I\o. 80 Dinsdag 5 Januari 1915 39e Jaargang De Groote Oorlog. Uit de Pers. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN£E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Colntre - Goes. Christelijk heroïsme. Kardinaal Mercier, het hoofd der R. K. Kerk in België, te Mechelen, deed een herderlijk schrijven uitgaan, waarin passages voorkomen, die het hart roe ren Van den andersdenkende, en van den buitenstaander. Diepe ootmoed spreekt onder meer uit de volgende woorden: Li Het zou wreed zijn den nadruk te leggen op onze ongerechtigheden, op het oogenblik, dat wij Ze zoo duur betalen. Maar moeten wij niet bekennen, dat wij iets uit te boeten hebben? Aan wien Hij veel gegeven heeft, van hem heeft God 'trecht Veel te vragen: „En wien veel gtegeven is, van dien Zal veel gevorderd worden". Steeg het Redelijk en godsdienstig peil Van het land gelijkelijk met zijn economischen voorspoed? Hoe stond het met de Zon dagsrust, het Mis-hooren op Zondag, den eerbied voor het huwelijk, de wetten der zedigheid Wat Was er, zelfs in de Christelijke huisgezinnen, gewor den van den eenvoud van on z'e vade ren, den geest van boetvaardigheid, het vertrouwen in het gezag? En wij, reli gieuzen, priesters, bisschop, wiji vooral, wier heerlijke zending' het was om in ons leven meer nog dan in onze pre diking het Evangelie van Christus te vertolken, hebben wij! ons zelf wel ge noegzaam het recht gegeven tot ons volk het woord te herhalen van den apostel der heidenen: „Weest mijne na volgers, gelijk ik het ben van Chris tus". ,Wij werken, ja, wij hidden nog, ja, maar het is te weinig. .Wij zijn, door den plicht van staat, de openlijke uitboeters vah de wereldzonden. iWel- nu, wat overheerschte in ons leven, het burgerlijk welzijn of de uitboeting? Met dezen toon van diepen ootmoed gaat, natuurlijk, die van hooge opvat ting der plichten jegens het vaderland gepaard, naar den regel dat de beste Christen de beste „Staatsburger" is. Het blijkt uit deze aangrijpende volzinnen: I Wie beschouwt niet met fierheid de schittering van de glorie van ons ver scheurd vaderland? Terwijl het in smarten den helden moed baart, stort het als een moeder de kracht in het bloed van zijn zo nen. Wij hadden, laat het ons openhartig bekennen, een les in de vaderlands liefde noodig. Tallooze Belgen verspilden hun krach ten en hun tijd in onvruchtbareti klassen- en rassen-strijd, in het uitleven hunner persoonlijke hartstochten. Maar toen den 2den Augustus een vïeemde mogendheid, steunend op haar kracht, en haar verdragseed vergetend, onze onafhankelijkheid durfde bedrei gen, zijn alle Belgen, zonder onder scheid van partij of stand of afkomst, als één man opgestaan, om, geschaard rond hun koning en de regeering, tot den overweldiger te zeggen: gij zult hier niet doorgaan. Ineens waren wij onzen v'aderlamd- schen plicht vastbesloten bewust. In ieder van ons sluimert een dieper ge voel dan van persoonlijk belang, dan van handen des bloeds en partijzucht; het is de behoefte, en bijgevolg de vaste wil, om zich aan het algemeen welzijn, te Rome de publieke zaak, de „Res publica" genoemd, toe te wijden; dit gevoel is de vaderlandsliefde. Het vaderland is geen agglomeratie van individuen of families, die een zelfde land bewonen, en tot elkaar in min of meer nauwe betrekkingen van nabuurschap of zaken staan, van per sonen, die dezelfde herinneringen, blij de of angstige hebben. Neen het vader land is een vereeniging van zieleln, in dienst Van een sociale organisatie, welke men tot eiken prijs, zelfs tot dien van