JXo. 64 Maandag 14 December 1914 39e «laargang De Groote OorBog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO .gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN3E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. iü Zij, die zich met ingang van Januari e. k. op",,DeZeeuw" abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Drie getuigen als Rusland wint! Bij de ramp van de „Titanic" kwam do Engelsche schrijver Stead om het le ven, en in hetzelfde jaar stierf de Rus sische schrijver Tolstoi. Hoe deze beide edele vaderlanders, die den vrede najaag den, zich over hun vaderland zouden ge schaamd hebben, indien zij dezen oorlog nog hadden kunnen beleven; hoe zij zich zouden bedroefd hebben over zoo gering gebleken doorwerking van hun jarenlange prediking. Toch zijn er nog nuchtere mannen in het buitenland overgebleven, om in hun geest 'tegen de zonde van 'dezen oorlog te getuigen. Daar is onder anderen de Engelsche schrijver Shaw: „Wij alle drie, Frankrijk, Engeland en Duitscihland", zoo schreef hij dezer dagen, „begaan een misdaad tegen de bescha ving ten gunste van Rusland. Mij en an dere verstandige mannen er toe te wil len brengen deze misdaad te bezien in het denkbeeldige licht van vaderlandsliefde,, is van eerlijke menschen verlangen, dat zij een dwaasheid beginnen. Wiij moeten thans strijden, sterven en lijden in het schrikkelijk bewustzijn, dat wij ons voor een krankzinnige zaak of feren". En verder: „Wat moet er gebeuren, wanneer y ij Duitsohland vernietigen?. Wij zouden dan Duitschland moeten verdedigen en zouden deze verdediging moeten beproe ven, niettegenstaande wij zelf door dezie'n broederoorlog .uitgeput zullen zijn". De Epgelsche militair en staatsman Pön- sonby schreef zijn meening in het tijd schrift „The Nation" in den vorm. van vraag en antwoord. Enkeie vragen met het daarop gegeven antwoord luiden al dus Vraag 7. Heeft de voornaamste vrees van Duitschland niet fn de eerste plaats betrekking op een Slavischen inval van uit Rusland? Antwoord: Ja,- 8. Beteekient onze ondersteuning van Rusland niet een versterking van de Rus sische autocratie en van het Russische militairisme en als gevolg- daarvan een benadeeling va,n de ontwikkeling en de voorlichting van het Russische volk? Ja. 9. Zoo een Russisch succes niet een nieuwe landaanwerving in Europa door Rusland beteekenen en zou dit niet hoogst ongewenscht zijn? Ja. 11. Is het mogelijk of wenschelijk, dat het Duitsehe Rijk ondermijnd en voor altijd in ,zijn natuurlijk uitbreidingsver mogen tegengehouden worde? Neen. Tot zoover Arthur Ponsonby. En nu nog het oordeel- van den beken den Nederlandschen Hoogleeraar -dr. P. D. Chantepie de la Saussaye Sn „Onzie Eeuw". Het luidt als volgt: „Sommigen spellen van dezen reuzen strijd het einde van bet militarisme: deze oorlog zal de laatste wezen. Alsof, indien Duitschland werd gefnuikt, Engeland en Rusland elkaar de wereldheerschappij zou den gunnendan zouden de bondgenooten misschien het nog betreuren, het militaire bolwerk der beide midden-Europeesche! keizerrijken te hebben geslecht. En alsof de -strijd met 'het Mongoolsche ras niet dreigend nadert! De Engelsche Jingo- dichter R. Kipling zong onlangs: „the Iiuns are at the gates" (de Hunnen staan v-oor de poort) 1) ten dadht daarbij aan Duitschers; waarvoor houdt hij wel1 de bondgenooten van Engeland: Russen en Japanners?" Wij zouden dat aantal getuigen nog met tientallen kunnen vermeerderen, wanneer wij ook de sociaal-democraten als getuigen opriepen. Voorioopig volstaan