Mo. 84 Zaterdag 9 Januari 1915 29e Jaargang De Groote Oorlog. Uit de Pers. F euületon. De Keizér van Oostenrijk. Uitgave "van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAW a E VORSTSTRAAT 210. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Qosterbaan Lo Cointre - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers /T.2S .0.06 Prijs der Advertentlën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels fl. iedere regel meer 10 ct. Loon en straf Do „Rotterdammer" stelt tegenover el kaar de voordeelige condities voor heil, (lie v r ij willig aan de groote leening deelnemen, en de bedreigingen tegen hen, die eventueel aan een g e d w o n ge n liee- ning zouden moeten meedoen: Zal deze ongekend hooge som ei' ko men Komen zal ze er, want daar isi onenige beTooning toegezegd aan den goede (en daar as straf bedreigd tegen den kwade. Velerlei voordeel wacht den goede, dat is hem, die vrijwillig zich aanmeldt om de lasten dezer leening te dragen. Ja, zóó gunstige voorwaarden zijn ge steld, dat nauwelijks van een last kan worden gesproken. Letterlijk alles wat eene geldbelegging aantrekkelijk maakt, is bij deze staatsleer niing aanwezig. Eene goede rente wordt uitgekeerd: vijf ten honderd in het jaar, betaalbaar op tweie coupons, verschijnende op 1 Febru ari en 1 Augustus. Do terugbetaling van rente .en hoofd som is ten volle verzekerd. Binnen betrekkelijk korten termijn heeft de aflossing plaats: men is zeker binnen 15 jaren wederom de volle beschikking over zijn inleg te hebben, daar de; ge- heele aflossing der leening vóór 31 De- 'oemfcer 1929 moet plaats hebben. Anderzijds is ook waarborg geboden, dat m'en niet buitensporig' vroeg de ge leende hoofdsom weer terugontvangt, zoo dat opnieuw de vraag pijnigt: boe mijn geld te beleggen? Immers algeheel© af lossing is niet geoorloofd vóór 1 Januari 1918. Met de stortingen is men alleszins cle ment. Wilde spoed is vermeden; zeker, indien men zulks begeert mag op 1 Fe bruari 1915 gestort worden het gebeele bedrag', waarvoor is ingeschreven, maar noodzakelijk is zulks niet. Men komt de wettelijke verplichtingen volkomen na, indien op 8 Februari 40 pCt., op 8 Maart 20 pCt., op 7 April 20 pC't. en op 7 Juli 20 pCt.' van het in geschreven bedrag gektort wordt. Kan het gemakkelijker? Ja, nog meerdere geriefelijkheid is aan de leening verbonden. Vooral in dezen tijd, nu door beurs- eludting .en crisis de fondsenhandel stil staat, kan het wezen, dat vermogenden alleszins bereid zouden zijn om voor .een flink bedrag in te schrijven, maar hun geld ligt vast len zijl kunnen niet ovelr contanten beschikken. Anderen hebben wel op het oogenblik geld beschikbaar, maar straks keert de kans en hebben zij voor de uitoefening van hun bedrijf gereed kapitaal brood- noodig. En dan hebben zij! hun geld ver snoept, ligt het vast in Staatsobligaties. De Regeering voelt deze moeilijkheden zeer wel. Door tusschenkomst van de Nederland- sche Bank komt zij: de bezwaarde broe- ren en zusteren op hartelijke wijze te Si. Nederlandsche Bank wil de schuld ven der vrijwillige leening in pand ..en en daarop geld vertrekken. Veel geld zelfs. Zij neemt genoegen met eene overwaar de van 5 percent. Wie dus een Staatsobligatie neemt van In afwijking van die van de vorsten in andere landen, schreef onlangs de Weener correspondent der „N. R. Ct.", ie hier de levenswijze van den keizer haarfijn bekend. Zoo weten wij dat hij zich nog al'tijcl scheert met een mes dat haast zoo oud is, als 'hij. zelf. Alle pogin gen van zijn dochter om hem eehAbarbier in dienst te laten nemen hebben niets geholpen. Hij gaat