I\o. 80
Dinsdag 5 Januari 1915
39e Jaargang
De Groote Oorlog.
Uit de Pers.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN£E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Colntre - Goes.
Christelijk heroïsme.
Kardinaal Mercier, het hoofd der R.
K. Kerk in België, te Mechelen, deed
een herderlijk schrijven uitgaan, waarin
passages voorkomen, die het hart roe
ren Van den andersdenkende, en van den
buitenstaander.
Diepe ootmoed spreekt onder meer uit
de volgende woorden:
Li
Het zou wreed zijn den nadruk te
leggen op onze ongerechtigheden, op
het oogenblik, dat wij Ze zoo duur
betalen. Maar moeten wij niet bekennen,
dat wij iets uit te boeten hebben?
Aan wien Hij veel gegeven heeft, van
hem heeft God 'trecht Veel te vragen:
„En wien veel gtegeven is, van dien
Zal veel gevorderd worden". Steeg het
Redelijk en godsdienstig peil Van het
land gelijkelijk met zijn economischen
voorspoed? Hoe stond het met de Zon
dagsrust, het Mis-hooren op Zondag,
den eerbied voor het huwelijk, de
wetten der zedigheid Wat Was er, zelfs
in de Christelijke huisgezinnen, gewor
den van den eenvoud van on z'e vade
ren, den geest van boetvaardigheid, het
vertrouwen in het gezag? En wij, reli
gieuzen, priesters, bisschop, wiji vooral,
wier heerlijke zending' het was om in
ons leven meer nog dan in onze pre
diking het Evangelie van Christus te
vertolken, hebben wij! ons zelf wel ge
noegzaam het recht gegeven tot ons
volk het woord te herhalen van den
apostel der heidenen: „Weest mijne na
volgers, gelijk ik het ben van Chris
tus". ,Wij werken, ja, wij hidden nog,
ja, maar het is te weinig. .Wij zijn,
door den plicht van staat, de openlijke
uitboeters vah de wereldzonden. iWel-
nu, wat overheerschte in ons leven,
het burgerlijk welzijn of de uitboeting?
Met dezen toon van diepen ootmoed
gaat, natuurlijk, die van hooge opvat
ting der plichten jegens het vaderland
gepaard, naar den regel dat de beste
Christen de beste „Staatsburger" is. Het
blijkt uit deze aangrijpende volzinnen:
I
Wie beschouwt niet met fierheid de
schittering van de glorie van ons ver
scheurd vaderland?
Terwijl het in smarten den helden
moed baart, stort het als een moeder
de kracht in het bloed van zijn zo
nen.
Wij hadden, laat het ons openhartig
bekennen, een les in de vaderlands
liefde noodig.
Tallooze Belgen verspilden hun krach
ten en hun tijd in onvruchtbareti
klassen- en rassen-strijd, in het uitleven
hunner persoonlijke hartstochten.
Maar toen den 2den Augustus een
vïeemde mogendheid, steunend op haar
kracht, en haar verdragseed vergetend,
onze onafhankelijkheid durfde bedrei
gen, zijn alle Belgen, zonder onder
scheid van partij of stand of afkomst,
als één man opgestaan, om, geschaard
rond hun koning en de regeering, tot
den overweldiger te zeggen: gij zult
hier niet doorgaan.
Ineens waren wij onzen v'aderlamd-
schen plicht vastbesloten bewust. In
ieder van ons sluimert een dieper ge
voel dan van persoonlijk belang, dan
van handen des bloeds en partijzucht;
het is de behoefte, en bijgevolg de
vaste wil, om zich aan het algemeen
welzijn, te Rome de publieke zaak, de
„Res publica" genoemd, toe te wijden;
dit gevoel is de vaderlandsliefde.
Het vaderland is geen agglomeratie
van individuen of families, die een
zelfde land bewonen, en tot elkaar in
min of meer nauwe betrekkingen van
nabuurschap of zaken staan, van per
sonen, die dezelfde herinneringen, blij
de of angstige hebben. Neen het vader
land is een vereeniging van zieleln, in
dienst Van een sociale organisatie,
welke men tot eiken prijs, zelfs tot dien
van het leven, moet beschermen of ver
dedigen, onder de leiding Van hem' of
Van hen, die aan het hoofd staan.
