Vrijdag 5 Februari 1915 29e Jaargang
No. 107
De Qroote Oorlog.
Uit de Pers.
iïi—imam cta—m m i n——ai^—pa—a—
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN .5E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
OoEterbaan Le Coïntre - Goes.
LI I
Ontwrichting van het gezin s-
leven.
Een landweerman had, gelijk al zijn lot
genoten, arbeid, vrouw en kroost te ver
laten. Gehoorzaam aan de oproeping on
zer Koningin had ook hij de wapenrok aan
getrokken en was gegaan, waarheen men
hem zond.
Maar, gelijk de gezinnen van zijn wapen
broeders, ontving ook zijn Vrouw voor
voor zichzelven en voor haar kinderen
vergoeding van het Rijk.
Tot dat de Minister van Oorlog besloot
geen uitkeeringen meer te geven aan vtou-
iwen jan militairen, die niet wettelijk
waren gehuwd.
Daar hoorde ook hij bij.
Hij' had een vrouw en had kinderen,
maar de echt was niet gesloten voor den
ambtenaar van den burgerlijken stand.
Daarop heeft de landweerman geweigerd
verder dienst te doen.
En als dienstweigeraar is hij natuurlijk
gestraft.
Zoo is de gebeurtenis.
Maar hoor nu „De vrije gedachte" het
orgaan van de vrijdenkersvereniging „De
Dageraad":
„Een vraag. Mogen wij vrijdenkers be
rusten in deze? Mogen wij toelaten dat
op een dergelijke manier menschen worden
gestraft, alleen omdat z:ij ten opzichte van
een wettelijke verbintenis een andere mee-
ning hebben dan de gangbare? Staan de
vrouwen die uit liefde zich geven aan
den man harer keuzie, zonder den band
van het huwelijk noodig te achten, zoo
veel 'lager dan hare z,us teren, die even
eens uit sympathie tot den man harer
keuZe een wettelijk huwelijk sloten?
En de kinderen? Mogen zij de slacht
offers worden van dergelijke ministeriëele
willekeur? Vooral waar den minister alle
middelen van controle ter beschikking
staan om misleiding te voorkomen?
En als de landweerman verder zijn
diensten weigert, zegt het blad:
„Gij die deze handeling afkeurt, denkt
even na, schort uw vernietigend oordeel
even op en vraagt U af, of hier niet
een mensch in de gevangenis wordt op
gesloten die recht heeft op onze sympa
thie, op onze waardeering, maar ook op
;onze hulp, omdat hij' den strijd heeft aan
gebonden tegen een dogma, tegen een in
zicht waarvan reeds zoovele duizenden
meisjes en vrouwen het slachtoffer zijn
geworden."
Men kan de zaken vreemd aankleeden.
Een beetje minachting voor 'den wet-
telijken huwelijksvorm.
Natuurlijk, de kracht van het huwelijk
ligt niet in de wettelijke verbintenis.
Maar het ware huwelijk zal toch juist
dien wettelijken vorm niet verafschuwen.
En in het slot van het artikel komt
de ware bedoeling voor den dag.
Vrije liefde moet het parool z;ijn.
Bij' elkaar en van elkaar, al naar men
in z'n vrijheid verlangt.
Van de heiligheid van het gezin wil
men niets meer weten.
Dat heet dan een opkomen voor de vrij
heden der vrouw.
Maar 'tis het slavenjuk leggen op haar
hals.
En het ontwricht heel ons gezinsleven.
En daarmee gansch ons maatschappelijk
leven.
Natuurlijk, die arme vrouw en kinderen
moeten geholpen worden.
Al kan de Regeering ze niet helpen.
Maar tegen dit inderdaad goddeloos drij-
ve^i, van de Dageraad dient scherp gewaakt
en gestreden.
Om grooter onheil te voorkomen.
Grooter onheil voor de vrouw aller
eerst.
Voor heel ons volksleven ook.
(N. M.bode.)
Wanneer vrede?
Gisteren was het juist ©en half jaar ge
leden, dat Engeland tegen Buitsehland'
den strijd heeft aanglebonden. Daarmede
was de wereldoorlog ©en voldongen feit.
O, droeve gedachtenis! zucht d© „Am
sterdammer". Ja waarlijk, er is rieden orri
te zuchten: de vrede ach, wanneer!
