So. 91 Maandag 18 Januari 1915 29e Jaargang De Groote Oorlog» Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAW ;E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRhflA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosierbaan Le Cofntre - Goes. De Pijksmiodebr. De opbrengst dezer middelen in De cember 1914 was circa derde half mil joen gulden hooger dan die van Decem ber 1913. In cijfers bedroeg zij in December van 't vorige jaar f20,877,653; en in December 1913 f18,432,372. De tijdsomstandigheden in aanmerking genomen is deze uitkomst nog een mee valler; ofschoon de accijnzen hiervan goeddeels de oorzaak waren. Blijkbaar- hebben de mensehen nog eens flink onder den ouden accijns ingeslagen, ten einde niet zoo dadelijk reeds in Januari met den verhoogden accijns te moeten kennis maken. Daarom werd etr zooveel meer suiker ingekocht en zooveel meier gedistilleerd ingeslagen. De suiker toch ging van 17 ton tot ruim 2 miljoen voor uit, en het gedistilleerd klom van 28 ton op 56 ton. Ook de Rijkstelegraaf ging] 3 ton naar boven, terwijl evenwel de posterijen ruim 4 ton terug liepen, de loodsgelden van drie en een kwart ton tot zelfs beneden de honderdduizend daal den, en de invoerrechten een teleurstelling brachten van twee ton. Zien wij naar de cijfers over het ge- heele jaar, dan blijkt dat de opbrengst in 1914, in weerwil van de crisis, slechts 12 ton beneden de raming is gebleven, en twee miljoen beneden de opbrengst van 1913. De Rijkstelegraaf liep van ruim 51/4 miljoen tot circa 7 miljoen op; de directe belastingen stegen van 53.1/2 miljoen tot 55 miljoen, en de ac cijnzen van 661/2 tot 69 miljoen. Daar entegen daalden de posterijen van I8V2 miljoen tot 17 miljoen; de invoerrechten van 17 millioen tot 141/2 millioende gouden en zilveren werken van 5 ton op 31/2 ton; de indirecte belastingen gin gen meer dan 2 millioen terug (vooral veroorzaakt door de daling der zegel en registratierechten); de domeinen lie ten 2 ton vallen en de loodsgelden zak ten van 37 ton op 26 ton. Alles te zaam genomen, een ongunstig jaar, doch het had erger kunnen zijn. Er is nog honig aan de roede. Geldelijk verlies. De oorlog kost, matig berekend, aan de oorlogvoerende partijen in totaal 90 miljoen gulden per dag. Nu reeds over 't verloop van den oorlog in het geheel bij de 13000 miljoen. Dat zijn dan nog maar de rechtstreeicsche administratief na te rekenen onkosten. En nu zijn de verlie zen aan gehouwen, enz. en de nadeeteni aan handel en nijverheid toegebracht nog tweemaal grooter. Over de vermeerdering van den schul denlast schreven' wij reeds; deze is veilig op een half miljard te stellen. Het is enorm hoeveel de neutrale landen reeds geleend hebben. Nederland leende 275 mil joen, eigenlijk 400 miljoen, en dat is nog maar een begin. Zweden 30 miljoen kronen, evenals Nederland van de eigen, burgers, en nog 5 miljoen in Amerika in den vorin van door haar uitgegeten schatkistbiljetten. Noorwegen 15 miljoen ■gulden en nog 20 miljoen kronen in eigen land. Denemarken 60 miljoen en wist te New-York nog 5 miljoen op schatkistbil jetten vast te krijgen. Zwitserland leende <80 miljoen francs. Griekenland dat gaar ne 500 miljoen francs geleend had, kreeg slechts 100 miljoen, en wordt daardoor verhinderd in den wereldoorlog dieel te nemen. Bulgarije gaf ook reeds 50 mil joen aan oorlogskosten uit. Italië vraagt een miljard. En hoeveel komt er nog niet bij dat de neutralen in andere we- reJddeelen noodig hebben. Hier komt nog bij het verlies ten ge volge van den stopgezetten uitvoer. Bij voorbeeld van Duitschland naar de lan den overzee. Wij ontleenen dit aan „De Standaard" Een vijfde, bijna 1500 millioen Mark, van