche regéering ge richte Hollandsche nota wordt ontkend, dat het verwijt aan do 'neutrale staten in de Duitsoho varklaring, wat Nederland betreft, gegrond is. Betreffende de Ver klaring van een deel der zee tot oorlogs gebied, zijn gelijksoortige bezlwarietn ken baar gemaakt als vroeger aan Engeland over afsluiting der Noordzee. Betreffende de gevaren voor de Nederiandsolie scheep vaart wordt volgehouden, dat de neu trale schepen aanspraak hebben op vol doende onderzoek naar natie. Onze Re geering maakte .bedenkingen kenbaar bij Engeland tegen misbruik der neutrale vlag. Hieruit blijkt dus, dal de Nederlandsche regeering zich bij het protest der Ver. Staten tegen de Duitsche verklaring heeft aangesloten, en eveneens bij het Ameri- kaansche protest tegen Engeland's handel- wijize omtrent het gebruik der neutrale vlag. Onze regeering heeft derhalve niets meer of minder gedaan dan wat Van een neutraal land, dat met grooten ernst z'n onzijdigheid tracht te bewaren, mag verwacht worden. Intusschen scheiden ons nog slechts weinige uren van den 18en Februari. Met bezorgdheid vraagt men zich af, wat de naaste toekomst te ervaren zal geven. Protest der Belgische regeering. De Belgische regeering beeft, volgens, een mededeeling van de „Vlaamschiel Stem", aan de verbonden en neutrale mogendheden een officieelprotest inge stuurd tegen het beginsel van de taks, die de afwezige Belgen zouden moeten be talen. Het protest zegt o.m.: In België binnenrukkend, hebben de Dnitsche troepen geen geweld ontzien om de bevolking den schrik aan te jagen; zij hebben de steden vernield, de hoeven in brand gestoken, do dorpen verwoest, de eerlooz© burgers vermoord; de vlucht is voor velen het ©enige middel geweest om hun leven te redden en hunne eer te behouden. De schrik is het geheel© land meester geweest; nu wil, bittere spot, de Duit- sche regeering de .afwezigen straffen, de zen, to weten, die verschrikt door de woestheid van zijn handelswijlze met te genzin hun vaderland en hunne huizen, verbrand of in puinhoopen misschien, hebben moeten verlaten, om 'een pijn lijk leven pp den vreemde te leiden. Bij bevel van 1 Januari 1915, heeft de gouverneur-generaal besloten dat de Biel- gen, die vrijwillig him huis verlieten s©- dert het begin van den oorlog en in België niet terug kwamen voor 1 Maart 1915, buitengewoon aangeslagen zullen zijn ten beloope van tienmaal het bedrag der personeele belasting; waarvoor zij in het jaar 1914 aangeschreven waren. Deze belasting is in strijd met de be ginselen der rechtvaardigheid en liet fis caal stelsel van België, en (dus niet over een te brengen met dé artikelen 4, 46, 48 en 49 van de vierde Haagsqhe conven tie. Alleen sluw© spitsvondigheid kan (haai den schijn geven van een persoonlijke belasting, gelijkend op: de persoonlijke be lasting door de bestaande wetten inge voerd, terwijl zij er wezenlijk van verschilt. Zij miskent geheel den .geest van het Belgisch fiscaal stelsel; in plaats van,, overeenkomstig de landswetten, bet onder zoek van de 'aans 1 agyoorwaardenen Voor namelijk van de wettiging dei- afwezig heid ,aan de rechterlijke macht over te laten, laat zij (de beslissing uitsluitend over aan de feitelijke uitvoerend© macht, den Dnitschen fiscus, die rechtstreeks bij de grootst-mogelijke inkomsten betrokken is' en zonder tegensprebelijk ©n openbaar' debat, en zonder onderzoek zal schatten. Het bedrag 'zelf, is niet matig, maar komt voor ons een echte plundering;' het wordt bij' al' de andere belastingen ge voegd en is vastgesteld op' tienmaal de