No. 49
Donderdag 36 November 1914
39e Jaargang
COLIJN EH BE UKEREK
Feuilleton.
HET DRIJFZAND.
Uit de Pers.
Uitgave va*
de TJanml Venn. LUCTOR ET EMBRGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN *E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Colntre Go«».
(Slot.)
Den 20en Augustus deden de Duit-
sche troepen (reeds) hun intocht in Brus
sel. Men kan dus gemakkelijk uitrekenen
hoe weinig vertraging' zij in hun opmarsch
ondervonden hebben; de afstand van de
Maas tot Brussel is hemelsbreed 90 K.M.,
langs de wegen dus allicht 120 K.M., ter
wijl men voor een dagmarsch valn groote
troepenmachten niet meer dan 30 K.M.
rekenen mag. Het oponthoud beduidt dus
niets. Wel was het optreden van de Bel
gische Itroepen een nadeel, zoodat een
sterk leger in België moest achterblijven.
Het Duitsche leger trok nu België door,
sloeg' overal de Fransche troepen, en stond
2 Sept. dicht bij Parijs5 Sept. was het
Duitsche offensief tot staan gebracht,
i
„Verbluffend door zijn kracht en zijn
snelheid is deze Duiffeche opmarsch ge
weest, zonder weerga in de historie.
De Franschen en Engelschen vioor zich
uitdrijvend als gejaagd wild, ontstond
bij menigeen ook de schrijver van
dit artikel behoorde onder dezen
de gedachte, dat het den Duitschers
misschien gelukken kon het Fransche
Noorderleger door* een groote omzwaai
ende beweging gedeeltelijk oostwaarts
te dringen, om dan dat deel, met
het Fransche Oosterleger saam, ten val
te brengen.
„Zoo is het niet geëindigd, maar
waarom de Duitsche opmarsch op 5
Sept. zbo ploseling tot staan kwam en
7 Sept. zelfs in een terugtocht over
ging, daarnaar kan men slechts gissen
„De meest voor de hand liggende
onderstelling is de volgende. Toen Joffre
den 2en September tot de overtuiging
kwam dat het Fransche -Noorderleger
den Duitschen druk niet Weerstaan kon
en dus bij standhouden vermoedelijk
nederlaag óp nederlaag zou lijden, heeft
hij besloten tegenover de Duitschers
nog alleen achterhoede-gevechten te le
veren en zijn hoofdmacht, met ge
bruikmaking van de talrijke
spoorwegen, achterwaarts gevoerd.
Voor het leger zouden verdere verlo
ren Veldslagen [noodlottig hebben kunnen
wordenberichten, die ons veel later be
reikten, hebben aangetoond, dat bij' som
mige korpsen de ontreddering al begon
in te treden. Snelle onttrekking aan den
strijd, opstelling achterwaarts zóó ver
weg, dat men gelegenheid had de ver
liezen weer aan te Vullen en verster
kingen haast troepen van elders, Wel
licht ook nieuwe reserve-formaties
aan te trekken, dat kion het gevaar
nog keeren. Vooral omdat te voorzien
was dat de Duitsche aanvalskracht op
een gegeven oogenblik van zelf toch
reeds moest Verminderen. Is dit zoo,
dan moet getuigd, dat het Fransche op
percommando met buitengewoon beleid
en energie dit plan ten uitvoer gebracht
heeft en daarmee uit krijgskundig oog
punt een meesterwerk van den eersten
rang heeft geleverd.
