No. 88
Donderdag 14 Januari 1915
29e Jaargang
Voor den Vrede.
De Groote Oorlog.
„De Zeeuw" in Militair
Tehuis en Kamp.
Uitgave van
de Naam]. Venn. LUCTOR ET EMERSO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANiaE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURQ.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointr© - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG»
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels 0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Toen in het begin van de mobilisatie
talrijke aanvragen voor kostelooze toezen
ding van „De Zeeuw" naar „Militaire Te
huizen" en kampen ons bereikten, hleb-
jb-en wij1 een beroep gedaan op die mild
dadigheid yan de meer gegoede lezers,
toet liet javolg, dat talrijke giften inkwa
men, zoodat aan verscheidene tientallen
adressen onze krant gestuurd kon worden.
Ofschoon do meeste gevers een kwar
taal-abonnement voor hun rekening had
den genomien, hebben ook wij! ons een
offer getroost en de toezending eerst na
vier a vijf maanden dus dezer dagen
gestaakt.
Het spreekt vanzelf, dat het te bezwa
rend zon zijn, nog langer nietktó kostelooze
toezending door te gaan. I
We moeten dus wederom een beroep
doen op de goedgunstigheid van onze
lezers. Laten zij nu op andere wijze on
ze soldaten in garnizoensplaatsen, in kam
pen en op posten aan lectuur helpen.
Hieronder geven wij- een lijstje van
adressen, waar ons blad zeker welkom
zal' zijln. Laat men nu, zoodia men de
krant gelezen heeft, deze onder kruisband
naar een van deze adressen sturen. Zoo
als men weet, kan de verzending port
vrij geschieden, 't Kost u dus slechts
weinig moeite en onze militairen zullen
u er zeer dankbaar voor zij-n.
Ziehier een adressenlijst]», dat w© nog
een paar beer hopen af te drukken:
Cbr. Mil. Tehuis te Etten.
Chr. Mil. Tehuis te Roermond.
Chr. Mil. Tehuis te Axel.
Detachement Militairen te Veelie.
Detachement Militairen te Zoutelande.
Detachement Militairen te St. Kruis.
Detachement Militairen te Heille (gjem.
Sluis).
Detachement Militairen te Seïooskerke.
Detachement Militairen te Ooltgens'-
plaat.
Detachement Militairen te Hellevoejt-
sluis.
Detachement Militairen te Brielle.
Malakkakapel, Mal&kkastraat, te Den
Haag.
Soldatenbibliotheek, Toussaintkade 11a,
te Den Haag.
Mil. Tehuis, Practizijnshoek, te Den
Haalg.
Militairen, Kurhaüsbar, te Schevenin-
gen.
Militairen, Consist. Geref. Kerk te Wil
lemstad.
Militairen, Willem; llstraat te Tilburg.
Chr. Mil. Tehuis te Oisterwijk.
Chr. MD. Tehuis te Moergestel.
Chr. 'MD. Tehuis te Iiilvarenbeek.
Mil. Leestafel te Aardenburg.
Mil. Leestafel, Nieuwe sluis bij Bres-
kens.
Detachement Militairen te Hansweert.
Detachement „Militairen (fort) te Elle-
woutsdijk.
Detachement Militairen (fort) te Bath.
Detachement Militairen te Iluijbergen.
Mil. Cantine, Sloedam, te Annemuiden.
Geref. Mil. Tehuis, Heemraadstr., te
Soheveningen.
Chr. Mil. Tehuis te1 Aalsmeer.
Chr. Mil. Tehuis te Rucphen.
Chr. Mil. Tehuis te Eindhoven.
Mil. Tehuis, Herv. Kerk, te Jutphaas.
.Detachement Militairen te IJzendijke.
Het Engelsche spreekwoord zegt: Pre
vention is better than cure Voorkomen
is beter dan genezen.
Ofschoon dit spreekwoord in het al
gemeen zeer waar is, geeft toch zelfs
de meest hartstochtelijke pacificist (strij
der voor den vrede) toe dat de oorlog
welke nu al bijna een half jaar woedt,
niet te voorkomen was.
