Mo. 84
Zaterdag 9 Januari 1915
29e Jaargang
De Groote Oorlog.
Uit de Pers.
F euületon.
De Keizér van Oostenrijk.
Uitgave "van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAW a E VORSTSTRAAT 210.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Qosterbaan Lo Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
/T.2S
.0.06
Prijs der Advertentlën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels fl.
iedere regel meer 10 ct.
Loon en straf
Do „Rotterdammer" stelt tegenover el
kaar de voordeelige condities voor heil,
(lie v r ij willig aan de groote leening
deelnemen, en de bedreigingen tegen hen,
die eventueel aan een g e d w o n ge n liee-
ning zouden moeten meedoen:
Zal deze ongekend hooge som ei' ko
men
Komen zal ze er, want daar isi onenige
beTooning toegezegd aan den goede (en daar
as straf bedreigd tegen den kwade.
Velerlei voordeel wacht den goede, dat
is hem, die vrijwillig zich aanmeldt om
de lasten dezer leening te dragen.
Ja, zóó gunstige voorwaarden zijn ge
steld, dat nauwelijks van een last kan
worden gesproken.
Letterlijk alles wat eene geldbelegging
aantrekkelijk maakt, is bij deze staatsleer
niing aanwezig.
Eene goede rente wordt uitgekeerd: vijf
ten honderd in het jaar, betaalbaar op
tweie coupons, verschijnende op 1 Febru
ari en 1 Augustus.
Do terugbetaling van rente .en hoofd
som is ten volle verzekerd.
Binnen betrekkelijk korten termijn heeft
de aflossing plaats: men is zeker binnen
15 jaren wederom de volle beschikking
over zijn inleg te hebben, daar de; ge-
heele aflossing der leening vóór 31 De-
'oemfcer 1929 moet plaats hebben.
Anderzijds is ook waarborg geboden,
dat m'en niet buitensporig' vroeg de ge
leende hoofdsom weer terugontvangt, zoo
dat opnieuw de vraag pijnigt: boe mijn
geld te beleggen? Immers algeheel© af
lossing is niet geoorloofd vóór 1 Januari
1918.
Met de stortingen is men alleszins cle
ment. Wilde spoed is vermeden; zeker,
indien men zulks begeert mag op 1 Fe
bruari 1915 gestort worden het gebeele
bedrag', waarvoor is ingeschreven, maar
noodzakelijk is zulks niet.
Men komt de wettelijke verplichtingen
volkomen na, indien op 8 Februari 40
pCt., op 8 Maart 20 pCt., op 7 April
20 pC't. en op 7 Juli 20 pCt.' van het in
geschreven bedrag gektort wordt.
Kan het gemakkelijker?
Ja, nog meerdere geriefelijkheid is aan
de leening verbonden.
Vooral in dezen tijd, nu door beurs-
eludting .en crisis de fondsenhandel stil
staat, kan het wezen, dat vermogenden
alleszins bereid zouden zijn om voor .een
flink bedrag in te schrijven, maar hun
geld ligt vast len zijl kunnen niet ovelr
contanten beschikken.
Anderen hebben wel op het oogenblik
geld beschikbaar, maar straks keert de
kans en hebben zij voor de uitoefening
van hun bedrijf gereed kapitaal brood-
noodig. En dan hebben zij! hun geld ver
snoept, ligt het vast in Staatsobligaties.
De Regeering voelt deze moeilijkheden
zeer wel.
Door tusschenkomst van de Nederland-
sche Bank komt zij: de bezwaarde broe-
ren en zusteren op hartelijke wijze te
Si.
Nederlandsche Bank wil de schuld
ven der vrijwillige leening in pand
..en en daarop geld vertrekken.
Veel geld zelfs.
Zij neemt genoegen met eene overwaar
de van 5 percent.
Wie dus een Staatsobligatie neemt van
In afwijking van die van de vorsten
in andere landen, schreef onlangs de
Weener correspondent der „N. R. Ct.",
ie hier de levenswijze van den keizer
haarfijn bekend. Zoo weten wij dat hij
zich nog al'tijcl scheert met een mes dat
haast zoo oud is, als 'hij. zelf. Alle pogin
gen van zijn dochter om hem eehAbarbier
in dienst te laten nemen hebben niets
geholpen. Hij gaat tegenwoordig om 8 uur
naax bed en is om half 4 uitgeslapen.