personeele belasting, die vóór* den oorlog als normaal aangezien werdop straf van dwanguitvoering, moet zij' betaald worden op een oogenblik als er noch inkomsten noch loopend geld is, als een wettig mo ratorium en feitelijke moeilijkheden dei betalingen tegenhouden; d© taks is, In feite, een bedekte verbeurdverklaring. Deze nieuwe belasting is des te hate lijker daar het land uitgeput is door den oorlog, de opeischingen en de collectieve boeten, door de talrijke in-beslagnemingen en het vervoer naar Duitschland van vee, eetwaren en grondstoffen voor de nijver heid onmisbaar. Terwijl zijl de inning der belastingen door de bestaande wetten vastgesteld be- vool, heeft de Duitscho regeering nog kor telings een buitensporige oorlogsschatting geëischt, gelijkstaande met twintigmaal het bedrag der taksen en belastingen, jaar lijks door de negen provincies geïnd. De.Dnitsche regeering kon de stemming in de provinciale raden van die maan- delijksche belasting van 40 millioen ver krijgen na den 14 December 1914 uitdruk kelijk verklaard te hebben „dat er geen ander© belastingen meer aan het land/ zouden opgelegd wordein." Het is juist na die verklaring en na die stemming, 'dat zij dien onrechlvaar- digen maatregel tegenover de afwezigen getroffen heeft. Deze belasting is niet alleen een miskenning van de Haagschei overeenkomst; zij is ook een grievendié tekortkoming aan een kortelings-plechtig- aangegane belofte. Nog iets van het Ysorfront. Aan een brief uit Ooslkerke aan de Maasbode ontleenen we het volgende: De Fransehe zijn voorbij' Nieuwpoort de Yser overgetrokken en verplichtten de Duitschers Lombaertsyde en St. George op te geven. De Belgen zijn ook over de inundatie te Mannekensvere, dat even eens door de Duitschers bezet was. Ramsoapelle aan dezen kant van de Yser, waartegen de Duitschers een heel leger korps wierpen, bleef na de slachting van October, waarvan de Duilschers zelf met ontzetting spreken, in handen der Bel gen. Het dappere kleine leger behield te vens Pervyse, ondanks dat de Duitsohers er weken lang, ja maanden lang, een regen schroot op wierpen. Na moord dadige gevechten slaagden de Duitschers er toen in, dank zij hun overmacht, oud- Êjtuivekenskerke te veroveren en Dixmui- den onderging hetzelfde lot. Sinds weken is de toestand te oud- Stuivekenskerke en Dixmuiden ten gunste der Belgen veranderd. Te Dixmuiden slaagden de Belgen, ondanks het vuur van den vijand, er in een bruggehoofd over het kanaal te slaan; dit als gevolg' van Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. een offensief, dat de Duitschers een tijd de stad deed ontruimen. Nu zijn ze er weer in teruggekomen. Te oud-Stuivekemskorke hadden maan den lang geweldige gevechten plaats om het bezit of het behoud der stelling. Hoe verwoed de gevechten waren, daarvan droeg het dorpje vreeselijke sporen. Do artillerie had er alles vernield en ver gruisd. Van de kerk waren de muren geheel weggeslagen. Indrukwekkend yan desolatie en stoere kracht tevens stond nog slechts de helft van den toren, van boven tot onder in doorsnee weggescho ten, het Vijandelijk schroot trotseerend. Akelig donker afgeteekend tegen het firma ment, huilde de wind door zlijin gapende holten. Naast den toren een paar hnizien helf vernield, al de andere verbrokkeld. Het kerkhof, dat getuige was geweest van bloedige gevechten, was platgetrapt door de strijders, die den tegenstanders het terrein betwistten, de gesneuvelden vervangend, om op hun beurt te val len. Geen grafsteenen meer, geen kruisen meer. Het stille plekje, waar