tegenwoordig om 8 uur naax bed en is om half 4 uitgeslapen. Hij staat dan op en kort daarna verschijnt zijin vriend ien lijfarts (ook al een ouwe heer en een goed jager evenals zijn; mees tert) dr. Kerzl om te vragen hoe het Z. M. gaat. Schrijft hij niets voor dan! is de keizer tevreden, maar is dit niet zoo, dan pruttelt hij erg tegen omdat hij die voorschriften als een inbreuk beschouwt op zijn gewone levenswijze.. Want zich in acht nemen en daarbij zijn gewoonten ver anderen doet de keizer zeer ongaarne. Gehoorzaamt hij niet, dan spreekt de dok ter met princes Marie Valerie, die invloed op haar vader heeft. De Keizer is zijin oigten minister; in de zucht om zich on der stukken te begraven, herinnert hijl aan zijin voorzaat Philips II, die van het'JEskm 1000 kan daarvoor óf nu direct Lij de storting óf later een voorschot ontvan gen van 950 gulden. Hij betaalt daarvoor 5 pet. rente, dus evenveel als hij zelf aan rente ontvangt. Nu herhalen wij: Kan het gemakkelij ker? Ook is er straf bedreigd tegen de kwa den. Mot alle eventualiteiten is gerekend, ook met de mogelijkheid dat het bedrag niet wordt volschreven. Dan worden sommigen tot deelneming gedwongen en wel zij, die voor een ver mogen van f75.000 of meer in de Ver mogenbelasting zijn aangeslagen. Voor een bepaald, oploopend percent, moeten deze voorzoover zij: niet v r ij- willig hebben ingeschreven, bijdragen. En nu komt de straf: de vrijwilligers krijgen 5 pet. de dwangarbeiders slechts 4 pet. De vrijwilligers hebben een wit voetje bij de Nederlandsche Bank: de Vrijwil ligers kunnen voor hun schuldbrieven 95 pet. leenen, terwijl do gedwongenen hoog stens 80 pet. kunnen krijgen. De vrijwilligers behoeven aan de Neder landsche Bank bij beleening' slechts zoo Veel rente te betalen, als zij zeiven trek ken, telrwijl de weerbarstige n op hunne voorschotten minstens 1 pet. meer rente moeten voldoen dan zij ontvangen. Beknopt overzicht van den toestand. In heit Westen is de toestand de laat ste uren onveranderd gebleven. De Duitsohe actie bewijst, dat men aan die zijde niet erg gerust is en dat men: de toekomst donker inziet. Tot 'dicht bij onze grenzen, is men druk dn de. weer met het maken van Versterkingen 'en loopgraven. Aan de bei de uiteinden van ihleil front is een levenjdiigle acltde waar te nemen, gevolg van de po gingen der geallieerden om het Duitschei leger daar om te trekken. De Duitschiers vinden den toestand dus bedenkelijk. Natuurlijk. Toch is er ook voor de verbondenen geen bijzondere reden tot optimisme. Se dert den bekenden oproep tot het her nieuwde offensief van Joifre, van 17 De cember, zijn de verbondenen er niet in geslaagd een belangrijk voordeel te beha len, dat van invloed zou kun oen zijn op het verdere verloop van den strijd. En men vraagt zich af, waarin de door Kitchener bedoelde vooruitgang der Fran- schen in het Oosten van Reims en in het zuiden van den Elzas eigenlijk bestaan heeft. Enkele plaatselijke voordeelen en het belemmeren van het maken van veld werken door mijnen en dergelijke, kun nen toch niet als hoopgevende succes sen beschouwd worden, terwijl het in den beneden-Elzas door de Franschen be haalde voordeel weer zoo goed als geheel te loor is gegaan door het verlies van de hoogte 425 Hier spannen de Duitschers hun uiter ste krachten in en tot nog' toe met suc ces. Er zal echter nog heel wat van hun kracht en overleg: gevorderd worden. In het Oosten schijnt de bewegings oorlog1, althans in Polen, ook in een ge deeltelijken positie-oorlog te verloopen. riaal uit onder een hoop paperassen zijn land bestuurde'. Twee geslachten hebben hem