LAND
tide laars,
Maandag 35 Januari 1915
39e Jaargang
r vijf jaren
Afbraak:
te koop
Fvaars,
ikersknecht
Iknecht
dienstbode
nisnoudster
ïstbode
No. 97
De Groote Oorlog.
e Seissiraat
gemerkt Q
F gevraagd
Gem. 170 r.)
aan te Koudekerks.
zaïnen iuschrij-
reren vóór 29 Jan.
C DE WOLFF te
worden ingewacht
1915, ten kantore
te Middelburg,
ogen verkrijgbaar
OP:
vosbles Merrie-
ek. 27 Febr., mak
o, bij A. KODDE
ekening bij C. DE
OP:
tsaard staande op
edo bij Goes.
;KOLE, Bergpad
OP:
peen, 6000 K.G.
kwal. Koe 3de
t. HOLLEBRAND-
school St. Laurens.
IOP
E, Oostkapelle.
>0P
J. DOBBELAAR,
OP:
idragend Werk
en een Koe, van
15 Febr., bij
DDE, Aagtekerke.
lei
NDERSMARCK te
of Maart
DEURWAARDER
uwen.
lei
l. KLUIJFjtiOUT,
;k.
lei
E NOOD, Seroos-
it met Mei
ipelle.
KODDE, Vlissingen.
;ri of Mei
1 kan melken, bij
IDE te Hoedekens-
3genwoordige tegen
M. BUITENDIJK
ei a. s.
VAN WEL, Wol-
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN iE VORSTSTRAAT 219.
Bffreau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijf
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
f 1.25
.0.05
Prijs der Advertentiên
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Niet voldaan.
De Nieuwe Zeeuwsche Cou
rant nam vriendelijk nota van onze aste
risk „Nog eens „de beschuldi
ging", daarvoor zijn wij dankbaar, doch
de inhoud van haar repliek heeft ons
niet voldaan.
De beschuldiging van dwang en prose
lietenmakerij is niet bewezen, en de qua-
lificatie „laf" niet teruggenomen. Met spijt
moeten wij 't constateercn. Natuurlijk ge
ven wij niet toe dat wij: den indruk wek
ten als zou de redactie van ons z;uster
orgaan „willens en wetens onwaarheid
hebben gesproken".
Immers wij schreven
De redactie maakt zich, zij 't ook
indirect, aan een nieuwe vergissing
schuldig door de overneming... en,
door haar eigen toevoegingBij dit laat
ste zal mon vragen„waarom en waar
door?"
r
In "de toevoeging lag naar wij meen
den het bewijs dat de redactie wist of
althans geloofde dat de mededeeling om
trent Ellewoutsdijk juist was.
Bovendien wij schreven „in Üe Nieu
we Zeeuwsche Courant".
Doch dit zijn kleinigheden. Gaarne her
halen wij dat wij niet hebben willen leg
gen een blaam op de Nieuwe Zeeuw
sche; en dat het minder juist ingelichte
blad, uit hetwelk zij citeerde, is „Do Tijd".
De N. Z. Crt. houdt vol dat er ge
poogd is hare geestverwanten op Walche
ren tot het Protestantisme over te ha
len en dat wel op de door haar ge
wraakte wijze. Gaarne nemen wij aan
dat zij in hare beoordeeling te goeder
trouw is, doch wij, naar onze zienswijze
en bevinding, achten dat zij zich in haar
oordeel (haar „schelden" volgens de be-
teekenis van dit woord in kwijt schel
den) vergist.
Wij mogen derhalve vaststellen dat het
debat ons niet verder gebracht heeft.
De Nieuwe Zeeuwsche Cou
rant stelt ons aan het eind van haar
repliek nog een vraag welke wij, niet
met een non possumus (wij kunnen niet)
maar met een nolumus (wij willen niet) be
antwoorden. De reden ligt vooir de hand.
In het kader van een politiek blad als het
onze passen geen theologische disputen.