het totaal ging naar Engeland, en rekent men dan nog Frankrijk en Rus land mee, dan komt men tot een bedrag van 2300 millioen. Van Duitschlands uit voer naar Afrika, 210 millioen in totaal, ging bijna een derde deel naar de Rrit- sche Koloniën, naar Azië werd voor 550 millioen uitgevoerd, waarvan ook een der de op de Britsche Koloniën komt, en naar Australië voor ruim honderd mil lioen. Omgekeerd importeerde Duitsch land uit Afrika voor 173 millioen, uit Azië voor 409 millioen, en uit Australië voor 13 millioen. Doch daar zijn dan de Britsche Koloniën nog niet hijgerekend. Daarvoor zijn de cijfers: Azië 597, Afrika 305, Australië 297. En dan laten we hier Amerika nog buiten dat in totaal voor een kapitaal van 2800 miljoen naar Duitschland uitvoerde, waarvan meer dan de helft voor rekpning van de groote. Republiek in het Noorden kwam. En frankrijk en Engeland lijden natuurlijk De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.25 Losse nummers0.05 navenant. Het totaal bedrag van wat nu in Europa niet kan ingevoerd worden, wordt op, 12000 miljoen gesteld. S Beknopt overzicht van den toestand. Wij slaan nog voor hetzelfde gebrek aan oorlogsnieuws, hetwelk ons reeds zoo vaak met de handen in'het haar deed zitten. Behalve eanige nabeschouwingen over de schitterende Duitsehe overwinning bijl Soissons, bevatten ook die buitenlandsche bladen hoegenaamd niets van belang. Met ongeduld wacht men af wat het gevolg zal zijn van deze gedwongen ver vorming van het Fransche front op een der punten, die het dichtst Liji Parijs gele gen zijn. Want 't is zeer best, mogelijk dat hieruit nog iets voortvloeit, dat op den verderen loop van het geding van veel belang is. Nog steeds duurt nabij' Yperen de strijd voort. Het zijn daar thans de Franschen die de Duitschers bevechten. Nog steeds ligt de stad binnen het bereik van het Duitsehe geschut en nu en dan hervatten do Duitschers het bombardement. De stad heeft reeds enorm geleden. Een groot deel van da bevolking heeft de wijk genomen; zij die bleven, huizen voor'een groot deel in de kelders. Het getal slachtoffers onder de burger bevolking is niet met zekerheid opyte ge- Jven, maar bedraagt zieker vei' over de honderd. Hieronder zijn er verscheidene F die in hun huizen gedood werden door "de Duitsehe projectielen. Aan voedsel is ter geen gebrek. Behalve de Hallen is ook de kerk zwaar beschadigd; er is trouwens in heel de stad bijna geen huis, dat niet min of meer te lijlden heeft gehad van het bombarde ment. Trouwens, Yperen wordt niet alleen bezocht, ook Soissons is reeds gedeeltelijk geruïneerd, in letterlijken zin. Bij Perthes veroverden de Franschen een loopgraaf en een bosch(je). In Polen is 't kalm. Iln Galicië, toestand onveranderd. In de Karpathen dito. Het regenachtige weer en do mist schij nen elke krijgsverrichting onmogelijk te maken. De politiehonden aan hst front. Het bureau te Mülheim van de „Duit sehe vereeeniging van houders van Poli tiehonden", heeft volgens de „Nordd. Alg. Zfcg." het volgende bericht ontvangen: ....Het was een donkere nacht, dichte nevel lag over bosch en veld. Boomen lagen op den weg. In het bosch lagen ze door elkaar en van beide kanten wer den we beschoten. Nui gingen wei op den zoek naar gewonden. Onze bruine honden snelden vooruit, en wij zoo gauw!, mogelijk achter hen aan. De dieren kwamen ons reeeds weer tegemoet. Haastig gingen we met hen mee. Daar lag een klagende en jammerende soldaat, met de oogen op ons gericht. „Help me kameraad, geef me <:wat te drinken, ik heb zoo vreeselijiken'dorst. Wij gaven den armen man koffie uit de veldtlesch, die hij gretig uitdronk. Daarna, lieten we dragers halen. Nauwelijks was deze