wij met dit drietal. De Hunnen een ruw herdersvolk, verlieten n de vierde eeuw hun woonplaats, het hoog land van den Altai' en rukten ver de Wolga- steppen, Westwaarts, op Oostenrijk en Frank rijk aan, onder aanvoering van Attila, die door de verschrikte volkeren de geesel Gods werd genoemd. Beknopt overzicht van den toestand. Over don zeeslag bij de Falkland-Eilan- den zijn nog enkele bijzonderheden be kend geworden. Berichten uit Buenos-Aywes in de bladen zeggen, dat de Duitsehe kruisers bekneld raakten tusschen de Britsche en Japan- sche eskaders. De „Scharnhorst" vuurde, tot haar kanoimen onder water geraak ten. Op 10 December werd bij het Chileen- sche eiland Mocha hevig vuren gehoord. Gemeend wordt, dat een gevecht plaats had tusschen den Duitsehen kruiser „Eitel Friedrich" en een Engelsch oorlogsschip. De „Karlsruhe" en de „Kronprinz, Wil helm" vluchtten voor de Engelsche vloot, die hunne kolenbooten en schepen met voorraad buitmaakte of deed zinken. LONDEN, 12 Dec. (R.O.) De Japansohe minister yan marine seinde aan Chur chill de hartelijke gelukwensohen der Ja- pansche marine met de schitterende En gelsche .overwinning hij de Falkland- eilanden. Churchill antwoordde, dat indien het Britsche eskader een laatsten slag kon toebrengen aan de Duitschers, het suc ces in ffe "StiHe 'Zuidzee voor een groot gedeelte te danken was aan do onver moeide hulp der Japansohe vloot, om de Duitschers uit het Oosten te verdrijven. Hun terugkeer zou buitengewoon moeilijk en gevaarlijk zijn. Churchill drukt de diepe dankbaarheid der Engelsche en Australische marine uit voor de niet genoeg te waardeeren hulp van "Japan. De „Daily Mail" verneemt uit 'New- York, dat het En|gtelsc-he- eskader de „Niirn- hetig" na een spannende jacht inhaalde en haar sommeerde zich over te geven. Zij weigerde én vocht tot ze zonk. Men deelt mede, dat het Engelsche es kader bestond uit de „Shannon", de „Achilles", de „Cochrane" en de „Na- tal" Dat in Engeland en koloniën een groo te blijdschap heersc-ht over zoo groot suc ces behoeft nauwelijks betoog. We zullen dan ook de verschillende persstemmen stilzwijgend voorbijgaan, Het jongste nieuws van 't Oostelijk ge vechtsterrein is vervat in een Russisch communiqué, 'tls er een van het soort van de Napoleontische overwinningsbè- richten. De generale staf 'deelde mede 'd.d. 13 Dec. mede, „dat in de streek Prasnysz Lechanow de gevechten zich normaal ont wikkelen. De Duitschers begonnen den lOen en den llen dezer hevige aanval len op het front Ilow-Leviecz, Zoowel hij dag als bij nacht. Zij werden met zware verliezen teruggeslagen". „Op verschillende andere punten heb ben wij tegenaanvallen met de bajonet ondernomen, welke met succes werde'n bekroond. Op andere punten van den lin ker Weichsel-oever had een enkele ka,non- nade plaats. De vijand week hier en daar terug". „Ten Zuiden van Krakau hebben wij den lOen dezer in één dag tijd vier ka nonnen, zeve-n mitrailleuses en ongeveer 4000 krijgsgevangenen gemaakt. Den llen dezer werd de strijd met deztelfde he vigheid voortgezet". „In de Karpathen zijn aanzienlijk ver sterkte Oostenrijksohe strijdmachten ver sohenen, die trachten het offensief te her vatten". Men -kan zeggen, dat de strijd voort duurt. Voorlo-o-pig hechte men niet te zeer aan snorkende berichten -als deze. De -ervaring iheeft ons voorzichtig ge maakt. In het Westen moeten de Duitschers er niet (best voorstaande officieele com- muniqué's schijnen .ons maar half in te lichten, doch de officieuse tijdingen ge ven des te me|er. Zoo