Vrijdag 5 Februari 1915 29e Jaargang No. 107 De Qroote Oorlog. Uit de Pers. iïi—imam cta—m m i n——ai^—pa—a— Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN .5E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: OoEterbaan Le Coïntre - Goes. LI I Ontwrichting van het gezin s- leven. Een landweerman had, gelijk al zijn lot genoten, arbeid, vrouw en kroost te ver laten. Gehoorzaam aan de oproeping on zer Koningin had ook hij de wapenrok aan getrokken en was gegaan, waarheen men hem zond. Maar, gelijk de gezinnen van zijn wapen broeders, ontving ook zijn Vrouw voor voor zichzelven en voor haar kinderen vergoeding van het Rijk. Tot dat de Minister van Oorlog besloot geen uitkeeringen meer te geven aan vtou- iwen jan militairen, die niet wettelijk waren gehuwd. Daar hoorde ook hij bij. Hij' had een vrouw en had kinderen, maar de echt was niet gesloten voor den ambtenaar van den burgerlijken stand. Daarop heeft de landweerman geweigerd verder dienst te doen. En als dienstweigeraar is hij natuurlijk gestraft. Zoo is de gebeurtenis. Maar hoor nu „De vrije gedachte" het orgaan van de vrijdenkersvereniging „De Dageraad": „Een vraag. Mogen wij vrijdenkers be rusten in deze? Mogen wij toelaten dat op een dergelijke manier menschen worden gestraft, alleen omdat z:ij ten opzichte van een wettelijke verbintenis een andere mee- ning hebben dan de gangbare? Staan de vrouwen die uit liefde zich geven aan den man harer keuzie, zonder den band van het huwelijk noodig te achten, zoo veel 'lager dan hare z,us teren, die even eens uit sympathie tot den man harer keuZe een wettelijk huwelijk sloten? En de kinderen? Mogen zij de slacht offers worden van dergelijke ministeriëele willekeur? Vooral waar den minister alle middelen van controle ter beschikking staan om misleiding te voorkomen? En als de landweerman verder zijn diensten weigert, zegt het blad: „Gij die deze handeling afkeurt, denkt even na, schort uw vernietigend oordeel even op en vraagt U af, of hier niet een mensch in de gevangenis wordt op gesloten die recht heeft op onze sympa thie, op onze waardeering, maar ook op ;onze hulp, omdat hij' den strijd heeft aan gebonden tegen een dogma, tegen een in zicht waarvan reeds zoovele duizenden meisjes en vrouwen het slachtoffer zijn geworden." Men kan de zaken vreemd aankleeden. Een beetje minachting voor 'den wet- telijken huwelijksvorm. Natuurlijk, de kracht van het huwelijk ligt niet in de wettelijke verbintenis. Maar het ware huwelijk zal toch juist dien wettelijken vorm niet verafschuwen. En in het slot van het artikel komt de ware bedoeling voor den dag. Vrije liefde moet het parool z;ijn. Bij' elkaar en van elkaar, al naar men in z'n vrijheid verlangt. Van de heiligheid van het gezin wil men niets meer weten. Dat heet dan een opkomen voor de vrij heden der vrouw. Maar 'tis het slavenjuk leggen op haar hals. En het ontwricht heel ons gezinsleven. En daarmee gansch ons maatschappelijk leven. Natuurlijk, die arme vrouw en kinderen moeten geholpen worden. Al kan de Regeering ze niet helpen. Maar tegen dit inderdaad goddeloos drij- ve^i, van de Dageraad dient scherp gewaakt en gestreden. Om grooter onheil te voorkomen. Grooter onheil voor de vrouw aller eerst. Voor heel ons volksleven ook. (N. M.bode.) Wanneer vrede? Gisteren was het juist ©en half jaar ge leden, dat Engeland tegen Buitsehland' den strijd heeft aanglebonden. Daarmede was de wereldoorlog ©en voldongen feit. O, droeve gedachtenis! zucht d© „Am sterdammer". Ja waarlijk, er is rieden orri te zuchten: de vrede ach, wanneer! Wel sprak de'heer Colijn dezer dagen als zijn verwachting uit, dat, zoo Italië en Roemenië niet in' den strijd werden