Wijl zij eenzelfde ziel hebben, leven de
landgenooten door hun tradities van
i eenzelfde leven in het verleden. Door
hun gemeenschappelijke verlangens en
hun gemeenschappelijke verwachtingen
hebben zij1 een verlenging van hun leven
in de toekomst.
De vaderlandsliefde, innerlijk princiep
van eenheid en orde, organische ver
binding der leden van eenzelfde lamd,
iwerd door de élite van de denkers
Van Griekenland en Rome als de hoogste
der natuurlijke deugden beschouwd.
Aristoteles, de prins der heidensche fi
losofen, was de meening toegedaan, dat
de belangeloosheid in dienst v'an den
staat het aardsche ideaal hij' uitnemend
heid is.
De Godsdienst van Christus heeft van
de vaderlandsliefde een wet gemaakt;
men is geen volmaakte Christen, als
men geen volmaakte patriot is.
Wie gevoelt niet, dat de vaderlands
liefde „heilig"1 is en dat een aanslag
<op de nationale waardigheid een soort
heiligschennende profanatie is?
Als een staaltje van Christelijke lijd
zaamheid zij' de volgende vermaning aan
gehaald
Van het begin der militaire operaties
af hebben de burgerlijke autoriteiten
van het land er niet kracht hij1 de bur
gers op aangedrongen, dat deze zich van
elke vijandelijke daad jegens het vij
andelijke leger zouden onthouden. ,peze
'aanbevelingen blijven van kracht.
Ons leger alleen heeft, te zlamen met
de dappere troepen onzer verbondenen,
de eer en het recht het land te ver
dedigen. Laten wij van het leger de
definitieve verlossing verwachten.
Jegens de personen, die ons land
met militaire macht beheerschen, en die
in het innigste van hun gemoed de
ridderlijke energie moeten bewonderen,
waarmee wij onze onafhankelijkheid Ver
dedigen, moeten wij: een inschikkelijk
heid toonen, welke door het algemeen
belang 'bevolen wordt. Verschillenden
onder hen hebben verklaard, dat zij op
het oogenblik, in zooverre zij dit ver
mogen, onze beproevingen willen ver
zachten en willen bijdragen om een
minimum van geregeld openbaar leven
onder ons te herstellen. Eerbiedigen wij
'de maatregelen, die zij ons opleggen,
zoolang deze niet in strijd zijn met de
vrijheid van ons Christelijk geweten of
met onze patriottische waardigheid. La
ten wij onzen moed niet toonen in
uitdagingen, noch onze dapperheid in
agitatie.
Gij in het bijzonder, mijn dierbare
medebroeders in 't priesterschap, weest
tegelijkertijd èn de beste bewakers der
vaderlandsliefde, èn de steunpilaren der
openbare orde.
Inderdaad, een volk dat zoodanig wordt
voorgelicht kan niet verloren gaan.
Het is geloofstaal, waar deze opzie
ner zijn volk toeroept: „God zal België
redden. Zeggen wij1 beter: Hij redt het.
Inderdaad ziet gij niet reeds de bewijzen
van Zijn liefde door den weerschijn der
branden en het rookende bloed? Is er
wel een patriot, die niet gevoelt, dat
BBelgië grooter geworden is? Wie zou
den moed hebben om de laatste bladzijde
van onze geschiedenis te verscheuren?"
Laat ons de Belgen steunen met de
bede dat de dageraad hunner vrijheid
spoedig' aanlichte.
Beknopt overzicht van den toestand.
Wordt er maar weer wijs uit.
Uit de tegenstrijdige berichten, die uit
Duitschen en Russischen koker komen.
't Blijft wanhopig werk te trachten een
eenigszins juisten indruk van den stand
van zaken te krijgen, en natuurlijk vooral
wanneer de resp. Hoofdkwartieren zoo
weinig meewerken, om alle vaagheid weg
te nemen.
Het Duitsche communiqué b.v. meldde,
dat Baryznow, aan den O. oever van de
Rawka gelegen, door de Duitschers bezet
was en dat deze bezetting gehandhaafd
was. Daartegenover wordt evenwel in het
Russische communiqué gezegd, dat de
Duitsche aanvallen op Boryznow werden
afgeslagen.