zien regeeren en niemand kan zich het rijk voorstellen zonder hem. Hij leeft zoo geregeld als een klok en de jndeeling van den dag ©n van zijn werk is zeer nauwkeurig. Niet dan in buitengewone omstandigheden wjjkt hij er van af. Om 6 uur begint zijn dagtaak en dan komt de chef van het kabinet met een hoop stukken die den Keizer worden voorgelegd. Met het inzien en het teekenen ervan gaan twee uren voorbij, waarop om 10 Uur de „Obersthofmeister" (grootmeester van zijn Huis) verschijnt. Na dezen komen de overige dignitarissen die aan het hoofd van de onderscheidene afdeelingen staan om rapport uit te brengen. Al die zaken worden vlug en met militaire kortheid afgedaan wat mogelijk is doordat de Kei zer op de hoogte is van de dingen en niet van treuzelen houdt. Daarna verleent hij particuliere audiëntie. Tuisschen 11 en 12 gebruikt de Keizer zijn tweede ontbijt, dat hij' op zijn'schrijf tafel laat zetten en bestaat uit wat i soep, vleesch, groenten en toespijs. Na afloop daarvan gaat hij weer aan het werk en komen de ministers aan de beurt. Elk komt met zijn stukken. En daar de Keizer verlangt op de hoogte gesteld te worden, zijn de toelichtingen en de rapporten steeds zeer uitvoerig. Hij vraagt veel en Het krachtige pioniers-werk der Duit schers geeft tenminste grond voor dat vermoeden. 'tls een kamp met schop en pikhou weel. Wat verstaat men eigenlijk onder een positie-oorlog',? De Maasbode schreef dezer dagen o.m. het Volgende: „De positie-oorlog ontstaat uit de be wegingsoorlog, zoodat er geen sprake van kan zijn om: reeds in vredestijd deelen van het land daartoe voor te bereiden. In dezen tijd voor of gedurende het ge vecht, wordt het terrein, waarop de strijd vermoedelijk 'gevoerd wordt, ver sterkt door opruimingen, terrcinverbete- ringen, graafwerk en het maken, van dek kingen, die dan te zamen veldverster- kingen heeten. Wanneer men meer tijd heeft en te voren aan die dekkingen kan werken, om: bijv. bij een pventueelen te rugtocht dienst te doen, zoodat men het niet aan het toeval behoeft over te la ten, zooals bij ontmoetings- of vervol gingsgevechten, dan maakt men vluchtige veldversterkingen. Hier is dit het geval geweest, terwijl de Duitsche legers voorwaarts rukten, Pa rijs voorbij. De reserves en vooral de beid- pioniers, brachten toen, geheel overeen komstig de Diuitsche voorschriften, het terrein in den rug l'n staat van tegen weer, zoodat bij een eventueelen te rugtocht zij in de lijn van die verster kingen stand konden houden. Dit was dus het geval aan de Boven-Aisne. Het offensief van de geallieerden kon daar met behulp van de tijdig opgeworpen ver sterkingen een ,halt worden toegeroepen, omdat zij den terugtrekkenden een groo- ten steun gaven. Wanneer nu meerdere tijd beschikbaar is of wanneer men lang; stand houdt in die vluchtige versterkingen, zooals nu het geval is, worden Ze omgewerkt, verbeterd en verzwaard tot verzwaarde veldverster kingen, of, zooals ipen ze ook wel noemt, positieverschanringen. Waar nu de verzwaarde veldversterkingen beginnen en de vluchtige eindigen is moeilijk te Zeg gen, het is voldoende te weten dat de een als het ware ongemerkt in de andere overgaat en de naam alleen afhangt van de mate van weerstandsvermogen, die men er aan toe kent. Door die versterkingen nu zijn de aan valler, zoowel als de verdediger, dat zij om beurten zijn, aan hun plaats of po sitie gebonden en wordt de strijd dus om die positie gevoerd ep. krijgt men den naam van positie-oorlog. Het zijn in dezen oorlog dus niet alleen de loopgraven in den grond, die er den naam aan geven, maar ook werken, waarbij beton