Binnenland.
lilt de Provincie.
En een telegram uit Boecharest meldt,
dat prins George van Servië aan Roe
menië om hulp heeft gevraagd. Naar de
meening van den Servischen prins zou
Servië met Roemeensche hulp van de
overwinning over Oosten rijk-11 ongarije ver
zekerd zijn.
Roemenië is echter niet voornemens
de neutraliteit, die het eens heeft afge
kondigd, te verlaten. Zoodat Servië op
deze hulp niet behoeft te rekenen.
Krakau als vesting.
Omtrent de militaire beteekeniis van
Krakau, schrijft een Duitsch. blad
„De militaire beteekenis der stad vloeit
voort uit hare geographische ligging en
deze is weder oorzaak dat uit Krakau
een versterkt kampement werd gemaakt.
Krakau is in westelijk Galicië dichtbij
de Russisch-Poolsche 'grenzen aan den
WeichseJ gelegen en een hoofdkruispimt
van spoorwegen en straatwegen, die daar
uit alle richtingen, van Galicië, Honga
rije, Pruisisch-Silezië en Russisch Polen
samenkomen. Dit moet er als vanzelf toe
leiden, dat .Krakau versterkt werd, te meer,
waar hot aan een machtige waterschei
ding als de Weichsel ligt. Deze laatst*!
omstandigheid vooral geeft aan Krakau
zijn militaire beteekenis. Door een ver
sterking van de stad was men in staat
om lo. den toegang uit Russisch-Polen
naar Silezië te verspenen; 2o. om een
westelijk flank-steunpunt te verkrijgen, dat
bij een concentratie vanhet leger en bij
een strijd in Galicië een groote rol zou
spelen, en 3o. om de overtocht over
den Weichsel te kunnen bewerkstelligen.
Dientengevolge werd Krakau ingericht
als dubbel bruggenhoofd, d.w.z, de ver
sterkingen liggen in een cirkel om de
stad, en geven dekking tegen aanvallen
zoowel van den noordelijken als van den
zuidelijken Weichsel-oever.
De Cocos-eilanden.
Op deze eilanden groeit niet veel meer
dan kokos-palmen; eenige papaya-boo-
men, die er zijn geïmporteerd, eenige altijd
groene struikgewassen en grassoorten.
De bewoners zijn afkomstig van Java en
spreken Maleisch en houden zich bezig
met de visscherij en het maken van copra.
Het dierenleven beteekent niet veel;
slechts enkelen der ingevoerde dieren en
vogels gedijen op de eilanden, honden en
ratten zijn er wel het meest.
De Cocoskeeling Eilanden zijn menig
maal in de kranten vermeld in verband
met de Ross-familie, die zich koningen
noemen van de groep.
Toen 85 jaar geleden de eerste Ross,
die een Britsch marine-officier was, op
de eilanden kwam, kreeg hij het denk
beeld daar een ideaal-staat te vestigen
en ging naar Schotland urn kolonisten to
halen. Twee jaar later teruggekeerd, be
vond hij, dat een ander avonturier, Alex
ander Hare, met ongeveer tweehonderd
volgelingen, slaven, die hij ten geschenke
had gekregen van den Rajah van Randju,
bezit had genomen van de eilanden. Even
wel, Ross landde met zijn menscben en
de Leide partijen leefden vrijwel in onmin,
totdat Hare door zijn volgelingen in den
steek werd gelaten en deze zich aanslo
ten hij Rossde eerste Ross stierf in 1854.
In 1886 werden de eilanden verklaard
te behooren tot de Straits Settlements,
doch Clunies Ross, een kleinzoon van
den stichter van het „Koninkrijk", kreeg
vergunning absoluut chef te zijn.
Hij streefde er naar den besten regee-
ringsvorm, een zacht despotisme in te
voeren en beschouwde geld de bron van
alle kwaad. Hij stond dus geen metaal
ruilmiddel toe op grond dat hot onnoodig
was en maar aanleiding gaf tot spelen en
andere misdaden, die ier nu niet voor
komen. Het ruilmiddel is er een schapen-
huid-stuk, ter waarde van 1 sh. 4 d. Er
is geen politie, doch de bewoners houden
om beurten 's nachts de wacht over do
booten en tegen brandgevaar.
