J\o. 116
Dinsdag 16 Februari 1915
29e «laargang
SSaapkamer,
UT
ten.
reren
ïschrijving
en Koe,
bediende
Uit de Pers.
De Groote Oorlog.
G.
WLAND
50 cA.
m,
I ingevuld per hee
f/wee soliede bor-
6r of op 16 Fe-
loeden staat
Koe,
IvRAAGD
knecht
rerancier
1.26
„006
Joensdag.
lerijlaagte.
rrïmpe Burger
jaren:
10UWLAND.
straatweg naar
iamd „liet halve
<e, te Kwaden-
[>otschen weg;
met fruitboomen
>rioppervruch-
r.
uur 's middags,
Is E. C. VAN DIS-
Idere inlichtingen
P:
llrijpskerke.
lek. 22 Febr.,
festkapelle.
pril
de nabijheid van
huurprijs enz.
„De Zeeuw" te
door Heer, P. G.
pension. Br. met
gave aan het bu-
>es onder No. 10.
)K te koop. Te
ïR Cz., Badstraat,
>P:
ïtige Cadzand-
lt) en drie Loop-
lUTERS, 't Zand
een
kinge.
a. s.
BBERGH te Wol
fed:
end met het cou-
Jïgte met het bed-
Istrekt tot aanbe
lde, Manufacturen,
lapkamurameuble-
|SE, Koudekerke,
lij Boekhandelaar
id-Huishoudster
lefst middelbaren
Idres Boekhande
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN IE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Engeland en Egypte.
I.
Van de oorlogvoerende mogendheden
over welke wij' ons oog ziouden laten gaan,
is thans Engeland aan de beurt. Wij heb
ben echter reeds vroeger zoo duidelijk
mogelijk, voorzioover dat aan een ronden
Zeeuw in een. neutraal land is toegestaan,
onze meening omtrent dit land gezegd,
dat wij ons ,van de;n plicht om 'tnog
eens te doen, ontslagen mogen rekenen.
Wat in den laatsten tijd omtrent Enge
land openbaar werd, als daar ztijn beslag
legging, varen onder valsche vlag, Noord-
zeeafsl uiting en andere maatregelen die een
neutrale mogendheid, ook Nederland, zoo
materieel als moreel beroeren, strekt niet
o.m ons van meening te doen veranderen.
In oorlogstijd moet men. spaarzamelijfc
doen met alles, en geldt ook voor de
pers do eisdi dat zij, meer nog dan an
ders, huishoudelijk omga met haar lof.
En wij moeten eerlijk bekennen
ten opzichte van Engeland valt deze ons
opgelegde verplichting ons niet al te
Zwaar.
Wij schreven boven dit opstel: Enge
land en Egypte. Niet omdat wij, de
eene mogendheid negeerende, de andere
zouden naar voren brengen. Dat zou reeds
hierom niet kunnen omdat Egypte al se
dert eeuwen geen mogendheid meer is.
Wij' deden dit enkel hierom; dewijl Egypte,
in letterlijken zin kind van de rekening,
in andere handen is overgegaan. Egypte
ïs door Engeland geannexeerd. Het land
aan den Nij'l is derh'alve nu niet meer
onder do souvereiniteit van Turkije, het
is eon Bo-it.sc,he bezitting geworden.
Dat is dan nu geworden vim het mach
tige land der Faraonen, het land dat reeds
tweeduizend jaar voor onze Christelijke
jaartelling een invloedrijke plaats innam
onder de volken; toen reeds een be
schaafde staat was met degolijfcen land
bouw en uitgebreiden handel, eerbied af
dwingende door zijn schatten van bouw
kunst en zijn stoute proeven van scheep
vaart.
Uit do Schrift weet men dat de laatste
Pharao Neoho in de zevende eeuw
vóór Christus, door Nebucadnezar werd
verslagen, en Egypte niet vele jaren daar
na bij het Perzische Rijk- werd ingelijfd.
Toen dit laatstgenoemde Rijk onder de
vuist van Alexander den .Groote ineen
stortte. werd ook Egypte een provincie
van het Macedonische .Rijk; Alexander,
die en- de naar hem genoemde stad Alexan
dria stichtte, welke hij tot zijn rijks
zetel verhief, maakte dit deel van zijn
rijk tot middelpunt van den wereldhan
del en kweekplaats der wetenschap. In
de dagen van 'sHeilands omwandeling
•op aarde was Egypte een provincie
van het Romeinsche Rijk. In de zesde
•eeuw na Christus kwam het onder de
macht der keizers van het Byzantij'nsche
Rijk, spoedig daarop viel het in han
den van de mohainmedaansche Arabie
ren, die er de stad ICaïro stichtten, na
onder bevel van Omar eerst Alexandria,
daarna heel het land veroverd te hebben.