betrokken, tegen den zomer wel aan den vrede gedacht zal worden. De helft van de oorlogsellende zullen we dan gehad' hebben, meende de oud-minister van oorlog. Maar daartegenover staat weer de ver klaring van „een aanzienlijk diplomaat", die goed op de hoogt© moet zijn ,dat bet vechten zal blijven, totdat de kracht yan het Dudtsche militairisme is gebro ken. Zonder aan deze woorden te veel waarde te hechten, is het toch teekenend, dat men zich in dit stadium van den oorlog, waarin gebleken is, dat d© strijd- voerende partijen vrij,wel in macht en sterkte tegen elkaar opwegen, zoo sterk durft uit te drukken. Dat wettigt de vrees, dat deze oorlog inderdaad ©en kamp op leven en dood' zal worden, die tot het bittere einde zal volstreden worden. Zoo zou het kunnen zijn, dat de heer Colijn zich ditmaal in zijn verwachting zag teleurgesteld. Dat het in den aan staanden zomer hard vechten zal zijn! in plaats van over den vred© te onder handelen Dat we 'misschien andermaal' een Kerstfeest in oorlogstijd zullen moeten beleven. D© vrede schijnt, op 't oogen- blik althans, verder dan ooit van ons ver wijderd te zijn. De vrede ach, wanneer Beknopt overzicht van den toestand. Naar gewoonte dienon we weder een en ander van Ide oorlogsterreinen te boek staven. Gebrek aan belangrijk nieuws maakt het echter bijna onmogelijk ietde ren dag een overzicht te geven, dat nieu we gezichtspunten opent. De oude afge zaagde termen van „geen nieuws", „af geslagen aanvallen" en „verovterde loop graven" blijven dus voorloopig in eere. Offensief en defensief wisselen elkandelr geregeld 'af, zonder dat een ingrijpende verandering op een naderend einde van den strijd wijst. En met ontzetting vraagt men zich soms af hoe lang dit slepend stadium nog zal voortduren. Uitspraken als van oud-minister Colijn vormen ge lukkig w,eer tegenwicht tegenover deze sombere gedachten. Een opmerkelijk offensieve geest be- hieerscht in de laatste dagen wederom de Duitsohe troepen, zoowel in het Westen als in het Oosten. Zij houden altijd nog hun oude tactiek vol 'door in aaneen gesloten opstelling hun troepen op den vijand los te laten trekken. Vandaar dan ook, dat zij veelal hun doel bereiken en in het bezit komen van de begeerde loopgraven, doch niet dan nadat hnn rijen belangrijk gedund zijn. Niet alleen in het Westen, maar ook in het Oosten passen de Duitschers die tactiek van massa-offensief toe. Het resultaat van de laatste dagen was de bezetting van het dorp Goemine, waar- merP de Duitschers opnieuw een stap vooruitgezet hebben, om het Russische defensief aan de Bsoera en de Rawka te breken. Beide rivieren vormen, zooals men waarschijnlijk wel weten zal, bij' het sa menvloeien een naar het Westen uitsp'rin- genden hoek, waardoor de linie der Rus sen oorspronkelijk op dat deel van het gevechtsterrein ook aanmerkelijk vooruit sprong. Juist hier hebben de Duifschers herhaaldelijk ook gepoogd om hef Rus sische front te doorbreken. Voor eenige weken slaagden zij er ,jn Soecha te be zetten, waardoor zij vasten voet kregen aan de overzijde van de Bsoera, waar deze meer Westelijk afbuigt, nu is Goe mine, een 5 kilometer Zuidelijk van Soe cha, achter de weer terugbuigende Rawka, in hun bezit. En daarmede zal ook het lot van Borzymof wel beslist wezen. De vraag is maar, of de Russen nog in staat zullen zijn om stand te houden op de Bsoera-Rawka-nie, 'dan wel of ze zich op de Blonielinie zullen moeten te rugtrekken. In Ooist-Pruisen schijnen de Russen hum offensief met veel kracht voort te zetten. De berichten'van het Suez-kanaal en van de schermutselingen aan z'n boorden geven vooralsnog geen reden tof bijzon dere ongerustheid. De Engelschen schij nen