Wel sprak de'heer Colijn dezer dagen
als zijn verwachting uit, dat, zoo Italië
en Roemenië niet in' den strijd werden
betrokken, tegen den zomer wel aan den
vrede gedacht zal worden. De helft van
de oorlogsellende zullen we dan gehad'
hebben, meende de oud-minister van
oorlog.
Maar daartegenover staat weer de ver
klaring van „een aanzienlijk diplomaat",
die goed op de hoogt© moet zijn ,dat
bet vechten zal blijven, totdat de kracht
yan het Dudtsche militairisme is gebro
ken.
Zonder aan deze woorden te veel
waarde te hechten, is het toch teekenend,
dat men zich in dit stadium van den
oorlog, waarin gebleken is, dat d© strijd-
voerende partijen vrij,wel in macht en
sterkte tegen elkaar opwegen, zoo sterk
durft uit te drukken. Dat wettigt de vrees,
dat deze oorlog inderdaad ©en kamp op
leven en dood' zal worden, die tot het
bittere einde zal volstreden worden.
Zoo zou het kunnen zijn, dat de heer
Colijn zich ditmaal in zijn verwachting
zag teleurgesteld. Dat het in den aan
staanden zomer hard vechten zal zijn!
in plaats van over den vred© te onder
handelen Dat we 'misschien andermaal'
een Kerstfeest in oorlogstijd zullen moeten
beleven. D© vrede schijnt, op 't oogen-
blik althans, verder dan ooit van ons ver
wijderd te zijn. De vrede ach, wanneer
Beknopt overzicht van den toestand.
Naar gewoonte dienon we weder een
en ander van Ide oorlogsterreinen te boek
staven. Gebrek aan belangrijk nieuws
maakt het echter bijna onmogelijk ietde
ren dag een overzicht te geven, dat nieu
we gezichtspunten opent. De oude afge
zaagde termen van „geen nieuws", „af
geslagen aanvallen" en „verovterde loop
graven" blijven dus voorloopig in eere.
Offensief en defensief wisselen elkandelr
geregeld 'af, zonder dat een ingrijpende
verandering op een naderend einde van
den strijd wijst. En met ontzetting vraagt
men zich soms af hoe lang dit slepend
stadium nog zal voortduren. Uitspraken
als van oud-minister Colijn vormen ge
lukkig w,eer tegenwicht tegenover deze
sombere gedachten.
Een opmerkelijk offensieve geest be-
hieerscht in de laatste dagen wederom
de Duitsohe troepen, zoowel in het Westen
als in het Oosten. Zij houden altijd nog
hun oude tactiek vol 'door in aaneen
gesloten opstelling hun troepen op den
vijand los te laten trekken. Vandaar dan
ook, dat zij veelal hun doel bereiken
en in het bezit komen van de begeerde
loopgraven, doch niet dan nadat hnn rijen
belangrijk gedund zijn.
Niet alleen in het Westen, maar ook
in het Oosten passen de Duitschers die
tactiek van massa-offensief toe.
Het resultaat van de laatste dagen was
de bezetting van het dorp Goemine, waar-
merP de Duitschers opnieuw een stap
vooruitgezet hebben, om het Russische
defensief aan de Bsoera en de Rawka
te breken.
Beide rivieren vormen, zooals men
waarschijnlijk wel weten zal, bij' het sa
menvloeien een naar het Westen uitsp'rin-
genden hoek, waardoor de linie der Rus
sen oorspronkelijk op dat deel van het
gevechtsterrein ook aanmerkelijk vooruit
sprong. Juist hier hebben de Duifschers
herhaaldelijk ook gepoogd om hef Rus
sische front te doorbreken. Voor eenige
weken slaagden zij er ,jn Soecha te be
zetten, waardoor zij vasten voet kregen
aan de overzijde van de Bsoera, waar
deze meer Westelijk afbuigt, nu is Goe
mine, een 5 kilometer Zuidelijk van Soe
cha, achter de weer terugbuigende Rawka,
in hun bezit. En daarmede zal ook het lot
van Borzymof wel beslist wezen.
De vraag is maar, of de Russen nog
in staat zullen zijn om stand te houden
op de Bsoera-Rawka-nie, 'dan wel of ze
zich op de Blonielinie zullen moeten te
rugtrekken.
In Ooist-Pruisen schijnen de Russen hum
offensief met veel kracht voort te zetten.
