No. 23 Dinsdag 27 October 1914 29e Jaargang De Groofe Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN 7. E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRM A F. P. BHUiJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaasi Le Cointrs - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per B maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. B-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Beknopt overzicht van den toestand. Niet ieder overzichtschrijver geniet het voorrecht z'n gegevens te .putten uit de omstandigheid, dat men hier al of niet het kanongebulder kan hooien. 'tls wel is waar een zeer twijfelachtig voorrecht dit te mogen hooren, doch daar tegenover staat, dat uit het niet-hooren ervan talrijke conclusies getrokken kun nen worden, die gewoonlijk dicht naast de waarheid blijken te staan. t Sinds Zaterdagmiddag is het kanonge bulder uit de richting 'Ostende niet meer vernomen. Hieruit mochten wij opmaken, dat de strijd zich meer Zuidwaarts moest heb ben verplaatst, of dat de Engelsche vloot voor 'n oogenblik onschadelijk moest zijn gemaakt. De berichten van gisteren komen de vermoedens ten deele bevestigen. De En gelsche monitors moeten inderdaad wat teruggetrokken zijn, daartoe genoodzaakt door het wèlgerichte en zwaardere ge- Btehut der Duitsohers. Volgens een bericht uit Berlijn Pa rijs (meldt er nog niets van zouden drie (schepen getroffen zijn. 'tls echter nauwelijks aan te nemen, 'dat de vloot haar actie voor goed zou Staken. Men rekent er dan ook op, dat ze plotseling hier of daar weer opduikt. De weg naar Nieuwpoort levert den Duits,chers talrijke hindernissen, die slechts voetje voor voetje, in hardnekkigen strijd, kunnen worden overwonnen. Nu zij er in geslaagd zijn een flinke vordering te maken en tusschen Nieuw poort en Dixmuiden de Yser, die daar voor een groot deel gekanaliseerd is, het kanaal loopt verder van Dixmuiden naar Yperen over te trekken, ligt de weg naar Nieuwpoort bijkans, voor hen open. Intusschen ademen de officieuse Engel sche berichten een optimistischen geest; het zou -nog maar een kwestie van en.- kele uren zijn of Ostende zou door de Duitschers ontruimd moeten worden, om plaats, te maken voor de Belgisch-Fransch- Engelsche bezetting. Een correspondent van de „Daily Chro nicle" geeft in z'n blad een levendige beschrijving van de gevechten in België. De oorr., die zich bevindt bij het Bel gische Jeger, verklaart dat de strijd aan de uiterste linkerzijde in de nab'ijheidi van Nieuwpoort in het voordeel blijft van de geallieerden en dat de Duitsohers ten zuiden van Ostende terug zijn gedrongen. [Wel is het waar, dat ten zuiden van Dixmuiden kleine gedeelten Duitsohers ér in geslaagd zijn de Yser over te ste ken, doch dit is nog in het geheel geen bewijs dat de geallieerden op deze pun ten geslagen zijn, en hij Voegt er aan toe: Het is de Vraag of de vijand, die de Yser overstak, er ooit in zal slagen weer terug te keeren. In zijn beschrijving van het gevecht zfegt hij verder, dat overal met groote wanhoop wordt gevochten. De Duitschers doen wanhopige aanvallen, doch de tegen aanvallen zijn even hevig. Be verliezen aan Duitsche zijde schat de ,corr. op ongeveer 22000. Het valt niet te ontkennen, dat de strijd heet is en stroomen bloeds kost, doch bij een nuchtere beoordeeling van de sobere eommuniqué's man leert ze langzamer- hand lezen moet men wel tot de slotsom komen, dat o,p dit oogenblik de Duitsohers aan de winnende hand zijn. Hoever laten zij Rousselaere reeds ach ter zich! Uit het Zuidelijk deel van het gevechts terrein in het Argonne-woud, Noord-Wes telijk van Verdun, waarover zoolang ge meld werd, dat de toestand onveranderd was, .wordt nu weer melding gemaakt