man weg, of de honden kwamen ons bij nieuwe gewonden brengen. Vele achter elkaar, tot het slagveld afgezocht was. Doodmoe keerden wij in den morgenmet onze vierbeenige kameraden naar het kamp terug, waar wij onmiddelijk in' die pen slaap vielen. Veertien gewonden, die onze dieren hadden ontdekt, zouden nooit door de hospitaalsoldaten gevonden zijtn. Men kan er zich geen voorstelling van maken, hoe de toestand soms is. In ©een tweede bericht aan bet, bureau te Kassei, wordt geschilderd, hoe de honden ook ongedeerde, maar van hun troepen afgedwaalde soldaten in den nacht terechtbrengen. Verder wordt dan verteld, hoe zij ge bruikt werden op ieen slagveld dat door dragers en hospitaalsoldaten reeds was af gezocht. Desniettemin vonden zijl nog zeer vele gewonden. In heggen, op bietenvelden en dergelijke, spoorden zij nog zwaar ge wonde infanteristen op. De soldaten zijn dan ook zeer dankbaar gestemd tegenover de dieren. Een van him leiders verbelt: Ik kwam met mijjn hond door den tuin van een garnizoenshospitaal. Aan den weg zat een soldaat, die blijkbaar nog ternauwernood van een zware wond ge nezen is. Hij wenkte mij naar zich toe, omdat het spreken hem moeilijk viel. Hij had een groot verzoek, zooals hij! zeide; hij wilde zoo graag den hond,eens streets lten, want aan een van onze' honden had hijl zijn leven te danken. Het was tij Reims, in een dicht kreupelhout. Hij lag met twee kameraden op voorpost, toen er een granaatkartets boven hen barstte. De beide anderen waren onmiddelijk dood, hij werd in buik en borst getroffen. Uren gingen voorbiji, doch niemand kwam bij den post. De nacht brak aan en reeds had hij alle hoop opgegevende arme man zag oen ellendiger! dood tegemoet. Plot seling hoorde hij teen geluid. Twee don kere gedaanten naderden hem. Het wa ren twee Roode Kruis-honden. Zoo stil als ze gekomen waren, verdwenen ze weer. Met dezelfde verstandige trouwe oogen waarmee deze hond kijkt, hadden zij hem aangezien. Zoo vertelde hij met tranen, in de oogen. jin daarom zou hij dien hond zoo graag eens willen streelen... De torenklok van Ellewijt. Naar aanleiding van een stukje over de torenklok van ElLewijt, waarvan de wit-, geverfde wijzers zouden gediend hebben tot het aanwijzen van de plaatsen waar de granaten op de Duitsehe linie neer kwamen, verklaart men ons van blijkbaar zeer bevoegde zijde, dat het verhaal op fantasie moet berusten, en dat niets der gelijks gebeurd is, evenmin als to Mechie- len, welk laatste1 geval dan ook reeds beslist is tegengesproken. Onze zegsman heeft menschen van E1L lewijt gesproken, die door de Duitschers na de Lezetting opgesloten werden in de kerk en ofschoon deze menschen alles hadden meegemaakt, verzekerden zij, dat de geschiedenis van de wijzers der klok teneenenmale onwaar is. Ten stelligste wordt verder ontkend, dat de pastoor van Ellewijt in ©enig op zicht heeft deelgenomen aan de krijgs verrichtingen. Hij werd gearresteerd op de pastorie. De toestandjjjte Ostende. Uit Ostende wordt door den oorlogs correspondent van „Die Tijd" het volgende gemeld Van de 45000 inwoners zijn er inog 6000 geen vleeesch, behalve geblesseerde Duitsehe paarden a 20 fr., noch groen ten, noch knollen meer weinig brood. Er zijn gezinnen die in 2 dagen slechts 450 gram gehad hebben. Overigens gaat het met die bevolking; 's middags 5 uur is deze geregeld in de kelders te vinden, uit vrees voor het bombardement. Alle wijin is gerequireerd en wordt met mi troon vermengd naar de Yser gezonden als mid del begen ingewandspijn door de natheid veroorzaakt. Degene bij wien meer dan 3 flesscben nog gevonden worden krijgt mark boete en 50 M. voor iedere fliesch hoven de drie. Langs den dijk