Aan een van te voren beraamden te
rugtocht geloof ik niet. Terugtochten
zijn nooit vrijwillig. Als men winnen
kan aan de Sambre en de Maas, geeft
men niet het land tot aan de Marne
aan Verwoesting prijs. Zulk een vooraf
Het gebeurt dikwijls op sommige kus
ten van Bretagne in Frankrijk of van
Schotland, dat iemand, bij voorbeeld een
reiziger of een visscher, die bij' laag Water
langs den uitersten zoom van het strand
loopt, eensklaps tot de ontdekking komt,
dat sedert eenige oogenblikken het loopen
hem moeite kost. Het strand is onder
zijn voeten als pek: de zool blijft er in
kleven, het is geen zand meer, het is
lijm. De oever is volkomen droog, maar bij
eiken voetstap dien men doet, staat
zoodra men den voet heeft opgelicht
de achtergebleven indruk vol water. De
rondziende blik heeft overigens geen en
kele verandering waargenomen; het onaf
zienbare strand is glad en rustig, en al
het zand ziet er eveneens uit; niets on
derscheidt den grond, die vast is, van
den grond, die niet meer vast is. De
man Vervolgt zijn weg, gaat gestadig voor
waarts, wendt zijn schreden naar de land
zijde, of tracht dichter bij de kust te ko
men. Hij is niet ongerust. Waarover zou
hij ook ongerust Zijn? Alleen gevoelt hij
iets, alsof de zwaarte zijner voeten toe
neemt bij eiken stap, dien hij doet. Plot
seling zakt hij' een weinig. Hij zakt slechts
beraamde terugtocht, is wel eens voor
gekomen, b.v'. bij de Russen in 1812
tegen Napoleon, maar dan biedt men
niet eerst ernstigen weerstand. En dat
is hier wél geschied. De gevechten aan
Sambre en Maas tusschen 23 en 30
Augustus, bij St. Quentin den 31en en
tusschen Reims en Verdun op 2 Sept.
waaraan 10 Fransche legerkorpsen
deelnamen zijn geen achterhoede
gevechten geweest tot dekking van een
terugtocht, maar pogingen om de Duit
schers te Verslaan. Hetzelfde geldt van
de eveneens vernomen bewering, dat
de Duitschers, met hun opmarsch naar
de Marne, feitelijk beoogd zouden heb
ben de stellingen aan de Aisne op hun
gemak te kunnen inrichten. Dat alles
moet gerangschikt worden onder de ru
briek „verzinsels".
„Wat men zeggen kan is dit, dat
èn de Franschen èn de Duitschers onder
zeer moeilijke omstandigheden er in ge
slaagd zijn een terugtocht uit te voe
ren met den vijand op de hielen,
wat een der moeilijkste krijgsverrichtin
gen is."
De heer Colijn constateert, dat de Duit
sche en de Fransche legeraanvoering
blijken te voldoen aan hooge eischen. De
Franschen hebben den blaam van 1870
V o 1 k o men uitgewischt.
Ten slotte merkt de heer Colijn op,
dat de tjjd voor gevolgtrekkingen nog niet
gekomen is. Toch vestigt hij op enkele
punten bereids de aandachtHet Zijnde
economische gevolgen van den oorlog
de waarde Van vestingen; de strijdmidde
len ter zee; het gedrag der strijdende
legersde wederzijdsche Verliezenhet
optreden Van vreemde volksstammen uit
Azië en Afrika aan de zijde der geallieer
den.
Wat aangaat het optreden van vreemde
volksstammen in den Westerschen krijg,
dienaangaande oordeelt hij', dat daardoor
de oorlog lang kan duren. Engeland is
voor zijn prestige verplicht te zorgen voor
de overwinning. Men moet in het Oosten
geleefd hebben om te gevoelen wat een
nederlaag der Engelschen, door de Ooster-
sche soldaten aanschouwd, zou beteeke-
nen.
Over de wreedheden in den oorlog ge
pleegd merkt de schrijver op, dat men
deze verhalen door tien moet deelen en
uit het quotient nog wel den vierkants-
Wortel mag! trekken.
Anders staat het met de solidariteits-
straffen door de Duitschers in België toe
gepast als straf voor het optreden der
franc-tireurs. Wij hebben in Indië vóór
1848 dezelfde oorlogspractijken toegepast.
Later werd het verwoesten afgeschaft en
kwam de gijselaars-practijk er voor in
de plaats. Dit stelsel is niet alleen
rechtvaardiger, maar ook doelmatiger. Het
fxanjc-tireursbedrijf oefent geen iryvloed'
op 't verloop van den krijg uit en daar
om lijkt den schrijver het Duitsche optre
den tegen de Belgische burgerbevolking
niet altijd evenredig aan het bedreven
kwaad.