het leven, moet beschermen of ver dedigen, onder de leiding Van hem' of Van hen, die aan het hoofd staan. Wijl zij eenzelfde ziel hebben, leven de landgenooten door hun tradities van i eenzelfde leven in het verleden. Door hun gemeenschappelijke verlangens en hun gemeenschappelijke verwachtingen hebben zij1 een verlenging van hun leven in de toekomst. De vaderlandsliefde, innerlijk princiep van eenheid en orde, organische ver binding der leden van eenzelfde lamd, iwerd door de élite van de denkers Van Griekenland en Rome als de hoogste der natuurlijke deugden beschouwd. Aristoteles, de prins der heidensche fi losofen, was de meening toegedaan, dat de belangeloosheid in dienst v'an den staat het aardsche ideaal hij' uitnemend heid is. De Godsdienst van Christus heeft van de vaderlandsliefde een wet gemaakt; men is geen volmaakte Christen, als men geen volmaakte patriot is. Wie gevoelt niet, dat de vaderlands liefde „heilig"1 is en dat een aanslag <op de nationale waardigheid een soort heiligschennende profanatie is? Als een staaltje van Christelijke lijd zaamheid zij' de volgende vermaning aan gehaald Van het begin der militaire operaties af hebben de burgerlijke autoriteiten van het land er niet kracht hij1 de bur gers op aangedrongen, dat deze zich van elke vijandelijke daad jegens het vij andelijke leger zouden onthouden. ,peze 'aanbevelingen blijven van kracht. Ons leger alleen heeft, te zlamen met de dappere troepen onzer verbondenen, de eer en het recht het land te ver dedigen. Laten wij van het leger de definitieve verlossing verwachten. Jegens de personen, die ons land met militaire macht beheerschen, en die in het innigste van hun gemoed de ridderlijke energie moeten bewonderen, waarmee wij onze onafhankelijkheid Ver dedigen, moeten wij: een inschikkelijk heid toonen, welke door het algemeen belang 'bevolen wordt. Verschillenden onder hen hebben verklaard, dat zij op het oogenblik, in zooverre zij dit ver mogen, onze beproevingen willen ver zachten en willen bijdragen om een minimum van geregeld openbaar leven onder ons te herstellen. Eerbiedigen wij 'de maatregelen, die zij ons opleggen, zoolang deze niet in strijd zijn met de vrijheid van ons Christelijk geweten of met onze patriottische waardigheid. La ten wij onzen moed niet toonen in uitdagingen, noch onze dapperheid in agitatie. Gij in het bijzonder, mijn dierbare medebroeders in 't priesterschap, weest tegelijkertijd èn de beste bewakers der vaderlandsliefde, èn de steunpilaren der openbare orde. Inderdaad, een volk dat zoodanig wordt voorgelicht kan niet verloren gaan. Het is geloofstaal, waar deze opzie ner zijn volk toeroept: „God zal België redden. Zeggen wij1 beter: Hij redt het. Inderdaad ziet gij niet reeds de bewijzen van Zijn liefde door den weerschijn der branden en het rookende bloed? Is er wel een patriot, die niet gevoelt, dat BBelgië grooter geworden is? Wie zou den moed hebben om de laatste bladzijde van onze geschiedenis te verscheuren?" Laat ons de Belgen steunen met de bede dat de dageraad hunner vrijheid spoedig' aanlichte. Beknopt overzicht van den toestand. Wordt er maar weer wijs uit. Uit de tegenstrijdige berichten, die uit Duitschen en Russischen koker komen. 