staan 64 kanonnen, zwaar kaliter, en op de boulevards tot Mariakerke 13000 man landstorm en ma riniers. Alle kustplaatsen tot Mariakerke zijp door de Duitschers ontruimd, hoewel niet bezet door de geallieerden. Maria kerke zelf is nog bezet en daar zijn sterke sterke verdedigingswerken. Loopgraven worden gemaakt door de burgerbevolking, die daartoe wel gedwongen is, daar ze orders geen eten kan krijgen. Ze krijgt er voor driemaal' daags brood. Ongeveer 12000 Duitschers, die in de gevangenissen in Duitschland zaten, zijn naar hier gevoerd en doen niets anders dan lijken van het Yser-terrein dragen, die door de inundatie zijp losgewoeld en nu in de duinen bij Ostende,opnieuw be graven worden (deze gevangenen hebben geschoren kruinen). Dagelijks komen veel gewonden aan, vooral marine-soldaten. Nu en dan komen gevangenen binnen,, Franschen loopen los, Engelschen gebonden. Franschen krijgen sigaretrten op Kommandantur, Engelschen niet. Alles wordt gerequireerd in Osten de, verlaten villa's en heerenhuizen zijn reeds totaal leeggehaald en meubels en piano's worden Verzonden. In Ghistelles zijp Maandag opgeëischt om te leveren vóór 15 Januari,18 varkens, 34 koebeesten, 124.000 K.G. haver, 140.000 K.G. aardappelen, 48.000 K.G. stroo. Is een en ander niet voor 15< Jan. geleverd, dan 138.000 fr. Burgemeester en onderwij zer loopen sindsdien rond, maar kunnen geen tiende gedeelte verkrijgen. Te Jabeke kwamen 2 Duitsehe officie ren bij ©en pastoor om te slapende pas toor geeft hun een kamer, doch ze von den haar niet mooi genoeg. De pastoor zegde niets anders te hebben. Ze deden daarop de slaapkamer van den pastoor Open ien zeiden, dat deze beter was. Zij gingen ier binnen en vonden in een oud kastje leen oude revolver; de pastoor werd daarop gevangen genomen, gebonden door het dorp geleid en ten slotte aldus naar Brugge gevoerd. Ook een krijgslist. Over de psieuido-oorlogsschep'ea, een krijgslist der Engelsche admiraliteit, ver neemt een Duitsch blad uit Amerika: I11 den laatsten tijd zijn door dei Engelsche admiraliteit meter dan honderd oudere passagiersschepen opgekocht, welke, met cement en steenen beladen, door hout werken grootandeels in pseudo-oorlogs- schepen veranderd rijn. De schepen, welke als echte oorlogs schepen geschilderd en zelfs van houten kanonnen en torens, die men anders slechts op oorlogsschepen aantreft, voor zien zijn, moeten sprekend op deze laat sten gelijken. Eenige dezer pseudo-oorlogS- schepen dienen om voor ons gewichtige tige havens en zeewegen te blokkeeren. Men zegt, dat ze reeds op de Belgische kust gebruikt zijp, en verder door de Deenscbe wateren tegen Kiel zullen op rukken. Even waarschijnlijk, zoo niet waarschijn lijker, is het echter, dat hun voornaamste doel is om Duitsehe onderzeeërs en oor logsschepen te lokken en zoo van de echte oorlogsschepen af te leiden, aldus eindigt het Duitsehe bericht, dat er overigens'niet erg geloofwaardig uitziet. Steenkool en de oorlog. Het kolenverhruik der oorlogvoerende mogendheden wordt er in oorlogstijd, voor al voor zoover zij een vloot hebben, niet minder op. 'Wat de industrie minder gebruikt heeft het verhoogd© treinqnver1- keer voor 't troepenvervoer hoog noodig, Engeland met zijn jaariijksche productie van ruim 292 millioen ton (in 1913) en Duitschland, dat 279 millioen ton voort brengt, behoeven voorloopig niet bezorgd te zijn, Duitschland te minder, nu de productie van België, van bijna 23 mil lioen ton per jaar, tot zijn beschikking is. Frankrijk en Rusland zijn er slecht aan toe. Rusland, dat maar 31 millioen ton pro duceert, en voor een deel nog uit mijneh die in het gebied van den strijd liggen, was altijd op invoer uit