Inzake een oordeel over de waarde van
vestingwerken zij men niet te haastig.
IWje alleen op den val van Luik, Namen,
twee of drie duim. Dan is 'hij stellig
niet op den goeden Weg; hij blijft staan,
om er zich van te vergewissen. Eens
klaps kijkt hij naar zijne voetenzijne
voeten zijn verdwenen. Het zand heeft
ze overdekt. Hij trekt zijne voeten weer
uit het zand op, hij wil op zijn schreden
terugkeeren, hij draait zich geheel om
maar hij zakt nog dieper. Het zand
komt nu tot aan zijne enkels; hij werkt er
zich uit en tracht naar den linkerkant te
komen, maar het zand komt tot halver
wege zijne beenein; hij wendt zich nu
naar rechts, het zand komt tot aan zijn
kousebanden. Nu eerst bemerkt hij met
onbeschrijfelijken schrik, dat hij zich te
midden van drijvend zand bevindt en dat
hij die ijzingwekkende omgeving van half
water en half land om zich heen heeft,
waarop de mensch evenmin kan loopen als
de visch er in kan zwemmen. Hij werpt
zijn last weg, als hij er een draagt; hij
slingert heen en weder, als een in nood
verkeerend schip; maar het is reeds te
laat: het zand staat tot boven zijne
knieën.
Hij schreeuwt, hij zwaait zijn hoed of
zijn zakdoek heen en weder, maar het
zand bereikt hem hoe langer hoe hooger
indien er zich niemand in den omtrek
bevindt, indien het vaste land te veraf
is, indien de zandbank in een te slechten
naam staat, indien er geen held in de
nabijheid is, dan is het met hem gedaan:
Maubeuge en Antwerpen ziet, is geneigd
om te Zeggen nooit meèr een cent voor een
fort. Maar wie nu tevens op Verdun
en Toul let, die nu al ruim drie maanden
den Duitschen opmarsch tegenhouden, op
Przemysl, dat een maand de Russen op
hield en staande bleef, oordeelt anders.
De spoedige val der Belgische vestin
gen is dan ook uit heel andere oorzaken
te verklaren, welke 'door den schrijver
worden opgesomd.
En nu de strijdmiddelen. Er zijn er al
die geen vloten meer willen bouwen. 'Zulks
alleen omdat een Duitsche duikboot drie
Engelsche kruisers vernield heeft.
Dat de torpedo een wapen van be-
teekenis kon zijn, is nimmer betwist
Vooral niet sinds z;ij van grooter kaliber
werden en veel gfootere ladingen spring
stof hebben, maar men had nog met de
torpedo te weinig ervaring.
Zelfs in den Russisch-Japanschen
oorlog van 1904 is er geen enkel schip
door een torpedo te gronde gegaan. En
nu is de duikboot nog altijd onge
schikt om over groote afstanden op
te treden. Men kan hem niet den At-
lantiscjien Oceaan over zenden, men
kan er veel andere dingen evenmin
mee doen. Ook zijn de moeilijkheden,
b.v. om schepen in de vaart met de
torpedo te treffen, nog geenszins over
wonnen, en zullen dat wel nimmer wor
den, omdat 'zij gevolg zijn van niet weg
te nemen oorzaken.
De schrijver constateert evenwel op
grond der uitkomsten, dat de duikboot
voor kustverdediging een wa
pen van groote beteekenis en daarom
voor onze maritieme verdediging ;in Ne
derland van de allerhoogste waarde is.
Dat de schrijver zulks niet zonder vol
doening constateert is begrijpelijk, waar
hjj twee jaar geleden in de Tweede Ka
mer te kennen gaf dat wij voor de ma
ritieme verdediging hier te lande met
torpedo- en duikbooten volstaan konden,
een conclusie waartoe ook de Staatscom
missie Voor de Indische defensie kwam.
Be uitkomst heeft die meening Voorhands
gerechtvaardigd.
