No. 23
Dinsdag 27 October 1914
29e Jaargang
De Groofe Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN 7. E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRM A F. P. BHUiJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaasi Le Cointrs - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per B maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
B-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Beknopt overzicht van den toestand.
Niet ieder overzichtschrijver geniet het
voorrecht z'n gegevens te .putten uit de
omstandigheid, dat men hier al of niet
het kanongebulder kan hooien.
'tls wel is waar een zeer twijfelachtig
voorrecht dit te mogen hooren, doch daar
tegenover staat, dat uit het niet-hooren
ervan talrijke conclusies getrokken kun
nen worden, die gewoonlijk dicht naast
de waarheid blijken te staan. t
Sinds Zaterdagmiddag is het kanonge
bulder uit de richting 'Ostende niet meer
vernomen.
Hieruit mochten wij opmaken, dat de
strijd zich meer Zuidwaarts moest heb
ben verplaatst, of dat de Engelsche vloot
voor 'n oogenblik onschadelijk moest zijn
gemaakt.
De berichten van gisteren komen de
vermoedens ten deele bevestigen. De En
gelsche monitors moeten inderdaad wat
teruggetrokken zijn, daartoe genoodzaakt
door het wèlgerichte en zwaardere ge-
Btehut der Duitsohers.
Volgens een bericht uit Berlijn Pa
rijs (meldt er nog niets van zouden
drie (schepen getroffen zijn.
'tls echter nauwelijks aan te nemen,
'dat de vloot haar actie voor goed zou
Staken. Men rekent er dan ook op, dat
ze plotseling hier of daar weer opduikt.
De weg naar Nieuwpoort levert den
Duits,chers talrijke hindernissen, die
slechts voetje voor voetje, in hardnekkigen
strijd, kunnen worden overwonnen.
Nu zij er in geslaagd zijn een flinke
vordering te maken en tusschen Nieuw
poort en Dixmuiden de Yser, die daar
voor een groot deel gekanaliseerd is,
het kanaal loopt verder van Dixmuiden
naar Yperen over te trekken, ligt de
weg naar Nieuwpoort bijkans, voor hen
open.
Intusschen ademen de officieuse Engel
sche berichten een optimistischen geest;
het zou -nog maar een kwestie van en.-
kele uren zijn of Ostende zou door de
Duitschers ontruimd moeten worden, om
plaats, te maken voor de Belgisch-Fransch-
Engelsche bezetting.
Een correspondent van de „Daily Chro
nicle" geeft in z'n blad een levendige
beschrijving van de gevechten in België.
De oorr., die zich bevindt bij het Bel
gische Jeger, verklaart dat de strijd aan
de uiterste linkerzijde in de nab'ijheidi
van Nieuwpoort in het voordeel blijft van
de geallieerden en dat de Duitsohers ten
zuiden van Ostende terug zijn gedrongen.
[Wel is het waar, dat ten zuiden van
Dixmuiden kleine gedeelten Duitsohers ér
in geslaagd zijn de Yser over te ste
ken, doch dit is nog in het geheel geen
bewijs dat de geallieerden op deze pun
ten geslagen zijn, en hij Voegt er aan
toe: Het is de Vraag of de vijand, die
de Yser overstak, er ooit in zal slagen
weer terug te keeren.
In zijn beschrijving van het gevecht
zfegt hij verder, dat overal met groote
wanhoop wordt gevochten. De Duitschers
doen wanhopige aanvallen, doch de tegen
aanvallen zijn even hevig.
Be verliezen aan Duitsche zijde schat
de ,corr. op ongeveer 22000.
Het valt niet te ontkennen, dat de strijd
heet is en stroomen bloeds kost, doch bij
een nuchtere beoordeeling van de sobere
eommuniqué's man leert ze langzamer-
hand lezen moet men wel tot de
slotsom komen, dat o,p dit oogenblik de
Duitsohers aan de winnende hand zijn.
Hoever laten zij Rousselaere reeds ach
ter zich!
Uit het Zuidelijk deel van het gevechts
terrein in het Argonne-woud, Noord-Wes
telijk van Verdun, waarover zoolang ge
meld werd, dat de toestand onveranderd
was, .wordt nu weer melding gemaakt
van nieuwe heftige gevechten, .waarbij,
naar het van Fransche zijde heet, een
Duitsch regiment vernietigd zijn zou. De
bezetting van St. Mihiel heeft den Duit
echers nog steeds niet de beslising ge
bracht, die men van Duitsche zijde dade
lijk daaraan toeschreef, of tenminste er-
Van hoopte. Van Fransche zijde wordt
nu gemeld, dat een verder tactisch uit
huiten van die bezetting onmogelijk ge
maakt is, door het beheerschen van de
communicatie-lijnen met St. Mihiel met
zwaar geschut.
