I\o. 41 Dinsdag 17 November 1914 29e Jaargang
De Groote Oorlog.
Hoofdbureau te Goes:
LAN (aE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. p. DHUIJ - t- BURG.
Vrijheid, Gelijkheid,
Broederschap.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Oranje uit het land en de Franschen
er in.
Dat was voor de vrienden der niet-
Hollandsche vrijheid een© vreugde! Het
Scheveninger pinkje stak op 18 Januari
1795, in zee. Eene Bataafsche, geen Ne-
derlandsche republiek was er, en de Fran
schen werden ingehaald als redders en
broeders. Men plantte vrijheidsboomen met
driekleurige linten; men drukte elkandier
de hand; men zong en men danste, en
men had aanspraken en mm had optoch
ten en men had maaltijden, en. men. liet
er den hocaal rondgaan, en men. sloot
heit heilig verbond der Vrijheid, en men
wenschte dat zij andersdenkenden mocht
verpletteren met den donder van haar
wraak.
Deze vreugd was voor de vrienden van
het oude Holland, voor de vrienden van
het Huis van Oranje eene bittere smart.
Maar hoe lang zou de vreugd voor d©
vreugde-dronken Bataven geduurd heb
ben?
Acht dagen misschien.
In Januari kwamen de Franschen. In
Februari had men in Holland voor in
kwartiering, in sommige steden en dor
pen, geene huizen genoeg. Menig gezin
werd tot het bedelstaf gebracht. Dagloo-
ners, weduwen en weezen, kregen twee
soldaten, vier, zes. Het vragen hield niet
op; en het was niet: „het vragen staat
vrij en bet weigeren er bij". Neen, wat
de Franschen requireerden, moest zon
der uitstel of klacht worden verleend;
fourage, brandstoffen, wagens, paarden,
zij beschikten over alles. Spoedig was er
volkomen verval van handel, stilstand van
nering en hanteering. Velen die de buiten-
landsche vrienden in het land hebben ge-
wenscht; maar ze wilden er niet uit; zij
waren er in, en zij bleven er in.
Doch de Franschen maakten veel ver
tering. Wel zeker, zij verteerden al wat
de Hollander met vlijt gewonnen en met
zuinigheid bespaard had. Zij betaalden het
immers? Wel zeker, met adsignaten, met
appier, in waarde nagenoeg aan scheur
papier gelijk. Goede negotie voorwaar,
als men voor een gulden koopt en met
©en stuiver betaalt.
Zij kwamen als vrienden, dus had
den zij recht op vriendelijk onthaal. Als
broeders, dus wilden zij met ons doe
len wat wij van de vaderen geërfd had
den.
Dit heeft langer dan zes jaren geduurd;
nu is het spel een treurspel van achttien
jaren geweest; van 1795 tot 1813.
Wat hebben wij gewonnen; macht,
geld, rust, of vrijheid misschien?
Macht? Wij! waren een veelvermo
gend gemeenebest; wij werden een wei-
nigbeteekenend wingewest van hiet Fran-
sche Rijk; wij hadden heerlijke volks
plantingen in Oost en West; men verloor
ze, of (omdat de Engelschen meester van
de zee waren) men kon er niet bij. Wij
hadden vroeger aanzienlijke vloten: de
schepen die we nu hadden, mochten,
omdat ze door de Engelschen genomen
Werden, de haven niet uit. En, zoo wij
siog eenig overblijfsel van macht hadden,
het moest ten dienste van de overmach
tig© Franschen worden gebruikt.
Geld? Grove winst was er voor
de Franschen. Zij waren binnengehaald;
maar voor de moeite van binnen te ko
men, legden zij een inkomend recht, een
tegemoetkoming, een douceur op, van
100 millioen. Zij wisten ons, op menig
vuldige wijs, te ontlasten van het over
tollige zilver en goud. Bij voorbeeld, wij
hadden beloofd 25000 havelooze mannen;
zoodra zij gekleed waren, kwamen er
andere 25000 even haveloos, die evenzeer
dringende behoeften hadden om, op kosten
van Holland, te worden gekleed. Zoo kwa
men er misschien 100000, en men mocht
nog blij zijn en danken,, dat er niet meer
kwam. Er waren vele kunstjes van dien
aard, zeer eenvoudig en zeer profijtelijk.
