No. 18
Woensdag 81 October 1914
89e Jaargang
De Groote Oorlog.
„De Zeeuw" in Militair
Tehuis en Kamp.
Wij en onze gasten.
In 's vïjands land.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN IE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
B-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
De Chr. Zangvereeniging „Soli Deo
Gloria" te Serooskerke (W.) bestelde een
kwartaals-abonnement op ons blad, ten
behoeve van onze soldaten aan Wacht
post 34, Oranjezon.
Dankbaar zal het door hen aanvaard
worden.
Wij1 hebben onze Belgische broeders en
zusters over het algemeen met groots
gastvrijheid en overgegevenheid ontVangjen
en onthaald. En onze gasten hebben met
grooten dank onze herbergzaamheid en
hulpvaardigheid aanvaard en genoten. Nar
tuurlijk, er zijn uitzonderingen. Onze Zuid-
Bevelandsche briefschrijver wees er reeds
op dat er onder ons zijn, die niet ge
daan hebben gelijk zij moesten doen. Dio
de helpende hand niet uitstaken. Dtie Een
ander lieten zorgen. Er waren er zoo
merkte onze vriend terecht op die
zich Christenen noemen, en o, zoo zeer
den mond vol hebben over de liefde en
ovbr de genade, en over de zonde der
wereld aan welke zij1 heeten gestorven;
doch die in de praotijk jegens de arme
Belgen er zoo wéinig of niets van lieten
merken.
Treffende voorbeelden zijn er van ge
zien, dat armen naar de wtereld de on-
gelukkigcn geheel belangeloos opnamen,
dat burgers, die het best kunnen gebruiken,
om niet of voor wat men noemt een
appel en een ei den vluchtelinjgen huis
vesting en voedsel schonken1dat vrijzin
nigen, die heelemaal niets voelen vooïl
Gods geboden of voor de theorie
van het Christendom, het hiedlig© gtebod
der naastenliefde zooveel juister dan me
nig geloovige man of vrouw bleken te
verstaan, en in de praktijk van het Chris
tendom Verre boven deton uitblonken.
Hiertegenover staat dat menschan die
in goeden doen zijn, zich door deze on
gelukkige vluchtelingen dubbel en dwars
laten betalen; misbruik maken van hun
ongelegenheid; er een slaatje uit slaan.
Christenmannen en vrouwen, van wie men
in de eerste plaats verwachten mocht dat
zij toch vooral de herbergzaamheid in
Hebreeën 13 bedoeld ziouden betrachten,
hebben dit Schriftwoord zoo opgevat als
of het zeggen wilde: wees. herbergzaam,
doch laat uw gjasten dubbel en dwars
er voor betalen, isnijd ze dubbel, want
ze weten geen weg of steg en met de ho-
telprijzen zijn ze niet op de hoogte; ja
neem 't zelfs met de hun aan te bieden
voeding en üglginjg! niet te nauw, zij zijn
toch blij1 dat zij onder dak zijn, zij1 kunnen
best en moeten dan ook maar betalien
en wij moeten er eens goed wat op
verdienen.
Van deze Christenen zeggteln wij natuur
lijk niets; immers het oordeel over den
mensch komt niet 'toe aan mensohen. Maar
hun Christendom achten wij verachtelijk.
Wat ons in onze Belgische vluchte
lingen treft, is, over 't algemeen natuur
lijk, hunne groote dankbaarheid voor het
geen wij1 voor hen deden en doen. Ook
zette zij die voor hun verblijf ten onzent
betalen kunnen maar niet uitgepraat raken
over onze groote liefde jegens hen; en
zij trachten door allerlei attenties en be
leefdheden ons hunne wederliefde en er
kentelijkheid te toonen.
O zeker, zij weten wel dat er uit Bel-
.gië ook allerlei gespuis ons land is. bin
nengedrongen, mienschen die onze gast
vrijheid beloonen met diefsital of verwaar-
loozing of ondankbaarheiddoch dit
grijpt henzelven nog het meest aan. En dit
noopt ons wederkeerig: tot het vellen van
■een minder scherp oordeel. Trouwens wij
weten uit de geschiedenis van Israels uit
tocht uit Egypte dat ook onder dat volk
vele vreemdelingen waren; en ook zelfs
■onder het eigen volk, dat Kanaan binnen
drong op Goddelijk bevel, was' er een die
nam van het verbannene.