meldt men „op het front der ver bondenen" belangwekkende bijzonderhe den over de troepenbewegingen der Duit schers. Men meent dat de actie der Duit schers tusschen Nieuwpoort 'en üixmuideu als geheel sucoesloos en onvruchtbaar aan het verloopen is en de Duitsehe troepen nu meer Zuidelijk worden geconcentreerd. De heftige aanval1 der Duitschers „in de streek van Yper-en", waarvan de Fran- sdhe oommuniqué's melding maakten, en die aanvankelijk succes gehad schijnt te hebben, zou dan wel' een bevestiging hier van zijn. Verdere niet-officieele berichten spieken van niet onbelangrijke successen, die door de verbondenen verder ten Zuiden van Yperen behaald zouden zijn. Een B euter-correspond-ent weet uit Bou logne te vertellen, dat Armentières Dins dag door :de Duitschers ontruimd zou we zen. Een bezetting van de- stad door de verhonden troepen schijnt echter nog niet gevolgd te wezen. De „Daily Chronicle" weet nog leen voordeel door de verbondenen behaald, te melden: de bezetting van La Bassée. Men herinnert zich, hoe (enkele1 weken geleden om het bezit van dat plaatsje, tusschen Béthune en Lens, een hevig straatgevecht was .geleverd, waarvan de afloop feitelijk nooit door de Fransche communiqué'-s gemeld werd, maar dat toch in het Voordeel der Duitschers uitviel. De herovering van het plaatsje nu zal wel een uitvloeisel zijin van de inneming van het dorp V-ermelles door de verbon denen, eenige dagen terug. Door die inne ming immers waren kle verbondenen mees ter van den hoofdweg van Lens naar La Bassée en konden zoo gemakkelijk ook deze plaats herwinnen. Doch we herhalen: 't is alles officieus. De dood van generaal Beyers. Prof.-, -dr. H- D. J. Bodenstein schrijft in het weekblad „De Amsterdammer": Met grote j ontroering heb ik kennis genomen van het bfericht als zou Gene raal Beyers gesneuveld zijn. De biezonder- heden ons vermeld laten weinig twijfel over, of 'de treurige tijding zal blijken waar te zijn. Voor de opstandelingen be- tekent zijn dood een zeer ernstig verlies en het zou m'ij niets rerwonderen, wan neer het verzet nu spoedig onderdrukt zal zijn. Maar ook voor het gehele Afri kaanse volk is zijn heengaan een zwaar verlies, want (het was (niet geheel uit gesloten, dat ihij een li, aal nog een poli tieke rol zou spelen n Zuid-Afrika. Hij was nog jong en het was dus niet onmo- gelik, dat hij; na een gedeelte van zijn straf te hebben ondergaan, begenadigd zou zijn. Er, zullen natuurlik niet weinigen zijn, die zijn -laatste (daad /uilen beschouwen als een vlek -op een overigens zeer eer volle loopbaan, bij1 het Afrikaanse volk zal hij blijven voortleven als een van de nationale helden. Nu een oordeel uit te spreken over zijn aandeel aan de jong ste gebeurtenissen in Zuid-Afrika, is uiterst moeilik, omdat wij onbekend zijn met het doel; dat hij voor ogen had en de motieven, die hem ertoe hebben ge- geleid. In Jiet Verleden heeft hij! zich altijd doen kennen als Oen ware Afrikaner, rondborstig soldaat met r dan fijn politikus, een man van sterk karakter en van diep godsdienstige aanleg. Zijin openhartigheid was een gevaar voor Botha's politiek en daarom wist deze te- bewerken, dat Be-yers, toen eenmaal1 aan Transvaal zelfbestuur was verleend, voorzitter werd van de Volksraad. Door zijn 'strikte onpartijdigheid won hij hier de achting van alle partijen en wist hij zich zo populair te maken, dat zijn benoeming tot Kommandant-Generaal van de wordende Burgermacht in 1912 van alle kanten met instemming' werd be groet. Hoe hoog zijn verdiensten door