Ais huiselijk geluk ontbreekt.
No. 31
Donderdag 5 November 1914
29e «laargang
De Groote Oorlog.
Uit de Pers.
Feuilleton.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN iE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
.0.05
Onze kleine middenstand.
„Die Standaard" schrijft:
„Het is vooral onze kleine middenstand,
die in tal van vakken en bedrijven al
meer in moeite geraakt, en die toch Van
géén enkelen waarneembaren kant hulp
ziet opdagen.
De mobilisatie heeft uit deizen breeden
kring in man, zoon of vader tal van
goed-Verdienende personen uit bedrijf of
winkel of kantoor naar vloot of leger
geroepen. Hierdoor Vallen hun gewone ver
diensten goeddeels weg. Die zaken kwij
nen. Inkomende rekeningten kunnen niet
meer betaald worden. Op crediet krijgt
men al minder. En vooral nu het een
mobilisatie van langen adem dreigt te
worden, hoopen voor dezulken de moei
lijkheden zich op.
Een huishuur die over twee, drie maan
den nog op crediet kon loopen, begint
nu te nijpen. Leveranciers betuigen met
hun leverantie, zoo er geen geld komt
niet te kunnen voortgaan. En klanten,
in stee van door vlotter betaling dezen
misstand (te temperen, Verklaren zelfs, niet
te kunnen doen, wat ze vroeger deden.
iWil men hun niet meer op crediet le
veren, dan zullen ze elders uitkomst zoe
ken. En zoo komten de winkeliers, en
hun lotgenooten, van allen kant in hot
nauw.
Te meer klemt dit, omdat men niét
nalaat, hij' onze zoo benepen en gedrukte
middenstanders keer op keer aan te klop
pen mlet collecte na collecte om in anderteir
nood te voorzien, maar er' niet aan denkt
om het profijt der Steun-Comité's ook aan
de middenstanders van klein allooi ten
goede te doen komen. Zelfs van kerkswieg©
idenkt men er vaak niet om, aan zülkéver
tegenen uitkomst te bieden.
Dat laatste is het gevolg van een ave-
reöhtsche opvatting van het Diaconaat.
Bijna overal toch beeldt men zich nog
altoos in, dat de Diaconie alleen voor de
ibtroodarmen is ingesteld, zoodat meer' dan
één zich zelf schamen zou bij de „Diaco
nie" hulp te vragen.
Toch is dit niets dan een misvatting'.
De Diaconie bedoelt hulp© te bieden aan
de broeders en zusters die in geldelijke
verltegenheid geraakten. Niet alleen geven
en hedeelen is haar officie, maar wél
degelijk ook het verleenen van tijdelijk'©
hulp door voorschot. Straks na de vïiede-
sluiting' gaat het gpld weer vloeien, en
dan komt vanzelf bet Voorschot Weer
terug.
In gelijken zin moeten de Steun-Comb
té's steunen.
Drie millioien is nu weer aangevraagd
Voor de arme en verjaagde Belgen. Een
bedrag, waarmee als voorschot al' onzle
kleine 'middenstanders uit den nood waren
geholpen."
Koffiehuis-strategen.
„De Nederlander" schreef dezer dagen:
Nauwelijks is er ergens een oorlog uit
gebroken, of tal van menschen matigen
zich een hoog oordeel aan. Zij meenen het
beter te weten dan dé aanvoerders van
leger en vloot, en rustig in een koffiehuis
gezeten, weten zij precies te vertellen, wat
er eigenlijk had moeten gebeuren en wat
er gebeuren zal.
Wij achten het dus niet oneigenaardig
Wij lazen onlangs het volgende vérhaal
van Edward Carpenter, dat wiel overwe
ging verdient.
„Wat de oorzaak is van de meest!©
spoorwegongelukken?" vroeg mij 'eens de
h o o fd - ins pe cteur van ieen groote ppoor-
wegmaats chapp iji
„Kent uj de oorzaak van de meteste
spoorwegongelukken? Wel, het niet na
komen van voorschriften, zou ik denken,"
antwoordde ik.
