ÏG
LAND
Maandag 19 October 1914
39e Jaargang
tin voor 7 jaren
De Groote Oorlog.
•q.
(OOP
No. 16
P. DAVIDSE,
(2 g. 213 r.)
koop:
iim met TUIN
^en VAARS,
jonie Vaars,
oht gevraagd,
Werkman
ide Knecht
uishoudster
riende IVIeid
De Zeeuw" in Militair
Tehuis en Kamp.
ge-
eren assen, w.^o.
een Driewielskar,
Ibury,
VAN DE SWALÜW,
te Heinkenszapd.
menschenlevens ver-
t niet totdat er long-
WORTELBOER van
spijsvertering, gebrek
jrt het dan eens met
ze niet echt.
g b(j Joh. de Roos,
iazar", Gortstraatte
Firma Van Meerbeek,
utte Terneuzen bij
Broeke; te Seroos-
en Vogelte Nieuw-
Aagtekerke bij Mal-
Looff; te Wissekerke
ekte 's Heerenhoek
Weststrate; te Hans-
3; te Schoondijke bij
iaamslag bij Wisse en
Peijl en Cramer; te
amme bij J. Dronkers;
idigheden werkloos,
;kende zich minzaam
>elen in iedere
houtimitatie,
ïhilderijen en Beelden.
Brigdamme B 12a.
kschen weg te Melis-
der veiling d.d. 14
vingsbiljetten worden
1914 ingewacht ten
is STRUVE te Middel
gebouwde
en waterleiding en
e aan den Tramsingel,
imeente Koudekerke.
SN Jz., te Middelburg
een GEIT, 4e dracht,
ij C. KASSE, Zanddijk
rmist
g of terugbezorging
A. WIELEMAKER
Mei
E, St. Laurens,
in Gelderland wordt
kan melken. Loon
woniug en tuin flO
en oin nadere inlich-
egen bij M. A. DE
bij Goes.
November een
DE VISSER, Bosch-
November
;eftijd gevraagd, bij
apelle bij Goes.
Mei
'OELJES te koop,
te Meliskerke.
Mei
nkornende Knecht
de Meid gevraagd,
Arendsrust, Seroos-
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN >E VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post.
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
si
S. D. Cz. te Goes bestelde nog een
abonnement op ons blad, ten behoeve
van onze soldaten aan de grens.
Hartelijk dank
Beknopt overzicht van der, toestand.
De toestand is onveranderd.
De officieel© berichten we hebben
alleen Fransche communiqué's te onzer
beschikking weiten niet veel meer te
melden, dan dat in België de Duitsche
troepen, die West-Vlaanderen bezetten niet
voorbij de lijn OstendeTbourontRous-
selaireMenin gekomen zijn, en dat.-.
hun hoofdmacht tegenover den Franschen
linkervleugel Istaat.
Dit is natuurlijk duidelijk.
Verder zou dan op den rechteroever
van de ,Lys Fleurbaix door de bondge-
nooten bezet zijn, terwijl zij' de omstreken
van Armenüères. beheerschen.
In de buurt van Atrecht en in die
van St. Mihiel hebben, zij mogelijk nog
eenig terrein gewonnen.
Niet alleen de operaties op het Weste
lijk oorlogsterrein, maar ook die in het
Oosten zijn van het grootste belang.
Het ligt voor de hand, dat de belang
stelling voor het krijgstooneel in België
en Frankrijk grooter is dan Voor wat zich
op de Russisch-üuitsche grens afspeelt.
Toch zal de slag, die thans op' het front
tusschen Warschau en de Djnester (een
front van 350 K.M.) aan den gang is,
een der reusachtigste worstelingen zijn,
waarvan de wereldgeschiedenis zal heb
ben te gewagen. Het heet dat de Duit-
schers en Oostenrijkers 500,000 man heb
ben tusschen Warschau en IwanogTad,
700,000 man tusschen Iwanograd en de
San en 450,000 man tusschen de San
en de Djnester. Men weet niet hoeveel
man de Russen daartegenover stelten
maar in Petersburg wordt het getal
2,500,000 genoemd.
Volgens den correspondent van de
„Daily Chronicle" te St. Petersburg ver
luidt daar in welingelichte kringen d^t
de Russen in Zuid-Polen een overwinning
hebben behaald en dat de Duitsohe en
Oostenrijksche legers in tweeën gesneden
zijn en vluchten in de richting van Kielce.
Van de Duitschers zouden 10,000 man
krijgsgevangen gemaakt en 42 kanonnen
veroverd zijn.
Als het waar is, zou 'twel zonderling
zijn dat de officieel© Russische berichten
van deze overwinning niet gewagen.
Uit Parijs meldt men slechts, dat er
in den stand van zaken op het fronlt
in Oost-Pruisen geen verandering is ge
komen.
Aan den middenloop van den Weichsel
en in Galicië zijn de Duitsch-Oostenrijk-
sche legermachten over het geheele front
gedwongen tot verdedigend optreden.
Ten zuiden Van Przemysl duurt de strijd
voort. De Russen hebben 500 man ge
vangen genomen.
