ft©. 02
Vrijdag 11 December 1914
29e Jaargang
Staten-Oeneraa!
De Groote Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN E VORSTSTRAAT 219.
Hureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
- 0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
De politiek van de 3 h's.
Al sinds jaren wordt de 3 h's poli
tiek door de volken der wereld de mooiste
Vinding van den modernen tijd geprezen.
Deze staatkunde herinnert aan de huis
houdkunde van Laban of ook wel van
zijn tegenhanger Nabalhalen, hebben,
houden. Of men deze staatkunde van vo
ren naar achteren of wel van achteren
naar voren bekijkt, of men ze aan Laban
dan wel aan Nabal toeschrijft, zij is al
tijd en overal dezelfde. Het hindert niet
hoe je er aan komt, haal 't waar gij kunt,
heb het en houd het.
Dit is de staatkunde van den jongst en
tijd.
Wij wezen er al eens meer op, dus be
hoeven wij 'tniet te herhalen. Rusland
heeft Finland, Oostenrijk Bosnië, Frankrijk
Marokko, Engeland Zuid-Afrika, Italië
Tripoli ingepalmd. Duitschland vroeg aan
Engeland zich rustig .te willen houden,
Wanneer 't straks aanspraak maakt op een
Fransche kolonie. Japan slokt Kiautsjau
op. En zoo' gaat het maar aldoor. Het
spel van diefje en diefjesmaat! Zooals
Jan Klaassen reeds zong:
De Wereld is een schouwtooneel
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
En zie dan hierbij1 eens welk een rol
de regeering Van Italië speelt. Sedert 1895
is Italië de bondgenoot van Duitschland
en Oostenrijk, en sinds 1905 de bijzondere
Vriend van Engeland en Frankrijk. Toen
de oorlog uitbrak had men mogen Ver
wachten dat eVenals Duitschland, ook Ita
lië den Oostenrijkschen bondgenoot zou
te hulp gekomen zijn. Doch dit deed Italië
niet. En het waarom heeft de eerste
minister Salandra dezer dagen in een
zitting van de Kamer van Afgevaardigden
duidelijk gemaakt.
Het is de politiek van halen, hebben
houden, die Italië gedurende een kwart
eeuw noopte tot 't bondgenootschap en nu
de regeering in een waakzaam niets-doen
doet neerzitten, neutraal, dat wil zeggen
goed met allemaal, doch om straks, wan
neer een der partijen aan 't zieltogen gaat
een deel van diens hebben en houden
naar zich toe te halen.
Dit was ook Roemenië's taktiek in 1912.
Het waren de overige Balkanvolken
die vochten om den Turkschen boedel,
en toen de oorlog uit was, eischte Roe
menië als loon voor zijn neutraliteit een
deel van den gemaakten buit, eu het
rustte niet voor Bulgarije het in 't bezit
gesteld had van de Dobroedsja.
En zoo aast nu Italië op nog heel wat
grooter vergrooting van grondgebied.
Verliest Frankrijk, dan eischt Italië voor
zich Savoye en Nizza op, verliest Oos
tenrijk dan wordt allicht de Dalmatische
Zee de twistappel en neemt Italië Triest
en Albanië's kuststrook mee. Zwitserland
heeft' ook nog Italiaansche kantons en
van Turkije schijnt ook allicht nog1 wat
•te halen.
Zoo hebben het deze wijzen beschikt.
Aan de zooveel edeler staatkunde van
een Gustaaf Adolf, een Willem III, een
Czaar Alexander l, een Pitt, een Glad
stone, een Paul Kruger, en al die ande
ren denkt men dan nog wel, doch met
den glimlach Van den loozen potentaat
op 't gelaat, wegens de onnoozelheid de
zer halzen in de politiek, wien het om'
een hooger beginsel te doen was,' en wier
staatkunde aan alle eigenbaat was ge
speend.
Het blijft echter de vraag, welke staat
kunde het op den duur winnen zal.
Of liever die vraag is reeds beantwoord.
De politiek der 3 h's is door de Ge
schiedenis geoordeeld. De volken der Oud
heid die haar dreven zijn te gronde ge
gaan. De grootste wereldrijken ziijn ont
bonden in dubbelen zin, en zelfs hunne
nagedachtenis Verging met hen.