Toch mogen wiji voor deze ervaringen,
en voor de mogelijkheid dat zij in den
komenden winter zich zullen herhalen,
de oogen niet sluiten. Hef is too, en
het blijve met ingenomenheid erkend, over
het algemeen zijn onze Belgen dankbaar
Voor hetgeen zij bij ons genieten; en zij
willen ongaarne iets krijgen; zelfs zij die
niets hebben, willen voör het gienotene
betalen; betalen met wat in hun taal
heet payer de sa personne. Bij
voorbeeld door allerlei huiselij'ken arbeid
of handwerkjes voor ons te verrichten';
bezigheid te zoeken die ons aangenaam
is, en dergelijke. Hiervoor zij hun lof
gebracht.
Maar 't gevaar blijft dreigen dat me
nigeen, die het ginds in zijn dorpje niet
breed had, of liever zonder werken aan
den kost kwam, verwend als hij was
door zwervend leven, of leven in de ge
vangenis want ook de gevangenissen in
de Kempen en elders hebben hun inhoud
over ons 'land uitgegoten liever in
Zeeland genadebrood blijft eten, dan in
Vlaanderen het eigien verdiende beefcskd
tei nuttigen. Meer nog, het gevaar dreigt
dat dergelijke mensohen hier blijven han
gen en in den winter onze armenkassen
bezwaren of op andere, min eerlijke, ;wijze
trachten aan den kost te komen.
Daarom moet aan onze Belgische broe
ders worden voorgehouden dat zij naar
hunne haardsteden terug moeten, en dat
zij ook hunne arme stad- en dorpsge-
nooten moeten meenemen, en trachten
met vereende krachten en met overheids
hulp hen door den winter heen te hel
pen.
Men versta ons wel. Onze eisoh is
nietdrijft deze dienstmaagd en haar
zoon uit. Maar tusschen dezen eisoh en
het zeggen van den oppervlakkigen volks
menner: blijf toch bij mij en ga niét
voort, en zoolang wij nog één boterham
hebben, zult gij er de helft van hebben
ligt nog een middenweg'. Wij moeten
ieder geval op. zichzelf heoordeelen. Wij
kunnen er in komen dat er mensohen on
der zijn 'die de streek waaruit de oorlog
hen verdreef nog onveilig achten, of die
een herhaling van het oorlogsleed duch
ten wanneer de vijand eens met overmacht
door hun geteisterd land naar het zijne^
terug moest. Wij zouden dezulken niét
gaarne dwingen om heen te gaan, voor
en aleer het met dat nieuwe oorlogsge
vaar in 'het reine is.
Doch er zijn anderen, die zich niet
willen verplaatsen in den voor hen nieu
wen toestand, dat zij nu staan onder een
Duitsch (leger-)bestuur, en zich daaron
der niet willen schikken, of die Vreezen
tot dienstneming in de 'Duitsche legers
te zullen worden aangewezen. Of nu voor
het laatste grond bestaat, kan onderzocht
warden. Meit de bezwaarden van het eerst
genoemde soort zouden wij evenwel geen
consideratie kunnen gebruiken. Dezen
moet worden toegeroepen: Onderwerpt u
aan uwe nieuwe, naar wij hopen tijdelijke,
heeren. Keert terug en vat uw oude hand
werk op met iets; van de energie die
uw vaderen, de Belgen uit den voor-
Christelijken tijd, of uit de jaren der
middeleeuwen, of uit de dagen der Geu
zen bezielde; en tracht weer met God
en met eere, naar den wensch van uw
hart, uw eigen verdiende brood te eten.