nog goed meester v,an het terrein te kunnen blijven en het voorloopig nog wel in hnn macht te hebben belemmering in de passage door het Kanaal te voor komen. Over het feit, dat Duitschland de En- gelsche wateren tot oorlogsgebied ver klaard heeft, waarbij wij' nauw betrokken zijn, vindt de lezer elders vele bijzonder heden. Een stuk geschiedenis van Zuid Afrika. In de „N. R. Ct." vinden we ©en'-.schrij ven van een Afrikaanschen student, die anlangs uit de Kaapprovincie is gekomen. Het stuk, dat er zeer objectief uitziet, geeft een nadqp (uiteenzetting van het standpunt der z.g. „rebellen", tegenover- de verderfelijke politiek van Botha c. s. We ontleenen er aan: Het besluit van het ministerie Botha, om aan Duitsch Zuidwest-Afrika den oor log te verklaren, verwekte groote veront waardiging onder de Afrikaander bevol king en wel omdat die oorlogsverklaring en overbodig en overijld was. Overbodig was het, omdat het ministerie Botha «■BsnHWOSBMSKS LUISWB en hiervan is jiet volk zich ten vollet bewust geen de minste reden had dien oorlog te beginnen. Dit wordt onder meer door dit eene feit gestaafd, dat Ziüd- Afrika nu instede van defensief te moeten optreden (in overeenstemming met de V erdedigingswet) offensief heeft op te treden. Dat de Duitschers geen voornemen hadden voorloopig althans om Zuid- Afrika binnen te vallen, kan met vrij groote zekerheid worden vastgesteld. Im mers van een Duitscben aanval op de Unie was er geen sprake, hetgeen ook blijkt uit den hu historischen brief van gen. Beyers, toen hij zijn Ledanking als hoofdcommandant inleverde. Gen. Botha zal mu wel, ten ©inde zijn handelwijze te rechtvaardigen, bewerenl dat de berichten van den verantwoordelij ken officier op de Duitscbe grens, majoor Maritz, aan gen. Beyers van verdachten aard waren, daar Maritz tot de Duitschers en de Afrikaander kolonisten in D. Z. W. A. zou geschaard hebben, wax© 't niet, dat gen. Botha hem had bevolen tegen hen te gaan vechten. Voorts de zandwoestijn, welke ex tus- schen 't eigenlijk© gebied der Duitschers en de grens van de Unie ligt, maakt zoowel een inval van hun zijde als ©en inval van Zuid-Afrika's zijde uiterst moei lijk. Dit laatste is reeds voldoend© geble ken toen men in 't begin van d© krijgs operaties 'n aanval waagde, die giehelel en al mislukte. Dan was de oorlogsver klaring van BothaSmuts overijld. Het volk gevoelt dit en voornamelijk draagt dit feit hij tot hun diepe verontwaardiging. Botha en Smuts hebben hun volk niet erkend en dat beeft het Afrikaander hart zeer gemaakt, 't V elk wou, dat men 't eerst raadpleegde wat niet gebeurde, zooals men weet. Ik ben er overtuigd van, dat Botha en Smuts zich niet zonder levensgevaar in sommig© -distrikten van. de Unie kunnen vertoonen. Ook de man schappen, die op verlof naar huis terug keerden, zijn slecht over hen te spreken. Het noodwendige resultaat van dit alles is verzet, Botha en Smuts hebben nage noeg alles in hun vermogen gedaan om het Afrikaander volk tot opstand te ver wekken. 't Is hun eindelijk gelukt. Aan wie is de „rebellie", zooals het onjuist genoemd wördt, te wijten? Aan Beyers en de Wet? Volstrekt niet! 't Lag nooit in de bedoeling dier „rebellen" een enkel schot, te lossen, 'nog minder waren zij van plan een onafhankelijke republiek te stichten, zooals vooral van Engelsche zijde beweerd wordt. Men mag de rebellie van Beyers en ide Wet niet beoordeelen naar mannen als (Jo-pie Fourie, die door* 't schandelijke gjedrag 'der Engelschen to Pretoria opgezwieept (en tevens door de politièk van Botha ten opzichte van zijn volk) wel vochten voor een onafhan kelijk Zuid-Afrika. De zaak zit zoo. 