De berichten'van het Suez-kanaal en
van de schermutselingen aan z'n boorden
geven vooralsnog geen reden tof bijzon
dere ongerustheid. De Engelschen schij
nen nog goed meester v,an het terrein
te kunnen blijven en het voorloopig nog
wel in hnn macht te hebben belemmering
in de passage door het Kanaal te voor
komen.
Over het feit, dat Duitschland de En-
gelsche wateren tot oorlogsgebied ver
klaard heeft, waarbij wij' nauw betrokken
zijn, vindt de lezer elders vele bijzonder
heden.
Een stuk geschiedenis van Zuid Afrika.
In de „N. R. Ct." vinden we ©en'-.schrij
ven van een Afrikaanschen student, die
anlangs uit de Kaapprovincie is gekomen.
Het stuk, dat er zeer objectief uitziet,
geeft een nadqp (uiteenzetting van het
standpunt der z.g. „rebellen", tegenover-
de verderfelijke politiek van Botha c. s.
We ontleenen er aan:
Het besluit van het ministerie Botha,
om aan Duitsch Zuidwest-Afrika den oor
log te verklaren, verwekte groote veront
waardiging onder de Afrikaander bevol
king en wel omdat die oorlogsverklaring
en overbodig en overijld was. Overbodig
was het, omdat het ministerie Botha
«■BsnHWOSBMSKS LUISWB
en hiervan is jiet volk zich ten vollet
bewust geen de minste reden had dien
oorlog te beginnen. Dit wordt onder meer
door dit eene feit gestaafd, dat Ziüd-
Afrika nu instede van defensief te moeten
optreden (in overeenstemming met de
V erdedigingswet) offensief heeft op te
treden. Dat de Duitschers geen voornemen
hadden voorloopig althans om Zuid-
Afrika binnen te vallen, kan met vrij
groote zekerheid worden vastgesteld. Im
mers van een Duitscben aanval op de
Unie was er geen sprake, hetgeen ook
blijkt uit den hu historischen brief van
gen. Beyers, toen hij zijn Ledanking als
hoofdcommandant inleverde.
Gen. Botha zal mu wel, ten ©inde zijn
handelwijze te rechtvaardigen, bewerenl
dat de berichten van den verantwoordelij
ken officier op de Duitscbe grens, majoor
Maritz, aan gen. Beyers van verdachten
aard waren, daar Maritz tot de Duitschers
en de Afrikaander kolonisten in D. Z. W.
A. zou geschaard hebben, wax© 't niet,
dat gen. Botha hem had bevolen tegen
hen te gaan vechten.
Voorts de zandwoestijn, welke ex tus-
schen 't eigenlijk© gebied der Duitschers
en de grens van de Unie ligt, maakt
zoowel een inval van hun zijde als ©en
inval van Zuid-Afrika's zijde uiterst moei
lijk. Dit laatste is reeds voldoend© geble
ken toen men in 't begin van d© krijgs
operaties 'n aanval waagde, die giehelel
en al mislukte. Dan was de oorlogsver
klaring van BothaSmuts overijld. Het
volk gevoelt dit en voornamelijk draagt
dit feit hij tot hun diepe verontwaardiging.
Botha en Smuts hebben hun volk niet
erkend en dat beeft het Afrikaander hart
zeer gemaakt, 't V elk wou, dat men 't
eerst raadpleegde wat niet gebeurde,
zooals men weet. Ik ben er overtuigd van,
dat Botha en Smuts zich niet zonder
levensgevaar in sommig© -distrikten van.
de Unie kunnen vertoonen. Ook de man
schappen, die op verlof naar huis terug
keerden, zijn slecht over hen te spreken.
Het noodwendige resultaat van dit alles
is verzet, Botha en Smuts hebben nage
noeg alles in hun vermogen gedaan om
het Afrikaander volk tot opstand te ver
wekken. 't Is hun eindelijk gelukt. Aan
wie is de „rebellie", zooals het onjuist
genoemd wördt, te wijten? Aan Beyers
en de Wet? Volstrekt niet! 't Lag nooit
in de bedoeling dier „rebellen" een enkel
schot, te lossen, 'nog minder waren zij
van plan een onafhankelijke republiek te
stichten, zooals vooral van Engelsche
zijde beweerd wordt. Men mag de rebellie
van Beyers en ide Wet niet beoordeelen
naar mannen als (Jo-pie Fourie, die door*
't schandelijke gjedrag 'der Engelschen
to Pretoria opgezwieept (en tevens door
de politièk van Botha ten opzichte van
zijn volk) wel vochten voor een onafhan
kelijk Zuid-Afrika.