Alle volken hadden zich tot de tanden
gewapend, en toch was geen van hen
gezind om den oorlog' te beginnen, de
wijl men voorzag welk een diepe en 'breede
afgrond zich zou openen.
Toch is de oorlog ontbrand. Toch woedt
hij voort, en is het einde er van niet
fe voorzien. Het zal er op uitloopen dat
een der strijdende partijen ten gevolge
van uitputting 'het opgeeft; of de over
winnaar aan den overwonnene zware
lasten oplegt in den vorm van oorlogs
lasten en afstand van grondgebied.
Hiermede is echter de oorlog niet uit.
[Wel is de onderliggende partij voor eeni-
gen tijd buiten gevecht gesteld, doch ten
slotte zal hij weder opstaan en. in een
nieuwen oorlog trachten het verlorene
te herwinnen. De oorlogstoestand, de ge
wapende vrede zal voortduren.
Welk een kapitaalverlies z'ulki een oor
logstoestand, zhlk een gewapende vrede
veroorzaakt, behoeft voor niemand meer
te worden uitgerekend. Een ieder voelt
het aan den lijve of begrijpt het.
Even voor den aanvang van den tegen-
woordigen oorlog .bedroegen de staats
schulden van alle Europeesche volken te
zamen rond 96 duizend millioon gulden,
waarvan 35 duizend millioen reeds to
taal vernietigd kapitaal, zijnde schulden
van vroegere oorlogen en oorlogstoestan
den.
In tijd van vrede bedroeg het totaal
in dienst zijnde manschappen ruinV 8 mil
lioen, waarvan een half' millioen bij1 de
zeemacht.
En de uitgaven?
Engeland gaf per jaar hiervoor 965,
Oostenrijk 235, Duitschland 1176, Frank
rijk 725, Rusland, 1130, België GO en
Nederland 55 millioen gulden. Tezamen
4346 millioen, dat is bijna 41/2 miljard.
Rekent men nu ook nog de andere lan
den van Europa er bij dau komt mein
op een jaarlijksche uitgaaf van zes mil
jard, dat is zesduizend millioen gulden.
In vredestijd.
In oorlogstijd zijn er driemaal zooveel
manschappen onder de wapenen. Dat dit
heel wat meer kost, kan men zien aan
de uitgaaf van 3600 millioen gulden tot
hiertoe door Duitschland, terwijl ook de
andere oorlogvoerende staten tot een ge
lijk bedrag hebben opgenomen.
De oorlog kost aan Duitschland 60 mil
lioen gulden per dag.
De staatsschulden van de gezamenlijke
landen van Europa bedragen nu reeds
27 duizend millioen gulden. En dan is
dat nog ongerekend de groote sommen,
noodig voor de vernielde steden en dor
pen, kerken en scholen, forten, schepen
en kanonnon, akkers en velden; onge
rekend de werkkrachten die voor hun
leven onbruikbaar zijn geworden; ongere
kend de schade toegebracht aan handel
en scheepvaart, nijverheid en landbouw,
ambacht en bedrijf; ongerekend de hon
derdduizend gesneuvelden.
Dit zijn cijfers, die afschrikken. Het
zou daarom wel gewénsoht zijn dat alle
menschen, indien hun gezamenlijk op
treden iets zou kunnen baten, zich ver-
eenigden om den oorlog te doen ophou
den of in het vervolg den oorlog on
mogelijk te maken.
Wie zou niet wenschen dat het spoedig
en voor goed vrede werd, niet alleeta
tusschen de groote volken, doch ook tus-
schen de kleine. De cijfers toch zijn der
wijs -afschrikkend, dat zij het verlangen
naar een vredige toekomst sterk doen
toenemen. Welk redelijk menscih zou zlelfs
een oproep als van den Anti-Oorlogsraad
met het oog daarop niet van harte steu
nen. Alleen „maar, het is niet te ver
wachten dat het vraagstuk van den oor
log door honden oï raden zal worden-
opgelost.