En wat den slotte de gevaren van de
zen oorlog Vöor ons land zijn, hieromtrent
zegt de schrijver
Voor ons eigen land blijft allereerst
waakzaamheid plicht. De directe geva
ren zijn veel verminderd, maar verdwe
nen zijn zij nog lang niet; de eindrege-
ling kan voor ons, bij een bepaalde si
tuatie (toestand) ernstige gevaren mee
brengen.
i
En bij waakzaamheid moet stugge on
verzettelijkheid betracht; strikt neutraal;
dat ontstemt nu eens hier, dan weer daar,
maar dat is niet te ontgaan en het is
de eenige juiste weg dien Nederland be
wandelen moet.
De omstandigheid, dat wij geen quan-
tité nêgligeable zijn, is daarbij oorzaak
van de betrekkelijke veiligheid van ons
land tijdens den oorlog. Maar wij zijn
niet zonder vrees, dat bij' de eindrege-
ling vraagstukken aan de orde gesteld
dan is hij veroordeeld tot den dood in het
drijfzand. Dan is hij gedoemd tot die
ijzingwekkende, lange onvermijdelijke, on
verbiddelijke begrafenis, die onmogelijk is
uit te stellen noch te verhaasten, die
uren duurt, die niet schijnt te eindigen, die
u aangrijpt, zooals gij' daar staatvolkomen
vrij en volkomen gezond; die u bij uwe
voeten naar beneden trekt; die u bij1 elke
poging, die ge waagt, bij eiken kreet, dien
gij slaakt, nog wat lager neertrekt; die u
schijnt te straffen voor uw tegenstand door
een des te nauwere omhelzing; die den
mensch langzaam tot de aarde doet te
rugkeeren, maar hem daarbij ruimschoots
den tijd laat om nog eens een blik te
slaan op den horizont, op de boomen,
op de groene velden, op de rookende
schoorsteenen der dorpen in de vlakte, op
de zeilen der schepen in zee, op de Vogels
die vroolijk en zingend heen en weder
fladderen, op de zon, op den hemel. Het
drijfzand is een graf, dat als een vloed
opkomt en uit den schoot der aarde langs
den levende opklimt. Elke minuut is een
onvermurwbare begrafenis. De rampzalige
trachtte gaan liggen, naar bovten te klaute
ren: al de bewegingen, die hij maakt,
bevorderen zijn begrafenis; hij richt zich
Weder op, maar toch zakt hij nog weer iets
dieperhij voelt zich verzwelgenhij jam
mert, hij gilt, hij smeekt, hij slaat de oogen
op naar de wolken, hij! wringt de armen
en handen, hij wordt wanhopig;. Nu is jhij
zullen worden, die de moeilijkheid vöor
Nederland op ernstige wijze zullen Ver
meerderen. Doch ook dan zal, naar elk
Nederlander weet, Oranje Neerland's
waardigheid, weten te handhaven.
Voor deze studie zijn wij den oud-mi
mister dankbaar. Wij willen ook even stil
staan bij ^het probleem van den oorlog",
door dr. Bavinck, in datzelfde no. van
„Stemmen des Tijds".
Formosa-Kiautsjau.
De verovering van Kiautsjau door de
Japanners heeft aan de Duitsche Zending
een gevoeligen knak gegeven. Het doet
somber iaan dat zulks op aanstoken van
Engeland is gegaan, een land dat altijd
zoo voor de komst van Gods Koninkrijk
geijverd heeft.
Zoo gaat ook in deze Duitsche neder
zetting onder Japans bestuur allicht het
licht weer van den kandelaar.
Hetzelfde is wij wezen er reeds
vroeger op ook in 1663 Formosa over
komen. Nu was dat, wat Kiautsjau niet
was, door de regeering in Europa verwaar
loosd; bewindhebbhers der Oost-Indische
Compagnie weigerden zelfs aan de predi
kanten een persje ter verspreiding van
Christelijke lectuurook Was er Vaak twist
tusschen Politieken en Kerkelijken, d.w.B.
de Regenten en de Predikanten, Vooral
omdat deze laatsten vrij wilden zijn van
politieken arbeid. Voorwaar de Heere had
op Formosa een geopende deur gegeven,
en er is ook veel, zeer veel door mannen
als Candidius, Junius, Happart, Bavius,
Gravius, v. Breen, Hambroek e.a. gearbeid.