't Blijft wanhopig werk te trachten een eenigszins juisten indruk van den stand van zaken te krijgen, en natuurlijk vooral wanneer de resp. Hoofdkwartieren zoo weinig meewerken, om alle vaagheid weg te nemen. Het Duitsche communiqué b.v. meldde, dat Baryznow, aan den O. oever van de Rawka gelegen, door de Duitschers bezet was en dat deze bezetting gehandhaafd was. Daartegenover wordt evenwel in het Russische communiqué gezegd, dat de Duitsche aanvallen op Boryznow werden afgeslagen. Vermoedelijk is de tegenstrijdigheid daarin gelegen, dat de oommuniqué's op verschillende tijdstippen gepubliceerd zijn geworden, en mogen wij aannemen, dat de Duitschers inderdaad genoemde plaats bezet hebben. Het nadeel, dat de Duitschers bij de samenvloeiing van Rawka en Bsoera heb ben, valt niet te onderschatten. Maar te vens moet geconstateerd, dat de Russen blijkbaar op alle andere punten van de linie in Polen stand houden en in Gaiicië zelfs aanmerkelijke vorderingen maken. De Oostenrijkers vechten niet zeer for tuinlijk. Zij1 kunnen nog niet op veel succes bogen. Zoowel tegenover de Serviërs als tegenover de Russen hebben zij een treu rig figuur gemaakt. De Russen rukken steeds maar op en de Oostenrijkers moeten voor dien stort vloed al meer en meer wijken. Ook in Boekowina wordt het Russische offensief krachtig voortgezet. Door het be zetten van Zeietin, Seret en Radoetz in Boekowina hebben de Russen de strate gische spoorwegen naar Gaiicië en Hon garije in handen. Zij zijn nu over de gemakkelijke passen in de Karpathen bin nen honderd mijl van Hongarije. Van de Turksche overwinningen in den Kaukasus bij Ardagan heeft men gelezen, 't Is voorwaar een belangrijk succes. Ardagan ligt 70 K.M. van de Turksche grens ten N. W. van Kars. De waarheid ligt gewoonlijk in het mid den. Noch de snorkende overwinningshe- richten van Joffre, noch wat men in Ber lijn belieft op te stellen over de krijgsver richtingen in het Westen, verdienen on voorwaardelijk geloof. Alleen wanneer men ze ernstig ontleed en tusschen de regels door weet te lezen, kan men soms achter de waarheid komen. Een Engelsch bericht komt ons nu ver tellen, dat 't niet zoo' erg is met die belangrijke vorderingen, die men ieder uur van den dag scheen te maken. De strijd brengt aan beide zijden zeer geringe ter reinwinst. Zoo werden gedurende de laat ste dagen in het gebied van Arras en La Bassee de heftig bestreden stellingen da gelijks verschillende keeren genomen en hernomen. Volgens bedoeld bericht zou het voor deel der geallieerden in het slechte effect op het Duitsche moreel gelegen zijn, ver oorzaakt door de herhaalde aanvallen der Franschen op de posities ten Z. van La Bassee. Hoe het zij, van dit laatste gelooven we niet te veel. En wat Ihet resultaat van het „krachtige offensief" der bondgenooten be treft, men schatte het niet te hoog. Trouwens Joffre zelf heeft moeten ver klaren, dat het succes niet evenredig was aan de optimistische berichten van de laatste dagen. In heel voorzichtige bewoordingen heeft hij excuses gemaakt. Het kasteel vsn Rubens. Het was bijl Elewijt, een, (klein dorp on geveer drie K.M. ten westen van Eppeg- hem. Aan den weg ligt (het kasteel Stielen. Rubens heeft het voor zich'en zijn tweed© vrouw, Hélène Nourment gekocht in! 11635. Hier kwamen in schoone zomermaanden zijn heerlijke kleurdroomen tot rijipheid. Nu is het verlaten en .verwoest. In het park liggen een paar Duitsche graven, te midden van de| 'oud-VIaamscha witte winterrust van het landschap.' Over de heggen en velden heen ziet men de puinhöopen van Elewijlt. Het zijh hier heele dagen geweest. De slag woedde en de Duitschors kwamen slechts langzaam vooruit. Het ging niet zoo snel als anders eni men begreep niet waardoor. De vijiand schoot 'beter ,dan an- derss. Het moest een toeval1 zijin, want Wijd en zijd kon men geen enkel© reden ervoor