Men had met de vrijheid op ©en goedkoop
bestuur rekening gemaakt, ©n op weinig
belasting. Zie hier een staaltje, om te
oordeelen hoe die rekening uitkwam. Van
1795 tot 1804 gaf men 615 millioen, waar
van 276 gewone belastingen, m 339 door
buatengewone en gedwongen heffing;
voorts deed men geldleeningen, waarvoor
jaarlijks 34 millioen rente betaald werd.
Let ook hierop- Vroeger, toen er negotie
was, kon er wat af; maar er was geen
negotie meer.
In 1797 had men, aan opgebrachte sche
pen reeds een schade van 120 millioen.
Eindelijk kwam er een tijd, dat er geen
negotie mocht zijngeen schip mocht uit
of in. Geldwinnen was onmogelijk ge
worden; zoo het nog een weinig had ge
duurd, zou (het geld op zijnde) het geld
verliezen onmogelijk zijn geweest.
Rust? Onrust, gewoel, tweedracht,
dreigement; onophoudelijk overleg wat
men doen zou, onophoudelijk afbreken
van hetgeen men zooeven gedaan had; in
1795 was er een ander gouvernement en
in 1796, en in Januari 1898, en zes maan
den later wederom een, en in 1801, en in
1805, en in J.806, en in 1810. Maar het
was immers niet altijd zoo onrustig als
in het begin? O neen, Er kwam langza
merhand rust, tot dat er eindelijk veel
binnenlandsche rust was. Men had met
Napoleon te doen, en deze was een vriend,
een zeer machtig vriend, van rust en
eendracht onder zijn invloed of bewind.
Hij begreep dat men lang genoeg gerede
neerd had; dat de tijd van zwijgen daar
was en dat men zwijgend gehoorzamen,
zwijgend betalen, zwijgend de kinderen
naar het slagveld of naar de slachtbank
zenden moest. Zelden werd de rast en
orde gestoord.
Vrijheid? Vrij van het huis van
Oranje, dit is zoo, maar onderworpen aan
eiken bewindvoerder in Parijs. Vrij om
te doen wat, onder goedkeuring der Fran
schen, aan een honderdtal menschen die
zich Nationale Vergadering
noemden, of aan twaalf die Staats be
wind heetten, of aan één, die den titel
had van Raadpensionaris of Ko
ning, welbehagclijk was. Vrij om sla
ven van een vreemden dwingeland tie
zijn. Het klinken van den keten is de
naklank van de vrijheidskreten geweest.
Er zijn nog landgenooten wien het heugt;
die, uit eigen lot en leed, de beteekenis
kennen der woordenConscriptie,
Tierceering, Policie, Censuur,
D r o i ts-R uni s, Douaniers- Am
sterdam verloor in weinige jaren eten
zevende der bevolking; in Haarlem alleen
500 huizen gesloopt. Doch bijna niets had
dit te beduiden, bij het verlies van wat
het dierbaarst is aan het ouderlijke hart.
Waar bleven de zonen die dienstplichtig
waren gekeerd Zij: sneuvelden in Duitsch-
land; zij werden vermoord in Spanje;
zij bezweken in Rusland onder sneeuw
en ijs. Wat kon er voor het Vaderland
te gemoet worden gezien? De ondergang
scheen nabij, toen, door de Almachtige
hand Gods, de verlossing daar, en Oranje
uit negentienjarige ballingschap, op het
Scheveninger strand en in het vorstelijk
's Gravenhage terug was.
Het bovenstaande artikel geschreven
door mr. G. Groen van Prinsterer in
1862, is naar onze meening, nog zoo pre
cies passend op en voor onzen tijd, dat
wij niet laten konden het over te nemen.
Wat de grondlegger onzer anti-revolu
tionaire partij op 17 November 1862
schreef, mag wel op iederen 17en No
vember in 'herinneiring gebracht worden.