Bovendien hoezeer in velerlei opzicht
met de Roomsch-Ivatholieken instemmend,
er is een terrein waarop Calvinist en
Roomsch elkander nooit zullen ontmoeten,
omdat zij waar het de Onzichtbare Kerk,
het mystieke Lichaam van Christus geldt,
op 4g vraag naar den meest zuiveren
openbaringsvorm van dat Lichaam, een
zoodanig verschillend antwoord geven, dat
de klove, die hen in deze Belijdenis
scheidt, niet js te overbruggen.
Hetgeen het behoeft niet gezegd
geen afbreuk doet, of althans behoeft te
doen aan de hechtheid der coalitie en
de vriendschappelijke saamwerking der
staatkundige Rechtsche partijen, ook in de
Pers.
Beknopt overzicht van den toestand.
Met angst in het hart vraagt de En-
gelschman zich at, of een nieuwe ramp
hem boven het hoofd hangt. In letterlij
ken zin boven het hoofd.
Immers men mag verwachten, dat een
nieuwe onderneming van Duitsche vlieg
tuigen tegen Engeland op touw gezet is.
Zelfs werd reeds bericht, dat een ge
heimzinnige luchtvloot boven Croiner ge
zien is.
Be berichten zijn echter zoo vaag, dat
men terecht aan de waarheid" mag twij
felen.
Het geluid der machines werd het eerst
door de kustwacht,'daarna door militaire
patrouilles vernomen, toen deed men de
lichten uit ,en ligt het voor de hand
te denken, dat men in de kelders en
andere veilige, verborgen plaatsen is ge
vlucht.
Een later bericht beweert, dat er
„minstens één Zeppelin" was. Bommen
werden echter niet geworpen. Er gingen
geruchten dat Zeppelins zich ook Weer
boven Kings Lynn hadden vertoond. Maar
uit Kings Lynn bevestigt geen enkel tele
gram dat gerucht.
„Men schijnt in 't algemeen te g e 1 o o-
v e n aldus een der berichten „dat
het geluid van motoren, hetwelk men ver
nam, veroorzaakt werd door aeroplanen en
en watervliegtuigen". Zeker is men er
dus lang niet van.
Te Norwich de hoofdstad van Norfolk,
te Lowestoft, de visschersslad ten Z. van
Yarmouth aan de kust, heeft men niets
gezien.
En eigenlijk heeft men nergens iets ge-
gezien, ook niet te Deal, ten N. van
Dover, aan het Kanaal. Alleen wordt ge
seind, dat daar ,„een bericht was ver
spreid" aangaande een luchtschip, dat ge
hoord Kou zijn. De menschen liepen uit;
het geluid hield aan, en „het bewoog
zich in een kring". Maar gezien werd
er niets.
Wil men een beschouwing van een
Deensch blad over de Duitsche lucht-
vlootactie
't Is wel interessant te hooren, hoe men
in een anderen neutralen staat daarover
denkt
Het Deensche orgaan dan zegt„De
Engelsche pers is verontwaardigd over
dei1 aanval der Duitsche luchtvloot op
de Engelsche kust en gelooft, dat de neu
trale Staten, met name Amerika, haar
verontwaardiging deelen moeten. Wij ont
vingen ook verscheidene brieven, waarin
we uitgenoodigd worden, tot een algemeen
protest der onzijdige landen tegen de Duit
sche wijlzle van oorlogvoeren aan te spo
ren.
In antwoord daarop moeten we echter
zeggen: oorlog' is oorlog. Daar vele on
schuldige grenslanden onder de vreese-
lijke gevolgen van den oorlog lijden, ste
den en dorpen vernield, vrouwen en kin
deren verjaagd worden, kan Engeland,
dat zich tot nog toe door zijn insulaire
ligging veilig gevoelde er niet over kla
gen, dat ook steden, welke aan de En
gelsche kust liggen, door den oorlog ge
teisterd worden. Wat beteekent de dood
van eenige menschen tegenover de alge-
meene oorlogsgruwelen.