Vermoedelijk is de tegenstrijdigheid
daarin gelegen, dat de oommuniqué's op
verschillende tijdstippen gepubliceerd zijn
geworden, en mogen wij aannemen, dat
de Duitschers inderdaad genoemde plaats
bezet hebben.
Het nadeel, dat de Duitschers bij de
samenvloeiing van Rawka en Bsoera heb
ben, valt niet te onderschatten. Maar te
vens moet geconstateerd, dat de Russen
blijkbaar op alle andere punten van de
linie in Polen stand houden en in Gaiicië
zelfs aanmerkelijke vorderingen maken.
De Oostenrijkers vechten niet zeer for
tuinlijk. Zij1 kunnen nog niet op veel succes
bogen. Zoowel tegenover de Serviërs als
tegenover de Russen hebben zij een treu
rig figuur gemaakt.
De Russen rukken steeds maar op en
de Oostenrijkers moeten voor dien stort
vloed al meer en meer wijken.
Ook in Boekowina wordt het Russische
offensief krachtig voortgezet. Door het be
zetten van Zeietin, Seret en Radoetz in
Boekowina hebben de Russen de strate
gische spoorwegen naar Gaiicië en Hon
garije in handen. Zij zijn nu over de
gemakkelijke passen in de Karpathen bin
nen honderd mijl van Hongarije.
Van de Turksche overwinningen in den
Kaukasus bij Ardagan heeft men gelezen,
't Is voorwaar een belangrijk succes.
Ardagan ligt 70 K.M. van de Turksche
grens ten N. W. van Kars.
De waarheid ligt gewoonlijk in het mid
den. Noch de snorkende overwinningshe-
richten van Joffre, noch wat men in Ber
lijn belieft op te stellen over de krijgsver
richtingen in het Westen, verdienen on
voorwaardelijk geloof. Alleen wanneer
men ze ernstig ontleed en tusschen de
regels door weet te lezen, kan men soms
achter de waarheid komen.
Een Engelsch bericht komt ons nu ver
tellen, dat 't niet zoo' erg is met die
belangrijke vorderingen, die men ieder uur
van den dag scheen te maken. De strijd
brengt aan beide zijden zeer geringe ter
reinwinst. Zoo werden gedurende de laat
ste dagen in het gebied van Arras en La
Bassee de heftig bestreden stellingen da
gelijks verschillende keeren genomen en
hernomen.
Volgens bedoeld bericht zou het voor
deel der geallieerden in het slechte effect
op het Duitsche moreel gelegen zijn, ver
oorzaakt door de herhaalde aanvallen der
Franschen op de posities ten Z. van La
Bassee.
Hoe het zij, van dit laatste gelooven we
niet te veel. En wat Ihet resultaat van het
„krachtige offensief" der bondgenooten be
treft, men schatte het niet te hoog.
Trouwens Joffre zelf heeft moeten ver
klaren, dat het succes niet evenredig was
aan de optimistische berichten van de
laatste dagen.
In heel voorzichtige bewoordingen heeft
hij excuses gemaakt.
Het kasteel vsn Rubens.
Het was bijl Elewijt, een, (klein dorp on
geveer drie K.M. ten westen van Eppeg-
hem. Aan den weg ligt (het kasteel Stielen.
Rubens heeft het voor zich'en zijn tweed©
vrouw, Hélène Nourment gekocht in! 11635.
Hier kwamen in schoone zomermaanden
zijn heerlijke kleurdroomen tot rijipheid.
Nu is het verlaten en .verwoest.
In het park liggen een paar Duitsche
graven, te midden van de| 'oud-VIaamscha
witte winterrust van het landschap.' Over
de heggen en velden heen ziet men de
puinhöopen van Elewijlt.
Het zijh hier heele dagen geweest. De
slag woedde en de Duitschors kwamen
slechts langzaam vooruit. Het ging niet
zoo snel als anders eni men begreep niet
waardoor. De vijiand schoot 'beter ,dan an-
derss. Het moest een toeval1 zijin, want
Wijd en zijd kon men geen enkel© reden
ervoor ontdekken. „Het toeval" gaf een
'opheldering van het raadsel. Een,'Duitsch
officier keek naar den kerktoren, (van Eter
wijt. Hij wilde eens zien, hoe laat de
torenklok was blijven stilstaan..
