JXo. 64 Maandag 14 December 1914 39e «laargang
De Groote OorBog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
.gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN3E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
iü
Zij, die zich met ingang van
Januari e. k. op",,DeZeeuw" abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Drie getuigen als Rusland wint!
Bij de ramp van de „Titanic" kwam
do Engelsche schrijver Stead om het le
ven, en in hetzelfde jaar stierf de Rus
sische schrijver Tolstoi. Hoe deze beide
edele vaderlanders, die den vrede najaag
den, zich over hun vaderland zouden ge
schaamd hebben, indien zij dezen oorlog
nog hadden kunnen beleven; hoe zij zich
zouden bedroefd hebben over zoo gering
gebleken doorwerking van hun jarenlange
prediking.
Toch zijn er nog nuchtere mannen in
het buitenland overgebleven, om in hun
geest 'tegen de zonde van 'dezen oorlog
te getuigen.
Daar is onder anderen de Engelsche
schrijver Shaw:
„Wij alle drie, Frankrijk, Engeland en
Duitscihland", zoo schreef hij dezer dagen,
„begaan een misdaad tegen de bescha
ving ten gunste van Rusland. Mij en an
dere verstandige mannen er toe te wil
len brengen deze misdaad te bezien in het
denkbeeldige licht van vaderlandsliefde,,
is van eerlijke menschen verlangen, dat
zij een dwaasheid beginnen.
Wiij moeten thans strijden, sterven en
lijden in het schrikkelijk bewustzijn, dat
wij ons voor een krankzinnige zaak of
feren".
En verder:
„Wat moet er gebeuren, wanneer y ij
Duitsohland vernietigen?. Wij zouden
dan Duitschland moeten verdedigen en
zouden deze verdediging moeten beproe
ven, niettegenstaande wij zelf door dezie'n
broederoorlog .uitgeput zullen zijn".
De Epgelsche militair en staatsman Pön-
sonby schreef zijn meening in het tijd
schrift „The Nation" in den vorm. van
vraag en antwoord. Enkeie vragen met
het daarop gegeven antwoord luiden al
dus
Vraag 7. Heeft de voornaamste vrees
van Duitschland niet fn de eerste plaats
betrekking op een Slavischen inval van
uit Rusland? Antwoord: Ja,-
8. Beteekient onze ondersteuning van
Rusland niet een versterking van de Rus
sische autocratie en van het Russische
militairisme en als gevolg- daarvan een
benadeeling va,n de ontwikkeling en
de voorlichting van het Russische volk?
Ja.
9. Zoo een Russisch succes niet een
nieuwe landaanwerving in Europa door
Rusland beteekenen en zou dit niet hoogst
ongewenscht zijn? Ja.
11. Is het mogelijk of wenschelijk, dat
het Duitsehe Rijk ondermijnd en voor
altijd in ,zijn natuurlijk uitbreidingsver
mogen tegengehouden worde? Neen.
Tot zoover Arthur Ponsonby.
En nu nog het oordeel- van den beken
den Nederlandschen Hoogleeraar -dr. P. D.
Chantepie de la Saussaye Sn „Onzie Eeuw".
Het luidt als volgt:
„Sommigen spellen van dezen reuzen
strijd het einde van bet militarisme: deze
oorlog zal de laatste wezen. Alsof, indien
Duitschland werd gefnuikt, Engeland en
Rusland elkaar de wereldheerschappij zou
den gunnendan zouden de bondgenooten
misschien het nog betreuren, het militaire
bolwerk der beide midden-Europeesche!
keizerrijken te hebben geslecht. En alsof
de -strijd met 'het Mongoolsche ras niet
dreigend nadert! De Engelsche Jingo-
dichter R. Kipling zong onlangs: „the
Iiuns are at the gates" (de Hunnen staan
v-oor de poort) 1) ten dadht daarbij aan
Duitschers; waarvoor houdt hij wel1 de
bondgenooten van Engeland: Russen en
Japanners?"
Wij zouden dat aantal getuigen nog met
tientallen kunnen vermeerderen, wanneer
wij ook de sociaal-democraten als getuigen
opriepen. Voorioopig volstaan wij met dit
drietal.