'n Aantal burgers was samengekom(Qn om gen. Beyers te be schermen, die als ©en misdadiger heime lijk achtervolgd werd. Toen was het, dat BothaSmuts naar het zwaard grepen; zij waren het, die bet eerst het iwaard tegen hujn eigen bloed opnamen. En toen de beschermers van gen. Beyers genood zaakt waren zich te verdedigen, werden zij als „rebellen" beschouwd en behan deld. Deze z.g. rebellen zijn m. i. derhalve zedelijk volstrekt niet te veroordeelen en hebben zelfs, voor |een groot deel althans, 't wettelijke recht aan hun kant. Immers Botha heelt het eerst 's lands wetten ver kracht -door de verdedigingsmacht te gaan gebruiken om een vreemd gebied te ver overen. Als de bedoeling van de verdedi- gingswet van den (beginne af aan was om de verdediging'smacht te gebruiken zoowel binnen als buiten de .Unie, waarom dan de misleidende naam van „verdedi gingsmacht" gegeven? De Afrikaanders zien langzamerhand in dat ook wat de „rebellie" aanbelangt zij door Botha en Smuts om den tuin zijn geleid, 't Resultaat hiervan is, dat zelfs de vurig'sten onder die Botha-Smuts-aan- bidders van gevoelens zijn veranderd en tegen hen zijn gekant. Hiertoe heeft krach tig bijgedragen 't fusileeren van Jopie Fourie. Die daad heeft het heele land door de gemoedeben 'diep geschokt en de vijanden van BothaSmuts vertiendub- beld. Zoowel vóór als na deze gebeurtenis 'heb' ik' èn iin de Transvaal èn in -de Kaap provincie heel wieinig aanhangers van Botha en Smuts aangetroffen; ik heb ook dezulken ontmoet, die zelfs 't noemen van Botha's naam niet dulden. En toch vleien BothaSmuts zich dat zij de overwinnaars zijn! Is er ook glans rijker overwinning dan wanneer eer zucht en heerschzucht triomfeeren over recht en vaderlandsliefde? BothaSmuts zijn bezig de Afrikaanders met alles wat dat volk dierbaar is, aan Engeland over te leveren, en de (meerderheid der Afri kaanders begint dit Jangzamerhand in te iiAgggroya zien. Zij verwerven zich wellicht een eerenaam in Engeland, doch het kost hun de achting en het vertrouwen van hun volk. Vraagt men mij waar de eigenlijke aanhangers van BothaSmuts zijn, ze zijn te vinden voor het allergrootst© deel onder de Engelsche bevolking; doch in den laatsten tijd (rijn zelfs Engelschefl anti-Botha-Smutsgezind. Dit voorspelt in-, derdaad geen gouden toekomst voor Botha's regeering. Zij die nu eenmaal in d© vast© verde digingsmacht zitten, moeten wel hun plich ten gaan vervullen, (doch men doet 't geenszins geestdriftig, integendeel, zelfs onwillig. Ik heb enkelen gesproken die, op verlof thuis waren; zij verklaarden dat zij zich „liever thuis lieten doodschieten dan om naar het front terug te keeren." Nu heeft gen. Botha ook de nationale reserve opgeroepen in zekere districten van de Transvaal en de Kaapprovincie; doch in het district Bloemhof (Transvaal) b.v. hebben er 60 mannen geweigerd dienstplicht te vervullen; zij zijn allen in arrest gehouden. Zoo zijn er ook in de overige districten onwilligen. En het valt direkt op, dat' ide regeering het niet ge waagd heeft ook in den Oranje Vrijstaat mannen te kommandeeren. Voor hem die de gevoelens der Vrijstaters kent, is dit niet moeilijk te begrijpen! Duitschland verklaart de Engelsche wateren tot oorlogsgebied. De Reichs-Anzeiger bevat in het of- ficieele gedeelte ae volgende bekendma king van den chef van den Duitschen marinestaf le. De wateren rondom Groot-Brittannië en Ierland met inbegrip van het geheele Engelsche Kanaal worden hierbij tot oor logsgebied verklaard. Van 18 Februari af zal ieder in dit gebied aangetroffen vij andelijk koopvaardijschip worden ver nietigd zonder dat het steeds mogelijk zal zijn daarbij de gevaren die bemanning en passagiers dreigen af te wenden. 