ontdekken. „Het toeval" gaf een 'opheldering van het raadsel. Een,'Duitsch officier keek naar den kerktoren, (van Eter wijt. Hij wilde eens zien, hoe laat de torenklok was blijven stilstaan.. Hij, geloofde zijn oogen niet. Speelden zijn geschokte zenu-wen hem parten of zijn oververmoeide en overprikkelde zin tuigen? Neen.de wijzers van de klok be wogen zich langzaam heen en weer. Zij Waren wit geverfd, zoodat zijl (heel scherp tegen do zwarte cijferplaat afstaken. Als door onzichtbare hand geleid, wezen ze nauwkeurig aan, waar de schoten vielen, onafgebroken op de Duitsche linie neer- hagelend. De klok, die anders met 'ma chinale eentonigheid het dorp den tijd Van arbeid en vesper had gewezen, leidde nu het vuur van den slag, dat vernieti gend in het eigen land .insloeg. Toen men naar de kerk snelde, kwam ©en magere, zwijgende man uit tien toren, de pastoor van Elewijt. „Toevallig" was hij op den toren geklom men, „toevallig" waren de wijzers wit geverfd, „toevallig" had hiji d© wijzers bewogen om te zien of de klok nog her steld kon worden, zoo zei hij!. Het „toeval" wilde ook, dat een Bel gische granaat midden in het ondervra- gingstooneel viel. De pastoor van Elewijt en twee soldaten, die naast hem stonden, werden gedood. De granaat was ver dwaald, omdat de wijzers van de klok niet meer den weg wezen. Luitenant von Bethmann Hollweg. f De oudste zoon van den rijkskanselier Von Bethmann Hollweg is, ,zooals wij reeds meedeelden, op het oostelijke oorlogster rein gesneuveld. Hij was 24 jaar oud en had 5'» de rechten gestudeerd. Bij het begin van den oorlog was hij1 als vice- wachtmeester van het Breslausche lijf-ku- rassier regiment in het veld getrokken en spoedig tot luitenant van de reserve be vorderd. 'Hij is op een patrouillerit ge dood. De patrouille moest voor overmacht wijken en zag hoe haar aanvoerder, lui tenant Von Bethmann Hollweg; gewond van zijn paard viel. Toen de rijkskanse lier in het 'begin van December naar Berlijn kwam voor de zitting van den Rijksdag, verkeerde hij in onzekerheid over het lot van Zrjn oudsten zoon, maar bestond de hoop, dat hij misschien gewond in handen van de Rassen gevallen iwas. De deelneming in het leed van den rijks kanselier zal te grooter zijn, omdat hij eerst eenige maanden geleden zjjjn ttrouw] verloor. De heer Von Bethmann Holl weg heeft nog een twintigjarige dochter en een zestienjarigen zoon. Een episode uit den strijd met de Russen. In het „Bert. Tagebl." vertelt iemand het volgende uit den strijd) liegen de Rus sen: Er viel een nevel van 'Lrijp in onze loop graven. Een kraai gaf ergens neen schellen schreeuw en onze kameraad rechts, die in eene gemakkelijke houding was inge slapen, snorkte vervaarlijk. „Poezi© van den loopgraaf" dacht ik en allengs dutte ook ik in. Plotseling kreeg ik een stomp1 tegen de horst. Ik sprong op, de andere kamera den stonden reeds recht. Toen ik ont nuchterd opstond zei kameraad Herbert Lincke „Ge waart vastgevroren, niet? Er is leen bevel tot aanvallen. In een kwartier 't Volgend oogenblik stond ik klaar. Daar knetterde een geweerschot. Nog één en nog één. De machinegewerenjrechts en links van ons werden gericht.' We waren kalm. Ik drukte Lincke de hand. „Nou, in ieder geval, Lincke", zei ik zacht. 