„Wij hebben als Denen geen reden, om
de Duitsche wijze van oorlogvoeren te ver
dedigen. Maar toch willen wij zeggen,
wat in het eene geval recht is, zulks
ook in het andere is. De Duitsche lucht-
schepenaanval werd niet gedaan, om eeni-
gë burgers of vrouwen en kinderen te doo-
den, doch om den vijand nadeel toe te
brengen, die Duitschland wil laten uit
hongeren. Waarschijnlijk bestaat het voor
nemen, een heele reeks van dergelijke
luchtaanvallen te doen, die vermoedelijk
met een aanval op Londen zullen ein
digen.
Daarbij komt vooral de moreele werking
in aanmerking, die ongetwijfeld voorhan
den is, hoewel Engeland het. tracht te
ontkennen."
ïfc
Van de beide oorlogsfronten valt nog
steeds niets bijzonders te melden. Men
ligt er gewapend tegenover elkander, rnee-
rendeels in ingegraven .stellingen, doch
verder schijnt men het niet te kunnen
brengen.
Slechts in Noord-Polen valt een nieu
we actie'te constateeren.
Nog steeds schijnen de Duitschers den
weg naar Warschau te willen inslaan.
Dioch ze zullen ervaren, dat dit geen
vrije baan is. De aanvallen tegen Üe
Bsoera-stellingen van de overzijde der
Weichsel zijn bijzonder lastig.
Nog een paar opmerkingen over de
Ivaukasusveldtocht der Turken.
Na den slag bij Karaoergan en den
terugtocht der Turken op Erzèroem, schijnt
de Kaukasische veldtocht der Russen wel
als mislukt beschouwd te mogen worden.
De laatste kans der Turken is een ztege-
vierend standhouden bij' genoemde plaats.
Het garnizioen van Erzeroom wordt op
25 tot 30 duizend man geschat.
Na de drie gevoelige nederlagen hij
Ardakan, Sarykamisch en Karaoergan,
waarbij twee legencorpsen buiten gevecht
werden gesteld, schat de Retsch de
maximum-sterkte, welke de Turken op het
Armenisch oorlogsterrein kunnen bijeen
brengen op 75 tot 80 duizend man.
Het eenige wat den Turken nog te doen
staat is, volgens dezelfde deskundige, zich
in Erzeroem te laten opsluiten en daar
een dapperen dood te sterven, daar het on
mogelijk voor hen is van eenige zijde hulp
te krijgen. De operaties van de Rondgenoo-
tenvloot in de Dardanellen en de Saros
baai bedreigen het centrum van Turkije
in die mate, dat de heele aandacht van
den Turksch-Duitscihen staf moet geves
tigd blijven op de verdediging van deze
streek en zij1 dus niet in staat zijn, zelfs
de noodige versterkingen naar Egypte te
zenden.
Een reiziger ,die te Athene uit Kon-
stantinopel is aangekomen, deelde mede
dat de toestand te Erzeroem zeer kritiek
is. Vele gegoede burgers hebben de stad
verlaten en zijn naar Broessa gevlucht.
De Turken eischen in Klein-Azië alles wat
zij noodig hebben van de bevolking op.
Te Ivonstantinopel heeft de bevolking
den indruk dat op het oorlogstooneel in
den Kaukasus en aan de Turksch-Rus-
sische grenzen de toestand voor de Turk-
sche troepen niet gunstig is. De geruch
ten van den tegenslag der Turksche wa
penen beginnen door te dringen, doch
van hoogerhand wordt een diep stilzwijgen
bewaard, hetgeen er toe bijdraagt de on
gerustheid te doen toenemen.
Een zeeslRg jn do Noordzee.
