Binnenland. lilt de Provincie. En een telegram uit Boecharest meldt, dat prins George van Servië aan Roe menië om hulp heeft gevraagd. Naar de meening van den Servischen prins zou Servië met Roemeensche hulp van de overwinning over Oosten rijk-11 ongarije ver zekerd zijn. Roemenië is echter niet voornemens de neutraliteit, die het eens heeft afge kondigd, te verlaten. Zoodat Servië op deze hulp niet behoeft te rekenen. Krakau als vesting. Omtrent de militaire beteekeniis van Krakau, schrijft een Duitsch. blad „De militaire beteekenis der stad vloeit voort uit hare geographische ligging en deze is weder oorzaak dat uit Krakau een versterkt kampement werd gemaakt. Krakau is in westelijk Galicië dichtbij de Russisch-Poolsche 'grenzen aan den WeichseJ gelegen en een hoofdkruispimt van spoorwegen en straatwegen, die daar uit alle richtingen, van Galicië, Honga rije, Pruisisch-Silezië en Russisch Polen samenkomen. Dit moet er als vanzelf toe leiden, dat .Krakau versterkt werd, te meer, waar hot aan een machtige waterschei ding als de Weichsel ligt. Deze laatst*! omstandigheid vooral geeft aan Krakau zijn militaire beteekenis. Door een ver sterking van de stad was men in staat om lo. den toegang uit Russisch-Polen naar Silezië te verspenen; 2o. om een westelijk flank-steunpunt te verkrijgen, dat bij een concentratie vanhet leger en bij een strijd in Galicië een groote rol zou spelen, en 3o. om de overtocht over den Weichsel te kunnen bewerkstelligen. Dientengevolge werd Krakau ingericht als dubbel bruggenhoofd, d.w.z, de ver sterkingen liggen in een cirkel om de stad, en geven dekking tegen aanvallen zoowel van den noordelijken als van den zuidelijken Weichsel-oever. De Cocos-eilanden. Op deze eilanden groeit niet veel meer dan kokos-palmen; eenige papaya-boo- men, die er zijn geïmporteerd, eenige altijd groene struikgewassen en grassoorten. De bewoners zijn afkomstig van Java en spreken Maleisch en houden zich bezig met de visscherij en het maken van copra. Het dierenleven beteekent niet veel; slechts enkelen der ingevoerde dieren en vogels gedijen op de eilanden, honden en ratten zijn er wel het meest. De Cocoskeeling Eilanden zijn menig maal in de kranten vermeld in verband met de Ross-familie, die zich koningen noemen van de groep. Toen 85 jaar geleden de eerste Ross, die een Britsch marine-officier was, op de eilanden kwam, kreeg hij het denk beeld daar een ideaal-staat te vestigen en ging naar Schotland urn kolonisten to halen. Twee jaar later teruggekeerd, be vond hij, dat een ander avonturier, Alex ander Hare, met ongeveer tweehonderd volgelingen, slaven, die hij ten geschenke had gekregen van den Rajah van Randju, bezit had genomen van de eilanden. Even wel, Ross landde met zijn menscben en de Leide partijen leefden vrijwel in onmin, totdat Hare door zijn volgelingen in den steek werd gelaten en deze zich aanslo ten hij Rossde eerste Ross stierf in 1854. In 1886 werden de eilanden verklaard te behooren tot de Straits Settlements, doch Clunies Ross, een kleinzoon van den stichter van het „Koninkrijk", kreeg vergunning absoluut chef te zijn. Hij streefde er naar den besten regee- ringsvorm, een zacht despotisme in te voeren en beschouwde geld de bron van alle kwaad. Hij stond dus geen metaal ruilmiddel toe op grond dat hot onnoodig was en maar aanleiding gaf tot spelen en andere misdaden, die ier nu niet voor komen. Het ruilmiddel is er een schapen- huid-stuk, ter waarde van 1 sh. 4 d. Er is geen politie, doch de bewoners houden om beurten 's nachts de wacht over do booten en tegen brandgevaar. De tegenwoordige „Koning" is John Sidney