Hij, geloofde zijn oogen niet. Speelden
zijn geschokte zenu-wen hem parten of
zijn oververmoeide en overprikkelde zin
tuigen? Neen.de wijzers van de klok be
wogen zich langzaam heen en weer. Zij
Waren wit geverfd, zoodat zijl (heel scherp
tegen do zwarte cijferplaat afstaken. Als
door onzichtbare hand geleid, wezen ze
nauwkeurig aan, waar de schoten vielen,
onafgebroken op de Duitsche linie neer-
hagelend. De klok, die anders met 'ma
chinale eentonigheid het dorp den tijd
Van arbeid en vesper had gewezen, leidde
nu het vuur van den slag, dat vernieti
gend in het eigen land .insloeg.
Toen men naar de kerk snelde, kwam
©en magere, zwijgende man uit tien toren,
de pastoor van Elewijt.
„Toevallig" was hij op den toren geklom
men, „toevallig" waren de wijzers wit
geverfd, „toevallig" had hiji d© wijzers
bewogen om te zien of de klok nog her
steld kon worden, zoo zei hij!.
Het „toeval" wilde ook, dat een Bel
gische granaat midden in het ondervra-
gingstooneel viel. De pastoor van Elewijt
en twee soldaten, die naast hem stonden,
werden gedood. De granaat was ver
dwaald, omdat de wijzers van de klok niet
meer den weg wezen.
Luitenant von Bethmann Hollweg. f
De oudste zoon van den rijkskanselier
Von Bethmann Hollweg is, ,zooals wij reeds
meedeelden, op het oostelijke oorlogster
rein gesneuveld. Hij was 24 jaar oud
en had 5'» de rechten gestudeerd. Bij
het begin van den oorlog was hij1 als vice-
wachtmeester van het Breslausche lijf-ku-
rassier regiment in het veld getrokken en
spoedig tot luitenant van de reserve be
vorderd. 'Hij is op een patrouillerit ge
dood. De patrouille moest voor overmacht
wijken en zag hoe haar aanvoerder, lui
tenant Von Bethmann Hollweg; gewond
van zijn paard viel. Toen de rijkskanse
lier in het 'begin van December naar
Berlijn kwam voor de zitting van den
Rijksdag, verkeerde hij in onzekerheid
over het lot van Zrjn oudsten zoon, maar
bestond de hoop, dat hij misschien gewond
in handen van de Rassen gevallen iwas.
De deelneming in het leed van den rijks
kanselier zal te grooter zijn, omdat hij
eerst eenige maanden geleden zjjjn ttrouw]
verloor. De heer Von Bethmann Holl
weg heeft nog een twintigjarige dochter
en een zestienjarigen zoon.
Een episode uit den strijd met de Russen.
In het „Bert. Tagebl." vertelt iemand
het volgende uit den strijd) liegen de Rus
sen:
Er viel een nevel van 'Lrijp in onze loop
graven. Een kraai gaf ergens neen schellen
schreeuw en onze kameraad rechts, die
in eene gemakkelijke houding was inge
slapen, snorkte vervaarlijk. „Poezi© van
den loopgraaf" dacht ik en allengs dutte
ook ik in.
Plotseling kreeg ik een stomp1 tegen
de horst. Ik sprong op, de andere kamera
den stonden reeds recht. Toen ik ont
nuchterd opstond zei kameraad Herbert
Lincke
„Ge waart vastgevroren, niet? Er is leen
bevel tot aanvallen. In een kwartier
't Volgend oogenblik stond ik klaar.
Daar knetterde een geweerschot. Nog één
en nog één. De machinegewerenjrechts en
links van ons werden gericht.' We waren
kalm. Ik drukte Lincke de hand.
„Nou, in ieder geval, Lincke", zei ik
zacht.
't Volgend oogenblik werden we met
granaten beschoten." Onze artillerie diende
van antwoord.
„Daar!" riep Lincke en staarde voor
zich uit. Opgewonden sidderde zijn hand
aan het geweer. Wiji keken uit lein een
oogenblik stokte de adem. Donkere massa's
stormden op ons af. De; Russen kwamen.