•S
Weldadigheidsfeesten.
Tegen dergelijke feesten hebben wij
reeds meermalen onze stem verheven.
Weldadigheid en feest zijn in zekeren
Zin twee factoren dieelkander uitslui
ten. Weldadigheid doet denken aan leed
en nood, een feest wekt de gedachte aan
een aangename aanleiding. Roe kan men
dan spreken van een weldadigheids
feest?
Zij die dergelijke feesten organiseeren
zijn misschien wel doordrongen van den
ernst van hun optreden, doch zij zag;en
gaarne een nog' grooter bedrag' inkomen tot
leniging van den nood, en grijfpeïi' daartoe
naar deze gelegenheid.
Doch zoo ergens dan geldt hier: l'ad-
jectif devore son substantif (het eene
woord verslindt het andere).
Bereidt den menschen die wat geven
willen een feest, maar dan houdt ook
de weldadigheid op, dan is er egoïsme
in de plaats gekomen, zelfzucht die al
dus redeneertik wil wel wat geven,
maar ik moet Wat hebben Voor mijn geld.
Daarom juichen wij het ook ten' zeerste
toe, dat te Berlijn door honderden voor
aanstaande mannen en vrouwen per ma
nifest is geprotesteerd tegen dergelijke'
feesten.
Het protest, volgens de door „De Rotter
dammer" gegeven vertaling, luidt al
dus:
„De tijd, waarin wij leven, duldt
geen feesten. Veeleer vermaant hij1 meer
dan ooit tot inkeer, ernst en Verdie
ping; ook op het terrein der welda
digheid. De philantropische arbeid Zal
zich Van de groote, heilige taak, die
hem gesteld is, slechts dan waardig kjwijL
ten, als hij zich vrij houdt van alle
uiterlijkheden, die de eerzucht, de ijdel-
heid en het vermaak dienen. Vandaar
onze dringende bede: Laat bij de in
zameling van gaven alle gelegenheden
als danspartij, comedie, bazars, tom
bola's, festijnen varen. Zorgt dat in
plaats hiervan de giften onmiddel
lijk worden geofferd. Offervaardigheid
en mildheid hebben zich in de laatste
maanden op schitterende wijze geopen
baard. Ook in de toekomst zullen zij
niet ontbreken. Naar onze overtuiging
zijn onnoodige kunstmatige prikkels,
die vloeken met waarachtige mildda
digheid. De barmhartigheid zal zich rij
ker en liefdeyoller openharen, naar
mate de philantropie meer gedragen
wordt door dien diepen, vromen ernst,
waartoe het geweldig gebeuren van on
zen tijd oproept."
Zegge nu niemand, ja maar dat geldt
voor Berlijn.
Nederland doorleeft evenzeer een droe
ve, ernstige crisis als de oorlogvoerende
landen.
Nog is 't gevaar, dat wij in den oorlog
gewikkeld worden, groot, en daarmee ook
het gevaar dat er ook van onze zonen
te eeniger tijd door de handen der vijan
den omkomen. Nog! loopen in onze ste
den en dorpen Belgische ballingen rond
die het verlies van stoffelijk bezit of wel
van bloedverwant of vriend betreuren.
Nog gaan duizenden landgenooten gebo
gen onden den druk der tijdsomstandig
heden.
Waarlijk, er is ook ten onzent geen
aanleiding tot feesten, veeleer is er grond
voor een algeheele, oprechte verootmoe
diging.
Als in Israëls dagen mag ook ons volk
worden voorgehouden de eisch dat er zij!
opmerking.
Docent Steketee.
Men maakt ons attent op een leemte
in onze recensie van de Gedenkplaat der
Theologische School. Op die plaat ont
breekt namelijk de beeltenis van wijlen
ds. A. Steketee Cz., die tien jaren lang
docent aan de Theologische School is
geweest.
De opmerking is juist. Wij beschouwen
het ontbreken van. deze beeltenis als een
fout, en begrijpen niet dat de ontwerpers
van de plaat aan dezen geleerden oud
docent niet hebben gedacht.