Engeland aange wezen, die nu uitblijft' doordat de Oost- zeehavens afgesloten zijn sedert 't begin van den oorlog, en de Zwart© Zee havens, sedert Turkije de DaTdanelIen voor de vrachtvaart heeft gesloten. De haven van Archangel is dichtgevroren. Het is voor de Russen gelukkig, dat zij nog gewend zijn aan hout als brandstof, en er zelfs voor hun spoorwegen gebruik van ma ken. Overigens zijn de Turken uit het Kaukasische gebied verdreven dat de vloeibare brandstof (petroleum) levert. Frankrijk, met eetn kolenproductie van 50 millioen ton per jaar, verbruikt onge veer anderhalf maal zooveel. Wat het land zelf niet voortbracht werd groote 11 - deels uit het thans bezette België en uit Engeland betrokken, en gedeeltelijk uit Duitschland. Dan is nog de voornaamst© binnenlandsche productie, die van de de partementen Pas de Calais en du Nord, tijdelijk opgehouden. Zij bedroeg twee der den van het totaal. Engeland, dat ge woon is een groot deel van zijn produc tie uit te voeren, ondervindt hierbij wei nig hinder, maar wordt door het aan houden van Zweedsch mijnhout door de Duitschers in zijn mijnbedrijf lastig; geval len. De uitvoer komt vooral Frankrijk) ten goede, een reden te meer voor de Duitschers om aan het bezit der Kanaal- kust waarde to hechten. Een aanval met muziek. De aanval met wapperende vaandels en onder den klank der muziek, wordt veelal als een geheel verouderde manier van doen aangeduid, die bij de tegenwoordige kolossale .uitwerking van de moderne vuurwapens, onuitvoerbaar zou moeten zijtn. De scherpschutterslini© zou door haar vuur alleen de beslissing moeten brengen. Doch dat is geenszins het ge val. Ook in dezen oorlog hebben er aan vallen met de muziek aan het hoofd plaats gevonden en de klanken hebben in de zelfde mate die geestdrift der manschap pen voor den stormaanval opgewekt, als dit eenmaal het geval was met de gre nadiers van Frederik dien Groote. Op levendige wijze schildert generaal- majoor von Estorff in het Militare Wo- chenblatt, zulk een aanval, dien hijf op 18 Aug. met zijn brigade bij1 het dorp Lautarfingen in Duitsch-Lotharingen heeft ondernomen. Hij schrijft: „De artillerie bereidde den aanval met goed gevolg voor. Tot op 1200 meter na derden de Fransche aanvallers onze li nies, om daar onder het vrees el'ijke vuur van onze infanterie leerst tot staan te komen. Toen trad onze gieheele linie als op commando, in wonderbaarlijk open ge lid, als bij een inspectie aan. Met sprongen ging het toen vooruit en krakend sloe gen de granaten .en kartetsen in het dorp in. Onze scherpschutters wonnen steeds meer en meer terrein. Daar brak opeens een hevig onweer los. Met den donder van liet geschut mengde zich nu ook nog de donder uit de lucht, en een regen als een wolkbreuk maakte ons nat tot op de huid. Maar toen trok de losse bui af. Fel laaiden Prijs der Advertentlën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. do vlammen op uit het brandende Lau- terfingen. De scherpschutters stormden steeds verdei'. De ontplooide vaandels in de voorste gelederen wapperden voor hen uit. Do regimontsmuziieik speelde den ouden avanceermarsch, en zoo stormde alles on der jubelende geestdrift vooruit en op den doipsrand af. Nadat de Franschen in het daaropvolgende straatgevecht het onderspit hadden gedolven, trok de re serve met de muziek aan het hoofd, door het brande dorp. Aan den anderen kant van het dorp werden de Franschen in het bosch teruggedreven. Bij het invallen van de duisternis, toen nog maar enkele vlammen van het brandende dorp den omtrek verlichtten, verzamelden zich de troepen om hun vaandels, de regiments- -muziek speelde het choraal: „Nun dan- ket alle Gott!" en allo