So. 91
Maandag 18 Januari 1915
29e Jaargang
De Groote Oorlog»
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAW ;E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRhflA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosierbaan Le Cofntre - Goes.
De Pijksmiodebr.
De opbrengst dezer middelen in De
cember 1914 was circa derde half mil
joen gulden hooger dan die van Decem
ber 1913.
In cijfers bedroeg zij in December van
't vorige jaar f20,877,653; en in December
1913 f18,432,372.
De tijdsomstandigheden in aanmerking
genomen is deze uitkomst nog een mee
valler; ofschoon de accijnzen hiervan
goeddeels de oorzaak waren. Blijkbaar-
hebben de mensehen nog eens flink
onder den ouden accijns ingeslagen, ten
einde niet zoo dadelijk reeds in Januari
met den verhoogden accijns te moeten
kennis maken. Daarom werd etr zooveel
meer suiker ingekocht en zooveel meier
gedistilleerd ingeslagen. De suiker toch
ging van 17 ton tot ruim 2 miljoen voor
uit, en het gedistilleerd klom van 28 ton
op 56 ton. Ook de Rijkstelegraaf ging]
3 ton naar boven, terwijl evenwel de
posterijen ruim 4 ton terug liepen, de
loodsgelden van drie en een kwart ton
tot zelfs beneden de honderdduizend daal
den, en de invoerrechten een teleurstelling
brachten van twee ton.
Zien wij naar de cijfers over het ge-
heele jaar, dan blijkt dat de opbrengst
in 1914, in weerwil van de crisis, slechts
12 ton beneden de raming is gebleven,
en twee miljoen beneden de opbrengst
van 1913. De Rijkstelegraaf liep van
ruim 51/4 miljoen tot circa 7 miljoen
op; de directe belastingen stegen van
53.1/2 miljoen tot 55 miljoen, en de ac
cijnzen van 661/2 tot 69 miljoen. Daar
entegen daalden de posterijen van I8V2
miljoen tot 17 miljoen; de invoerrechten
van 17 millioen tot 141/2 millioende
gouden en zilveren werken van 5 ton
op 31/2 ton; de indirecte belastingen gin
gen meer dan 2 millioen terug (vooral
veroorzaakt door de daling der zegel
en registratierechten); de domeinen lie
ten 2 ton vallen en de loodsgelden zak
ten van 37 ton op 26 ton.
Alles te zaam genomen, een ongunstig
jaar, doch het had erger kunnen zijn.
Er is nog honig aan de roede.
Geldelijk verlies.
De oorlog kost, matig berekend, aan
de oorlogvoerende partijen in totaal 90
miljoen gulden per dag. Nu reeds over
't verloop van den oorlog in het geheel
bij de 13000 miljoen. Dat zijn dan nog
maar de rechtstreeicsche administratief na
te rekenen onkosten. En nu zijn de verlie
zen aan gehouwen, enz. en de nadeeteni
aan handel en nijverheid toegebracht nog
tweemaal grooter.
Over de vermeerdering van den schul
denlast schreven' wij reeds; deze is veilig
op een half miljard te stellen. Het is
enorm hoeveel de neutrale landen reeds
geleend hebben. Nederland leende 275 mil
joen, eigenlijk 400 miljoen, en dat is
nog maar een begin. Zweden 30 miljoen
kronen, evenals Nederland van de eigen,
burgers, en nog 5 miljoen in Amerika
in den vorin van door haar uitgegeten
schatkistbiljetten. Noorwegen 15 miljoen
■gulden en nog 20 miljoen kronen in eigen
land. Denemarken 60 miljoen en wist te
New-York nog 5 miljoen op schatkistbil
jetten vast te krijgen. Zwitserland leende
<80 miljoen francs. Griekenland dat gaar
ne 500 miljoen francs geleend had, kreeg
slechts 100 miljoen, en wordt daardoor
verhinderd in den wereldoorlog dieel te
nemen. Bulgarije gaf ook reeds 50 mil
joen aan oorlogskosten uit. Italië vraagt
een miljard. En hoeveel komt er nog
niet bij dat de neutralen in andere we-
reJddeelen noodig hebben.
