No. 66
Woensdag 16 December 1914
29e «laargang
e Knecht,
ïhoudster,
De Groote Oorlog.
een
IAN, Heinkenszand.
t Januari gevraagd,
pen
lulpkantoor, Koude-
-WOLFAARTSDIJK-
l-VEER.
leling tot nadere aan-
|iging.
lalve Zondags.
iTolf. Veer van trein
laar Goes v.m. 7 uur
folf. Veer van trein
ir Goes 12* uur op
Inm.
|Wolf. Veer 5,29 en
laar Goes 7 u. n.m.
I. uit Goes, van Wolf.
Ivan Goes naar Wolf.
1 Wolf. Veer 4 u. n.m.
vallen des Dinsdags.
5TWALSOORDEN
I s o o r d e nV lake,
[ïsche Tijd.
December 1914.
ilst (Station) vm.
2.25, 5.25 en 8 u.
sterzan.de (Dorp)
nm. 3.15, 6.15 en
lorden (Dijk) vm.
|nam. 3.25, 6.25 en
"ialsoorden naar
12.25 en 3.45 u.
(ongeveer) vm. 9.55,
e naar Walsoorden
2.50 u.
looiden (ongeveer
É5 en 3.40 u.
irden (dijk) vin.
Lm. 3.45, 6.40, 9.05.
Traande (dorp) vm.
Kam. 3.55, 6.50 en
(Station) vm. 7.05,
|.45, 7.40 en 10.05 u.
lenst op de Wester-
■gen-Breskens-Neuzen.
lenst re ge ling
I nadere aankondiging.
Jlijks:
Breskens vm. 7.50,
fo*), 2.45.
Vlissingen vm. S.20,
3.15.
ar Neuzen vm. 9.20,
Vlissingen vm. 7.50,
in trein 12,02 kunnen
fens en Neuzen wach-
te Borsselen aan.
zenHoedekenskerke
3MB00TDIENST OP
-SCHELDE,
lijne. Kantoor te Mid-
prs poort G 150.
ienstregeling
aadere aankondiging,
op werkdagen vm.
Zondagen vm. 7.30,
Donderdagen vm. 7,
werkdagen vm. 7.30,
gen vm. 7.30, nm.
lotdienst
IOTTERDAM
fegen plaatsen.
Ir 1914.
Dond. 24 9,-10,80
Vrijd. 25 9,-10,—
Zater. 26
Zond. 27 9,30 9,—
i Maan. 28 9,30 9,30
Dins. 29 9,- 9,30
Woen30 9,9,30
Dond. 31 9,30 9.30
lal achter den datum
erikzeehet tweede
van Rotterdam.
lotdienst
JELB.-ROTTERD.
lende plaatsen,
ter 1914.
1st, uitgezonderd des
Ingen vm. 6.20 van
- en van Rotterdam
des Maandags van
lerdag 26 December
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN *E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Colntro Goes.
Zij, die zich met ingang van
Januari e. k. op „Oe Zeeuw" abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Een Dgevolgde wenk.
In de zitting van de Tweede Kamer
op 17 April 1907 heeft de heer Troelstra
o.a, gezegd: „Ik geef elke Regeering in
overweging om haar bestaan niet afhan
kelijk te stellen van de sociaal-democra
ten".
Minister Treub heeft dezen wenk op
gevolgd.
Hij is niet voor het partijgesohree|uW
van de Kleerekopers buiten of van de
Vliegens in de Kamer uit den weg ge
gaan; en ook de gedocumenteerde speech
van mr. TroeJstra met de oppositie zelfs
van zijn eigen naasten geestverwant dr.
Bos heeft hij langs zich heen laten glijden,
en den steuin aanvaard van redhts en van
de vrij-liberalen.
Omdat liet landsbelang dit vorderde;
natuurlijk daarom in de eerste plaats.
Doch indirect zeker ook wel om zich
gehoorzaam je houden aan boven aan
gehaald advies van den leider der so
ciaal-democraten: zijn bestaan niet afhan
kelijk te stellen van de sociaal-democraten.
Ja ook niet van de vrijzinnig-demo
craten, luidde, wel niet uitgesproken, maar
dan toch metterdaad, 's ministers ant
woord.
Tweede druk.
Voor het sociale leven, handboek ten
dienste van de Chr. Vakorganisatie en
de algemeene arbeidersbeweging, door C.
Smeenk is in tweeden druk versoheneirt
bij de bekende drukkerij Libertias, Rot
terdam.