van nieuwe heftige gevechten, .waarbij, naar het van Fransche zijde heet, een Duitsch regiment vernietigd zijn zou. De bezetting van St. Mihiel heeft den Duit echers nog steeds niet de beslising ge bracht, die men van Duitsche zijde dade lijk daaraan toeschreef, of tenminste er- Van hoopte. Van Fransche zijde wordt nu gemeld, dat een verder tactisch uit huiten van die bezetting onmogelijk ge maakt is, door het beheerschen van de communicatie-lijnen met St. Mihiel met zwaar geschut. De worsteling om Warschau levert geen stof tot beschouwingen. Koningin Elisabeth. Zij is daarginds schrijft Roland de Mares in de thans te Londen verschij nende Indépendance Beige over Koningin Elisabeth zij leeft met Koning Albert te midden der troepen op het oorlogs veld, zij gaat van stad tot stad, van kamp tot kamp, van schans tot sohans. Zij troost de mannen, levenden en ster- vendien, zij glimlacht, zij verbindt de geh wonden. Zij: is liefde en medelijden in den donkeren mist die over Vlaanderen hangt. Zij is geen oorlogsvorstin, pronkend naast haar overwinnenden gemaal, die overwonnen steden binnentrekt bij het roffelen dor trommen en het schallen der trompetten. Het lichtste zwaard zou te zwaar zijn voor haar zwakke hand, ten zij veracht de ostentatie waarmee elders wel prinsessen in uniform aan het hoofd harer regimenten rijden. Zij verschijnt eierst als het kanon zijn werk heeft 'ge daan. Zonder escorte of bedienden gaat zij Van hospitaal' tot hospitaal, van am bulance naar ambulance, de edelste der edele vrouwen die thans heldhaftige mannen den dood verzachten, de edelste wijl zij de eenvoudigste, de moederlijkste, de nederigste is. Roland de Marès vertelt dan, dat zij noch zeer majestieus, noch zeer schoon, noch zeer rijk, doch zeer wetenschappelijk ontwikkeld en met haar eigen ideeën, een huiwelijk uit liefde met Koning Albert sloot. Kunstenaars ten letterkundigen wer den ten Hove genoodigd tei Brussel. Na een ziekte, vier jaar geleden, waarbij het Belgische volk id© blijken van de innigste deelneming gaf, moet zij haar krachten sparen en men verwachtte bij het uitbreken van den oorlog, dat zij mtet haar kinderten in Engeland zou blijven. Maar de bommen, door Zeppelin's op Antweipten geworpen, hebben haar niet vterschrikt len 'nochtans gaat zij met kal1- men glimlach overal rond, waar gevaar is. „Koningin Elisabeth, besluit de Marès, biedt in een tijd dat de deugd verloren, schijnt te zijn, het verheven beeld eeruer zwakke vrouw, die uit haar edel hart de kracht put om het wreedste lot te dragen." Brief van een Belgisch grenadier. Be Graafsche Crt. publiceert een brief van een Belgisch grenadier uit Eekeren „Ik hen blijde dat ik een oogenbliki tijd hem om u te schrijven Het heeft niet Veel gescheeld, of ik was dien Dinsdag in den slag gebleven. De slag, die Dinsdag1- morgen om 4 uur begon en Woensdag avondeindigde is verschrikkelijh geweest, 's' Maandags ,om 5 uur 's avonds waren we uit Wilrij vertrokken en hebben enkele uren Voor Mechelen halt gehouden om leenige uren te slapen. Orn 2 uur was het weer -revteille. W.e hoorden, dat de Duit schers Mechelen beschoten. We trokken de stad binnen en zagen. hoe. verscheidene huizen totaal verwoest waren door de granaten, diie voortdurend de stad binnen vielen. Toen begon voor ons het vreeselijfce spel pas. De dooden en gewonden lagen links en hechts, en voortdurend vielen er .meer vlachtoffers. Toen we weer de stad uit waren, raakten we door het tu mult ons regiment kwijt. In plaats Van Weer hij onze troepen te geraken, liepen we juist op de Duitschers aan. Wei wa ren moe en hadden honger en dorst, maar in -zulke tijden doet men meer dan men anders zou kunnen. We waren genood zaakt fe Vluchten. We