NHUIS I\Ö. 103 Maandag 1 Februari 1915 29e Jaargang mi ihaapherder, niet af ssen »tbode rma SNOEP te koop een ischrijvlng: landen, ad, ook Tuin paden, aanegeit fcterd, !ds knecht .GENT [tiecht gevraagd Da Groote Oorlog. n'uik dan alle erdom. Huis met ngaard, Bouw- en ot circa twaaff ud) voor f 4800 te sreenkomst. NIEUWENHUIS, IN. B.) Iweest door wijlen 10VEN. en vóór of op laris E. C. VAN Ih aan te melden ÏWENHUIJSE te IP tIEDEL, Buiten- Istkapelle. jracht bij A. GEL- IP: Lth. straat Oost- 'iök. 10765. Adv.-Bur. kin. P. STAAL te is teleurstelling, schikbaar bij A. Jevraagd te Wolf aartsdijk. Lnd Walcheren, Ihavens. Brieven Igen onder letter |r courant te Goes. iet .Maart of Mei benoodigd,! g (Serooskerke (W). :D te koop llle tuig. Ook bij jn Paarden- of J. Tevens droge it te koop, bij la p e 11 e. IS, Meliskerke. .-stond of met Me' rijpskerke. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN *E VORSTSTRAAT 2tÖ. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Co intro - Goes. Dikke woorden. Als een staaltje van oppervlakkigheid en luchthartigheid drukken wij enkele vol zinnen af uit Het Volk, die, onder het opschrift: „de ee rediens t v an het gev aar" haar spijt uitspreekt over de afwijzing door „de regeering" van de mo tie-Troelstra, waarin overlegging van be wijzen voor het bestaande gevaar, zoo noodig in geheime zitting der Kamers, gevorderd werd; en van den eisch der. sociaal-democraten om nu reeds eenige duizenden manschappen (oudste lichtin gen) naar huis te zenden. De redactie gewaagt van „zenuw achtigheid" en „opgeblazen heid", en „overdrijving"! Al redeneerende nam minister Cort een element van overdrijving op in zijn betoog, dat aatï de konklusie het karakter van zenuwachtigheid gaf. Gelijk trouwens de heele opzet: het dreigen: als ik opening van zaken moet doen ga ik heen, en probeert gij dan het eens te verbeteren, van opgeblazen heid niet was vrij te pleiten. De stem van onze (soc.-dem.) Kamerfractie was niet anders dan oen protest tegen deze zenuwachtigheid. De mogelijkheid bestaat dat de regeering, (haar) gegevens wat al te zwaar op vat. Kr bestaat een zekere «eredienst van het gevaar, die evenals alle gods diensten de eigenschap heeft haijverig to zijn. Men kan, dagelijks verketeren- de in den tempel van dezen geweldige, allengs in alles gevaar gaan zien. Dan volgt een woord van afkeuring dat de regeering aan do „vertrouwens mannen van het volk" inlichtingen wei gerde, waarbij zij besluit: Do regeering heeft op den toon van het overleefde vaderlijk gezag uit een vervlogen tijd een blind vertrouwen ge- eisch'tzij eischt geloof... Minis ter Cort v. d. Linden sprak over het hoogste goed, dat wij verdedigen als wij opkomen voor onze neutraliteit; en, was het toeval hij stond naar de rech terzijde gekeerd, toen hij als hoogste goederen roemde de vrijheid en de ver draagzaamheid. Voelde toen niemand behalve een enkele fanatieke klerikaal een neiging tot spot? Het Volk kent de vaderlandsche ge schiedenis, de „histoire contemporaine" niet, anders zou zij dat gezwegen heb ben. „Neiging tot spot"? Zijn dan deze kostelijke goederen, vrijheid en verdraag zaamheid ooit in handen van het. g;ros der liberalen veilig geweest? Zijn de so cialisten zeiven, getuige hunne vergaderin gen met andersdenkenden dan zij, ooit overloopend van verdraagzaamheid ge weest? Eerden zij daar steeds de vrijheid van het woord? Zijn hunne bijeenkomsten uit den jare 1903, is hunne houding, bij werkstakingen, toen en later, geen be wijzen veelal dat zij niet gunnen aan an deren wat zij voor zichzelf als hoogste goed begeeren? Klinkt wat Het Vol k zelve in den regel aan het adres der „clericaLen" richt, verdraagzaam Sprak zij nog in haar