Donderdag 31 Januari 1915 39e Jaargang No. 94 ONBEWUST 1 DE GEVOLGEN. De Groote Oorlog. Feuilleton. De Zeeuw Zer tarieven, behoeft den nadenkenen lezer niet te verwonderen. Hierin toch is geen inconsekwentie. De heer Kuiper wijst alleen op de gel delijke en zedelijke voordeelen dezer op heffing, bij hein spreekt derhalve de utili- tedtsvraag. Doch bij de antirevolutionairen spreekt ook het beginsel mee. De anti revolutionaire partij heeft in het afge trokken© steeds den vrijhandel verdedigd. Voorstander der vrijheid heeft zij het steeds opgenomen voor de vrijheid van handel en van nationaal verkeer. Tegen stander van protectie heeft zij het pleit voor tariefsherziening, al van 1888 af, alleen gevoerd „in verband met' de han delspolitiek van andere mogendheden". Terwijl zij een enkele maal, in 1897, op het voetspoor van liberalen als Zijlima, Tydens, Vorsterman van Oyen, v. Assen delft de Coningh, en anderen op een tijdelijke heffing van graan- of schaal- rechten heeft aangedrongen. Dn ze instemming met 's hoeren Kui pers wensch is derhalve niets nieuws of bijzonders. Zij strijdt ook niet mei, onzen aandrang voor verhoogde invoerrechten veel minder zelfs dan der liberalen vast houden aan het bestaande Tarief, met hun dogma van den vrijhandel. Zoolang de omliggende mogendhederi onzen handel door protectionistische maat regelen belemmeren, is het onnooziel een vrijhandelspolitiek te drijven, onze ha vens open te stellen voor den invoer, terwijl de buitenlander de zijne afsluit voor onze producten. Daarom bestendi gen ook -alle liberale regeeringen tot nog toe sinds 1850 ons „beschermend" ta rief, en dringt de antirevolutionaire partij aan op uitbreiding van dat tarief. Doch beiden zullen gelijkelijk het uur zegenen dat het buitenland de vlag van den vrij handel in top hijsoht. Beiden; dit wil zeggen hij die verscherping van het (be schermend) tarief vraagt en tegelijk hoopt op vrijhandel; en de ander die daar roept: vrijhandelI vrijhandel 1 rioch tegelijk het (beschermend) tarief van in voerrechten aan de hand houdt en met terdaad verscherpt. Beknopt overzicht van den toestand. Duitsche vliegers hebben zooals men heeft kunnen lezen weer eensj leen be zoek gebracht aan Albion's kusten, om daar 'dood en verderf te zaaietql©n schrik en ontzetting te verspreiden. Het doel is bereikt. Verscheidene memschenlevens heeft Engeland weer te betreuren en wederom is het uit zijn zoete rust opge schrikt. Vooral dit laatste is het voor naamste. Van alle oorlogvoerend© naties in Euro pa lijdt Engeland wel het minst. Zijn schepen kruisen ongehinderd over de groo te Oceanen sinds de „Emden" opgedoekt het „Scharnhornst"-eskader, op- de „Nurn- fcerg" na, vernietigd werd. liet zet zijin handel ongestoord voort, zijin nijverheid en industrie Moeien, tenminste volgens de Engelsche pers zelf, en Mjha^zou men kunnen spreken van de veilige eilandbe woners, als de Duitsche vliegeniers ©n luchtvaarders zich niet uitputten in het afleggen van meesterstukken van vlieg kunst en de Engelschen niet nu en dan op een bommenregen vergast werden. Ditmaal was het een Zeppelin-eskader, dat den bewoners van de Engelsch© (kust plaatsen Yarmouth, Sheringham, Cromer en King's Lynn schrik op het i lijf gejaagd heeft. Zooals men weet bevindt zich te Sheringham het landhuis van Koning George „York Cott" en eveneens het land huis van Koning Haakon „Appfeton Hall". Nietwaar, als het Duitschlattd's bedoe ling is om den Engelschen het (gevoel van veiligheid te ontnemen, dan voldoet de uitkomst ongetwijfeld aan de verwachtin gen. Want een panische