De beteekenis der Franscbe overiieer-
sching van 1795 tot 1813 mag nimmer
uit het nationaal geheugen gaan, teneinde
de bede levendig blijve in de harten,
voor Nederland en Oranje dat zij lang
leven voor Gods aangezicht, en bewaard
blijven voor de lens der valsche vrijheid,
gelijkheid 'en broederschap.
België toen, nu en later.
Wanneer sterke toeneming - in zielen
tal en in nationaal vermogen tot de rijke
zegeningen van Boven mogen behooren
en wie zou, wanneer dit in den rechten
weg is verkregen, dit durven ontkennen,?
dan is België tot hiertoe een rijk
gezegend land geweest.
Wat bet zielental aangaat mogen de
volgende cijfers spreken.
In 1813 telde België 3 en drie kwart
miljoen inwoners; in 1869 klom dit cij
fer tot aan de vijf miljoen; in 1890 bei-
droeg het over de zes miljoen; en nu in
1914, nadert het de acht miljoen, die
2600 gemeenten vormen, waarvan de volk
rijkste zijnBrussel met 400 duiziend,
Antwerpen met ruim 250 duizend, (Gent
en Luik elk met bij de 200 duizend;
Brugge, Mechelen en Verviers elk met
75 duizend. En wat het aantal inwoners
per vierkanten mijl aangaat, dit bedraagt
in de provincie Antwerpen 350; in Bra
bant 455; in West-Vlaanderen 250; Oost-
Vlaanderen 325; Henegouwen circa 300;
Luik 240; Namen 100; Limburg ruim
50; en Luxemburg 120 per vierkanten
mijl. Wat 'tgeheele land aangaat, de be
trekkelijke bevolking bedraagt 270 per
vierkanten kilometer. En dat terwijl Ne
derland slechts 188, Engeland 170,
Duitschland 125 en Frankrijk ongeveer
70 inwoners per vierkanten mijl rijk is.
En nu is Nederland zeer dicht bevolkt,
dit mag gezegd worden.
Ook wat het nationaal vermogen aan
gaat, is België te prijzen geweest. Het
was het rjjkste land van Europa. Het
heeft een bezit per hoofd, voor alle in
woners, groot f8500; waar tegenover
staan: Engeland met f6500; Frankrijk
met f5400; Duitschland met f3000; Oos
tenrijk-Hongarije met f 2000en Nederland
met f 1300 (gisteren schreven wij abusie
velijk f 1400) bezit per hoofd.
Volledigheidshalve zij hier aan toege
voegd, dat België heeft aan schuld f245
per inwoner. Engeland f185.. Frankrijk
f400. Duitschland f50. Oostenrijk Honga
rije f 190. Nederland f 140 per inwoner.
Het maakt een tragischen indruk dat
ongelukkig verheden België, voor een deel
in ballingschap' te zien optrekken om den
naamdag (den H. Albertusdag) van zijn
Koning te vieren; vorst en volk van el
kaar gescheiden te zien; den vorst op
diens naamdag een revue te zien houden
over zijne zoo zwaar geteisterde, droevig
•gedunde, naar de grens van zijn Land
verdreven troepen.
En onze gedachten gaan terug naar
onze eigen Oranjevorsten, naar Willem
I, „om land, om luyd' gebracht", die
nochtans bleef vertrouwen op den Po
tentaat aller Potentaten, naar Willem III,
die zich schier het geheele land ontnomen
zag door den Zonnekoning, en tot den
Engelschen gezant sprak van het middel
om 's lands ondergang niet te zien, na
melijk om met het zwaard in de vuist
in de laatste schans te sneuvelen naar
JoKan Willem Friso, die na iedere ne
derlaag er zich op beroemde de soldaten
weten wel wat ik gedaan heb en dat
is mij genoeg; naar Willem V, die al-
Vorens als balling, het vaderland te ver-
Laten, de zonden van Nederland en Oranje
als de oorzaak aanwees waarom God een
twist met Nederland had.
