tilfkoe, nwonende Knecht INo. 46 Maandag S3 November 1914 S9e Jaargang (SERKE. )etpaden met werken. te huur. re en zoete ELS, onny. ftgelingen iteneenMeid lenknecht gevraagd, ID o! it de Pers. Dienstbode. De Groote Oorlog. i den tol naar gemeente. 25 Tïov. a. s. ERI J NSCHRIJVING Het honderdjarig bestaan der Afd. „Zuid- en Noord-Beveland" van het Nederi. Bijbelgenootschap, te Goes. rten glans, ndere prima crème, het recht tot gratis trijd. PrijzenEffec- g inlichtingen aan maakt bekend dat irszaak te Zoute- A. ADRIAANSE. 1934. s eischen ingerichte haete luchtoven, elec- werkbank, platen, enz. Letter Z. V. 1209, te Goes. )OP: binet en Cylinder gen te ruilen, bij Eigenhaardstraat P Col, Oostkapelle. OOP L. VAN BAALEN, OOP rnemuiden. OOP F V AARS I GjE STIER, lande. Gesticht voor Krank - ist" te Bergen op i in de verpleging Sollicitatie-brieven Directeur. [JNIERSE, Ieweg, Koudekerke. Mei ÏSCHIERE, skerke, Mariahoeve. aart a.s BREURE, 'sHeer jepolder. EI een TISSE, Noordweg, ELIS, '8 Heerenhoek. 5UW, Heinkenszand, velijk, zoo spoedig Uitgave van de Naaml, Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN tE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Qosterbaan Le Colntre - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Ie Dame te Ossen- ertig jaar. Zich aan d. WERF te Rilland. V o el en. Onder dit opschrift geeft „De Standaard" nog eens onderstaand over zicht van hetgeen ons te wachten, staat. Men zal 'tnn in zijn beurs gaan Voe len. Men mag beginnen met deel te nemen in de nieuwe leening tot een evenredig bedrag van zijn kapitaal. Toch is dit het ergste niet, want men krijgt op het bedrag hiervan een rente van 5 pCt. en in 15 jaren krijgt mem zijn geld door aflossing terug. Maar, is uw geld van de leening uit betaald, dan moogt ge zelf mee betalen aan de rent© en aflossing, en hiervoor Bult ge storten moeten twintig procent verhooging op alle directe belastingen. Op uwe grondbelasting. Op uwe vermogens belasting. Op uwe bedrijfsbelasting. Op uw personeel. Deze verhooging met 20 pCt. gaat in met 1915. En waar dit u reeds een aanmerkelijke verzwaring van uw te betalen belasting zal brengen, zult ge dan bovendien nog Tariefverhopging beleven. O, Tempora, o mores! Heusch ook de invoerrech ten verhoogd. Niet 'tTarief zelf. Maai de te betalen som verhoogd met 10 pCt. Dan nog 50 opcenten zoo ge die ja ren met de zegelrechten in aanraking komt. Voorts 10 pCt. meer votor de Re gistratie. En wat nog fataler is, 20 op centen op wat de Successiewet voor rech ten en boeten vraagt. Iets wat we fataal noemen, omdat het van uw wil geheel onafhankelijk is, of een successie ten uwen bate nu juist dit jaar zal loskomen. En .ge toch, zoo dit het geval is, oan de minderwaardigheid van los en vast goed, reeds voor het bedrag van uw suc cessie zoo aanmerkelijk onder peil blijft. Maar zelfs dan zijt ge er nog niet. Dan komt er nog 10 pCt. op het ge distilleerd, wat u niet behoeft te hinderen, zoo ge er maar van afblijft. Maar ook 10 pCt. op de acciijnsen van alle vleesch. En ten slotte 20 pCt. meer op de accijn zen van de suiker, en de accijnzen van den wijn. Het laatste nu kan best, doch de sui ker gaat. er onder lijden, ook al daalt de hoofdsom. Men kan nu zelf narekenen, op hoe veel het voor uw huishouding en voer uw zaak komt te staan. Zeker een cijfer om van te schrikken. En zelfs dan zijt ge er nog niet. Dan is nog pas de leening met rente ■en aflossing gedekt. Wat of voor het gewone budget, in verhand met de la gere inkomsten, nog bij zal moeten, zal men eerst later merken, als het aan de gewone begrooting toekomt. Op zuinigheid zal 'tdus aankomen. Jammer slechts, dat die zuinigheid dan weer drukken gaat op het magazijn waar ge vroeger mild uw rekening maaktetji en nu met