gebruikt wordt, zelfs hier en daar ijzer, staal en pantserringen. Door de voorzorgen van de Duitschers, die versterkingen in hun rug maakten voor een mogelijken terugtocht, is dus deze positie-oorlog' ontstaan." En nu krijgt de strijd in het Oosten langzamerhand hetzelfde karakter. Met schop en pikhouweel voorwaarts. Als mollen doorwroet men de aarde. Ket Belgische Koningspaar. Telkens doen de Britsch© oorlogscor respondenten pelgrimstochten naar dat kleine stukje vrijen Belgischen grond, be speeld door de Noordzee, waar koning Albert en koningin Elisabeth aan het hoofd van hun. kleine heldenschaar nog altijd oppert van tijd tot tijd bedenkingen voor dat hij het stuk teekent. Hij had 'indertijd een goed geheugen en daar hij' de,gesohie- demis van ruim een halve 'eeuw had mee gemaakt, herinnerde hij zich veel' meer bizonderbeden dan zijn ministers. Zijn kennis is zoo groot, dat de ministers .voor zichtig moeten zijn en niet met oppervlak kigheden ol' halve waarheden moeten aan komen. Met het hespreken en behandelen der stukken gaat zoo wat de heeie na middag voorbij. Om 5 uur rust hij wat uit en leest een uittreksel uit de kranten, dat voor hem op het ministerie is ge maakt. Om 6 uur wordt gegeten. Is zijn dochter met hare kinderen op Schönhrunn, dan gaat hijl 's avonds naar haar aparte- menten, blijft er wat praten en vermaakt zich met zijn kleinkinderen. Om acht uur gaat hij slapen. Zoo gaat het iederen dag denzelfden gang. Frans Jozef zou zich heel wat dagelijksche beslommeringen kun nen besparen als hij zich niet als een landsvader beschouwde. Hij is dit uit zijn jongo jaren gewend en de Oostenrijkers vinden dit goed. In Hongarije, waar de constitutioneel© denkbeelden dieper heb ben wortel geschoten, regeert hij ©enigs zins anders, maar ook daar mag in hoofd zaak zonder zijn wil niets geschieden. Trots parlementen is de keizer een auto- kraat gebleven. Zoo zit de Ilongaarsche minister-president in drukke tijden elke klein Belgenland tegen eCn weröldmogend- heid verdedigen. En zij keeren allen terug met bewon dering voor den onvergetefijken helden moed, daar tentoongespreid. Zoo wordt verteld van 'n wapenschou wing van bet 7e linieregiment, dat zich gedurende deri heelen oorlog met roem overdekte. Koningin Elisabeth zou. do wapenschouwing verrichten. Het regiment stond op het strand aan getreden in 10 compagniën van 100 man maar, overblijfsel van 2 regimenten, die te zamen 4600 man telden. Hun unifor men waren proper maar afgesleten, bun knapzakken ien schoenen vertelden hun odyssee van worsteling en lijden. Maar hun geweren glommen van het veelvuldig gebruik en hun oogen glinsterden van trots, want de koningin zou1 komen. De braven hadden deze eer ten volle verdiend, want hun geschiedenis is zon der weerga in dezen oorlog. Zij waren twee regimenten geweest, bestemd om naast elkaar te vechten <m z.e deden dat zoo goed, al: moesten zij altijd terug, dat ze tot 1800 slonken. Toen werden ze tot een regiment saamgevoegd en aan de Ysfi' geplaatst, met het gevolg, dat zij nog eens 800 man verloren. Maar het regiment verwierf dan ook de Leopokl- ordo en. het Legioen van Eer en bjjha elke soldaat van de 1000 overgeblevenen draagt het eeremetaal' op de horst. Een trilling ging door de gelederen toen de koningin versoheen. H. M. was zeer eenvoudig gekleed in een wit-wóllen trui en muts, zooals duizenden vrouweti rli© aan liet strand dragen. Lachend, bevallig, doodeenvoudig, een hand in de zak van de trui, kwam de koningin naderbij'. Het was niet een van die schitterende parades in vredestijd. De afgedragen uni formen, de