De tegenwoordige „Koning" is John
Sidney Clunies Ross, die zijn vader op
volgde in 1910, doch veelal te Londen is.
Ridderlijkheid.
Engelsche bladen melden, dat onlangs
Dnitsche troepen een aanval deden op de
Britsche loopgraven. Zij werden terugge
slagen en trokken naar hun eigen loop
graven, hun gewonden meevoerend. Een
gewonde echter werd vergeten en bleef
achter. Een kameraad, hem bemerkend,
verliet do Duitsche loopgraven ten einde
hem te helpen, maar werd onmiddellijk
door een Britsch salvo gedood. Een Britsch
officier echter, die ontdekte, wat er gaan
de was, gaf last het vuren te staken en
ging zelf naar huiten om den gewonden
Duitscher op 'te nemen. Hij werd door
vele Duitsche kogels geraakt en ernstig
gewond, maar toen de Duitschers be
merkten, wat do bedoeling van den offi
cier was, staakten zij ook het vuren. De
Britsche officier strompelde voort naar
den gewonden soldaat en droeg dezen,
ondanks zijn eigen wonden, naar de
Duitsche linie.
Een Duitsche officier ontving hem met
hot saluut en onder toejuichingen der
Duitsche soldaten hechtte hij een ijzeren
kruis op de horst van den Britschen held
(zou dat wel waar zijn?) Toen keerde de
Engelschman terug. Hij werd voorgedra
gen voor het Victoria-kruis, maar bezweek
aan \ijn wonden.
Pervyse.
Ik dacht te Nieuwpoort, een toppunt
van verwoesting gezien te hebben, schrijft
de correspondent van de „Temps", Jean
Lefranc. Maar nu heb ik erger gezien,
n.l. Pervyse. Wij kwamen bij het station
aan, een klein gebouwtje van grijze en
roodo baksteen. Een rookende en vlam
mende boerderij staat op vijfhonderd me
ter van ons af.
Iemand heeft het onbegrijpelijke ver
langen er heen te gaan. Op onze beurt
steken wij nu de verschansingen over
en bewandelen den weg welke aan beide
zijden een rij populieren heeft. „Ga on
der langs de hoornen loopen, zegt men
mij, dat is minder gevaarlijk". Ik gehoor
zaam, maar ik begin het avontuur ©enigs
zins zonderling te vinden. Na driehon
derd meter slaan wij rechts af naar de
boerderij, midden in de velden. Een heg
beschermt ons, maar die houdt op, een
honderd meter van de boerderij. Wij zijn
geheel ongedekt.
Tot de rookende muren doorgedrongen,
wordt ons de doorgang belet door een
sloot vol water. Wij moeten de ruïnes
opruimen, om de doorwaadbare plaats
te bereiken. Wie van ons vooraan loopt,
legt zijn geweer aan, de volgende houdt
de revolver in de hand. Ik kom daar
achter als de vierde officier uit het fan
tastische gedicht van Malhrough, die in
't geheel niets droeg. „Waarom die voor
zorgen?" vroeg ik. „Wel, antwoordt men
mij, er blijft er wel eens een verscholen
in een hoek en die kerels hebben de
gewoonte te schieten op onschuldige be
zoekers".
Wij gaan den stal binnen: lijken van
koeien, van paarden en van Duitsche sol
daten liggen door elkaar, half hegraven
onder den mest, het puin en de asch.
De lucht is ondragelijk. Op de binnen
plaats stijgen pyramieden van rook, waar
van de top nog vlamt. Wij zakken in
het puin en het bloedige slijk. Men ver
telt, dat zes-en-negentig Duitschers zich
in deze boerderij hadden opgesteld: niet
één is er uit ontkomen.
Aan den anderen kant was de woning
van den boer. Mijn metgezellen zijn reeds
de binnenplaats overgestoken, om binj-
nen te gaan in het overblijfsel van de
woonplaats van den armen Vlaamschen
boer. Ik verlaat den stal om hen te
volgen.
Plotseling herken ik. het geluid van
shrapnells. „Blijf daar, roept men mij
toe, ze hebben ons gezien". Ik druk mij
vast tegen den muur van den stal. Voor
zichtig steek ik mijn hoofd uit; ik zie
vlokken witten rook zich vormen, ter
wijl do ontploffingen weerklinken boven
de boerderij, maar gelukkig eenigszins
naai- rechts. Straks zullen wij het er
over eens zijn, dat zij slecht mikken, maar
op dat oogenblik vond ik dat zij veel
te goed schoten.
