No. 35 Dinsdag 10 November 1914 29e Jaargang Uit de Pers. De Groote Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN3E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 ,0.05 Prijs der AdvertentlSn 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Wat? „Het Vadierland" bevat onder de Lee- kepraatjes de volgende waarschuwing Wat den afloop van dezen, oorlog be treft, zijn er drie mogelijkheden, mis schien meer, maar voor de hand zÜ© ik er maar drie lo. De beide partijen zullen op het dood© punt geraken; ze zullen uitgeput zijn, zonder dat een van hen noemens waard in het voordeel is gebleven. Mis schien zou hun dan de lust bekruipen zich te betalen met wat zich niet verde digen kan. Laten we dus zorgen, dat we in dat geval tanden en klauwen hebben. 2e, A. blijkt overwegend sterk en an nexeert België. Waai' blijft op den duur onze onafhankelijkheid in dat geval? 't Antwoord ligt voor de hand. Tenziji wij vóór de afrekening met onze v ij f h o n- derdduizend man versohe troe pen een druk kunnen uitoefenen, die an nexatie onwienschelijk maakt. 3e. B. blijkt overwegend sterk; België blijft een onafhankelijke Staat. Maar België zal dan misschien beloond worden met de Stheldeoeversgetuige wat Engelsche en Kransche dagbladen hieromtrent scbrij- ven. Nog heden lees ik in een Engelsche krant, dat België zijn vrije Schelde moet hebben, m.a.w. Zeeuwsch-Vlaanderen, Walcheren en Zuid-Beveland. En wij1 daar voor in de plaats een stuk van Duitsoh- land. Ik zou je danken ons een stuk uit ons lichaam scheuren, ons scheiden van die wakkere' Zeeuwen, die zoo'n groot deel hebben gehad aan de ves tiging van ons onafhankelijk volksbestaan. Van Zeeland dus een tweede Elzas ge maakt LieVer dan dat te zien En wij" een stuk van DuitschlandDank je voor het cadeau, een noodlottig ca deau, dat ons de Wraak van Duitschland op den hals zou halen. Bovendien: dien geannexeerden Duitschers zou iets ont nomen worden, waarop ze een onver vreemdbaar recht hebben: in zoo iets. on rechtvaardigs zouden wij nooit treden. Geen van de drie genoemde1 gevallen behoeft ons al erg te verontrusten, mits we onze Vijfhonderd duizend man, goed geoefend en geheel gewapend, beschikbaar hebben. Maar: Dat zal veel geld kosten. Op hoeveel honderden Urillioenien komt het België te staan, dat het niet die '500.000 man gereed had? Plus al de ellende., de jammer, uitgestort op onzie ongeJukkigd stamverwanten. Laten we niet vergeten: Er is een zuinigheid, die de wijsheid bedriegt. Er is bovendien nog kans, dat de zee- en luchtoorlog' tusschen Engeland en Duitschland aanleiding geeft tot onge- wenschte conflicten. We weten nu zoo langzamerhand wat oorlogsnoodzaak be- teekent. Laten we dan met al onze krach ten, al onze 'hulpbronnen er voor zor gen, dat het voor de g r o o te mo gendheden steeds oorlogsnood zaak zal blijven hun klauwen niet uit te slaan naar ons. Ho© gïooter ons leger, hoe grooter voor hen die noodzaak. Het nut der inundatie. De „Standaard" schrijft: „Bij Nieuwpoort en Dixmuiden heeft mein de Yser over het land laten loopen, om aan den vijand den doortocht te be letten. Men nam zijn toevlucht 'Ltot inundatie, ien haar de berichten van beide zijden mlelddem, 'had dit 't succes, dat de aan valler zich genoodzaakt zag tot terug trekken. Voor ons is dit vair geen geringe betee- kenis. Er blijkt toch uit, dat het kunstmiddel voor dein vijand, om het kwaad, dat zulk eeninundatie berokkent, af te weren, nog niet gevonden is. Nu is de inundatie van de Yser niets dan kinderspel bij