meer. En toch, ook die gedupeerde magazijn- - houder zal in de leening mee moeten doen, zoo hij tenminste f75.000 vermot- gen in zijn zaak stak. En 't ergste is nog, dat bij de bere kening van het inkomen zes maanden zullen meetellen, toen het inkomen nog normaal liep, zoodat ook het cijfer van uw inkomen niet op het rentecijfer van nu zal staan. Zoodra de belastingbiljetten thuis ko men, zal men dan ook kunnen narekenen, op hoeveel deze fatale oorlog ons te staan komt. Is er nu een gezin dat bovendien nog door de mobilisatie getroffen wordt, dan voelt ge tot wat bange toestanden dit^ leiden- kan. En toch, dit alles is nog niets bij wat 't zijn zou, zoo ons 't lot van België trof. Daarom niet geklaagd om wat ons over komt. Nederland is nog voor het bangste gevrijwaard. Voor niemand is deze hachelijke toe stand erger dan voor het Kabinet zelf, dat u dezen last komt opleggen. Het kon niet anders. Het moet u 't geld afpersen. Eere daarom voor het Kabinet, dat het zulk een hard voorstel aandorst. God alleen kan ons den Vrede en daar mede den welstand hergeven. Weinige vereenigingen kunnen Zich ver heugen in een. honderdjarig bestaan. Deze zeldzame gebeurtenis deed schrijver de zes de pen opnemen, om te trachten een korte geschiedkundige bijdrage te leve ren. Mijn vriendelijken dank aan het be stuur dezer afdeeling, voor de verleen de inzage harer archiefstukken. De slachtmaand van het jaar 1814 was aangebroken. De almanak wees juist den 21sten dag der maand aan. Een breede schaar van Zuid-Bevelanders had zich in het kerkgebouw te Goes vereenigd, om te spreken over de oprichting eener afdeeling tot bijbelverspreiding op Zuid- Beveland. De oorzaak dezer oprichting was gelegen in de groote onbekendheid van het publiek met Gods Woord, en ook de toenmalige moeilijkheid om op een voordeelige wijze een bijbel te koo- pen. De volkeren waren tot rust geko men. (Konden we dit nu in 1914 ook maar zeggen!) Ook Nederland herstel de zich; toen eerst zag men de geslagen wonden. Velen waren in die dagen ver vreemd van den Godsdienst. Den Bijbel kende men niet meer, de Godsdienstoefe ningen. werden slacht bezocht. Vele ge zinnen waren door den druk der tijden verarmd. Een geestelijke en maatschappe lijke armoede heerschte alom. Elders richtte men Bijbelgenootschappen op; reeds in, het begin der 18de eeuw had den zich in Engeland genootschappen ge vormd tot verspreiding van goede, en goedkoope Bijbels, opdat het publiek in de gelegenheid zou zijn Gods Woord te lezen met hunne gezinnen. De werking van die genootschappen bleef zeer be perkt, zelfs in Engeland, totdat in het begin der 19de eeuw het Engelsche Bij belgenootschap werd opgericht. In navolging hiervan ontstond in 1814 te Rotterdam een Engelsch Bijbelgenoot schap, onder bescherming van Z. K. II. den Erfprins van Oranje. Nog' in dat zelfde jaar richtte men te Amsterdam een Nederlandsch Bijbelgenootschap op. Spoedig hierop ontstonden er in ons vaderland vereenigingen, die op zich zelf stonden en zich Bijbelgenootschap pen noemden. Deze allen hebben zich in 1815 vereenigd tot één, Nederlandsch Bijbelgenootschap. Het in 1814 pas op gerichte Engelsche Bijbelgenootschap be schouwde zijn taak alhier voltooid, stortte de gelden in de kas en gaf zijn geheele depot van Bijbels over aan het Neder landsch Bijbelgenootschap, en werd ont bonden. Het eerste werk van de saamgekomen vergadering was een afdeeling te stich ten op Zuid-Beveland (eenigen tijd later is ook Noord-Bevcland hierbij gevoegd, alwaar zich geen afdeeling bevond). In deze afdeeling hadden zitting: dhr. M. Slabber, Ds. G. Blaaubeen, Ds. C. Colmsgate, Mr. E. C. d' Engelbronner, dhr. G. J. van den Bosch, Mr. J. de Kanter, Mr. A. F. Lammens, dhr. v. d. Bilt van Cloetinge, Ds. J. W. de Koning