Eindelijk, ongetwijfeld ongeduldig ge
worden, verlaten mijn metgezellen hun
schuilhoek, steken de plaats over en schui
vende langs den muur van den stal be
reiken zij het voetpad, dat een rechten
hoek met den grooten weg vormt. ]k
volg hen met gebogen schouders. Nu zijn
wij op het open gedeelte van den weg.
Een van ons zet het op een loopen.
Ik volg hem. Weer de shrapnells i Ik
werp mij op1 den grond, maar daarna ren
ik opnieuw voort naar de struiken, welke
ik onnoozel genoeg ben als bescherniing
te moeken. Achter ons glijdt een reus
van een officier, die in den pas is blij
ven loopen uit. Nog nooit heb ik zoo
ongepast gelachen.
Wij zijn opnieuw de verschansing over
gestoken en staan nu weer achter het
station. Wij volgen de straat, die eens
de hoofdstraat van de stad was. De sol
daten koken hun eten: de pot is ge
plaatst op drie steenen, waartusschen het
hout vlamt Sommigen snijden vleesch,
andere zijn bezig aardappelen te jassen,
weer anderen letten op het vuur. Wij
geven hun kranten en lucifers. Allen vra
gen ons nieuws uit Frankrijk.
Voor ons staat een hooge muur. Dat
is de gevel van een klooster, die het
geschut weerstand heeft geboden, terwijl
de drie andere piuren en het geheele ge
bouw zijn 'ingestort.
Korte Oorlogsberichten.
C h rispeels. Met innig leed wezen
vernomen wij1 dat de Belgische soldaat
Chrispeels, zoon van den dire.deur der
stadsevangelisatie te Brussel, aan zijn bij
Mechelen opgeloopen wonden is overleden.
De „Rund der fernen Landestüchter
te New-York besloot aan den Keizer en de
Keizerin een reusachtige vlag te zenden,
van 16 voet lengte en 10 voet breedte;
de vlag wordt verdeeld in 100.000 vel
den en ieder hokje bevat hel monogram
Van den schenkor(ster) van 21/2 dollar-.
Deze eigenaardige collectie zal ongeveer
1.000.000 M. opbrengen. Op kleine Vlagjes
worden de namen dei- gevers, voluit ge
schreven, bij de groote vlag gevoegd.
In het Servische leger dient als
generaal Paul Sturm. Deze is een
Duitscher, die indertijd wegens schulden
en galante avonturen het Duitsche leger
moest verlaten.
De hoogliejaarde groothertogin-wedu-
we van Baden bracht dezer dagen Vrij laat
in den avond een bezoek aan een laza
ret te Karlsruhe. Een der gewonden was
nog op de been en de groothertogin gaf
hem den vriendelijken raad, gauw naar
bed te gaan. „Ja, ja", zei vroolijk do
soldaat, die niet wist wie hij voor zich
had, „aber so e alts Fraule, wie Sie
sind, sollte doch auch schon lang im
Bett sein." („maar dan moest zoo'n oude
vrouw als jij bent, toch ook al lang in
bed zijn"). De groothertogin had echt
schik in het snaaksche antwoord.
Amerikaansche oorl ogs beschouwing
Opnieuw ziet Engeland zich voor een
zware crisis geplaatst. Er is niets zoo
gewichtigs gebeurd, sinds Alexander de
Groote zijn schepen verbrandde en den
Rubicon overtrok
Berichten uit Marseille zeggen, dat
een transport van 17 schepen met Ja-
pansche artillerie onder weg is en binnen
kort zal aankomen.
Genezen Duitsche solda
ten. De Berlijnsche centrale voor terug
zending van genezen soldaten heeft sedert
medio September 66000 man naar het
front terug kunnen zenden. 8 pet. zijn voor
allen Velddienst onbruikbaar, 36 pet. zijn
volkomen weerbaar voor eiken dienst en
56 pet. waren geschikt voor allen garni
zoensdienst en vormen nu de kern van
de reservebataljons.