wat ten onzent door inundatie kan getooverd worden, niet in een uithoekje, maai' in 't hart vap 't land, en op twintig (maal breeder schaal. Al mogen we hierop ,nu niet te veel vertrouwen, en al blijft 't plicht onze Defensie, ook buiten de inundatie, steeds hoog op peil te houden, het toont dan toch van wat kant in het uiterste geval red ding kon dagen. Met opzet zeggen we: in het uiterste geval. Vergeet toch nooit, dat inundatie voor de landbouwbevolking een ramp zonder weerga is, waartoe inooit anders dan als laatste redmiddel niag worden overgei- aan." i I i. i l KEI Él. 1 Beknopt overzicht van den toestand. Om Yperen hebben de Duitschers be paald schitterende stellingen ingenomen. Op korten afstand van de stad weten zij die te handhaven en reeds wordt hun komst aangekondigd door vliegeniers en bommen. Hun groote kanonnen kunnen nog al tijd granaten in de stad werpen. Woensdag ontplofte een granaat in een der straten, en werden vier arme, kleine, spelende kinderen gedood. Vliegtuigen cirkelen boven de stad en laten verderfzaaiende bommen vallen. Kerk en stadhuis moeten reeds ernstig beschadigd zijn. Enkele straten zijn be dekt door dakpannen en brokken schoor steen, en verschillende huizen gingen reeds in vlammen op. Volgens een man van de „Times" zon den de Duitschers eenig vertoon hij hun aanval óp Yperen. Hij vraagt zich af of 'het een ernstig hernieuwde poging is om de stad te nemen, dan wel een list om de troepen der geallieerden daar vast te houden, terwijl de hoofdaanval op de linie Van iLa. Bassée geschiedt. Op de linie RijsselAtrecht vindt hij den toestand nog immer duister. Heft komt ons voor, dat het „vertoon" bij den aanval alleszins gebruikelijk is 'denk maar aan Antwerpen; trouwens geen stad werd genomen en betreden zonder ontzaglijk vertoon en ook komt het ons voor, dat 'twel degelijk om 't bezit van Ypjexen te doen is, mede in verband met de plannen, die bij de Duit schers schijnen voor te zitten óm den aanval op Nieuwpoort nog niet uit te scha kelen, maar te trachten den geheelen Zuid- Westhoek van België te zuiveren om zich alsnog een weg te banen naar de Fran- sch© kust. Met dat al valt er van 't Westelijk front bitter weinig te vertellen. 'tLigt alles in 't duister. Slechts moeten we wel gelooven, dat de geallieerden de hoogvlakte van Vreginy bereikt hebben „waar zij nog niet waren gieweest" en dat de Duitschers eexdg voor deel behaalden in de bezetting van de hoogte bij Vienne le Chateau aan den Westrand van de Argonnen (tusschen St. Ménehould en Montiaucön). De Duitschers zijn aan het Oostelijk front teruggekeerd van hun avontuurlij ken tocht op Russischen bodem. In Oost-Pruisen zijn de Russen opnieuw bij Stallupönen de grenzen overgetrokken, om voor de derde maal onder de bewo ners van die grensdistricten vrees en angst te verspreiden. Langs de Noorde lijke grens van Russisch-Pólen zijd de Duitsche troepenmachten langs de lijn door de plaatsen Chorzele, Mlawa en, Rypin gevormd uit het Russisch gebied gedreven en aan de Westelijke grens van Polen, jn de buurt van Kalish heet de Russische .ruiterij tot in het vijandelijke land te zijn vooruitgerukt. Dat beteekent een fameuze vooruitgang voor de Rusr sische troepen en voor de Duitsche troe pen een opgeven ook van de Warta- linie. Dat er taktiek achter zat bij de Duit schers hebben we reeds aangetoond. Trouwens de terugtocht had een vrij geregeld verloop. De Turken moeten aan de Kaukasi- sche grens wonderen verricht hebben. Het Russische leger volkomen versla