schrik heeft de menigte in de aangevallen plaatsen be vangen. De menschen te Londen hadden lang zamerhand het geloof verloren, dat de Zeppelins werkelijk nog eens zouden ko men. Maar nu zijn zij er,dan toch geweest en zijl hebben hun hommen geworpen ook. Het gerucht, dat te Hunstanton een Zep pelin -naar beneden is geschoten, is van Central' News (naar men fluistert een min vertrouwbaar nieuwsbureau en het is tot dusver nog niet bevestigd. De nacht was donker en stil. De men schen vertelden, dat terwijl Yarmouth trilde van de ontploffingen, niemand het luchtschip heeft kunnen zien. Mag men de Engelsch© bladen gieloo- ven, dan hebben de getroffen kuststeden him gewone aanzien Weer hernomen, en ging ieder weer aan zijh werk. Alle bla den geven hun verontwaardiging tie ken- nen over den „moorddadigen aanval op weerlooze menschen", zonder dat hij ©eni ge krijgskundige waarde heeft. D© ©enige uitwerking, schrijven zij, zal' zijn, dat het Engelsche volk vastberadener dan ooit wordt. Dat hét gevolg niet alleen vastberaden heid maar ook (bange vrees is, bewijlze de verdubbelde voorzorgsmaatregelen, die te Londen getroffen worden, en die op eene onmiskenbare zenuwachtige span ning duiden. Bijzonder daarvoor aange wezen politieagenten werden bij het ver nemen der schrikwekkende 'tijdingen uit de kustplaatsen op den uitkijk gesteld, doch geen Zeppelin verscheen, ofschoon het gerucht hardnekkig standhoudt, dat denzelfden avond een vliegtuig en ©en Zeppelin boven Gravieseiid gezien zijn. Van het oorlogsterrein ontbreekt zoo goed als alle nieuws. De communiuqés verliezen vaak aan inhoud wat zij aan lengte winnen, tenzij slechts gemeld wordt, dat ©r geen bijzon dere dingen voorgevallen zijin. Dan is'het een veelbeteekenend zwijgen. Uit Calais wordt gemeld, dat de Duit- scbers thans zeer bedrijvig aan de' Aisne zijn geworden, wellicht tot afleiding, want aan den Yser is het, naar iverluiijt, opval lend kalm. De Duitschers staan bijj Missy vlak aan de rivier, doch een I twin lig kilo meter verder staan de Franschen óók aan de rivier. Er is een gevecht geweest bijl de welbekende suikerfabrieken van Troyon en Berry-Au-Bac, doch zonder dat i e©n beslissing viel. In hetzelfde bericht beet het, dat zeer waarschijnlijk binnenkort een groote actie zal worden ingezet, aan beide zijden,',van vliegeniers en luchtschepen. Uitgave van de Naomi. Venn. LUCTOR ET EMEERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN iE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan L© Cointre - Goes. Nog eens „de beschuldiging". De „Nieuwe Zeeuwsche Courant'' is niet ingegaan op onze sommatie oim waar te maken hare beschuldiging van ,,laffe(n) bekeeringsijver, „dwang" op hulpeloozen, armen en veriatenen en „proselieteuma- kerij" volgens bewering van den aalmoe zenier „op verschillende plaatsen" ge pleegd. Wij nemen haar dit niet kwalijk, indien daarin de erkentenis ligt opgesloten dat zij haar beschuldiging in dien vorm althans niet kan volhouden. De redactie maakt zich evenwel, zij 'took indirect, aan een nieuwe vergissing schuldig door de overneming eener cor respondentie, aan het eind, waarvan ge meld staat, dat „te "EOewoudsdijk een twaalftal Belgen tot het Protestantisme (zijn) overgegaan", en door haar eigen toevoeging„Bij dit laatste zal men vra gen: waarom en waardoor?" Aangezien de onkundig© lezer allicht antwoorden zou opr den broode en door dwang, welk antwoord al even foutief zou zijn als de vraag en de mededee- ling, veroorloven wij ons ook deze be schuldiging even te belichten; een per soonlijk onderzoek g©eft er ons