Stel u voor dat een zoodanige bondi
in Duitschland uit den boezem der natie
geboren werd, wat zou die bond vermo
gen tegen een regeering, een phiiosofie,
een militairisme, die de machtspolitiek-
voorstaan? Nog dezer dagen, zoo herin
nert dr. Bavinck in zijn gisteren door
ons aangekondigd opstel „Het probleem
van den oorlog" predikte de Duitsche
Zendingsinspecteur Witte in diens boek
over Oost-Azië en Europa het volgende:
„Iedere Duitscher is verplicht er toe mede
te werken dat het Duitsche volk steïketr
worde. Of andere volken door- ons toe
nemen of in bloei achteruitgaan, doet
er niets toe. Den krachtigste heeft God
de wereld beloofd. Voöjr het eigen volk
de grootst mogelijke mate van macht te
verkrijgen, is het doel van alle staats
bestuur".
Indien er, bij de wetenschap, dat men,
in Duitschland er algemeen zoo overdenkt,
in ons land een beweging tot ontwapening
of tot Vestiging van een duurzamen vrede
ontstond, zou het een dwaasheid zijn een
zoodanige beweging te steunen. Duitsch
land zou er wèl bij varen; [want, Witte
komt er rond voor uit: Duitschland moet
sterk worden! En als dat nu moest ge
schieden ten koste van Nederland, wat
zou 't hinderen
Bovendien er zal in dit leven altijd,
plaats open blijven voor goede en recht
vaardige .oorlogen.
Zullen wij, ons evenwel hierom tegen
de „oprichting van vereenigingen in helt
belang van den vrede verzetten?
De Christen in de teerste plaats is ge
roepen mede te werken aan de bevorde
ring van den vrede. En indien de Anti-
Oorlogsraad er in slaagt om een heirleger
van pacificisten in alle landen van Euro
pa om zich te verzamelen teneinde dezen
oorlog te,doen ophouden, hoe groot een
woldaad hij aan Nederland en de volken
h-ewijizen zou.
De stoot tot den vrede moet van de
neutrale Staten uitgaan. Noord-Am'erika
voorop. Moge het tot een zoodanige po
ging spoedig komen. Moge daarna meer
worden aangestuurd op minzame en min
nelijke be,slechting van geschillen, met
name dus scheidsgfericht of arbitrage.
Moge het recht zijn ouden loop hernemen,
ook in de consciëntie van overheidsperso
nen en van, volken. Vooral dit laatste.
Want wij stemmen in mot dr. Bavinck:
Er is wel een internationaal recht, en er
zijn wel rechten -en plichten van de vol
ken ten 'opzichte van elkaar, maar deze
rechten -en plichten zijn machteloos, wan
neer zij niet wortelen in de consciëntie.
Don vrede- op aarde vermag niemand
te herstellen. Die komt onder deze be
doeling niet. Maai- er kan wel iets en
veel- verkregen.worden. Daartoie werke een
ieder naar vermogen mede!
«wn—a—
Een belangrijk middel.
De heer J. Kuiper schrijft in „De Ne
derlander"
I
Een belangrijk middel, om de volke
ren in vrede naast pik and er te doen
wonen, is vrijhandelJ Als de volkeren
alle beschermende réchten afschaffen,
dan behoeven ze niet meer te vech
ten om een uitweg naai- zee, om een
afzetgebied buiten eigen grenzen, -o-m
een haven, enz. M.i. terecht heeft Dr.
B-os opgemerkt, dat Duitschland veel
vijandschap tegen zich gewekt heeft
door de geweldige protectie van eigen
nijverheid en handel. Als alle landen en
kel en uitsluitend vioor eigen belangen
ijlveren, zooals nu het geval is, dan
komt er nijd en afgunst en daardoor
oorlog.
Wij meenen dat de schrijver groot gelijk
heeft. Konden de groote landen van
Europa besluiten de protectie op te hef
fen, dan Werden hunne grenzen niet meer
afgesloten door invoerrechten, die den
uabuur steeds beletten zijn handel uit te
zetten, en een voortdurende bemoeilijking
voor de ruiling der goederen zijn.
En dan, hoe groote iinancieele voor-
deelen hieruit zouden voortspruiten!