De Hunnen een ruw herdersvolk, verlieten
n de vierde eeuw hun woonplaats, het hoog
land van den Altai' en rukten ver de Wolga-
steppen, Westwaarts, op Oostenrijk en Frank
rijk aan, onder aanvoering van Attila, die door
de verschrikte volkeren de geesel Gods werd
genoemd.
Beknopt overzicht van den toestand.
Over don zeeslag bij de Falkland-Eilan-
den zijn nog enkele bijzonderheden be
kend geworden.
Berichten uit Buenos-Aywes in de bladen
zeggen, dat de Duitsehe kruisers bekneld
raakten tusschen de Britsche en Japan-
sche eskaders. De „Scharnhorst" vuurde,
tot haar kanoimen onder water geraak
ten.
Op 10 December werd bij het Chileen-
sche eiland Mocha hevig vuren gehoord.
Gemeend wordt, dat een gevecht plaats
had tusschen den Duitsehen kruiser „Eitel
Friedrich" en een Engelsch oorlogsschip.
De „Karlsruhe" en de „Kronprinz, Wil
helm" vluchtten voor de Engelsche vloot,
die hunne kolenbooten en schepen met
voorraad buitmaakte of deed zinken.
LONDEN, 12 Dec. (R.O.) De Japansohe
minister yan marine seinde aan Chur
chill de hartelijke gelukwensohen der Ja-
pansche marine met de schitterende En
gelsche .overwinning hij de Falkland-
eilanden.
Churchill antwoordde, dat indien het
Britsche eskader een laatsten slag kon
toebrengen aan de Duitschers, het suc
ces in ffe "StiHe 'Zuidzee voor een groot
gedeelte te danken was aan do onver
moeide hulp der Japansohe vloot, om de
Duitschers uit het Oosten te verdrijven.
Hun terugkeer zou buitengewoon moeilijk
en gevaarlijk zijn.
Churchill drukt de diepe dankbaarheid
der Engelsche en Australische marine uit
voor de niet genoeg te waardeeren hulp
van "Japan.
De „Daily Mail" verneemt uit 'New-
York, dat het En|gtelsc-he- eskader de „Niirn-
hetig" na een spannende jacht inhaalde
en haar sommeerde zich over te geven.
Zij weigerde én vocht tot ze zonk.
Men deelt mede, dat het Engelsche es
kader bestond uit de „Shannon", de
„Achilles", de „Cochrane" en de „Na-
tal"
Dat in Engeland en koloniën een groo
te blijdschap heersc-ht over zoo groot suc
ces behoeft nauwelijks betoog.
We zullen dan ook de verschillende
persstemmen stilzwijgend voorbijgaan,
Het jongste nieuws van 't Oostelijk ge
vechtsterrein is vervat in een Russisch
communiqué, 'tls er een van het soort
van de Napoleontische overwinningsbè-
richten.
De generale staf 'deelde mede 'd.d. 13
Dec. mede, „dat in de streek Prasnysz
Lechanow de gevechten zich normaal ont
wikkelen. De Duitschers begonnen den
lOen en den llen dezer hevige aanval
len op het front Ilow-Leviecz, Zoowel hij
dag als bij nacht. Zij werden met zware
verliezen teruggeslagen".
„Op verschillende andere punten heb
ben wij tegenaanvallen met de bajonet
ondernomen, welke met succes werde'n
bekroond. Op andere punten van den lin
ker Weichsel-oever had een enkele ka,non-
nade plaats. De vijand week hier en
daar terug".
„Ten Zuiden van Krakau hebben wij
den lOen dezer in één dag tijd vier ka
nonnen, zeve-n mitrailleuses en ongeveer
4000 krijgsgevangenen gemaakt. Den llen
dezer werd de strijd met deztelfde he
vigheid voortgezet".
„In de Karpathen zijn aanzienlijk ver
sterkte Oostenrijksohe strijdmachten ver
sohenen, die trachten het offensief te her
vatten".
Men -kan zeggen, dat de strijd voort
duurt.
Voorlo-o-pig hechte men niet te zeer
aan snorkende berichten -als deze.
De -ervaring iheeft ons voorzichtig ge
maakt.