De zaak zit zoo. 'n Aantal burgers was
samengekom(Qn om gen. Beyers te be
schermen, die als ©en misdadiger heime
lijk achtervolgd werd. Toen was het, dat
BothaSmuts naar het zwaard grepen;
zij waren het, die bet eerst het iwaard
tegen hujn eigen bloed opnamen. En toen
de beschermers van gen. Beyers genood
zaakt waren zich te verdedigen, werden
zij als „rebellen" beschouwd en behan
deld.
Deze z.g. rebellen zijn m. i. derhalve
zedelijk volstrekt niet te veroordeelen en
hebben zelfs, voor |een groot deel althans,
't wettelijke recht aan hun kant. Immers
Botha heelt het eerst 's lands wetten ver
kracht -door de verdedigingsmacht te gaan
gebruiken om een vreemd gebied te ver
overen. Als de bedoeling van de verdedi-
gingswet van den (beginne af aan was
om de verdediging'smacht te gebruiken
zoowel binnen als buiten de .Unie, waarom
dan de misleidende naam van „verdedi
gingsmacht" gegeven?
De Afrikaanders zien langzamerhand in
dat ook wat de „rebellie" aanbelangt zij
door Botha en Smuts om den tuin zijn
geleid, 't Resultaat hiervan is, dat zelfs
de vurig'sten onder die Botha-Smuts-aan-
bidders van gevoelens zijn veranderd en
tegen hen zijn gekant. Hiertoe heeft krach
tig bijgedragen 't fusileeren van Jopie
Fourie. Die daad heeft het heele land
door de gemoedeben 'diep geschokt en de
vijanden van BothaSmuts vertiendub-
beld. Zoowel vóór als na deze gebeurtenis
'heb' ik' èn iin de Transvaal èn in -de Kaap
provincie heel wieinig aanhangers van
Botha en Smuts aangetroffen; ik heb ook
dezulken ontmoet, die zelfs 't noemen
van Botha's naam niet dulden.
En toch vleien BothaSmuts zich dat
zij de overwinnaars zijn! Is er ook glans
rijker overwinning dan wanneer eer
zucht en heerschzucht triomfeeren over
recht en vaderlandsliefde? BothaSmuts
zijn bezig de Afrikaanders met alles wat
dat volk dierbaar is, aan Engeland over
te leveren, en de (meerderheid der Afri
kaanders begint dit Jangzamerhand in te
iiAgggroya
zien. Zij verwerven zich wellicht een
eerenaam in Engeland, doch het kost hun
de achting en het vertrouwen van hun
volk. Vraagt men mij waar de eigenlijke
aanhangers van BothaSmuts zijn, ze
zijn te vinden voor het allergrootst© deel
onder de Engelsche bevolking; doch in
den laatsten tijd (rijn zelfs Engelschefl
anti-Botha-Smutsgezind. Dit voorspelt in-,
derdaad geen gouden toekomst voor
Botha's regeering.
Zij die nu eenmaal in d© vast© verde
digingsmacht zitten, moeten wel hun plich
ten gaan vervullen, (doch men doet 't
geenszins geestdriftig, integendeel, zelfs
onwillig. Ik heb enkelen gesproken die,
op verlof thuis waren; zij verklaarden dat
zij zich „liever thuis lieten doodschieten
dan om naar het front terug te keeren."
Nu heeft gen. Botha ook de nationale
reserve opgeroepen in zekere districten
van de Transvaal en de Kaapprovincie;
doch in het district Bloemhof (Transvaal)
b.v. hebben er 60 mannen geweigerd
dienstplicht te vervullen; zij zijn allen in
arrest gehouden. Zoo zijn er ook in de
overige districten onwilligen. En het valt
direkt op, dat' ide regeering het niet ge
waagd heeft ook in den Oranje Vrijstaat
mannen te kommandeeren. Voor hem die
de gevoelens der Vrijstaters kent, is dit
niet moeilijk te begrijpen!
Duitschland verklaart de Engelsche wateren
tot oorlogsgebied.