Ook hadden wij gaarne in de rij der
hoogleeraren ook nog den hoogst ver
dienstelijken leeraar, lector, of hoe hij ge
noemd werd, wijlen C. Mulder gezien; des
noods, gelijk wij wel eens op een vorige
plaat (van Zalsman) zagen, op een aparte
plaats.
Wij moeten bekennen bij onze recensie
aan deze mannen niet gedacht te hebben.
Nn men ons op 't verzuim in zake ds.
Steketee wijst, voegen wij er gaarne onze
opmerking in zake C. Mulder bij.
Tweede Kamer.
Troelstra vertolkt de stem
des volks. (Hij verklaart
nogmaals den oorlog.
Andere stemmen. Treub's
raak antwooïd. Waarom
presideerde Van Nispen?
Gisteren is de Vox populi, de stem
me des Volks, in de Kamer gehoord.
Bij monde Van een vertegenwoordiger,
vertrouwensman van het volk zoo
als hij zich aandiende den heer Troel
stra, die in een breedsprakig betoog het
politiek-ongemotiveerde in het groote lee-
ningsontwerp trachtte aan te toonen, doch
vooraf eenige stekken meende te moeten
steken, uit Vrees van voor zoo onnoo-
zel aangezien te worden, dat hij en de
zijnen hun Vrijheid van het Woord Voor
een appel en een ei zouden wensohen af
te staan.
Neen, de heer Troelstra c.s. houen hun
mond niet, zelfs niet voor respectabele
menschen als Cort van der Linden en
Treub.
Intusschen bewees hij, dat de gisteren
in ons overzicht aangehaalde „ernstige
woorden" van de regeering alleszins doel
getroffen hebben. Ook hij trok het zich
aan, en hij protesteerde er tegen als een
krijgsgevangene of geïnterneerde behan
deld te worden, van wier „góeden geest''
men pleegt te vertellen.
Het spreekt vanzelf, dat de roode aan
voerder de idee *van een oorlogsschat
ting krachtig bepleitte en ook, dat hij de
rechterzijde geen liefdevol hart bleek toe
te dragen, Vooral nn ze in deze om
standigheden als de trouwste regeerings-
partij optreedt.
De heer Fock (u.l.), herinnerde aan
wat de heer Van Vuuren gezegd heeft
over de Comm. v. Rapp., meent daaruit
af te mogen leiden, dat die afgevaardigde
het overleg tusschen Minister en Com
missie afkeurde. Zulk een overleg heeft
echter plaats gehad, en er was nu dub
bele aanleiding toe, volgens spr. Hij1 zeide
namens de Commissie den Minister dank
voor dén geest van toenadering', hij dat
overleg getoond, en verheugde zich over
de resultaten. Spr. wenschte niet mede
te gaan met het streven van den heer
Vliegen c.s. Pas wanneer de geheele toe
stand is te overzien, heoordeele men de
wijze Van dekking. Deze vraag blijft open,
als de Kamer zich aansluit bij' het voor
stel der Regeering' en het is zijn over
tuiging, dat als de stok der gedwongen
leening niet achter de deur was geztet,
de leening toch zou volteekend zijn.
De heer De Monté Verloren (a.-r.j bracht
hulde aan den Minister Voor de toenade
ring, die het compromis ten gevolge had.
Hij bestreed terecht den heer Patijn in
diens opmerkingen over de wijze van dek
king, verklaarde zich. tegen het amen
dement-Vliegen, zoomede tegen het denk
beeld van wel de rente, maar niet ter
stond de aflossing te regelen, en drong
er bij den Minister op' aan, dat reeds nu
bezuiniging zal betracht worden bij' de
Staatsdiensten.
Vervolgens sprak de heer de Geer (c.-h.)
die meende, dat de tegenstelling tusschen
heffing-in-eens en een leeniing misverstaan
is. Terecht vond hij liet een kinderlijke
gedachte te rneenen, dat zoo'n enorm be
drag in één punt des tijds Van het na
tionaal Vermogen kan Worden afgenomen.
Wie dit denkt, houdt geen rekening; met
de functie van het kapitaal als voort-
brengingsmiddel.