Van toen af regeerden er de KhaJifern
'door landvoogden. Een dezer, Aohmed,
•een Turk, maakte zich in 868 onafhan
kelijk en nam den titel van Sultan aan.
iEen van diens opvolgers veroverde ook
Palestina, en „omringde zich, in '1250,
door een lijfwacht van Mamelukken, die
weldra oppermachtig werden en sultans
.uit hun midden op den troon.plaatsten.
i Toch genoot Egypte onder hun bestuur
nog een Zekere welvaart. Arabische koop
lieden brachten namelijk de Indische wa
ren mot schepen naar Suez, vanwaar deze
kostbare producten op kameelen naar
Alexandria •gebracht werden, hetwelk al-
zoo den. alleenhandel op Europa had.
Doch niet zoodra had Vasoo de Gama
in 1498 den zeeweg naar Indië gevon-
den, of de Indische koopwaren gingen
direct naar Europa, en zoo Verviel
Alexandria, en met haar Egypte in on
beduidendheid. In 1528 ging het land uit
de handen der Mamelukken in die de»
Turken, over; en het bleef Turksoh, be
houdens een oogenblik Van Frunsche ave»-
heerscMng, die echter door Engelands toe
doen spoedig, een einde nam. Engeland
acütlte het destijds in zijn belang de Turk-
sdhe macht over Egypte te herstellen.
In 1832 stond de Onderkoning Mehemed-
Ali tegen den Sultan op, en maakte zich
feitelijk onafhankelijk, hoewel, bij het ver
drag van 13 Februari 1841 door de vijf
groote mogendheden Pruisen, Rusland,
Oostenrijk, Engeland en Frankrijk (de be
ginletters vormen het woord proefI)
gewaarborgd, de souvereiniteit van den
Turkschen Sultan verzekerd werd.
Deze Mehémed-Ali, die, naar men zegt,
lezen noch schrijven kon, maar veel talent
had als staatsman en als krijgsman, braoht
Egypte tot bloei; door de krijgsmacht en
den landbouw op Europeesohe leest te
schoeien. In 1848 werd hij krankzinnig
en sedert dien tijd legeerden zijn afstam
melingen, nu eens door Frankrijk, dan
weer door Engeland gesteund. Aanvan
kelijk scheen de Fransche invloed helt
te winnen. Maar Fransch© waterbouw
kunst en energie werden door Engelsoh©
„staatskunst" en zelfzlucht belemmerd in
den persoon van Ferdinand de Lesseps.
(Wordt vervolgd.)
Uitvour van varkensvleesch.
Telkens wanneer wij een wagen met
varkensvleesch zien uitrijden, denken wij
daar igaat weer een bezending van ons
land.
En zoo j's hot immters? Konden die
varkens niet beter in ons land blijven
en wanneer zij wat zwaarder 'zijn voor
onzo consumtie worden geslacht? Waar
om moet al 'dat lichte vee naar Enge
land? Nu hebben wel de vark ens mesters
een zoeit winstje, maar hoe groot is niet
het verlies dat de middenstander en de
arbeider lijden door het dure s,pék en
varkensvleesch
In een der groote bladen herinnert een
slager er aan dat de vette varkens op
2.6 Januari te Rotterdam nog 74 ceint
golden, en dat men er 8 Februari reeds
88 a 92 cent per kilo- voor betaalde. Kan,
mag dit zoo blijven? Moet de uitvoer
van varkens niet worden beperkt?
De slagers treft hier geen blaam.
Een groote 'firma herinnerde er deze»
dagen in een onzer dagbladen nog aan
hoe groote partijen verei.se,ht worden om
een varken van 92 cent per K.G. zon
der veriies te verkoopen.
Totaal verbod van uitvoer zou de var-
kensmesters onigémeen foenadeelen. Maar
beperking van uitvoer ware allicht 'het
juiste middel tot stuiting van het kwaad.
Artikel 4 deï B1 ockade-acte.
„De Standaard" schrijft:
De afsluiting van een haven of een
deel der kust is een geweldmiddel in
oorlogstijd, dat nog op het Congres te
Parijs in 1856, niet alleen erkend, maar
ook aangevuld is.