de Boeren werden gesteld, blijkt uit het feit, dat hij; niettegenstaande hij toen pas 32 jaar oud was, in 1902 als Voorzitter werd verkozen van de vergadering van afge vaardigden, die hadden te beslissen over de vraag, of er al dan niet vrede zou worden gesloten. Van grote zedelike moed getuigde ook zijn 'bedanking als Komman dant-Generaal1, toen de regeering had be sloten tot iets wat hij afkeurde. Er wanen dan ok 'velen, die in hem reeds zagen de toekomstige leider van het Hollands ele ment, nu Botha door zijn politiek ben al meer en meer van zich vervreemde. In de omgang was hij de bieminnelik- lieid in eigen persoon, en vele Hollanders zullen zich nog herinneren zijn verblijf in Amsterdam en 'de prettige oogenblikken in zijn tegenwoordigheid doorgebracht. Ondanks de jongste gebeurtenissen, of misschien juist meer daarom, zal in de har ten van de Hollandse bevolking de naam van Christiaan Beyers blijven voortleven, en inet weemoed zal men zij heengaan btetreuren, omdat men nog zoveel van hem had verwacht. Prof. If. D. J. BODENSTEIN. Arm België. Een medewerker van Het Vad. schrijft: 'tWas al avond toen onze auto langs de forten van Antwerpen en verder door Lier en Mechelen naar Brussel reed. Het sombere weer droeg; er toe bij- om den indruk |van al de ellende en verwoes tingen om ons nog droefgeestiger te ma ken. Soms kwam de maan door en zagen we hoe de granaten diepe g'aten in den grond hadden geslagen. De weg1 zelf was weer hersteld, noodbruggen waren ge bouwd en van afstand tot afstand stonden de wachtposten, die ons het halt toerie pen en de passen nauwkeurig bekeken. Hier en daar hadden de manschappen vuren aangelegd, meestal echter stond er alleen een klein wachthuisje aan den weg. Lier dat Van de plaatsen om Antwer pen wel het meest geleden1 heeft was als uitgestorven, een doodenstad, in Mechelen waren verscheidene winkels open; een deel der stad is vrijwel ongedeerd geble ven, maar de kathedraal lag er als een gewond dier, klagend den kop omhoog. Hoe dichter we Brussel naderden, hoe meer de omgeving Weer het normale1 aan zien kreeg, het tooneel van den strijd lag- achter ons. In Brussel zelf was het gewone stads gewoel. üp de Place du Nord schitterde het Palace Hotel in het electrisoh licht en reden de militaire auto's af en aan. Aan den 'ingang van het Hotel, waar vele Duitsehe officieren ingekwartierd zijn, stonden een paar schildwachten op wacht en in het restaurant was een vertier^ dat schril afstak bij' de ellende, welke op enkele mijlen afstand heershete. En door dit alles heen ook weer de scherpe contrasten. Hier een tafeltje met militairen, ernstig en strak, in hun mid den een oude dame, in den rouw, de moe der die het graf van haar zloons had be zocht eenige tafeltjes verder een groep jongere officieren, die lustig den cham pagne lieten stroomen en later op den avond het heel treurige schouwspel van de Belgische vrouwen aan den arm van de vreemde militairen. Onder Üeze vrou wen waren er velen, zoo vertelde men ons in het Hotel, wier man hij het Belgi sche leger was en die zich nu met den vijand afgaven De armoede iri het wufte wereldsche Brussel moet ,heel erg zijn, maar er wordt zooveel mogelijk hulp verleend, niemand wordt er aan izijn lot overgelaten, het leveren van voedingsmiddelen enz. staat onder controle en wordt zooveel mogelijk geregeld. In Antwerpen leek ons de bevolking over het geheel ernstig'er, waardiger den in Brussel, de armen en nij'veren zlij.n er voor een groot deel in de stad terugge keerd, maar de meeste