In het Westen moeten de Duitschers
er niet (best voorstaande officieele com-
muniqué's schijnen .ons maar half in te
lichten, doch de officieuse tijdingen ge
ven des te me|er.
Zoo meldt men „op het front der ver
bondenen" belangwekkende bijzonderhe
den over de troepenbewegingen der Duit
schers. Men meent dat de actie der Duit
schers tusschen Nieuwpoort 'en üixmuideu
als geheel sucoesloos en onvruchtbaar aan
het verloopen is en de Duitsehe troepen
nu meer Zuidelijk worden geconcentreerd.
De heftige aanval1 der Duitschers „in de
streek van Yper-en", waarvan de Fran-
sdhe oommuniqué's melding maakten, en
die aanvankelijk succes gehad schijnt te
hebben, zou dan wel' een bevestiging hier
van zijn.
Verdere niet-officieele berichten spieken
van niet onbelangrijke successen, die door
de verbondenen verder ten Zuiden van
Yperen behaald zouden zijn.
Een B euter-correspond-ent weet uit Bou
logne te vertellen, dat Armentières Dins
dag door :de Duitschers ontruimd zou we
zen. Een bezetting van de- stad door de
verhonden troepen schijnt echter nog niet
gevolgd te wezen.
De „Daily Chronicle" weet nog leen
voordeel door de verbondenen behaald,
te melden: de bezetting van La Bassée.
Men herinnert zich, hoe (enkele1 weken
geleden om het bezit van dat plaatsje,
tusschen Béthune en Lens, een hevig
straatgevecht was .geleverd, waarvan de
afloop feitelijk nooit door de Fransche
communiqué'-s gemeld werd, maar dat toch
in het Voordeel der Duitschers uitviel.
De herovering van het plaatsje nu zal
wel een uitvloeisel zijin van de inneming
van het dorp V-ermelles door de verbon
denen, eenige dagen terug. Door die inne
ming immers waren kle verbondenen mees
ter van den hoofdweg van Lens naar La
Bassée en konden zoo gemakkelijk ook
deze plaats herwinnen.
Doch we herhalen: 't is alles officieus.
De dood van generaal Beyers.
Prof.-, -dr. H- D. J. Bodenstein schrijft
in het weekblad „De Amsterdammer":
Met grote j ontroering heb ik kennis
genomen van het bfericht als zou Gene
raal Beyers gesneuveld zijn. De biezonder-
heden ons vermeld laten weinig twijfel
over, of 'de treurige tijding zal blijken
waar te zijn. Voor de opstandelingen be-
tekent zijn dood een zeer ernstig verlies
en het zou m'ij niets rerwonderen, wan
neer het verzet nu spoedig onderdrukt
zal zijn. Maar ook voor het gehele Afri
kaanse volk is zijn heengaan een zwaar
verlies, want (het was (niet geheel uit
gesloten, dat ihij een li, aal nog een poli
tieke rol zou spelen n Zuid-Afrika. Hij
was nog jong en het was dus niet onmo-
gelik, dat hij; na een gedeelte van zijn
straf te hebben ondergaan, begenadigd zou
zijn. Er, zullen natuurlik niet weinigen zijn,
die zijn -laatste (daad /uilen beschouwen
als een vlek -op een overigens zeer eer
volle loopbaan, bij1 het Afrikaanse volk
zal hij blijven voortleven als een van
de nationale helden. Nu een oordeel uit
te spreken over zijn aandeel aan de jong
ste gebeurtenissen in Zuid-Afrika, is
uiterst moeilik, omdat wij onbekend zijn
met het doel; dat hij voor ogen had en
de motieven, die hem ertoe hebben ge-
geleid. In Jiet Verleden heeft hij! zich
altijd doen kennen als Oen ware Afrikaner,
rondborstig soldaat met r dan fijn politikus,
een man van sterk karakter en van diep
godsdienstige aanleg. Zijin openhartigheid
was een gevaar voor Botha's politiek en
daarom wist deze te- bewerken, dat Be-yers,
toen eenmaal1 aan Transvaal zelfbestuur
was verleend, voorzitter werd van de
Volksraad. Door zijn 'strikte onpartijdigheid
won hij hier de achting van alle partijen
en wist hij zich zo populair te maken, dat
zijn benoeming tot Kommandant-Generaal
van de wordende Burgermacht in 1912
van alle kanten met instemming' werd be
groet. Hoe hoog zijn verdiensten door de
Boeren werden gesteld, blijkt uit het feit,
dat hij; niettegenstaande hij toen pas 32
jaar oud was, in 1902 als Voorzitter werd
verkozen van de vergadering van afge
vaardigden, die hadden te beslissen over
de vraag, of er al dan niet vrede zou
worden gesloten. Van grote zedelike moed
getuigde ook zijn 'bedanking als Komman
dant-Generaal1, toen de regeering had be
sloten tot iets wat hij afkeurde. Er wanen
dan ok 'velen, die in hem reeds zagen de
toekomstige leider van het Hollands ele
ment, nu Botha door zijn politiek ben al
meer en meer van zich vervreemde.