Hij staat dan op en kort daarna verschijnt
zijin vriend ien lijfarts (ook al een ouwe
heer en een goed jager evenals zijn; mees
tert) dr. Kerzl om te vragen hoe het Z.
M. gaat. Schrijft hij niets voor dan! is de
keizer tevreden, maar is dit niet zoo,
dan pruttelt hij erg tegen omdat hij die
voorschriften als een inbreuk beschouwt
op zijn gewone levenswijze.. Want zich in
acht nemen en daarbij zijn gewoonten ver
anderen doet de keizer zeer ongaarne.
Gehoorzaamt hij niet, dan spreekt de dok
ter met princes Marie Valerie, die invloed
op haar vader heeft. De Keizer is zijin
oigten minister; in de zucht om zich on
der stukken te begraven, herinnert hijl aan
zijin voorzaat Philips II, die van het'JEskm
1000 kan daarvoor óf nu direct Lij de
storting óf later een voorschot ontvan
gen van 950 gulden. Hij betaalt daarvoor
5 pet. rente, dus evenveel als hij zelf
aan rente ontvangt.
Nu herhalen wij: Kan het gemakkelij
ker?
Ook is er straf bedreigd tegen de kwa
den.
Mot alle eventualiteiten is gerekend,
ook met de mogelijkheid dat het bedrag
niet wordt volschreven.
Dan worden sommigen tot deelneming
gedwongen en wel zij, die voor een ver
mogen van f75.000 of meer in de Ver
mogenbelasting zijn aangeslagen.
Voor een bepaald, oploopend percent,
moeten deze voorzoover zij: niet v r ij-
willig hebben ingeschreven, bijdragen.
En nu komt de straf: de vrijwilligers
krijgen 5 pet. de dwangarbeiders slechts
4 pet.
De vrijwilligers hebben een wit voetje
bij de Nederlandsche Bank: de Vrijwil
ligers kunnen voor hun schuldbrieven 95
pet. leenen, terwijl do gedwongenen hoog
stens 80 pet. kunnen krijgen.
De vrijwilligers behoeven aan de Neder
landsche Bank bij beleening' slechts zoo
Veel rente te betalen, als zij zeiven trek
ken, telrwijl de weerbarstige n op hunne
voorschotten minstens 1 pet. meer rente
moeten voldoen dan zij ontvangen.
Beknopt overzicht van den toestand.
In heit Westen is de toestand de laat
ste uren onveranderd gebleven.
De Duitsohe actie bewijst, dat men aan
die zijde niet erg gerust is en dat men:
de toekomst donker inziet.
Tot 'dicht bij onze grenzen, is men
druk dn de. weer met het maken van
Versterkingen 'en loopgraven. Aan de bei
de uiteinden van ihleil front is een levenjdiigle
acltde waar te nemen, gevolg van de po
gingen der geallieerden om het Duitschei
leger daar om te trekken.
De Duitschiers vinden den toestand dus
bedenkelijk.
Natuurlijk.
Toch is er ook voor de verbondenen
geen bijzondere reden tot optimisme. Se
dert den bekenden oproep tot het her
nieuwde offensief van Joifre, van 17 De
cember, zijn de verbondenen er niet in
geslaagd een belangrijk voordeel te beha
len, dat van invloed zou kun oen zijn op
het verdere verloop van den strijd. En
men vraagt zich af, waarin de door
Kitchener bedoelde vooruitgang der Fran-
schen in het Oosten van Reims en in
het zuiden van den Elzas eigenlijk bestaan
heeft. Enkele plaatselijke voordeelen en
het belemmeren van het maken van veld
werken door mijnen en dergelijke, kun
nen toch niet als hoopgevende succes
sen beschouwd worden, terwijl het in
den beneden-Elzas door de Franschen be
haalde voordeel weer zoo goed als geheel
te loor is gegaan door het verlies van
de hoogte 425
Hier spannen de Duitschers hun uiter
ste krachten in en tot nog' toe met suc
ces.
Er zal echter nog heel wat van hun
kracht en overleg: gevorderd worden.