De Engelsche admiraliteit meldt, dat)
een Duitsche vlootraid gistermorgen op
de Noordzee weid gestuit. De Duitsche
kruiser „Blücher" werd tot zinken ge
bracht, twee andere Duitsche kruisers wed
den ernstig beschadigd. Geen enkel En-
gelsch Schip is gezonken.
De tekst van het communiqué van de
admiraliteit over den zeeslag op de Noord
zee luidt aldus: Heden in den vroegen
morgen bemerkte een Engelsch patrouille
eskader, bestaande uit slagkruisers en
lichte kruisers onder commando van vice-
admiraal sir David Beatty, met een flot
tielje torpedojagers, onder bevel van com
mandant Tyrwhitt, vier Duitsche slagkrui
sers en verscheidene lichte kruisers en
eenige torpedojagers, die zich in Weste
lijke richting begaven en die blijkbaar
de Engelsche kust wilden bereiken.
De vijandelijke schepen keerden dadelijk
met groote snelheid terug, doch men ver
volgde hen onmiddellijk en tegen half
10 werd een gevecht aangegaan tussohen
de slagkruisers „Lion", „Tiger", „Prinsess
Royal", „New Zealand", „Indomitable"
eenerzijds en de „Derfflinge'r", „Seydltz",
„v. Moltke" en „Blücher" anderzijds.
Een verwoed achtervolgingsgevecht le
verde spoedig resultaat op. Na een uur
belde de „Blücher", die eerst buiten ge
vecht gesteld was, over en zonk.
Admiraal Beatiy deelt mede, dat twee
andere Duitsche slagkruisers ernstig be
schadigd wefSen. Zij konden niettemin
de vlucht voortzetten en kwamen in de
gevaarlijke zone waar Duitsche onder
zeeërs en mijnen de verdere achtervol
ging beletten.
Geen enkel der Britsche schepen ging
verloren en onze verliezen, zooals men
ze gerapporteerd heeft, zijn nog licht.
De „Lion", die de leiding had, had
slechts 11 gewonden en geen doodeix.
Van de bemanning van de „Blücher",
bestaande uit 885 man, heeft men er
123 gered. Mogelijk hebben onze torpe
dojagers nog anderen gered.
Over de gevechten van de torpedojagers
of lichte kruisers is nog geen epkel be
richt door die admiraliteit ontvangen, of
schoon deze gevechten blijkbaar hebben
plaats gehad.
Do lords van de admiraliteit hebben
sir David Beatty geluk gewenscht.
Ellende en humor
Men schrijft uit Sluis aan de „N. R. Ct."
o.m. het volgende:
In verband met het Swin, den verzan
den toegangsweg uit zee naar de bloeiende
koopstad Brugge van weleer, heb ik de!
volgende vermakelijke bijzonderheid ge
boord. Door de herhaalde stormen en
den abnormalen regenval van de laatste
weken zijn deze gorzeniweer volgevloeid.
Vooral met vloed loopt daar een zware
deining, die tal van balken, dwarsleggers,
sparren enzoovoort van de Duitsche ver
sterkingen langs de duinen wegspoelen.
Er leeft daar in deze romantisch verwil
derde gebieden op de grens een wonder
lijk ruig en avontuurlijk'volkje van smok
kelaars en pensjagers, diepn het gemoede
lijke kotje van de ,oude Louise een gastvrij
onderkomen ivinden, rondom de ouder-
wetsche (stoof, en een slaapstee in de)
menigte badkoetsjes uit Knocke, die hier
heen gesleept zijn. Enkele „gereformeerde"
Belgische soldaten, jongens, die in den
slag zijn geweest en tengevolge van hun
verwondingen verder ongeschikt voor den
dienst, arme stakkerds, wier: psyche, wier
zenuwmgestel vooral van de oorlogs
ellende Iheeft geleden, hokken in deze
kolonie mee) en trachten aan den kost
te komen (door van de stroopers het stropt
pen van hazen en konij'nen te leeren.