Hier komt nog bij het verlies ten ge
volge van den stopgezetten uitvoer. Bij
voorbeeld van Duitschland naar de lan
den overzee. Wij ontleenen dit aan „De
Standaard"
Een vijfde, bijna 1500 millioen Mark,
van het totaal ging naar Engeland, en
rekent men dan nog Frankrijk en Rus
land mee, dan komt men tot een bedrag
van 2300 millioen. Van Duitschlands uit
voer naar Afrika, 210 millioen in totaal,
ging bijna een derde deel naar de Rrit-
sche Koloniën, naar Azië werd voor 550
millioen uitgevoerd, waarvan ook een der
de op de Britsche Koloniën komt, en
naar Australië voor ruim honderd mil
lioen. Omgekeerd importeerde Duitsch
land uit Afrika voor 173 millioen, uit
Azië voor 409 millioen, en uit Australië
voor 13 millioen. Doch daar zijn dan de
Britsche Koloniën nog niet hijgerekend.
Daarvoor zijn de cijfers: Azië 597, Afrika
305, Australië 297. En dan laten we hier
Amerika nog buiten dat in totaal voor
een kapitaal van 2800 miljoen naar
Duitschland uitvoerde, waarvan meer dan
de helft voor rekpning van de groote.
Republiek in het Noorden kwam. En
frankrijk en Engeland lijden natuurlijk
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers0.05
navenant. Het totaal bedrag van wat nu
in Europa niet kan ingevoerd worden,
wordt op, 12000 miljoen gesteld.
S
Beknopt overzicht van den toestand.
Wij slaan nog voor hetzelfde gebrek
aan oorlogsnieuws, hetwelk ons reeds
zoo vaak met de handen in'het haar deed
zitten.
Behalve eanige nabeschouwingen over
de schitterende Duitsehe overwinning bijl
Soissons, bevatten ook die buitenlandsche
bladen hoegenaamd niets van belang.
Met ongeduld wacht men af wat het
gevolg zal zijn van deze gedwongen ver
vorming van het Fransche front op een
der punten, die het dichtst Liji Parijs gele
gen zijn. Want 't is zeer best, mogelijk dat
hieruit nog iets voortvloeit, dat op den
verderen loop van het geding van veel
belang is.
Nog steeds duurt nabij' Yperen de strijd
voort. Het zijn daar thans de Franschen
die de Duitschers bevechten. Nog steeds
ligt de stad binnen het bereik van het
Duitsehe geschut en nu en dan hervatten
do Duitschers het bombardement.
De stad heeft reeds enorm geleden. Een
groot deel van da bevolking heeft de wijk
genomen; zij die bleven, huizen voor'een
groot deel in de kelders.
Het getal slachtoffers onder de burger
bevolking is niet met zekerheid opyte ge-
Jven, maar bedraagt zieker vei' over de
honderd. Hieronder zijn er verscheidene
F die in hun huizen gedood werden door
"de Duitsehe projectielen.
Aan voedsel is ter geen gebrek.
Behalve de Hallen is ook de kerk zwaar
beschadigd; er is trouwens in heel de
stad bijna geen huis, dat niet min of meer
te lijlden heeft gehad van het bombarde
ment.
Trouwens, Yperen wordt niet alleen
bezocht, ook Soissons is reeds gedeeltelijk
geruïneerd, in letterlijken zin.
Bij Perthes veroverden de Franschen
een loopgraaf en een bosch(je).
In Polen is 't kalm.
Iln Galicië, toestand onveranderd.
In de Karpathen dito.
Het regenachtige weer en do mist schij
nen elke krijgsverrichting onmogelijk te
maken.
De politiehonden aan hst front.
Het bureau te Mülheim van de „Duit
sehe vereeeniging van houders van Poli
tiehonden", heeft volgens de „Nordd. Alg.
Zfcg." het volgende bericht ontvangen:
....Het was een donkere nacht, dichte
nevel lag over bosch en veld. Boomen
lagen op den weg. In het bosch lagen
ze door elkaar en van beide kanten wer
den we beschoten. Nui gingen wei op den
zoek naar gewonden. Onze bruine honden
snelden vooruit, en wij zoo gauw!, mogelijk
achter hen aan. De dieren kwamen ons
reeeds weer tegemoet. Haastig gingen we
met hen mee. Daar lag een klagende en
jammerende soldaat, met de oogen op ons
gericht. „Help me kameraad, geef me <:wat
te drinken, ik heb zoo vreeselijiken'dorst.
Wij gaven den armen man koffie uit de
veldtlesch, die hij gretig uitdronk. Daarna,
lieten we dragers halen. Nauwelijks was
deze man weg, of de honden kwamen ons
bij nieuwe gewonden brengen. Vele achter
elkaar, tot het slagveld afgezocht was.