Achter ons barstte 'n granaat.
Nog zwegen onze geweren. Wij! lieten
de Russen naderenSteeds nader.
Nu was 't tijd. Daarpang, pang,
pang, pang onze machinegeweren ra
telden los, en de aanstormende massa's
verspreidden zich. Maar ze viel' bij! bosch-
jes; 't rumoer steeg ietn steeg.
Als een bliksemstraal vielen de (Russin
ter aarde. Waren ze getroffen? Of wil
den zo het mikpunt verminderen? Neen,
ze stonden weer op en'.stormden opnieuw
vooruit. Weer ratelden de machinegéwg-
ren.
„Vuur" schreeuwde onze ©scouade-com-
mandant schor van opwinding. Onze g©-
geweren knetterden in honderden salvo's.
Weer vielen overal Russen. Maar wat was
dat? Als brullende dieren stormden een,
(twee, drie, vier linies Rüssen lachter elkaar
op ons af. Ze vielen, maar wat nood, steeds
werden ze door nieuwe mannen vervangen.
Lincke schoot als een krankzinnig®.
Heel1 zijin lijf sidderde van opwinding. Plot
seling schoot hij zijn geweer in de luoht
af. „Daar, daar boven, daar heb je 'm
weer dien Rus van 12!\voet. Daar heb1 je
'm weer", brulde hij. Wij wierden allen
door zijin waanzin aangestoken omschoten
als gekken naar alle richtingen. Ook de
escouade-commandant merkte het gevaar.
„Hé, Lincke, schreeuwde hiji! Houd op!
Wat schiet je in de lucht. Bewaar je
ammunitie voor een beter doel." Dat be
daarde ons een oogenblik.
Maai' plotseling gilde een stem: „De
dooden herrijzen." Lincke gild© als een
gek en voor we 't konden verhinderen
sprong hiji uit den loopgraaf, greep zijn
geweer bijl den loop en begon waanzinnig
met de kolf rond zich (te slaan. Maar een
oogenblik later hadden we hem vastge
grepen en naai' beneden getrokken. Alls ©On
lijk zakte hij in elkaar. Hospitaalsoldaten
droegen hem uit de vuurlinie.
Dan kwam als een verlossing het bevel
tot aanval. Het werd dag en de nevel
scheurde uiteen.
Een daverend hoera weerklonk en voort
stormden wie over een gemaaid veld van
dood© Russen de bajonetaanval1 was
vreeselijk. Toen de dag geheel aanlichtte,
hadden wijl da Russen niet alleen terug
gedreven maar zelfs hunne loopgraven
veroverd
Korte Oorlogsberichten.
Volgens leen bericht uit het Turksche
hoofdkwartier trachtte de Russische krui
ser „Askold" troepen te landen' blji Jaffa.
De kustposten openden echter het vuur
op de vijandelijke 'booten en ;deze moesten
met verlies van een aantal Idoodcn terug
gaan.
Arm België. Uit het herderlijk
schrijven van Kardinaal1 Miemer, aarts
bisschop van Mechelen, blijkt dat 13
geestelijken in het diocees Mechelen, en
ruim 30 in de diocesen Namen, Doornik
en Luik door de Duitschers gedood zijn.
Volgens Parijsche bladen hebben'de
Duitschers de herstelling der sluizen van
Zeebrugge, die door de Engelschen ver
nield waren, voltooid, zoodat de 'Duitsche
onderzeeërs met het grootste gemald kun
nen in- en uitvaren.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 8 maanden fr. p. post. 1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentlën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Tusschen de kust en Yperein zijn de
gevechten na een pauze weder met de
grootste hevigheid begonnen. De Duit
schers geven zich de grootste! moeite om
de «tellingen ten Noorden van Nieuwpoort
en üixrnuiden te versterken en de offen
sief-beweging der Bondgenooten tegen te
houden. In het bijzonder is het gevecht bij
Lomhartzijide buitengewoon hevig. Hier
trachten da Bondgenooten door do Duit
sche linie te breken, tot nu toe echter
zonder gevolg. Lombartzijde en Westende
zijn ©en groote puinhoop en door do be
volking verlaten.