Doet niets wat u.w overweldiger ontstem
men zou, en beoordeelt geene van diens
daden of ordonnantiën; leert hooren, zien
en zwijgen; en vooral zwijgen. En wat
de jonge mannen betreft, die vreezen tot
allerlei diensten te zullen worden geprest,
laten zij zich deze vrijheidsberooving ge
troosten, indien voor hen vaststaat dat
die bestaan zal in politiedienst, of brand
wacht, of verpleging. Immers, dergelijke
diensten zou men zich ook door de eigen
regeering, zoo 't moest, gaarne laten op
leggen.
Over 't algemeen zouden wij onzen
vluchtelingen uit de dorpen van België
wel willen aanraden: keert niet weder
voor en aleer één of meerderen van u
zich eerst ter plaatse hebben vergewist
of het kan.
De heeren die naar Antwerpen geweest
zijn, hebben verslag gedaan van hun be
vinding. Zij konden natuurlijk niets be
loven of waarborgen, dewijl ook de over
winnaar zulks niet deed. Maar zij konden
wel rapporteeren dat het hun althans
te Antwerpen is meegevallen. Wie zich
weet te schikken in den nieuwen toestand,
en te zwijgen wanneer hij beleedigd wordt,
zal, naar wij durven voorspellen, dien
toestand wel te boven komen. Een voer
man die een dezer dagen een reiziger
uit Zeeland door een deel van België
reed, kreeg een uitbrander van een
Duitsch soldaat, omdat hij dezen met zijn
vehikel een weinig te na kwam. De voer
man bewaarde daarbij; zijn bescheidene
opgeruimdheid, en toen de soldaat uit
het zicht was, zei de eenvoudige man
uit het volk tot den reiziger: Och men-
heerke, ge mot maar veel g'n aovend
zeggen.
G'n aovend zeggen! Dat is hard voor
onze fiere Belgen, voor deze vrije Vlamin
gen met hunne leus van „niemands
knecht". En toch is 't de beste weg.
Moge het arme België spoedig worden
opgericht uit zijn droeve vertreding. Moge
het in de diepte zijne) vernedering roepen
leeren tot den Heere, die nog als in vorige
eeuwen de Almachtige is om hetgeen voor
België ten kwade gedacht was, ten goede
te doen keeren. Moge de Hollandsche
broeder de gelegenheid aangrijpen om den
Belg te winnen; wij; zeggen niet voor
eenige kerk of eenig geloof, maar voor
dat goede inzicht, hetwelk onze Heidel-
bergsche Catechismus aldus vertolkt,
„dat regen en droogte, vruchtbare en on
vruchtbare jaren, spijs en drank, gezond
heid en krankheid, rijkdom en armoede
en alle dingen niet bij geval maar
van zijn vaderlijke hand (hun) toekomen"
en (hen) geen schepsel van Zijne liefde
scheiden zal, aangezien alle schepselen
alzoo in Zijne hand zijn, dat zij tegen
Zijnen wil zich noch roeren, noch bewe
gen kunnen".
Want wij behoeven niet te preekOn,
een Belg laat zich troujwens niet bepretet
ken, luchthart en treurniet als hij in
den grond, ook nu zelfs nog ismaar
wij hebben hem wel te wijlzen op het
geen Gods Woord van hem verwacht en
waarmee het heim vertroost. Zalig is hiji,
die ook hierin zijtn. roeping verstaat!
Twee zwarte figuren Moor 't korenland
gaan,
De hand aan .den teugel, en glans in het
oog
Dat tspiedt als een valk En allerzijds, hoog
De sluimrende heuvels als wachters staan.
Een spreekt, en 't klinkt als een droom in
den nacht:
„Kameraad, 'k ruik het rijpende koorn Op
het land
En ergens ruischt water, aan welken
kant
Ik weetniet.'k denk.ik had zoo
gedacht.
„Ik hoor 't ook.als 't rad in de molen
beek.
En kijk 's, zijn 't dezelfde sterren ook niet
Hier aan den hemel.'t is of je ze ziet.
Thuis en toch niet dezelfde streek.
Zwijgen en wind. Waaiende halmen wijd
Over de paardenek strijkt liefkoozend een
hand.