aanleiding toe. De „Nieuwe Zeeuwsche" Wet© dan dat er te Ellewoudsdijk geen dwang of drang, op wien ook, i$ uitgeoefend. Nu hebben vele Belgen bij een door het Comité na mens de regeering ingesteld onderzoek verklaard geen godsdienst te hebben, tot geen kerk te behooren, en in geen God te :glelooven, omdat zij behoorden tot „den Bond". Bij nader onderzoek bleken de meesten wel Roomsch gedoopt te zijn, doch heelemaal niets van godsdienst of kerkgeschiedenis zich te herinnerein; er waren er bij, die in geen tien jaar- een kerk van binnen gezien hadden. Toch heeft het Comité, evenals dat te 's Heer Arendskerke en overal elders, getracht deze menschen tot het vervullen vlan hun godsdienstplichten te brengen. Den geeste lijken van Ovezande werd het huis vian den heer Van Hat turn aangeboden voor den kerkdienst; de geestelijken kwamen, doch geen der Belgen versoheen. Daarna heeft het comité in overleg met de geeste lijkheid rijtuigen beschikbaar gesteld om de .menschen 's Zondags naar "Ovezande te rijden. De rijtuigen stonden te wach ten, doch niemand wenscht© mee te rijden; de behoefte niaar „godsdienst" bleek ni hil. En nu zijn er onder deze Vluchtelingen een tiental die 's Zondags geregeld een keer in de Hervormde Kerk komen. On der hen zijn „niet-godsdienstigen", kinde ren of echtgenooten uit een gemengd hu welijk, en onverschilligen die te Mechelpn nog slechts een enkele maal in de „Evan gelisatie" kwamen. Nooit is te Ellewouds dijk door wien ook ©enige rechtstreek'- sohe of zijdelingsche „dwang" of drang of invloed uitgeoefend om die menschen in de kerk te krijgen of hen tot het Pro testantisme over te doen gaan. Trouwens van een „overgaan" en dat nog wel tot het Protestantisme is geen sprake. De mededeeling over Ellewoudsdijk in de „N. Zeeuwsche Courant" is gelogen; en voor het Comité is zij krenkend, dewijl aan de beschuldiging hij wijze Van tegen stelling de lof Voorafgaat van het Comité te 'sHeer Arendskerke, dat eigenlijk niets meer deed dan dat te Ellewoudsdijk, doch (Naar heit Duitsch van Stefan Grossmann). De verdediger van Gabriel Princip, den moordenaar van Aartshertog Frans Fer dinand, is een jong advocaat, die zic'h niet vrijwillig voor deze moeilijke taak heeft aangemeld, doch daartoe van ambts wege is aangewezen. Toen hem eenmaal deze taak opgelegd was, legde hij zich hartstochtelijk op de vervulling ervan toe, en onwillekeurig ontstond er langzamerhand tusscihen hem en den voorzitter .der Rechtbank een ge spannen en kritieke toestand, als bij: een echten strijd om het recht. Te meer was de jonge advocaat verbaasd, toen de pre sident van het Gerechtshof, zoodra het onderzoek in de zaak aangevangen was, alvorens hij met den beklaagde kon spre ken, om een onderhoud Vroeg. De verdediger kwam .precies op de se conde af op het bureau van den rechter. Hij liep met Vasten tred door de gang, en toen hij den gelijkmatigen klank van zijn stap hoorde, voelde hij zich, gesterkt door zijn eigen zekerheid en vastberaden heid. Zijn vinger klopte krachtig en zelf bewust op de deur, snel werd ze geopelnd en hij stevende recht op den presidejnt toe. „Goeden morgen", 'zeide hij kortaf. het geluk had te doen te hebben mét godsdienstige Roomschen, hetwelk te Elle woudsdijk niet het geval was. De „Nieuwe Zeeuwsche", in plaats van een blaam te leggen op het Comité te Ellewoudsdijk en de „Protestanten" aldaar overigens geen menschen van, onze kleur deed beter met eeTst te onder zoeken, en zich de vraag, te stellen of de geestelijkheid in België ook scihuld kan hebben aan den afval van door haaT bedoelde elementen. Ten slotte nog ééne opmerking. Het R.