Nu al een tweede druk. En dat voor
een boek, dat zich zoo maar niet 'aan
de (theetafel even laat lezen; eü dat on
derwerpen bevat die niet op de alge
meene belangstelling, laat staan instem
ming, kunnen rekenen! Dat is een goed
teeken.
De schrijver heeft dezen druk op mee'ü
dan één punt verbeterd en belangrijk uit
gebreid. Het hoofdstuk Vrouwen- en Kin
derarbeid en Bet hoofdstuk Vakvereeni-
ging en Sociale Wetgeving hebben ee(n
goede beurt gehad.
Wij juichen deze tweede uitgave zeer
toe.
Laten nu zij die zich Smeenks sociale
studie nog niet aanschaften, dezen twee
den druk bestellen, die schoon 60 blad
zijden grooter, echter niet duurder is don
de eerste, en een schat van gegevens
bevat voor bespreking in de vergaderingen
onzer clubs en kiesvereenigingen en door
onze werklieden met vrucht kunnen (war
den genoten.
„Het geringste kwaad".
„Het Handelsblad" (liberaal) van 20
Juni 1913 schreef:
„In de vaste overtuiging, dat wij onze
beginselen het best dienen door zóó te
stemmen, dat de regeeringsmeerderheid!
verdwijnt, herhalen wij: bij) herstemming
tusschen een kerkdijken candidaat en een
sociaal-democraat is thans de sociaal
democraat het geringste kwaad".
Dit liedje is door alle liberalen nage
zongen.
Bij de behandeling van het Leeningjs-
ontwerp, ja lang reeds daarvoor zijn, het
de socialisten geweest die het Bestand
braken niet alleen, maar ook het lands
belang vertraden, en aan de volken van
Europa het schouwspel te zien gaven van
een op voet van oorlog ingericht volk,
bezig zich door oorlog in eigen boezem
te onderscheiden.
De rechterzijde stond geheel en onver
deeld de re,geering en het gezag ter zijde.
Zegt „Het Handelsblad" nog dat hij
herstemming de kerkelijke candidaat het
ergste kwaad is en de sociaal-democraat
het geringste?
Zou heit liberale kabinet dit beamen?
ft
Vloeken
Wij wenschen niet telkens te herhalen
hoezeer het ons spijt dat onze jongens
en huisvaders nu al bijna vieT maanden
op commando zijn en den last en lueft
verdriet van het krijgsmansleven, zooals
een huisvader en een zakenman dat alleen
voelen kunnen, hebben te dragen. Onze
miliciens en landweermannen willen dit
trouwens zeiven niet. Maar wel willen
ZÜ dat men nota neme van hunne klach
ten. En nu hebben wij al verschillende
Klachten van miliciens 'ter, züde gelegd,
ofschoon wij van de reehtma heid dier
klachten overtuigd waren. Doch nu w.en-
sóhen wij niet langer te zwijgen.
"et is al lang geleden dat ons uit
Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentlën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Zoeuwsch-Vlaanderen de klacht bereikte',
dat oen kapitein op weinig mensohlievende
wijze met de manschappen omgaat. Wij
vernamen dat Zijn Hoogedelgestrenge on
der meer aan den kamerwacht last gaf
voor de reveille op te staan om de kachel
wat vroeger warm te krijgenen aan
den luitenant om toe te zien, dat de
schildwachten in dein harren winternacht
de kraag van hun kapotjas niet opzetten.
Het spreekt van zelf dat dergelijke or
ders een soldaat niet prettig stemmen.
Toch verdienen dergelijke klachten min
der aandacht dan eene andere, die ons
gewerd uit datzelfde Zeeuwsoh-Vla,ande
ren over een kapitein die de miliciens
op beestachtige wijze toespreekt.
De klacht geldt ook het kader in het
algemeen. Men versta ons goed: er zijn
korporaals en onderofficieren die nooit
vloeken of bar doen tegen de manschap
pen. Wij gedenken hunner met achting
en dank voor hun goede inzicht in het
geen een soldaat, die toch in de eersite
plaats m e n s c h is, toekomt.
Doch wij verstaan de klacht onzer mi
liciens: waarom moeten wij eenige keeren
per dag door de onbesohaafden onder
hen zoo onbeschoft en brutaal mogelijk
worden uitgevloekt? Is dat in het be
lang van het land Is het noodig dat
men daarvoor strepen of sterren'
heb be?
En wat nu bovenbedoeldeu kapitein
aangaat, waarom kan Zijnedelgestrenge
denzulken geen beter voorbeeld geven?'