Als ware 't hun eigen, zoo groeten de
ruiters het land,
En wachten den vijand bereid.ja
bereid.
(Nederlander) (Naar het Duitsch)
Beknoptfoverzicht van den toestand.
Van het Westelijk oorlogsterrein is de
strijd laan de Kanaalkust op 't oogenblik
de belangrijkste. In de buurt van Nieuw-
poort, Rousselaere en Dixmuiden is de
laatste dagen gestreden met een hardnek
kigheid, die geen oogenblik is verminderd.
Van de Duitsche troepen zijn daar de
hoogste prestaties geëischt.
Tegenover de algemeene verzekering in
het laatste Duitsche communiqué gegeven,
dat "alle aanvallen van den vijand ten
Westen en Noord-Westen van Rijssel wer
den afgeslagen", staan verschillende bij
zonderheden in het Fransche communi
qué gemeld omtrent successen door de
verbonden troepen behaald.
Tusschen Nieuwpoort en Dixmuiden,
waar de Belgische troepen, die zich bij
de verbondenen aangesloten hebben, opge
steld zijn, doen de Duitschers blijkbaar
krachtige pogingen om door te breken
en daarmede niet alleen voortgang te ma
ken langs het strand en het voor hen
strategisch zoo belangrijke terrein tegen
over de Engelsche kust, maar ook den
linkervleugel van de verbonden troepen
te bedreigen.
Tot dusver houden de Belgische troepen,
gesteund waarschijnlijk door Engelsche of
Fransche troepen, krachtig blijkbaar tegen
over die aanvallen stand. En zelfs moeten
zij een vordering gemaakt hebben door
Roulers (Rousselaere) te bezetten. De
correspondent van de „Morning Post"
weet ook nog te vertellen, dat de verbon
denen er zelfs in geslaagd zouden zijn
Ostende opnieuw te bezetten. Men heeft
dit bericht echter te aanvaarden met al
het voorbehoud, dat de sensationeele
berichten der Engelsche bladen in den
laatsten tijd verdienen.
De berichten, die de ochtendbladen ge
ven, openen geen nieuwe gezichtspunten.
Het Belgische leger houdt stand langs
de User, terwijl andere ontmoetingen heb
ben plaats gehad in den omtrek van
IJperen.
In de omstreken van Rijssel zijn de
Duitschers de baas en werken zij in de
richting van Armentières, Fournes en La
Bassé.
En terwijl hier in het Noorden, te oor-
deelen naar de felheid der gevechten i
het beslissend moment schijnt ie naderen,
waarop óf het front der Bondgenooten
óf dat der Duitschers verbroken zal wor
den, en de strijd een nieuwe phase zal
intreden, worden wij er aan herinnerd,
dat ver in het Zuiden, bij Basel óók nog
altijd gevochten wordt, en dat het de
Bondgenooten gelukt is het stadje Thann
(ten N.W. van Mühlhaussen) nog steeds
te behouden.
Ten Westen van Colmar staan de voor
posten der geallieerden op' de linie Bon-
hommeBarresSulzern.
Aan de Maas wordt ook nog hard ge
vochten. Men mag aannemen, dat de par
tijen over de geheele linie in volle ac
tie zijn.
Een beslissing kan niet lang meer uit
blijven.
De Belgische regeering in Frankrijk.
Uit Havre wordt aan de „N. R. Cxt."