De Reichs-Anzeiger bevat in het of-
ficieele gedeelte ae volgende bekendma
king van den chef van den Duitschen
marinestaf
le. De wateren rondom Groot-Brittannië
en Ierland met inbegrip van het geheele
Engelsche Kanaal worden hierbij tot oor
logsgebied verklaard. Van 18 Februari af
zal ieder in dit gebied aangetroffen vij
andelijk koopvaardijschip worden ver
nietigd zonder dat het steeds mogelijk
zal zijn daarbij de gevaren die bemanning
en passagiers dreigen af te wenden.
2e. Ook onzijdige schepen loopen in het
oorlogsgebied gevaar, daar met het oog
op het door de Engelsche Regeering op
31 Januari bevolen misbruik van onzijdige
vlaggen en de toevalligheden van den
zeeoorlog niet altijd kan worden verme
den dat een aanval op een vijandelijk
schip gericht, ook onzijdige schepen treft.
3e. De scheepvaart om de Noord langs
de Shetlandsohe eilanden, in het ooste
lijke gedeelte van de Noordzee en in
een strook van ten minste 30 zeemijlen
breedte langs de Nederlandsohe kust is
niet gevaarlijk.
Ter verklaring van bovenstaande mede-
deeling heeft de Duitsohe regeering aan
de bondgenooten, neutrale en vijandelijke
mogendheden de volgende schriftelijke uit
eenzetting gegeven over de maatregelen
tegen de maatregelen van Engeland, die
in strijd zijn met het volkenrecht en de
afsnijding van den neutralen zeehandel
met Duitschland beoogen.
Het stuk luidt als volgt: Sedert het
begin van den huidig'en krijg voert En
geland tegen Duitschland een handelsoor
log op een wijze, welke spot met alle
volkenrechtelijke bepalingen.
"Wel heeft de Britsche regeering in ver
scheidene bevelen de Londenscbe zee-
reohtdeclaratie als geldig verklaard, doch
in werkelijkheid echter heeft zij zich niet
aan de voornaamste punten gestoord, of
schoon hare eigene gevolmachtigden op
de Londensche conferentie de besluiten
als het geldige volkenrecht erkenden.
Do Britsche reg'eering plaatst een reeks
voorwerpen op de lijst van contrabande,
welke niet of slechts zeer indirect voor
krijgsdoeleinden kunnen gebruikt worden,
en derhalve volgens de Londenscbe decla
ratie en de algemeen erkende regels van
het volkenrecht, heelemaal niet als contra
bande mogen worden beschouwd.
Verder heeft Engeland het onderscheid
tusscihen absolute en relatieve contra
bande feitelijk weggecijferd, wijl het alle
artikelen van relatieve contrabande, voor-
Duitschland bestemd, zónder in aanmer
king te nemen de haven, waar zij uit
geladen zullen worden, eil zonder acht
te geven of zij voor vijandelijke doel
einden gebruikt worden of niet, eenvoudig
in beslag neemt.
De Engelsche regecring schrikt er zelfs
niet eens van terug de P'arijsche zeerech
ten-declaratie te schenden, wijl hare .oor
logsschepen van neutral© schepen Du'it-
sche goederen, welke geen contraband©
waren, genomen hebben.
In strijd met zijin eigen verordeningen
van de Londensche declaratie, liet Enge
land verder door 'zijn strijdkrachten te!r|
zee talrijke dienstplichtige Duitschers van,
neutrale schepen weghalen en krijgsgei-
vangen maken.
Ten slotte heeft het de heele Noord
zee tot oorlogsgebied verklaard 'en de,
neutrale scheepvaart de doorvaart door
de open ze© tusscbe'n Schotland en Noor-
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAGc
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers8.06
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
"Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
wegen, zoo niet. onmogelijk gemaakt, dan
toch uiterst bemoeilijkt ©n in gieivaar ge
bracht, zoodat in zekeren zin een blok
kade van neutrale kusten en neutrale
havens üi strijd imet het volkerenrecht
werd ingevoerd.
Al deze maatregelen hebben blijkbaar
ten doel door stillegging van den wette
lijken neutralen handel in strijd met het
volkerenrecht niet alleen de militaire ac
tie, maar ook den economischen wel
stand van Duitschland te treffen, en ben
slotte door middel yan (uithongering het
heele Duitscbe volk aan d© vernietiging
prijs te geven.
De neutrale mogendheden hebben zich
over het geheel genomen, naar de maat
regelen der Britsche regeering geschikt.
