No. 66 Woensdag 16 December 1914 29e «laargang e Knecht, ïhoudster, De Groote Oorlog. een IAN, Heinkenszand. t Januari gevraagd, pen lulpkantoor, Koude- -WOLFAARTSDIJK- l-VEER. leling tot nadere aan- |iging. lalve Zondags. iTolf. Veer van trein laar Goes v.m. 7 uur folf. Veer van trein ir Goes 12* uur op Inm. |Wolf. Veer 5,29 en laar Goes 7 u. n.m. I. uit Goes, van Wolf. Ivan Goes naar Wolf. 1 Wolf. Veer 4 u. n.m. vallen des Dinsdags. 5TWALSOORDEN I s o o r d e nV lake, [ïsche Tijd. December 1914. ilst (Station) vm. 2.25, 5.25 en 8 u. sterzan.de (Dorp) nm. 3.15, 6.15 en lorden (Dijk) vm. |nam. 3.25, 6.25 en "ialsoorden naar 12.25 en 3.45 u. (ongeveer) vm. 9.55, e naar Walsoorden 2.50 u. looiden (ongeveer É5 en 3.40 u. irden (dijk) vin. Lm. 3.45, 6.40, 9.05. Traande (dorp) vm. Kam. 3.55, 6.50 en (Station) vm. 7.05, |.45, 7.40 en 10.05 u. lenst op de Wester- ■gen-Breskens-Neuzen. lenst re ge ling I nadere aankondiging. Jlijks: Breskens vm. 7.50, fo*), 2.45. Vlissingen vm. S.20, 3.15. ar Neuzen vm. 9.20, Vlissingen vm. 7.50, in trein 12,02 kunnen fens en Neuzen wach- te Borsselen aan. zenHoedekenskerke 3MB00TDIENST OP -SCHELDE, lijne. Kantoor te Mid- prs poort G 150. ienstregeling aadere aankondiging, op werkdagen vm. Zondagen vm. 7.30, Donderdagen vm. 7, werkdagen vm. 7.30, gen vm. 7.30, nm. lotdienst IOTTERDAM fegen plaatsen. Ir 1914. Dond. 24 9,-10,80 Vrijd. 25 9,-10,— Zater. 26 Zond. 27 9,30 9,— i Maan. 28 9,30 9,30 Dins. 29 9,- 9,30 Woen30 9,9,30 Dond. 31 9,30 9.30 lal achter den datum erikzeehet tweede van Rotterdam. lotdienst JELB.-ROTTERD. lende plaatsen, ter 1914. 1st, uitgezonderd des Ingen vm. 6.20 van - en van Rotterdam des Maandags van lerdag 26 December Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN *E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Colntro Goes. Zij, die zich met ingang van Januari e. k. op „Oe Zeeuw" abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Een Dgevolgde wenk. In de zitting van de Tweede Kamer op 17 April 1907 heeft de heer Troelstra o.a, gezegd: „Ik geef elke Regeering in overweging om haar bestaan niet afhan kelijk te stellen van de sociaal-democra ten". Minister Treub heeft dezen wenk op gevolgd. Hij is niet voor het partijgesohree|uW van de Kleerekopers buiten of van de Vliegens in de Kamer uit den weg ge gaan; en ook de gedocumenteerde speech van mr. TroeJstra met de oppositie zelfs van zijn eigen naasten geestverwant dr. Bos heeft hij langs zich heen laten glijden, en den steuin aanvaard van redhts en van de vrij-liberalen. Omdat liet landsbelang dit vorderde; natuurlijk daarom in de eerste plaats. Doch indirect zeker ook wel om zich gehoorzaam je houden aan boven aan gehaald advies van den leider der so ciaal-democraten: zijn bestaan niet afhan kelijk te stellen van de sociaal-democraten. Ja ook niet van de vrijzinnig-demo craten, luidde, wel niet uitgesproken, maar dan toch metterdaad, 's ministers ant woord. Tweede druk. Voor het sociale leven, handboek ten dienste van de Chr. Vakorganisatie en de algemeene arbeidersbeweging, door C. Smeenk is in tweeden druk versoheneirt bij de bekende drukkerij Libertias, Rot terdam. Nu al een tweede druk. En dat voor een boek, dat zich zoo maar niet 'aan de (theetafel even laat lezen; eü dat on derwerpen bevat die niet op de alge meene belangstelling, laat staan instem ming, kunnen rekenen! Dat is een goed teeken. De schrijver heeft dezen druk op mee'ü dan één punt verbeterd en belangrijk uit gebreid. Het hoofdstuk Vrouwen- en Kin derarbeid en Bet hoofdstuk Vakvereeni- ging en Sociale Wetgeving hebben ee(n goede beurt gehad. Wij juichen deze tweede uitgave zeer toe. Laten nu zij die zich Smeenks sociale studie nog niet aanschaften, dezen