vermoeide, verweerde gezich ten, de heel© houding van het regiment was anders, doch, al mocht de parade minder pralend zijn, ze was er te waar achtiger en plechtiger door. Men voelde, dat er een gemeenschap van gevoelens was geboren tuisschen deze Vrouw, zoo zwaar beproefd, wier gelaat de Belgische ziel weerspiegelde en deze dappere zonen van het land, dat zij zoo hartstochtelijk ver dedigden. De koningin schreed van de eene compagnie naar de andere. Zij keek de mannen in do oogen en deze! stonden stram en beantwoordden naïef haar blik. Zij zei met haar oog: Dank u enjjzij ant woordden met bun oogen: Blijf bij ons. De verschrikkingen van den krijg. In Ueber und Meer beschrijft men een nachtelijken aanval. Langs doorweekte wegen over een moe rassig bietenveld gaat het bataljon in moeilijken marsch zoo stil mogelijk voor uit. Tot op vijftig pas afstand nadert men de vijandelijke draadversperringen. Tot nu toe heeft geen vijandelijke patrouille de troepen gezien. Als een electriscihe schok gaat het door de gelederen: de bestorming: begint. De vijandelijke sperpatrouilles bij de doorgangen door het prikkeldraad schreeuwen ontzet en vuren als razend hun alarmschoten in de donkere mea- schenmassa, die nu zichtbaar wordt. De handbommen vliegen en springen, alles vernietigend, waar zij treffen. Wij er ach ter aan. Het woedende welkom uit Üe loopgraven, die wij nemen moeten en willen, knettert en suist ons om de ooren. Er vallen zes, zeven man, verder iziet men niets. Men kan ook enkel vooruit week op spoor naar Weenen, om met den keizer te confereeren. Voeg daarbij' dat hij nog leenige jaren geleden (nu niet meer) inspecties hi'eld over de hier in garnizoen liggende regi menten, dat de militaire zaken door hem werden afgedaan en hij vele vertegenwoor digende plichten te vervullen had, dan begrijpt men hoe hij met zijn tijd heeft moeten woekeren om geen oogenblikken te laten verloren gaan. Zijn gevoel voor plicht is altijd heel groot geweest, en maakte ook dat hij' de dingen die nood zakelijk waren nimmer uit den weg is gegaan al' waren zij nog zoo onaangenaam. Ik noem slechts de ontmoeting van koning Victor Emanuel' in Venetië kort na den afstand van die stad, of de begroeting van keizer Napoleon in Salzburg, ofschoon deze 's keizers broer in Mexico aan zijp lot had overgelaten. Maar dit was staat kunde waarmee het gevoel niets te maken had. Sinds jaren woont de keizer niet. meer in den ouden ongezelligen hofburcht, maar in het paleis van Schönhrunn, dat nu ook al in Weenen ligt, en waarvan hij. den grooten tuin voor het publiek heeft open gehouden, terwijl hij slechts genoegen neemt met een klein afgeschut gedeelte. Dagelijks kon men vroeger den keizer in zij'n eenvoudig rijtuig over de Mariahilfer- strasse naar den Hofburcht zien rijden, zien, waar bet vuurwerk van het snelle vuur van geweren en macliinegeweren in een onafgebroken lijn opflitst. Niet stil houden. De menschenmenigtc stort voor uit, valt, staat weer op, trekt met bloe dende handen het draad van de voeten en beenen en werkt zich met wilde energie door de verraderlijke mazen van het sta len spinnevveb. Het is het werk van een oogenblik. We hebben de smalste, onbe grijpelijk genoeg, slechts vijf meter bree- de plaats van 'het net voor ons gehad. Op breedere plaatsen gaat zulk een aan val met veel zwaardere verliezen gepaard dan hier. Tandenknarsend, met verbeten woede, de handen om de bajonet ge klemd, stormt onze menschengolf voor waarts op de vijandelijke schansen aan. Mijnen ontploffen, heele dozijnen van de bestormers vliegen bloedend en ver scheurd uit elkaar, maar niets