NHUIS
I\Ö. 103
Maandag 1 Februari 1915
29e Jaargang
mi
ihaapherder,
niet af
ssen
»tbode
rma SNOEP
te koop een
ischrijvlng:
landen,
ad, ook Tuin
paden,
aanegeit
fcterd,
!ds knecht
.GENT
[tiecht
gevraagd
Da Groote Oorlog.
n'uik dan alle
erdom. Huis met
ngaard, Bouw- en
ot circa twaaff
ud) voor f 4800 te
sreenkomst.
NIEUWENHUIS,
IN. B.)
Iweest door wijlen
10VEN.
en vóór of op
laris E. C. VAN
Ih aan te melden
ÏWENHUIJSE te
IP
tIEDEL, Buiten-
Istkapelle.
jracht bij A. GEL-
IP:
Lth. straat Oost-
'iök.
10765. Adv.-Bur.
kin.
P. STAAL te
is teleurstelling,
schikbaar bij A.
Jevraagd
te Wolf aartsdijk.
Lnd Walcheren,
Ihavens. Brieven
Igen onder letter
|r courant te Goes.
iet .Maart of Mei
benoodigd,! g
(Serooskerke (W).
:D te koop
llle tuig. Ook bij
jn Paarden- of
J. Tevens droge
it te koop, bij
la p e 11 e.
IS, Meliskerke.
.-stond of met Me'
rijpskerke.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN *E VORSTSTRAAT 2tÖ.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Co intro - Goes.
Dikke woorden.
Als een staaltje van oppervlakkigheid
en luchthartigheid drukken wij enkele vol
zinnen af uit Het Volk, die, onder het
opschrift: „de ee rediens t v an het
gev aar" haar spijt uitspreekt over de
afwijzing door „de regeering" van de mo
tie-Troelstra, waarin overlegging van be
wijzen voor het bestaande gevaar, zoo
noodig in geheime zitting der Kamers,
gevorderd werd; en van den eisch der.
sociaal-democraten om nu reeds eenige
duizenden manschappen (oudste lichtin
gen) naar huis te zenden.
De redactie gewaagt van „zenuw
achtigheid" en „opgeblazen
heid", en „overdrijving"!
Al redeneerende nam minister
Cort een element van overdrijving op
in zijn betoog, dat aatï de konklusie
het karakter van zenuwachtigheid gaf.
Gelijk trouwens de heele opzet: het
dreigen: als ik opening van zaken moet
doen ga ik heen, en probeert gij dan
het eens te verbeteren, van opgeblazen
heid niet was vrij te pleiten.
De stem van onze (soc.-dem.)
Kamerfractie was niet anders dan oen
protest tegen deze zenuwachtigheid. De
mogelijkheid bestaat dat de regeering,
(haar) gegevens wat al te zwaar op
vat. Kr bestaat een zekere «eredienst
van het gevaar, die evenals alle gods
diensten de eigenschap heeft haijverig
to zijn. Men kan, dagelijks verketeren-
de in den tempel van dezen geweldige,
allengs in alles gevaar gaan zien.
Dan volgt een woord van afkeuring
dat de regeering aan do „vertrouwens
mannen van het volk" inlichtingen wei
gerde, waarbij zij besluit:
Do regeering heeft op den toon van
het overleefde vaderlijk gezag uit een
vervlogen tijd een blind vertrouwen ge-
eisch'tzij eischt geloof... Minis
ter Cort v. d. Linden sprak over het
hoogste goed, dat wij verdedigen als
wij opkomen voor onze neutraliteit; en,
was het toeval hij stond naar de rech
terzijde gekeerd, toen hij als hoogste
goederen roemde de vrijheid en de ver
draagzaamheid. Voelde toen niemand
behalve een enkele fanatieke klerikaal
een neiging tot spot?
Het Volk kent de vaderlandsche ge
schiedenis, de „histoire contemporaine"
niet, anders zou zij dat gezwegen heb
ben. „Neiging tot spot"? Zijn dan deze
kostelijke goederen, vrijheid en verdraag
zaamheid ooit in handen van het. g;ros
der liberalen veilig geweest? Zijn de so
cialisten zeiven, getuige hunne vergaderin
gen met andersdenkenden dan zij, ooit
overloopend van verdraagzaamheid ge
weest? Eerden zij daar steeds de vrijheid
van het woord? Zijn hunne bijeenkomsten
uit den jare 1903, is hunne houding, bij
werkstakingen, toen en later, geen be
wijzen veelal dat zij niet gunnen aan an
deren wat zij voor zichzelf als hoogste
goed begeeren?