Aan invoerrechten toch heft Duitsch
land 840, Rusland 720, Engeland 420,
Frankrijk 320, en Oostenrijk 100 millioen
gulden. Te zamen 2400 millioen, dat is
2x/2 miljard 'sjaars.
Welk een enorme omkeer in het ver
keer, welk een gezegende herleving van
den handel zou straks, wanneer de oorlog
uit mag zijn en de vrijhandel overal
gelijk 't eigenlijk behoort, en door alle
partijen verlangd wordt triomfeerde,
't gevolg zijn van de afschaffing dezer in
directe drukkende belasting.
Vrede en meerdere welvaart 'zouden
er uit voortvloeien 1
Beknopt overzicht van den toestand.
Wij kunnen ons overzicht weder met de
zelfde klacht aanvangen, die reeds zoo
vaak tot verontschuldiging diende.
Er is geen nieuws.
Noch van het Westelijk, noch van het
Oostelijk gevechtsterrein bereikt ons iets,
dat op voortgang duidt.
De eene dag is al even arm aan ge
ruchtmakend nieuws als de andere.
We kunnen derhalve weder volstaan
met de aanteekening van enkele onbelang
rijke feiten.
De Franschen hebben ten N.O. van
Soissons de stellingen op het plateau van
Perrières en den heuvel 132 hevig be
schoten. Begunstigd of bemoeilijkt door
het nachtelijk duister.
Een ernstige aanval had plaats, doch
deze is voor hen blijkbaar minder gunstig
afgeloopen, want heel lakoniek vertelt het
communiqué dat het resultaat ervan nog
niet bekend is.
De Duitschers weten te verhalen van
een hevig artillerie-gevecht in de om
geving van Nieuwpoort, dat de ontruiming
der vijandelij'kje loopgraven bij Palings-
brug, een buitenwijk van Nieuwpoort, ten
gevolge gehad zou hebben.
Hieruit blijkt, dat de Duitschers alle
pogingen in het werk blijven stellen om
een omtrekking van hun strijdmachten.
door do geallieerden te vtermijden. De
lijn Nieuwpoort-Lombaertsyde-Westende
is een uitnemend versterkte gordel, die
niet spoedig verbroken zal worden.
Verder meldt het Duitsche communi
qué, dat de vijandelijke aanval bij- het
kanaal van La Bassée definitief is afge
slagen. De Fransche aanvallen op La
BoiséHe, de hoogte van Nouvron, werden
eveneens afgeslagen. Op de mislukte aan
vallen der Franschen op de hoogte bij
Crouy volgde een Duitsche tegenaanval,
welke eindigde let wel, 'tko-mt Van
Duitsche zijde welke eindigde met een
volkomen nederlaag der Franschen en het
schoonvegen van de hoogten N.O. van
Cuffiés en N. van Crouy.
„Onze (de Duitsche) markers ver
meesterden twee Fransche stellingen,
maakten 1700 krijgsgevangenen en ver
overden vier kanonnen, alsmede verschil
lende machinegeweren.
Een aanval der Franschen in de streek
van St. Mihiel werd met succes afgeslagen.
Die Duitsche troepen stelden zich in het
bezit van de hoogten ten Noorden en ten
N.O. Van Nomeny".
Het verloop van' den strijd op het
Oostelijk oorlogsterrein blijft eveneens ge
heel binnen de grenzen van een positie-
krijg-
De Duitschers meldden, ondanks het
slechte weer op enkele plaatsen vorderin
gen (het laatste communiqué wijst op
een onveranderden toestand) gemaakt te
hebben; en de Russen, die in hun staf-
bericht niets uitvoeriger zijn, zeggen alle
aanvallen te hebben afgeslagen. Langs
de Ni-da treden de Russen offensief op,
doch zonder veel succes.
D-aL de strijd op deze wijze nog lang
kan duren, behoeft geen betoog.
Men bereide zich voor.
In de loopgraven.
In de „Parijsclie Journal" beschrijft Ge
orges Prade- zijn bezoek aan de Fran
sche loop-graven, waarbij hij werd rond
geleid door een officier van den genetealen
staf, die hem op ongeveer 60 metier van
de Dui-tsübe linies bracht. Zij gingen van
de voorste loopgraaf ongeveer 180 metejii
van het vijandelijke front uit.