Stroobrugge. In verblind met
het schieten op Duitschers te Stroobrugge
zijn te Maldeghom ongeveer 40 van do
voornaamste burgers in gijzeling gesteld,
tot de dader ontdekt i;s. Twee man van
de Duitsche wachtposten zouden vermist
worden.
Eerdaags zal de Fransche regeering
van Bordeaux naar Parijs terugkeeren.
Eerste Kamer.
Ln de gistermiddag gehouden zitting
zeide de Voorzitter hij die opening van
de vergadering, dat het gansche Neder-
landsche volk met diep leedwezen de
ontzettende gevolgen beeft vernomen, wel
ke het aanspoelen van een mijn bij het
demonteeren daarvan te Westkapelle had.
Uit het graf van do negen slachtoffers
spreekt een ernstig waarschuwend woord
tot hen, die dezen zeer gevaarlijken ar
beid hebben te verrichten om toch niets
te verzuimen, dat kan strekken om on
gelukken als dit te voorkomen. De brave
lieden, die het slachtoffer zijn geworden
herdenken wij met weemoed. Him familie
en gezinnen die door deze ramp plotse
ling in diepen rouw zijn gedompeld, kun
nen verzekerd zijn van onze deelneming
in dit voor hen zoo smartelijk verlies.
De Minister van Marine, de heer Ram-
bonnet, sloot zich namens de regeering
volkomen bij deze woorden aan. Het
spreekt van zelf - Izeide Z.Exc. dat in
de tegenwoordige omstandigheden daden
moeten worden verricht, die hun gevaar
meebrengen. Het spreekt ook van zelf,
dat die gevaren niet altijd kunnen worden
voorkomen, doch onder de oogan moeten
worden gezien. Omdat die gevaren onver
mijdelijk zijn, herdenken wij de nagedach
tenis van de slachtoffers en zullen wij-
die hoog houden. Wij brengen hun hulde
voor wat zij gedaan hebben in dienst
van het vaderland.
Het nieuw benoemde lid deheer Gil-
lesen werd geïnstalleerd.
Het ontwerp-Inkomstenbelasting is van
de agenda afgevoerd tot December of
Januari.
Het wetsontwerp nopens de opleiding
van onderofficieren en matrozen is na
eenige discussie tusschan de heeren Staal,
Colijin, Van Kol en den Minister van Ma
rine, goedgekeurd met 38 tegen 2 stem
men, die van de heeren Van Kol en Polak.
De vergadering is tot nadele bijeenroeping
gescheiden.
Inlijving lichting 1915.
Op 15 December a.s. (voor de provin
cie Drenthe op 16 December a.s.) zullen
worden ingelijfd de dienstplichtigen der
lichting 1915, die toegewezen zijin aan
liet eerste bataljon van elk der regimenten
grenadiers, jagers en infanterie, met uit
zondering evenwel v;in hen van wie op
grond van het door hen genoten onderwijs
kan worden venvacht, dal zij do geschikt
heid bezitten om in opleiding te worden
genomen voor den rang van officier.
Alleen om zeer gewichtige redenen
Waaronder in deze studie belangen kun
nen worden gerekend kan aan de in to
lijven dienstplichtigen uitstel van een
ste-oeüening worden verleend, indien zij
daartoe alsnog ten spoedigste zelf hun
verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift
aan den Minister van Oorlog te kennen
geven, met overlegging van een deugdelijk
bewijsstuk omtrent hot werkelijk bestaan
van de regenen der aanvrage. De dienst
plichtigen zullen echter rekening moeten
houden met de mogelijkheid, dat het uit
stel wordt ingetrokken zoodra de omstan
digheden daartoe aanleiding mochten ge
ven.
Militaire verloven.
De opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft bepaald, dat aan militaire
straffen bet verstoken blijven van ver
lof gedurende een zekeren tijd niet ver
bonden behoort te worden, omdat de thans
IverJeende normale verloven zijn voorge
schreven in hot belang van de dienstplich
tigen, teneinde hen geen maanden lang
uit hun bedrijf en hun gezin afwezig te
doen zijn, en alzoo de economische ge-
yolgen van den gemobiliseerden dienst
zooveel doenlijk is, te beperken.
Dienstregeling spoorwegen.