In de omgang was hij de bieminnelik-
lieid in eigen persoon, en vele Hollanders
zullen zich nog herinneren zijn verblijf
in Amsterdam en 'de prettige oogenblikken
in zijn tegenwoordigheid doorgebracht.
Ondanks de jongste gebeurtenissen, of
misschien juist meer daarom, zal in de har
ten van de Hollandse bevolking de naam
van Christiaan Beyers blijven voortleven,
en inet weemoed zal men zij heengaan
btetreuren, omdat men nog zoveel van
hem had verwacht.
Prof. If. D. J. BODENSTEIN.
Arm België.
Een medewerker van Het Vad. schrijft:
'tWas al avond toen onze auto langs
de forten van Antwerpen en verder door
Lier en Mechelen naar Brussel reed.
Het sombere weer droeg; er toe bij- om
den indruk |van al de ellende en verwoes
tingen om ons nog droefgeestiger te ma
ken. Soms kwam de maan door en zagen
we hoe de granaten diepe g'aten in den
grond hadden geslagen. De weg1 zelf was
weer hersteld, noodbruggen waren ge
bouwd en van afstand tot afstand stonden
de wachtposten, die ons het halt toerie
pen en de passen nauwkeurig bekeken.
Hier en daar hadden de manschappen
vuren aangelegd, meestal echter stond er
alleen een klein wachthuisje aan den weg.
Lier dat Van de plaatsen om Antwer
pen wel het meest geleden1 heeft was als
uitgestorven, een doodenstad, in Mechelen
waren verscheidene winkels open; een
deel der stad is vrijwel ongedeerd geble
ven, maar de kathedraal lag er als een
gewond dier, klagend den kop omhoog.
Hoe dichter we Brussel naderden, hoe
meer de omgeving Weer het normale1 aan
zien kreeg, het tooneel van den strijd
lag- achter ons.
In Brussel zelf was het gewone stads
gewoel. üp de Place du Nord schitterde
het Palace Hotel in het electrisoh licht
en reden de militaire auto's af en aan.
Aan den 'ingang van het Hotel, waar vele
Duitsehe officieren ingekwartierd zijn,
stonden een paar schildwachten op wacht
en in het restaurant was een vertier^
dat schril afstak bij' de ellende, welke
op enkele mijlen afstand heershete.
En door dit alles heen ook weer de
scherpe contrasten. Hier een tafeltje met
militairen, ernstig en strak, in hun mid
den een oude dame, in den rouw, de moe
der die het graf van haar zloons had be
zocht eenige tafeltjes verder een groep
jongere officieren, die lustig den cham
pagne lieten stroomen en later op den
avond het heel treurige schouwspel van
de Belgische vrouwen aan den arm van
de vreemde militairen. Onder Üeze vrou
wen waren er velen, zoo vertelde men
ons in het Hotel, wier man hij het Belgi
sche leger was en die zich nu met den
vijand afgaven
De armoede iri het wufte wereldsche
Brussel moet ,heel erg zijn, maar er wordt
zooveel mogelijk hulp verleend, niemand
wordt er aan izijn lot overgelaten, het
leveren van voedingsmiddelen enz. staat
onder controle en wordt zooveel mogelijk
geregeld.