Maar waar dit zwervend en stroopend
volkje nu de laatste dagen vooral goede
zaken mee maakt, tot groote voldoening
van die soldaatjes in burgerdat is
met het weggedreven hout. Een officier
had hen betrapt. „Dat moogt gij niet
doen! had hlji hun toegeroepen. Maar
't was aangedreven over de grens, en
hiji moest 't dan maar zelf van Hollandsch
terug komen halen.
Intusschen zijn onze schildwachten in
deze gebieden versterkt, om zooveel mo
gelijk aan dit gemoedelijke verkeer een
einde te maken. En Louise foetert: „ik Ver
bood het hun ook .al, maar ze willen niet
hooren. En onze koeien staan over de
grens, hun uiers verdorren. Hoe moeten
we komen aan melk, aan kaas, aan boter,
als er niet weer een zoo'n Duitsch ver-
kanningsbootje met conserven mag" stran
den, zooals 'n paar weken geleden?"
Want al die voorraden hadden ze
's nachts na de stranding uit het duin
opgegraven en buitgemaakt. Ik vermoed
zelfs, dat ik er verleden, ongeweten, toen
Jk haar 'een kop chocola had besteld,
van heb meegenoten. Louise knipoogde
tenminste zoo loos tegen Ko, haar ouden
lobbes van een vent. Maar nu zat Ko
zwaar te dubben over zijn koeien. En
opeens vatte hij moed; zijn. rimpelige facie
schoot 'rood, en van 'uit zijn hoek snakte
hij amechtig los: „Dan zullen we maar 't
zwien moeten slachten." Toen dat ge
zicht van de oude Louise, die juist met een
ontstellend groot mes eens prikte in den
pruttelende pot, waar 'n konijntje in lag
te 'koken, en, in' een schrikkelijken uitval
met dat vlijme zijdgeweer tegen haar ge
maal, dreigde„Jou zullen we slachten.
En als die posten niet weggaan, zal
ik mans stro pp en voor z© zetten om ze
van den diek af te stroopen. Want nou
kunnen 'die spreeuwen hier nie' eens
meer d'r mollengeploeter afloeren voor
't Belze goeverdement."
Ja, wat moesten we hier op onze lange
regendagen van grenswacht in, 't slijk be
ginnen, als daar die ,oernatu.urlijke humor
niet was in 't romantische kot van Louise.
Want de stemming onder de vluchtelingen,
die maar blijven kleven aan de grensx
om, zoodra de Dutsman uit West-Vlaan-
deren mocht terug trekken, aanstonds huis
toe te gaan, is heel gedrukt, en uit zich
dan weer in de wonderlijkste fantasieën
en geruchten. En steeds dichter omsin
gelen (de Duitsche posten de grens, en
steeds zeldzamer komt er nog eens een
betrouwbaar mensch over met nieuws
van uit hun steden en dorpen, ,,'t Is
wrèèd, 't is wrèèd," hoort ge dan
verzuchten ,om zoo'n verteller heen. Re
hoofden zakken op de borst, er wellen
tranen dn hun oogen, en dan wordt het
er weer een te machtig, die de gelagkamer
uitsluipt, om in een donker hoekje uit
te huilen. Want de gestrengheid van de
Duitschers luit zich onverbiddelijk, ook
in de straffen, die zij' de bewoners opleg
gen voor vaak kleine vergrijepn tegen de
tucht. Een winkelier in Brugge, hijvoor
beeld, 'had, in een kinderlijke aandrift
van vaderlandsliefde, in zijn üitstalkast
rood en geel lint neergelegd, met een
zwarten hoed in 't midden. Hiji werd
veroordeeld tot vijftienhonderd mark boete.
De (man kon niet betalen. En in deze
slechte tijden wordt het dmmers niet ver
diend. Toen werd het vonnis veranderd
in vijf maanden gevangenisstraf.