voorlaatste nommer niet van „Chris telijk gekwezel"? Neen, waarlijk, het is geen „toeval", wanneer de minister voor zijn pleidooi in 't belang van vrijheid en verdraagzaam heid, steun verwacht van „de rechter zijde". Deze toch eert als één man het gezag omdat het Goddelijk is, en voert tegelijk het pleit voor de vrijheid, die van het gezag niet de tegenvoeter maar do metgezel is. Het Volk moge dan in hetzelfde door ons aangehaalde artikel klagen„de mi nister-president regeert zijn volk als een ouderwetsche vader: met het gezag"; en dit betitelen als een „gevaarlijke me thode van regeeren", waartegen „te pro testeeren plicht was voor de socialisti sche Kamerfractie", wij beschouwen zulk regeeren als een deugd; moge deze li berale „regeering" in deze antirevolutio naire lijn getrouw voortgaan! Laten daarom onze mannen en vaders die met een gevoel van spijt het „non possumus" (wij kunnen niet) eernamen, zich hiermee tevreden stellen dat de re geering hen geen dag langer dan noodig is onder de wapenen zal houden, en elkander deze waarheid inprenten dat de regeering meer weet dan zij allen saam; en daarom gehoorzamen tot het in Gods eeuwigen Raad vastgestelde eind dure roe ping is. Be sociaat-dsmacrateti en de godsvrede. Dozer dagen kon men in de „N. R. Lit." lezen: Konrad Hiinich, sociaal-democratisch üd van den Landdag, schrijft in het »Hamburger Echo" over den oorlog en De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25 Losse nummers0.05 de Duitsche sociaal-democratie en ver klaart, dat de sociaal-democra ten uit vrije beweging den gods vrede handhaven. Wij doen het, zegt hij, omdat het belang van onze klasse het eischt, dat nauw is verbonden met het heil van het vaderland. De gods vrede is voor de Duitsche arbeiders klasse een gebiedende noodzakelijkheid: „Niet om den klassenstrijd af te zwe ren, houden wij ons eerlijk en nauw gezet aan het parool van den gods vrede, maar om den grond te bevei ligen, waarop wij alleen dezen klas senstrijd (bot een zegerijk einde kun nen voeren". Afgezien van hun klassenstrijders-albu- res, moet men toch de houding der Duit sche sociaal-democraten prijzen. 'tWare te wenschen, dat hun Holland- sche partijgenooten den godsvrede in nau wer verband brachten met het heil van het vaderland. Maar dan zullen zij zich dienen te verheffen boven het partijgeschreeuw hun- nor volgelingen. X Beknopt overzicht van den toestand. De winter doet zich thans in al' zijn barheid gevoelen. Vooral in het Karpathengeb'ied moet zijn invloed zich geducht doen voelen. Alle berichten vandaar spreken van zwa- ren sneeuwval en van bittere koude, die volgens de Weensch© telegrammen, zoo hevig zou zijn, dat in de dalen van het hooggebergte tal van doodgevroren Rus sen gevonden worden, en die dus ook voor de Oostenrijkers heel wat ellende met zich brengen zal. Niettemin zijin de laatsten nog steeds actief, ien nog zóó actief, dat 't er voor de Russen steeds bedenkelijker gaat uit zien. Dit moet althans geconcludeerd uit de berichten, die men in Wieenen opmaakt. De Russische communique's laten op zich wachten. Men mag echter gerust aannemen, dat van een krachtig offensief optreden der Russen sedert eenigen tijd al geen sprake meer is. Zeker schijnt het inderdaad, dat men hier met een Oostenrijksch-Duitsch offen sief te doen heeft. De Duitschers zijn te rechter tijd hun hondgenooten ter hulp gesneld, om hun tegenover den Russi- schen inval den noodigen ruggesteun te geven. Van hun kant schijnen de Russen het offensief nu weer te hervatten in Oost- Pruisen. Het ongunstige terrein is echter oorzaak, dat zij' nog weinig van belang hebben kunnen uitrichten. Op het Westelijk oorlogsterrein zijn zoo goed als geen feiten van beteekenis