In Antwerpen leek ons de bevolking
over het geheel ernstig'er, waardiger den
in Brussel, de armen en nij'veren zlij.n er
voor een groot deel in de stad terugge
keerd, maar de meeste rijken en intellec-
tueelen laten hen nog aan hun lot over.
Den droevigsten aanblik maakte op ons
Mechelen. Ook hier zijn de burgerij en
de daglooners in hun woningen terug
gekeerd, de winkels zijn weer geopend,
maar voor den handwerksman is er weinig
te verdienen, de voedingsmiddelen zijn
sohaarsch. Hoe bittere armoede er geleden
wordt, bleek ons toen we er op een Zon
dagochtend op het plein van de Kathe
draal stilhielden. ,W,el honderd kinderen
klemden zich aan onzen auto Vast en
huilden letterlijk toen we wegreden na
al ons Izilvergeld te hebben rondgedeeld en
nog niet allen wat gekregen hadden.
Er 'is !{n België een taak te Vervul
len door de meer bevoorrechte Bel
gen. Ook zij dienen naar hun woningen
terug te keeren. Hun plaats is te midden
van hun volk.
Voor overlast van de Duitsehe bezetting
behoeft men :niet te vreezen. Zoowel te
Brussel als te Antwerpen hebben de be
woners ons verzekerd, dat niemand er
bemoeilijkt geworden is. Er heerscht in
tegendeel strenge orde en tucht en van
de zijde der Duitsehe soldaten wordt
niets gedaan dat verbittering kan-wekken.
[Wat er in de eerste weken van den
oorlog ook moge geschied zijn daar bij
Luik en Dinant, tot welke onnienschelijke
daden, half of heel beschonkenen mogen
zijn overgegaan, in d© thans bezette strekelu
is nooit iets van dien aard voorgekomen
en bij herhaling hebben wij gezien wat
de Antwerpsohe bevolking ons bevestig
de, dat de militairen op de meest welwil
lende wijze de terugkeerende vluchtelin
gen voorthielpen.
Vrees moge de meer gegoede Belgen
niet weerhouden naar hun land en 'hun
volk terug te keeren.
Hun taak is daar en niet in de weel
derige hotels in den vreemde.
De schade in België.
De „Tablet" publiceert de volgende lijst,
opgemaakt door Henri Masson, advocaat
bij het hof van Appel te Brussel, over
de schade door de Duitschers in België
aangericht.
p. sterling.
Luik en omgeving: gehouwen,
handel en forten 6.916.000
ThienenHandelsschade en ge
bouwen 1.104.000
LeuvenUniversiteit, andere
bouwen en handelsschade 7.432.000
Aerschot 248.000
MechelenKathedraal, kunst
werken enz. 1.532.000
NaménGebouwen, handel;
forten
Dinant en omgeving
Charleroi en omgeving
Bergen
Doornik, Leuze en Ath
Hasselt, Turnhout, Moll
AalstHandel
Dendermonde
Schade op het platteland, in
dorpen, aan oogst en huizen 56.72-2.800
Antwerpen en omgeving 20.230.000
Schade aan staatsgebouwen,
spoorwegen, bruggen, we
gen enz. 48.000.000
Schade door stopzetten van
handel en nijverheid 40.000.000
Te zomen 212.057.600
of 2.544.691.200.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post ƒ1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën:
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Het schade-staatje is nog zeer onvol
ledig en loopt slechts over de eerste 82
oorlogsdagen, zoodat de schade thans na
tuurlijk aanmerkelijk hooger is..
De operaties in Servië.
Omtrent de jongste operaties in Servië
verneemt de „Times" uit Kragujevac het
volgende: Alle voorteekenen wijzen er op,
dat de der-de invasie van de Oostenrijkers
in Servië nog grooter debacle zal worden
dan de eerste.
De Servische terugtocht van de grens
naar achterwaartsche posities voerde on
getwijfeld verder dan de Serviërs van
plan waren. De- vijand stiet op geen groe
ten tegenstand en bezette Obrenewatsj en
Valjewo en trok zeer snel de Kolubara
over.