twee den druk bestellen, die schoon 60 blad zijden grooter, echter niet duurder is don de eerste, en een schat van gegevens bevat voor bespreking in de vergaderingen onzer clubs en kiesvereenigingen en door onze werklieden met vrucht kunnen (war den genoten. „Het geringste kwaad". „Het Handelsblad" (liberaal) van 20 Juni 1913 schreef: „In de vaste overtuiging, dat wij onze beginselen het best dienen door zóó te stemmen, dat de regeeringsmeerderheid! verdwijnt, herhalen wij: bij) herstemming tusschen een kerkdijken candidaat en een sociaal-democraat is thans de sociaal democraat het geringste kwaad". Dit liedje is door alle liberalen nage zongen. Bij de behandeling van het Leeningjs- ontwerp, ja lang reeds daarvoor zijn, het de socialisten geweest die het Bestand braken niet alleen, maar ook het lands belang vertraden, en aan de volken van Europa het schouwspel te zien gaven van een op voet van oorlog ingericht volk, bezig zich door oorlog in eigen boezem te onderscheiden. De rechterzijde stond geheel en onver deeld de re,geering en het gezag ter zijde. Zegt „Het Handelsblad" nog dat hij herstemming de kerkelijke candidaat het ergste kwaad is en de sociaal-democraat het geringste? Zou heit liberale kabinet dit beamen? ft Vloeken Wij wenschen niet telkens te herhalen hoezeer het ons spijt dat onze jongens en huisvaders nu al bijna vieT maanden op commando zijn en den last en lueft verdriet van het krijgsmansleven, zooals een huisvader en een zakenman dat alleen voelen kunnen, hebben te dragen. Onze miliciens en landweermannen willen dit trouwens zeiven niet. Maar wel willen ZÜ dat men nota neme van hunne klach ten. En nu hebben wij al verschillende Klachten van miliciens 'ter, züde gelegd, ofschoon wij van de reehtma heid dier klachten overtuigd waren. Doch nu w.en- sóhen wij niet langer te zwijgen. "et is al lang geleden dat ons uit Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentlën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Zoeuwsch-Vlaanderen de klacht bereikte', dat oen kapitein op weinig mensohlievende wijze met de manschappen omgaat. Wij vernamen dat Zijn Hoogedelgestrenge on der meer aan den kamerwacht last gaf voor de reveille op te staan om de kachel wat vroeger warm te krijgenen aan den luitenant om toe te zien, dat de schildwachten in dein harren winternacht de kraag van hun kapotjas niet opzetten. Het spreekt van zelf dat dergelijke or ders een soldaat niet prettig stemmen. Toch verdienen dergelijke klachten min der aandacht dan eene andere, die ons gewerd uit datzelfde Zeeuwsoh-Vla,ande ren over een kapitein die de miliciens op beestachtige wijze toespreekt. De klacht geldt ook het kader in het algemeen. Men versta ons goed: er zijn korporaals en onderofficieren die nooit vloeken of bar doen tegen de manschap pen. Wij gedenken hunner met achting en dank voor hun goede inzicht in het geen een soldaat, die toch in de eersite plaats m e n s c h is, toekomt. Doch wij verstaan de klacht onzer mi liciens: waarom moeten wij eenige keeren per dag door de onbesohaafden onder hen zoo onbeschoft en brutaal mogelijk worden uitgevloekt? Is dat in het be lang van het land Is het noodig dat men daarvoor strepen of sterren' heb be? En wat nu bovenbedoeldeu kapitein aangaat, waarom kan Zijnedelgestrenge denzulken geen beter voorbeeld geven?' In een onderhoud dat een onzer mili ciens dezer dagen met hem had, eeto onderhoud dat hoogstens drie minuten duurde, werd den milicien door dezen compagniescommandant driemaal toege- bulderd „dat (hij) wel kon opdonderen"; en op de eenige vraag van den milicien aan dezen ruwen „held" werd door de zen geantwoord: „het kon mij niks verdt Het is ons niet langer mogelijk oveï dergelijke feiten