Klinkt wat Het Vol k zelve in den
regel aan het adres der „clericaLen"
richt, verdraagzaam Sprak zij nog in
haar voorlaatste nommer niet van „Chris
telijk gekwezel"?
Neen, waarlijk, het is geen „toeval",
wanneer de minister voor zijn pleidooi
in 't belang van vrijheid en verdraagzaam
heid, steun verwacht van „de rechter
zijde". Deze toch eert als één man het
gezag omdat het Goddelijk is, en voert
tegelijk het pleit voor de vrijheid, die
van het gezag niet de tegenvoeter maar
do metgezel is.
Het Volk moge dan in hetzelfde door
ons aangehaalde artikel klagen„de mi
nister-president regeert zijn volk als een
ouderwetsche vader: met het gezag";
en dit betitelen als een „gevaarlijke me
thode van regeeren", waartegen „te pro
testeeren plicht was voor de socialisti
sche Kamerfractie", wij beschouwen zulk
regeeren als een deugd; moge deze li
berale „regeering" in deze antirevolutio
naire lijn getrouw voortgaan!
Laten daarom onze mannen en vaders
die met een gevoel van spijt het „non
possumus" (wij kunnen niet) eernamen,
zich hiermee tevreden stellen dat de re
geering hen geen dag langer dan noodig
is onder de wapenen zal houden, en
elkander deze waarheid inprenten dat de
regeering meer weet dan zij allen saam;
en daarom gehoorzamen tot het in Gods
eeuwigen Raad vastgestelde eind dure roe
ping is.
Be sociaat-dsmacrateti en de godsvrede.
Dozer dagen kon men in de „N. R.
Lit." lezen:
Konrad Hiinich, sociaal-democratisch
üd van den Landdag, schrijft in het
»Hamburger Echo" over den oorlog en
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25
Losse nummers0.05
de Duitsche sociaal-democratie en ver
klaart, dat de sociaal-democra
ten uit vrije beweging den gods
vrede handhaven. Wij doen het, zegt
hij, omdat het belang van onze klasse
het eischt, dat nauw is verbonden met
het heil van het vaderland. De gods
vrede is voor de Duitsche arbeiders
klasse een gebiedende noodzakelijkheid:
„Niet om den klassenstrijd af te zwe
ren, houden wij ons eerlijk en nauw
gezet aan het parool van den gods
vrede, maar om den grond te bevei
ligen, waarop wij alleen dezen klas
senstrijd (bot een zegerijk einde kun
nen voeren".
Afgezien van hun klassenstrijders-albu-
res, moet men toch de houding der Duit
sche sociaal-democraten prijzen.
'tWare te wenschen, dat hun Holland-
sche partijgenooten den godsvrede in nau
wer verband brachten met het heil van
het vaderland.
Maar dan zullen zij zich dienen te
verheffen boven het partijgeschreeuw hun-
nor volgelingen.
X
Beknopt overzicht van den toestand.
De winter doet zich thans in al' zijn
barheid gevoelen.
Vooral in het Karpathengeb'ied moet
zijn invloed zich geducht doen voelen.
Alle berichten vandaar spreken van zwa-
ren sneeuwval en van bittere koude, die
volgens de Weensch© telegrammen, zoo
hevig zou zijn, dat in de dalen van het
hooggebergte tal van doodgevroren Rus
sen gevonden worden, en die dus ook
voor de Oostenrijkers heel wat ellende
met zich brengen zal.
Niettemin zijin de laatsten nog steeds
actief, ien nog zóó actief, dat 't er voor
de Russen steeds bedenkelijker gaat uit
zien.
Dit moet althans geconcludeerd uit de
berichten, die men in Wieenen opmaakt.
De Russische communique's laten op
zich wachten.
Men mag echter gerust aannemen, dat
van een krachtig offensief optreden der
Russen sedert eenigen tijd al geen sprake
meer is.
Zeker schijnt het inderdaad, dat men
hier met een Oostenrijksch-Duitsch offen
sief te doen heeft. De Duitschers zijn te
rechter tijd hun hondgenooten ter hulp
gesneld, om hun tegenover den Russi-
schen inval den noodigen ruggesteun te
geven.
Van hun kant schijnen de Russen het
offensief nu weer te hervatten in Oost-
Pruisen. Het ongunstige terrein is echter
oorzaak, dat zij' nog weinig van belang
hebben kunnen uitrichten.