te Bath, Ds. D. A. Buit te Nisse, Ds. W. de Rapper te Hoedekenskerke en Ds. Verlouw te Wolf aartsdijk. Dit bestuur stelde zich tot taak de armen te voorzien van Bijbels. Aan de Diaconie werd op verzoek de eerste Bij bel uitgereikt ten behoeve van één ha rer bedeelden. Den lsten, Febr. 1815 deel de de afdeeling, welke toen geheel uit eigen middelen de Bijbels aankocht, Bij bels uit aan het garnizoen te Fort Bath. In later jaren werd dit nog herhaald, vooral in 1836, toen aan elk der aldaar in dienst zijnde krijgslieden een zooge naamde Chakotbijbel werd uitgereikt. De meergenoemde afdeeling zag in 1816 één harer bestuursleden uittreden; Mr. A. F. Lammens vertrok naar West- Indië. De afdeeling verzocht dezen heer eenige Bijbels mede te willen nemen, om die op zijn reis onder de schepelingen uit te deelen. Bij aankomst van het schip „Iphigenia" dankten de matrozen genoemden heer zeer hartelijk voor het ontvangen der Bijbels. Mr. Lammens kon aan het bestuur dezer afdeeling later berichten, dat hij aan de uitreiking gevolg had kunnen ge ven, met de verzekering dat hel scheeps volk er een nuttig gebruik van zou ma ken. In 1816 werd door den heer Officier Van Justitie te Goes op verzoek der af deeling toegestaan 6 Bijbels uit te rei ken aan do gevangénen te Goes. Het oog der afdeeling was nu weer gevestigd op de kanonneerbooten die op de stroomen voor Zuid-Beveland de wacht hielden. Door welwillende medewerking Van den Weledel Gestr. heer E. Lucas, commandant der 2de divisie, werden op deze vloot 62 Bijbels uitgereikt, welke door Z. Weledel Gestr. op de booten zijn verdeeld, tot algemeen en bijzonder gebruik. Hierdoor werd in een groote be boette voorzien, daar aan deze soort schepen door de regeering geen Bijbels verstrekt werden. Tot groot genoegen der afdeeling bleek het, dat de uitdeeling dezer Bijbels zeer goed werkte. Niet alleen maakten de matrozen op de plaatsen, waar ze des winters gesta tioneerd waren hiervan gebruik in het verplicht bijwonen der Godsdienstoefenin gen, maar ze kwamen ook vrijwillig ter kerk, en ze gevoelden behoefte om onder wezen te worden uit den Bijbel. Te Schore zijn er eenige dientengevolge tot leden der gemeente aangenomen. Een blaadje in 1815 uilgegeven door de afdeeling betreffende de oprichting van een Bijbelgenootschap te Goes, trok veler belangstelling. Zelfs die van den toenina- ligen aartsbisschop Vin Mechelen, die daarmede getuigde voor deze zaak te zijn. Door tusschenkomst van den Hoog edelen Inspecteur-Generaal van het open baar onderwijs in België, dhr. Leempoel, verzocht zijn Eminentie eenige exemplaren van dit bericht. Hieraan werd gaarne vol daan. Het gevolg hiervan was, dat de Bijbelverspreiding in België gedoogd, ja, zelfs bevorderd werd, welke tak van werkzaamheid later door de afdeeling aan het hoofdbostuhr werd overgegeven. In 1816 belichtte Mevr. de Wed. Val- kenaar, dat ze ophield lid der afdeeling te zijn, wegens haar vertrek naar Oost- lndië. Weder zag de afd. hier een ar beidsterrein open. De afd. verzocht deze Mevr. zoo vriendelijk te willen zijn eenige Bijbels mede te willen nemen, om onder de schepelingen van het schip „Nassau", of in Oosl-lndië, naar zij hot beste oor deelde, te verspreiden. Het hoofdbestuur schonk voor dit werk 20 Bijbels en de afdeeling Goes voegde hier nog 8 ex. aan toe. De Bijbels kregen gansch on gedacht een goede bestemming. De heer Faber van Riemsdijk liet op zijn land goederen eene kerk bouwen; maar kon in Batavia toentertijd geen genoegzaam aan tal Bijbels verkrijgen en nam daarom deze Bijbels over, waarvoor Z.Ed. eene gift van 58 Spaansche matten stortte in de kas van het Bijbelgenootschap te Bata via, waarvoor de afd. alhier door den Eerw. Supper, secretaris van gqnoemd Ge nootschap, eene