Clunies Ross, die zijn vader op volgde in 1910, doch veelal te Londen is. Ridderlijkheid. Engelsche bladen melden, dat onlangs Dnitsche troepen een aanval deden op de Britsche loopgraven. Zij werden terugge slagen en trokken naar hun eigen loop graven, hun gewonden meevoerend. Een gewonde echter werd vergeten en bleef achter. Een kameraad, hem bemerkend, verliet do Duitsche loopgraven ten einde hem te helpen, maar werd onmiddellijk door een Britsch salvo gedood. Een Britsch officier echter, die ontdekte, wat er gaan de was, gaf last het vuren te staken en ging zelf naar huiten om den gewonden Duitscher op 'te nemen. Hij werd door vele Duitsche kogels geraakt en ernstig gewond, maar toen de Duitschers be merkten, wat do bedoeling van den offi cier was, staakten zij ook het vuren. De Britsche officier strompelde voort naar den gewonden soldaat en droeg dezen, ondanks zijn eigen wonden, naar de Duitsche linie. Een Duitsche officier ontving hem met hot saluut en onder toejuichingen der Duitsche soldaten hechtte hij een ijzeren kruis op de horst van den Britschen held (zou dat wel waar zijn?) Toen keerde de Engelschman terug. Hij werd voorgedra gen voor het Victoria-kruis, maar bezweek aan \ijn wonden. Pervyse. Ik dacht te Nieuwpoort, een toppunt van verwoesting gezien te hebben, schrijft de correspondent van de „Temps", Jean Lefranc. Maar nu heb ik erger gezien, n.l. Pervyse. Wij kwamen bij het station aan, een klein gebouwtje van grijze en roodo baksteen. Een rookende en vlam mende boerderij staat op vijfhonderd me ter van ons af. Iemand heeft het onbegrijpelijke ver langen er heen te gaan. Op onze beurt steken wij nu de verschansingen over en bewandelen den weg welke aan beide zijden een rij populieren heeft. „Ga on der langs de hoornen loopen, zegt men mij, dat is minder gevaarlijk". Ik gehoor zaam, maar ik begin het avontuur ©enigs zins zonderling te vinden. Na driehon derd meter slaan wij rechts af naar de boerderij, midden in de velden. Een heg beschermt ons, maar die houdt op, een honderd meter van de boerderij. Wij zijn geheel ongedekt. Tot de rookende muren doorgedrongen, wordt ons de doorgang belet door een sloot vol water. Wij moeten de ruïnes opruimen, om de doorwaadbare plaats te bereiken. Wie van ons vooraan loopt, legt zijn geweer aan, de volgende houdt de revolver in de hand. Ik kom daar achter als de vierde officier uit het fan tastische gedicht van Malhrough, die in 't geheel niets droeg. „Waarom die voor zorgen?" vroeg ik. „Wel, antwoordt men mij, er blijft er wel eens een verscholen in een hoek en die kerels hebben de gewoonte te schieten op onschuldige be zoekers". Wij gaan den stal binnen: lijken van koeien, van paarden en van Duitsche sol daten liggen door elkaar, half hegraven onder den mest, het puin en de asch. De lucht is ondragelijk. Op de binnen plaats stijgen pyramieden van rook, waar van de top nog vlamt. Wij zakken in het puin en het bloedige slijk. Men ver telt, dat zes-en-negentig Duitschers zich in deze boerderij hadden opgesteld: niet één is er uit ontkomen. Aan den anderen kant was de woning van den boer. Mijn metgezellen zijn reeds de binnenplaats overgestoken, om binj- nen te gaan in het overblijfsel van de woonplaats van den armen Vlaamschen boer. Ik verlaat den stal om hen te volgen. Plotseling herken ik. het geluid van shrapnells. „Blijf daar, roept men mij toe, ze hebben ons gezien". Ik druk mij vast tegen den muur van den stal. Voor zichtig steek ik mijn hoofd uit; ik zie vlokken witten rook zich vormen, ter wijl do ontploffingen weerklinken boven de boerderij, maar gelukkig eenigszins