Met ingang van 1 December a.s. zal
de treinenloop weer uitbreiding ondergaan,
zoowel bij de S.S., H.IJ.S.M. als de N.
C.S. Welken aard de uitbreidingen zullen
hebben is nog niet bekend, evenwel kan
nu reeds medegedeeld worden, dat de
buitenlandsche verbindingen geen aan
deel in de uitbreiding zullen hebben.
De Tweede Kamer
komt Dinsdagochtend half twaalf Ln open
bare vergadering bijeen.
De Onderwijscommissie
was gisteren in het gebouw der Tweede
JKamer in voltallige vergadering hijeen.
Ons land bedreigd.
Dit is nu minstens de derde maal, dat
in de buitenlandsche pers ronduit op een
berooving van Nederlands grondgebied
•wordt aangedrongen, schrijft de „Limb.
Koerier",
„Eerst spoorde Roland de Marès de
Brusselsche journalist, in de „Temi>s" aan
tot het bezetten van Nederlandsch Lim
burg.
Daarna schreef de „Nieuwe Gazet", van
Antwerpen, dat het Engelsch Belgische le
ger zich zoo noodig maar van Zeeuwsch-
Vlaanderen moest meester maken.
En nu beveelt een te Parijs verschij
nend tijdschrift aan, ons na den oorlog
ook bovendien van Noord-Brabant te be-
rooven.
Het ergerlijkste is nog we!, dat. dit tijd
schrift er een is, hetwelk zich uit den
aard -zijner bestemming alleen op gods
dienstig gebied diende te bewegen, en
dat nu op allerjaminerlijkste wijs aan 't
politisecren geraakt is.
Billijk verontwaardigd over de schen
ding der rechtvaardigheid ton opzichte
van een kleinen neutralen Staat als Bel
gië, pleit de „Revue pratique d'npologé-
tique" krachtens het hoog beginsel der
rechtvaardigheid voor "de berooving
van e n andoren kleinen neutralen Staat."
Het stuk luidt van genoemd tijdschrift
aldus
„....Deze zelfde rechtvaardigheid eischt,
dat bij de verdeeling van dein buit, of
liever van de belooningtn, de eerste prijs
worde toegekend aan hel katholieke Bel
gië, welks regeering hot dertigste jaar
van haar bestaan gekenmerkt heeft dooi
den tigenslanri die Europa met Frankrijk
redde en aan 3e ovarrijnscho straatroo-
vers bewees, dat zijne onzijdigheid iels
meer is dan een vodje papier. Het Con
gres (der mogendheden, dat. de vredes
voorwaarden. regelen zal) zal goed doen,
Luxemburg, welks onzijdigheid nog min
der dan scheurpapier gebleken is, in te
lijven bij zijn nabuur; en voorts is er in
Brabant, Limburg en rondom Antwerpen
eene katholieke bevolking, die niet beter
zal vragen dan losgemaakt te worden van
het Calvinistische Holland. Wat dit laat
ste betreft, het moet maar aan Duitsch-
land de belooning Van zijn twijfelach
tige o n z, ij d i g h e i d vragen in do
streek van Kleef, aan de oevers der Eems
en van die Noordzee."
De ,,L. K." teekent hierbij o.m. aan:
„We zouden willen vragen, wat dezen
heer recht geeft, zich over de strikte en
onpartijdige neutraliteit van Nederland uit
te laten op een© wijze, als hij zich hier
veroorloofd."
De vrees el ij ke ramp te West-
*k a p el 1 e.
Woensdagmiddag zijn 'de lijken van den
torpodomaker-majoor B. Nijssen en van
den milicien-ordonnance J. Smits, twee
der slachtoffers van de droeve ramp te
Westkapelle met militaire eer naar het
station aldaar overgebracht, door de be
schikbare manschappen der bezetting. De
kist van Nijssen was 'bedekt met drie
kransen, een van den commandant en die
officieren van H. M. „De Ruijter", een
van de machinisten em van de onderoffi
cieren van dien bodem. Op de kist van
Smits lagen twee kransen, een van de
officieren van 'het 39ste landwteerbataljon,
eerste compagnie, gedetacheerd te West
kapelle len leen van de onderofficieren, kor
poraals en manschappen van datzelfde
bataljon. Te Middelburrg werd de tram
opgewacht door een piket van het 39ste
landweerbataljon, die de kisten naar het
spoorwegstation overbrachten, terwijl al
daar nog een krans van het geheele 39ste
landweerbataJjon op de kist van Smits
werd gelegd.