zochten ons heil in een huis, dat in de nabijheid sitond. De moeder en de kinderen, die daar waar schijnlijk alleen thuis gebleven waren, la gen dood op den grtmd. De kogels dron gen echter door -de deuren en vensters de kamers binnen, en we waren genood zaakt over de lijken onzer gevallen kame raden naar buiten ,t-e kruipen. We zagen er uit als moordienaars, met slijk en bloed overdekt. We waren nauwelijks bet huis nit, of het stortte in elkandeir. We zijn toen in een regenput gevlucht en hebben daar den ganschen nacht tot aan onze knieën in het water gestaan. Den volgen den morgen waren 'de- Duitsohers weg' en >wjrj: kropen weer uit den put. Daar we in den put doornat waren geworden en onze kleeren den vorigen dag half verbrand waren, 'trokken we- de klieeren Van onze doode kameraden uit en 'zie zelf aan. Toen op z,oek naar ons regiment. We vonden het gelukkig na veel zoeken en zonder tegenstand te hebben ondervon den. Na ©enigen tijd gemarcheerd te heb ben, stieten we weer op den vijand en het schieten begon opnieuw. Ik begrijp niet, dat er nog niet meer dooden gevallen zijn want de uitwerking der Duitsche ka nonnen was vpeesielij'k8 uren aan een stuk lagen wie dan zoo maar languit op den grond, voortdurend eraan blootgesteld om door een vijandelijken kogel getroffen te worden. De gespannen zenuwen werden nog meer geprikkeld door het akelig gte- kerm der gewonden die rondom ons la gen. Dan weer hoorde men boven het geraas der projectielen roepen: „Ei, ei, ei", en ze sloegen nog eens met de ar men in het rond en 'twas gedaan, en dan waren dat allen Vrienden en-bekenden. Som,s hadden we als ©enige dekking slechte onze ranisjels, dien we voor ons plaatsten ien waarachter we ons dan verscholen, zoo goed we konden. Toen we opstonden, ble ven Ier weer veel liggen. De kogels waren door den ransel heengedrongen en- precies in hun hoofd terecht gekomen. Ongeluk kigerwijs moesten we Vluchten. We hadden namelijk hij onzbn terugtocht ook nog een riviertje over te steken. Daarom zijn we nu maar zonder omslagen in het wa- betü gesprongen. Bij dien overtocht zijjn er ook weer veel van ons verdronken. Toen wie aan den overkant giekomen wa ren, stonden we daar zonder ransel, gé- wteer of iets, de kleeren kapot en ge scheurd |en vél Moed. Het was vreese- lijk. Ik kon niets anders dan weer een der 'dood-en, die daar- lagen, zijn geweer en ransel afpakken. Zoo Was ik opnieuw in gespannen. De patronen haalden wie uit de patronentasschen der gevallenen, daar de onze bijna verschoten waren. Het is onmogelijk u alles- te vertellen, en ik zkju'hjet ook niet kunnen, al zou ik het mij ook herinneren, door zij-n wreedheid. Wat zou ik gelukkig zijn, als ik eens naar huis toe kon komen, om het monde ling eens te Viertellen. Doch het is allemaal slecht nieuws. Vele mijner beste kamera den zijn dood of gekwetst, onder andere onz.e fourier en sergeant Vermeulen- uit Ecloo; 'die jongen had twlee kogels door zijn hart gekregen en was seffens dood. Pet is droevig, ik ben ziek van al dat spel. Nu gaan wie wéér naar Eeckeren bij1 Ant werpen, ,we (zulten daar wat bijVen, maar .hoelang? Gruwel phantasieën. De Vorwarts maakt zich in deze dagen zeer verdienstelijk door steeds weer de onjuistheden aan te toonen van de ver halen der gruweldaden welke door Belgi sche „franc-tireurs" enz. op Duitsche ge wonden zouden zijn gepleegd. Zoo is bet blad thans weer in de gelegenheid met de stukken te bewijzen, dat de bewering als zouden de Duitsche gewonden in Bel gië de oogen zijn uitgestoken en aan Duitsche soldaten ontplofbare sigaretten zijn verkocht, op pure phantasie berusten. Prof. Rautenherg, de directeur van het ziekenhuis te Lichterfeldt, waar volgens de in de Duitsche pers