voor gevallen. De bladen bevatten slechts nabetrach tingen |opi de laatste schermutselingen van beteekenis. De Fransche „ooggetuige" bij de jong ste krijgsverrichtingen zegt b.v. dingten, die de kennisneming waard zijn. Zijn vaak objectief oordeel zij ge prezen. „Den grooten en kostbaren tegenslag", dien de Duitschers ten Oosten van Yper an hebben gehad, noemt hij; een uiterst be langrijk gevecht, dat hun nog duurder is te staan gekomen dan de tegenslag bij La Bassée. Voorts wijst hij op> het uitblijven van Duitsche aanvallen bijl Soissons, terwijl hij ook gewaagt van minder gunstig weer als een belemmering van d© krijgsope raties. Niettemin, zegt hij>, komen de hond genooten langzaam en zeker vooruit. Zij worden voortdurend versterkt en hun aantalskracht neemt met den dag toe. Het Belgische leger is met merkwaar- digen spoed opnieuw ingericht. Zijn artil lerie heeft kostbare diensten aan de Fran- schen bewezen. Het relaas van den ooggetuige vertelt danvan de Duitsche nederlaag bij La Bassée.. De Engelsche bondgenooten heb ben. een allerhevigst offensief van de Duit schers aan weerszijden van het kanaal van La Bassée te doorstaan gehad. De vijand trachtte hen tegelijkertijd op ver scheidene punten van het front af te leiden tusschen de wegen van Béthune naar La Bassée leó. van La Bassée naar Aix la Nouletfe. Een Duitsch bataljon dreef des. ochtends om 8 uur d© Engel- schen uit de loopgraven van het front van Givenchy. Enkele minuten later werd Givenchy aangevallen. De vijand kreeg terstond vasten, voet in het dorp. De En gelsche bevelhebber gelastte drie tegen aanvallen, die door Fransch geschutvuur werden ondersteund. Om 3 uur des mid dags waren alle loopgraven hernomen. Vijf maal herhaalden de Duitschers hun aanvallen, doch werden telkens .terugge slagen. Zij lieten honderden dooden op he( slagveld. De Duitschers deden vervol gens een nachtelijken aanval en werden weer teruggeslagen. Hun nederlaag was volkomen. Er ontstond eerst een lichte kromming in de Fransche linie, tengevol ge van een tijdelijke achterwaartsche be weging der Engelschen, doch wij hernamen de verloren loopgraven twintig minuten later. De Duitschers blijken hier inderdaad met een zeer goed geconditioneerden vij and te doen gehad te hebben. Zij zullen dan ook begrijpen, dat zij tegenover den versterkten vijand een behoorlijk tegen wicht dienen te stellen. Lotgevallen van een gewonde. Ziehier een belangwekkend verhaal uit een s oldatenbrief Het was den vierden December, toen een korperaal en twee man op patrouille moest. Het weer was zeer slecht, storm en regen. Door den pikdonkeren nacht kropen ze voorwaarts. De patrouille ver dwaalde en keerde terug. Een kwam ech ter niet mee. Het was een landweerman M. genaamd, 's Middags ziet iemand door een verrekijker, dat vlak voor de vijande lijke loopgraaf een bruine plek ligt. We dachten onmiddellijk dat het M. moest zijn en dat hij door de Franscihen neer geschoten was. Den avond van denzelf den dag kropen vier man naar voren om hem te halen en te begraven. Het was vergeefs, zie konden hem niet bereiken, werden beschoten en moesten terug. M. had in den nacht van den vierden een schot door zijn arm' gekregen. Den vol genden nacht stond hij op en wilde naar ons terug keeren. In het donker verdwaal de hij, kwam bij een Fransche loopgraaf terecht en werd weer beschoten. Hij riep: „Ik ben toch gewond?", maar de Fran- sohen verstonden 'hem, niet en wierpen nog een handgranaat naar hem. Hij' kreeg een schampschot van een splinter aan zijn hoofd en viel bewusteloos neer. Toen hij weer bijgekomen was, begon hij te kruipen. Even voor onze prikkeldraad versperring stond hij1 op en riep den naam van zijn regiment. Plotseling