In een onderhoud dat een onzer mili
ciens dezer dagen met hem had, eeto
onderhoud dat hoogstens drie minuten
duurde, werd den milicien door dezen
compagniescommandant driemaal toege-
bulderd „dat (hij) wel kon opdonderen";
en op de eenige vraag van den milicien
aan dezen ruwen „held" werd door de
zen geantwoord: „het kon mij niks
verdt
Het is ons niet langer mogelijk oveï
dergelijke feiten hetstilzwijgen te be
waren. Wij beginnen heden met de
vaststelling van het bovenstaande, in de
hoop dat wij niet zullen verplicht wor
den tot het noemen van namen; en dat
het tevens de laatste maal zij dat wiji
een dergelijke klacht .moeten ter sprake
brengen.
Onze mannen en zonen hebben al leed
genoeg te dragen over velerlei gemis en!
verlies, dan dat zij nog daarenboven be
hoeven bezwaard te worden met vitterijen
en beleedigingen. En wat onze Christelijke
miliciens aangaat, zij zijn nog nooit door
hun vader, hun patroon of dooi- wien
ook bevloekt geworden, zij wenschen dit
ook niet door hun meerderen in dienst
giedaan te worden.
Het deed ons dan ook genoegen dat
dezer dagen een R.-K. milicien, ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen, dit zijn kapitein op
de wacht heel bescheidenlijk onder helt
oog bracht.
De periode van de heerschappij der
snorrebaarden en roodneuzigen is voorbij,
thans dienen er slechts „menschen" in
de vaderlandsche gelederen.
De doods hand.
Aan het Ministerie van Financiën wordt
onderzocht welke de opbrengst zlou, kun
nen wezen van een belasting op goederen
in de doode hand.
Wij willen op de uitkomsten van dit
onderzoek niet vooruitloopendoch al
leen vaststellen dat, indien er al, meest
van Liberale zijde, al sinds onheugp/ijjben
tijd, stemmen zijn opgegaan ten gunste
van een zoodanige belasting, toch neg
geen enkel kabinet, van de dagen van
Thorbecke af, hetzij liberaal of niet-libe-
raal, het aangedurfd heeft, een wetsont
werp in dien geest in te dienen.
Ten allen tijde is dan ook verzekerd,
dat zulk een belasting weinig zou op
brengen.
'Ook werd het onbillijke aangetoond,
dat gelegen zou zijn in een dubbele be
lasting althans van sommige van derge
lijke goederen: eerst in de grondbelasting,
en dan nog eens wegens de doode hand.
De doode hand bij wijze van oorlogs-»
heffing te treffen zou nog te onbillijker
zijn, nu zoovele kloosters in Limburg en
Noord-Brabant met niet genoeg te prijzen
offervaardigheid het vaderland zijn te hulp
geschoten in zijn zorg voor de vluehte-
hngen; en aan de kerk, door milde steun-
bieding de taak der armenzorg verlich
ten.
Nu het echter toch gaat om onderzoek
naar de mogelijke opbrengst van een zloo-
danige belasting, mogen de volgende cdjL
fers wel eens gereleveerd, welke inder
tijd door minister Kolkman werden over
gelegd:
De onroerende goederen in de doode
hand vormden in 1911 een bezit, met
een belastbare opbrengst van f7.285.441
aan ongebouwde, f7.626.662 aan ge
bouwde eigendommen, terwijl op het
Grootboek aan kapitalen in de doode hand.
stond ingeschreven een bedrag van
{202.017.400 a 2l'a pet. en f73.003.350
a 3 pet.
Hieraan zij toegevoegd, dat dezer dagen
de redactie van „Het Vaderland" heeft
betoogd, „dat deze belasting veel min
der zou opbrengen dan men er van ver
wacht, inzonderheid, omdat in een groot
aantal gevallen de vrijstelling uit hoofde
vau het openbaar belang zou moeten
worden gehandhaafd. Men denke slechts
aan de gebouwen Van den gemeentelijken,
provincialen en rijksdienst", terwijl ook
niet mag worden uit het oog verloren,
„dat de genoemde vrijstellingen beperkt
zijn en dat o.a. voor aan een gemeente
toebehoorend onroerend goed, hetwelk
niet bestemd is voor den openbaren
dienst, wel degelijk grondbelasting wordt
betaald."
Beknopt overzicht van den toestand.
In Weenen heeft de vreugde weder
plaats gemaakt voor rouw!.
Ai, dat is een korte blijdschap ge
weest, n.l. die over het bezit van Bel
grado.