De worsteling om Warschau levert geen
stof tot beschouwingen.
Koningin Elisabeth.
Zij is daarginds schrijft Roland de
Mares in de thans te Londen verschij
nende Indépendance Beige over Koningin
Elisabeth zij leeft met Koning Albert
te midden der troepen op het oorlogs
veld, zij gaat van stad tot stad, van
kamp tot kamp, van schans tot sohans.
Zij troost de mannen, levenden en ster-
vendien, zij glimlacht, zij verbindt de geh
wonden. Zij: is liefde en medelijden in
den donkeren mist die over Vlaanderen
hangt.
Zij is geen oorlogsvorstin, pronkend
naast haar overwinnenden gemaal, die
overwonnen steden binnentrekt bij het
roffelen dor trommen en het schallen der
trompetten. Het lichtste zwaard zou te
zwaar zijn voor haar zwakke hand, ten
zij veracht de ostentatie waarmee elders
wel prinsessen in uniform aan het hoofd
harer regimenten rijden. Zij verschijnt
eierst als het kanon zijn werk heeft 'ge
daan. Zonder escorte of bedienden gaat
zij Van hospitaal' tot hospitaal, van am
bulance naar ambulance, de edelste der
edele vrouwen die thans heldhaftige
mannen den dood verzachten, de edelste
wijl zij de eenvoudigste, de moederlijkste,
de nederigste is.
Roland de Marès vertelt dan, dat zij
noch zeer majestieus, noch zeer schoon,
noch zeer rijk, doch zeer wetenschappelijk
ontwikkeld en met haar eigen ideeën,
een huiwelijk uit liefde met Koning Albert
sloot. Kunstenaars ten letterkundigen wer
den ten Hove genoodigd tei Brussel. Na
een ziekte, vier jaar geleden, waarbij
het Belgische volk id© blijken van de
innigste deelneming gaf, moet zij haar
krachten sparen en men verwachtte bij
het uitbreken van den oorlog, dat zij mtet
haar kinderten in Engeland zou blijven.
Maar de bommen, door Zeppelin's op
Antweipten geworpen, hebben haar niet
vterschrikt len 'nochtans gaat zij met kal1-
men glimlach overal rond, waar gevaar
is.
„Koningin Elisabeth, besluit de Marès,
biedt in een tijd dat de deugd verloren,
schijnt te zijn, het verheven beeld eeruer
zwakke vrouw, die uit haar edel hart
de kracht put om het wreedste lot te
dragen."
Brief van een Belgisch grenadier.
Be Graafsche Crt. publiceert een brief
van een Belgisch grenadier uit Eekeren
„Ik hen blijde dat ik een oogenbliki tijd
hem om u te schrijven Het heeft niet
Veel gescheeld, of ik was dien Dinsdag in
den slag gebleven. De slag, die Dinsdag1-
morgen om 4 uur begon en Woensdag
avondeindigde is verschrikkelijh geweest,
's' Maandags ,om 5 uur 's avonds waren we
uit Wilrij vertrokken en hebben enkele
uren Voor Mechelen halt gehouden om
leenige uren te slapen. Orn 2 uur was het
weer -revteille. W.e hoorden, dat de Duit
schers Mechelen beschoten. We trokken
de stad binnen en zagen. hoe. verscheidene
huizen totaal verwoest waren door de
granaten, diie voortdurend de stad binnen
vielen. Toen begon voor ons het vreeselijfce
spel pas. De dooden en gewonden lagen
links en hechts, en voortdurend vielen
er .meer vlachtoffers. Toen we weer de
stad uit waren, raakten we door het tu
mult ons regiment kwijt. In plaats Van
Weer hij onze troepen te geraken, liepen
we juist op de Duitschers aan. Wei wa
ren moe en hadden honger en dorst, maar
in -zulke tijden doet men meer dan men
anders zou kunnen. We waren genood
zaakt fe Vluchten. We zochten ons heil
in een huis, dat in de nabijheid sitond.