-K. Kamerlid baron Van Wijn bergen sprak dezer dagen, blijkens het verslag zijner rede in „De Maasbode", tot de R.-K. militairen te Oisterwijk: „Zij (de militairen) moeten andersden kenden laten zien welk een schat zij be zitten in hun heilig Roomsch geloof. Toont, zei Spr., welk een vreugd en troost wij daaruit putten. Spreekt daarover eens met uwe kameraden in eenvoudige taal. Zegt hun ook wat onze priesters voor ons zijn. Op die manier kunt ook jgjj Veel doen in 't belang van de Kerk. Dan kan door uw voorbeeld wellicht sommigen de weg tot de ware Kerk, tot God ge wezen worden, en ztilt ook gij er toe bij gedragen hebben dat ons heerlijk Katho liek geloof in ons vaderland bewaard blijft". Hier is een formeele aansporing tot bekeeringsijver. Wij hebben ons hieraan niet geërgerd, gelijk wij ook steeds ons van critiek onthou den hebben op iedere openbaar geworden poging van Roomsch© zijde om de men schen te winnen voor het Roomsch© g|e- loof. Wij beschouwden het tot nog toe als eer<ï echt der Roomsche Kerk om zich zooveel mogelijk uit te breiden; gelijk' wij het dan ook voor een onvervreemd baar recht der Protestanten hebben ge houden om, „zaaiend aan alle wateren", niet ©en kerkgeloof maar, het Evangelie te brengen tot een iegelijk dien zij ach ten het noodig te hebben. Voor dat standpunt vragen wij eerbiedi- ding, en van uit dit standpunt vragen' wij ook van de „N. Zeeuwsche Courant" dat zij hetgeen zij ,,laffe(n) bekeering:s<- ijver" scheldt, niet te zeer ^op het tapijt brenge", als ware. het iets ongeoorloofds, of als zou het alleen aan haar en hare geestverwanten zijn toegestaan. Want meer nog dan de weg tot „de ware Kerk" heeft voor den gieloo- vigen „Protestant" de kennis van Hem die-d© Weg is (Joh. 14:6) beteekenis; aan deze kermis, en deze alleen, hangt het Eeuwige Leven. En onze geachte, col lega van de „N. Zeeuwsche Courant" zal dan ook, overal waar zij tegen de ver kondiging van dien ©enigen Weg, op de wijze als dit te Middelburg geschied is, bezwaar maakt, ons steeds vinden aan de zijde van de door haar aangevalle nen, en dat te eerder wanneer de aanval is geschied onder toejuiching van libe ralen en andere onbevoegde niet-geloce vigen. Nog eens de vrijhandel. Onze instemming met de opmerking van den heer Kuiper in zake opheffing der protectie in alle landen, terwijl wij toch voorstanders zijn van versterking on- „Mag ik u Vragen, wat u van !mij wensdht, mijnheer de president?" De aangesprokene, een klein, ervaren mannetje, keek met zijn mager gezicht op, verwonderd over den beslisten toon van den jongen man, zag hem snel over zijn lorgnet heen aan en noodigde hem toen tnet een elegante beweging uit plaats te nemen. „Natuurlijk", zeide d© president met misschien Voorbedachte gelatenheid, „na tuurlijk moet ik in dit gewichtige proces eens met u spreken. Het spreekt vanzelf, dat wij het geval volgens de grondslagen van het recht behandelen zullen". „Natuurlijk 1" „Hoe ik tegenover dezen beklaagde sta? Gij weet, de rechter kent .geen aan zien des persoons, ik zal hem behandelen als ieder ander, die van moord verdacht wordt". De Verdediger meende in deze woorden eten gunstige wending' voor Gabriël Prin cip te moeten zien en zfeide met naarstige hoffelijkheid „Ik heb er geen oogenblik aan gte'twij- feld, dat mijnheer de president zich niet door politieke motieven zou laten leiden". De president mompelde nu: „Ja, ja", hij klopte met zijn mager© vingers op zijn kin; er was blijkbaar iets, dat hem nog bezig hield De verdediger zou gaarne gevraagd