2e. Ook onzijdige schepen loopen in het oorlogsgebied gevaar, daar met het oog op het door de Engelsche Regeering op 31 Januari bevolen misbruik van onzijdige vlaggen en de toevalligheden van den zeeoorlog niet altijd kan worden verme den dat een aanval op een vijandelijk schip gericht, ook onzijdige schepen treft. 3e. De scheepvaart om de Noord langs de Shetlandsohe eilanden, in het ooste lijke gedeelte van de Noordzee en in een strook van ten minste 30 zeemijlen breedte langs de Nederlandsohe kust is niet gevaarlijk. Ter verklaring van bovenstaande mede- deeling heeft de Duitsohe regeering aan de bondgenooten, neutrale en vijandelijke mogendheden de volgende schriftelijke uit eenzetting gegeven over de maatregelen tegen de maatregelen van Engeland, die in strijd zijn met het volkenrecht en de afsnijding van den neutralen zeehandel met Duitschland beoogen. Het stuk luidt als volgt: Sedert het begin van den huidig'en krijg voert En geland tegen Duitschland een handelsoor log op een wijze, welke spot met alle volkenrechtelijke bepalingen. "Wel heeft de Britsche regeering in ver scheidene bevelen de Londenscbe zee- reohtdeclaratie als geldig verklaard, doch in werkelijkheid echter heeft zij zich niet aan de voornaamste punten gestoord, of schoon hare eigene gevolmachtigden op de Londensche conferentie de besluiten als het geldige volkenrecht erkenden. Do Britsche reg'eering plaatst een reeks voorwerpen op de lijst van contrabande, welke niet of slechts zeer indirect voor krijgsdoeleinden kunnen gebruikt worden, en derhalve volgens de Londenscbe decla ratie en de algemeen erkende regels van het volkenrecht, heelemaal niet als contra bande mogen worden beschouwd. Verder heeft Engeland het onderscheid tusscihen absolute en relatieve contra bande feitelijk weggecijferd, wijl het alle artikelen van relatieve contrabande, voor- Duitschland bestemd, zónder in aanmer king te nemen de haven, waar zij uit geladen zullen worden, eil zonder acht te geven of zij voor vijandelijke doel einden gebruikt worden of niet, eenvoudig in beslag neemt. De Engelsche regecring schrikt er zelfs niet eens van terug de P'arijsche zeerech ten-declaratie te schenden, wijl hare .oor logsschepen van neutral© schepen Du'it- sche goederen, welke geen contraband© waren, genomen hebben. In strijd met zijin eigen verordeningen van de Londensche declaratie, liet Enge land verder door 'zijn strijdkrachten te!r| zee talrijke dienstplichtige Duitschers van, neutrale schepen weghalen en krijgsgei- vangen maken. Ten slotte heeft het de heele Noord zee tot oorlogsgebied verklaard 'en de, neutrale scheepvaart de doorvaart door de open ze© tusscbe'n Schotland en Noor- VERSCHIJNT ELKEN WERKDAGc Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.25 Losse nummers8.06 Prijs der Advertentiën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, "Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. wegen, zoo niet. onmogelijk gemaakt, dan toch uiterst bemoeilijkt ©n in gieivaar ge bracht, zoodat in zekeren zin een blok kade van neutrale kusten en neutrale havens üi strijd imet het volkerenrecht werd ingevoerd. Al deze maatregelen hebben blijkbaar ten doel door stillegging van den wette lijken neutralen handel in strijd met het volkerenrecht niet alleen de militaire ac tie, maar ook den economischen wel stand van Duitschland te treffen, en ben slotte door middel yan (uithongering het heele Duitscbe volk aan d© vernietiging prijs te geven. De neutrale mogendheden hebben zich over het geheel genomen, naar de maat regelen der Britsche regeering geschikt. Zij hebben niet bereikt, dat de van haar schepen ,in strijd niet bet volkerenrecht weggehaalde Duits'ch© personen