opgenomen ver halen, tien lichtgewonde Duitsche solda ten zouden liggen, aan wie de oogen waren Uitgestoken heeft aan Lieb- knecht, op diens verzoek om inlichtin gen, het volgende briefje geschreven. „Zeer geachte heer 1 Gelukkig is van deze geruchten niets waar." Ook een tweede geval van dezen aard is zeer typisch. De vader van een Duitsch soldaat had bericht gekregen, dat een veldlazaret, waarin zijn zoon verpleegd werd, door „franc-tireurs" was overvallen, en dat alle daar verpleegd wordende gewonden waren afgemaakt. Thans echter ontving de vader een brief van zijn doodgewaanden zoon, waarin deze mededeelt, dat hij, nadat zijn lazaret in Fransche handen was gevallen, en hij krijgsgevangen was gemaakt, in een Fransch hospitaal op zeer liefderijke wijze wordt verpleegd, zoodat hij; hoopt zeer spoedig weer genezen te zijn. De puinhoopen te Leuven. Aan „Het Vaderland" wordt vandaar het volgende gerapporteerd Leuven is een nieuw bewijs hoe wonder lijk toevallig de uitwerking der kanonnen is geweest: de Groote Markt, waar de St. Pieterskerk, het stadhuis en de Uni versiteitsbibliotheek staan, is geheel ver nield, en omringd door piuinhoopen. Maar het teere stadhuis staat er zonder dat er een neus van een der ontelbare beel den af is, zonder dat een kruis bloemetje of pinakel gekneusd is. Daarentegen is de St. Pdeter een bouwval. Bommen zijn door het dak geslagen en hebben allesi vernield; het klokkspel kwam naar bene den vallen, door den toren heen, en het ligt nu als een hoop oud roest in elkaar. De schilderijen zijn verbrand, doch daar entegen is de rijkgebeeldhouwde preek stoel ongeschonden, evenals het eiken houten koorhek. D-e zware gothieke constructies hebben overigens veel gered door elke instorting te localiseerenzoo zijn de geschilderde ramen zonder een barstje gebleven, zelfs onder den toren die ingestort is. De bibliotheek vertoont nog een uitge- branden gevel, waar niets meer achter is het heele gebouw is uitgebrand en inge stort, en van de duizenden kostbare boe ken is niets gered, totaal niets. In de Stationsstraat staan nog enkele heerenhuizen gaaf tusschen de bouwval len; als een wonderlijke bijzonderheid ver tel ik, (en ik maak er bij' voorbaat mijne excuses voor) dat in een rij in een puin hoop veranderde huizen het closet ge heel onaangetast was, met het gordijntje nog voor het raam en een klos papier op; de rol. In den tuin bloeide een weelde van prachtige bloemen. Rondom het Stationsplein liggen alle huizen meest café's in puin; zóó groot is de verwoesting in de stad alom, dat we de Markt niet anders konden bereiken dan door, van Brussel komende, de stad geheel om te rijden tot aan de Namens che poort, daar in de andere stra ten de steenmassa's den weg versperden. We ontmoetten er een der weinige over levenden van de notabelen, een edelman, senator en ra'adslid, die slechts niet ge fusilleerd was, omdat hij voorzitter was van het Roode Kruis. De man liep door 't uitgestorven Leuven te dwalen als een hond die z'n baas zoekt. Gebroken door het afgrijselijke lot van stad en burgers doolde deze aanzien lijke Leuvenaar rond, zonder rust te vin den, een man die het lachen verleerd heeft. De vriendelijke doch ernstige en zwaarmoedige madame in het café, waar we iets te eten kregen, vertelde hoe haar familie dagenlang in de bosschen had geschuild. Ook ons maakten de Leuvensche puin hoopen stilhet was het VTeeselijkste; dat we tot dusver in het ongelukkige Belgenland gezien hadden. Korte Oorlogsberichten. Duitschland en de V. S. Naar aanleiding van graaf Bernstorff's verkla ring, dat Duitschland aan de Vereenigde Staten de verzekering heeft gegeven dat het de Monroe-leer zal eerbiedigen, merfkt de „New-York Herald" op, dat