Tot destijds toe gold als reigel: lo.
dait een Blockade alleen opgelegd kan
worden door oen Regeeiing of door een
haar gezag uitoefenende overheid; 2o. dat
de Blockade zoo snel mogelijk en tijdig
genoeg in alle land moet worden aange
kondigd; en 3e. dat ook de sichapen van
neutrale Staten zich naa'r dezie Blockade
hebben te gedragen. Doch nu is hiieffl
te Parijs in de vierde plaats nog, bijge
voegd, dat de Blockade effectief moet
zijn, d.i. dat de afsluiting van havensl
of kust plaats moet hebben door een
genoegzaam aantal oorlogsschepen.
Dit laatste geeft nu natuurlijk moei
lijkheid.
Te Parijs lis in 1856 nocth op lucht
schepen van oorlog noch op onderzee-
schepen gedoeld. Er werd toen nog niet
aan gedacht, dat de gewone drijvende
schepen van oorlog, door stoom of door
wind zich voortbewegen, welhaast con
currenten in de lucht en onder de wa
teren zouden zien opdagen.
■Hieruit nu ontstaat de vraag, of deze
concurrenten al dan niet te beschouwen
zijn, als in de declaratie Van Parijs be
grepen.
Nu zou men eenerz'ijds zeggen, onge
twijfeld. Een luchtschip met wapening is
evenzoo een oorlogschip als een kruiser,
en van de onderzeeboot geldt geheel het
zelfde.
Alleen maar, er rijst dit bezwaar voor
de neutralen uit op, dat de neutrale han
delsschepen deze schepen van oorlog niet
zien, en dus er hun vaart niet naar
richten kunnen, en dat ze alzoo niet in
staat zijn te beoordeelen, of op het punt
waarop ze de blockadelijn doorbreken zul
len, kustwacht aanwezig is.
Plotseling kan die wacht hun uit de
lucht overvallen of uit den oceaan kot-
men opduiken, maar met eigen, verrekij
ker ontwaren waar de afshiitingslijn get-
trokken is, kunnen de neutrale schepen
niet.
Ook 'dit punt zal nadere omschrijving
vorderen. Jammer maar, dat die niet ko
men kan zoolang de oorlog voortduurt.
Beknopt overzicht van .ien toestand.
Op het Oostelijk front vinden nog; de
meest belangrijke acties plaats.
'Nog jis de terugtocht der Russen ten
Noorden van de Wefcihseil d.i. tegenover
West- en Oost-Pruisen niet tot stil
stand 'gekomen. Het succes der Dnitsqhieirs
breidt zich dus nog steeds uit. In 'het
centrum aan den Zuidoosthoek van
Oost-Pruisen dus houden zij den vij
and echter tegen.
Met .groote heftigheid wordt hief (ge
streden.
Volgens de Russische berichten strek-
keu zich de Russische linies nu van Mo-
ohowo Langs don spoorweg Myoehinez.
Ostrolenka, en de Russisch© gransplaats-
jes ten Z.-O. van Lyck, Raigrod en Gra-
jewo tot aan do Njemen.
Nu wordt bij, Lyck het felst gevochten.
Het schijnt, dat hier de Russen aan d©
achte'ivolging van de Duitschcrs krach
tig tegenstand pogen te bieden, of dat
de Duitsohers hieï overal een hardnekki|g
offensief tegen de standhoudende Russen
probeeren. Misschien heeft de kranige 'von
Hindenburg een groote troepenmacht op
één punt willen cancentreieiren om zich
daar door de vijandelijk© linie, een weg
te b.anen.
Deze strijd is inderdaad van gtrooliei
beteokenis en van don uitslag; kan veel
afhangen, waarom men dien dan ook met
buitengewone belangstelling tegemoet ziet.
Karpathen en Bockoiwina hebben ons
niets nieuws te vertellen. Beide partijdp
schijnen elkaar nog in evenwicht te hou
den. De plaatselijke voordeeien, die ger
meld worden, zijn niet van invloed op
den loop van het hoofdgeding.
Hetzeli'do kan geztegd van de krijgs
verrichtingen van het Westelijk oorlogs-
terrein. Toch moet hot verwondering en
bewondering wekken, dat de Duitsohers
ondanks het feit, dat zoovele strijd
krachten naar het Oosten gingen hier
nogzoo groote actie kunnen blijven ont
wikkelen.