In het Oosten schijnt de bewegings
oorlog1, althans in Polen, ook in een ge
deeltelijken positie-oorlog te verloopen.
riaal uit onder een hoop paperassen zijn
land bestuurde'. Twee geslachten hebben
hem zien regeeren en niemand kan zich
het rijk voorstellen zonder hem. Hij leeft
zoo geregeld als een klok en de jndeeling
van den dag ©n van zijn werk is zeer
nauwkeurig. Niet dan in buitengewone
omstandigheden wjjkt hij er van af. Om
6 uur begint zijn dagtaak en dan komt
de chef van het kabinet met een hoop
stukken die den Keizer worden voorgelegd.
Met het inzien en het teekenen ervan
gaan twee uren voorbij, waarop om 10
Uur de „Obersthofmeister" (grootmeester
van zijn Huis) verschijnt. Na dezen komen
de overige dignitarissen die aan het hoofd
van de onderscheidene afdeelingen staan
om rapport uit te brengen. Al die zaken
worden vlug en met militaire kortheid
afgedaan wat mogelijk is doordat de Kei
zer op de hoogte is van de dingen en
niet van treuzelen houdt. Daarna verleent
hij particuliere audiëntie.
Tuisschen 11 en 12 gebruikt de Keizer
zijn tweede ontbijt, dat hij' op zijn'schrijf
tafel laat zetten en bestaat uit wat i soep,
vleesch, groenten en toespijs. Na afloop
daarvan gaat hij weer aan het werk en
komen de ministers aan de beurt. Elk
komt met zijn stukken. En daar de Keizer
verlangt op de hoogte gesteld te worden,
zijn de toelichtingen en de rapporten
steeds zeer uitvoerig. Hij vraagt veel en
Het krachtige pioniers-werk der Duit
schers geeft tenminste grond voor dat
vermoeden.
'tls een kamp met schop en pikhou
weel.
Wat verstaat men eigenlijk onder een
positie-oorlog',?
De Maasbode schreef dezer dagen o.m.
het Volgende:
„De positie-oorlog ontstaat uit de be
wegingsoorlog, zoodat er geen sprake van
kan zijn om: reeds in vredestijd deelen
van het land daartoe voor te bereiden.
In dezen tijd voor of gedurende het ge
vecht, wordt het terrein, waarop de
strijd vermoedelijk 'gevoerd wordt, ver
sterkt door opruimingen, terrcinverbete-
ringen, graafwerk en het maken, van dek
kingen, die dan te zamen veldverster-
kingen heeten. Wanneer men meer tijd
heeft en te voren aan die dekkingen kan
werken, om: bijv. bij een pventueelen te
rugtocht dienst te doen, zoodat men het
niet aan het toeval behoeft over te la
ten, zooals bij ontmoetings- of vervol
gingsgevechten, dan maakt men vluchtige
veldversterkingen.
Hier is dit het geval geweest, terwijl
de Duitsche legers voorwaarts rukten, Pa
rijs voorbij. De reserves en vooral de beid-
pioniers, brachten toen, geheel overeen
komstig de Diuitsche voorschriften, het
terrein in den rug l'n staat van tegen
weer, zoodat bij een eventueelen te
rugtocht zij in de lijn van die verster
kingen stand konden houden. Dit was
dus het geval aan de Boven-Aisne. Het
offensief van de geallieerden kon daar
met behulp van de tijdig opgeworpen ver
sterkingen een ,halt worden toegeroepen,
omdat zij den terugtrekkenden een groo-
ten steun gaven.
Wanneer nu meerdere tijd beschikbaar
is of wanneer men lang; stand houdt in
die vluchtige versterkingen, zooals nu het
geval is, worden Ze omgewerkt, verbeterd
en verzwaard tot verzwaarde veldverster
kingen, of, zooals ipen ze ook wel
noemt, positieverschanringen. Waar nu de
verzwaarde veldversterkingen beginnen en
de vluchtige eindigen is moeilijk te Zeg
gen, het is voldoende te weten dat de
een als het ware ongemerkt in de andere
overgaat en de naam alleen afhangt van
de mate van weerstandsvermogen, die
men er aan toe kent.
Door die versterkingen nu zijn de aan
valler, zoowel als de verdediger, dat zij
om beurten zijn, aan hun plaats of po
sitie gebonden en wordt de strijd dus om
die positie gevoerd ep. krijgt men den
naam van positie-oorlog. Het zijn in dezen
oorlog dus niet alleen de loopgraven in
den grond, die er den naam aan geven,
maar ook werken, waarbij beton gebruikt
wordt, zelfs hier en daar ijzer, staal en
pantserringen.