Op het Westelijk oorlogsterrein zijn zoo
goed als geen feiten van beteekenis voor
gevallen.
De bladen bevatten slechts nabetrach
tingen |opi de laatste schermutselingen van
beteekenis.
De Fransche „ooggetuige" bij de jong
ste krijgsverrichtingen zegt b.v. dingten,
die de kennisneming waard zijn.
Zijn vaak objectief oordeel zij ge
prezen.
„Den grooten en kostbaren tegenslag",
dien de Duitschers ten Oosten van Yper an
hebben gehad, noemt hij; een uiterst be
langrijk gevecht, dat hun nog duurder is
te staan gekomen dan de tegenslag bij
La Bassée.
Voorts wijst hij op> het uitblijven van
Duitsche aanvallen bijl Soissons, terwijl
hij ook gewaagt van minder gunstig weer
als een belemmering van d© krijgsope
raties.
Niettemin, zegt hij>, komen de hond
genooten langzaam en zeker vooruit. Zij
worden voortdurend versterkt en hun
aantalskracht neemt met den dag toe.
Het Belgische leger is met merkwaar-
digen spoed opnieuw ingericht. Zijn artil
lerie heeft kostbare diensten aan de Fran-
schen bewezen.
Het relaas van den ooggetuige vertelt
danvan de Duitsche nederlaag bij La
Bassée.. De Engelsche bondgenooten heb
ben. een allerhevigst offensief van de Duit
schers aan weerszijden van het kanaal
van La Bassée te doorstaan gehad. De
vijand trachtte hen tegelijkertijd op ver
scheidene punten van het front af te
leiden tusschen de wegen van Béthune
naar La Bassée leó. van La Bassée naar
Aix la Nouletfe. Een Duitsch bataljon
dreef des. ochtends om 8 uur d© Engel-
schen uit de loopgraven van het front
van Givenchy. Enkele minuten later werd
Givenchy aangevallen. De vijand kreeg
terstond vasten, voet in het dorp. De En
gelsche bevelhebber gelastte drie tegen
aanvallen, die door Fransch geschutvuur
werden ondersteund. Om 3 uur des mid
dags waren alle loopgraven hernomen.
Vijf maal herhaalden de Duitschers hun
aanvallen, doch werden telkens .terugge
slagen. Zij lieten honderden dooden op
he( slagveld. De Duitschers deden vervol
gens een nachtelijken aanval en werden
weer teruggeslagen. Hun nederlaag was
volkomen. Er ontstond eerst een lichte
kromming in de Fransche linie, tengevol
ge van een tijdelijke achterwaartsche be
weging der Engelschen, doch wij hernamen
de verloren loopgraven twintig minuten
later.
De Duitschers blijken hier inderdaad
met een zeer goed geconditioneerden vij
and te doen gehad te hebben. Zij zullen
dan ook begrijpen, dat zij tegenover den
versterkten vijand een behoorlijk tegen
wicht dienen te stellen.
Lotgevallen van een gewonde.
Ziehier een belangwekkend verhaal uit
een s oldatenbrief
Het was den vierden December, toen
een korperaal en twee man op patrouille
moest. Het weer was zeer slecht, storm
en regen. Door den pikdonkeren nacht
kropen ze voorwaarts. De patrouille ver
dwaalde en keerde terug. Een kwam ech
ter niet mee. Het was een landweerman
M. genaamd, 's Middags ziet iemand door
een verrekijker, dat vlak voor de vijande
lijke loopgraaf een bruine plek ligt. We
dachten onmiddellijk dat het M. moest
zijn en dat hij door de Franscihen neer
geschoten was. Den avond van denzelf
den dag kropen vier man naar voren
om hem te halen en te begraven. Het was
vergeefs, zie konden hem niet bereiken,
werden beschoten en moesten terug. M.