rijken en intellec- tueelen laten hen nog aan hun lot over. Den droevigsten aanblik maakte op ons Mechelen. Ook hier zijn de burgerij en de daglooners in hun woningen terug gekeerd, de winkels zijn weer geopend, maar voor den handwerksman is er weinig te verdienen, de voedingsmiddelen zijn sohaarsch. Hoe bittere armoede er geleden wordt, bleek ons toen we er op een Zon dagochtend op het plein van de Kathe draal stilhielden. ,W,el honderd kinderen klemden zich aan onzen auto Vast en huilden letterlijk toen we wegreden na al ons Izilvergeld te hebben rondgedeeld en nog niet allen wat gekregen hadden. Er 'is !{n België een taak te Vervul len door de meer bevoorrechte Bel gen. Ook zij dienen naar hun woningen terug te keeren. Hun plaats is te midden van hun volk. Voor overlast van de Duitsehe bezetting behoeft men :niet te vreezen. Zoowel te Brussel als te Antwerpen hebben de be woners ons verzekerd, dat niemand er bemoeilijkt geworden is. Er heerscht in tegendeel strenge orde en tucht en van de zijde der Duitsehe soldaten wordt niets gedaan dat verbittering kan-wekken. [Wat er in de eerste weken van den oorlog ook moge geschied zijn daar bij Luik en Dinant, tot welke onnienschelijke daden, half of heel beschonkenen mogen zijn overgegaan, in d© thans bezette strekelu is nooit iets van dien aard voorgekomen en bij herhaling hebben wij gezien wat de Antwerpsohe bevolking ons bevestig de, dat de militairen op de meest welwil lende wijze de terugkeerende vluchtelin gen voorthielpen. Vrees moge de meer gegoede Belgen niet weerhouden naar hun land en 'hun volk terug te keeren. Hun taak is daar en niet in de weel derige hotels in den vreemde. De schade in België. De „Tablet" publiceert de volgende lijst, opgemaakt door Henri Masson, advocaat bij het hof van Appel te Brussel, over de schade door de Duitschers in België aangericht. p. sterling. Luik en omgeving: gehouwen, handel en forten 6.916.000 ThienenHandelsschade en ge bouwen 1.104.000 LeuvenUniversiteit, andere bouwen en handelsschade 7.432.000 Aerschot 248.000 MechelenKathedraal, kunst werken enz. 1.532.000 NaménGebouwen, handel; forten Dinant en omgeving Charleroi en omgeving Bergen Doornik, Leuze en Ath Hasselt, Turnhout, Moll AalstHandel Dendermonde Schade op het platteland, in dorpen, aan oogst en huizen 56.72-2.800 Antwerpen en omgeving 20.230.000 Schade aan staatsgebouwen, spoorwegen, bruggen, we gen enz. 48.000.000 Schade door stopzetten van handel en nijverheid 40.000.000 Te zomen 212.057.600 of 2.544.691.200. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post ƒ1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën: 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Het schade-staatje is nog zeer onvol ledig en loopt slechts over de eerste 82 oorlogsdagen, zoodat de schade thans na tuurlijk aanmerkelijk hooger is.. De operaties in Servië. Omtrent de jongste operaties in Servië verneemt de „Times" uit Kragujevac het volgende: Alle voorteekenen wijzen er op, dat de der-de invasie van de Oostenrijkers in Servië nog grooter debacle zal worden dan de eerste. De Servische terugtocht van de grens naar achterwaartsche posities voerde on getwijfeld verder dan de Serviërs van plan waren. De- vijand stiet op geen groe ten tegenstand en bezette Obrenewatsj en Valjewo en trok zeer snel de Kolubara over. Groote troepenmachten werden tegen den Servischen linkervleugel geconcen treerd, welke verder terug moest trekken dan het andere gedeelte van het Servi sche leger, te meer daar de Oostenrijkers een