De moeder en de kinderen, die daar waar
schijnlijk alleen thuis gebleven waren, la
gen dood op den grtmd. De kogels dron
gen echter door -de deuren en vensters
de kamers binnen, en we waren genood
zaakt over de lijken onzer gevallen kame
raden naar buiten ,t-e kruipen. We zagen
er uit als moordienaars, met slijk en bloed
overdekt. We waren nauwelijks bet huis
nit, of het stortte in elkandeir. We zijn
toen in een regenput gevlucht en hebben
daar den ganschen nacht tot aan onze
knieën in het water gestaan. Den volgen
den morgen waren 'de- Duitsohers weg'
en >wjrj: kropen weer uit den put. Daar
we in den put doornat waren geworden
en onze kleeren den vorigen dag half
verbrand waren, 'trokken we- de klieeren
Van onze doode kameraden uit en 'zie zelf
aan. Toen op z,oek naar ons regiment.
We vonden het gelukkig na veel zoeken
en zonder tegenstand te hebben ondervon
den. Na ©enigen tijd gemarcheerd te heb
ben, stieten we weer op den vijand en het
schieten begon opnieuw. Ik begrijp niet,
dat er nog niet meer dooden gevallen
zijn want de uitwerking der Duitsche ka
nonnen was vpeesielij'k8 uren aan een
stuk lagen wie dan zoo maar languit op
den grond, voortdurend eraan blootgesteld
om door een vijandelijken kogel getroffen
te worden. De gespannen zenuwen werden
nog meer geprikkeld door het akelig gte-
kerm der gewonden die rondom ons la
gen. Dan weer hoorde men boven het
geraas der projectielen roepen: „Ei, ei,
ei", en ze sloegen nog eens met de ar
men in het rond en 'twas gedaan, en
dan waren dat allen Vrienden en-bekenden.
Som,s hadden we als ©enige dekking slechte
onze ranisjels, dien we voor ons plaatsten
ien waarachter we ons dan verscholen, zoo
goed we konden. Toen we opstonden, ble
ven Ier weer veel liggen. De kogels waren
door den ransel heengedrongen en- precies
in hun hoofd terecht gekomen. Ongeluk
kigerwijs moesten we Vluchten. We hadden
namelijk hij onzbn terugtocht ook nog
een riviertje over te steken. Daarom zijn
we nu maar zonder omslagen in het wa-
betü gesprongen. Bij dien overtocht zijjn
er ook weer veel van ons verdronken.
Toen wie aan den overkant giekomen wa
ren, stonden we daar zonder ransel, gé-
wteer of iets, de kleeren kapot en ge
scheurd |en vél Moed. Het was vreese-
lijk. Ik kon niets anders dan weer een
der 'dood-en, die daar- lagen, zijn geweer en
ransel afpakken. Zoo Was ik opnieuw in
gespannen. De patronen haalden wie uit
de patronentasschen der gevallenen, daar
de onze bijna verschoten waren. Het is
onmogelijk u alles- te vertellen, en ik
zkju'hjet ook niet kunnen, al zou ik het
mij ook herinneren, door zij-n wreedheid.
Wat zou ik gelukkig zijn, als ik eens
naar huis toe kon komen, om het monde
ling eens te Viertellen. Doch het is allemaal
slecht nieuws. Vele mijner beste kamera
den zijn dood of gekwetst, onder andere
onz.e fourier en sergeant Vermeulen- uit
Ecloo; 'die jongen had twlee kogels door
zijn hart gekregen en was seffens dood.
Pet is droevig, ik ben ziek van al dat spel.
Nu gaan wie wéér naar Eeckeren bij1 Ant
werpen, ,we (zulten daar wat bijVen,
maar .hoelang?
Gruwel phantasieën.
De Vorwarts maakt zich in deze dagen
zeer verdienstelijk door steeds weer de
onjuistheden aan te toonen van de ver
halen der gruweldaden welke door Belgi
sche „franc-tireurs" enz. op Duitsche ge
wonden zouden zijn gepleegd. Zoo is bet
blad thans weer in de gelegenheid met
de stukken te bewijzen, dat de bewering
als zouden de Duitsche gewonden in Bel
gië de oogen zijn uitgestoken en aan
Duitsche soldaten ontplofbare sigaretten
zijn verkocht, op pure phantasie berusten.
Prof. Rautenherg, de directeur van het
ziekenhuis te Lichterfeldt, waar volgens
de in de Duitsche pers opgenomen ver
halen, tien lichtgewonde Duitsche solda
ten zouden liggen, aan wie de oogen
waren Uitgestoken heeft aan Lieb-
knecht, op diens verzoek om inlichtin
gen, het volgende briefje geschreven.