Toen de Oostenrijkers bij Valjewo klap
pen kregen men mag aannemen, dat
ze raak waren heette het, dat „tegen
over dien tegenslag de verovering van
Belgrado staat".
Men heeft zich nauwelijks 24 uur met
deze gedachte kunnen troosten, want bijina
onmiddellijk daarop volgden de zegetif-
dingen der Serviërs.
Voor de Oostenrijkers een geweldig
fiasco.
De overtuiging, dat Servië een gemak
kelijke prooi zou zijn, dat de Servische
troepen, hoe gehard en geoefend ook,
niet bestand zouden zijn tegen de Oos
tenrijksche regimenten, is reeds lang op
gegeven.
Ze blijken een niet te verachten tegen
stander te zijn.
Het „Oostenrijksche graniet", waarop
Servië zich de tanden zou stuk bijten
is niet zoo stevig als men verwachtte.
De nederlaag der Oostenrijksche troe
pen is waarschijnlijk te wijten aan 'het
onttrekken van troepenmachten voor het
Galicische gevechtsterrein. Met de berich-
ter over de Oostenrijksche verliezen in
Servië gingen berichten over voordeelen
door de Oostenrijkers ten Z, van Kra-
kau behaald, samen.
In de Karpathen leden de Russen een
nederlaag.
Volgens Wieenen verloren ze 9000 man,
die in de Oostenrijksche gevangenkam
pen zullen worden ondergebracht, en veel
buit.
Deze Russische nederlaag, gevolgd door
een terugtrekkende beweging, moet van
invloed zijn op de Russische poging om
over Krak au op te rukken.
Om het verband tusschen de verschil
lende legers niet te verbreken, zullen de
Russen ook daar, zoo- zij niet tot den
terugtocht genoodzaakt zijn, toch hun
voorwaaxtsche beweging moeten staken;
Van het Westelijk oorlogsveld wederom
weinig geruchtmakend nieuws.
Men bestudeere bet Duitsche commu
niqué in ons nummer van gisteren.
Geconstateerd moet, dat de positie der
geallieerden al gunstiger wordt bij die'
der Duitschers vergeleken.
De toestand gaf den Franschen in den
laats ten tijd herhaaldelijk gelegenheid veri
sche troepen naar het front te zenden,
en den gezondheids- en verplegingsdienst
belangrijk te verbeteren.
De Engelsohen worden op dezelfde ;wijzé
begunstigd.
De Duitschers, die hun krachten meer
moeiten verdeelen, hebben des te moeilijker
taak.
Van de Mabnösche vorstenbijeenkomst
heeft men natuurlijk gelezen.
Wie juicht ze niet toe?!
Een Belgisch blad over België's neutraliteit.
De „Nieuwe Gazet", die evenals andere
Antwerpsche bladen ©en door den Duit-
schen censor te Antwerpen opgemaakt
résumé publiceerde van de rede des
Rijkskanseliers, geeft thans een kort
commentaar. Na hulde gebracht te heb
ben aan het proza van den kanselier,
betuigt het blad zijn eerbied voor de
meening van „andersdenkenden" en
spreekt het de hoop uit dat ook, „waar
het onze gedachte betreft" in acht zal'
genomen worden.
Het dan volgend commentaar heeft
niets van de scherpte, welke een zooda
nige inleiding zou gewettigd hebben.- Het
blad wijst even op de bekende verklaring
van 4 Augustus in verband met de thans
geuite beschuldiging als zou België zelf
zijn neutraliteit verbroken hebben, en
zegt naar aanleiding hiervan slechts:
„Wij; mogen en wij kunnen niet aan
nemen dat ons ministerie een verbond
zou aangegaan hebben met een vreemde
mogendheid, waarbij het onze eigen on
zijdigheid zoo maar prijs zou hebben
gegeven
„Neen! dat wil er bij ons niet in, al
mogen we zelfs aannemen dat de Rijks
kanselier te goeder trouw gesproken heeft.
De „Nieuwe Gazet" doet vervolgens uit
komen dat hlet geheele Belgische volk!
te diep doordrongen was van de nood
zakelijkheid tot stipte hanunaving der
neutraliteit dan dat ©enig staatsman
hiervan zou afwijken en dat niet één
Belg den oorlog gewenscht of gewild
heeft.
Het artikel, dat weinig moeite doet om
de voornaamste beweringen van den kan
selier te ontzenuwen, draagt het stempel
van de moeilijke omstandigheden waar
onder het geschreven werd, nadat de
redactie verplicht was geweest een uit
voerig résumé van de rede des kanseliers
af te drukken.