O, moge Koning Albert, de fijngevoelige,
de schuchtere vorst, de karakteristiek is
door „De Nederlander" ontleend aan Mae-
terlinkl bij dienzelfden God, dien deze
Oranje-Nassauers aanbaden de kracht zoe
ken om staande te blijven, en de genade
om spoedig gelijk Willem I, Willem III,
de zoon van Friso, en de zoon van Wil
lem V in ©ere hersteld, door een dank
baar vrijgevochten of vrijverklaard volk
in zijn eigen land wederom te worden
ingehaald
Het is heden 17 November!
Nederlands gedenkwaardige vrijheids
dag.
Herinnerend aan 1813. Aan dagen van
strijd en overwinning.
Beknopt overzicht van den toestand.
Dixmuiden heeft niet aan de verwach
tingen van. de puitschers beantwoord.
Inderdaad werd de beteekenis van (Leze
overwinning een weinig te hoog aange
slagen, want lezen we thans niet, dat
zij Zondag door de geallieerden op den
rechteroever van het Yser-kanaal zijn te
ruggeworpen
Mogen we het Parijsche communiqué
gelooven, dan is de geheele linkeroever
van Duitschers gezuiverd.
Het Duitsche legerbericht laat ons er
naar raden, dus we mogen haast ,wel
aannemen, dat het geluk him niet gunstig
geweest is.
VeTder heeft zich op! het Westelijk oor
logsterrein niets gewijzigd, en hebben ook
de bondgenooten zich tevreden moetep.
stellen met het behoud van wat zij had
den. Van een offensief hunnerzijds is geen
sprake.
De dikke nevelen en de plasregens
zijn oorzaak, dat er niet veel van belang
kan geschieden. 'tMag verwondering ba
ren, bij zulke ontberingen, bijl zlulk lij
den, dat uit niets blijkt, dat het moreel
der troepen aan het minderen is.
Wie schetst het leven van die jonge
mannen, die zich als een dier in den
modder wentelen, en die zich iederen
dag tot taak gesteld zien zooveel mo
gelijk jongemannen uit 's vijands rijen weg
te maaien
't Is ontzettend.
Toch lezen we nog niet van een slech
ten geest onder de wederzijdsche troe
pen, noch van ernstige epidemieën.
Op het Oostelijk terrein, waar de strijd
de laatst© dagen vooral in Oost-Pruisen
in die phase was, dat de beide tegen
standers zichzelf de overwinning konden
toeschrijven, is thans eenige verandering
ingetreden, volgens het Duitsohe commu
niqué.
De Duitschers moeten de Russen bij
Stalluponen teruggeworpen hebben.
De in Noord-Oost-Pruisen opereerende
troepen wierpen bij Soldau eenige op-
marcheerende Russische strijdkrachten
met gunstig resultaat terug, terwijl tevens
de aan den rechter Weichsel-oever bij
Lipnow en Plock opmarcheerende Russen
overwinnend teruggeslagen werden.
De Duitsche tijdingen gewagen van groo
te verliezen, die de vijand zou geleden
hebben. Zoo moeten 5000 Russen van
hun vrijheid beroofd geworden zijn, en
10 machinegeweren aan den dienst ont
trokken.
Het bericht, dat de Duitschera Breslau
en Koningsbergen zouden ontruimen,
komt ons al heel ongelooflijk voor. We
zijn zoo vrij dit te rangschikken onder
de rubriek sensationeele berichten, die
nimmer langer dan 24 uur 011 wederspro
ken blijven.
't Zou den Russen werkelijk al te ge
makkelijk gemaakt worden. Wij droomen
intusschen nog lang niet van hun glorie
rijken intocht in Berlijn.
Het succesvol oprukken van de 'Oos
tenrijkers in Servië houdt aan.
„God roept tot verootmoediging".
Een der lezers van de „Rotterdammer"
heeft op een handelsreis door Duitsch
land (Berlijn, Leipzig, Erfurt en Hanno
ver) waarvan hij 7 November terugkeer
de, een ©indweegs met ©en trein van het
Roode Kruis, vol van het slagveld terug-
keerende gewonden, gereden in de rich
ting van Berlijn.
Onder den overvloed dien de gewonden
op alle stations ontvingen, van soep, ca
cao, koffie, 'melk, brood, sigaren, kranten,
enz., was ook een strooibiljet, waarvan
hij een exemplaar meebracht. De inhoud
vrind hij zóó treffend en bovendien ook
grootendeels op ons eigen volk toepasse
lijk, dat hij verzocht het in zijn geheel,
vertaald, op te nemen.