„Plotseling was 't nacht", vertelt Pra
de, „alsof wij in een kelder komen zonder
luchtgat. De onderaardsche gang, waal-
wij. binnentreden, is eng; wij moeten ons
bukken en! :als blinden vooruitstro mpe-
len. Daar, heelemaal achterin, oneindig]
'ver weg, naar het ons toeschijnt, sche
mert er licht; het is in werkelijkheid
vlakbij het gewone gezichtsbedrog in de
duisternis. Gnze leider spreekt zachtjes
met twee mannen. Het zijn pionniiers'.
Wij bevinden ons op een sooirt van plein
tje, op 60 meter lafstand van de Duit
sche linie. -Onze- -eerste zigzag-g'ang is
'n naderingsweg; thans zijn wij xn eeiri
gang die parallel loopt met de vijondelijtte
linie. Van; hier nit zullen nieuwe- gan
gen gegraven worden die tot onder de
Duitsche loopgraven voeren, opdat deze
laatste op verschillende punten ondert
mijnd en over een voldoende lengte kan
worden opgeblazen. In de onderstelling
altijd dat niettZij of wij!
Welk een bestaan. D-e loopgraaf met
- zijn hlooten hemel, zijn zon, zijh regen en
vorst, is een paleis fegen dit hol van
zwijgen en vreeselijke duisternis. Riet
heeft menj in het .geheel geen zekerheid-
meer. Geeft de aarde rondom bes-
ming of verbergt zij een vijand? En we!
een strijd, welk een zegepraal, welk een
doodOnzichtbaar, stom zullen deze grijze
aard gnomen triomfeeren of sterven, zon
der ook maai- ©en enkelen vijand te zien,
dien zij zullen dooden, of die hen doo-
den zal. Een van bedden z'al, zonder het
te weten; in een oogenblik uit den nacht
in den1 dood worden geslingerd.
-De officier der pioniers, een prachtige
kerel met de verstandige, nadenkende kop
van -een geleerde, fluistert ons bij het
sidderende- schijnsel van een mijnlamp
toe: ^,Kom. mee tot iaan het einde Van
de luistergang, vijf meter diep, en nau
welijks 30 mieter van de Duitschers af".
Wij kruipen thans op handen en voeten,
en merken op dat er onder onze Voete(n
en handen stroo- ligt. Een stille en lang
zame arbeid wordt daar achter gedaan.
Onophoudelijk worden -de voelhorens ver
der uitgestrekt, graaft de rustelooze mol
met kleine, regelmatige en zekere slagen
voorwaarts. Wij steken de hoofden bijeen
en fluisteren: „Kan men de Duitschers
hooren arbeiden?" „Ja, maai- het "is nog
zioo onduidelijk en ver, dat men niet kan
zeggen waar".
„Dus
„Dus moeten wij het eerst aanko
men, anders niets!"
En vol vertrouwen de hand op mijn
'schouder leggend, mompelt mijn gelei
der: „Wij komen 'het eerst aan: het
moet!''
In hun onschuld.
De „Daily Mail" vertelt van een be
zoek, dat de koning en de koningin van
Engeland dezer dagen brachten aan hun
gewonde Indisch© onderdanen, die in een
hospitaal te Brighton verpleegd worden'.
Het bezoek moet grooten indruk ge
maakt hebben op de gewonden: en na
het vertrek riepen zij: „De glimlach van'
de koningin maakt, ons beter", en „de ko
ning was hier, hij heeft zijne knechten
toegelachen, en voorwaar, .wij zijn ge
nezen 1"
De koning onderhield zich ook met een
aantal zijner Hindoe-onderdanen, en sprak
hun toe in hun eigen taal. De Ghurka's.
moesten hem echter hun antwoord dotox
een tolk doen toekolmen.
Een hunner antwoordde op een vraag
van Z. M., „wat hij wel van de Duit
schers dacht", als volgt: „Wanneer we
maar met onze messen in hun loopgraven
kunnen komen, zijn zij niets meer waard".
„Wat belet U dan hen te bereiken.'