gen. Bijzonderheden zouden volgen. We zul len geen oordeel vellen alvorens we die ontvangen hebben, 't Staat intusschen wel vast, idiat de Russen klop gehad hebben. Enfin, ze kunnen heel goed aan de Oost- Pruisische grens eenige mannetjes mis sen. Opruiming. De Engelsche regeering houdt pprui- ming onder de Duitschers. Allie mannelijke Duitschers (en Oostenrijkers) tusschen 17 en 55 jaar zijn gevangen genomen. Er zitten er nu al vijftigduizend. Maai" deze ontduitsching v,an Engeland is toch wel eau onbegonnen werk. Niet alleen toch (aldus „De Maasbode") de prins van Battenberg, die pas zijn ambt neergelegd heeft, is van (Duitsche afkomst. Ook sir Goscben, tot het uitbreken van den oorlog gezant in Berlijn, en sir Bun- sein, lange jaren Weensch vertegenwoor diger van bet Britsche .rijk, ja zelfs de koning ten de koningin hebben bijna uit sluitend Duitsch bloed in de aderen. De grootvader des konings was een Duitsche prins van SaksenCoburgGotha, het stamhuis zijner grootmoeder koningin Vic toria is het Hannoversche Huis. Zijne moeder was geen Deenschte, zij behoorde tot 'het huis SleeswijkHolstein. De tegen woordige koningin is ©en prinstes von Teek. Doch er is nog meer. Het blijkt bij deze gelegenheid, dat een (groot gedeelte der Engelsche industrie in Duitsche handen is. Het uitblijven der Duitsche verfstoffen heeft een groote werkloosheid in Man chester en andere steden veroorzaakt. Een vierde van af het in Londen gecon sumeerd brood komt van Duitsche (en Oostenrijksche) bakkers, evenals bijna alle suiker van Ihier ingevoerd wordt. Geen noot muziek wordt in Engeland gedrukt en het asp halt der straten is van Duit- schen oorsprong. Ook bestaat slechts de helft der zakenlieden der city uit Engtel- schen'. Op bet wapenschild van den prins van Wales staan nog steeds 'twee Duitsche woorden: „Ich dien" Zulke (dingen doen ons eerst recht be seffen, hoe zinneloos een oorlog is. Dui delijker dan elk verdrag, dan alle diplo matiek© schrifturen spreken zij van den onloochenbaren samenhang der volkeren, en Van heit tuut jdat slechts door dezen samenhang gesticht wordt. Spionnenwerk. Een oorlogscorrespondent Van de „Daily Chronicle" verhaalt, dat het bekende regi ment der Londen Scottisch bijna in de val was gelokt door een Duitsch spion, die later door de Indische troepen gevat werd. D' espion bezat papieren, welke uitwe zen, dat hij tijdelijk als gids en tolk in dienst was genomen. Hij gaf zich hij de Britsche autoriteiten uit voor een Belg, die dicht hij de Duitsche grens woord©. Het was een ongunstig uitziend per soon, haveloos gekleed, doch hij kende uitnemend de streek, waarin ?le:troepen opereerden. Een van zijn eerste werkzaam heden was het als gids dienen voor d© London Scottisch en voor het Lincoln- Xegiment. De London Scottisch werden door hem over een terrein, waar zij aan een doodelijk vuur van den vijand waren blootgesteld, naai' 'n plaats geleid, diet, zonder de bewonderenswaardige dapper heid der Londonaars, hel kerkhof zou kunnen geworden zijn, van één der beste territoriale regimenen. Enkele Indiërs hadden den gids gezien, vóór hij met de troepen vertrok, en toen hij weer kwam opdag'en, werd hij onmid dellijk door de Goerka's gevat, die de zaak zelf in handen schenen te willen nemen, zonder de formaliteiten van een krijgsraad. Toen ©en blank officier naderbij' kwam, zag' hij' een doodsbleek wrak van een man, omringd door de Goerkha's, van wie een fantastische bewegingen maakte met zijn koekri, zijn aan beide zijden geslepen krommes, terwijl