dankbetuiging ontving. In 1818 werd door deze afdeeling voor gesteld aan het hoofdbestuur, om achter de Bijbels de formulieren te doen af drukken. Nog is van déze afd. aange drongen op een Bijbeluitgave in bet Ne- der-En,gelsch ten behoeve onzer West-In dische koloniën, waarop het vroeger be stuurslid, de heer Lammens, de aandacht gevestigd had. Aan beide voorstellen is door het hoofdbestuur gevolg gegeven. Do afdeeluig hield vervolgens eene be langrijke correspondentie m,et buitenland- scbe genootschappen als te Bazel en te Londen. Van deze afdeeling mag niet on vermeld blijven de oprichting eener in richting, die men thans Zondag- scho ol zou noemen. Het was het be stuur gebleken dat er velen waren die niet lezen konden. Hiervoor en ook voor hen, die wegens de groote armoede, die er heerschte, waardoor velen geen Zon- dagsche kleeren bezaten, en hierdoor de samenkomsten der gemeente niet konden bijwonen, richtte men een Bijbeloefening; op. Deze werd des Zondags in een der gemeentescholen gehouden. Hier leerde men bejaarden in den Bijbel lezen. Jam mer, dat deze inrichting maar kort heeft bestaan, een algemeen verval van de af deeling, die zoo nuttig werkte was hier van de oorzaak. Het scheen, dat de af deeling insluimerde, in 1819 hoorde men bijna niet meer van haar bestaan. In 1835 zien we haar zich uit haar verval oprichten. De oprichting van Zon dagsscholen in verschillende plaatsen van ons vaderland trok haar zoo aan, dat ze weder begon te werken. De heer v. d. Bosch verzamelde inmid dels de hiertoe betrekking hebbende be richten en dadelijk kon de herstelde af deeling deze hoogst belangrijke werk zaamheden aanvangen, waarop ze zich bovenal toelegde. Het werken dezer afdee ling naar buiten gelijk vroeger, was thans meer de zorg voor het hoofdbestuur ge worden. Zoo werd 'dan bij de herstelling dezer afdeeling te Goes één Zondagsschool op gericht. Maar dat ging zoo niet; ieder die lust gevoelde een school op te richten, moest zich aan de gestelde 'plaatselijke regelen onderwerpen. Burgemeester en Wethouders moesten gehoord worden. Deze berichtten volstrekt geen bezwaar te hebben tegen de oprichting eener Zon dagsschool door de afdeeling, zoo deza genegen was aan de volgende punten zich te onderwerpen I. In het bestuur dezer school Ztal één lid der stedelijke schoolcommissie zitting hebben. II. Een der alhier gevestigde onder wijzers zal het onderwijs geven, of an ders onderworpen zijn aan het stedelijk reglement. III. Personen boven de 20 jaar zullen alleen toegelaten worden. IV. Er zal jaarlijks dgor de school commissie een verslag dezer school aan den raad worden gedaan. V. Door de stedelijke schoolcommissie werd benoemd tot lid uit haar bestuur oveT deze Zondagsschool dhr. J. W. van Kerkwijk. Deze voorwaarden werden goedgekeurd en 30 Maart 1866 begon de Zondags school. Gemiddeld werd deze school be zocht door 100 leerlingen in 2 klassen verdeeld, waarvoor de Bijbel nu niet lan ger een gesloten boek bleef. Velen zijn hierdoor opgewekt de godsdienstoefenin gen bij te wonen en zich te laten onder wijzen op de catechisatie. In vele ge zinnen kwam een omkeering ten goede. De gemeenten Krabbendijke, Schore, 's Heer Ilendrikskinderen en Kattendijke volgden het voorbeeld der afdeeling Goes na. Ter bevordering van het doel dezer stichting heeft de afd. Goes in 1838 een leesboek uitgegeven over eenige voorname gedeelten des O. T. Hiervan getuigde het hoofdbestuur in haar verslag over 1839, dat het voor de Zondagsscholen alleszins geschikt en doeltreffend ingericht is, om tot liet lezen van den geheelen Bijbel op te leiden. Onze afdeeling had het genoegen te vernemen, dat het to Am sterdam, Middelburg en Leeuwarden op de Zondagsschool werd gebruikt. In 1863 werd bovengenoemde