Duitsche socialisten In den oorlog.
Het socialistische blad de „Clarion"
maakt melding van een discussie tus
schen eenige Belgische en Duitsche so
cialisten. De Belgen beklaagden zich, dat
de Duitsche socialisten hun leer ontrouw
waren geworden toen zij' de Duitsche Re
geering hij haar aanval op een kleinen
en neutralen Staat steunden. Het ant
woord van de Duitschers was, dat het
wel 100.000 Duitsche levens meer zou
hebben gekost als Frankrijk anders aan
gevallen was dan door België en dat,
als de Belgen redelijk waren geweest,
zij de Duitsche legers den Vrijen door
tocht hadden gelaten.
Toen de Belgen antwoorden, dat zij
de eer en de vrijheid van hun vader
land hooger achtten dan de levens van
welke 100.000 man dan ook, waren de
Duitschers hoogst verwonderd. Zij konden
zich niet begrijpen, dat een socialist eenig
gewicht zou hechten aan zoo'n „bour
geois" ideaal als nationale eer. Het stand
punt van deze Duitsche socialisten was
blijkbaar, dat de materieele belangen Van
Duitschland zouden gebaat zijn door een
suooesvollen oorlog; dat deze economische
welvaart van de natie op haar beurt
de Duitsche arbeidersklassen zou ten goe
de komen; dat daarom Duitsche socia
listen, in spijt van hun voorgewende
liefde voor al wat mensch is Zonder op
nationale grenzen te achten, gerecht
vaardigd waren in hun steun aan hun
eigen regeering. O.a. gaven deze Duit
sche socialisten spottend toe, dat toen
zij in vredestijd de oorlogslieven.de poli
tiek Van hun regeering hadden gehekeld,
zijdit n i e t z o 0 haddenigemeend,
het Was alleen een partijbewe
ging.
Dit gesprek, voegt een Engelsch blad
er aan toe, heeft, hoewel het eenig licht
werpt op den gedachtengang der Duit
schers, niets nieuws geopenbaard, wat
betreft de feitelijke houding der socialisten
als Zoodanig. De waarheid is, dat socia
lism© evenals ander© „ismes" in alle lan
den slechts aan de oppervlakte blijft.
De Duitsche socialist is Voor alles een
Duitscher en waar hij het materieel be
lang van zijn land verkiest hoven eenige
kwestie van eer, volgt hij1 alleen maar
het voorbeeld van den Duitschen Rijks
kanselier.
Hoe kanonnier Harlock geridderd werd.
Een medewerker van de „Daily Telegr."
vertelt hoe een kameraad van sergeant
Harlock van de 113e batterij het verhaal
deed van de wijze waarop de sergeant
het Victoria-kruis verkreeg.
De soldaat Vertelt:
„Bombardier Harlock, dat was hij toen
nog, had verbazend geluk. Wirj' waren in
actie op een open terrein en het ging
er warmpjes toe, .hoor „Jack John
son's" en kartetsen. Toen een „Jack John
son" (een granaat) insloeg en tegelijker
tijd juist een kartets en het hieïd toen'
niet op. Een kartets sprong juist onder
het kanon Van Harlock, de staart van de
affuit werd vernield en Harlock kreeg
splinters in zijn rechter dij niet erg
hoor, maar erg genoeg dat ze hem
misschien wel een paar weken in het
hospitaal zouden houden hij ging naar
het verband-station, en de dokter verbond
hem en zei hem naar de ambulance te
gaan om zich naar het hospitaal te laten
brengen.
„Harlock gaat naar buiten, maar bij'
kijkt niet uit naar een ambulance, maar
gaat terug naar de batterij. O hé, hij was
hier nog geen vijf minuten of hij kreeg
er een in zijn rug. Weer Wandelt hij
naar het verbandstation, en de dokter
vraagt hem waarom hij' niet naar het
hospitaal is gegaan. Harlock zegt, dat hij
geen ambulance gezien had. Toen hij
weer verbonden was geeft de dokter een
hospitaalsoldaat last hem weg te brengen,
zeggende, als hij in staat is geweest,
naar zijn batterij te loopen, kan hij ook
wel naar het hospitaal loopen.