hij den spion mededeel de, dat hij in stukken gesneden zou wor den en bij hun maaltijd zou worden op gegeten. Dte krijgsraad duurde kort; er waren bewijzen te over. De Duitschers hebben een spion minder. Een gevecht met de Engelschen. Uit (een soldatenbrief in de „Voss. Ztg." Om <zes uur ging 'het er op los. Eerst in het dorp, dat dein vorigen dag op eenige hoeven ina genomen was. De jagers len twiee groepen infanterie vielen de hoevef aan. Mijn troep lag 5n een strooschuur in "reserve. De hoeven yyerden bestortnd en in brand gestoken. fStechts ©en kon zich staande houden. Het was bet hoofdgebouw van (een groot landgoed met een massie ven ringmuur en daarbinnen eenige hui zen. De hoeve Was piet te naderen. De Engelscben stonden ondier het dak en schoten ïeder itoer, die zich vertoonde. De genie molest er dus met handgranaten op (uit. Voor wij; die kregen, kwam ler in- fanterie-versterking en nu begon Old- Engeland te wijken. Staande ,uit de vrije hand schoten jagers en infanterie op den vluchtenden troep. Uit [kelderluiken jen van den gevel schoten jnachinegewpnen. Wij werden rechts tot dekking in tirail leurslinie gelegd, omdat aan dezen kant een oprukken wegens de hoeve, di© zich nog staande hield, onmogelijk was; ter wijl de anderen vooruit snelden, moesten wij blijven liggen. ,De .Engelsche kogels floten 'over ons heen. Zoolang Wij lagen, konden zij ons niet treffen. Eindelijk kwamen d© pioniers, (en spoedig stond de buitenste' hoieve in vlammen. Uit de onbeschadigde gebouwen echter schoten de kerels bewonderenswaardig op ieder die te voorschijn kwam. De zaak begon vervelend te worden. Wat te doen? Men besloot het middelgebouw in de lucht te laten vliegen, nadat men den heelein hof omsingjeld had. Op rijwielen ging de genie pm ,nieU|We granaten uit. Wij stonden aan alle poorten. Ik met mijn zes inan aan een poort, met de karabijn gereed, ieder oogenblik verwachtend, dat een pthbepaald aantal Engtelschen door zou breken- De rook beet in mond, neus en oogen. Zoo stonden wij ongeveer drie uur in den regen. Elk kwartier liet ik de manschappen aflossen. Eindelijk kwamien de genie-soldaten terug en begonnen hun gevaarlijk werk. Zij moesten bij' het huis komen en deden (het ook, ofschoon de verdedigers wieer schoten. Die bommen hadden Spoedig hun uitwerking gedaan. De helft van ,het huis stond echter nog altijd. Toen hoorden wij plotseling in ge broken Duitsch roepen: Wij houden -helt niet meer uit, wij .willen ons over geven. Onmiddellijk klonk het antwoord: Bom men weg, de officier met handen omhoog alleen naar buiten komen. Hij kwam, een Engelsch kolonel en een majoor met vier-en-dertig man. 'De zaak was afgeloopen. Hat verhaal van een ooggetuige. De Engelsche bladen bevatten weder om een voortzetting van het verhaal van een „ooggetuige" uit het Britsche hoofd kwartier, waarin thans de gevechten in de laatste dagen van October worden be schreven. Op Vrijdag, 30 October, zoo verhaalt hij, begonnen de aanvallen op onzen rech tervleugel opnieuw, echter zonder suc ces voor den vijand. In het centrum was het bombardement hevig. Zooveel gra naten vielen rond onze posities, dat de telefoondraden herhaaldelijk werden door gesneden. De algemeene aanval in de riohting;- Yperen werd hernieuwd. Ten Zuid-Oosten van deze stad was de druk hevig, en op ^sommige plaatsen werd onze linie een weinig teruggedrongen; door onzen linkervleugel werden de opdringende Duitschers door onze versperringen onder geweervuur tot staan gebracht en na twee pogingen om