omstanders vielen met gezang in. De actla in Duitseh-Oost-Afrika. Er zijn thans officieel© berichten van den gouverneur van Duitsch Oost-Afrika ontvangen over den slag bij Tanga, den grootsten slag die tot dusver in een Duit sehe kolonie is gieleverd. Het. succes der Duitschers is, volgens diens mededeeiingpn, veel grooter ge weest dan de Engelsche berichten erken nen. De gevechten hebben plaats gevon den op 3, 4 en 5 November. Op 2 No vember verschenen de Engelschen met 2 oorlogsschepen en 12 transportschepen voor Tanga en eisohten de onvoorwaarde lijke overgave, die echter dooi' den gou verneur, di'. Schnee, werd geweigerd. De schepen stoomden hierna weg, doch keer den 'den derden dag naar Tanga terug en brachten bij Raskone een Eunopeesch en vier Indische regimenten aan land, waaronder ook cavallerie. De Engelschen hadden 8 machinegeweren en 9 kanonnen. Er werden ook marinetroepen ontscheept. Het zware scheepsgteschut van den kruiser Fox ondersteunde den aanval van zee uit. Het vijandelijke landingskorps is na verbitterde gevechten die drie dagen duur den met zware verhezen teruggelslagen. Op 4 November had de strijd onafgebro ken 15V2 uur" geduurd, toen des avonds het beslissende gevecht werd geleverd te gen de gezamenlijke strijdkrachten, teu spijt van de hevige beschietingder stad door het vijandelijk scheepsgeschut. Onze kanonnen schoten de Engelsche transport schepen in brand; ook de „Fox" kreeg ernstige treffers. Op 6 November stoom den de Engelsche schepen weg in Noor delijke richting. Het landingskorps was 8000 man sterk, terwijl onze troepen 2000 man telden. De verliezen der EngeJschen! bedroegen meer dan 3000 man aan doo- den, gewonden en gevangenen. Onze ver liezen waren gering. Er zijn nog geen cijfers over meegedeeld. Volgens een vluchtige telling is buitgemaakt: 8 ma- öhinegeweren, 300,000 patronen, 30 vteld- tolefoontoestellen, meer dan 1000 wollen dekens, vele geweren en uitrustingsstuk ken, een groote voorraad proviand. Degeest onder onze troepen bestaan de uit bewakings- en politietroepen en vrijwilligers uit de kolonie -was uit stekend. Ook de Askari's hebben opoffe ringsgezindheid, toewijding en heldenmoed: getoond. De volledige beteekenis van de En- gelsche nederlaag is van hier uit nog niet bij benadering te overzien, besluit men in Berlijn deze mededeelingen. De Turken in Egypte. Niettegenstaande de verschillende tegen strijdige berichten, schijnen de Engelschen: nu toch wel melt zekerheid een aanval der Turken in Egypte te verwachten. ,De „Daily Telegraph" meent zelfs dat dit reeds zeer spoedig zal geschieden. Die aanval zou dan moeten komen uit de richting van het Sinaï-Schieredland. Om edhtei' daar, over die uitgestrekte; zandvlakten, heen te komen, heeft een leger minstens tien dagen noodig. Water is er sporadisch. Hoe de Turken dat dus klaar zullen spelen is iedereen een raad sel en zeer zeker zal deze opmarsch, door de woestijn een der merkwaardigste gebeurtenissen, ook vooral uit een mi litair oogpunt, kunnen worden van de zen oorlog. Maar de Engelsche verdedi gingslinie in Egypte is, hoewel er weinig over uitlekte, bijzonder sterk. Die lijn wordt voornamelijk bebeerscht door de richting Van het Suezkanaal. De eigen aardige terreiriomstandigheden maken deze positie hoogst merkwaardig en bijna onneembaar, vooral voor 'n legermacht, die zulk een buitengewoon moeilijken tocht heeft te maken door de dorre woes tijnen. Behalve de Engelsche troepen moet e« aan en achter het Kanaal reeds een troe penmacht zijn bijeengebracht van 300.000 der beste Britsch-Indische en Canad.ee- sche soldaten. Kanaalovergangen cl ook

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1