hetstilzwijgen te be waren. Wij beginnen heden met de vaststelling van het bovenstaande, in de hoop dat wij niet zullen verplicht wor den tot het noemen van namen; en dat het tevens de laatste maal zij dat wiji een dergelijke klacht .moeten ter sprake brengen. Onze mannen en zonen hebben al leed genoeg te dragen over velerlei gemis en! verlies, dan dat zij nog daarenboven be hoeven bezwaard te worden met vitterijen en beleedigingen. En wat onze Christelijke miliciens aangaat, zij zijn nog nooit door hun vader, hun patroon of dooi- wien ook bevloekt geworden, zij wenschen dit ook niet door hun meerderen in dienst giedaan te worden. Het deed ons dan ook genoegen dat dezer dagen een R.-K. milicien, ook in Zeeuwsch-Vlaanderen, dit zijn kapitein op de wacht heel bescheidenlijk onder helt oog bracht. De periode van de heerschappij der snorrebaarden en roodneuzigen is voorbij, thans dienen er slechts „menschen" in de vaderlandsche gelederen. De doods hand. Aan het Ministerie van Financiën wordt onderzocht welke de opbrengst zlou, kun nen wezen van een belasting op goederen in de doode hand. Wij willen op de uitkomsten van dit onderzoek niet vooruitloopendoch al leen vaststellen dat, indien er al, meest van Liberale zijde, al sinds onheugp/ijjben tijd, stemmen zijn opgegaan ten gunste van een zoodanige belasting, toch neg geen enkel kabinet, van de dagen van Thorbecke af, hetzij liberaal of niet-libe- raal, het aangedurfd heeft, een wetsont werp in dien geest in te dienen. Ten allen tijde is dan ook verzekerd, dat zulk een belasting weinig zou op brengen. 'Ook werd het onbillijke aangetoond, dat gelegen zou zijn in een dubbele be lasting althans van sommige van derge lijke goederen: eerst in de grondbelasting, en dan nog eens wegens de doode hand. De doode hand bij wijze van oorlogs-» heffing te treffen zou nog te onbillijker zijn, nu zoovele kloosters in Limburg en Noord-Brabant met niet genoeg te prijzen offervaardigheid het vaderland zijn te hulp geschoten in zijn zorg voor de vluehte- hngen; en aan de kerk, door milde steun- bieding de taak der armenzorg verlich ten. Nu het echter toch gaat om onderzoek naar de mogelijke opbrengst van een zloo- danige belasting, mogen de volgende cdjL fers wel eens gereleveerd, welke inder tijd door minister Kolkman werden over gelegd: De onroerende goederen in de doode hand vormden in 1911 een bezit, met een belastbare opbrengst van f7.285.441 aan ongebouwde, f7.626.662 aan ge bouwde eigendommen, terwijl op het Grootboek aan kapitalen in de doode hand. stond ingeschreven een bedrag van {202.017.400 a 2l'a pet. en f73.003.350 a 3 pet. Hieraan zij toegevoegd, dat dezer dagen de redactie van „Het Vaderland" heeft betoogd, „dat deze belasting veel min der zou opbrengen dan men er van ver wacht, inzonderheid, omdat in een groot aantal gevallen de vrijstelling uit hoofde vau het openbaar belang zou moeten worden gehandhaafd. Men denke slechts aan de gebouwen Van den gemeentelijken, provincialen en rijksdienst", terwijl ook niet mag worden uit het oog verloren, „dat de genoemde vrijstellingen beperkt zijn en dat o.a. voor aan een gemeente toebehoorend onroerend goed, hetwelk niet bestemd is voor den openbaren dienst, wel degelijk grondbelasting wordt betaald." Beknopt overzicht van den toestand. In Weenen heeft de vreugde weder plaats gemaakt voor rouw!. Ai, dat is een korte blijdschap ge weest, n.l. die over het bezit van Bel grado. Toen de Oostenrijkers bij Valjewo klap pen kregen men mag aannemen, dat ze raak waren heette het, dat „tegen over dien tegenslag de verovering van Belgrado staat". Men heeft zich nauwelijks 24 uur met deze gedachte kunnen troosten, want bijina onmiddellijk daarop volgden de