Duitsche vliegeniers zijn niet slechts
boven Duinkerken geweest, waar zij be
langrijke schade aanrichtten, maar ook
hoven Veuirne, Koudekerk© en Roeendaal1.
Koudekerke en Veurn© hadden hqZonder
onder het bombardement te lijden.
Te West-IIartlepool is een jongen
v'an veertien jaar, die als gevolg van
het bombardement door de Duitsche sche
pen gewond werd, overleden. Het aantal
slachtoffers in deze plaats is thans tot
107 geklommen.
Het Japansche stoomschip Daito Ma-
roe II van Dalny naar Osaka onderweg
is hij Port Hamilton gezonken. Er .zijln
24 opvarenden verdronken, 8 gered.
Een journalist uit Gaiicië is door
een krijgsraad te velde wegens verstoring
der openbare orde door het houden van
een tegen den staat gerichte redevoering
standrechtelijk tot den dood door den
Strop veroordeeld. Dit oordeel is bij wijze
van genade in doodstraf door den kogel
Veranderd en twee uren na het uitspreken
Van het vonnis voltrokken.
De „Braunschweigiscihe LandesZei-
tung" meldt, dat het geheele Belgische
spoorwegverkeer op 1 Januari door de
Duitsche autoriteiten Weder heg'onnen is.
Daartoe waren 8000 Duitsche spoorwegbe
ambten, waaronder 1100 uit Beijferen, ge
durende de laatste dagen naar België vér-
trokken.
-Een Kerst-„bestand". Of
schoon de poging van den Paus, om een
wapenstilstand gedurende de Kerstdagen
te bewerken, mislukt is, hebben sommigte
gedeelten van de vuurlinies onderlinge
afspraken hieromtrent glemaakt. iZoo
schreef een landweerman op 't Westelijk
oorlogstooneel aan zijde ouders: „Op de
feestdagen, dat er „vrede op aarde" zou
moeten gijn, hebben wij- hier, vriend en
vijand, vriendschappelijk' met elkaar door-
gébracht,, elkaar de hand gedrukt en een
zalig Kerstfeest gewensoht. We hebben
elkaar zelfs gefotografeerd. Wijl 'hebben
onze vijanden sigaren en sigaretten gege
ven en zij' hebben ons cogpaci en mar
melade geschonken. Wij' hadden afgespro
ken op de .Kerstdagen niet te schieten en
wij voelden ons gedurende dien tijd heele-
maal niet als vijanden. De tegenstanders
kwamen in onze loopgraven op bezoek
en wij in de hunne. Daarentegen is er
rechts van ons geschoten en zélfs storm
aanvallen hebben er plaats gehad, zooals
ge in de kranten hebt kunnen lezén."
Men schrijft uit Aardenburg1 aan
het Centrum1: i
Was het tot dusrier in het Belgische
dorp Middelburg rustig gebleven, giste
ren (1 Jan.) zijn de burgemeester en
secretaris dier gemeente door de Duit
schers gevangen genomen en naar Heyst
overgebracht. Volgens een later bericht
zou de gemeentesecretaris weer zij'n vrijge
laten. De reden dier gevangenneming
schijnt te zijin, dat de door de Duitsche
overheid gegeven orders niet waren uitge
voerd. Last was gegeven, dat alle slooten
en grachten binnen 14 dagein droog ge
legd hadden moeten worden. Aan dit be
vel kon natuurlijk onmogelijk worden vol
daan.
Tegen 2 Jan. moesten de boeren jn
Middelburg 100 stuks Vfee voor het Duit
sche legér leveren.
Bij niet voldoening aan de requisitie zou
de gemeente verantwoordelijk worden ge
steld.
In dat géval; wat dan?
Oud-Minister (Generaal) Staal schrijft
in „Het Vaderland":
„Indien de Duitschers eens, öf door
een terugslag in het Westen! 6f door een
terugslag in het Oosten, gedwongen wer
den om hunne veroveringen in Frankrijk
en in België op te geven, wat zou er dairi
op het westelijk oorlogstooneel vermoe
delijk gebeuren ien in hoeverre bestaat
er dan gevaar, dat de gang der oorlogs
handelingen zijn invloed op ons land zou
doen gevoelen?
„Moeten de Duitschers om gen' van de
bovengenoemde rgdetien terug, dan ie voor