hebben: „Wat wilt u dan eigenlijk?" Maar dat zou een verbreking van de zoo juist gesloten wapenstilstand beteekend heb ben, daarom verbrak hij de pauze niet. „Waarom zou ik een politiek sensatie- geval van het'proces maken?... Natuur lijk moeten sommige omstandigheden, die met de zaak in verband staan, onder zocht worden, maar ik geloof, dat u het met mij eens zult zijn als ik zeg: We zullen toch ook jwobeeren, de noodlottige daad uit de psychologie van den 'student te verklaren". De verdediger zeide: „Zeker, zieker". ik hen overtuigd, dat juist u ons Veel vian de onbegrijpelijke ziel van dezen jongeling zult kunnen ophelderen". De vterdediger bloosde. en daarom kunnen wij beter deze motieven 'trachten te begrijpen, dan door bij de behandeling de wereldpolitiek in te halen. Als 't aan mij stond, zou ik den beschuldigde van den grooten oor log niets vertellen. Dat zou, hem. maar hoogmoedswaanzin bezorgen, en dat zou den loop van het geding zeer vertragen. De verdediger, nog opgewonden door de lofuitingen Van zooeven, stamelde slechts „Zeker, zeker". hef verheugt mij, heer doctor, dat wij het hierover eens zijn. Dan verzloetk; ik u, <met den beklaagde- niet over den oorlog te spreken. Waarom ook! Als hij kalm en handelbaar Mijft, zal hij: veeleer bij de rechters den indruk van onvolwas sen jongen wekken". De verdediger stond verbaasd ovjer zoo groote tegemoetkomendheid en mompelde slechts: „Zeer zeker". Drie maanden lang zat Gabriël Prin cip in voorarrest. Zijn daad had den oor log met Servië doen ontbranden, vervol gens was de oorlogsverklaring! van Duitschland aan Frankrijk gekomen en de oorlogsbrand was al feller en feller uitgelaaid Doch in cel 83 van de militaire ge vangenis te Serajewo drong geen ge luid vian het hevige geraas door. v In October volgde de openbpre behan deling. De verdediger had zich allerlei psy chiatrische en andere gegevens over de daad van Gabriël Princip verschaft en hij had -ook het werk van Lombroso over politieke misdrijven er, goed op nagezien. Princip werd ju een gesloten wagen, welks ruiten met papier beplakt waren, naar het gerechtsgebouw gebracht. De gendarmen hadden de straten ontruimd. Een schoolkameraad, wien niemand Voor een verrader zou houden, had zich voorgenomen, den beklaagde een zorgvul dig bewaarde krant uit de verte te la ten zien, waarop met groote letters het uitbreken van den oorlog vermeld stond. Maar de gendarmen drongen het jong- mensch, juist toen de celwagen aankwam, snel uit de hoofdstraat in een verlaten steegje terug. In de gerechtszaal zat Princip stil en in zich zelf gekeerd. Zelfs den verdedi ger gaf bij nauwelijks antwoord. Nu en dan richtte hij zijn oog naar de toe schouwers en monsterde hij! de gezicih- VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers,0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Alle voorteekenen wijlzen daarop en men steekt dit niet onder stoelen en banken, trouwens het was en blijft onmogelijk om de vele inrichtingen, loodsen enz. die hier en daar zoowel aan Duitsche als Engel sche zijde zijn gebouwd, voor het oog ver borgen te houden, tevenals iedereen kan zien de tallooze opstijgingen, proefnemin gen enz. Reizigers uit Londen deelden1 mede, dit in aansluiting op wat we hierboven over de raids schreven dat daar nieuwe bepalingen en verordeningen zijin uitgevaardigd door de politie in' ver band met het mogelijke werpen van bom men uit luchtschepen. Op het Oostelijk gevechtsterrein vraagt het Poolsch© gebied ten Noorden van de Weichsel' de meeste aandacht. Op dit deel van het terrein bij