Groote troepenmachten werden tegen
den Servischen linkervleugel geconcen
treerd, welke verder terug moest trekken
dan het andere gedeelte van het Servi
sche leger, te meer daar de Oostenrijkers
een omtrekkende beweging poogden door
het dal van Goljiska en Morawa. De Ser
viërs hadden ten slotte een front van 65
mijl' in vogelvlucht.
In dezen toestand werd door de Ser
viërs het besluit genomen Belgrado te
ontruimen ten einde een korter front te
concentreeren, en, terwijl de Oostenrijkers
jubelden over de onbloedige verovering
van de Servische hoofdstad, werd ler een
strategische beweging uitgevoerd om hun
legers te omsingelen en in midden-Servië
te vernietigen.
Op het oogenblik, dat de nieuwe con
centratie was doorgevoerd, werd bevel'
tot een tegenaanval gegeven en deze werd
zoo schitterend uitgevoerd, dat de Oosten-
rijksche rechtervleugel geheel vernield!
werd. Op -den linkervleugel en het centrum'
houden de Oostenrijkers nog stand, doch
ook hier zullen zij1 moeten wijken.
Op den 8sten December, bovenstaand
telegram was van den 7den seint de
„Times"-correspondent
De Oostenrijkers vluchten in wanorde.
Op den 6den en 7den werden 10200 krijgs
gevangenen gemaakt en 42 kanonnen, 21
mitrailleuses en veel ander materiaal
veroverd.
Den 9den December' seint de correspon
dent: Valjewo is in den afgeloopen nacht
door de Serviërs heroverd. De vijand
wordt krachtdadig achtervolgd.
Da Russische soldaat en zijn aanvoerders.
In een veldpostbrief in de „Vossische
Zeitung" leest men:
Men moet het ongunstige oordeel oven
den Russisohen soldaat niet als algemeen
juist opnemen. Er bestaat toch een groot
verschil. Zeker, onder de reusachtige troe-
penmassa is zeer veel mindenwaardig ma
teriaal, maar alles bij elkaar genomen,
zijn wij, die in het veld staan en alles
zelf beleven, toch ver er van verwijdend,
den Russisohen veldsoldaat gering te
schatten. De aanvoering' van de Russen
heeft eveneens een bijzondere waande,
al is ze ook niet met de onze te ver
gelijken.
Ge kunt niet gelooven, welk een onbe
grensd vertrouwen de Russische soldaat
heeft in zijn aanvoerders. Men moet maar
eens de gevangenen hooren. De aanvoer
der is voor den gewonen man bijna een
hooger wezen, waartegen hij in rotsvast
vertrouwen en in vreesachtige vereeringi
opziet. In het bijzonder geldt dit ten op
zichte van de hoogere officieren, de aan
voerders. Boven allen blinkt de opper
bevelhebber, grootvorst Nicolai Nioolaje-
witsj uit. De moesjik in en achter het
front ziet tegen hem met geestdrift, ja,
ik mag bijna zeggen met een dwependein
eerbied als tegen een heilige op. Nicolai
Nic-olajewitsj, de orthodoxe afstammeling,
de ware vertegenwoordiger van het huis
Romanoff, de oppermachtige generalissi
mus met de reusachtige gestalte, op
wiens vvenk millioenen gehoorzamen, in
hem is voor den soldaat zoowel als voor
den kleinen manv die thuis gebleven is,
de nationale held belichaamd, de wreker
en redder van het heilige Rusland.
Korte Oorlogsberichten.
Alle hospitalen te Brussel zijn vol
gewonden, 'die voor het grootste doel!
(85 pCt.) Duitschers zijn. Na den slag
aan de Yser kwamen 27 treinladingen
met gedoode Duitschers te Brussel aan.
De lijken werden te Namen verbrand.
Er zijn nu 12,000 Duitschers te Brus
sel, talleen landweer en landstorm.
Een Duitsch officier in een
koffer aangehouden. De bladen
melden, dat een douanebeambte te Gra-
vesend een buitengewoon groote koffer
bemerkte, welke op een stoomboot met
bestemming naar Rotterdam ingescheept
werd.
Daar de beambte achterdocht kreeg, liet
hij de koffer openen, waaruit een Duitsehe
officier te (voorschijn kwam. Deze ,werd
4.786.400
3.134.000
20.632.000
136.000
100.000
308.400
392.000
384.000