„Gedeeltelijk hebt gij gelijk maai
de oorzaak ligt dieper. Waarom zou een
spoorwegman de voorschriften niet na
komen? Waarom zou een machinist het
station voorbijrijden, waar hij moet stop
pen? Het js zijn eigen leven, dat hij
het meest in gevaar brengt. Waarom zou
een wisselwachter twee treinen tegen el
kander in laten loopen op een zelfde
spoor, of een wissel overhalen terwijl
een expres passeert?
„Gij noemt dat ongelukken maar
dat is het woord piet; het zijn de gevol
gen van een verkeerden geestestoestand;
en deze verkeerde toestand is bijna altijd
terug te brengen tot de afwezigheid van
huiselijk geluk.
„Herinnert gij u, hoe vorig jaar twee
eens in herinnering te brengen, wat Aemi-
lius Paulus, een beroemd Romeinsch veld
heer, die benoemd was om tegen Macedo
nië op te trekken, in de Romeinsche
volksvergadering aan het adres der koffie
huis-strategen in Rome heeft gezegd. Zijn
woorden passen nu nog volkomen op te
genwoordige toestanden en toonen over
tuigend aan, dat niet alleen in Neder
land de beste stuurlui altijd aan den wal
stonden. Hij zeide:
„Naar ik meen te hebben opgemerkt,
Quiritenzijt gij van gevoelen, dat de
Macedonische oorlog, die reeds zoo lang
slepende gebleven is, door mij tot een
einde zal gebracht worden, den Romein-
schen naam waardig. De voorteekenen,
moet ik erkennen, zijn ons gunstig, en
wat mij betreft kan ik verzekeren, dat ik
al mijne krachten zal inspannen om aan
uw verwachting te beantwoorden. Maar
gelooft nu ook voortaan datgeen wat ik
schrijven zal, en geeft geen gehoor aan
loopende geruchten, waardoor de gemoe
deren zoo licht verontrust en verbijsterd
worden. Men vindt hier lieden in de
drinkgezelschappen, die legers naar Ma
cedonië voeren, en nauwkeurig weten te
zeggen, waar men zich nederslaan, waar
men verschansingen opwerpen, door welke
engten men in het land dringen, waar
men magazijnen aanleggen, hoe men den
toevoer van krijgs- en mondbehoeften re
gelen, waar men slag leveren, en waar
men Uitrusten moet. Zij oordeelen over
den veldheer, alsof hij reeds voor zijne
rechters stond, en iedereen wil hern een,
les geven. Dit is voor een bevelhebber
allerlastigst, en weinigen zijn ér, die mis
duiding en spot zoo geduldig kunnen ver
dragen als weleer Fabius. Ik hoop wel,
dat ik goeden raad en terechtwijzing zal
ontvangen; maar die ze mij geven willen,
moeten bij mij zijn, mijnen toestand zien,
en in mijne gevaren deelen. Is er dus
iemand 'onder u, die zich sterk maakt,
mij in den oorlog, dien ik voeren zal, te
kunnen raden, die trekke met mij naar
Macedonië; ik zal zorgen, dat hem een
schip, een paard, een tent en teerkost
gegeven worde. Wanneer gij echter tegen
deze moeite opziet, onthoudt u dan ook
van den loop der zaken uit de stadte
willen regelen; zwijgt liever, en bedenkt,
dat wij in het leger wel zullen weten,
wat ons te doen staat."
De illusie.
„De Standaard" driestart:
Er ligt iets schoons in de illusie, waar
aan veel edelen van .ziel zich overgéven,
alsof we ongemerkt en van lieverlede een
toekomst tegemoet gingen, die ons, zon
der eind-catastropbe, den ialtoosdurjenden
vrede op aarde brengen zou.
Prof. Heymans van Groningen rekende
het u zoo duidelijk voor.
Nu zijn onder één Rijksbewind ook in
ons land vereenigd geworden gewesten,
die voorheen elk op zich zelf stonden,
en in die gescheidenheid 'gedurig tegen
elkaar naar de wapenen grepen. Dat kon
toen niet anders, omdat elke provincie
een zelfstandig staatje was. Nu daaren
tegen zijn van Zeeland tot Groningen
alle gewesten onder één Kroon vereenigd,
en wordt er door niemand meer aan on-
derlingen oorlog gedacht.