kreeg 'hij weer vuur van Fransche zijde en een kogel trof hem in het linkerbeen. Weer viel hij en den heelen dag moest hij voor onze loopgraven liggen. Eerst 's avonds kon hij gehaald worden. Weer kropen eenige manschappen vooruit, rolden hem in een stuk tentlinnen, knoopten er een touw om en op dez,e wijze brachten zij hem naar de loopgraven. Hij werd in een schuilplaats gebracht en onmiddellijk verbonden. Hij had een wond in het hoofd, in den linkerbovenarm en in de dij. Twee dagen en nachten had hij; ge wond tusschen de loopgraven gelegen in storm en regen, zlonder eten en drinken. Ik zou het ternauwernood gelooven, als ik alles niet zelf meegemaakt en hem verbonden' had. Een Engslsch schip in dsn grond geboord. De Duitsche onderzeeër „U 21" heeft het stoomschip „Ben Cruachan" van North Shields getorpilleerd. Het schip zonk; de equipage, bestaande uit 21 man, is te Fleetwood,havenstad aan de Iersche zee, geland. De „Ben Cruachan" was 3092 bruto, 1978lnetto ton groot; het schip is in 1902 te Stockton gebouwd en behoorde aan de Morrison Shipping Co. Ld. te North Shields. Do commandant van de „U 21" gaf de bemanning 10 minuten tijd om in de booten te gaan. Later werden zij opge pikt door een visschersboot. Korte Oorlogsberichten. Onder vliegers. Bij Amiëns heeft op 10 Januari een sensationeel ge vecht plaats gehad in de lucht tusschen den bekenden Franschen vlieger Gilbert en den Duitschen vlieger-luitenant Kei ler. Het was een heete kamp, welke ten slotte door Gilbert gewonnen werd. Hij en zijn waarnemer schoten den Duitschen verkenner dood en verwondden luitenant Keiler aan den hals, zoodat deze ten slotte in de Fransche linies moest dalen. Gilbert heeft nu als bewijs van hoog achting aan den Duitscher een fotografie van hemzelf geschonken met het onder schrift: „Een herinnering aan een merk waardig gevecht in de lucht. Ik verzoek de Fransché officieren zeer welwillend te zijn tegenover luitenant Keller, die een dappere was alvorens overwonnene te zijn." De stemming in Italië. In eten vergadering, waaraan ook door repu- blikeinsche kamerleden werd deelgeno men, is aan Ricciotti Garibaldi opgedra gen naar Parijs ten Londen te vertrekken, om a ldaar openlijk de verzekering tie ge ven, dat het Italiaansche volk in zijn groote meerderheid voor den oorlog is. Mislukte Zeppelin-tocht. De „Matin" verneemt uit Nancy: Een „Zep pelin" poogde Vrijdagmorgen om 5 uur over de stad te vliegen. Het luchtschip werd echter hevig door onze artillerie beschoten en zag zich genoodzaakt naar de Duitsche linies terug te keeren. Een brief aan een modern predikant. In het blad „Auf der Warte" van 20 Dec. 1.1. staat een brief aait! den predikant Graue te Berlijn, waar aan wij het volgende ontleenen: Juist lees ik hier bij het Argonnen- woud uw „Germaansch Christendom van den Bijbel." Ik zou gaarne willen dat gij! hier in de loopgraven kwaamt; lijd, strijd met ons mede, weken, maanden lang', kom eens in een hagelbui van ko gels, en doe eens mede aan een storm aanval. Dan zult gij God danken dat er een weg tot Hem is door Jezus Christus en dat daardoor volle vrede in het hart nederdaalt, en deze weg ziet boete, ver geving der zonden, eeuwig leven.. De Schrift noemt dit bekeering. Als wij niet honderden en nog eens honderden van zulke) (mannen, van officier af tot gewoon soldaat toe, hier en in het Oosten had den, die in de voorste rijten staan, die tot God bekeerd, eiken morgen uit het Woord Gods nieuwe kracht putten en daardoor de stille voorbeelden zijn voor de compagniën en colonnes; mannen die den dood niet vreezen, omdat hij voert tot het eeuwige leven; die niet alleen heldhaftige mannen zijn, die er moedig op los gaan, maar, wat bij'na nog