Voor de opcenten gevoelt de heer de
Geer echter niet veel bewondering. Lie
ver had hij een hooger opcenten-getal
willen zien gelegd op de inkomstenbelas
ting, en noode legt hij zich neer bij de
20 opcenten op het personeel.
De heer Marchant (V.d.) gaf dhr. Rut
gers van-dik-hout-zaagt-men-planken naar
aanleiding van het beweerde geheimen ver
klappen uit de aid. met te zteggen dat
'de a.r. vóór de leeniug waren.
Nu, dat kon hij wel weten en mocht
hij wel zeggen.
De heer Nolens (r.k.) maakte een paar
opmerkingen naar aanleiding' van Troel
stra's rede, waarin deze de voorstelling
gaf, alsof de minister bij de rechterzijde
in het gevlei wilde komen, en zette nog
meer puntjes op de i's.
Na de prachtige redevoering' van de
Monté Verloren, het zaakkundige betoog
van de Geer en Nolens belangwekkende
opmerkingen, kwam eindelijk minister
Treub aan het woord, om de agitatie-
Verwekkers van repliek] te dienen.
Dat 't hem toevertrouwd was bewees
zijn kranig antwoord, waar de heeren
opposanten het voorloopig; mee kunnen
stellen.
De gloed der overtuiging, waarmee hij
zijn ontwerp verdedigde, deed weldadig
aan.
De socialisten hebben er Van gelust.
Treub kwam met eeu heel lijstje mee
ting-onbehoorlijkheden door de roode hee
ren gepleegd, en waarvan zte nu hopelijk
zelve geschrikt zijn.
Zoo hadden de heeren het laten Voor
komen, alsof het de Regeering' er om te
doen was den zwaren last Vooral te leg
gen op de pnvermogenden en de be
zitters te bevoordeelen.
't Was geen aangename avond voor de
strijdlustigen. Zij werden volkomen ver
slagen.
Wat de aanklacht van de reg'eering,
vervat in de Memorie van Antwoord,
betreft, die werd door den minister ge
handhaafd.
Met verbazing vernamen wij, dat de heer
Van Nispen in de avondvergadering als
president fungeerde. Immers hij behoort
eerst na Troelstra, nummer twee, te ko
men.
Wij prijzen de zelfverloochening 'van
nummer drie, doch 'we hadden liever ge
zien, dat hij voor de „eer" bedankt had
en dat Troeistra, de eerst-gëroepene, den
hamer had gehanteerd.
'tGaat niet aan bij de eerste de beste
gelegenheid zich aan die Verplichtingen
van het tweede voorzitterschap, hem te
kwader ure opgelegd, te onttrekken.
Beknopt overzicht van den toestand.
De Russen hebben zich reeds weer her
steld na de catastrophe bij Lodz.
Dat behoeft geen verwondering te ba
ren, want niemand heeft het er ooit vootr
gehouden, dat de val van deze stad een
totaal-welslagen van Von Hindenburg's
operatieplan zou beteekenen.
Wel is het een schoone overwinning!
gebleken, al mocht niet verheeld, dat ze
groote offers gekost heeft.
De Russen hebben in Noord-Polen een
zeer versterkte stelling ingenomen ten
Oosten van de Miazza, een zijrivier van
de Piliza, die ten O. van Lodz loopt
op een afstand van ongeveer 20 K.M.
En hun nieuwe stelling moet inderdaad
gunstig gelegen zijn.
Overigens is het front hier zoo goed
als ongewijzigd gebleven.
Om Lowitsch wordt nog hard gestreden.
Een granatenregen zaait in deze stad
dood en verderf. Reeds zijn vele gehou
wen ineengestort of in vlammen opge
gaan.
Van Krakau en Petrokof en omstreken
geen wereldschokkend nieuws. Wat ech
ter niet wil zeggen, dat het er kalm is.
De Strijd wordt met onverminderde he
vigheid voortgezet, doch de beslissende
feiten volgen elkaar niet altijd zoo snel
op als in de maanden Augustus en Sept.
op Belgisch grondgebied.
Van het Westelijk terrein geen bijzon
derheden, die een anderen kijk op de
zaak geven.