had in den nacht van den vierden een
schot door zijn arm' gekregen. Den vol
genden nacht stond hij op en wilde naar
ons terug keeren. In het donker verdwaal
de hij, kwam bij een Fransche loopgraaf
terecht en werd weer beschoten. Hij riep:
„Ik ben toch gewond?", maar de Fran-
sohen verstonden 'hem, niet en wierpen
nog een handgranaat naar hem. Hij' kreeg
een schampschot van een splinter aan
zijn hoofd en viel bewusteloos neer. Toen
hij weer bijgekomen was, begon hij te
kruipen. Even voor onze prikkeldraad
versperring stond hij1 op en riep den naam
van zijn regiment. Plotseling kreeg 'hij
weer vuur van Fransche zijde en een
kogel trof hem in het linkerbeen. Weer
viel hij en den heelen dag moest hij voor
onze loopgraven liggen. Eerst 's avonds
kon hij gehaald worden. Weer kropen
eenige manschappen vooruit, rolden hem
in een stuk tentlinnen, knoopten er een
touw om en op dez,e wijze brachten zij
hem naar de loopgraven. Hij werd in
een schuilplaats gebracht en onmiddellijk
verbonden. Hij had een wond in het
hoofd, in den linkerbovenarm en in de
dij. Twee dagen en nachten had hij; ge
wond tusschen de loopgraven gelegen in
storm en regen, zlonder eten en drinken.
Ik zou het ternauwernood gelooven, als
ik alles niet zelf meegemaakt en hem
verbonden' had.
Een Engslsch schip in dsn grond geboord.
De Duitsche onderzeeër „U 21" heeft
het stoomschip „Ben Cruachan" van North
Shields getorpilleerd. Het schip zonk; de
equipage, bestaande uit 21 man, is te
Fleetwood,havenstad aan de Iersche zee,
geland.
De „Ben Cruachan" was 3092 bruto,
1978lnetto ton groot; het schip is in 1902
te Stockton gebouwd en behoorde aan de
Morrison Shipping Co. Ld. te North
Shields.
Do commandant van de „U 21" gaf de
bemanning 10 minuten tijd om in de
booten te gaan. Later werden zij opge
pikt door een visschersboot.
Korte Oorlogsberichten.
Onder vliegers. Bij Amiëns
heeft op 10 Januari een sensationeel ge
vecht plaats gehad in de lucht tusschen
den bekenden Franschen vlieger Gilbert
en den Duitschen vlieger-luitenant Kei
ler. Het was een heete kamp, welke ten
slotte door Gilbert gewonnen werd. Hij en
zijn waarnemer schoten den Duitschen
verkenner dood en verwondden luitenant
Keiler aan den hals, zoodat deze ten
slotte in de Fransche linies moest dalen.
Gilbert heeft nu als bewijs van hoog
achting aan den Duitscher een fotografie
van hemzelf geschonken met het onder
schrift: „Een herinnering aan een merk
waardig gevecht in de lucht. Ik verzoek
de Fransché officieren zeer welwillend
te zijn tegenover luitenant Keller, die een
dappere was alvorens overwonnene te
zijn."
De stemming in Italië. In
eten vergadering, waaraan ook door repu-
blikeinsche kamerleden werd deelgeno
men, is aan Ricciotti Garibaldi opgedra
gen naar Parijs ten Londen te vertrekken,
om a ldaar openlijk de verzekering tie ge
ven, dat het Italiaansche volk in zijn
groote meerderheid voor den oorlog is.
Mislukte Zeppelin-tocht. De
„Matin" verneemt uit Nancy: Een „Zep
pelin" poogde Vrijdagmorgen om 5 uur
over de stad te vliegen. Het luchtschip
werd echter hevig door onze artillerie
beschoten en zag zich genoodzaakt naar
de Duitsche linies terug te keeren.
Een brief aan een modern
predikant. In het blad „Auf der
Warte" van 20 Dec. 1.1. staat een brief
aait! den predikant Graue te Berlijn, waar
aan wij het volgende ontleenen:
Juist lees ik hier bij het Argonnen-
woud uw „Germaansch Christendom van
den Bijbel." Ik zou gaarne willen dat
gij! hier in de loopgraven kwaamt; lijd,
strijd met ons mede, weken, maanden
lang', kom eens in een hagelbui van ko
gels, en doe eens mede aan een storm
aanval. Dan zult gij God danken dat er
een weg tot Hem is door Jezus Christus
en dat daardoor volle vrede in het hart
nederdaalt, en deze weg ziet boete, ver
geving der zonden, eeuwig leven.. De
Schrift noemt dit bekeering. Als wij niet
honderden en nog eens honderden van
zulke) (mannen, van officier af tot gewoon
soldaat toe, hier en in het Oosten had
den, die in de voorste rijten staan, die
tot God bekeerd, eiken morgen uit het
Woord Gods nieuwe kracht putten en
daardoor de stille voorbeelden zijn voor
de compagniën en colonnes; mannen die
den dood niet vreezen, omdat hij voert
tot het eeuwige leven; die niet alleen
heldhaftige mannen zijn, die er moedig
op los gaan, maar, wat bij'na nog meer
beboekent, 'die in de 'grauwe maanden
lange eentonigheid weten vol te houden
en, hunne kameraden aanvuren, terwijl
van de overzijde hij de vijanden voort
durend geheele infanterie-afdeelingen,
die uitgeput en vermoeid zijin, zich over
geven, het stond niet zoo goed met
Duitschlands' wacht. Mijn hart bloedt over
datg'en© wat gij uitzaait. Het klinkt ver
heven, maar in de vreeselijke stormen
des levens laat deze Theologie ons in
den steek. God moge ons allen een wijs,
waarlijk voor Hem geopend hart geven.