Door de voorzorgen van de Duitschers,
die versterkingen in hun rug maakten voor
een mogelijken terugtocht, is dus deze
positie-oorlog' ontstaan."
En nu krijgt de strijd in het Oosten
langzamerhand hetzelfde karakter.
Met schop en pikhouweel voorwaarts.
Als mollen doorwroet men de aarde.
Ket Belgische Koningspaar.
Telkens doen de Britsch© oorlogscor
respondenten pelgrimstochten naar dat
kleine stukje vrijen Belgischen grond, be
speeld door de Noordzee, waar koning
Albert en koningin Elisabeth aan het hoofd
van hun. kleine heldenschaar nog altijd
oppert van tijd tot tijd bedenkingen voor
dat hij het stuk teekent. Hij had 'indertijd
een goed geheugen en daar hij' de,gesohie-
demis van ruim een halve 'eeuw had mee
gemaakt, herinnerde hij zich veel' meer
bizonderbeden dan zijn ministers. Zijn
kennis is zoo groot, dat de ministers .voor
zichtig moeten zijn en niet met oppervlak
kigheden ol' halve waarheden moeten aan
komen. Met het hespreken en behandelen
der stukken gaat zoo wat de heeie na
middag voorbij. Om 5 uur rust hij wat uit
en leest een uittreksel uit de kranten,
dat voor hem op het ministerie is ge
maakt. Om 6 uur wordt gegeten. Is zijn
dochter met hare kinderen op Schönhrunn,
dan gaat hijl 's avonds naar haar aparte-
menten, blijft er wat praten en vermaakt
zich met zijn kleinkinderen. Om acht
uur gaat hij slapen. Zoo gaat het iederen
dag denzelfden gang. Frans Jozef zou zich
heel wat dagelijksche beslommeringen kun
nen besparen als hij zich niet als een
landsvader beschouwde. Hij is dit uit zijn
jongo jaren gewend en de Oostenrijkers
vinden dit goed. In Hongarije, waar de
constitutioneel© denkbeelden dieper heb
ben wortel geschoten, regeert hij ©enigs
zins anders, maar ook daar mag in hoofd
zaak zonder zijn wil niets geschieden.
Trots parlementen is de keizer een auto-
kraat gebleven. Zoo zit de Ilongaarsche
minister-president in drukke tijden elke
klein Belgenland tegen eCn weröldmogend-
heid verdedigen.
En zij keeren allen terug met bewon
dering voor den onvergetefijken helden
moed, daar tentoongespreid.
Zoo wordt verteld van 'n wapenschou
wing van bet 7e linieregiment, dat zich
gedurende deri heelen oorlog met roem
overdekte. Koningin Elisabeth zou. do
wapenschouwing verrichten.
Het regiment stond op het strand aan
getreden in 10 compagniën van 100 man
maar, overblijfsel van 2 regimenten, die
te zamen 4600 man telden. Hun unifor
men waren proper maar afgesleten, bun
knapzakken ien schoenen vertelden hun
odyssee van worsteling en lijden. Maar
hun geweren glommen van het veelvuldig
gebruik en hun oogen glinsterden van
trots, want de koningin zou1 komen.
De braven hadden deze eer ten volle
verdiend, want hun geschiedenis is zon
der weerga in dezen oorlog. Zij waren
twee regimenten geweest, bestemd om
naast elkaar te vechten <m z.e deden dat
zoo goed, al: moesten zij altijd terug, dat
ze tot 1800 slonken. Toen werden ze tot
een regiment saamgevoegd en aan de
Ysfi' geplaatst, met het gevolg, dat zij
nog eens 800 man verloren. Maar het
regiment verwierf dan ook de Leopokl-
ordo en. het Legioen van Eer en bjjha
elke soldaat van de 1000 overgeblevenen
draagt het eeremetaal' op de horst.
Een trilling ging door de gelederen toen
de koningin versoheen. H. M. was zeer
eenvoudig gekleed in een wit-wóllen trui
en muts, zooals duizenden vrouweti rli©
aan liet strand dragen. Lachend, bevallig,
doodeenvoudig, een hand in de zak van
de trui, kwam de koningin naderbij'.