naai- rechts. Straks zullen wij het er over eens zijn, dat zij slecht mikken, maar op dat oogenblik vond ik dat zij veel te goed schoten. Eindelijk, ongetwijfeld ongeduldig ge worden, verlaten mijn metgezellen hun schuilhoek, steken de plaats over en schui vende langs den muur van den stal be reiken zij het voetpad, dat een rechten hoek met den grooten weg vormt. ]k volg hen met gebogen schouders. Nu zijn wij op het open gedeelte van den weg. Een van ons zet het op een loopen. Ik volg hem. Weer de shrapnells i Ik werp mij op1 den grond, maar daarna ren ik opnieuw voort naar de struiken, welke ik onnoozel genoeg ben als bescherniing te moeken. Achter ons glijdt een reus van een officier, die in den pas is blij ven loopen uit. Nog nooit heb ik zoo ongepast gelachen. Wij zijn opnieuw de verschansing over gestoken en staan nu weer achter het station. Wij volgen de straat, die eens de hoofdstraat van de stad was. De sol daten koken hun eten: de pot is ge plaatst op drie steenen, waartusschen het hout vlamt Sommigen snijden vleesch, andere zijn bezig aardappelen te jassen, weer anderen letten op het vuur. Wij geven hun kranten en lucifers. Allen vra gen ons nieuws uit Frankrijk. Voor ons staat een hooge muur. Dat is de gevel van een klooster, die het geschut weerstand heeft geboden, terwijl de drie andere piuren en het geheele ge bouw zijn 'ingestort. Korte Oorlogsberichten. C h rispeels. Met innig leed wezen vernomen wij1 dat de Belgische soldaat Chrispeels, zoon van den dire.deur der stadsevangelisatie te Brussel, aan zijn bij Mechelen opgeloopen wonden is overleden. De „Rund der fernen Landestüchter te New-York besloot aan den Keizer en de Keizerin een reusachtige vlag te zenden, van 16 voet lengte en 10 voet breedte; de vlag wordt verdeeld in 100.000 vel den en ieder hokje bevat hel monogram Van den schenkor(ster) van 21/2 dollar-. Deze eigenaardige collectie zal ongeveer 1.000.000 M. opbrengen. Op kleine Vlagjes worden de namen dei- gevers, voluit ge schreven, bij de groote vlag gevoegd. In het Servische leger dient als generaal Paul Sturm. Deze is een Duitscher, die indertijd wegens schulden en galante avonturen het Duitsche leger moest verlaten. De hoogliejaarde groothertogin-wedu- we van Baden bracht dezer dagen Vrij laat in den avond een bezoek aan een laza ret te Karlsruhe. Een der gewonden was nog op de been en de groothertogin gaf hem den vriendelijken raad, gauw naar bed te gaan. „Ja, ja", zei vroolijk do soldaat, die niet wist wie hij voor zich had, „aber so e alts Fraule, wie Sie sind, sollte doch auch schon lang im Bett sein." („maar dan moest zoo'n oude vrouw als jij bent, toch ook al lang in bed zijn"). De groothertogin had echt schik in het snaaksche antwoord. Amerikaansche oorl ogs beschouwing Opnieuw ziet Engeland zich voor een zware crisis geplaatst. Er is niets zoo gewichtigs gebeurd, sinds Alexander de Groote zijn schepen verbrandde en den Rubicon overtrok Berichten uit Marseille zeggen, dat een transport van 17 schepen met Ja- pansche artillerie onder weg is en binnen kort zal aankomen. Genezen Duitsche solda ten. De Berlijnsche centrale voor terug zending van genezen soldaten heeft sedert medio September 66000 man naar het front terug kunnen zenden. 