Welnu, zoo klemt men zich aan zijn
illusie vast, zóó zal 't steeds voortgaan,
Van lieverlede zullen alle Staten van
treinen tegen elkander inliepen? De ma
chinist van den eenen trein had in zijn
zak een order, aan zeker station te stop
pen en op ©en zijspoor te gaan. Hij reed;
dat station met een snelheid van 50 K.M.
per uur voorbij' en vijf minuten laten had
een botsing plaats, waarbij vier en vijftig
personen het leven lieten en voor f 500.000
aan materiaal werd vernield.
„Ik kende dien machinist. Laat ons
hem Hans Bristol noemen (want dat was
zijn haam niet). Hij was getrouwd met
een ijdel, wispelturig, mooi schepsel, en
zij Woonden ergens in pension kinde
ren hadden zij niet. Ik woonde in het
zelfde huis, ten wij wierpen allen veelbe
duidende blikken op Hans' knappe vrouw.
Zij speelde piano voor .ons en zong wat
of droeg iets voor. pe liefde van een
eenvoudigen, eerlijken man was haar niet
genoeg zij smachtte naar de bewonde
ring van knapperen. Zij was een wufte
vrouw, een, die eiken cent, dien Hans
vjerdiende, aan opschik uitgaf en ér na
tuurlijk behoefte aan had, dat die opschik
zoowel als zij zelve bewonderd werd.
„Hans was trotsch op haar. Eens op
©en avond kuste hij haar vaarwel en
ging de deun uit om oen nachttrein te
laten loopen. Hij ging naar het locomo-
fi evendepot, maar op het laatste o ogen
blik besloot de opzichter, hem niet uit
te zenden en hem den volgenden morgen
een extra-trein voor den president en
directeuren toe te vertrouwen.
Europa onder één bewind komten. Dan
vallen vanzelf de legers weg. En dart
zal 't pais en vree tusschen Rusland én
Dui tschland wezen, zooals nu tusschen
Gelderland en Holland bij ons.
Dan nog een zekere tijd, en Amerika
sluit 'zich hierbij aan. Straks volgt Afrika.
En ten slotte Azië. D'an is 't alles één
natie, één volk, één rijk. En vanzelf ver
valt dan zelfs de mogelijkheid van oor
log.
Laat wie aan de H. Schrift vasthoudt,
zich toch nimmer aan zulke illusies over
geven. Gods Woord zegt 't ons zoo ge
heel omgekeerd.
Zeker, ook de H. Schrift belooft ons
die komst van Iden eeuwigen vrede, waarin
de wolf met het lam zal verkéeren, maar
nooit anders dan door en na de Weder
komst van den Christus.
Eeuwige Vrede, maar altoos zoo, dat
er een ontzettende ,eind-catastrophe
aan dien nooit eindigenden vrede zal
voorafgaan.
Lees maar wat de profetie van Oud
en Nieuw Verbond ons van Gog en
Magog profeteert, als eens de groote krijg
in zal gaan.
Niets dan zelfmisleiding is het dan ook,
als de belijder van den Christus èn Pro
fetie èn Apocalyps verzegelt en er dé
illusie (der Evolutie voor in de plaats
schuift.
Beknopt overzicht van den toestand.
Men mag aannemen, dat de strijd aan
de Yser in zoover beslist is, dat de Duit
schers de pogingen om ten Westen er
Van stand te houden hebben opgegeven.
De Belgisch© berichten uit Havre zteg-
geny dat de vijand ten oosten van de
Yser, tusschen Nieuwpoort en Dixmuiden
terugtrekt en dat de ontruiming van den
linkeroever van de Yser voortgezet wordt,
terwijl het Duitsche bericht er wijselijk
over zwijgt.
Er is geen twijfel aan." 3© strijd aan
de Yser is voorloopig voor de Duitschers
op een fiasco uitgeloopen. Zij' moeten er
ontzaglijk Veel jonge mannen gelaten heb
ben. Die bondgenooten natuurlijk ook, dat
spreekt. Zoolang we geen officieel© cijfers
hebben, moeten we ons maar behelpen,
met officieus©. Volgens een Belgisch be
richt zou een Duitsch officier hekend heb
ben, dat zijn troepen meer dan 30.000 man
vérloxen hadden, w.o. 10.000 dooden.