Het was niet een van die schitterende
parades in vredestijd. De afgedragen uni
formen, de vermoeide, verweerde gezich
ten, de heel© houding van het regiment
was anders, doch, al mocht de parade
minder pralend zijn, ze was er te waar
achtiger en plechtiger door. Men voelde,
dat er een gemeenschap van gevoelens was
geboren tuisschen deze Vrouw, zoo zwaar
beproefd, wier gelaat de Belgische ziel
weerspiegelde en deze dappere zonen van
het land, dat zij zoo hartstochtelijk ver
dedigden. De koningin schreed van de
eene compagnie naar de andere. Zij keek
de mannen in do oogen en deze! stonden
stram en beantwoordden naïef haar blik.
Zij zei met haar oog: Dank u enjjzij ant
woordden met bun oogen: Blijf bij ons.
De verschrikkingen van den krijg.
In Ueber und Meer beschrijft men een
nachtelijken aanval.
Langs doorweekte wegen over een moe
rassig bietenveld gaat het bataljon in
moeilijken marsch zoo stil mogelijk voor
uit. Tot op vijftig pas afstand nadert men
de vijandelijke draadversperringen. Tot nu
toe heeft geen vijandelijke patrouille de
troepen gezien. Als een electriscihe schok
gaat het door de gelederen: de bestorming:
begint. De vijandelijke sperpatrouilles bij
de doorgangen door het prikkeldraad
schreeuwen ontzet en vuren als razend
hun alarmschoten in de donkere mea-
schenmassa, die nu zichtbaar wordt. De
handbommen vliegen en springen, alles
vernietigend, waar zij treffen. Wij er ach
ter aan. Het woedende welkom uit Üe
loopgraven, die wij nemen moeten en
willen, knettert en suist ons om de ooren.
Er vallen zes, zeven man, verder iziet
men niets. Men kan ook enkel vooruit
week op spoor naar Weenen, om met den
keizer te confereeren.
Voeg daarbij' dat hij nog leenige jaren
geleden (nu niet meer) inspecties hi'eld
over de hier in garnizoen liggende regi
menten, dat de militaire zaken door hem
werden afgedaan en hij vele vertegenwoor
digende plichten te vervullen had, dan
begrijpt men hoe hij met zijn tijd heeft
moeten woekeren om geen oogenblikken
te laten verloren gaan. Zijn gevoel voor
plicht is altijd heel groot geweest, en
maakte ook dat hij' de dingen die nood
zakelijk waren nimmer uit den weg is
gegaan al' waren zij nog zoo onaangenaam.
Ik noem slechts de ontmoeting van koning
Victor Emanuel' in Venetië kort na den
afstand van die stad, of de begroeting
van keizer Napoleon in Salzburg, ofschoon
deze 's keizers broer in Mexico aan zijp
lot had overgelaten. Maar dit was staat
kunde waarmee het gevoel niets te maken
had.
Sinds jaren woont de keizer niet. meer
in den ouden ongezelligen hofburcht, maar
in het paleis van Schönhrunn, dat nu
ook al in Weenen ligt, en waarvan hij. den
grooten tuin voor het publiek heeft open
gehouden, terwijl hij slechts genoegen
neemt met een klein afgeschut gedeelte.
Dagelijks kon men vroeger den keizer in
zij'n eenvoudig rijtuig over de Mariahilfer-
strasse naar den Hofburcht zien rijden,
zien, waar bet vuurwerk van het snelle
vuur van geweren en macliinegeweren in
een onafgebroken lijn opflitst. Niet stil
houden. De menschenmenigtc stort voor
uit, valt, staat weer op, trekt met bloe
dende handen het draad van de voeten en
beenen en werkt zich met wilde energie
door de verraderlijke mazen van het sta
len spinnevveb. Het is het werk van een
oogenblik. We hebben de smalste, onbe
grijpelijk genoeg, slechts vijf meter bree-
de plaats van 'het net voor ons gehad.
Op breedere plaatsen gaat zulk een aan
val met veel zwaardere verliezen gepaard
dan hier. Tandenknarsend, met verbeten
woede, de handen om de bajonet ge
klemd, stormt onze menschengolf voor
waarts op de vijandelijke schansen aan.