indien. Duitschland als overwinnaar uit den strijd te voorschijn mocht komen, het onder de heerschappij van het Pruisische militaris me zou blijven. Dientengevolge zou de bedreiging van de positie en den invloed del' Vereenigde Staten in Latijnsch Ame rika slechts een quaestie van tijd zijn. Na hetgeen we, gaat het blad voort, in België ^hebben gezien en nog zien gebeuren, kan Bernstorff niet verwachten dat de Vereenigde Staten ©enigen waar borg vinden in Duitschland's „geschreven verklaring", of ,dat het Amerikaanscihe volk deze nieuwe verzekering anders feal beschouwen dan als een „stuk papier". De „New-York Times" schrijft: Zelfs indien Duitschland den aanval der geal lieerden weerstaat, kan het nimmer de veiroordeeling door de beschaafde wereld tegenhouden. Wij gelooven verder, Üat het niet .in staat zal zijn om op den duur de veroordeeling liegen te houden, die het Duitsche volk zelf zal uitspieken oveir een regeering, welke zich zoo onbe kwaam in de diplomatie, zoo brutaal in het oorlogvoeren en zoo onverschillig voofl recht en onrecht heeft betoond. In Duitsche k rijgsge van - g ens chap. Tot op 21 October waren in Duitsche krijgsgevangenschap geraakt: Franschen, 2472 officieren en 104.524 manschappen; Russen, 2164 officieren en 104.524 manschappen; Belgen, 547 officie ren en 31.378 manschappen; Engelschen, 218 officieren en 8669 manschappen. Daar onder bevinden zich 6 Fransche, 18 Rus sische generaals (inclusief 2 commandee- rende generaals) en 3 Belgische generaals. Het totaal aantal bedroeg derhalve tot op 21 October 296.869 gevangenen. Op het station Esschen staat de Belgische vlag. De Duitschers - hebben Zon dagochtend de plaats verlaten. Vluchtelingen uit Roesselare (Rou ters) verhalen, dat hun plaats gebombar deerd was. De Fransche soldaten hadden, voordat zij' wegtrokken, na wegneming van de dakpannen uit de huizen geschoten, waarna de Duitschers een deel der plaats verbrand hebben. Mannen en jongens wor den gebruikt om loopgraven te maken. Aan Roesselare is een oorlogsschatting van 200,000 franken opgelegd. Men vertelt ook, dat de burgemeester, secretaris en !zes notabelen als gijzelaars in het stadhuis zijn opgesloten. De protestantsche school en de kerk zijn intact. (N. R. C.) Men vertelt de volgende heldendaad van den kozakken-kornet Phrlomonof, die met een handvol mannen ten westen van Mlawa Duitschers overviel, die aan .hun verschansingen werkten. De Russen sabel den 30 geniesoldaten neer en vielen ver volgens een vijandelijken piket aan, waar van zij er 40 in het zand deden bijten. Een regiment infanterie heeft de stad Lowicz met de bajonet aangevallen, in de straten talrijke vijanden gedood en een vijftigtal gevangenen gemaakt. De in woners waren vol geestdrift over het schit terende optreden der Russen en brachten den bevelhebber van het regiment een ovatie. Uit België. Te Gheel is de toe stand rustig en kalm. Alle Hollandsche verpleegden in het gesticht zijn welvarend. De Duitsche troepen doen vaak patrouille- tochten door de Kempen, maar gedragen zich steeds ordelijk. Somtijds worden er requisitiën ten behoeve van het Duitsche leger gedaan, doch het particulier eigen dom wordt niet aangeraakt. In Turnhout is de burgemeester ge vlucht. Dezer dagen vertoefde daar een troep van 1600 man, die zeer vermoeid waren. Een zevental van dezen zouden gedeserteerd zijn. Het weekblad „De Kem penaar", dat daar verschijnt, komt nog steeds uit. Nabij Moll is een Duitsche auto, waarin twee officieren en een soldaat zaten, tegen een boom terecht gekomen. De officieren werden ernstig gekwetst en de soldaat gedood. (N. R. C.) Prins Max i'm ilia an van Hes- s e n. Deze prins, die onlangs door een schot in de dij zwaar gewond is