Doch het Werk werd te veel met politiek
verward; de predikanten des Evangelies
werd door de Regeerders te veel gebruikt
tot politieke doeleinden, en men heeft
dikwijls op Formosa met geweld willen
dwingen, wat alleen van eene getrouwe
bediening des Evangelies kon verwacht
worden.
Doch ziehier nu de tegenstelling. Aan
de Zending op Formosa werd door den
Chinees met bloedige hand een einde ge
maakt. En 200 jaren verliepen eer weer
het Evangelie op „Ila Formosa" gepredikt
werd. Doch dat werk werd opgenomen
door Engelsche Presbyterianen, onder toe
lating der Chineesche Regeering, op de
plaats, Tai-wan-foo, waar aan de Regee
ring der Hollanders en de Zending der
Hollandsche Presbyterianen, door een Chi-
neeschen zeeroover den doodslag was toe
gebracht. Wonderlijk ziijn de wegen des
Heeren, en de eeuwigheid zal het open
baren, waarom ook dit oordeel over For
mosa, dat zich een "korten tijd in het
licht des Evangelies 'had mogen verheugen,
gaan moest, en twee eeuwen moesten
Verloopen, eer dit licht weer mocht schij
nen in die duistere plaats.
Moge op Kiautsjau althans de lamp
des EVangelies niet ten eenemale gé-
bluscht worden.
De o o r 1 ogs 1 e e ni n g.
Het „Friesch Dagblad" schrijft: De fi-
nantieele plannen der regeering blijven
een voorwerp van de aanhoudende zorg
der vaderlandsche pers.
reeds tot aan den buik in het zand; het
zand bereikt zijne borst, hij' is niets meer
dan een hoofd zonder romp. Hij slaat
de handen naar omhoog, stoot woedende
kreten uit, krabt met de nagels in het izand,
wil zich aan die natte poeder vasthouden,
leunt op de ellebogen, om zich uit het
weeke sluik op te werken, begint hart
brekend te snikken en steeds stijgt
het zand. Het zand bereikt zijne schou
ders ,het Band bereikt zijn hals; (nu is
nog slechts het gelaat zichtbaar. De mond
loopt vol zand stilte! De oogen zien
nog, het zand sluit ze nacht! Daarna
verdwijnt het voorhoofd, een bosje haar
trilt nog even boven het zander komt
een hand boven, zij graaft krampachtig in
oppervlakte van den oever, beweegt zich
nog even, nu niet meer, en verdwijnt
Welk een afgrijselijke marteldood, die
hier zoo aangrijpend door Victor Hugo
is beschreven.
Die marteldood heeft zijn tegenhanger
op Zedelijk gebied.
De jonkman, die zich waagt op het
vlottend zand der zonde, het jonge meisje
dat den weg der lichtzinnigheid inslaat,
al wie, in één woord, den voet op den
bodem des kwaads zet, stelt zich vrijwillig
aan een dergelijke straf bloot, maar hoe-
Veel langer en hoeveel smartelijker!
Wie heeft niet, bij voorbeeld, een man
gekend, die aan den drank verslaafd was,
in sommige oogenblikken tegen zijn harts-
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maaI berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Er z ij' n bladen, hoewel hun aantal
vermindert, die nog a'+ijd aan een heffing-
in-eens de voorkeur- geven boven een leu
ning.
De a.-r. „Rottend." schijnt óók van diel
meening te zijn, al laat het blad zich
voorzichtig uit, wat trouwens bjj het
beoordeelen van finantieele plannen dooïl
„leeken" altijd gewenscht is, vooral wan
neer de Regeering blijkbaar bet oordeel
der groote geldmannen des lands vooraf
heeft gevraagd.
De „Rotterd." wijst op do moeilijkheid,
om later nog weeir van de „leening" op
de „heffing" terug te komen en zegt:
„Vergeet 't zielkundige moment niet."