meer beboekent, 'die in de 'grauwe maanden lange eentonigheid weten vol te houden en, hunne kameraden aanvuren, terwijl van de overzijde hij de vijanden voort durend geheele infanterie-afdeelingen, die uitgeput en vermoeid zijin, zich over geven, het stond niet zoo goed met Duitschlands' wacht. Mijn hart bloedt over datg'en© wat gij uitzaait. Het klinkt ver heven, maar in de vreeselijke stormen des levens laat deze Theologie ons in den steek. God moge ons allen een wijs, waarlijk voor Hem geopend hart geven. Een niet meter jong officier v. Hippel. Geen „adieu". In de plaatsen aan de Geldersch-Pruisische grenzen wordt het publiek door billetien ver zocht bij het groeten geen „adieu" te zeggen. Naar wij vernemen, zullen voor het vervoer Van Amerikaansche levensmidde len voor België, bij gesloten water, zoo noodig door de Pruisische spoorwegen, Duitsche wagens naar Rotterdam warden, gezonden, om aldaar voor België in te laden. (Vad.) Een sedert den oorlog uit Maeseyck naar Strampoy uitgeweken koopman, B. geheeten, die vermoedelijk een uitgebreb den smokkelhandel dreef, is thans uitgele verd. Dezer dagen werd nog een groote hoeveelheid meel, die voor België bestemd was, en B. toebehoorde, in beslag genoi- men. Zondige doodsverachting. Sir Thomas Esmonde, een Ier van groen ten invloed, zendt aan de „Manchester Guardian" een brief van zijn zoon, die adelborst is op den linie-kruiser „Invinci ble". De zoon beschrijft daarin den slag bij de Falklandeilanden en het redden van een deel van de bemanning der „Gneisenau". „Eenigen hunner", schrijft hij, „waren bepaald ontzind, toen men ze uit het water wilde halen. Zij trachtten hun red ders te dooden of sprengen weer in zee en verdronken. Een officier wilde ons met een automatisch pistool doodschieten, maar het werd hem uit de hand gewron gen en we bleven schotvrij. „De „Kent", een kruiser die 21 mijl loopt, kreeg bevel de „Nürnberg" te ven- volgen, een schip van 25 mijl en ook veel, nieuwer dan de '(Kent", die maar een paar honderd ton kolen aan boord had om de „Nürnberg" te pakken. De oude Kent ging er van door en bracht het tot 22 mijl, meer dan ze ooit bij proefstoomen heeft gehaald. Toen kwam; de boodschap, dat de kolen nagenoeg op waren. „Neem dan maar de booten 1" zei de kapitein. Ze braken toen alle booten af, goten er olie over en wierpen den boel in de vuren. Vervolgens gingen alle arm stoelen uit de groote kajuit er in, toen de kisten uit de officiershutten. Daarop werden trappen en al verbrand; elk stuk hout ging naar het stookruim. De uitslag was, dat de „Kent" een vaart van 24 mijl liep en de „Nürnberg" te pakken kreeg. Na een vinnig gevecht, waarin ver scheiden mannen werden gedood, werd de „Nürnberg" in den grond geboord". Wij kunnen dergelijke doodsverachting, door de Duitsche pers zoo ongemeen ge prezen, niet goedkeuren. Zij nadert de Prijs der Advertentiên 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maaI plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. grens van zelfmoord. Dit geldt ook van de bemanning van de „Scharnhorst", wel ke unaniem uit haat jegens Engeland bet- sloot een graf in de golven te zoeken, en zoo in haar geheel omkwam. Von Hindenburg's geeste lijk leven. Aan de „Koln. Volksz." ont leenen we het .volgende over generaal veldmaarsohalk von Hindenburg: We heb- meermaleu gewezen op den grooten gods dienstzin van generaal von Hindenburg, die dagelijks het ochtend- cn avondgebed placht voor te bidden. Ook gedurende dezen oorlog leest hij dagelijks een gedeelte uit de H. Schrift. Een nieuwe bevestiging van zijn gezind heid vindt men in een brief uit Bteuthen in Boven-Silezië, waarin een vrouw een godsdienstoefening in Beuthen beschrijft, welke