De 'troepen der bondgenooten hebben
hun offensief aan het front, waar" het
13e reserve-legerkorps staat, blijkbaar op
krachtig© "wijze jkunnen voortzetten. Er zou
hevig gevochten zijn tusschen Zonnebeke
en de Lys. Zij1 handhaven zich in hun
stellingen, behalve in de loopgraven hij1
Messines, dat, zooals den lezer bekend
is, in handen der Duitschers is.
Wat er Van Duitsche zijd© nog gepu
bliceerd wordt 'tis soberder dan ooit
blijkt weinig triomphantelijik, ook wat
het Verdere front betreft.
De aanvallen op Yperen, ten noorden
van Atrecht en ten Oosten van Soissons,
heet bet, worden met succes bekroond,
doch men begint met de pijnlijke erken
tenis, dat zte maar heel langzaam Vorderen.
En dat niettegenstaande alle Duitsche
strijdkrachten in de buurt hier geconcen
treerd zijn.
Van het overig deel van het Westelijk
„Hans was gestreeld. Het w,as een
groot compliment voor hem en hij' ging
naar huis om het zijn vrouw te vertellen
hij was gewoon jhaar alles te zeggen.
„Maar toen hijl thuis kwam, was zij er
niet zij was (met een schoenmaker
uitgegaan naar een theater.
„Hans ging heen ten liep den gan-
schen nacht de straten af zijn vrouw
wist er niets van, en ik geloof, dat zij
het nu nog niet weet. Den volgenden dag
reed hij den extra-trein.
„Maar daarna was hij' nooit meer de
zelfde. Hij sprak nogal eens in vertrou
wen met mij hij had behoefte, met
iemand te spieken, om zijn hart niet te
doen harsten.
„Hij werd gedachteloos, vermagerde,
zijn eetlust verdween, hij was zenuwach
tig de dokter zei, dat hij het koffie
drinken moest laten en de helft minder
rook en.
„Ik wist, wat er aan mankeerde: hij
was jaloersch. Ik zei het hem en hij
lachte, zóó, dat ik er kippenvel van
kreeg. „Ik jaloersch? Wel, je kent mij
niet ik jaloersch? Wat een idee. Neen,
ik ben slechts woedend op mij zelf, dat
ik zoo'n stomme vrouw heb kunnen trou
wen, die mij mijn hart doet verteren van
smart, omdat zij op den rand der dwaas
heid leeft. Waarom ik Iniet van haar
afga? Daar ligt de last ik kan niet
ik heb haar lief."
„Hans werkte niet op onze lijn, an-
gevechtsterrein worden èn van Fransche
èn van Duitsche zijde enkele vooidee-
len gemeld. De Duitsche troepen hebben,
zooals reeds toegegeven werd in het vóór
laatste communiqué, in ons Vorig1 num
mer gegeven, succes behaald bij hun ope
raties in de buurt van Vailly (ten Oosten,
zooals men weet van Soissons, aan de
Aisne) en de twee Oostelijk van Vailly
gelegen plaatsjes Chavonne en Soupfr ha-
zet. D© beteekenis van dit feit is nog
niet in haar geheel 'te overzien; van Fran
sche zijde zal er waarschijnlijk evenals
na de bezetting van Vailly op gewezen
worden, dat het een vooruitgeschoven po
sitie gold, waarvan het behoud niet van
groote beteekenis te achten was.
Het echec van de Duitschers.bij Roye
is den lezer reeds bekend.
Een laatste bericht uit Franschen ko
ker komt Vertellen, dat de geallieerden ook
Ferme de Metz ten N.O. van Vailly ge
nomen hebben. Welke waarde deze positie
voor hen heeft, kunnen we op 't oogenblik
niet beoordeelen, doch 'tkomt ons voor,
dat ze ook thuis hoort in de rubriek
„vooruitgeschoven stellingen van geener
lei beteekenis".
Van het Poolsche gevechtsterrein valt
niets Van beteekenis te melden.
Antwerpen.
Wij lezen in „De Nieuwe Courant,"
Friedrich Naumann schreef in het tijd
schrift „Die Hilfe" (van 29 October) over
Antwerpen
Antwerpen's zeeverkeer is tot nu toe
onder het Belgische bewind ongeveer in
denzelfden toestand geweest, waarin Ham
burg in dat opzicht vóór het tolverband
van de Duitsche Staten verkeerde. De stad
zal zich misschien om dezelfde redenen
tegen een tolpolitieke inlijving in een mid-
del-Europeesch tolverband verzetten, als
Hamburg zich indertijd verweerd heeft
tegen zijn inlijving in het Rijkstolverband.