Doodmoe keerden wij in den morgenmet
onze vierbeenige kameraden naar het
kamp terug, waar wij onmiddelijk in' die
pen slaap vielen. Veertien gewonden, die
onze dieren hadden ontdekt, zouden nooit
door de hospitaalsoldaten gevonden zijtn.
Men kan er zich geen voorstelling van
maken, hoe de toestand soms is.
In ©een tweede bericht aan bet, bureau
te Kassei, wordt geschilderd, hoe de
honden ook ongedeerde, maar van hun
troepen afgedwaalde soldaten in den nacht
terechtbrengen.
Verder wordt dan verteld, hoe zij ge
bruikt werden op ieen slagveld dat door
dragers en hospitaalsoldaten reeds was af
gezocht. Desniettemin vonden zijl nog zeer
vele gewonden. In heggen, op bietenvelden
en dergelijke, spoorden zij nog zwaar ge
wonde infanteristen op. De soldaten zijn
dan ook zeer dankbaar gestemd tegenover
de dieren. Een van him leiders verbelt:
Ik kwam met mijjn hond door den tuin
van een garnizoenshospitaal. Aan den
weg zat een soldaat, die blijkbaar nog
ternauwernood van een zware wond ge
nezen is. Hij wenkte mij naar zich toe,
omdat het spreken hem moeilijk viel. Hij
had een groot verzoek, zooals hij! zeide;
hij wilde zoo graag den hond,eens streets
lten, want aan een van onze' honden had
hijl zijn leven te danken. Het was tij
Reims, in een dicht kreupelhout. Hij lag
met twee kameraden op voorpost, toen
er een granaatkartets boven hen barstte.
De beide anderen waren onmiddelijk dood,
hij werd in buik en borst getroffen. Uren
gingen voorbiji, doch niemand kwam bij
den post. De nacht brak aan en reeds
had hij alle hoop opgegevende arme man
zag oen ellendiger! dood tegemoet. Plot
seling hoorde hij teen geluid. Twee don
kere gedaanten naderden hem. Het wa
ren twee Roode Kruis-honden. Zoo stil
als ze gekomen waren, verdwenen ze
weer. Met dezelfde verstandige trouwe
oogen waarmee deze hond kijkt, hadden
zij hem aangezien. Zoo vertelde hij met
tranen, in de oogen. jin daarom zou hij
dien hond zoo graag eens willen streelen...
De torenklok van Ellewijt.
Naar aanleiding van een stukje over
de torenklok van ElLewijt, waarvan de wit-,
geverfde wijzers zouden gediend hebben
tot het aanwijzen van de plaatsen waar
de granaten op de Duitsehe linie neer
kwamen, verklaart men ons van blijkbaar
zeer bevoegde zijde, dat het verhaal op
fantasie moet berusten, en dat niets der
gelijks gebeurd is, evenmin als to Mechie-
len, welk laatste1 geval dan ook reeds
beslist is tegengesproken.
Onze zegsman heeft menschen van E1L
lewijt gesproken, die door de Duitschers
na de Lezetting opgesloten werden in de
kerk en ofschoon deze menschen alles
hadden meegemaakt, verzekerden zij, dat
de geschiedenis van de wijzers der klok
teneenenmale onwaar is.
Ten stelligste wordt verder ontkend,
dat de pastoor van Ellewijt in ©enig op
zicht heeft deelgenomen aan de krijgs
verrichtingen.
Hij werd gearresteerd op de pastorie.
De toestandjjjte Ostende.
Uit Ostende wordt door den oorlogs
correspondent van „Die Tijd" het volgende
gemeld
Van de 45000 inwoners zijn er inog 6000
geen vleeesch, behalve geblesseerde
Duitsehe paarden a 20 fr., noch groen
ten, noch knollen meer weinig brood.
Er zijn gezinnen die in 2 dagen slechts
450 gram gehad hebben. Overigens gaat
het met die bevolking; 's middags 5 uur
is deze geregeld in de kelders te vinden,
uit vrees voor het bombardement. Alle
wijin is gerequireerd en wordt met mi troon
vermengd naar de Yser gezonden als mid
del begen ingewandspijn door de natheid
veroorzaakt. Degene bij wien meer dan
3 flesscben nog gevonden worden krijgt
mark boete en 50 M. voor iedere fliesch
hoven de drie.