Met den trein van 8 uur werd het lijk
van Nijssen naar Rotterdam vervoerd
uitgeleide gedaan door bet piket. Heden
morgen werd dezelfde eer bewezen aan
hot stoffelijk overschot van Smits, die
naar Princenhage werd vervoerd.
De begrafenis van de overige slachtof
fers van de ramp had heden morgen to
elf uur te Westkapelle plaats, het zijn
de kapitein van het Indisch leger Okhui-
zen, commandant van de compagnie te
Westkapelle, de beide luitenants ter zee
2de klasse, C. J. J. Bruinsma en N. van
Munk, de korporaal-torpedomaker L. van
der Knaap, de matroos 1ste klasse J.
Frangois, de opzichter van den polder
Walcheren M. C. van Elsackor en de
arbeider W. Roelse.
De begrafenis had plaats in tegenwoor
digheid van een groot aantal autoriteiten,
familieleden, vrienden van de overlede
nen en een groot aantal belangstellenden
uit WTestkapelle en omliggende andere
plaatsen van Walcheren. Van de autori
teiten noemen wij den vertegenwoordiger
van H. M. de Koningin, den ordonnanco
officier, de eerste luitenant der cavalerie
Quarles van Ufford, de kapitein ter zee
Van der Heggen Spies, vertegenwoordiger
van den Minister van Marine, den luite
nant-kolonel Kroeisen, van den generalen
staf van het Indische leger, chef der leger
en marine-afdeeling, en den gep. luit.-
kolonel Van Gogh, referendaris van
de afdeeling militair personeel, ver
tegenwoordigers van den Minister van
Oorlog, de kapitein ter zee Von Leschen
en den reserve-majoor van den generalen
staf Cremer, vertegenwoordigers van de,n
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht.
Verder de vice-admiraal Hecking Colen
brander uit Hellevoetsluis, officieren van
de te Vlissingen gestatioiuieerde oorlog
schepen, hoofd- en andere officieren van
de op Walcheren liggende troepen.
Als eere escorte waren aanwezig het
geheele 39stie landwcerbataljon voor zoo
ver het op Walcheren aanwezig is en
de dienst het toeliet, een deputatie van
het 38ste bataljon, met het uit dat batal
jon gevormde muziekkorps en een afdee
ling van 100 man van de marine en een
deputatie van het loodswezen te Vlissin
gen en van de Marine te Hellevoetsluis.
Verder ook de Alg. Secr. v. d. Ver. „Onze
Vloot" jhr. van der Wijck.
Wij imerkten verder op tal van burger
autoriteiten onder andere het gemeente
bestuur van Westkapelle en vertegen
woordigers van den |X)lder Walcheren,
n.l. voorzitter, ingenieur en den Raad van
de Noordwatering, den heer P. Dumon Tak.
Van verschillende militaire en anderd
gebouwen woei de driekleur halfstoks. De
stoet werd opgesteld hij het lijkenhuis"
aan den Zeedijk en achter het muziekkorps
volgde het vuurpeloton van 50 man on
der luitenant de Vries. De kisten waren
gedekt met de Ned. kleuren en met tallooze
kransen. Rij de woning van den burge
meester werd het lijk van den kapitein
in den stoet geplaatst en bij de ouderlijk©
woning, dat van den opzichter Elsacker.
Lij de tw graaf plaats loste het vuurpeloton
hel salvo. Er waren 4 graven gemaakt.
In het eerste werd het lijk van den ka
pitein neergelaten, in het tvvoede de kist
met overblijfselen van do Jieidie marine
officieren en de beide schepelingen, in
het derde dal van Elsacker en in liet
vierde dat van den arbeider Roelse. Dit
geschiedde onder de tonen van een treur -
marsch, nadat het peloton nogmaals een
salvo had afgeschoten, nam de vertegen
woordiger van den minister van marine
het woord, om namens dezen de over
leden leden van de marine te herdenken.