geseind: Met het vNederlandsohe stoom
schip „Ary Scheffer" ben ik vandaag (19
Oct.) te Havre pangekomen en hen dade
lijk naar het z.g. Nice havrais gegaan,
bij Havre, waar de Belgische regeering
geïnstalleerd is. De Fransche regeering
heeft exterritorialiteit verleend aan de ho
tels en de villa's, waar de leden der
Belgische regeering en het diplomatieke
corps bij het Belgische hof, intrek geno
men hebben. Vandaar verzonden stukken
en brieven worden met Belgische post-
zegiels gefrankeerd. De Broqueville, de
minister-president, is niet hier. Hij' houdt
zich in de nabijheid der Belgische troepen
op, evenals de Belgische Koning en de
Koningin. Carton de Wiart, onder-voorzit
ter van den ministerraad, vervangt de
Broqueville; hij was zoo yriendelijk mijl
te ontvangen. Over zijn belangwekkende
mededeelingen zal ik u uitvoerig schrij
ven; telegrafisch wil ik u alleen het vol
gende mededeelen: Minister Carton de
Wiart zeide, dat de Belgische regeering
ten zeerste getroffen is door de ontvangst
van den grooten stroom Belgische vluchte
lingen in Nederland. In België, aldus de
minister, weet men trouwens beter dan
wie ook, welke zware plichten de on
zijdigheid meebrengt. De regeering geeft
zich dan ook ten volle rekenschap: van
de delicate en moeilijke positie, waarin
Nederland zich bevindt. Onjuiste berich
ten, merkte minister Carton de Wiart ver
der op, hebben in den aanvang van den
oorlog bij s ommige Belgen een zeker mis
verstand doen ontstaan. Bij de regeering
is echter van eenig misverstand nooit
sprake geweest. Wij weten dat onze Hol
landsche vrienden zich altijd gedragen
hebben zooals zij moesten.
Bij St. Mihiel.
De oorrespondent van de Daily Mail
seinde Zaterdag uit Parijs, dat de Duit
schers te St. Mihiel weer over de Maas
zijn gedreven. Zij hadden, zoo zegt hij, een
brug over de rivier geslagen en troepen
aan den westelijken oever gelegd om die
brug' te besehermen, 's Nachts ging een
Fransche batterij' berggeschut erop uit
langs paden, die ^lleen aan boschwachters
bekend waren onder dekking van een ba
taljon territoriale troepen. Zij begaven, zich
langs berghellingen naar een stelling1, die
de Maas heheerschte. De Franschen troffen
de Duitsche voorposten op 3 K.M. van
de brag aan. Dadelijk gingen de Franschen
tot den aanval over. Terwijl de bergstok
ken aan de linkerzijde van de tairitorialen
opgesteld werden, overvielen de territo-
rialen het slapende kamp. Die, verblindende
stalen van de Fransche zoeklichten speel
den op de brug.
De Duitschers geraakten in verwarring,
daar zij' niet wisten, hoe glroofc de aan
vallende macht was. In de duisternis wer
den velen met de bajonet doorstoken en
bij tientallen sprongen zij in de rivier om
te ontkomfen.
Onderwijl hadden de bergkanonnen de
brug onder vuur genomen en die geheel
vernietigd. Daar de territoria,len nieit
sterk genoeg waren, om zich in hun stel
ling te handhaven, slopen zij1 met hun ka
nonnen in de duistenis Van den nacht; weer
lang's de ibosohpaden terug. i
(N. R. Crt.).
Bombardement van Atrecht.
Een correspondent van de „Daily Te
legraph" seint bijzonderheden over het
bombardement van, Atrecht door de Duit
schers op( 6 October. Dagenlang was het
geluid van den veldslag naderbij! geko
men; maar de bevolking bleef volkomen
kalm. Op den 3den Oct. vielen reedsi
granaten, maar de eigenlijke beschieting
kwam pas den 6den.
Den 5den was het ia Atrecht nog be
trekkelijk kalm. Wél werd buiten de stadl
gevochten; en telkens kwamen auto's met!
gewonden binnenrijden. Den volgenden
ochtend sprongen de eerste granaten ho
ven het spoorwegstation. Spoedigdaarop
hadden de Duitschers zich ingeschoten
en regende het granaten op het stadhui^
en de daaromheen gelegen pleinen, in
het hart van de stad. De inwoners zoch
ten een schuilplaats in de kelders, waar
heen ook de gekwetsten gebracht wer
den. Maar de Duitsche granaten spaarden
de hospitalen niet. Een afschuwelijk on
geluk viel in het St. Jans-gasthuis. Eenj
vloer bezweek daar onder het gewicht
van de inslaande granaten; en een non]
en verscheiden gekwetste soldaten wer
den onder het puin bedolven. Zij kon
den niet uit hun benarde positie worden
verlost vóór den avond, toen het bom
bardement werd gestaakt.