door te breken, ga ven zij het op. öpl Zaterdag, 31 October, werd een verwoede aanval gedaan op onzen lin kervleugel en het lihker-centrum, de druk was bijzonder hevig op het laatstgenoem de deel onzer positie. Een gedeelte onzer linie werd achteruitgedreven door het overwicht, doch werd voor den nacht weer teruggenomen. Tot nu toe hebben wij, met de hulp der Franschen, die 'zeer goed met ons hebben samengewerkt, onze Unie kunnen handhaven en wij blijven in het bezit van Yperen, dat de Duitschers einde Oc tober met alle macht wilden veroveren. Het gevecht der laatste vijf dagen was wanhopig. Het was voornamelijk een sol- datengevecht en zonder overdrijving kan worden gezegd, dat onze mannen zich schitterend hebben gehouden. Te midden van zoo vele gevaren, en terwijl de massa der vijanden steeds door vensche troepen werd vervangen en ge steund werd door het onophoudelijk vu ren van een groote concentratie van ka nonnen, hebben zij door hun onwankel- baren tegenstand de reputatie van ons leger hooggehouden. Onze verliezen zijn zwaar geweest, doch die van den vijand nog zwaarder en zij hebben het doel, waarop geheel hunne energie was gericht, niet kunnen berei ken. De Duitsche troepen hebben ons eerbied afgedwongen door de wijze, waarop zij voorwaarts rukten. Of het al aan hunne vaderlandsliefde of aan hunne ijzeren dis cipline te wijten is, het feit blijft, dat zij voortdurend willen doordringen, wat in vele gevallen een zekeren dood betee- kende. Dat zij soms gedwongen worden te gaan, blijkt uit het verhaal van een gewond gevangene, dat als volgt luidt: „Op 17 October en den volgenden dag moesten wij zulk© vermoeiende gefor ceerde marschen maken, dat vele man nen er bij neervielen. Op1 19 October) moeisten wij de Vuurproef doorstaan, of schoon ons medegedeeld werd, dat wij alleen franc-tireurs voor ons hadden, zag ik Pransche cavaleristen en geen andere vijanden. Van dien dag af werd de slag onaf gebroken voortgezet. Op 20 October ont ving mijne afdeeling bevel om tot den aanval over te gaan. De officieren waarschuwden ons, dat indien wij terugweken, het vuur achter ons zou worden geopend. Deze bedrei ging werd ook ten uitvoer gebracht, toen de verliezen ons noodzaakten terug te trekken. Ik werd dan ook door een Duit- schen kogel gewond. Ik viel op den grond en bleef twee dagen, zonder voedsel en zonder verzor ging, tusschen de linies, waarna ik mij naar een verwoest huis sleepte. Gedu rende al dien tijd vielen de Duitsch© granaten 'rondom mijne schuilplaats, en kele honderden passen van de Fransohe linie. Toen de Franschen op' 24 October voorwaarts rukten, kwam ook ik te voor schijn, riep eene voorbijgaande patrouille aan en gaf mij over". Sinds onze aankomst in Frankrijk had den wij geen voedsel ontvangen. De resultaten van de inundatie 'ten Noorden van Dixmuiden zijn door onze vliegers waargenomen, die vele vijanden in groepen bijeen zagen op' de dijker# tusschen de onder water gezette gedeelten, waar, naar gerapporteerd werd, ook Duit sche zware artillerie in den modder is blijven steken. Onze vliegers belemmeren ook opruk kende vijandelijke kolonnes door het wer pen van bommen en het vuur van ma chinegeweren. De tactische verplaatsing van troepen achter de Duitsche front linie wordt nu voor een groot gedeelte door middel van motor-omnibussen ten uitvoer gebracht. Uit een brief van den Oostenrijkschen Troonopvolger. De stad Pest zond 2000 stukken on dergoed naar het Noordelijke ooriogstoo- neel in Oostenrijk, om ze onder de sol daten