Maar juist het voorbeeld van Hamburg
kan voor de Antwerpenaars bijzonder leer
rijk zijngeen Hamburger wil, voor zoover
wij weten, thans naar den ouden toestand
terug."
En dan gewagende van het politieke
probleem van Beigië's toekomst, zegt Nau
mann
„Het is zeer natuurlijk dat men in
Duitschland, Nederland, Engeland en voor
alles in het Belgische land zijn gedach
ten over dat probleem laat gaan, maar
voor een openbare bespreking zijn de
dingen nog niet rijp. Zoolang de oorlog
duurt, blijft natuurlijk België onder Duitsch
beheer, als pand voor de definitieve af
rekening. Ook moet aan alle belangheb
benden de tijd gelaten worden zich de
toekomstige stelling der Belgische kust
en vóór alles van de haven van Antwer
pen zonder hartstocht in alle stilte goed
in te denken. Dat is vooral daarom van
belang, omdat zich hier ook doen gelden
de natuurgevoelens, de economische con
currentie en ook de rechtens bestaande
Schelde-verdragen van Nederland, en wij
alle reden hebben, dat van Duitschen kant
niets gezegd en gedacht wordt dat door
de Nederlanders, wier onberispelijke en
opofferende neutraliteit den hoogsten lof
verdient, als een voorbarige handeling
zou kunnen worden opgevat. Het Vlaam-
sche vraagstuk kan o. i. slechts met Ne
derland goed worden opgelost; daarvoor
echter is de tijd nog niet gekomen. Thans
ders zou i]k hem nooit een stoomklep
hebben laten aanraken, zelfs al ware hij
.mijn broer geweest. Ik wist, dat het ge
beuren moest. Hij werd onder zijn ma
chine gevonden, piet de order, die hij
verzuimd had op te volgten, in zijn zak
en ©en photographie in zijn horloge van
de vrouw, die de ramp veroorzaakt had.
Waarschijlnlijk heeft die vrouw er nooit
eenig idee van gehad, dat zij het ongeluk
veroorzaakt heeft. Zij droeg zwanen rouw
en ©en snoezig zwart hoedje met een.
witte ruche. Zij was het aantrekkelijkste
weeuwtje, dat je ooit 'hebt gezien, en
dat wist zij.
„Ja, het js zooals ik zeide: huiselijk
ongeluk veroorzaakt dé meeste ongelukken
op de ,spoorwegten en elders ook.
„De man, die alleen veilig is, is hij,
wiens hart gerust is die een waar
tehuis heeft, een vrouw, die daar haar
leven vindt en op haar zaken past, die
kinderen opvoedt, geen geheimen heeft,
en niet naar andere mannen kijkt dat
is de rechte soort. Ik ken eiken man,
die voor mij: werkt, en ik herken een be
kommerden of jaloerschen man op ©en
treinlengte afstand. Mijn hart bloedt voor
hem, maar ik dien het publiek en geien
enkele van die isloort mag voor mij een
trein rijden.
„Ziet gij dien man daar aan het eind
van het perron? Dat is de machinist van
dezen trein. Zie 'eens, hoe kalm, voldaan
en zelfbewust hij is; hij heeft geen zor-
Prljs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
staat alles nog te veel onder den indruk
van den oorlog.
„Antwerpen is onder de vele toekomst-
vragen van den oorlog tot dusver het
merkwaardigste en meest duistere raadsel.
De ,stad en de haven liggen in nevel. In
en om haai" is "alles nog ondoorzichtig en
ver kanongebulder dreunt nog van de zee
en van het land. Er wordt niet meer
gevochten in Antwerpen, maai" nog altijd
bij Antwerpen. De dag zal echter komen,
waarop ook dit alles helder zal worden".
Uit den Oosthoek van België
Men meldt uit Roermond aan de „N.