Vervolgens sprak de vice-admiraal en her
dacht in het bijzonder luitenant Bruins
ma, die met de leiding van het mijnen-
opruinien belast was. De burgemeester Van
VVestkapelle J. D. Viruly betuigde namens
den commissaris der Koningin, die door
ambtsbezigheden verhinderd was, diens
deelneming aan de verschillende familie
leden en als burger herdacht hij de beide
overleden Westkapellenaars; terwijl hij als
vriend onzen kapitein Ukhuijzen her
dacht. De territoriale commandant luite
nant-kolonel Broex, bracht ook zijnerzijds
een laats ten groet aan de overleden slacht
offers. De commandant van Hr. Ms. „de
Ruijler" de heer Marentz lientz van den
DeTg schetste de groote ontsteltenis die
zich in het bijzonder van do marine te
Vlissingen meester maakte bij het verne
men van de ontzettende ramp. De majoor
van het 39ste landweer bataljon de heer
Muskeijn sprak als onmiddellijk chef van
kapitein Ukhuijzcn, dien hij schelste als
een trouw kameraad met een hart van.
goud. De schoonvader van kapitein Ok
buijzen dankte namens zijn bedroefde
dochter, en de vice admiraal namens de
familieleden van de leden van de Marine
allen, inzonderheid de vertegenwoordigers
van de Koningin, den minister en den
opperbevelhebber voor hun tegenwoordig
heid en belangstelling.
Nog sprak de predikant van de Ned.
Herv. Kerk, ds. W. Reus, die de hoop
uitsprak dat God geve, dat de groote
droefheid niet overga in bitterheid, en
dat Hij de kracht geve om het leed te
dragen.
De heer Dekker, chef van den heer
Elsacker, sprak enkele woorden, gewijd
aan de nagedachtenis van dezen jonge
man, waarop een broeder van Elsacker;
mede namens zijn bedroefde ouders dank
bracht aan de vertegenwoordigers van het
Polderbestuur en de collega's voor hun
tegenwoordigheid.
De laatste spreker was luitenant Van
Darnme, de waarnemende compagnies
commandant te Westkapelle, die namens
de compagnie afscheid nam van den chef,
dien men heeft loeren kennen als een
voorbeeld van humaniteit en plichtsbe
trachting.
Vervolgens werden de vele kransen op
de graven neergelegd en verlieten allen
diep onder den indruk der plechtigheid de
begraafplaats.
Dienstregeling S.S.
Sneltrein 102 richting Roosendaal stopt
thans ook to Vlak©, tot het opnemen en
uitlaten van reizigers en wel te 7.57 uur
v.m.
Üp zijn aanvrage in zijn rang weder
in dienst gesteld, de miet rang van luite
nant-kolonel gepensioneerde majoor kwar
tiermeester (J. Chivat.
Secure behandeling! Met in
gang van 14 Mei 1914 is aan C. van der
Wielen, te Zierikzee, weduwe van C. van
Vessem, laatstelijk karrenian bij den Rei
nigingsdienst te Zierikzee, hij Koninklijk
besluit, na advies van den Raad van
State, (in de vergadering van dien Raad
gisteren meegedeeld), oen pensioen ver
leend van f 104 (de pensioenraad had ge
adviseerd dit pensioen te doen ingaan 16
Mei 1914, een verschil dus van 1 dag}.
Goes. De Algemeene Vergadering van
het Waterschap de „Rroede Watering be
westen Icrseke" zal gehouden worden op
Woensdag 2 December, des namiddags
1 uur.
s Heer Arendskerke. Hedenmorgen werd
het 6-jarig dochtertje van den spoorweg
werker P. M., alhier, overreden door een
vrachtkar van 's Hoeren hoek. De wielen
gingen het kind over de beentjes waar
door deze ernstig gekneusd werden. Nadat
door dr. Van Iwaarden de eerste genees
kundige hulp was verleend is het kind
per as naar de ouderlijke woning over
gebracht.
lerseke. Nader meldt men ons aangaan
de do redding van den schipper en het
knechtje van de omgeslagen hoot „B. _0.
Z. 36" (Maandagmiddag) dat de redding
met levensgevaar voor dé bemanning der
stoomboot „de Oosterschctde" gepaard
ging. De eerste maal dat de knecht der
üosterschelde een lijn wierp, werd de boot
door de bolle golven weggeslagen en de
tweede maal waren schipper en knecht