8 pet. zijn voor allen Velddienst onbruikbaar, 36 pet. zijn volkomen weerbaar voor eiken dienst en 56 pet. waren geschikt voor allen garni zoensdienst en vormen nu de kern van de reservebataljons. Stroobrugge. In verblind met het schieten op Duitschers te Stroobrugge zijn te Maldeghom ongeveer 40 van do voornaamste burgers in gijzeling gesteld, tot de dader ontdekt i;s. Twee man van de Duitsche wachtposten zouden vermist worden. Eerdaags zal de Fransche regeering van Bordeaux naar Parijs terugkeeren. Eerste Kamer. Ln de gistermiddag gehouden zitting zeide de Voorzitter hij die opening van de vergadering, dat het gansche Neder- landsche volk met diep leedwezen de ontzettende gevolgen beeft vernomen, wel ke het aanspoelen van een mijn bij het demonteeren daarvan te Westkapelle had. Uit het graf van do negen slachtoffers spreekt een ernstig waarschuwend woord tot hen, die dezen zeer gevaarlijken ar beid hebben te verrichten om toch niets te verzuimen, dat kan strekken om on gelukken als dit te voorkomen. De brave lieden, die het slachtoffer zijn geworden herdenken wij met weemoed. Him familie en gezinnen die door deze ramp plotse ling in diepen rouw zijn gedompeld, kun nen verzekerd zijn van onze deelneming in dit voor hen zoo smartelijk verlies. De Minister van Marine, de heer Ram- bonnet, sloot zich namens de regeering volkomen bij deze woorden aan. Het spreekt van zelf - Izeide Z.Exc. dat in de tegenwoordige omstandigheden daden moeten worden verricht, die hun gevaar meebrengen. Het spreekt ook van zelf, dat die gevaren niet altijd kunnen worden voorkomen, doch onder de oogan moeten worden gezien. Omdat die gevaren onver mijdelijk zijn, herdenken wij de nagedach tenis van de slachtoffers en zullen wij- die hoog houden. Wij brengen hun hulde voor wat zij gedaan hebben in dienst van het vaderland. Het nieuw benoemde lid deheer Gil- lesen werd geïnstalleerd. Het ontwerp-Inkomstenbelasting is van de agenda afgevoerd tot December of Januari. Het wetsontwerp nopens de opleiding van onderofficieren en matrozen is na eenige discussie tusschan de heeren Staal, Colijin, Van Kol en den Minister van Ma rine, goedgekeurd met 38 tegen 2 stem men, die van de heeren Van Kol en Polak. De vergadering is tot nadele bijeenroeping gescheiden. Inlijving lichting 1915. Op 15 December a.s. (voor de provin cie Drenthe op 16 December a.s.) zullen worden ingelijfd de dienstplichtigen der lichting 1915, die toegewezen zijin aan liet eerste bataljon van elk der regimenten grenadiers, jagers en infanterie, met uit zondering evenwel v;in hen van wie op grond van het door hen genoten onderwijs kan worden venvacht, dal zij do geschikt heid bezitten om in opleiding te worden genomen voor den rang van officier. Alleen om zeer gewichtige redenen Waaronder in deze studie belangen kun nen worden gerekend kan aan de in to lijven dienstplichtigen uitstel van een ste-oeüening worden verleend, indien zij daartoe alsnog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den Minister van Oorlog te kennen geven, met overlegging van een deugdelijk bewijsstuk omtrent hot werkelijk bestaan van de regenen der aanvrage. De dienst plichtigen zullen echter rekening moeten houden met de mogelijkheid, dat het uit stel wordt ingetrokken zoodra de omstan digheden daartoe aanleiding mochten ge ven. Militaire verloven. De opperbevelhebber van land- en zee macht heeft bepaald, dat aan militaire straffen bet verstoken blijven van ver lof gedurende een zekeren tijd niet ver bonden behoort te worden, omdat de thans IverJeende normale verloven zijn voorge schreven in hot belang van de dienstplich tigen, teneinde hen geen maanden lang uit hun bedrijf en hun gezin afwezig te doen zijn, en alzoo de economische ge- yolgen van den gemobiliseerden dienst zooveel doenlijk is, te beperken. Dienstregeling spoorwegen. Met ingang van 1 December a.s. zal de treinenloop weer uitbreiding ondergaan, zoowel bij de S.S., H.IJ.S.M. als de N. C.S. Welken aard de uitbreidingen zullen