„De mitrailleurs. zij hebben er zk>o-
veel", antwoordde de soldaat.
„Hebben wij dan niet óók machine
geweren?" vroeg de koning.
„Ja", zuchtte de gewonde Indiër, „maar
véél te weinig; de Duitschers hebben er
16 bij een bataljon, wij vier! En dan'
hun gepantserde automobielen, dat zijn
duivelsdingen".
Andere gewonden weer vtertelden van
hun opvattingen .omtrent den oorlog.
„Wij vechten, omdat de Raj het
wenscht", zeiden de meesten.
„I'k wil sterven voor mijn keizer'--', zeide
een zwaargewonde.
Een Jat had een merkwaardige opvat
ting van de z-aak:
„Do zoon van den keizer van Austra
lië (een begrijpelijke vergissing van den
Indiër, Austria of Australië) werd in het
land van den keizer van Servië door
„dacoits" (roovers) omgebracht" zei-
de hij.
„Toen Vroeg, de keizer van Australië aan
den keizer van Servië waarom- dat gebeurd
was" legde hij verder tut, „de
keizer van Servië antwoordde daarop, dal
ltef niet zijn leger was, dat den moord!
begaan had, maar dat het „dacoits" ge
weest waren. Hierop antwoordde de kei
zer Van Australië, dat het hem- ook heele
maal niet schelen kon wie het gedaan;
had, maar dat hij Vechten wilde en daar
mede basta. En zoo gebeurde het ook!"
Bij het vergaan van de „Formidable"
zijn er weer staaltjes van treffenden moed
en zelfopoffering (en roekeloosheid en
lichtzinnigheid!) gegeven. Men weet, dat
Foxley, de gezagvoerder, na het torpte-
deeren van zijn schip andere oorlogssche
pen in de nabijheid draadloos liet waar
schuwen, uit de buurt te blijken, aan
gezien -ei' vijandelijke duikb-ooten om-
waarden. Hoeweli, de marine-deskundige,
van de Times schrijft nu, dat he-t groote
verlies aan m-ensch-enlevens ten deele
hieraan toe te- schrijven is, dat het drade-
loozo toestel spoedig onklaar raakte en
er dus -niet meer om hulp- kon gevraagd1
worden. Jammer, dat de Formidable geen
tweede machine ter bediening van dd
telegraaf had, zegt hij.
Maar hier is nog een verhaal van de
doodsverachting, die werd getoond. Een
hofmeester vertelt: Het was ong|evieer 2
uur 's nachts. Hij lag in zijn hut te sla
pen, toen hijl ge-wekt werd door een
doffen slag, aan stuurboord. Hijl vloog
naar dek en hoordé h-et bevel- gleven,
de booten te strijken. Dat ging moeilijk,
want de boot helde- zwaar en de zee!
stond hol. Onder de bemanning was er
niet de minste- paniek. De booten kwa
men te water -en kregen last af te hou
den. Toen klonk het bevel: alle man
voor zich zelfIeder moest maar zien
ielts machtig te worden, dat in het water
zou drijven en waaraan hij zich kon vast
houden.
Toen kwamen -de- booten langszij len
namen zooveel mannen op als mogelijk.
Er waren er vijf; twee liepen vol. Zoo
werden er 199 geb-orgen. AI -de booten
waren reeds van boord gestoten, toen
er uit één klonk„Er is nog plaats voor
een!" De- hofmeester len een ander loot
ten. De ander won het, maar hij' zei
„Jij hebt nog je oudersik niet. Ga jij,
spring over boord!" Zoo deed de ver
teller.
Terwijli de booten wegroeiden ver
telt de man verder - konden wijl de
mannen op dek lucifers zien afstrijken
om pijp- of -sigaret aan te -steken. Er
was -een piano aan dek gehaald, en er
werden vroolijke wijsjes gespeeld om er
den moed in te houden. (We hopen jen
g-elooven dat deze bijzonderheid op- de
fantasie van den journalist berust.) In
mijn boot waren een zestig man. De zeö
was ruw en we hadden alle moeite om
vol te, loopen. Me-t schoenen en al wat