zegetif- dingen der Serviërs. Voor de Oostenrijkers een geweldig fiasco. De overtuiging, dat Servië een gemak kelijke prooi zou zijn, dat de Servische troepen, hoe gehard en geoefend ook, niet bestand zouden zijn tegen de Oos tenrijksche regimenten, is reeds lang op gegeven. Ze blijken een niet te verachten tegen stander te zijn. Het „Oostenrijksche graniet", waarop Servië zich de tanden zou stuk bijten is niet zoo stevig als men verwachtte. De nederlaag der Oostenrijksche troe pen is waarschijnlijk te wijten aan 'het onttrekken van troepenmachten voor het Galicische gevechtsterrein. Met de berich- ter over de Oostenrijksche verliezen in Servië gingen berichten over voordeelen door de Oostenrijkers ten Z, van Kra- kau behaald, samen. In de Karpathen leden de Russen een nederlaag. Volgens Wieenen verloren ze 9000 man, die in de Oostenrijksche gevangenkam pen zullen worden ondergebracht, en veel buit. Deze Russische nederlaag, gevolgd door een terugtrekkende beweging, moet van invloed zijn op de Russische poging om over Krak au op te rukken. Om het verband tusschen de verschil lende legers niet te verbreken, zullen de Russen ook daar, zoo- zij niet tot den terugtocht genoodzaakt zijn, toch hun voorwaaxtsche beweging moeten staken; Van het Westelijk oorlogsveld wederom weinig geruchtmakend nieuws. Men bestudeere bet Duitsche commu niqué in ons nummer van gisteren. Geconstateerd moet, dat de positie der geallieerden al gunstiger wordt bij die' der Duitschers vergeleken. De toestand gaf den Franschen in den laats ten tijd herhaaldelijk gelegenheid veri sche troepen naar het front te zenden, en den gezondheids- en verplegingsdienst belangrijk te verbeteren. De Engelsohen worden op dezelfde ;wijzé begunstigd. De Duitschers, die hun krachten meer moeiten verdeelen, hebben des te moeilijker taak. Van de Mabnösche vorstenbijeenkomst heeft men natuurlijk gelezen. Wie juicht ze niet toe?! Een Belgisch blad over België's neutraliteit. De „Nieuwe Gazet", die evenals andere Antwerpsche bladen ©en door den Duit- schen censor te Antwerpen opgemaakt résumé publiceerde van de rede des Rijkskanseliers, geeft thans een kort commentaar. Na hulde gebracht te heb ben aan het proza van den kanselier, betuigt het blad zijn eerbied voor de meening van „andersdenkenden" en spreekt het de hoop uit dat ook, „waar het onze gedachte betreft" in acht zal' genomen worden. Het dan volgend commentaar heeft niets van de scherpte, welke een zooda nige inleiding zou gewettigd hebben.- Het blad wijst even op de bekende verklaring van 4 Augustus in verband met de thans geuite beschuldiging als zou België zelf zijn neutraliteit verbroken hebben, en zegt naar aanleiding hiervan slechts: „Wij; mogen en wij kunnen niet aan nemen dat ons ministerie een verbond zou aangegaan hebben met een vreemde mogendheid, waarbij het onze eigen on zijdigheid zoo maar prijs zou hebben gegeven „Neen! dat wil er bij ons niet in, al mogen we zelfs aannemen dat de Rijks kanselier te goeder trouw gesproken heeft. De „Nieuwe Gazet" doet vervolgens uit komen dat hlet geheele Belgische volk! te diep doordrongen was van de nood zakelijkheid tot stipte hanunaving der neutraliteit dan dat ©enig staatsman hiervan zou afwijken en dat niet één Belg den oorlog gewenscht of gewild heeft. Het artikel, dat weinig moeite doet om de voornaamste beweringen van den kan selier te ontzenuwen, draagt het stempel van de moeilijke omstandigheden waar onder het geschreven werd, nadat de redactie verplicht was geweest een uit voerig résumé van de rede des kanseliers af te drukken. Duitsche socialisten In den oorlog. Het socialistische blad de „Clarion" maakt melding van een discussie tus schen eenige Belgische en Duitsche so cialisten. De