Een niet meter jong officier v. Hippel.
Geen „adieu". In de plaatsen
aan de Geldersch-Pruisische grenzen
wordt het publiek door billetien ver
zocht bij het groeten geen „adieu" te
zeggen.
Naar wij vernemen, zullen voor het
vervoer Van Amerikaansche levensmidde
len voor België, bij gesloten water, zoo
noodig door de Pruisische spoorwegen,
Duitsche wagens naar Rotterdam warden,
gezonden, om aldaar voor België in te
laden. (Vad.)
Een sedert den oorlog uit Maeseyck
naar Strampoy uitgeweken koopman, B.
geheeten, die vermoedelijk een uitgebreb
den smokkelhandel dreef, is thans uitgele
verd. Dezer dagen werd nog een groote
hoeveelheid meel, die voor België bestemd
was, en B. toebehoorde, in beslag genoi-
men.
Zondige doodsverachting.
Sir Thomas Esmonde, een Ier van groen
ten invloed, zendt aan de „Manchester
Guardian" een brief van zijn zoon, die
adelborst is op den linie-kruiser „Invinci
ble". De zoon beschrijft daarin den slag
bij de Falklandeilanden en het redden
van een deel van de bemanning der
„Gneisenau".
„Eenigen hunner", schrijft hij, „waren
bepaald ontzind, toen men ze uit het
water wilde halen. Zij trachtten hun red
ders te dooden of sprengen weer in zee
en verdronken. Een officier wilde ons
met een automatisch pistool doodschieten,
maar het werd hem uit de hand gewron
gen en we bleven schotvrij.
„De „Kent", een kruiser die 21 mijl
loopt, kreeg bevel de „Nürnberg" te ven-
volgen, een schip van 25 mijl en ook
veel, nieuwer dan de '(Kent", die maar
een paar honderd ton kolen aan boord
had om de „Nürnberg" te pakken. De
oude Kent ging er van door en bracht
het tot 22 mijl, meer dan ze ooit bij
proefstoomen heeft gehaald. Toen kwam;
de boodschap, dat de kolen nagenoeg op
waren. „Neem dan maar de booten 1" zei
de kapitein. Ze braken toen alle booten af,
goten er olie over en wierpen den boel
in de vuren. Vervolgens gingen alle arm
stoelen uit de groote kajuit er in, toen
de kisten uit de officiershutten. Daarop
werden trappen en al verbrand; elk stuk
hout ging naar het stookruim. De uitslag
was, dat de „Kent" een vaart van 24
mijl liep en de „Nürnberg" te pakken
kreeg. Na een vinnig gevecht, waarin ver
scheiden mannen werden gedood, werd
de „Nürnberg" in den grond geboord".
Wij kunnen dergelijke doodsverachting,
door de Duitsche pers zoo ongemeen ge
prezen, niet goedkeuren. Zij nadert de
Prijs der Advertentiên
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maaI plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
grens van zelfmoord. Dit geldt ook van
de bemanning van de „Scharnhorst", wel
ke unaniem uit haat jegens Engeland bet-
sloot een graf in de golven te zoeken,
en zoo in haar geheel omkwam.
Von Hindenburg's geeste
lijk leven. Aan de „Koln. Volksz." ont
leenen we het .volgende over generaal
veldmaarsohalk von Hindenburg: We heb-
meermaleu gewezen op den grooten gods
dienstzin van generaal von Hindenburg,
die dagelijks het ochtend- cn avondgebed
placht voor te bidden.
Ook gedurende dezen oorlog leest hij
dagelijks een gedeelte uit de H. Schrift.