houdt den troep in zijn doodsverachting op. Weer doet de handbom zijn dienst en vernie tigt de vijandelijke borstwering, menschen, eens zelfs een heel machinegeweer. Kolf slagen, bajonetten, en dat alles in pik donker. Als bezeten steken de overrom pelde vijanden om zich heen. Van de borstwering af springen onze soldaten in de loopgraaf, de scherpe bajonet cloot haai- Vreeselijk werk. Uit de aardkuilen komen de vijanden te voorschijn en het flitsen van hun schoten verlicht ons gru welijk werk. Springende mijnen begraVen vriend en vijand. Die loopgraaf is genomen. Het moordend werk verricht. Van rust is echter geen sprake. In de nu helder geworden nachtlucht werpen wij schan sen op tegen den vijand en brengen prikkeldraadversperringen aan. De opstand in Zuid-Afrike. Aan het Christelijk Schoolblad ontlee- nen we het volgende Het gewapend verzet van een deel der Hollandsche Afrikaners tegen de regeering schijnt onderdrukt. Het is de wanhopige en deswege gebrekkige geleide openbaring ge weest van een onoverwinnelijken weer zin om ten bate van het Britsohe Rijk, met de nog sterke herinnering aan het onuitsprekelijk leed, van die zijde onder vonden, den strijd te voeren tegen |de Duitsche kolonie Z. W|. Afrika. Do actie was niet anti-Engelsch, maar anti-gouver nementeel. Zij' is een uitvloeisel van de groote ontevredenheid over de ultra- loyale houding: van den eersten minister en zijn geestelijken adviseur of inspi- rateur, eene houding, die als politiek be leid om waardeering1 scheen te vragen, maar bij Velen wrevel wekte. Is het verzet gefnuikt, dan zullen zij, die er aan deel genomen hebben, Wel „rebellen" blijven heeten; al naar gelang van de uitkomst noemt de wereld zulke menschen van de soms weinig overlegde daad rebellen of piraten, zeeschuimers, ofhelden en grondleggers der Vrij heid. Maar de oude vrienden 'van Zuid- Afrika zien dezl© scheuring' met groote smart en teleurstelling' Het is ons niet gebleken, dat onderwij zers uit Nederland geboortig en in eene der Unie-provinciën werkzaam, aan het gewapend verzet hebben deelgenomen. In het Noordelijk gedeelte Van den Oranje-Vrijstaat zijn verreweg de meeste scholen gesloten. Vele onderwijzers zijin in het veld; eenigCn hunner hebben zich bij de „rebellen" aangesloten. Geen nie- we maatregelen tot verbetering' of uitbrei ding van het onderwijs zijn in die pro- torwijl in het goede jaargetijde wanneer hijl heelemaal niet in de stad komt, de|„,Burg gendarm" te paard met een groote porte feuille met stukken, tweemaal per dag Van het kasteel naar de stad rijdt. De opvatting om zich als den eersten ambtenaar van den staat te beschouwen, zit bij Frans Jozef zoo in het' bloed, dat hij nog anaar altijd stukken wil afdoen. Aan achterstand heeft hij steeds 'een he kel gehad en wat dagelijks ter behande ling komt, moet worden afgedaan; geen kleinigheid om 65 jaar lang aldus gewerkt te hebben en mee geschiedenis te heb ben gemaakt. Vooral de laatste jaren waarin de inlijving van Bosnië en de oorlog op den Balkan plaats hebben ge had, hebben veel' van 's keizers zenuwen gevorderd. En nu deze oorlog I Geen twij fel dat ajsl die liquidatie 30 of 40 jaar vroeger geschied ware, wijl oorlog gehad zouden hebben en het leger niet werke loos zou gebleven zijn. Da jaren hebben de levendigheid van 's keizers karakter en de kracht van zijin wil' zeer getemperd en daardoor op den voorgrond laten komen de eenvoudige en beminnelijke eigenschappen van zijn vriendelijke inborst, waarbij nog komt de eerbied die hoogen ouderdom van ouds wordt toegekend.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1