R. Ct.":
Te Maeseyck hebben de beambten van
het ministerie van geldwezen gisteren een
vergadering gehouden. Er wérd met al
gemeen© stemmen besloten in Duitschen.
dienst te treden. Dit besluit werd geno,-
men in verband met een uit Havre ont
vangen tijding, dat er geen bezwaar be
stond tegen een tijdelijk hervatten van
den dienst.
Gisteren zag men de tolbeambten in
burgerkleeding hun gewonen dagelijk-
schen dienst verrichten, evenwel zonder
wapens, daar deze hun door de Duitschers
ontnomen zijn.
Te Bree zijn gisteren weer eenige Duit-,
sche proclamaties uitgevaardigd. In ©elne
daarvan protesteert de gouverneur-gene
raal von der Goltz tegen de loopende ge
ruchten, dat Belgische soldaten verplicht
worden tegen de Russén te moéten gaan
Vechten. Naar liet Russische front wor
den uitsluitend Duitschers gezonden, al
dus heet het aau het slot.
Een andere proclamatie bepaalt de vol
gende prijzen: tarwe 30 francs, rogge 25
francs, aardappelen 10 |en 12 francs.
De handelaars, die hoogere prijzen be
dingen, zullen zwaar beboet worden.
Bij een derde proclamatie wordt uitstel
van handelswissels toegestaan.
Het goederenvervoer op de verschillen
de buurtspoorwegen néémt met den dag
toe.
Om Veurne.
Donohoe de correspondent van de „Daily
Chronicle" in Noord-Frankrijk seint dat
Veurne Maandag hevig door de Duitschers
werd beschoten. Gedurende twtee uur vie
len granaten op de stad, doch ofschoon
de openbare gebouw|en herhaaldelijk wer
den getroffen (wend geen énkel Belgisch
soldaat gedood of gewond. Gedurende het
bombardement bleven 'die Belgen volko
men stil en beantwoordden het vuur niet,
waaruit de Duitschers blijkbaar afleidden
dat Veurne en de omgeving waren verla
ten, zoodat zij het artillerievuur lieten!
verflauwen en ©en infanterie-aanval be
gonnen. De Belgen waren hierop voor
bereid. Een batterij' welke tegen het ©indé
van het bombardement te Veurne was
aangekomen werd bij' gedeelten naar het
front gezonden, zoodat de vijand er niets
van merkte. De Belgische infanterie wacht
te goed verborgen mét geladen geweer
in de vooruitgeschoven loopgraven tenj
westen van Veurne, terwijl zij den vijand
die in dichtegelederen aanrukte om de
stad aan te vallen, tot op 1500 El liet
naderen, vóór die Belgen het vuur open
den. De vijand werd hierdoor volkom'en
verrast ©n de gelederen weirden neerge-
maaid als rijp graan door een hagel van
granaten.
De Duitschers aarzelden '.en vluchtten
gen, geen andere begeerte, dan zijn werk
go;ed te doen. Zie, (hoe zorgvuldig hij
zijn "machine inspecteert. Hij is geen man
die uitblinkt, maar hij zal je nimmer
teleurstellen. Let nu eens op, tien minui-
ten van hiér zult gij drie zachte stootten
op de fluit hooren en dan kunt ge links
van den Weg pen vrouiw uit haar huisje
zien komen en met haar boezelaar wui
ven."
De trein reed wieg, en toen we even
buiten de stad waren, zagen wij ieen;
vrouw voor een wit geschilderd huisje
staan met ©en troepje kinderen naast
haar en wuivend met haar boezelaar.
„Wat zei ik je?" zei de hoofdinspec
teur. „Het hart van dien man is ge
rust hij 'zal nooit een voorschrift ver
geten hij is veilig; zijn geest is vrij,
en dus doet hij zijn werk. Hij heeft vrede
met de wereld. Gij kujnt u altijd verlaten
op een man, die éérlijk liefheeft en eerlijk
bemind wordt."
Zoo ver het verhaal van Carpenter,
die hiermede nog maar den buitenkant
der dingen aanraakt.
Een man, die vrede met God heeft
door het bloed des jkruises, die is de
meest betrouwbare in alle opzichten. En
als het ons aan gemoedsrust ontbreekt,
zoodat wij ongeschikt worden voor ons
werk, dan dienen Wij ernstig te onder
zoeken, hoe het mét onzen vrede hij God
staat.