de dooden hun laatsten slaap sliepen, was nog slechts een modderplas. Een enkel kruisje stoml er triest in het vuil. Daar lagen dappere Belgen met piëteit begraven door kame raden. De groote gaten door de houwit sers geslagen, waren hier zelfs niet meer zichtbaar, het water had er modderkui len van gemaakt. Het is slechts na maandenlange, offer- volle gevechten, meter voor meter door de inundatie voortrekkend, dat de Bel gen dit plekje nation alen grond veroverden Iedere meter puingrond had hier een menscihenleven gekost en nog' gaat Zelden een dag voorbij of de dapperen, die het veroverden, worden beschoten. De plaats is zoo gevaarlijk, dat men de troepen slechts 's nachts aflost. We verlieten de plaats niet zonder eenigen jongens, die in die loopgraven de plaats verdedigen een woord van lof toe te 'spreken en hartelijk de hand te druk ken. Een lang vertoeven was ook niet raadzaam, want minder dan een „boog- scheute" verder stegen onheilspellend de| vuurpijlen der Duitschers in de lucht. Ons voor alle gerucht in acht nemend, keerden w© op onze stappen terug. We zouden nu het arme Pervyse zien. Oéeni beschrijving is biji machte er een beeldj van de ellende we r te geven. In tegen stelling met oud-Stuivekenskerke, waar van de kerk nog een halve toren recht staat, is hier de toren heeleinaal neerge schoten en staan alleen nog puinen van muren overeind. Het gemeentehuis is ver woest, het klooster is verwoest, de huizen, zijn verwoest, neergeworpen, uiteengerei- ten, vergruisd; piet op enkel© plekken, maar heele rijen, heel het dorp door. De straten, do hoven, het kerkhof, alle zijn doorzeefd van projectielen. Vierhonderd! lijken van Duitschers werden hierheen ge bracht en begraven onder den grond, dien' ze niet wisten te eerbiedigen. Een lange) groeve werd ons getoond. „In deze liggen 150 Duitschers", zeid© ons een der officieren, die Pervyse ver dedigt. En hij bracht de hand aan zijn kepi. Op het oogenblik, dat w© naar de loopgraven trokken, hoorden we in de ver te een kanonschot afgaan. We bleven! staan. Sissend kwam een houwitsers aan gevlogen en sloeg heel ver in de velden, zonder te ontploffen. Zoo gaat bijna geen' dag voorbij, of de Duitschers beschieten het dorp. Doch zij treffen er nog slechts ruïnen. Wij troffen in de loopgraven weer de moedige vastberaden soldaten aan, gehard door het strenge soldatenleven, maar dié zelfs in het gevaar de Vlaamsche, joviali teit niet vergeten. Een onder-officier pre senteerde ons zijn „villa", zoo noemde/ hij de onderaardsche woning, waar hij) met zijn mannen dekking vond. En nog wel „Villa de la Reine." Het stond koven den ingang met krijt op een bord geschre ven onder een gekroond Lieve Vrouwe- hoofd, gevonden in de puinen der kerk van Pervyse. Voor een paar dagen was koningin Elisabeth de jongens in hu'ri loopgraven komen bezoeken en hét isl als herinnering aan hun vorstin, dat ze hun loopgraaf „Villa de la Reine" doop ten. Uit Belgisch Limburg. Men meldt ons uit Roermond: Doordat duizenden Belgisch© jongelin gen, ondanks de strenge maatregelen dei' Dnitsche militaire overheid, den laatsten tijd in Limburg, Noo'rdbrabant en Zeeland over de Nedetrlandsche grenzen trokken, daarin meestal geholpen door de Belgische grensbewoners, deed de Duitsohe over heid steeds scherper de grens bewaken. Te Caulille vervoegden zich voor eon1 paar dagen twee personen, die voorga ven uit Hasselt te komen; ze zouden gaarne over de grens gebracht worden. Een tweetal Belgen stelden zich daar-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1