Men kan dan ook overtuigd zijn, dat
hier nog wel zooveel troepen zijn over
gebleven, dat men voor een doorbraak
vooralsnog' niet bang behoeft te zijn.
Slechts matig is de belangstelling voor
het slagveld in verhouding tot die Voor
de maatregelen tot den Engelsch-Duitschen
onderzee-oorlog.
De neutral© scheepvaart schijnt een ern
stige belemmering haast niet te kunnen
voorkomen.
Duitschland heeft de puntjes op do i's
glezet en wil van geen wijken weten.
Doch nu regent het nota's.
Scandinavië en Italië bleven niet ach
ter en thans heeft ook Nederland mat
klem geprotesteerd tegen de tactiek, die
onze scheepvaart in groot gevaar brengt.
In deze tot de Dnitsche regéering ge
richte Hollandsche nota wordt ontkend,
dat het verwijt aan do 'neutrale staten
in de Duitsoho varklaring, wat Nederland
betreft, gegrond is. Betreffende de Ver
klaring van een deel der zee tot oorlogs
gebied, zijn gelijksoortige bezlwarietn ken
baar gemaakt als vroeger aan Engeland
over afsluiting der Noordzee. Betreffende
de gevaren voor de Nederiandsolie scheep
vaart wordt volgehouden, dat de neu
trale schepen aanspraak hebben op vol
doende onderzoek naar natie. Onze Re
geering maakte .bedenkingen kenbaar bij
Engeland tegen misbruik der neutrale
vlag.
Hieruit blijkt dus, dal de Nederlandsche
regeering zich bij het protest der Ver.
Staten tegen de Duitsche verklaring heeft
aangesloten, en eveneens bij het Ameri-
kaansche protest tegen Engeland's handel-
wijize omtrent het gebruik der neutrale
vlag.
Onze regeering heeft derhalve niets
meer of minder gedaan dan wat Van
een neutraal land, dat met grooten ernst
z'n onzijdigheid tracht te bewaren, mag
verwacht worden.
Intusschen scheiden ons nog slechts
weinige uren van den 18en Februari. Met
bezorgdheid vraagt men zich af, wat de
naaste toekomst te ervaren zal geven.
Protest der Belgische regeering.
De Belgische regeering beeft, volgens,
een mededeeling van de „Vlaamschiel
Stem", aan de verbonden en neutrale
mogendheden een officieelprotest inge
stuurd tegen het beginsel van de taks, die
de afwezige Belgen zouden moeten be
talen. Het protest zegt o.m.:
In België binnenrukkend, hebben de
Dnitsche troepen geen geweld ontzien om
de bevolking den schrik aan te jagen;
zij hebben de steden vernield, de hoeven
in brand gestoken, do dorpen verwoest,
de eerlooz© burgers vermoord; de vlucht
is voor velen het ©enige middel geweest
om hun leven te redden en hunne eer
te behouden.
De schrik is het geheel© land meester
geweest; nu wil, bittere spot, de Duit-
sche regeering de .afwezigen straffen, de
zen, to weten, die verschrikt door de
woestheid van zijn handelswijlze met te
genzin hun vaderland en hunne huizen,
verbrand of in puinhoopen misschien,
hebben moeten verlaten, om 'een pijn
lijk leven pp den vreemde te leiden.
Bij bevel van 1 Januari 1915, heeft de
gouverneur-generaal besloten dat de Biel-
gen, die vrijwillig him huis verlieten s©-
dert het begin van den oorlog en in
België niet terug kwamen voor 1 Maart
1915, buitengewoon aangeslagen zullen
zijn ten beloope van tienmaal het bedrag
der personeele belasting; waarvoor zij in
het jaar 1914 aangeschreven waren.
Deze belasting is in strijd met de be
ginselen der rechtvaardigheid en liet fis
caal stelsel van België, en (dus niet over
een te brengen met dé artikelen 4, 46,
48 en 49 van de vierde Haagsqhe conven
tie. Alleen sluw© spitsvondigheid kan (haai
den schijn geven van een persoonlijke
belasting, gelijkend op: de persoonlijke be
lasting door de bestaande wetten inge
voerd, terwijl zij er wezenlijk van verschilt.