te verdeelen. Aartshertog Karl Franz Joseph, aan wien de zending geadres seerd was, zond den burgemeester deü stad een dankbrief, waaraan het volgen de ontleend wordt „Ik ben overtuigd, dat alle berichten van het oorlogstooneel u zullen interes seeren, en bijzonder het lot der jongens uit Pest. Twaalf dagen lang ben ik nu in den strijd geweest: geen uur rust had den wij gedurende die 12 dagen. De Rus sen, die de overmacht hadden, vielen ons voortdurend aan en gebruikten ook den nacht voor onafgebroken aanvallen. Mijne troepen, waaronder het 32e, het „Hausregiment" sloegen alle aanvallen bloedig of. Wij maakten ontzaglijk veel mannen krijgsgevangen en zes machinegeweren buit. In de vroegere gevechten, den 8en, 9en, lOen en 30en Sept. namen wij on geveer 5000 Russen gevangen en maakten.' op den vijand 29 kanonnen buit. Het 32e alleen maakte zich meester van 8 ka nonnen. Zij zijn alle dappere knapen» ware helden, die onder de verschrikke lijkste beproevingen, die ons dagelijks be schoren zijn, steeds niets dan roem ge oogst hebben. Een Russische krijgsgevangene zeide mij: „De ergste vijand in den strijd is de Hongaarsche soldaat". Mijne troepen met trots zeg ik dit hebben steeds gezegevierd en slechts op bevel van allerhoogste zijde zijn wij teruggetrokken, om uit betere posities nieuwe Aanvallen tegen den vijand te doen. Wel gedecimeerd maar in de beste stemming zien wij allen de toekomst te gemoet. God zal ons niet verlaten. Daaropj vertrouwen en hopen wij(Msb.) Een stem uit Mecheien. Ds. Joel ante, te Mecheien, met zijn ge zin naar hier gevlucht, heeft Zondag' in de Regentessekerk te Den Haag gepreekt! en velerlei meegedeeld van het leed door zijn arme volk gieteden. „De> Nederlander"! ervan gewagende, (rapporteert Treffend waren de leidingen Gods met dezen, nu van alles beroofden herder zon der kudde. Toen zijn dochter, uit Brussel' naar Mecheien gekomen, om toch te zien wat er Van haar lieven geworden was, bij de pastorie kwam, brandde een huis ernaast ai en men droeg de meubelen van haar ouders, die den vorigen dag vertrokken waren, uit. Zij maakte zich be kend, en den bevelvoerenden officier be wees zij, dat zij was di© zij zeide te zijn. 'Hij riep haar binnen bij het orgel dat er nog stond en beval haar te spelen: „Ein fester Burg ist unser Gott", daarna „Die Wacht am Rhein". Toen zij dit gedaan' had, was hij overtuigd; aan de achterzijde Van een wandtekst schreef hij': „Niemand mag hier binnen komen" en bet deziei aan de huisdeur spijkeren. Zaterdag is ds. Joela.nts nog even in Mecheien ge weest, en zoo kon hij zien, dat God nog had gezorgd voor zijn have. Toen schier alle Mechelaars hun stad' verlaten hadden, wilde ook ds. Joedants met de zijnen gaan, maar toen hij: aan het station giereed stond te vertrekken, kwam de tijding, dat de treinenloop ge staakt was en men ging naar huis terug. Waf nu? Vluchten te voet, of blijven? Ds. Joelants zei: Ik zal zien wat God ons voor heden te lezen gteeft op het kalen derblad. En hij las: „Wie in de schuil plaats des Allerhoog'sten gezleten is, zal vernachten in de schaduw des Almachti ger". Het was hem een aanwijzing tot blij ven. Den volgenden dag las hij op het kalenderblad„Mijn zoon, gteef mij, uwj hart". Dit was hem een teeken tot heen gaan, en na onbeschrijfelijk veel en moei lijke wederwaardigheden is de Meobelsche prediker met de zijnen behouden in ons land aangekomen. En wat hij' in ons land zag als der Belgen toevluchtsoord, heeft

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1