Het eerste owerwinningstele-
gram van onzen Keizer.
Door George von Viebahn. Genaralleut.
z. D.
Onze Keizer telegrafeerde aan zijn
Dochter„God 'de Heere heeft onze brave
troepen gezegend en hun de overwinning
gegeven. jVIogen allen bij ons thuis Hem!
op de knieën dankgebeden brengen, moge
Hij ook verder met ons zijn en met ons
gansche volk."
Je liefhebbend© vader Wilhelm".
Wie onzen Keizer kent, weet ook, dat
hij zelf de knieën gebogen heeft, metter
daad en letterlijk, vóór hij dit' telegram
afzond.
Mocht ons 'geheele volk het vatten, wat
het woord in zich sluitde knieën
te buigen voor den Almacht i-
gen, Heiligen, Alomtegenwoor
dig e n God. Twee krachtige roepstem
men gaan als geweldige klokslagen door
ons geheele Dnitsche volkD e Keizer
riep tb e wapen, God roept tot
verootmoediging.
Geheel Duitschland heeft aan den op
roep des Keizers gevolg gegeven. Heer
lijk, groot, voorbeeldeloos in de geschiede
nis van Duitschland, ja in de wereldge
schiedenis is deze éénmoedige opheffing
van ons geliefd Duitsch volk. Een nati'e
van 66 millioen is besloten, alles, wat
ze is, heeft len kan, voor de verdediging
van haar voortbestaan in de waagschaal
te stellen.
De voorbeeldeloos grootsche mobilisa
tie beteekende een volksverhuizing, die
zich in een voorbeeldig© orde voltrok;
zij geleek een reusachtig toestel, dat met
zijn kunstvol samengestelde machinerieën
zonder horten of Wrijven werkte. Daarbij
is de eenmoedigheid van ons gansche
volk een onuitsprekelijk wonder, een
nooit vermoed geschenk van Goddelijke
genade. Geen menschenverstand of be
moeiing zou in staat geweest zijn om dit
te bereiken, God alleen kon dit geven.
Allen, hoog en laag, hebben begrepen, dat
het gaat over z ij n of niet z ij n van
ons Vaderland, Staat, Volk en Huisgezin.
Het gaat om alles wat ons dierbaar is
op aarde.
Maar deze strijd om de goederen van
onze hoogste aardsche belangen is ons
door God opgelegd met het duidelijk oog
merk en doel: God roepttot veroot
moediging.
Wat vele geloovige Christenen sedert
jaren afgesmeekt 'hebben, wil God ver
vullen. Zij hebben gesmeekt om een tijd
van verootmoediging, van omkeer voor
ons geliefd volk, om 'een tijd in welke
het Evangelie met macht alle harten zou)
aanraken. Zij hebben gesmeekt, dat een
tijd komen taocht, in welken velen met de
erkenning van schuld voor God en men
schen mochten nederbuigen, opdat zij ge
red mochten worden door het geloof in
het offer des Zoons Gods aan het kruis
hout van Golgotha.
Verootmoediging beteekent niet: vrome
woorden, tranen, beloften, ook niet fees
telijke ceremoniën van groote volksmas
sa's, maar verootmoediging is: Breken
met de zonden, terugkeer tot
God, levensvernieuwing.
God had in 1813, 1814 en 1815, ons
volk wonderbaarlijke genade en redding
gegeven. God had in 1870/71 nog veel
meer gedaan. Een triomph, zooals de
w'ereld nog nooit beleefd had werd ons
ten deel: Napoleon gevangen, het Leger
van Metz, 'het leger van Sedan krijgsge
vangen gemaakt, met man en paard, met
vaandels en geschut, en het laatste leger
van Frankrijk, het zuidelijke leger, in
Zwitserland gedrongen en ontwapend. Op'
deze voorbeeldelooze overwinning volgden!