von Hindenburg met zijn staf bij woonde. „We beleefden iets aangrijpends. Aan het einde van de godsdienstplechtigheid trad von Hindenburg met de officieren van zijn staf iets vooruit en bad luide om Gods kracht en bijstand ter op lossing van do nog wachtende moeilijkhe den, en smeekte God om de overwinning over de vijanden van Duitschland." Ook geeft de veldheer na zijn overwin ningen altijd Gode de eer. Zoo heeft hij, na den slag bij Lodz, op de huldiging! der schooljeugd en de toespraak van den Stadsschoolraad, geantwoord: „Ik dank u voor de vriendelijke woorden en dank in het bijzonder de jeugd voor haar geestdrift. Mij komt echter niet die dank toe voor de successen, welke wij op de Russische vijanden behaald hebben, maar aan God, die ons genadig heeft behoed, en die ons ook verder beschermen zal, want hij kan niet plotseling zijn vader hand van ons terugnemen. We zien vol troost in de toekomst. God de Heere zal ons een eervollen vrede schenken." Vaderlandsliefde. Een Diuit- sc,he vrouw (te Keulen), die reeds al haar goud en juweelen voor de zaak der landsverdediging heeft gegeven, op pert nu het denkbeeld om alle voorwer pen van tin, koper, messing, ijzer enz. ten behoeve van den oorlog af te staan. Behalve een Rijkswolweek, had zij ook een Rijksmetaalweek willen organiseeren. Voorloopig zal er niets van dat plan ko men, omdat het Duitsche legerbestuur heeft verklaard nog voldoende hoeveel heden bruikbaar metaal in voorraad te hebben. Van gansciher harte had zij en zeer velen met haar haar antieke linnen gerei, ouderwetsche koperen kan delaars, kopenbeslag, jarenlang bewaarde familiestukken den oorlogsgod ten offer gebracht. Hoe ouder en hóe mooier het stuk, hoe beter, Frederik de Groote liet immers ook voor den Zvenjarigen oorlog zijn zilveren eetservies versmelten? (Hand.) Op een verbluffend eenvoudige ma nier hebben kooplieden aan de Duitsch- Oostenrijksche grens een zoet winstje ge maakt. Ondanks het verbod van uitvoer, voerden zij reeds geruimen tijd Oosten- rijksche paarden naar Duitschland in. Dit deden zij op de volgende wijze. Met een tweespan reden zij over de grens, lieten dan een der paarden in Duitschland en keerden dan weer naar Oostenrijk terug. Dit herhaalden zij een paar maal per dag. Op deze wijze kon een groot aantal paar den binnengesmokkeld worden. Ten slotte viel het den douanen op, dat zooveel wagens voor tweespan slechts met één paard naar Oostenrijk terugkeerden. Een onderzoek bracht het geval aan het licht. Toen zijn er een aantal smokkelaars aan- gehouden. Uit Boekarest wordt aan de Messa ge» gemeld, dat het Italiaansche koop vaardijschip Maria Elisabeta in de Zwarte Zee door de Russische vloot, die het voor een Turksch schip hield, in den grond is geboord. De bemanning bestond uit Grieken. Een dapper meisje. Toen de oorlog uitbrak wilde een meisje uit Bo- chum, mejuffrouw Aust, als vrijwillige ver pleegster mee naar het front. In stilte zon der toestemming van haar ouders, reis de zij te midden van een groote schare vrijwillige verpleegsters naar het oosten, werd daar aangenomen en toonde zich een van de dapperste en beste zusters. De strijd bij Warschau in het begin van November heeft ze meegemaakt. Bij Gum- binnen, ten zuiden van Plodak en noorde lijk van Kutno, volgde zij de soldaten in den slag, haalde gewonden uit de vuur lijn en verbond ze gedeeltelijk op het oorlogsterrein. Zelf is zij tweemaal ge wond geraakt. Voor haar dapperheid heeft zij het IJzeren Kruis gekregen. Hinden burg zond de jonge dame de onderschei ding en betuigde haar in een persoonlijken brief zijn dank. Behalve het IJzeren kruis staat de jonge Westfaalsche nog een an-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1