Uit Ween en meldt het hoofdkwartier:
„Zoowel de op de lijn Stary Sambor—
Medyka en aan de San begonnen veldslag
als onze krijgsverrichtingen tegen de Rus
sische stellingen aan de Djnester hebben
een voor onze wapenen gunistigen loop.
Ten noorden van Wyrzkow zijn de Rus
sen nogmaals aangevallen en teruggesla
gen.
Bij Synowucko zijn onze troepen over
de rivier Stryj (zijrivier van de Djnester)
getrokken, hebben de heuvels ten noorden
van die plaats bezet en zijn bezig met
de vervolging van- den vijand.
Ook hebben wij de heuvels ten noor
den van Podbuz (ten Z.O. van Stary
Sembor) na hardnekkige gevechten bezet.
Ten noorden van de rivier Strwiaz
maakt ons offensief optreden vorderingen.
Ten noorden van Przemysl hebben wij
reeds vasten voet gekregen op den ooste
lijken oever van de San.
Het aantal van onze krijgsgevangenen
laat zich nog niet overzien.1 Volgens de
tot dusver ontvangen rapporten zijn het
meer dan vijftienduizend."
Uit Maramaros Sziget (in Hongarije)
komt bericht, dat de uit het komitaat
Maramaros verdreven Russische troepen,
die stellingen hadden ingenomen bij Raho,
gisteren door de Oostenrijksche troepen
zijn verslagen. Zij hebben de vlucht ge
nomen in de richting van Koeroesmezoe
en worden door de Oostenrijksch-Hongaar-
sche troepen achtervolgd. Deze vluchtende
vijandelijke afdeeling, waarvan de sterkte
op ongeveer vierduizend man is vermin
derd, is de laatste afdeeling die zich
nog op Hongaarsch gebied bevindt. In
de bosschen kunnen ten hoogste nog wat
verspreide overblijfselen van de troepen,
waarmee de Russen den inval in Hon
garije ondernomen hadden, over zijn. Waar
deze echter op Oostenrijksch-Hongaarsche
patrouilles stooten geven zij: zich over
zonder tegenstand te bieden.
Beschadigd» huizen in Antwerpen.
•Schade, aangericht te Antwerpen, (aan
sluitende aan de opgave van Zaterdag:
Dageraadsplaatsde pastorie gedeelte
lijk vernield en van de overige huizen vele
ruiten gesprongen; Groote Hondstraat: het
hospitaal door verscheiden granaten ge
troffen. Alle gewonden konden nog tijdig
worden verwijderd; Egmondstraat: huis
No. 50 vernield; Scheldestraathuizen
Nos. 24—6 verbrand; TerloostraatNos.
8082 uitgebrand; Godstraat: Nos. 17,
8082 uitgebrand; Godstraat: Nos. 17,
20 en 21 vernield; FonteinstraatNos.
20, 465456 zwaar beschadigd (twee
vrouwen, vonden hier den dood); Engel-
sche Lei: No. 15 gedeeltelijk vernield;
Turnhoutsche Baan No. 39; Lombarde
straat een magazijn verbrand; Driehoek
straat: 2 peraeelen verbrand; Lombarde-
vest: o.a. het huis, waarin David Teniers
heeft gewoond, gedeeltelijk vernield. Hett
jaartal 16101690 is boven de deur nog
te lezen; Te Dieurne in de Ankerstraat
'15 huizen gedeelteijk Vernield, in Giet-
schotel (Deurne Zuid) 5 huizen verbrand.
Op het Gemeenteplein is een bom ge
barsten, waardoor een gat in den bodem
is geslagen en de waterleiding sprong.
Vele ruiten werden vernield.
„N. R. Ct."
De eerst» Hotlendsche boot
in Duitsch Antwerpen.
Vrijdagmorgen vertrok de salonboot
„Administrateur de Bats" der Neder-
landsch Belgische pleiziervaartmaatschap-
pij1 met een aantal vluchtelingen van Vlis-
singen naar Antwerpen, welke vluchtelin
gen trachtten hunne woonplaats weder
te bereiken. Men kon het den anders zoo
levenslustige Belgen aanzien, dat .zij
slechts noode den gastvrijen bodem ver
lieten,'doch het verlangen naar wat ach
ter gelaten was, was te sterk. Alles ging
prachtig tot de boot bij! de forten Phi
lippe en St. Mary, waarvan de Duitsche
vlag wapperde kwam, alwaar de schild
wachten toerieplen te stoppen en aan te
leggen. De directeur en de kapitein gingen]
met den commandant van het fort spre
ken of het mogelijk was de reis dadelijk tel
vervolgen. De boot bleef op stroom lig
gen en ondertusschen werden de beide
heeren na eerst een onderhoud met de
wacht te hebben gehad, naar het fort
Philippine gebracht en nu ging er een stem
uit allermond opOch, as die manne
maar nie gehouen worden zulle, anders
worden wie ook allemaal gehouen." Hier
op volgde pen tijd van spanning, totdat
van het fort St. Mary een sleepboot
aankwam met een officier, matrozen en
eenige burgers aan boord, de officier
stapte over en vroeg, waar de boot naar
toe moest en wat voor menschen er aan
boord waren. Het doel werd medegedeeld
en op een tweede vraag ook dat er
geen militairen aan boord waren. De
vergunning werd gegpven en geleide toe-
gezegd. Een uur later kwam bericht dat
het verboden was, schepen door te laten,
die niet onder Dpitscbe vlag voeren, en
nog later dat er telephonisch uit Antwer
pen bericht gekomen was, dat de boot kon
opvaren. Het invallen der duisternis maak
te, dat mén dien avond niet meer door
kon varen en daar het voedsel daar niet
toereikend voor was, werd aan den Duit-
schen officier beleefd om voedsel gevraagd
en dit werd gegeven jn den vorm van
een grooten trommel scheepsbeschuit. Die
kapitein keerde te half elf met ©en sleep
boot terug en bracht ook de tijding mede,
dat er bij! het aanbreken van den dag
kon worden opgestoomd. Door tusschen-
kotnst van den heer ,L. Frank, waarne
mend burgemeester en voorzitter der In
tercommunale commissie was de kapi
tein met den directeur spoedig bij den.