Langs den dijk staan 64 kanonnen,
zwaar kaliter, en op de boulevards tot
Mariakerke 13000 man landstorm en ma
riniers. Alle kustplaatsen tot Mariakerke
zijp door de Duitschers ontruimd, hoewel
niet bezet door de geallieerden. Maria
kerke zelf is nog bezet en daar zijn sterke
sterke verdedigingswerken. Loopgraven
worden gemaakt door de burgerbevolking,
die daartoe wel gedwongen is, daar ze
orders geen eten kan krijgen. Ze krijgt
er voor driemaal' daags brood.
Ongeveer 12000 Duitschers, die in de
gevangenissen in Duitschland zaten, zijn
naar hier gevoerd en doen niets anders
dan lijken van het Yser-terrein dragen,
die door de inundatie zijp losgewoeld en
nu in de duinen bij Ostende,opnieuw be
graven worden (deze gevangenen hebben
geschoren kruinen).
Dagelijks komen veel gewonden aan,
vooral marine-soldaten. Nu en dan komen
gevangenen binnen,, Franschen loopen los,
Engelschen gebonden. Franschen krijgen
sigaretrten op Kommandantur, Engelschen
niet. Alles wordt gerequireerd in Osten
de, verlaten villa's en heerenhuizen zijn
reeds totaal leeggehaald en meubels en
piano's worden Verzonden.
In Ghistelles zijp Maandag opgeëischt
om te leveren vóór 15 Januari,18 varkens,
34 koebeesten, 124.000 K.G. haver, 140.000
K.G. aardappelen, 48.000 K.G. stroo. Is
een en ander niet voor 15< Jan. geleverd,
dan 138.000 fr. Burgemeester en onderwij
zer loopen sindsdien rond, maar kunnen
geen tiende gedeelte verkrijgen.
Te Jabeke kwamen 2 Duitsehe officie
ren bij ©en pastoor om te slapende pas
toor geeft hun een kamer, doch ze von
den haar niet mooi genoeg. De pastoor
zegde niets anders te hebben. Ze deden
daarop de slaapkamer van den pastoor
Open ien zeiden, dat deze beter was. Zij
gingen ier binnen en vonden in een oud
kastje leen oude revolver; de pastoor werd
daarop gevangen genomen, gebonden door
het dorp geleid en ten slotte aldus naar
Brugge gevoerd.
Ook een krijgslist.
Over de psieuido-oorlogsschep'ea, een
krijgslist der Engelsche admiraliteit, ver
neemt een Duitsch blad uit Amerika: I11
den laatsten tijd zijn door dei Engelsche
admiraliteit meter dan honderd oudere
passagiersschepen opgekocht, welke, met
cement en steenen beladen, door hout
werken grootandeels in pseudo-oorlogs-
schepen veranderd rijn.
De schepen, welke als echte oorlogs
schepen geschilderd en zelfs van houten
kanonnen en torens, die men anders
slechts op oorlogsschepen aantreft, voor
zien zijn, moeten sprekend op deze laat
sten gelijken. Eenige dezer pseudo-oorlogS-
schepen dienen om voor ons gewichtige
tige havens en zeewegen te blokkeeren.
Men zegt, dat ze reeds op de Belgische
kust gebruikt zijp, en verder door de
Deenscbe wateren tegen Kiel zullen op
rukken.
Even waarschijnlijk, zoo niet waarschijn
lijker, is het echter, dat hun voornaamste
doel is om Duitsehe onderzeeërs en oor
logsschepen te lokken en zoo van de echte
oorlogsschepen af te leiden, aldus eindigt
het Duitsehe bericht, dat er overigens'niet
erg geloofwaardig uitziet.
Steenkool en de oorlog.
Het kolenverhruik der oorlogvoerende
mogendheden wordt er in oorlogstijd, voor
al voor zoover zij een vloot hebben,
niet minder op. 'Wat de industrie minder
gebruikt heeft het verhoogd© treinqnver1-
keer voor 't troepenvervoer hoog noodig,
Engeland met zijn jaariijksche productie
van ruim 292 millioen ton (in 1913) en
Duitschland, dat 279 millioen ton voort
brengt, behoeven voorloopig niet bezorgd
te zijn, Duitschland te minder, nu de
productie van België, van bijna 23 mil
lioen ton per jaar, tot zijn beschikking
is. Frankrijk en Rusland zijn er slecht
aan toe.