„Zeer geachte heer 1 Gelukkig is van
deze geruchten niets waar."
Ook een tweede geval van dezen aard
is zeer typisch.
De vader van een Duitsch soldaat had
bericht gekregen, dat een veldlazaret,
waarin zijn zoon verpleegd werd, door
„franc-tireurs" was overvallen, en dat alle
daar verpleegd wordende gewonden waren
afgemaakt.
Thans echter ontving de vader een brief
van zijn doodgewaanden zoon, waarin
deze mededeelt, dat hij, nadat zijn lazaret
in Fransche handen was gevallen, en hij
krijgsgevangen was gemaakt, in een
Fransch hospitaal op zeer liefderijke wijze
wordt verpleegd, zoodat hij; hoopt zeer
spoedig weer genezen te zijn.
De puinhoopen te Leuven.
Aan „Het Vaderland" wordt vandaar het
volgende gerapporteerd
Leuven is een nieuw bewijs hoe wonder
lijk toevallig de uitwerking der kanonnen
is geweest: de Groote Markt, waar de
St. Pieterskerk, het stadhuis en de Uni
versiteitsbibliotheek staan, is geheel ver
nield, en omringd door piuinhoopen. Maar
het teere stadhuis staat er zonder dat
er een neus van een der ontelbare beel
den af is, zonder dat een kruis bloemetje
of pinakel gekneusd is. Daarentegen is
de St. Pdeter een bouwval. Bommen zijn
door het dak geslagen en hebben allesi
vernield; het klokkspel kwam naar bene
den vallen, door den toren heen, en het
ligt nu als een hoop oud roest in elkaar.
De schilderijen zijn verbrand, doch daar
entegen is de rijkgebeeldhouwde preek
stoel ongeschonden, evenals het eiken
houten koorhek.
D-e zware gothieke constructies hebben
overigens veel gered door elke instorting
te localiseerenzoo zijn de geschilderde
ramen zonder een barstje gebleven, zelfs
onder den toren die ingestort is.
De bibliotheek vertoont nog een uitge-
branden gevel, waar niets meer achter is
het heele gebouw is uitgebrand en inge
stort, en van de duizenden kostbare boe
ken is niets gered, totaal niets.
In de Stationsstraat staan nog enkele
heerenhuizen gaaf tusschen de bouwval
len; als een wonderlijke bijzonderheid ver
tel ik, (en ik maak er bij' voorbaat mijne
excuses voor) dat in een rij in een puin
hoop veranderde huizen het closet ge
heel onaangetast was, met het gordijntje
nog voor het raam en een klos papier
op; de rol. In den tuin bloeide een weelde
van prachtige bloemen.
Rondom het Stationsplein liggen alle
huizen meest café's in puin; zóó
groot is de verwoesting in de stad alom,
dat we de Markt niet anders konden
bereiken dan door, van Brussel komende,
de stad geheel om te rijden tot aan de
Namens che poort, daar in de andere stra
ten de steenmassa's den weg versperden.
We ontmoetten er een der weinige over
levenden van de notabelen, een edelman,
senator en ra'adslid, die slechts niet ge
fusilleerd was, omdat hij voorzitter was
van het Roode Kruis.
De man liep door 't uitgestorven Leuven
te dwalen als een hond die z'n baas
zoekt. Gebroken door het afgrijselijke lot
van stad en burgers doolde deze aanzien
lijke Leuvenaar rond, zonder rust te vin
den, een man die het lachen verleerd
heeft. De vriendelijke doch ernstige en
zwaarmoedige madame in het café, waar
we iets te eten kregen, vertelde hoe haar
familie dagenlang in de bosschen had
geschuild.
Ook ons maakten de Leuvensche puin
hoopen stilhet was het VTeeselijkste;
dat we tot dusver in het ongelukkige
Belgenland gezien hadden.
Korte Oorlogsberichten.
Duitschland en de V. S. Naar
aanleiding van graaf Bernstorff's verkla
ring, dat Duitschland aan de Vereenigde
Staten de verzekering heeft gegeven dat
het de Monroe-leer zal eerbiedigen, merfkt
de „New-York Herald" op, dat indien.