Zij miskent geheel den .geest van het
Belgisch fiscaal stelsel; in plaats van,,
overeenkomstig de landswetten, bet onder
zoek van de 'aans 1 agyoorwaardenen Voor
namelijk van de wettiging dei- afwezig
heid ,aan de rechterlijke macht over te
laten, laat zij (de beslissing uitsluitend over
aan de feitelijke uitvoerend© macht, den
Dnitschen fiscus, die rechtstreeks bij de
grootst-mogelijke inkomsten betrokken is'
en zonder tegensprebelijk ©n openbaar'
debat, en zonder onderzoek zal schatten.
Het bedrag 'zelf, is niet matig, maar
komt voor ons een echte plundering;'
het wordt bij' al' de andere belastingen ge
voegd en is vastgesteld op' tienmaal de
personeele belasting, die vóór* den oorlog
als normaal aangezien werdop straf van
dwanguitvoering, moet zij' betaald worden
op een oogenblik als er noch inkomsten
noch loopend geld is, als een wettig mo
ratorium en feitelijke moeilijkheden dei
betalingen tegenhouden; d© taks is, In
feite, een bedekte verbeurdverklaring.
Deze nieuwe belasting is des te hate
lijker daar het land uitgeput is door den
oorlog, de opeischingen en de collectieve
boeten, door de talrijke in-beslagnemingen
en het vervoer naar Duitschland van vee,
eetwaren en grondstoffen voor de nijver
heid onmisbaar.
Terwijl zijl de inning der belastingen
door de bestaande wetten vastgesteld be-
vool, heeft de Duitscho regeering nog kor
telings een buitensporige oorlogsschatting
geëischt, gelijkstaande met twintigmaal het
bedrag der taksen en belastingen, jaar
lijks door de negen provincies geïnd.
De.Dnitsche regeering kon de stemming
in de provinciale raden van die maan-
delijksche belasting van 40 millioen ver
krijgen na den 14 December 1914 uitdruk
kelijk verklaard te hebben „dat er geen
ander© belastingen meer aan het land/
zouden opgelegd wordein."
Het is juist na die verklaring en na
die stemming, 'dat zij dien onrechlvaar-
digen maatregel tegenover de afwezigen
getroffen heeft. Deze belasting is niet
alleen een miskenning van de Haagschei
overeenkomst; zij is ook een grievendié
tekortkoming aan een kortelings-plechtig-
aangegane belofte.
Nog iets van het Ysorfront.
Aan een brief uit Ooslkerke aan de
Maasbode ontleenen we het volgende:
De Fransehe zijn voorbij' Nieuwpoort
de Yser overgetrokken en verplichtten de
Duitschers Lombaertsyde en St. George
op te geven. De Belgen zijn ook over
de inundatie te Mannekensvere, dat even
eens door de Duitschers bezet was.
Ramsoapelle aan dezen kant van de Yser,
waartegen de Duitschers een heel leger
korps wierpen, bleef na de slachting van
October, waarvan de Duilschers zelf met
ontzetting spreken, in handen der Bel
gen. Het dappere kleine leger behield te
vens Pervyse, ondanks dat de Duitsohers
er weken lang, ja maanden lang, een
regen schroot op wierpen. Na moord
dadige gevechten slaagden de Duitschers
er toen in, dank zij hun overmacht, oud-
Êjtuivekenskerke te veroveren en Dixmui-
den onderging hetzelfde lot.
Sinds weken is de toestand te oud-
Stuivekenskerke en Dixmuiden ten gunste
der Belgen veranderd. Te Dixmuiden
slaagden de Belgen, ondanks het vuur
van den vijand, er in een bruggehoofd over
het kanaal te slaan; dit als gevolg' van
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
een offensief, dat de Duitschers een tijd
de stad deed ontruimen. Nu zijn ze er
weer in teruggekomen.
Te oud-Stuivekemskorke hadden maan
den lang geweldige gevechten plaats om
het bezit of het behoud der stelling. Hoe
verwoed de gevechten waren, daarvan
droeg het dorpje vreeselijke sporen. Do
artillerie had er alles vernield en ver
gruisd. Van de kerk waren de muren
geheel weggeslagen. Indrukwekkend yan
desolatie en stoere kracht tevens stond
nog slechts de helft van den toren, van
boven tot onder in doorsnee weggescho
ten, het Vijandelijk schroot trotseerend.
Akelig donker afgeteekend tegen het firma
ment, huilde de wind door zlijin gapende
holten. Naast den toren een paar hnizien
helf vernield, al de andere verbrokkeld.