omtrekkende beweging poogden door het dal van Goljiska en Morawa. De Ser viërs hadden ten slotte een front van 65 mijl' in vogelvlucht. In dezen toestand werd door de Ser viërs het besluit genomen Belgrado te ontruimen ten einde een korter front te concentreeren, en, terwijl de Oostenrijkers jubelden over de onbloedige verovering van de Servische hoofdstad, werd ler een strategische beweging uitgevoerd om hun legers te omsingelen en in midden-Servië te vernietigen. Op het oogenblik, dat de nieuwe con centratie was doorgevoerd, werd bevel' tot een tegenaanval gegeven en deze werd zoo schitterend uitgevoerd, dat de Oosten- rijksche rechtervleugel geheel vernield! werd. Op -den linkervleugel en het centrum' houden de Oostenrijkers nog stand, doch ook hier zullen zij1 moeten wijken. Op den 8sten December, bovenstaand telegram was van den 7den seint de „Times"-correspondent De Oostenrijkers vluchten in wanorde. Op den 6den en 7den werden 10200 krijgs gevangenen gemaakt en 42 kanonnen, 21 mitrailleuses en veel ander materiaal veroverd. Den 9den December' seint de correspon dent: Valjewo is in den afgeloopen nacht door de Serviërs heroverd. De vijand wordt krachtdadig achtervolgd. Da Russische soldaat en zijn aanvoerders. In een veldpostbrief in de „Vossische Zeitung" leest men: Men moet het ongunstige oordeel oven den Russisohen soldaat niet als algemeen juist opnemen. Er bestaat toch een groot verschil. Zeker, onder de reusachtige troe- penmassa is zeer veel mindenwaardig ma teriaal, maar alles bij elkaar genomen, zijn wij, die in het veld staan en alles zelf beleven, toch ver er van verwijdend, den Russisohen veldsoldaat gering te schatten. De aanvoering' van de Russen heeft eveneens een bijzondere waande, al is ze ook niet met de onze te ver gelijken. Ge kunt niet gelooven, welk een onbe grensd vertrouwen de Russische soldaat heeft in zijn aanvoerders. Men moet maar eens de gevangenen hooren. De aanvoer der is voor den gewonen man bijna een hooger wezen, waartegen hij in rotsvast vertrouwen en in vreesachtige vereeringi opziet. In het bijzonder geldt dit ten op zichte van de hoogere officieren, de aan voerders. Boven allen blinkt de opper bevelhebber, grootvorst Nicolai Nioolaje- witsj uit. De moesjik in en achter het front ziet tegen hem met geestdrift, ja, ik mag bijna zeggen met een dwependein eerbied als tegen een heilige op. Nicolai Nic-olajewitsj, de orthodoxe afstammeling, de ware vertegenwoordiger van het huis Romanoff, de oppermachtige generalissi mus met de reusachtige gestalte, op wiens vvenk millioenen gehoorzamen, in hem is voor den soldaat zoowel als voor den kleinen manv die thuis gebleven is, de nationale held belichaamd, de wreker en redder van het heilige Rusland. Korte Oorlogsberichten. Alle hospitalen te Brussel zijn vol gewonden, 'die voor het grootste doel! (85 pCt.) Duitschers zijn. Na den slag aan de Yser kwamen 27 treinladingen met gedoode Duitschers te Brussel aan. De lijken werden te Namen verbrand. Er zijn nu 12,000 Duitschers te Brus sel, talleen landweer en landstorm. Een Duitsch officier in een koffer aangehouden. De bladen melden, dat een douanebeambte te Gra- vesend een buitengewoon groote koffer bemerkte, welke op een stoomboot met bestemming naar Rotterdam ingescheept werd. Daar de beambte achterdocht kreeg, liet hij de koffer openen, waaruit een Duitsehe officier te (voorschijn kwam. Deze ,werd 4.786.400 3.134.000 20.632.000 136.000 100.000 308.400 392.000 384.000

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1