Belgen beklaagden zich, dat de Duitsche socialisten hun leer ontrouw waren geworden toen zij' de Duitsche Re geering hij haar aanval op een kleinen en neutralen Staat steunden. Het ant woord van de Duitschers was, dat het wel 100.000 Duitsche levens meer zou hebben gekost als Frankrijk anders aan gevallen was dan door België en dat, als de Belgen redelijk waren geweest, zij de Duitsche legers den Vrijen door tocht hadden gelaten. Toen de Belgen antwoorden, dat zij de eer en de vrijheid van hun vader land hooger achtten dan de levens van welke 100.000 man dan ook, waren de Duitschers hoogst verwonderd. Zij konden zich niet begrijpen, dat een socialist eenig gewicht zou hechten aan zoo'n „bour geois" ideaal als nationale eer. Het stand punt van deze Duitsche socialisten was blijkbaar, dat de materieele belangen Van Duitschland zouden gebaat zijn door een suooesvollen oorlog; dat deze economische welvaart van de natie op haar beurt de Duitsche arbeidersklassen zou ten goe de komen; dat daarom Duitsche socia listen, in spijt van hun voorgewende liefde voor al wat mensch is Zonder op nationale grenzen te achten, gerecht vaardigd waren in hun steun aan hun eigen regeering. O.a. gaven deze Duit sche socialisten spottend toe, dat toen zij in vredestijd de oorlogslieven.de poli tiek Van hun regeering hadden gehekeld, zijdit n i e t z o 0 haddenigemeend, het Was alleen een partijbewe ging. Dit gesprek, voegt een Engelsch blad er aan toe, heeft, hoewel het eenig licht werpt op den gedachtengang der Duit schers, niets nieuws geopenbaard, wat betreft de feitelijke houding der socialisten als Zoodanig. De waarheid is, dat socia lism© evenals ander© „ismes" in alle lan den slechts aan de oppervlakte blijft. De Duitsche socialist is Voor alles een Duitscher en waar hij het materieel be lang van zijn land verkiest hoven eenige kwestie van eer, volgt hij1 alleen maar het voorbeeld van den Duitschen Rijks kanselier. Hoe kanonnier Harlock geridderd werd. Een medewerker van de „Daily Telegr." vertelt hoe een kameraad van sergeant Harlock van de 113e batterij het verhaal deed van de wijze waarop de sergeant het Victoria-kruis verkreeg. De soldaat Vertelt: „Bombardier Harlock, dat was hij toen nog, had verbazend geluk. Wirj' waren in actie op een open terrein en het ging er warmpjes toe, .hoor „Jack John son's" en kartetsen. Toen een „Jack John son" (een granaat) insloeg en tegelijker tijd juist een kartets en het hieïd toen' niet op. Een kartets sprong juist onder het kanon Van Harlock, de staart van de affuit werd vernield en Harlock kreeg splinters in zijn rechter dij niet erg hoor, maar erg genoeg dat ze hem misschien wel een paar weken in het hospitaal zouden houden hij ging naar het verband-station, en de dokter verbond hem en zei hem naar de ambulance te gaan om zich naar het hospitaal te laten brengen. „Harlock gaat naar buiten, maar bij' kijkt niet uit naar een ambulance, maar gaat terug naar de batterij. O hé, hij was hier nog geen vijf minuten of hij kreeg er een in zijn rug. Weer Wandelt hij naar het verbandstation, en de dokter vraagt hem waarom hij' niet naar het hospitaal is gegaan. Harlock zegt, dat hij geen ambulance gezien had. Toen hij weer verbonden was geeft de dokter een hospitaalsoldaat last hem weg te brengen, zeggende, als hij in staat is geweest, naar zijn batterij te loopen, kan hij ook wel naar het hospitaal loopen. Met z'n tweeën gaan ze dus weg, maar Harlock beduidde den soldaat, dat de dok ter een beetje al te zwaar op de hand is en dat er nog genoeg lui zijn die da hulp van den verpleger meer noodig heb ben dan hij en dat als de hospitaalsol daat naar het Verbandstation wilde terug gaan, hij, Harlock, zijn weg zelf wel zou