En dan de requisities, het leegpompen
van yiaanderenland, in stad na stad, in,
clorp ma .dorp, waar dan weer tijdelijk
een sterke bezetting van de gevreesde
uhlanen kracht aan bij komt zetten, en
wieer verder trekt zoodra alles is binnen
gehaald. En voor sommige dorpen is let
terlijk alle nieuwe toevoer afgesneden
door onze posten op de Nederlandsche
grens, en door de Duitschers uit het
achterland van de Belgische steden. Tel
kens en telkens hooren, we 't weer: geen
licht, geen petroleum, geen kaarsen, en
't eten wordt smal." Terwijl het graan,
de aardappelen, knollen, het vee geleide
lijk .Verdwijnen jxit hun schuren en stal
len, voor een deel door de bezettings
troepen vermalen, gebakken, geslacht en
verbruikt in hun huizen, en 't overige'
verder weggevoerd.
Van het leeghalen der fabrieken seinde
ik u reeds. Nu hoorde ik weer van de
jutefabriek der India Jute Company, te
Eeclo. De Duitsche intendant kwam aan
den directeur vragen, of hiji verder wilde
werken voor Duitschland. Hiji weigerde.
Het bedrijf werd stop gezet. De geheeld
voorraad ter waarde van ,600,000 franken
naar Frankfort weggevoerd. De.prijs werd
bepaald overeenkomstig de markti Van 28
Juli. Maar sedert is de prijk van 'de grond
stoffen 35 procent gestegen. Telt imen
daarbij de 20 procent winst, dan derft
deze fabriek dus 55 procent. Doch nu
de betaling? Die zou geschieden door
wissels op de afnemers i van de juteweve-
rijen in Duitschland, waaraan de garens
worden verstrekt. En protesteert men dan,
(dan is het antwoord: „Wendt ,u tot uw
Engelschen bondgenoot, die ons onzen
normalen toevoer' belet."
En zoo gaat het met de katoen-, met
de linnen-, en de wolspinnerijen op de
zelfde wijs.
Doch ook naast de requisities wordt
er in tot heden door het oorlogsgeweld!
nog ongeschonden gelaten gebieden vaak
onberekenbare schade aangericht. Zoo
sprak jk iemand, die bij Brugge langs
de groote boomkweekerij was gekomen.
Al die kassen had hij leeggehaald gezien.
De jonge struiken en boomen, de gewas
sen, die juist in bloei moeten geraken,
waren overal buiten gezet. Naar schat
ting stonden er alleep dertigduizend'jon
ge laurieren in de,kou. En al deze kassen
waren nu ingericht als stallen voor de
paarden en wagens van de Duitsche be
zetting.
Maar over het gedrag van de troepen,
het persoonlijk verkeer van officieren en
soldaten met de burgerij, en waar ze
gekwartierd zijn, hoor ik overigens wei
nig klachten. Ook de gevreesde uhlanen
leven, pa pi de oorlogsellende, die zjj
hebben doorstaan, stil en vriendelijk sa
men biet de bevolking van de zwaar
beproefde kleine dorpen. En in sommige)
plaatsen voeren Duitsche koldaten levens
middelen aanik hoorde van wagens met
rijst en met steenkool, die zij dan tegen
normale prijzen uitventen onder de bur
gers.
Al komen er zeker ook buitensporig
heden voor. Zoo vertelden ooggetuigen
mij, dat de soldaten in het kleine dorpje
Middelburg onder het stroo verborgen een
paar koffers met vluchtelingen vonden.
Ziji braken ze open, en met het stroo
mee strooiden ze de dameskleeren, de
zijden blouses, de kousen enz. in het leger
voor de koeien en de varkens.
Een Duitsche wacht in datzelfde Mid
delburg deelde me mede, flat, er 's nachts
een Zeppelin was overgekomen langs
onze grens. Ik geloofde het niet, tot del
berichten uit Vlieland en van den bommen-
aanval op de Engelsche'kust, op den dag
vóór en na dezen nacht, mij de waar
heid bevestigden.