geworden, en in Engelsche krijgsgevangenschap ge raakt is, is de zoon van Prins Friedrich Karl van Hessen en prinses Margaretha van Pruisen, die, zooals men weet, de jongste zuster va,n den keizer is. Hij is dus een neef van keizer Wilhelm en als zoodanig een mooie vangst voor de En gelschen. Prins Maximiliaan werd geboren den 20sten October 1894. Ook zijn Vader, Frederik Karei, geb. 1 Mei 1868, is 17 Sept. 1914 gewond. Hij stamt uit de oudste linie der niet-regeeren- de landgraven. Maardag hoorde ik op- een wandeling Van Ostende naar Brugge (23 K.M.) kwaar kanonvuur uit 'tN. W.waarschijnlijk wa ren het schoten van Duitsche kustbatte- rijen te Blankenberghe of Heyst op En gelsche schepen. Uit 't Z.W., uit de rich ting Nieuwpoort en Dixmuiden, was bet in tegenstelling yau den vorigen dag, rué tig. Op de „Beffroi" te Brugge zag men heden .matrozlen seinen geven. Het gerucht, dat de pier te Zeebrugg© vernield is, kan ik beslist tegenspreken. Het is misschien merkwaardig, het is in ieder geval teekenend voor 't vrije ver keer in dit deel van België, dat ik van Nederland .naar 0!stende heem en (terug1 ben gegaan zonder een enkelen keer een pas poort getoond te hebben of met de Kom- mandantur in aanraking te zijn geweest. (N. R. Crt.) Te Brugge-, welke stad niets hééft geleden, zijn volgens de Tijd een- tweetal proclamaties door de Duitsche overheid aangeplakt. De %érs-te deelt miee, dat de klok van den Haltentoren een uur voor gézet is, dus op Duitschen tijd gébracht, dat automobielen en rijwielen al® vjer- Voermiddelen verboden zijn en men zich na 8 uur, Belgische tijd, niet meer ov(er fetraat begtevten mag. De andere is leen kteW-, nisgeving, dat de stad door Duitsche troe pen bezet is en eindigt miet jle gfebruikielijkel waarschuwing.„Indien tnu of' in de toe komst ,in uw stad Duitsche troepen aange vallen .worden, wordt de hezietüng er uit getrokken en de stad -zal zonder glenade in brand geschoten worden. Ik waarschuw u! .De opperbevelhebber VON BESELER, generaal der Infanterie." De Duitschers hebben sedert enkele dagen in België inkomende rechten gehe ven van artikelen, die er vroegpr in Bel gië ook aan onderhevig waren. Kaas, bo ter, chocolade, koffie, enz. worden weer belast. Van tabak zal, naar verluidt, 60 centimes per kilo gevorderd worden. In Herstal', Wandre en andere plaatsjes in de buurt v'an Luik is giebrek aan brood en aardappelen. Brood is de laatste dragen te Maastricht opgekocht. In de .gemeente Herstal een plaats van Van 22.000 'zielen, worden dagelijlksl 14000 porties soep gratis uügtedaeld. De heer P. van Hougaerden, senator te- Luik, heeft .'rleeds frs. 500.000 Voor de armen in de omstreken Van Luik' gteschonkbn. Mechelen. Een ooggetuige ver haalt .aan de „N. R. C." De 'schade te Mechelen valt nogal mede, mede, doch er is zeer veel gestolen en geplunderd. In vele winkels en woonhui zen worden koopwaren en kostbaarheden vermist en talrijk zijn thans nog de daden van geweldpleging en vernieling in de hui zen. Het grauw te Mechelen moet volgens mededeeling van de tehuis geblevenen veel hebben geroofd. Hoe eerder men te rug gaat, hoe eerder hier paal en perk aan gesteld kan worden, zei men. Zater dag stond een lange rij mensc.hen voor de Kommandatur om hun door de Duit schers gerequireerde beddegoed weer te rug te krijgen. Een brief Van Prins Oscar. Prins Oscar schreef uit het slot Hombuïg v. d. Höhe, waar hij voor vetrder herstel vertoeft, aan de weduwe van een majoor, die aan zijn zijde gevallen is „Uw man. viel als held, zooals hij ook gestreden' heeft. Ik was nog 2 minuten voor zijn dood bij hem, vooraan in de schietlinie. Het was 24 Sept. ongeveer 6.15 's avonds.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1