Het kerkhof, dat getuige was geweest
van bloedige gevechten, was platgetrapt
door de strijders, die den tegenstanders
het terrein betwistten, de gesneuvelden
vervangend, om op hun beurt te val
len. Geen grafsteenen meer, geen kruisen
meer. Het stille plekje, waar de dooden
hun laatsten slaap sliepen, was nog slechts
een modderplas. Een enkel kruisje stoml
er triest in het vuil. Daar lagen dappere
Belgen met piëteit begraven door kame
raden. De groote gaten door de houwit
sers geslagen, waren hier zelfs niet meer
zichtbaar, het water had er modderkui
len van gemaakt.
Het is slechts na maandenlange, offer-
volle gevechten, meter voor meter door
de inundatie voortrekkend, dat de Bel
gen dit plekje nation alen grond veroverden
Iedere meter puingrond had hier een
menscihenleven gekost en nog' gaat Zelden
een dag voorbij of de dapperen, die het
veroverden, worden beschoten. De plaats
is zoo gevaarlijk, dat men de troepen
slechts 's nachts aflost.
We verlieten de plaats niet zonder
eenigen jongens, die in die loopgraven de
plaats verdedigen een woord van lof toe
te 'spreken en hartelijk de hand te druk
ken. Een lang vertoeven was ook niet
raadzaam, want minder dan een „boog-
scheute" verder stegen onheilspellend de|
vuurpijlen der Duitschers in de lucht.
Ons voor alle gerucht in acht nemend,
keerden w© op onze stappen terug. We
zouden nu het arme Pervyse zien. Oéeni
beschrijving is biji machte er een beeldj
van de ellende we r te geven. In tegen
stelling met oud-Stuivekenskerke, waar
van de kerk nog een halve toren recht
staat, is hier de toren heeleinaal neerge
schoten en staan alleen nog puinen van
muren overeind. Het gemeentehuis is ver
woest, het klooster is verwoest, de huizen,
zijn verwoest, neergeworpen, uiteengerei-
ten, vergruisd; piet op enkel© plekken,
maar heele rijen, heel het dorp door. De
straten, do hoven, het kerkhof, alle zijn
doorzeefd van projectielen. Vierhonderd!
lijken van Duitschers werden hierheen ge
bracht en begraven onder den grond, dien'
ze niet wisten te eerbiedigen. Een lange)
groeve werd ons getoond.
„In deze liggen 150 Duitschers", zeid©
ons een der officieren, die Pervyse ver
dedigt. En hij bracht de hand aan zijn
kepi. Op het oogenblik, dat w© naar de
loopgraven trokken, hoorden we in de ver
te een kanonschot afgaan. We bleven!
staan. Sissend kwam een houwitsers aan
gevlogen en sloeg heel ver in de velden,
zonder te ontploffen. Zoo gaat bijna geen'
dag voorbij, of de Duitschers beschieten
het dorp. Doch zij treffen er nog slechts
ruïnen.
Wij troffen in de loopgraven weer de
moedige vastberaden soldaten aan, gehard
door het strenge soldatenleven, maar dié
zelfs in het gevaar de Vlaamsche, joviali
teit niet vergeten. Een onder-officier pre
senteerde ons zijn „villa", zoo noemde/
hij de onderaardsche woning, waar hij)
met zijn mannen dekking vond. En nog
wel „Villa de la Reine." Het stond koven
den ingang met krijt op een bord geschre
ven onder een gekroond Lieve Vrouwe-
hoofd, gevonden in de puinen der kerk
van Pervyse. Voor een paar dagen was
koningin Elisabeth de jongens in hu'ri
loopgraven komen bezoeken en hét isl
als herinnering aan hun vorstin, dat ze
hun loopgraaf „Villa de la Reine" doop
ten.
Uit Belgisch Limburg.
Men meldt ons uit Roermond:
Doordat duizenden Belgisch© jongelin
gen, ondanks de strenge maatregelen dei'
Dnitsche militaire overheid, den laatsten
tijd in Limburg, Noo'rdbrabant en Zeeland
over de Nedetrlandsche grenzen trokken,
daarin meestal geholpen door de Belgische
grensbewoners, deed de Duitsohe over
heid steeds scherper de grens bewaken.
Te Caulille vervoegden zich voor eon1
paar dagen twee personen, die voorga
ven uit Hasselt te komen; ze zouden
gaarne over de grens gebracht worden.
Een tweetal Belgen stelden zich daar-