en goe deren door de Britsch© reg'eering zijn uit geleverd. Ook hebben zij zich tot op ze kere hoogte zelfs met de Engelsche maat regelen, die in strijd zijin met de vrij'- heid ter zee, vereenigd, doordat zij blijk baar onder de pressie van Engeland den voor vredelievende doeleinden bestemden doorvoer naar Duitschland ook hunner zijds door uitvoer- en doorvoerverbodemi 'verhinderen. Tevergeefs maakte de Duitsche regie ring de neutrale mogendheden er op op merkzaam, dat zij zich de vraag moest stellen, of zij ,a:an de tot nu toe',geëerbie digde bepalingen der Londensche decla ratie nog langer zou kunnen vasthouden, als Groot-Brittannië op den door haair ingeslagen weg zou voortgaan ien de neu trale mogendheden al deze neutraliteits- schendingen ten nadeele van Duitschland langer zouden dulden. Groot-Brittannië beroept zich voor zijn met het volkerenrecht strijdige maatrege len op levensbelangen, die voor het Brit sche rijk op bet spel staan en de neutrale mogendheden schijnen met theoretische protesten te volstaan en dus feitelijk de levensbelangen van oorlogvoerenden ptó een voldoende verontschuldiging voor elke wijze van oorlogvoeren te laten gelden. Op zulke levensbelangen moet ook Duitschland zich thans beroepen. Het ziet zich dus tot zijn leedwezen tot mili taire maatregelen tegen Engeland gedwon gen, die ©en vergelding moeten zijn voor het Engelsche optreden. i f Evenals Engeland het gebied tusschen Schotland en Noorwegen tot oorlogsgebied verklaarde, evenzoo verklaart Duitsch land de wateren rondom Groot-Brittannië en Ierland met inbegrip van het heele En gelsche Kanaal tot oorlogsgebied ©n zal het met alle hem ten dienste staande oorlogsmiddelen tegen d© vijandelijke scheepvaart aldaar optreden. Daarom zal het van 18 Februari 1915 af elk vijandelijk koopvaardijschip, dat zich op het oorlogsgebied begeeft, pogen te vernietigen, zonder dat het steeds mo gelijk zal zijn de gevaren die daarbij' per sonen en goederen bedreigen, af 1e wen den. De neutralen worden daarom gewaar schuwd aan zulke schepen geen beman ning, passagiers en goederen meer toe te vertrouwen. Verder worden ze er opmerkzaam op gemaakt, dat het ook voor eigen sche pen dringend aanbeveling verdient, het binnenloopen in dit gebied te vermijden, want zoo de Duitsche zeestrijdkrachtenj ook instructie hebben, gewelddadigheden tegen neutrale schepen, voor zoover die te herkennen zijn, na te laten, toch kan tengevolge van het door de Engelsche tne- geering bevolen misbruik van neutrale vlaggen en tengevolgie van de doevallig- beden van den oorlog, niet steeds voor komen worden, dat ook zij ten offer val len aan een aanval, die voor Vijandelijke schepen bedoeld was. Daaruit wordt uitdrukkelijk opgemeirjkt, dat de soheépvaart ten Noorden van de Shetland-eilaniden, in het Oostelijk gebied der Noordzee, en in een strook van min stens 30 zeemijlen langs de Nederlandsohe kust niet in gevaar komt. De Duitsche regeering kondigt dezein/ maatregel zo'O bijtijds aan, dat vijandelijke zoowel als neutrale schepen tijd zullen hebben om hun schikkingen in verband met het binnenloopen der aan het oor logsgebied gelegen havens daarnaar in te richtten. De Duitsche regeering! mag verwach ten, dat de neutrale mogendheden de le vensbelangen van Duitschland niet min der Zullen jn aciht nemen dan die van Engeland, en er toe zullen bijdragen om hun onderdanen en hun eigendom van het oorlogsgebied verwijderd te houden. Dit mag des te meer verwacht worden, wijl ook den neutralen mogendheden er veel aan gelegen moet zijn, den tegen- woordigen vernietigenden oorlog zoo spoe dig mogelijk beëindigd te zien.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1