Een nieuwe bevestiging van zijn gezind
heid vindt men in een brief uit Bteuthen
in Boven-Silezië, waarin een vrouw een
godsdienstoefening in Beuthen beschrijft,
welke von Hindenburg met zijn staf bij
woonde.
„We beleefden iets aangrijpends. Aan
het einde van de godsdienstplechtigheid
trad von Hindenburg met de officieren
van zijn staf iets vooruit en bad luide
om Gods kracht en bijstand ter op
lossing van do nog wachtende moeilijkhe
den, en smeekte God om de overwinning
over de vijanden van Duitschland."
Ook geeft de veldheer na zijn overwin
ningen altijd Gode de eer. Zoo heeft hij,
na den slag bij Lodz, op de huldiging!
der schooljeugd en de toespraak van den
Stadsschoolraad, geantwoord: „Ik dank
u voor de vriendelijke woorden en dank
in het bijzonder de jeugd voor haar
geestdrift. Mij komt echter niet die dank
toe voor de successen, welke wij op de
Russische vijanden behaald hebben, maar
aan God, die ons genadig heeft behoed,
en die ons ook verder beschermen zal,
want hij kan niet plotseling zijn vader
hand van ons terugnemen. We zien vol
troost in de toekomst. God de Heere zal
ons een eervollen vrede schenken."
Vaderlandsliefde. Een Diuit-
sc,he vrouw (te Keulen), die reeds al
haar goud en juweelen voor de zaak
der landsverdediging heeft gegeven, op
pert nu het denkbeeld om alle voorwer
pen van tin, koper, messing, ijzer enz.
ten behoeve van den oorlog af te staan.
Behalve een Rijkswolweek, had zij ook
een Rijksmetaalweek willen organiseeren.
Voorloopig zal er niets van dat plan ko
men, omdat het Duitsche legerbestuur
heeft verklaard nog voldoende hoeveel
heden bruikbaar metaal in voorraad te
hebben. Van gansciher harte had zij
en zeer velen met haar haar antieke
linnen gerei, ouderwetsche koperen kan
delaars, kopenbeslag, jarenlang bewaarde
familiestukken den oorlogsgod ten offer
gebracht. Hoe ouder en hóe mooier het
stuk, hoe beter, Frederik de Groote liet
immers ook voor den Zvenjarigen oorlog
zijn zilveren eetservies versmelten?
(Hand.)
Op een verbluffend eenvoudige ma
nier hebben kooplieden aan de Duitsch-
Oostenrijksche grens een zoet winstje ge
maakt. Ondanks het verbod van uitvoer,
voerden zij reeds geruimen tijd Oosten-
rijksche paarden naar Duitschland in. Dit
deden zij op de volgende wijze. Met een
tweespan reden zij over de grens, lieten
dan een der paarden in Duitschland en
keerden dan weer naar Oostenrijk terug.
Dit herhaalden zij een paar maal per dag.
Op deze wijze kon een groot aantal paar
den binnengesmokkeld worden. Ten slotte
viel het den douanen op, dat zooveel
wagens voor tweespan slechts met één
paard naar Oostenrijk terugkeerden. Een
onderzoek bracht het geval aan het licht.
Toen zijn er een aantal smokkelaars aan-
gehouden.
Uit Boekarest wordt aan de Messa
ge» gemeld, dat het Italiaansche koop
vaardijschip Maria Elisabeta in de Zwarte
Zee door de Russische vloot, die het voor
een Turksch schip hield, in den grond
is geboord. De bemanning bestond uit
Grieken.
Een dapper meisje. Toen de
oorlog uitbrak wilde een meisje uit Bo-
chum, mejuffrouw Aust, als vrijwillige ver
pleegster mee naar het front. In stilte zon
der toestemming van haar ouders, reis
de zij te midden van een groote schare
vrijwillige verpleegsters naar het oosten,
werd daar aangenomen en toonde zich
een van de dapperste en beste zusters.
De strijd bij Warschau in het begin van
November heeft ze meegemaakt. Bij Gum-
binnen, ten zuiden van Plodak en noorde
lijk van Kutno, volgde zij de soldaten in
den slag, haalde gewonden uit de vuur
lijn en verbond ze gedeeltelijk op het
oorlogsterrein. Zelf is zij tweemaal ge
wond geraakt. Voor haar dapperheid heeft
zij het IJzeren Kruis gekregen. Hinden
burg zond de jonge dame de onderschei
ding en betuigde haar in een persoonlijken
brief zijn dank. Behalve het IJzeren kruis
staat de jonge Westfaalsche nog een an-