school opgeheven. Door de onbekrompen toezending van Bij bels door het hoofdbestuur konden we elk arm huisgezin van Gods Woord voor zien, zoodat schier in elk gezin op Zuid en Noord-Beveland één Bijbel aanwezig is. De Heere zegene verder het werk der afdeeling Zuid- en Noord-Beveland van het Nederlandsch Bijebgenootschap. Goes, 23 Nov. 1914. De K. Beknopt overzicht van den toestand. De beteekenis van het bezit van Dix- muiden is al heel gering geworden voor de Duitschers. De „Times" die nog al een goeden naam heeft op het gebied der oorlog s- berichtgeving doet er 'n boekje van open, en komt tot de slotsom, dat in verband met het onder water zetten van de streek' ten zuiden van Dixmuiden het bezit van de stad voor hen feitelijk waar deloos is geworden. Toen zij, zoo meldt de berichtgever van het Engelscheblad zich voor "de eerste maal van de stad meester maakten, beteekende dat een stap voorwaarts in de richting van Duinkerken, maar een stap waarvan zij niet het volle voordeel konden trekken, voor zij hun stellingen voorwaarts hadden geschoven ten zuiden van Dixmuiden. j Dit trachtten zij drie dagen lang te doen, maar zwaar artillerievuur van de bondgenooten heeft het hun belet. Nu zijn de velden ten Zuiden der stad onder water gezet en het is onmogelijk, dat de Duitschers aan dien kant voorwaarts lukken. Bijgevolg is Dixmuiden verder voor hen van geen beteekenis en ze heb ben dan ook het grootste gedeelte van de troepen, die het bezet hielden, op hun stellingen ten oosten der stad samen getrokken. De nieuwe aanval der Duitschers aan de Yser is daarom 'het gevolg geweest van het feit, dat zij precies gebleven zijn waar zij een week geleden waren, met het eenige onderscheid, dat zij duizen den mannen verloren hebben en minder kans op succes hebben, dan zij te vo ren hadden. De hevige aanval op het bruggehoofd te Nieuwpoort heeft al even min succes gehad als hun poging te Dix muiden. De aanval van de Duitschers op Nieuw poort was alleen mogelijk door het ruwe weer, dat een einde maakte aan de be schieting door de monitors van zee uit. Hoe verwoestend het vuur van het scheepsgeschut soms was, blijkt uit helt feit, dat er op den laatsten dag, waarop het heeft geschoten, 1700 gesneuvelde Duitschers uit de huizen te Middelkerke verwijderd zijn, waar een aanzienlijke troe penmacht door de granaten verrast moet zijn. Tot zoover de Times". De laatstgenoemde bijzonderheid meld den wij dezer dagen reeds, ietwat anders ingekleed. De Duitschers, niet waar, be trokken enkele huizen aan den boule vard, die blijkbaar door het Engelsche scheepsgeschut gespaard werden. Toen de Engelschen er de lucht van kregen, wer den bedoelde huizen even onder vuur genomen, met het bekende gevolg. 't Is nu de vraag of de vorst geen verandering in de posities bij Dixmuiden maakt. Straks wordt misschien de schit terende inundatie door eén flinke laag ijs ongedaan gemaakt. En wat dan? We herinneren maar aan 1572 toen de Ne- derlandsche troepenafdeelingen op schaat sen Lodewijk XIV veel afbreuk deden. Er is nog een voordeeltje, dat het barre wintergetij den Duitschers belooft. Hebben de Indische troepen, die aan de strijdkrachten der bondgenooten het karakter van een bal masqué gaven, niet te zeer onder de koude te lijden? Er is alle reden om aan te nemen, dat do winter hen buiten gevecht gesteld1 heeft, en dat zij zich in het verre ge boorteland de bevroren ledematen laten ontdooien. Of de vorst er de hand in heeft weten we niet, maar er komt hoegenaamd geen nieuws van het oorlogsterrein los. In het Westen zouden de Franschen de gewone dagelijksche vorderingen ge maakt hebben. Op sommige plaatsen lig gen de vijandelijke loopgraven minder dan 30 meter van elkaar af. Dat er om Krakau verwoed gestreden wordt, mogen