hebben is nog niet bekend, evenwel kan nu reeds medegedeeld worden, dat de buitenlandsche verbindingen geen aan deel in de uitbreiding zullen hebben. De Tweede Kamer komt Dinsdagochtend half twaalf Ln open bare vergadering bijeen. De Onderwijscommissie was gisteren in het gebouw der Tweede JKamer in voltallige vergadering hijeen. Ons land bedreigd. Dit is nu minstens de derde maal, dat in de buitenlandsche pers ronduit op een berooving van Nederlands grondgebied •wordt aangedrongen, schrijft de „Limb. Koerier", „Eerst spoorde Roland de Marès de Brusselsche journalist, in de „Temi>s" aan tot het bezetten van Nederlandsch Lim burg. Daarna schreef de „Nieuwe Gazet", van Antwerpen, dat het Engelsch Belgische le ger zich zoo noodig maar van Zeeuwsch- Vlaanderen moest meester maken. En nu beveelt een te Parijs verschij nend tijdschrift aan, ons na den oorlog ook bovendien van Noord-Brabant te be- rooven. Het ergerlijkste is nog we!, dat. dit tijd schrift er een is, hetwelk zich uit den aard -zijner bestemming alleen op gods dienstig gebied diende te bewegen, en dat nu op allerjaminerlijkste wijs aan 't politisecren geraakt is. Billijk verontwaardigd over de schen ding der rechtvaardigheid ton opzichte van een kleinen neutralen Staat als Bel gië, pleit de „Revue pratique d'npologé- tique" krachtens het hoog beginsel der rechtvaardigheid voor "de berooving van e n andoren kleinen neutralen Staat." Het stuk luidt van genoemd tijdschrift aldus „....Deze zelfde rechtvaardigheid eischt, dat bij de verdeeling van dein buit, of liever van de belooningtn, de eerste prijs worde toegekend aan hel katholieke Bel gië, welks regeering hot dertigste jaar van haar bestaan gekenmerkt heeft dooi den tigenslanri die Europa met Frankrijk redde en aan 3e ovarrijnscho straatroo- vers bewees, dat zijne onzijdigheid iels meer is dan een vodje papier. Het Con gres (der mogendheden, dat. de vredes voorwaarden. regelen zal) zal goed doen, Luxemburg, welks onzijdigheid nog min der dan scheurpapier gebleken is, in te lijven bij zijn nabuur; en voorts is er in Brabant, Limburg en rondom Antwerpen eene katholieke bevolking, die niet beter zal vragen dan losgemaakt te worden van het Calvinistische Holland. Wat dit laat ste betreft, het moet maar aan Duitsch- land de belooning Van zijn twijfelach tige o n z, ij d i g h e i d vragen in do streek van Kleef, aan de oevers der Eems en van die Noordzee." De ,,L. K." teekent hierbij o.m. aan: „We zouden willen vragen, wat dezen heer recht geeft, zich over de strikte en onpartijdige neutraliteit van Nederland uit te laten op een© wijze, als hij zich hier veroorloofd." De vrees el ij ke ramp te West- *k a p el 1 e. Woensdagmiddag zijn 'de lijken van den torpodomaker-majoor B. Nijssen en van den milicien-ordonnance J. Smits, twee der slachtoffers van de droeve ramp te Westkapelle met militaire eer naar het station aldaar overgebracht, door de be schikbare manschappen der bezetting. De kist van Nijssen was 'bedekt met drie kransen, een van den commandant en die officieren van H. M. „De Ruijter", een van de machinisten em van de onderoffi cieren van dien bodem. Op de kist van Smits lagen twee kransen, een van de officieren van 'het 39ste landwteerbataljon, eerste compagnie, gedetacheerd te West kapelle len leen van de onderofficieren, kor poraals en manschappen van datzelfde bataljon. Te Middelburrg werd de tram opgewacht door een piket van het 39ste landweerbataljon, die de kisten naar het spoorwegstation overbrachten, terwijl al daar nog een krans van het geheele 39ste landweerbataJjon op de kist van Smits werd gelegd. Met den