Vinden. De soldaat vond dat goed, maar zegt tegen Harlock: nou geen gekheid hoor, anders loop ik tegen de lamp. Je gaat regelrecht naar het hospitaal. Harlock zegt: „Goeie morgen", en keert dan de woorden van den dokter om: als ik naar het hospitaal kan loopen, zegt hij hij zich zelf, kan ik net Zoo goed! teruggaan naar de batterij. Zoo komt hij terug en drommels hij is nog maar weer nauwelijks of hij krijgt eenige splinters in Zijn arm. Een paar van onze officieren ontmoe ten 's avonds den dokter en vertelden hem van Harlock en toen moest deze voorkomen en kreeg een standje. Maar ik denk dat ze werk hadden om .zich goed te houden. In elk geval hij is sergeant geworden en kreeg het Victoria-Kruis. De oorlog en de opening van het Panamakanaal. De plechtige inwijding van hlet Panama kanaal' zal, naar de „Frankfurter Zeitung" uit New-York verneietmt, niet door den oorlog worden vertraagd len alles zal plaats vinden volgens het vastgestelde pro gramma. Volgens dit program zullen tusschen 10 en 15 Februari de buitenlandsche oor logsschepen, welke aan de plechtigheid deelnemen, zich te Hampton Road bevin den, waar zij worden opgewacht door zeventien Amerikaansche schepen. Op 20 Februari worden de vertegenwoor digers ontvangen op het Witte Huis. Daar zal President Wilson door een druk op een electrische knop de wereldtentoonstel ling in Chicago openen. Op den 22sten, den geboortedag van Washington zal' de President revue hou den over de oorlogsschepen in Hampton Road. Den 5den Maart gaat hij aan boord van de New-York, het grootste en nieuw ste oorlogsschip van de Amerikaansche vloot. Dan vaart hij door het Kanaal, al waar aan het eindpunt bij den Grooten Oceaan, de inwijdingsplechtigheid plaats heeft. Dan gaat de reis verder naar de kust van Californië. De President blijft aan boord van de New-York, die aan de spits der geheele Amerikaansche vloot zal varen. Te San Diego, waar ook een tentoon stelling plaats heeft, zal de heer Wilson drie dagen blijven, en op 24 Maart zal hij te San Francisco aankomen. Met groote belangstelling zal men na tuurlijk over de geheele wereld afwachten, op welke wijze de oorlogvoerende mogend heden aan de plechtigheid zullen deel nemen, en vooral' hoe men het zal aan leggen om te zorgen, dat hun oorlogssche pen elkaar te Hampton Road geen zeeslag leveren. Te Amerika gelooft mien, dat de oorlog voerende mogendheden voor de oorlogs schepen, welke zij 'ter bijwoning van de plechtigheid naar Amerika zullen zenden een soort van Godsvrede zullen decretee- ren. Volgens het jaarverslag van overste Goethals de gouverneur der Kanaalzone, hebben de kosten van aanleg 353 millioen dollar bedragen. Sedert het begin van de doorgraving hebben er in bet kanaalgebied niet min der dan 87 aardbevingen plaats gehad, waaraan echter de sluizen en andere 'bouwwerken voortreffelijk weerstand heb ben geboden. Aan de Yser en in Fransch-Vlaanderen nieuwe inundatie-linies. Een bijzondere correspondent van de Tel. te Sluis schrijft dd. 14 Deo. De loopgraven aan de Yser lijden niet alleen van den regen, maar ook veel van de „kwernme", zooals men in Vlaan deren zegt, „kwelwater" in het Neder- landsch. In deze streken borrelt dit reeds op een diépte van minder dan een meter op. Aan beide zijden der rivier wordt hierdoor geleden. Oostduinkerke, 't laatst gebombardeerde dorp, wordt Vooral door visschers be woond, maar is tevens een in den zomer druk bezochte badplaats. De duinen wor den daar zeer breed. Moesten de Duitschers er in gelukken toch de Yser over te trekken, dan stui ten ze op een tweede linie, waarbij over strooming een voorname rol zal spelen. De Colme, 't kanaal van Fransch-Vlaande-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1