Radza- nowo, Bsjehun en Serpen moeten de Duit schers de aanvallen der Russen met zware verliezen hebben teruggeslagen. Volgens deze laatsten is op drie punten hevig gevochten, doch hun offensief heeft blijkbaar niet veel succes gehad. Zij, die wachten Het Hbl. schrijft: De rij groeide gestadig. Tegen tien uur stond in de hal, grenzende aan dó voor malige Effectenbeurs, een tiental vrou wen. Maar het aantal steeg en steeg Zoo bleven ze wachten, sommigen met haar geleiders, en stevig hielden) ze het bundeltje papieren vasteen trouwboekje, briefkaarten en brieven, die weinig of geen tijding hadden gebracht en, enkelen, 'ook een portret De consul-ge neraad van België te Am sterdam had bericht, dat zou worden overgegaan tot de uitbetaling van de gelden, waarop de familiebetrekkingen van bij het Belgische leger dienende miliciens recht hebben ingevolge de wet van 30 Augustus 1913 en van de wet van 4 Augustus 1914. Rechthebbenden moesten zich, ter verkrijging van de uitbetaling, laten inschrijven in de daarvoor bestemde registers, waartoe gisteren en heden de gelegenheid was opengesteld. Ze stonden er en wij' hebben met zie gepraat. Ze hebben ons de briefkaarten getoond, die ze hadden ontvangen van het Geneefsche Roode Kruisciomité, het Agence des prisonniers de güerre. Een vrouwtje, dat in IJmuiden is onderge bracht ,had nu, eindelijk, bericht ont vangen, dat haar man, Joseph Bernaerts, krijgsgevangen zit in Saksen. Zij was ge lukkig met dat bericht, want nu had ze zekerheid. De anderen lieten bijna al lemaal brieven lezen met troostelooze tij dingen. „Ik had zoo gehoopt", zei het vrouw tje, „dat mijn man zou zijn ingeschreven op de lijsten der gekwesten in Enge land. Och ja, ze schrijven, dat ze, zoo haast ze nieuws hebben, mij daarvan melding zullen maken. Hoe lang zal dat nog duren? Op 15 Augustus was mij'n man in Namen; na dien datum heb ik niets meer van hem vernomen! Ik heb naar Londen geschreven en naar Genève ook naar Berlijn en naar Calais en naar Bordeaux. Maar er komt geen bericht, heelemaal niets. Ik blijf maar wachten.'' Dan was er een jong moedertje. Ze vertelde: „Ik heb een kindje van drai munde. Mijn man was politieagent, we woonden in Borgerhout. Niets heb ik sinds het begin van den oorlog van hem ten van de vrouwen, den rechter, de bei de verslaggevers van de krant, en de zeven andere onbekenden. Een van dezen zag hij voor een Serviër aan en door groote oogen op te zetten en door bewe gingen met het hoofd probeerde hij1 hém iets te vragen. D© voorzitter was rechtvaardig, doch overigens zeer schappelijk. Maar toen de verdediger van een mede- beklaagde over den „grooten oorlogs brand" wilde gaan spreken, werd hij' woe dend en ontnam hij hem dadelijk het woord. Op den derden dag van de behandeling! gebeurde het, dat des morgens een groot lawaai van de straat in de gerechts zaal doordrong. Er waren juist extra- édities over de bevrijding van Przemysl verschenen. Men hoorde een jongen dui delijk roepen: „Extrablad, extrablad 1" Princip zou wel naar het venster heb ben willen snellen. Maar de president had de hem Princip bewakende soldaten reeds een wenk gegeven en dadelijk een gerechtsdienaar naar beneden gestuurd om stilte te gebieden. Diepe stilte omringde nu het gerechts gebouw. Telkens, als Princip onder de behandeling er onverschillig bij' zat, scheen het den president toe, alsof hij naar iets anders luisterde, dan naar het getuigenverhoornaar de wereldecho van zijn daadMaar dat was mis schien maar een gedachte van den pre sident. .1 I

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1