Terwijl ik dit schrijf, hebben vijfmaal
hevige luchtpersingen de ruiten' van mijn
kamer laten rinkelen en de deuren doen
openspringen. Het waren zeer heftige(
slagen. Ik loop naar beneden, ,en weer
is er een kleine paniek, in Sluis. Men
verzekert mijl dat Zeebrugge, anderen,
dat Oostende gebombardeerd wordt: Vlug
te fiets op onderzoek uit. 't Is een
wonder dat zoo'n rijwiel toch nog voort
rolt door die voeten dikke laag van klei
op alle wegen, want heel de aarde schijnt
hier wel weg te smelten, en als je een
paar stappen loopt is 't of de wereld
aan je voeten hangt.Geen sprake van
een bombardement. Altijd maar!weer aan
gespoelde mijnen aan 't strand, die door
do Duitschers worden opgeblazen.
Korte Oorlogsberichten.
De Kamer van Volksvertegenwoordi
gers der Ver. Staten nam een crediet van
101 millioen dollar voor het leger aan.
Levensmiddelen naar
Duitschland. Het Amerikaansche
stoomschip „Wilhelmina" is voor Ham
burg reisklaar gemaakt met een lading
levensmiddelen door een Amerikaansche
firma aan een Amerikaanschen onder
daan in Duitschland gezonden. Minister
Bryan weigert mede te deelen, wat de
Amerikaansche regeering doen zal in ge
val de lading wordt in beslag genomen.
De kapitein van de Harwichboot
Colchester is, den llden December, op
weg van den Hoek naar Harwich, een
dertig kilometer uit onze kust door een
Duitsche duikboot aangeroepen. De kapi
tein sloeg echter het bevel om te stop
pen in den wind en stoomde met volle
kracht door, in zigzaglijn varende om
een torpedo te vermijden. De kapitein
is nu door het Engelsche departement
van handel en door de admiraliteit met
zijn gedrag gelukgewenscht.
Een kapitein, die met een trein ge
wonden van het l'ront te Spiers is aange
komen, verzekert, dat 80 pet. van de
kwetsuren door granaten van Amerikaan
sche herkomst zijn. Sedert half December
gebruiken de Franscihen steeds meer Ame
rikaansche granaten.
De Belgische regeering heeft een
nieuwe (de derde) serie Roode Kruis-
postzegels uitgegeVen met portret van Ko
ning Albert, groot formaat, ter waarde
van 5, 10 en 20 centinien.
De geestelijkheid van Brussel heeft
tot heden besloten de verklaring van de
Duitsche overheid gevorderd tot het ont
vangen van salaris, niet te teekenen.
Zeer juist. In de N. R. Ct. is
onlangs medegedeeld, dat er sedert het
uitbreken van den oorlog door uitgewe
ken Belgen in de provincie Zeeland al
leen reeds meer dan zeven millioen is
gewisseld en dat tal van winkeliers pr
dan ook bijzonder goede zaken gemaakt
hebben. Dit bericht heeft het Handels
blad van Antwerpen aanleiding gegeven,
tot eenige opmerkingen aan het adres van
haar uitgeweken landgenooten. Na de
vraag gesteld te hebben hoeveel millioen.
er door andere welgestelde Belgen dan
nog in Engeland verteerd zijln en erkend
te hebben, dat iedere Belg vrijgelaten
moet worden het vaderland al dan xdet
te verlaten, schrijft het blad:
„Het blijft niettemin voor onze nering
doeners een diep bedroevende zaak, te
moeten hooren dat in Zeeland alleen de
vluchtelingen 7 millioen in de circulatie
brachten én de winkeliers er bijzonder goe
de zaken maakten.
Intusschen zien onze winkeliers hunne
affaires verloopen bij gebrek aan kliën-
ten, kunnen de bazen hun werkvolk niet
aan den arbeid helpen om dezelfde rede
nen en blijven de door diezelfde uit-