Mijnen ontploffen, heele dozijnen van de
bestormers vliegen bloedend en ver
scheurd uit elkaar, maar niets houdt den
troep in zijn doodsverachting op. Weer
doet de handbom zijn dienst en vernie
tigt de vijandelijke borstwering, menschen,
eens zelfs een heel machinegeweer. Kolf
slagen, bajonetten, en dat alles in pik
donker. Als bezeten steken de overrom
pelde vijanden om zich heen. Van de
borstwering af springen onze soldaten in
de loopgraaf, de scherpe bajonet cloot
haai- Vreeselijk werk. Uit de aardkuilen
komen de vijanden te voorschijn en het
flitsen van hun schoten verlicht ons gru
welijk werk. Springende mijnen begraVen
vriend en vijand. Die loopgraaf is genomen.
Het moordend werk verricht. Van rust
is echter geen sprake. In de nu helder
geworden nachtlucht werpen wij schan
sen op tegen den vijand en brengen
prikkeldraadversperringen aan.
De opstand in Zuid-Afrike.
Aan het Christelijk Schoolblad ontlee-
nen we het volgende
Het gewapend verzet van een deel der
Hollandsche Afrikaners tegen de regeering
schijnt onderdrukt. Het is de wanhopige en
deswege gebrekkige geleide openbaring ge
weest van een onoverwinnelijken weer
zin om ten bate van het Britsohe Rijk,
met de nog sterke herinnering aan het
onuitsprekelijk leed, van die zijde onder
vonden, den strijd te voeren tegen |de
Duitsche kolonie Z. W|. Afrika. Do actie
was niet anti-Engelsch, maar anti-gouver
nementeel. Zij' is een uitvloeisel van de
groote ontevredenheid over de ultra-
loyale houding: van den eersten minister
en zijn geestelijken adviseur of inspi-
rateur, eene houding, die als politiek be
leid om waardeering1 scheen te vragen,
maar bij Velen wrevel wekte.
Is het verzet gefnuikt, dan zullen zij,
die er aan deel genomen hebben, Wel
„rebellen" blijven heeten; al naar gelang
van de uitkomst noemt de wereld zulke
menschen van de soms weinig overlegde
daad rebellen of piraten, zeeschuimers,
ofhelden en grondleggers der Vrij
heid. Maar de oude vrienden 'van Zuid-
Afrika zien dezl© scheuring' met groote
smart en teleurstelling'
Het is ons niet gebleken, dat onderwij
zers uit Nederland geboortig en in eene
der Unie-provinciën werkzaam, aan het
gewapend verzet hebben deelgenomen.
In het Noordelijk gedeelte Van den
Oranje-Vrijstaat zijn verreweg de meeste
scholen gesloten. Vele onderwijzers zijin in
het veld; eenigCn hunner hebben zich
bij de „rebellen" aangesloten. Geen nie-
we maatregelen tot verbetering' of uitbrei
ding van het onderwijs zijn in die pro-
torwijl in het goede jaargetijde wanneer hijl
heelemaal niet in de stad komt, de|„,Burg
gendarm" te paard met een groote porte
feuille met stukken, tweemaal per dag
Van het kasteel naar de stad rijdt.
De opvatting om zich als den eersten
ambtenaar van den staat te beschouwen,
zit bij Frans Jozef zoo in het' bloed, dat
hij nog anaar altijd stukken wil afdoen.
Aan achterstand heeft hij steeds 'een he
kel gehad en wat dagelijks ter behande
ling komt, moet worden afgedaan; geen
kleinigheid om 65 jaar lang aldus gewerkt
te hebben en mee geschiedenis te heb
ben gemaakt. Vooral de laatste jaren
waarin de inlijving van Bosnië en de
oorlog op den Balkan plaats hebben ge
had, hebben veel' van 's keizers zenuwen
gevorderd. En nu deze oorlog I Geen twij
fel dat ajsl die liquidatie 30 of 40 jaar
vroeger geschied ware, wijl oorlog gehad
zouden hebben en het leger niet werke
loos zou gebleven zijn.
Da jaren hebben de levendigheid van
's keizers karakter en de kracht van zijin
wil' zeer getemperd en daardoor op den
voorgrond laten komen de eenvoudige en
beminnelijke eigenschappen van zijn
vriendelijke inborst, waarbij nog komt de
eerbied die hoogen ouderdom van ouds
wordt toegekend.