wij gerust aannemen. Van het Duitsch-Oostenrijksche front is dit een van de voornaamste bolwerken. Aan beide zijden wordt op het bezit, resp. het behoud, daarvan hoogen prijs gesteld. In geheel Russisch Piolen wordt de strijd voortgezet. In de gevechten noord-ooste lijk van Czentochow moeten zich 2 Rus sische bataljons hebben overgegeven. Een ontzettende nacht aan de Yser. De „N. R. Ct." ontleent aan een Duit- schen veldpostbrief het volgende: Het donker brak aan en werd door de bedekte lucht al spoedig zoo dicht, dat men geen drie pas voor zich uit kon zien. Tegen negen uur kwam een wielrijder opgewonden en geheel buiten adem. „Waar is de majoor?" „In de pastorie, wat is er aan de hand?" „Het bataljon moet 'als versterking vooruit, met twee compagnieën zijn wij' do rivier over gestoken, maar de vijand heeft plotse ling met een overmacht een aanval ge- Maan en twee machinegleweren genomen. Nu kunnen Vrij het zonder versterking niet houden." Weg was !hij. En wij maakten ons gereed. Een kwartier later waren wij op marsch en tastten wij geluidloos door het duister. Reeds tien minuten later floten ons de kogels om de ooren, sloegen tegen de hooge populieren, die langs den modde- rigen weg stonden en kwamen eenige malen ook ia de colonnes terecht, zoo- als men merken kon uit een zachten uit roep van pijn of een onderdrukt gesteun. Ten slotte werd het gesuis en gefluit zoo hevig, dat wij den berm van den weg] moesten houden. Het was daar ontzet tend drassig en modderig. Maar wat was er aan te doen? Wij moesten vooruit. Eindelijk waren wij er. Een stuk gescho ten hoeve langs den weg stak met haar naakte uitgebrande muren spookachtig af tegen de nachtlucht en dicht achter het gebouw stroomde de Yser voorbij, een twintig meter breede gekanaliseerde rivier, met steile gemetselde kanten. De brug jhadden de Belgen natuurlijk in de lucht laten springen en wat onze sappeUrs er voo:r in de plaats gelegd hadden, was een aak, die dwars over de rivier lag, met loopplanken naar beide oevers- Deze geïmproviseerde weg was tengevolge van het vochtige weer en de vele smerige schoenen, die er al ovter geloopen hadden, zoo glibberig geworden, dat men op handen en voeten moest kruipen, om niet in 'het water te vallen. Aan de overzijde ontving ons een schild wacht, die onophoudelijk riep: „Naar links toe ontplooien en kruipen, niet rechtop loopen". De aanmaning was overbodig, want over den dijk zongen de kogels en mengden hun onheilspellend lied in het geknal van onze geweren, waarvan wij het vuur aan den mond, dicht boven den rand van den dijk za gen bliksemen. Op de knieën gleden wij naar links, kropen als Indianen over den glibberigen grond en keken in den nacht, om er achter te komen, wat hier eigen lijk gaande was. Wij konden echter slechts eenige passen ver zien. Hoe verder wij naar links kwamen, hoe vaker troffen wij gewonden aan, die steunend om water vroegen en vol angst om hospitaalsolda ten riepen. Wij konden de arme kerels niet helpen, omdat wij zelf niets te eten en te drinken bij ons hadden. Wij' kro pen verder. Eindelijk hadden wij den linkervleugel bereikt en wierpen wij ons plat op den dijk, de een naast den ander. Van rechts af ging het van man tot man: „Goed oppassen, de vijand verlengt voort durend zijn rechtervleugel en ligt hier en daar slechts vijf pas van ons af aan den anderen kant van den dijk." Scher per trachtten onze oogen het duister te doorboren. Juist vlak voor ons gingen zwarte schaduwen voorbij en van achter de glooiing bliksemde het. „Levendig vuren, mannen, en altijd maar op de donkere gestalten, die daar voor ons rondkruipen!" Plotseling vlamde een lichtkogel op en zetten de geheele omtrek in een verhliri-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1