trein van 8 uur werd het lijk van Nijssen naar Rotterdam vervoerd uitgeleide gedaan door bet piket. Heden morgen werd dezelfde eer bewezen aan hot stoffelijk overschot van Smits, die naar Princenhage werd vervoerd. De begrafenis van de overige slachtof fers van de ramp had heden morgen to elf uur te Westkapelle plaats, het zijn de kapitein van het Indisch leger Okhui- zen, commandant van de compagnie te Westkapelle, de beide luitenants ter zee 2de klasse, C. J. J. Bruinsma en N. van Munk, de korporaal-torpedomaker L. van der Knaap, de matroos 1ste klasse J. Frangois, de opzichter van den polder Walcheren M. C. van Elsackor en de arbeider W. Roelse. De begrafenis had plaats in tegenwoor digheid van een groot aantal autoriteiten, familieleden, vrienden van de overlede nen en een groot aantal belangstellenden uit WTestkapelle en omliggende andere plaatsen van Walcheren. Van de autori teiten noemen wij den vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, den ordonnanco officier, de eerste luitenant der cavalerie Quarles van Ufford, de kapitein ter zee Van der Heggen Spies, vertegenwoordiger van den Minister van Marine, den luite nant-kolonel Kroeisen, van den generalen staf van het Indische leger, chef der leger en marine-afdeeling, en den gep. luit.- kolonel Van Gogh, referendaris van de afdeeling militair personeel, ver tegenwoordigers van den Minister van Oorlog, de kapitein ter zee Von Leschen en den reserve-majoor van den generalen staf Cremer, vertegenwoordigers van de,n Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht. Verder de vice-admiraal Hecking Colen brander uit Hellevoetsluis, officieren van de te Vlissingen gestatioiuieerde oorlog schepen, hoofd- en andere officieren van de op Walcheren liggende troepen. Als eere escorte waren aanwezig het geheele 39stie landwcerbataljon voor zoo ver het op Walcheren aanwezig is en de dienst het toeliet, een deputatie van het 38ste bataljon, met het uit dat batal jon gevormde muziekkorps en een afdee ling van 100 man van de marine en een deputatie van het loodswezen te Vlissin gen en van de Marine te Hellevoetsluis. Verder ook de Alg. Secr. v. d. Ver. „Onze Vloot" jhr. van der Wijck. Wij imerkten verder op tal van burger autoriteiten onder andere het gemeente bestuur van Westkapelle en vertegen woordigers van den |X)lder Walcheren, n.l. voorzitter, ingenieur en den Raad van de Noordwatering, den heer P. Dumon Tak. Van verschillende militaire en anderd gebouwen woei de driekleur halfstoks. De stoet werd opgesteld hij het lijkenhuis" aan den Zeedijk en achter het muziekkorps volgde het vuurpeloton van 50 man on der luitenant de Vries. De kisten waren gedekt met de Ned. kleuren en met tallooze kransen. Rij de woning van den burge meester werd het lijk van den kapitein in den stoet geplaatst en bij de ouderlijk© woning, dat van den opzichter Elsacker. Lij de tw graaf plaats loste het vuurpeloton hel salvo. Er waren 4 graven gemaakt. In het eerste werd het lijk van den ka pitein neergelaten, in het tvvoede de kist met overblijfselen van do Jieidie marine officieren en de beide schepelingen, in het derde dal van Elsacker en in liet vierde dat van den arbeider Roelse. Dit geschiedde onder de tonen van een treur - marsch, nadat het peloton nogmaals een salvo had afgeschoten, nam de vertegen woordiger van den minister van marine het woord, om namens dezen de over leden leden van de marine te herdenken. Vervolgens sprak de vice-admiraal en her dacht in het bijzonder luitenant Bruins ma, die met de leiding van het mijnen- opruinien belast was. De burgemeester Van VVestkapelle J. D. Viruly