Rusland, dat maar 31 millioen ton pro
duceert, en voor een deel nog uit mijneh
die in het gebied van den strijd liggen,
was altijd op invoer uit Engeland aange
wezen, die nu uitblijft' doordat de Oost-
zeehavens afgesloten zijn sedert 't begin
van den oorlog, en de Zwart© Zee havens,
sedert Turkije de DaTdanelIen voor de
vrachtvaart heeft gesloten. De haven van
Archangel is dichtgevroren. Het is voor
de Russen gelukkig, dat zij nog gewend
zijn aan hout als brandstof, en er zelfs
voor hun spoorwegen gebruik van ma
ken. Overigens zijn de Turken uit het
Kaukasische gebied verdreven dat de
vloeibare brandstof (petroleum) levert.
Frankrijk, met eetn kolenproductie van
50 millioen ton per jaar, verbruikt onge
veer anderhalf maal zooveel. Wat het
land zelf niet voortbracht werd groote 11 -
deels uit het thans bezette België en uit
Engeland betrokken, en gedeeltelijk uit
Duitschland. Dan is nog de voornaamst©
binnenlandsche productie, die van de de
partementen Pas de Calais en du Nord,
tijdelijk opgehouden. Zij bedroeg twee der
den van het totaal. Engeland, dat ge
woon is een groot deel van zijn produc
tie uit te voeren, ondervindt hierbij wei
nig hinder, maar wordt door het aan
houden van Zweedsch mijnhout door de
Duitschers in zijn mijnbedrijf lastig; geval
len. De uitvoer komt vooral Frankrijk)
ten goede, een reden te meer voor de
Duitschers om aan het bezit der Kanaal-
kust waarde to hechten.
Een aanval met muziek.
De aanval met wapperende vaandels en
onder den klank der muziek, wordt veelal
als een geheel verouderde manier van
doen aangeduid, die bij de tegenwoordige
kolossale .uitwerking van de moderne
vuurwapens, onuitvoerbaar zou moeten
zijtn. De scherpschutterslini© zou door
haar vuur alleen de beslissing moeten
brengen. Doch dat is geenszins het ge
val. Ook in dezen oorlog hebben er aan
vallen met de muziek aan het hoofd plaats
gevonden en de klanken hebben in de
zelfde mate die geestdrift der manschap
pen voor den stormaanval opgewekt, als
dit eenmaal het geval was met de gre
nadiers van Frederik dien Groote.
Op levendige wijze schildert generaal-
majoor von Estorff in het Militare Wo-
chenblatt, zulk een aanval, dien hijf op
18 Aug. met zijn brigade bij1 het dorp
Lautarfingen in Duitsch-Lotharingen heeft
ondernomen. Hij schrijft:
„De artillerie bereidde den aanval met
goed gevolg voor. Tot op 1200 meter na
derden de Fransche aanvallers onze li
nies, om daar onder het vrees el'ijke vuur
van onze infanterie leerst tot staan te
komen. Toen trad onze gieheele linie als
op commando, in wonderbaarlijk open ge
lid, als bij een inspectie aan. Met sprongen
ging het toen vooruit en krakend sloe
gen de granaten .en kartetsen in het dorp
in. Onze scherpschutters wonnen steeds
meer en meer terrein.
Daar brak opeens een hevig onweer
los. Met den donder van liet geschut
mengde zich nu ook nog de donder uit
de lucht, en een regen als een wolkbreuk
maakte ons nat tot op de huid. Maar
toen trok de losse bui af. Fel laaiden
Prijs der Advertentlën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
do vlammen op uit het brandende Lau-
terfingen. De scherpschutters stormden
steeds verdei'. De ontplooide vaandels in
de voorste gelederen wapperden voor
hen uit.
Do regimontsmuziieik speelde den ouden
avanceermarsch, en zoo stormde alles on
der jubelende geestdrift vooruit en op
den doipsrand af. Nadat de Franschen
in het daaropvolgende straatgevecht het
onderspit hadden gedolven, trok de re
serve met de muziek aan het hoofd, door
het brande dorp. Aan den anderen kant
van het dorp werden de Franschen in het
bosch teruggedreven. Bij het invallen van
de duisternis, toen nog maar enkele
vlammen van het brandende dorp den
omtrek verlichtten, verzamelden zich de
troepen om hun vaandels, de regiments-
-muziek speelde het choraal: „Nun dan-
ket alle Gott!" en allo omstanders vielen
met gezang in.