't Volgend oogenblik werden we met granaten beschoten." Onze artillerie diende van antwoord. „Daar!" riep Lincke en staarde voor zich uit. Opgewonden sidderde zijn hand aan het geweer. Wiji keken uit lein een oogenblik stokte de adem. Donkere massa's stormden op ons af. De; Russen kwamen. Achter ons barstte 'n granaat. Nog zwegen onze geweren. Wij! lieten de Russen naderenSteeds nader. Nu was 't tijd. Daarpang, pang, pang, pang onze machinegeweren ra telden los, en de aanstormende massa's verspreidden zich. Maar ze viel' bij! bosch- jes; 't rumoer steeg ietn steeg. Als een bliksemstraal vielen de (Russin ter aarde. Waren ze getroffen? Of wil den zo het mikpunt verminderen? Neen, ze stonden weer op en'.stormden opnieuw vooruit. Weer ratelden de machinegéwg- ren. „Vuur" schreeuwde onze ©scouade-com- mandant schor van opwinding. Onze g©- geweren knetterden in honderden salvo's. Weer vielen overal Russen. Maar wat was dat? Als brullende dieren stormden een, (twee, drie, vier linies Rüssen lachter elkaar op ons af. Ze vielen, maar wat nood, steeds werden ze door nieuwe mannen vervangen. Lincke schoot als een krankzinnig®. Heel1 zijin lijf sidderde van opwinding. Plot seling schoot hij zijn geweer in de luoht af. „Daar, daar boven, daar heb je 'm weer dien Rus van 12!\voet. Daar heb1 je 'm weer", brulde hij. Wij wierden allen door zijin waanzin aangestoken omschoten als gekken naar alle richtingen. Ook de escouade-commandant merkte het gevaar. „Hé, Lincke, schreeuwde hiji! Houd op! Wat schiet je in de lucht. Bewaar je ammunitie voor een beter doel." Dat be daarde ons een oogenblik. Maai' plotseling gilde een stem: „De dooden herrijzen." Lincke gild© als een gek en voor we 't konden verhinderen sprong hiji uit den loopgraaf, greep zijn geweer bijl den loop en begon waanzinnig met de kolf rond zich (te slaan. Maar een oogenblik later hadden we hem vastge grepen en naai' beneden getrokken. Alls ©On lijk zakte hij in elkaar. Hospitaalsoldaten droegen hem uit de vuurlinie. Dan kwam als een verlossing het bevel tot aanval. Het werd dag en de nevel scheurde uiteen. Een daverend hoera weerklonk en voort stormden wie over een gemaaid veld van dood© Russen de bajonetaanval1 was vreeselijk. Toen de dag geheel aanlichtte, hadden wijl da Russen niet alleen terug gedreven maar zelfs hunne loopgraven veroverd Korte Oorlogsberichten. Volgens leen bericht uit het Turksche hoofdkwartier trachtte de Russische krui ser „Askold" troepen te landen' blji Jaffa. De kustposten openden echter het vuur op de vijandelijke 'booten en ;deze moesten met verlies van een aantal Idoodcn terug gaan. Arm België. Uit het herderlijk schrijven van Kardinaal1 Miemer, aarts bisschop van Mechelen, blijkt dat 13 geestelijken in het diocees Mechelen, en ruim 30 in de diocesen Namen, Doornik en Luik door de Duitschers gedood zijn. Volgens Parijsche bladen hebben'de Duitschers de herstelling der sluizen van Zeebrugge, die door de Engelschen ver nield waren, voltooid, zoodat de 'Duitsche onderzeeërs met het grootste gemald kun nen in- en uitvaren. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 8 maanden fr. p. post. 1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentlën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. Tusschen de kust en Yperein zijn de gevechten na een pauze weder met de grootste hevigheid begonnen. De Duit schers geven zich de grootste! moeite om de «tellingen ten Noorden van Nieuwpoort en üixrnuiden te versterken en de offen sief-beweging der Bondgenooten tegen te houden. In het bijzonder is het gevecht bij Lomhartzijide buitengewoon hevig. Hier trachten da Bondgenooten door do Duit sche linie te breken, tot nu toe echter zonder gevolg. Lombartzijde en Westende zijn ©en groote puinhoop en door do be volking verlaten. Duitsche vliegeniers zijn niet slechts boven