betuigde namens den commissaris der Koningin, die door ambtsbezigheden verhinderd was, diens deelneming aan de verschillende familie leden en als burger herdacht hij de beide overleden Westkapellenaars; terwijl hij als vriend onzen kapitein Ukhuijzen her dacht. De territoriale commandant luite nant-kolonel Broex, bracht ook zijnerzijds een laats ten groet aan de overleden slacht offers. De commandant van Hr. Ms. „de Ruijler" de heer Marentz lientz van den DeTg schetste de groote ontsteltenis die zich in het bijzonder van do marine te Vlissingen meester maakte bij het verne men van de ontzettende ramp. De majoor van het 39ste landweer bataljon de heer Muskeijn sprak als onmiddellijk chef van kapitein Ukhuijzcn, dien hij schelste als een trouw kameraad met een hart van. goud. De schoonvader van kapitein Ok buijzen dankte namens zijn bedroefde dochter, en de vice admiraal namens de familieleden van de leden van de Marine allen, inzonderheid de vertegenwoordigers van de Koningin, den minister en den opperbevelhebber voor hun tegenwoordig heid en belangstelling. Nog sprak de predikant van de Ned. Herv. Kerk, ds. W. Reus, die de hoop uitsprak dat God geve, dat de groote droefheid niet overga in bitterheid, en dat Hij de kracht geve om het leed te dragen. De heer Dekker, chef van den heer Elsacker, sprak enkele woorden, gewijd aan de nagedachtenis van dezen jonge man, waarop een broeder van Elsacker; mede namens zijn bedroefde ouders dank bracht aan de vertegenwoordigers van het Polderbestuur en de collega's voor hun tegenwoordigheid. De laatste spreker was luitenant Van Darnme, de waarnemende compagnies commandant te Westkapelle, die namens de compagnie afscheid nam van den chef, dien men heeft loeren kennen als een voorbeeld van humaniteit en plichtsbe trachting. Vervolgens werden de vele kransen op de graven neergelegd en verlieten allen diep onder den indruk der plechtigheid de begraafplaats. Dienstregeling S.S. Sneltrein 102 richting Roosendaal stopt thans ook to Vlak©, tot het opnemen en uitlaten van reizigers en wel te 7.57 uur v.m. Üp zijn aanvrage in zijn rang weder in dienst gesteld, de miet rang van luite nant-kolonel gepensioneerde majoor kwar tiermeester (J. Chivat. Secure behandeling! Met in gang van 14 Mei 1914 is aan C. van der Wielen, te Zierikzee, weduwe van C. van Vessem, laatstelijk karrenian bij den Rei nigingsdienst te Zierikzee, hij Koninklijk besluit, na advies van den Raad van State, (in de vergadering van dien Raad gisteren meegedeeld), oen pensioen ver leend van f 104 (de pensioenraad had ge adviseerd dit pensioen te doen ingaan 16 Mei 1914, een verschil dus van 1 dag}. Goes. De Algemeene Vergadering van het Waterschap de „Rroede Watering be westen Icrseke" zal gehouden worden op Woensdag 2 December, des namiddags 1 uur. s Heer Arendskerke. Hedenmorgen werd het 6-jarig dochtertje van den spoorweg werker P. M., alhier, overreden door een vrachtkar van 's Hoeren hoek. De wielen gingen het kind over de beentjes waar door deze ernstig gekneusd werden. Nadat door dr. Van Iwaarden de eerste genees kundige hulp was verleend is het kind per as naar de ouderlijke woning over gebracht. lerseke. Nader meldt men ons aangaan de do redding van den schipper en het knechtje van de omgeslagen hoot „B. _0. Z. 36" (Maandagmiddag) dat de redding met levensgevaar voor dé bemanning der stoomboot „de Oosterschctde" gepaard ging. De eerste maal dat de knecht der üosterschelde een lijn wierp, werd de boot door de bolle golven weggeslagen en de tweede maal waren schipper en knecht

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2