De regeeiring wil het iedereen zoo
veel mogelijk naar den zin maken.
Nu wordt eene 1 e e n i n g voorge
schreven, want het geld moet er wezen.
Maar daarmee wordt de mogelijkheid
van een© oorlogsheffing niet afgesne
den; kan zeer wel eene extra-belasting
worden geheven.
Evenwel, daarover wordt nu niet be
slist.
Naar later wordt de beslissing ver
schoven.
Niet naar 1917, want dat is een ver
kiezingsjaar, en deze vraag moet de
politieke hartstochten niet prikkelen.
Daarom is een latere datum gekozen:
vóór 1 Januari 1920 moet worden uit
gemaakt hoe de leening zal worden af
gelost.
Het lijkt kiesch, mooi en tegemoet
komend.
Maar in werkelijkheid is het geen
tegemoetkoming.
De mogelijkheid om een extra-ooïlogs-
belasting op de groote vermogens te leg
gen wordt daardoor uitermate ver
zwaard.
Van de keuze van het juiste moment
hangt zoo veel af.
Is de oorlog dan naar wij. hopen'
reeds lang voorbij, dan slijt de ge
dachte aan het gevaar dat dreigde al'
meer uit, is Weg' alle dankbaarheid voor
hetgeen behouden werd, is miniem de
gezindheid om zich opofferingen te ge
troosten.
N ui wordt alles veel gemakkelijker,
gedragen.
Vergeet het zielkundige moment niet.
De heer Stork, de bekende fabrikant,
die jn de „N. Cour." .een der eersten was,
om het „heffingsplan" aan te bevelen,
moet nogeens even 't politieke vuurtje
stoken en het doen voorkomen alsóf K u y-
p e r nu Tr e u b in den zak gestoken had.
Hrj. schrijft in genoemd blad:
Ik stem geheel in met het gevoelen
van de Regeering, dat zij in de gegeven:
omstandigheden ©en partij-politiek geen
invloed mag gunnen. Speciaal ten op
zichte van de vraag, wie de oorlogs
kosten zal1 betalen, zou ik een beslissing'
van links tegen rechts zeer betreuren.
Maar het staat toch niet aan dr. Kuyper
alleen, te bepalen in welke richting wij
moeten gaan. Wanneer door medewer
king zoowel van rechts als van links
een meerderheid is te vinden voor eten.
hetere oplossing dan de Regeering ter
Wille van de neutraliteit aan de hand
heeft gedaan,, Iaat zij zich daartegen
dan niet verzetten! Zij kan natuurlijk
tocht worstelde, allerlei soorten van mach-
telooze voornemens vormde, en toch hoe
langer hoe dieper wegzonk 'in de hel
zijner zonde, totdat de dood hem ein
delijk kwam prijsgeven aan eeuwigdurende
wroegingen i
En geen hulp mogelijk! Niemand kan
zijn naaste uit dien modderpoel rukken.
De hartstochten zijn sterker dan alles
Ik Vergis mij; eenmaal is er Eén op
de wereld verschenen, die al onze harts
tochten overwonnen heeft, en die hen
aan den eeuwigen dood kan ontrukken,
welke dreigen om te komen. Het is Vol
doende Hem aan te roepen, de hand naar
Hem uit te strekken
Onverbeterlijke dronkaard, losbandige
die aan de ontucht Verslaafd z'ijt, boos
wicht die door slecht gezelschap weer
houden wordt, ook gij zedelijk brave, die
meent geen Redder van de zonde noo-
dig te hebben, wie gij ook zijt, man of
vrouw, roept Jezus Christus te hulp:
„Zone Davids, ontferm U mijner
Al vulde het slijk ook reeds uw mond,
al waart gij ook reeds tot stilzwijgen ge
doemd, al was er niets meer in leven
aan u gebleven dan die hand, waarvan
Victor Hugo spreekt in de laatste der
hierboven aangehaalde regels, als die
hand den Heere Jezus Christus aanroept,
zal Hij komen, zal Hij zékerlijik komen,
zal Hij terstond komen! Beproef het! Be
proef het heden! „De Spiegel."