De artillerie-duels worden voortgezet
van de zee tot de Leie.
Aan de Aisne wordt weder van par-
tieele successen melding gemaakt, en in
het Argonnerwoud hebben Duitschers en
Fransehen altegader vorderingen gemaakt.
Misschien een loopgraaf veroverd, een
hoeve, een kippenhok, een boom.
Een zware slag is natuurlijk voor de
Duitschers het verlies van twee groote
en een kleine kruiser.
Voor zoover bekend zijn nu nog slechts
de „Dresden" en de „Nürnberg", die dooi
de Engelschen worden vervolgd, en de
„Karlsruhe", die in den Indischen Oceaan
rondzwerft, buitengaats.
'tWas een schitterende revanche van
de Engelschen.
Thans is ook commandant Piet Grob-
ler in Afrika der regeeringspartij in han
den gevallen.
Ja waarlijk, de opstand zal nu wel
gebroken zijn.
De beweging is nu haar kracht kwijt.
Arme boeren
De zeeslag bij de Falkland-eilanden.
Uit Londen wordt nog gemeld:
De Duitsche kruiser „Nürnberg" is op
8 December in den grond gehoord. De
achtervolging van de „Dresden" wordt
voortgezet.
De zeeslag van 8 Dec. duurde met
met tusschenpoozen 5 uur.
De „Scharnhorst" zonk na 3 uur Vech-
tens, de „Gneisenau" twee uur later.
De lichte Duitsche kruisers vluchtten in
verschillende richtingen weg en werden
achtervolgd door de Engelsche kruisers.
Geen enkel Engelsch schip zou Verlo
ren zijn.
De Duitsche marine-staf publiceert thans
ook het bericht, van het in den grond
boren der drie Duitsche kruisers. Welk
bericht gelijkluidend is met dat der ad
miraliteit. De staf voegt er aan toe
Onze verliezen schijnen zwaar te zijn.
Een aantal overlevenden der gezonken
schepen werden gered.
Beyers.
De „N. R. Ct." wijdt het volgende waar-
deerende woord aan die nagedachtenis
van een dapper man:
Diep schokkend is het einde van genie-
raai Beyers geweest. Gelijk in dien groo-
ten Boerenoorlog heeft hij tot het einde
volgehouden. Engelschen in Zuid-Afrika,
maar wij gelooven niet alle Engelschen,
en Afrikaander tegenstanders van Beyers,
spreken hoonend van Beyers' zwart
verraad, van zijn laaghartige daad.
Al wie iets van het karakter van
een rechtvaardige. De oorlog tegen Duitsch
Zuidwest-Afrika keurde hij1 af, vond hij
zondig en daarom gaf hij' zijn hooge po
sitie als opperbevelhebber van de burger
macht prijs. En moge de opstand een
misslag zijn geweest, een man als hij
neemt niet de wapenen tegen het wettelijk
gezag op zonder dat iets, dat hem hoogere
hoogere plicht was, het hem gebood. Met
Hertzog zeggen wij, dat de politiek van
Botha, Smuts en hun mede-ministers die
hen volgden, den opstand heeft uitgelokt,
en onder de opstandelingen vond men
van de beste der Afrikaanders, de Wiet,
Beyers, Kemp, ds. van Broekhuyzen en
vele anderen.
Korte Oorlogsberichten.
Uit Athene wordt nog over de schade)
die de kruiser Göben in het gevecht in
de Zwarte Zee hieeft opgleloopen, het vol
gende gemeld:
De Göben is door 15 projectielen ge
troffen. Een toren, een kanon, een schoor
steen en eten machine zijn beschadigd.
Van de bemanning; zijn 126 koppen ge
sneuveld. Zij zijn te Therapia in den
tuin van het Duitsche gezantschap be
graven.
De bemanning bestaat nu uit Duitsche
en Oostenrijksche matrozen. D© Oosten
rijkers vormen ongeveer. een derde van
het totaal.
Aalmoezeniers hebben den manschap
pen een eed afgenomen, waarhij zij zich
verplichtten niets te vertellen, van wat
er aan boord gebeurd is.
Een ont zettende botsing.