Duitschland als overwinnaar uit den strijd
te voorschijn mocht komen, het onder de
heerschappij van het Pruisische militaris
me zou blijven. Dientengevolge zou de
bedreiging van de positie en den invloed
del' Vereenigde Staten in Latijnsch Ame
rika slechts een quaestie van tijd zijn.
Na hetgeen we, gaat het blad voort,
in België ^hebben gezien en nog zien
gebeuren, kan Bernstorff niet verwachten
dat de Vereenigde Staten ©enigen waar
borg vinden in Duitschland's „geschreven
verklaring", of ,dat het Amerikaanscihe
volk deze nieuwe verzekering anders feal
beschouwen dan als een „stuk papier".
De „New-York Times" schrijft: Zelfs
indien Duitschland den aanval der geal
lieerden weerstaat, kan het nimmer de
veiroordeeling door de beschaafde wereld
tegenhouden. Wij gelooven verder, Üat
het niet .in staat zal zijn om op den
duur de veroordeeling liegen te houden,
die het Duitsche volk zelf zal uitspieken
oveir een regeering, welke zich zoo onbe
kwaam in de diplomatie, zoo brutaal in
het oorlogvoeren en zoo onverschillig voofl
recht en onrecht heeft betoond.
In Duitsche k rijgsge van -
g ens chap. Tot op 21 October waren
in Duitsche krijgsgevangenschap geraakt:
Franschen, 2472 officieren en 104.524
manschappen; Russen, 2164 officieren en
104.524 manschappen; Belgen, 547 officie
ren en 31.378 manschappen; Engelschen,
218 officieren en 8669 manschappen. Daar
onder bevinden zich 6 Fransche, 18 Rus
sische generaals (inclusief 2 commandee-
rende generaals) en 3 Belgische generaals.
Het totaal aantal bedroeg derhalve tot
op 21 October 296.869 gevangenen.
Op het station Esschen staat de
Belgische vlag. De Duitschers - hebben Zon
dagochtend de plaats verlaten.
Vluchtelingen uit Roesselare (Rou
ters) verhalen, dat hun plaats gebombar
deerd was. De Fransche soldaten hadden,
voordat zij' wegtrokken, na wegneming van
de dakpannen uit de huizen geschoten,
waarna de Duitschers een deel der plaats
verbrand hebben. Mannen en jongens wor
den gebruikt om loopgraven te maken.
Aan Roesselare is een oorlogsschatting
van 200,000 franken opgelegd. Men vertelt
ook, dat de burgemeester, secretaris en !zes
notabelen als gijzelaars in het stadhuis
zijn opgesloten. De protestantsche school
en de kerk zijn intact. (N. R. C.)
Men vertelt de volgende heldendaad
van den kozakken-kornet Phrlomonof, die
met een handvol mannen ten westen van
Mlawa Duitschers overviel, die aan .hun
verschansingen werkten. De Russen sabel
den 30 geniesoldaten neer en vielen ver
volgens een vijandelijken piket aan, waar
van zij er 40 in het zand deden bijten.
Een regiment infanterie heeft de stad
Lowicz met de bajonet aangevallen, in
de straten talrijke vijanden gedood en
een vijftigtal gevangenen gemaakt. De in
woners waren vol geestdrift over het schit
terende optreden der Russen en brachten
den bevelhebber van het regiment een
ovatie.
Uit België. Te Gheel is de toe
stand rustig en kalm. Alle Hollandsche
verpleegden in het gesticht zijn welvarend.
De Duitsche troepen doen vaak patrouille-
tochten door de Kempen, maar gedragen
zich steeds ordelijk. Somtijds worden er
requisitiën ten behoeve van het Duitsche
leger gedaan, doch het particulier eigen
dom wordt niet aangeraakt.
In Turnhout is de burgemeester ge
vlucht. Dezer dagen vertoefde daar een
troep van 1600 man, die zeer vermoeid
waren. Een zevental van dezen zouden
gedeserteerd zijn. Het weekblad „De Kem
penaar", dat daar verschijnt, komt nog
steeds uit.
Nabij Moll is een Duitsche auto, waarin
twee officieren en een soldaat zaten, tegen
een boom terecht gekomen. De officieren
werden ernstig gekwetst en de soldaat
gedood. (N. R. C.)
Prins Max i'm ilia an van Hes-
s e n. Deze prins, die onlangs door een
schot in de dij zwaar gewond is geworden,
en in Engelsche krijgsgevangenschap ge
raakt is, is de zoon van Prins Friedrich
Karl van Hessen en prinses Margaretha
van Pruisen, die, zooals men weet, de
jongste zuster va,n den keizer is. Hij is
dus een neef van keizer Wilhelm en als
zoodanig een mooie vangst voor de En
gelschen.