43 jaren van vrede. Jaar op jaar kon ons
volk in vlijtige vredesarbeid op het ge
bied van landbouw, handel en nijverheid,
op het gebied der techniek en wetenschap
zijn succes vermeerderen. Duitschland
bloeide op 'een nooit tevoren gekende
wijze. In de zorg voor de invaliden door
den arbeid, voor de ouden van dagen
en de zieken werd Duitschland een voor
beeld. Voor de scholen en de technische
vorming der jeugd geschiedden groote
dingen. Ziekenhuizen, scholen, hoogescho-
len, academies, wiesen als prachtgebou-
wen uit de aarde. De spoorwegstations
en raadhuizen veranderden in grootsche
monumentale gebouwen. Een verbazing
wekkend verkeer ontvouwde zich, gestuwd
door een voorbeeldigen spoorweg- en
posterijendienst, geholpen door wereldom
spannende stoomvaartlijnen. In het gebruik
van draadlooze telegraphic en in de ver
overing van het luchtruim nam Duitsch
land de leiding onder de natiën.
Maar ach, te midden van het wassen
in Welstand en verzorging van de gan
sche natie, in levenseischen, levensgenot
van ©enigen, wies hij millioenen van om-
zo landgenooten de ondank, liet. morren,
de vijandschap tegen de beste regieering
die ooit ©en volk genoot. En nog erger
dan dit. Er wies in alle standen en lagen,
des volks de Godloocliening, ja in vele
plaatsen 't verklaarde, brutale anti-Chris
tendom, de onbeschaamdheid der zonde,
de goudaanbidding, de verwoesting van
het familieleven, het loslaten van de ge-
bolden Gods en van Zijn Heilig Woord.
Onder den schijn van wetenschappelijk©!
overreding, ondergroeven ongeloovige,
aan Christus vijandige geleerden en agita
tors in ons volk godsvrucht en geloof,
beroofden het verdwaasde hart van den
eerbied van Gods Woord en van de toe
vlucht in het gebed.
De treurige gevolgen konden niet uit
blijven: Een zelfbewust verloochenen van
het begrip der zonde, een verharding des
harten greep dermate om zich heen, dat
zelfs de schaamtelooze zonden van Sodom
in het Duitsche volk duizendvoudige ver
tegenwoordigers vonden. Dat hoererij en
echtbreuk zonde is, werd niet meeir er
kend. De onzedelijkheid toonde zich in
den breed© op de publieke straat, biji
dag en bij nacht; onze jeugd verleerde
het blozen der schaamte. Het aantal echt
breuken verdubbelde binnen tien jaïien.
De schrikaanjagende teruggang van de
geboortecijfers levelrde het bewijs, hoei
hoog de zelfzucht en onnatuurlijke voldoe
ning van zingenot gestegen waren.
Deze toestanden be wijze ft, dat wij on-,
herstelbare verliezen leden op dat gebied,
wat het dierbaarste en meest ideale is in
ons volk: Op het gebied van moederlief
de en moedertrouw. De ontuchtige,
schaamtelooze, zinnenbekoorende klee
ding der vrouwen van alle standen, de
winkelramen met halfontkleede vrouwe
lijke gestalten, hoonen het Duitsche ge
voel en alle goede zeden. 1
Neem bovendien bet moreel vergif, dat
een onzedelijke, goddelooze spoorweglec-
tuur, de 'huiveringwekkend© romans, de
duizenden kino's en tingeltangels dage
lijks in bet hart van ons volk brachten,
dan is het geen wonder, dat het aantal
der misdadigers) der krankzinnigen ©m
der zelfmoordenaars op verschrikkelijke
wijze van jaar tot jaar aanwies.
Dit is de ware- toestand van ons volk,
in 'hetwelk bu de krachtige roepstem Gods
schaltDuitsch volk, kom tot be
zinning, komt tot verootmoedi
ging! Buigt u neder met de er
kentenis van uw scbuld.
God sehenke, dat het Werkelijk daartoe
kome. Hij geve teen ontwaken van het ge
weten, een erkennen van schuld, een Le
vensbesluit tot vernieuwing. God gevel
ons volk de kracht, om met een geweldig
„W ij dulden bet niet langer!" die
zedelooze kleeding der vrouwen, de