De „Times" verneemt uit Petrograd, dat
twee militaire Duitsche treinen, beladen
met pyroxiline en bommen in het gou
vernement Kieloe in groote vaart op el
kander zijn geloopen. Beide treint-n wer
den volkomen vernietigd en geen enkele
van de begeleiders is er levend af geko
men. De ontploffing was zóó hevig, dat
ze op een afstand van meer dan 30 mij
len werd gehoord.'
Koningin Elisabeth in En
geland. De „Indépendanoe Beige" van
3 December meldt:
„Onze bekoorlijke souvereine is acht
dagen bij' hare kinderen in Engeland ko
men doorbrengen. Voor het vertrek van
koning George naar het front, werd zij in
den koninklijken familiekring ontvangen.
Aan het diner in het paleis, namen de
hertog van Brabant, de graaf van Vlaan
deren en prinses Maria-José deel.
Maandag heeft koningin Elisabeth ko
ningin Alexandra met haar geboortedag
gelukgewenscht. Dinsdag vertrok zij naar
Folkestone en kwam Woensdag in Frank
rijk aan, hij koning Albert aan het front
terugkeerende, om haar edele taak van
troosteres in onze 'ambulances wleer op
zich te nemen."
Von Mol'tke. De generaal-ovterste
Von Moltke heeft zijn kuur in Hamburg!
beëindigd en is te Berlijn aangekomen.
Zijn toestand is aanmerkelijk gebeterd,
maar toch altijd nog van dien aard dat
hij voorloopig niet in het veld kan. Zoo
dra zijn gezondheidstoestand het toelaat
zal' hem zijn functie nader worden aan
gewezen. A
De werkzaamheden van den chef van:
den generalen staf van bat veldleger zijn
aan den minister van oorlog, luit.-gene
raal Von Falkenhayn, die ze reeds bij! de
ziekte van Von Moltke als vertegenwoor
diger overnam, voor goed aan dezen over
gedragen. Von Falkenhayn blijft ook minis
ter van oorlog'.
De „H ei lig© Oorlog". De mach
tigste stam der Toearegs beeft zich thans
ook voor den Heiligen Oorlog verklaard.
Hare krijgslieden zijn bezig naar Tunis
op te trekken. De vroegere afgevaardigde
van het Turksche Parlement, Djami-hey,
die Fezzan vertegenwoordigde, bevindt
zich hij de Toearegs, evenals een heel©
reeks van Ottomaansche officieren, die
uit Tripolis afkomstig zijn, en met de
zeden en gewoonten van dezen invloed
rijken stam volkomen vertrouwd zijn.
Een uitdaging. De „Köln. Ztg."
bevat een schrijven uit Berlijn, waarin
melding wordt gemaakt van een inter
view met den Belgischen gezant te Kopen
hagen, den heer Allard, in „Afbenbladet"
waarin de gezant de Duitsche gruwelen
in België bespreekt, en verklaart dat hij
Belgische kinderen kan noemen, die ge
durende den oorlog werden verminkt, en
do plaatsen kan aangeven, waar kleine
meisjes mishandeld zijn, en dat hij an
dere gevallen van mishandeling kan be
wijzen.
De „Köln. Ztg." voegt daaraan toe, dat
de gezant wordt uitgenoodigd die be
schuldigingen op duidelijke wijze en met
onweerlegbare bewijzen te staven. Ge
schiedt dit niet, dan moeten wij-, zegt
het blad, den gezant van lasterlijke be
schuldigingen verdenken.
De toestand van den keizer heeft
zich aanmerkelijk verbeterd. De catarrh
vermindert en de temperatuur is nor
maal1.
Bommen op Freiburg. Drie
vijandelijke vliegers wierpen eergisteren
tien bommen op „de open, niet in het
operatiegebied liggende" stad Freiburg
(Baden). 'Schade werd niet aangericht.
De operaties in Servië. Van
het Zuidelijk oorlogstooneel wordt dt. 9
dezer uit Weemen officieel gemeld: Een
gedeelte van onze troepen, die in Servië
opereeren, stiet ten Westen van Milano-
watsj op sterke vijandelijke krachten, zoo-