Duinkerken geweest, waar zij be langrijke schade aanrichtten, maar ook hoven Veuirne, Koudekerk© en Roeendaal1. Koudekerke en Veurn© hadden hqZonder onder het bombardement te lijden. Te West-IIartlepool is een jongen v'an veertien jaar, die als gevolg van het bombardement door de Duitsche sche pen gewond werd, overleden. Het aantal slachtoffers in deze plaats is thans tot 107 geklommen. Het Japansche stoomschip Daito Ma- roe II van Dalny naar Osaka onderweg is hij Port Hamilton gezonken. Er .zijln 24 opvarenden verdronken, 8 gered. Een journalist uit Gaiicië is door een krijgsraad te velde wegens verstoring der openbare orde door het houden van een tegen den staat gerichte redevoering standrechtelijk tot den dood door den Strop veroordeeld. Dit oordeel is bij wijze van genade in doodstraf door den kogel Veranderd en twee uren na het uitspreken Van het vonnis voltrokken. De „Braunschweigiscihe LandesZei- tung" meldt, dat het geheele Belgische spoorwegverkeer op 1 Januari door de Duitsche autoriteiten Weder heg'onnen is. Daartoe waren 8000 Duitsche spoorwegbe ambten, waaronder 1100 uit Beijferen, ge durende de laatste dagen naar België vér- trokken. -Een Kerst-„bestand". Of schoon de poging van den Paus, om een wapenstilstand gedurende de Kerstdagen te bewerken, mislukt is, hebben sommigte gedeelten van de vuurlinies onderlinge afspraken hieromtrent glemaakt. iZoo schreef een landweerman op 't Westelijk oorlogstooneel aan zijde ouders: „Op de feestdagen, dat er „vrede op aarde" zou moeten gijn, hebben wij- hier, vriend en vijand, vriendschappelijk' met elkaar door- gébracht,, elkaar de hand gedrukt en een zalig Kerstfeest gewensoht. We hebben elkaar zelfs gefotografeerd. Wijl 'hebben onze vijanden sigaren en sigaretten gege ven en zij' hebben ons cogpaci en mar melade geschonken. Wij' hadden afgespro ken op de .Kerstdagen niet te schieten en wij voelden ons gedurende dien tijd heele- maal niet als vijanden. De tegenstanders kwamen in onze loopgraven op bezoek en wij in de hunne. Daarentegen is er rechts van ons geschoten en zélfs storm aanvallen hebben er plaats gehad, zooals ge in de kranten hebt kunnen lezén." Men schrijft uit Aardenburg1 aan het Centrum1: i Was het tot dusrier in het Belgische dorp Middelburg rustig gebleven, giste ren (1 Jan.) zijn de burgemeester en secretaris dier gemeente door de Duit schers gevangen genomen en naar Heyst overgebracht. Volgens een later bericht zou de gemeentesecretaris weer zij'n vrijge laten. De reden dier gevangenneming schijnt te zijin, dat de door de Duitsche overheid gegeven orders niet waren uitge voerd. Last was gegeven, dat alle slooten en grachten binnen 14 dagein droog ge legd hadden moeten worden. Aan dit be vel kon natuurlijk onmogelijk worden vol daan. Tegen 2 Jan. moesten de boeren jn Middelburg 100 stuks Vfee voor het Duit sche legér leveren. Bij niet voldoening aan de requisitie zou de gemeente verantwoordelijk worden ge steld. In dat géval; wat dan? Oud-Minister (Generaal) Staal schrijft in „Het Vaderland": „Indien de Duitschers eens, öf door een terugslag in het Westen! 6f door een terugslag in het Oosten, gedwongen wer den om hunne veroveringen in Frankrijk en in België op te geven, wat zou er dairi op het westelijk oorlogstooneel vermoe delijk gebeuren ien in hoeverre bestaat er dan gevaar, dat de gang der oorlogs handelingen zijn invloed op ons land zou doen gevoelen? „Moeten de Duitschers om gen' van de bovengenoemde rgdetien terug, dan ie voor

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1