De actla in Duitseh-Oost-Afrika.
Er zijn thans officieel© berichten van
den gouverneur van Duitsch Oost-Afrika
ontvangen over den slag bij Tanga, den
grootsten slag die tot dusver in een Duit
sehe kolonie is gieleverd.
Het. succes der Duitschers is, volgens
diens mededeeiingpn, veel grooter ge
weest dan de Engelsche berichten erken
nen. De gevechten hebben plaats gevon
den op 3, 4 en 5 November. Op 2 No
vember verschenen de Engelschen met
2 oorlogsschepen en 12 transportschepen
voor Tanga en eisohten de onvoorwaarde
lijke overgave, die echter dooi' den gou
verneur, di'. Schnee, werd geweigerd. De
schepen stoomden hierna weg, doch keer
den 'den derden dag naar Tanga terug
en brachten bij Raskone een Eunopeesch
en vier Indische regimenten aan land,
waaronder ook cavallerie. De Engelschen
hadden 8 machinegeweren en 9 kanonnen.
Er werden ook marinetroepen ontscheept.
Het zware scheepsgteschut van den kruiser
Fox ondersteunde den aanval van zee
uit. Het vijandelijke landingskorps is na
verbitterde gevechten die drie dagen duur
den met zware verhezen teruggelslagen.
Op 4 November had de strijd onafgebro
ken 15V2 uur" geduurd, toen des avonds
het beslissende gevecht werd geleverd te
gen de gezamenlijke strijdkrachten, teu
spijt van de hevige beschietingder stad
door het vijandelijk scheepsgeschut. Onze
kanonnen schoten de Engelsche transport
schepen in brand; ook de „Fox" kreeg
ernstige treffers. Op 6 November stoom
den de Engelsche schepen weg in Noor
delijke richting. Het landingskorps was
8000 man sterk, terwijl onze troepen 2000
man telden. De verliezen der EngeJschen!
bedroegen meer dan 3000 man aan doo-
den, gewonden en gevangenen. Onze ver
liezen waren gering. Er zijn nog geen
cijfers over meegedeeld. Volgens een
vluchtige telling is buitgemaakt: 8 ma-
öhinegeweren, 300,000 patronen, 30 vteld-
tolefoontoestellen, meer dan 1000 wollen
dekens, vele geweren en uitrustingsstuk
ken, een groote voorraad proviand.
Degeest onder onze troepen bestaan
de uit bewakings- en politietroepen en
vrijwilligers uit de kolonie -was uit
stekend. Ook de Askari's hebben opoffe
ringsgezindheid, toewijding en heldenmoed:
getoond.
De volledige beteekenis van de En-
gelsche nederlaag is van hier uit nog
niet bij benadering te overzien, besluit
men in Berlijn deze mededeelingen.
De Turken in Egypte.
Niettegenstaande de verschillende tegen
strijdige berichten, schijnen de Engelschen:
nu toch wel melt zekerheid een aanval
der Turken in Egypte te verwachten. ,De
„Daily Telegraph" meent zelfs dat dit
reeds zeer spoedig zal geschieden. Die
aanval zou dan moeten komen uit de
richting van het Sinaï-Schieredland.
Om edhtei' daar, over die uitgestrekte;
zandvlakten, heen te komen, heeft een
leger minstens tien dagen noodig. Water
is er sporadisch. Hoe de Turken dat dus
klaar zullen spelen is iedereen een raad
sel en zeer zeker zal deze opmarsch,
door de woestijn een der merkwaardigste
gebeurtenissen, ook vooral uit een mi
litair oogpunt, kunnen worden van de
zen oorlog. Maar de Engelsche verdedi
gingslinie in Egypte is, hoewel er weinig
over uitlekte, bijzonder sterk. Die lijn
wordt voornamelijk bebeerscht door de
richting Van het Suezkanaal. De eigen
aardige terreiriomstandigheden maken
deze positie hoogst merkwaardig en bijna
onneembaar, vooral voor 'n legermacht,
die zulk een buitengewoon moeilijken
tocht heeft te maken door de dorre woes
tijnen.
Behalve de Engelsche troepen moet e«
aan en achter het Kanaal reeds een troe
penmacht zijn bijeengebracht van 300.000
der beste Britsch-Indische en Canad.ee-
sche soldaten. Kanaalovergangen cl ook