Den volgenden dag 7 October dus
werd de beschieting met hernieuwde
kracht voortgezet; en de Duitschers maak
ten thans gebruik van brandverwek-
kende projectielen en tegen den avond
brandde Atrecht als een fakkel. Gedu
rende den nacht van Woensdag op Don
derdag ontvluchtten de meeste inwoners
de stad in de richting St. Pol.
Den volgenden dag kwamen de Fran
schen de stad binnen; en ofschoon in de
buitenwijken en tot vlak voor de poorten
van Atrecht verscheiden verwoede bajo
net-gevechten moesten worden geleverd1,
werden de Duitschers steeds teruggedre
ven. De oude klokketoren op het stadhuis!
van Atrecht staat nog, ofschoon van de
rest Van bet gebouw enkel nog de vier
muren overeind z'ijin; het dak en het
inwendige zijn totaal vernield door de
vlammen. Alle stralen en pleinen in dit
gedeelte van de stad zijn totaal verwoest;
de kathedraal heeft zwaar geleden.
Przemy8l.
De oorlogscorrespondent van het „Neu©
Wiener Tagblatt" meldt over de inslui
ting van Przemysl o.a.Ren 27©n Sep
tember was de stad volkomen ingesloten.
Den 2en October bracht een Russisch
parlementair den bekenden brief van den!
Russischen generaal Dimitrief over, waar
op luitenant veldmaarschalk Kusmanek
antwoordde: „ik acht het onwaardig om
een zoo smadelijk voorstel te beantwoor
den." Den volgenden dag begon de be
schieting. Een granaat trof een particu
lier huis, waarin gewonden en zieken
werden verpleegd.
Het bombardement werd den 7en Oc
tober zwakker. t
Tijdens het beleg was de stad zeer
goed geapproviandeerd. - 1
Dein vorigen Zondag heeft de bevolking
een godsdienstoefening gehouden om te
danken voor het ontzet. i
De Russen hebben voor Przemysl 40000
man verloren. De verliezen aan Oosten-
rijfcsch-Hongaarsche zijde bedragen sléchts
500 man.
Vele Russen hebben zich gevangen ge
geven.
Hier is uit alle richtingen geschutvuur
hoorbaar. De gevechten duren voort,
vooral bij het oostelijk van de stad ge-
ge, waarin tijdens het beleg in den nacht
legen fort Siedlicka. Dit fort was 't eeni-
van den 8sten October een kleine Rus
sische afdeeling bij een overval is binnen
gedrongen. Daarna ontwikkelde zich een
woest gevecht dat drie uur duurdej de
bezetting doodde het grootste deel' der
aanvallers en de overigen -gaven ziclx
over.
Gisteren heb ik het noordelijk van de
stad gelegen buitenfort bezichtigd, dafl
van 5 tot 8 Oct. met tusschenpoozen is
beschoten. De Russen waren reeds tot
op 700 pas doorgedrongen toen zijl terug
gedreven werden. De belegeraars van dit
fort hadden 5000 dooden, terwijl de be
zetting maar een doode en vijif gewon
den kreeg. Van dit fort uit heb ik ge
zien hoe een ten noorden van Radymno
op Przemysl aanrukkende Oost.-Hong. ko-
lonne door de Russisch© artillerie, die
aan de overzijde van de San was opge
steld, overvallen werd. Onze troepen na
men onmiddellijk een gevechtspositie in,
waarop een levendig artilleriegeveoht bei-
gon. Als reserve beschikten onze troepen
over houwitsers van 18 c.M. die bij den!
Vermelden overval van' de Russen op
het fort Siedlicka waren buit gemaakt
en nu met leen inderhaast gebouwd spoor
tje Werden aangebracht. Daarmede werden
de Russische troepen uit hun dekking
geschoten en bijlna geheel vernietigd..
Onze mortieren hebben vooral' goed wetrki
gedaan.