Met z'n tweeën gaan ze dus weg, maar
Harlock beduidde den soldaat, dat de dok
ter een beetje al te zwaar op de hand
is en dat er nog genoeg lui zijn die da
hulp van den verpleger meer noodig heb
ben dan hij en dat als de hospitaalsol
daat naar het Verbandstation wilde terug
gaan, hij, Harlock, zijn weg zelf wel zou
Vinden. De soldaat vond dat goed, maar
zegt tegen Harlock: nou geen gekheid
hoor, anders loop ik tegen de lamp. Je
gaat regelrecht naar het hospitaal.
Harlock zegt: „Goeie morgen", en
keert dan de woorden van den dokter
om: als ik naar het hospitaal kan loopen,
zegt hij hij zich zelf, kan ik net Zoo goed!
teruggaan naar de batterij. Zoo komt hij
terug en drommels hij is nog maar weer
nauwelijks of hij krijgt eenige splinters
in Zijn arm.
Een paar van onze officieren ontmoe
ten 's avonds den dokter en vertelden
hem van Harlock en toen moest deze
voorkomen en kreeg een standje. Maar ik
denk dat ze werk hadden om .zich goed
te houden. In elk geval hij is sergeant
geworden en kreeg het Victoria-Kruis.
De oorlog en de opening van het
Panamakanaal.
De plechtige inwijding van hlet Panama
kanaal' zal, naar de „Frankfurter Zeitung"
uit New-York verneietmt, niet door den
oorlog worden vertraagd len alles zal plaats
vinden volgens het vastgestelde pro
gramma.
Volgens dit program zullen tusschen 10
en 15 Februari de buitenlandsche oor
logsschepen, welke aan de plechtigheid
deelnemen, zich te Hampton Road bevin
den, waar zij worden opgewacht door
zeventien Amerikaansche schepen.
Op 20 Februari worden de vertegenwoor
digers ontvangen op het Witte Huis. Daar
zal President Wilson door een druk op
een electrische knop de wereldtentoonstel
ling in Chicago openen.
Op den 22sten, den geboortedag van
Washington zal' de President revue hou
den over de oorlogsschepen in Hampton
Road. Den 5den Maart gaat hij aan boord
van de New-York, het grootste en nieuw
ste oorlogsschip van de Amerikaansche
vloot. Dan vaart hij door het Kanaal, al
waar aan het eindpunt bij den Grooten
Oceaan, de inwijdingsplechtigheid plaats
heeft. Dan gaat de reis verder naar de
kust van Californië. De President blijft
aan boord van de New-York, die aan de
spits der geheele Amerikaansche vloot
zal varen.
Te San Diego, waar ook een tentoon
stelling plaats heeft, zal de heer Wilson
drie dagen blijven, en op 24 Maart zal
hij te San Francisco aankomen.
Met groote belangstelling zal men na
tuurlijk over de geheele wereld afwachten,
op welke wijze de oorlogvoerende mogend
heden aan de plechtigheid zullen deel
nemen, en vooral' hoe men het zal aan
leggen om te zorgen, dat hun oorlogssche
pen elkaar te Hampton Road geen zeeslag
leveren.
Te Amerika gelooft mien, dat de oorlog
voerende mogendheden voor de oorlogs
schepen, welke zij 'ter bijwoning van de
plechtigheid naar Amerika zullen zenden
een soort van Godsvrede zullen decretee-
ren.
Volgens het jaarverslag van overste
Goethals de gouverneur der Kanaalzone,
hebben de kosten van aanleg 353 millioen
dollar bedragen.
Sedert het begin van de doorgraving
hebben er in bet kanaalgebied niet min
der dan 87 aardbevingen plaats gehad,
waaraan echter de sluizen en andere
'bouwwerken voortreffelijk weerstand heb
ben geboden.
Aan de Yser en in Fransch-Vlaanderen
nieuwe inundatie-linies.
Een bijzondere correspondent van de
Tel. te Sluis schrijft dd. 14 Deo.
De loopgraven aan de Yser lijden niet
alleen van den regen, maar ook veel
van de „kwernme", zooals men in Vlaan
deren zegt, „kwelwater" in het Neder-
landsch. In deze streken borrelt dit reeds
op een diépte van minder dan een meter
op. Aan beide zijden der rivier wordt
hierdoor geleden.
Oostduinkerke, 't laatst gebombardeerde
dorp, wordt Vooral door visschers be
woond, maar is tevens een in den zomer
druk bezochte badplaats. De duinen wor
den daar zeer breed.
Moesten de Duitschers er in gelukken
toch de Yser over te trekken, dan stui
ten ze op een tweede linie, waarbij over
strooming een voorname rol zal spelen.
De Colme, 't kanaal van Fransch-Vlaande-