Prins Maximiliaan werd geboren den
20sten October 1894.
Ook zijn Vader, Frederik Karei, geb. 1
Mei 1868, is 17 Sept. 1914 gewond. Hij
stamt uit de oudste linie der niet-regeeren-
de landgraven.
Maardag hoorde ik op- een wandeling
Van Ostende naar Brugge (23 K.M.) kwaar
kanonvuur uit 'tN. W.waarschijnlijk wa
ren het schoten van Duitsche kustbatte-
rijen te Blankenberghe of Heyst op En
gelsche schepen. Uit 't Z.W., uit de rich
ting Nieuwpoort en Dixmuiden, was bet
in tegenstelling yau den vorigen dag, rué
tig. Op de „Beffroi" te Brugge zag men
heden .matrozlen seinen geven.
Het gerucht, dat de pier te Zeebrugg©
vernield is, kan ik beslist tegenspreken.
Het is misschien merkwaardig, het is
in ieder geval teekenend voor 't vrije ver
keer in dit deel van België, dat ik van
Nederland .naar 0!stende heem en (terug1 ben
gegaan zonder een enkelen keer een pas
poort getoond te hebben of met de Kom-
mandantur in aanraking te zijn geweest.
(N. R. Crt.)
Te Brugge-, welke stad niets hééft
geleden, zijn volgens de Tijd een- tweetal
proclamaties door de Duitsche overheid
aangeplakt. De %érs-te deelt miee, dat de
klok van den Haltentoren een uur voor
gézet is, dus op Duitschen tijd gébracht,
dat automobielen en rijwielen al® vjer-
Voermiddelen verboden zijn en men zich
na 8 uur, Belgische tijd, niet meer ov(er
fetraat begtevten mag. De andere is leen kteW-,
nisgeving, dat de stad door Duitsche troe
pen bezet is en eindigt miet jle gfebruikielijkel
waarschuwing.„Indien tnu of' in de toe
komst ,in uw stad Duitsche troepen aange
vallen .worden, wordt de hezietüng er uit
getrokken en de stad -zal zonder glenade in
brand geschoten worden. Ik waarschuw u!
.De opperbevelhebber VON BESELER,
generaal der Infanterie."
De Duitschers hebben sedert enkele
dagen in België inkomende rechten gehe
ven van artikelen, die er vroegpr in Bel
gië ook aan onderhevig waren. Kaas, bo
ter, chocolade, koffie, enz. worden weer
belast. Van tabak zal, naar verluidt, 60
centimes per kilo gevorderd worden.
In Herstal', Wandre en andere
plaatsjes in de buurt v'an Luik is giebrek
aan brood en aardappelen. Brood is de
laatste dragen te Maastricht opgekocht. In
de .gemeente Herstal een plaats van
Van 22.000 'zielen, worden dagelijlksl
14000 porties soep gratis uügtedaeld. De
heer P. van Hougaerden, senator te- Luik,
heeft .'rleeds frs. 500.000 Voor de armen
in de omstreken Van Luik' gteschonkbn.
Mechelen. Een ooggetuige ver
haalt .aan de „N. R. C."
De 'schade te Mechelen valt nogal mede,
mede, doch er is zeer veel gestolen en
geplunderd. In vele winkels en woonhui
zen worden koopwaren en kostbaarheden
vermist en talrijk zijn thans nog de daden
van geweldpleging en vernieling in de hui
zen. Het grauw te Mechelen moet volgens
mededeeling van de tehuis geblevenen
veel hebben geroofd. Hoe eerder men te
rug gaat, hoe eerder hier paal en perk
aan gesteld kan worden, zei men. Zater
dag stond een lange rij mensc.hen voor
de Kommandatur om hun door de Duit
schers gerequireerde beddegoed weer te
rug te krijgen.
Een brief Van Prins Oscar.
Prins Oscar schreef uit het slot Hombuïg
v. d. Höhe, waar hij voor vetrder herstel
vertoeft, aan de weduwe van een majoor,
die aan zijn zijde gevallen is „Uw man.
viel als held, zooals hij ook gestreden'
heeft. Ik was nog 2 minuten voor zijn
dood bij hem, vooraan in de schietlinie.
Het was 24 Sept. ongeveer 6.15 's avonds.