Zij hebben niet bereikt, dat de van haar
schepen ,in strijd niet bet volkerenrecht
weggehaalde Duits'ch© personen en goe
deren door de Britsch© reg'eering zijn uit
geleverd. Ook hebben zij zich tot op ze
kere hoogte zelfs met de Engelsche maat
regelen, die in strijd zijin met de vrij'-
heid ter zee, vereenigd, doordat zij blijk
baar onder de pressie van Engeland den
voor vredelievende doeleinden bestemden
doorvoer naar Duitschland ook hunner
zijds door uitvoer- en doorvoerverbodemi
'verhinderen.
Tevergeefs maakte de Duitsche regie
ring de neutrale mogendheden er op op
merkzaam, dat zij zich de vraag moest
stellen, of zij ,a:an de tot nu toe',geëerbie
digde bepalingen der Londensche decla
ratie nog langer zou kunnen vasthouden,
als Groot-Brittannië op den door haair
ingeslagen weg zou voortgaan ien de neu
trale mogendheden al deze neutraliteits-
schendingen ten nadeele van Duitschland
langer zouden dulden.
Groot-Brittannië beroept zich voor zijn
met het volkerenrecht strijdige maatrege
len op levensbelangen, die voor het Brit
sche rijk op bet spel staan en de neutrale
mogendheden schijnen met theoretische
protesten te volstaan en dus feitelijk de
levensbelangen van oorlogvoerenden ptó
een voldoende verontschuldiging voor elke
wijze van oorlogvoeren te laten gelden.
Op zulke levensbelangen moet ook
Duitschland zich thans beroepen. Het
ziet zich dus tot zijn leedwezen tot mili
taire maatregelen tegen Engeland gedwon
gen, die ©en vergelding moeten zijn voor
het Engelsche optreden. i f
Evenals Engeland het gebied tusschen
Schotland en Noorwegen tot oorlogsgebied
verklaarde, evenzoo verklaart Duitsch
land de wateren rondom Groot-Brittannië
en Ierland met inbegrip van het heele En
gelsche Kanaal tot oorlogsgebied ©n zal
het met alle hem ten dienste staande
oorlogsmiddelen tegen d© vijandelijke
scheepvaart aldaar optreden.
Daarom zal het van 18 Februari 1915
af elk vijandelijk koopvaardijschip, dat
zich op het oorlogsgebied begeeft, pogen
te vernietigen, zonder dat het steeds mo
gelijk zal zijn de gevaren die daarbij' per
sonen en goederen bedreigen, af 1e wen
den.
De neutralen worden daarom gewaar
schuwd aan zulke schepen geen beman
ning, passagiers en goederen meer toe
te vertrouwen.
Verder worden ze er opmerkzaam op
gemaakt, dat het ook voor eigen sche
pen dringend aanbeveling verdient, het
binnenloopen in dit gebied te vermijden,
want zoo de Duitsche zeestrijdkrachtenj
ook instructie hebben, gewelddadigheden
tegen neutrale schepen, voor zoover die
te herkennen zijn, na te laten, toch kan
tengevolge van het door de Engelsche tne-
geering bevolen misbruik van neutrale
vlaggen en tengevolgie van de doevallig-
beden van den oorlog, niet steeds voor
komen worden, dat ook zij ten offer val
len aan een aanval, die voor Vijandelijke
schepen bedoeld was.
Daaruit wordt uitdrukkelijk opgemeirjkt,
dat de soheépvaart ten Noorden van de
Shetland-eilaniden, in het Oostelijk gebied
der Noordzee, en in een strook van min
stens 30 zeemijlen langs de Nederlandsohe
kust niet in gevaar komt.
De Duitsche regeering kondigt dezein/
maatregel zo'O bijtijds aan, dat vijandelijke
zoowel als neutrale schepen tijd zullen
hebben om hun schikkingen in verband
met het binnenloopen der aan het oor
logsgebied gelegen havens daarnaar in
te richtten.
De Duitsche regeering! mag verwach
ten, dat de neutrale mogendheden de le
vensbelangen van Duitschland niet min
der Zullen jn aciht nemen dan die van
Engeland, en er toe zullen bijdragen om
hun onderdanen en hun eigendom van
het oorlogsgebied verwijderd te houden.
Dit mag des te meer verwacht worden,
wijl ook den neutralen mogendheden er
veel aan gelegen moet zijn, den tegen-
woordigen vernietigenden oorlog zoo spoe
dig mogelijk beëindigd te zien.