Gouverneur toegelaten die hen zeer hof
felijk ontving en hen behalve een bewijs
voor de doorvaart ook een vrijgeleide per
automobiel naar het fort Philippine gaf.
Er was echter geen auto beschikbaar en
daarom werden de hieeren per sleepboot
teruggebracht. Onze zegsman die ook
mede is geweest en weder mede terug
keerde, heeft de aangerichte schade be
keken en deze viel hem zeer mede. Het
militair vertoon was zeer groot en enkel©
aanwezige doodskophuzaren toonden aan,
dat dit korps nog niet geheel is gedood.
Naar de meening van dien zegsman kun
nen de burgers gerust terugkeeren, zijl,
die al teruggekeerd zijn, gaven te kennen,
dat zij van niemand eenigen last onder
vinden.
De stad der gesloten luiken.
Een correspondent van het Hbld. zag
in Antwerpen het volgende:
In welke straat men ook keek, zag men
slechts de dichte luiken, welke aan de
Scheldestad nu zulk een doodschen aan
blik geven. Heele straten zijn ontvolkt,
en vreemd doet het dan aan een enkelen
man te zien, die in den deurpost staat
en kijkt naar de weinige menschen, die
schuw langs de huizen schuiven. De stra
ten zijn geheel verlaten, men kan er door
heen schieten. Overal heerscht diepe stilte.
Slechts nu en dan hoort men den zwanen
stap van een patrouille Duitsche marine-
infanterie, of het getoeter van de Duit
sche auto's 's nachts of Roode Kruis-
auto's. Veel drukker dan in de meeste
wijken is het daarentegen op de groote
Marktplaats, op de Meir, Groenplaats en
Keyserlei. In de raadzaal zit de Platzma-
jor, Oberleutnant Krüger van de marine.
Hij is voortdurend bezig met het afgeven
van „Rassierscheine", die in zulk een
grooten getale aangevraagd worden, dat
er voor de Kommandantur geregeld een
file staat. Op de mooie, houten banken
zitten nog enkele andere officieren, achter
de schrijfmachines zijn matrozen gezeten.
Wij vertelden aan een der marine-offi
cieren van den grooten angst, die er on
der de vluchtelingen is, om terug te kee-
ren. Hij vond dat blödsinnig. „Wij behan
delen alle inwoners goed, onze soldaten
hebben de vluchtelingen, die terugkeeren,
geholpen aan brood. Er is ook geen kans,
dat hier gebrek aan levensmiddelen komt,
want er is overvloed van alles. De oogst
kan binnengehaald worden, er is vee in
overvloed. Nu zijn de akkers verlaten;
wij vonden koeien, die in een stal waren
opgesloten en zouden verhongeren".
En deze uitspraak vonden wij later be
vestigd. Over de behandeling der Duit
schers vernamen wij, van allerlei men
schen, die in de stad gebleven waren
niets dan goed. Een bekend geneesheer
zeide ons, dat de Duitschers heel be
leefd waren en niemand moeilijkheden
in den weg legden. Een dokwerker ver
telde ons, dat hij geregeld enkele vluchte
lingen met zijn wagen, van onze grenzen
terugbracht, en hij: trachtte dan zooveel
mogelijk ieder ervan te overtuigen, dat de
„Dutsen niemand pabten". Maar velen
schudden dan het hoofd. Ja, die vrees
voor de Duitsdhers is wel geweldig onder
de Belgische bevolking. Maar een opmer
kelijk contrast met die vrees vormden
tocjh enkele gebleven Antwerpenaren, die
hëel goedmoedig met de gebruinde matro
zen van de artillerie-division keuvelden.
Vier Duitsche torpedojagers in den grond
geboord.
Officiëel wordt bekend gemaakt, dat een
Éngelsche kleine kruiser met vier torpedo-
bootvemielers Zaterdagtmiddag in het ge
zicht der Nederlandsche kust vier Duit
sche torpedobootvernielers heeft aange
troffen en in den grond geboord.
Uit een nadere mededeeling van de
Éngelsche admiraliteit blijkt, dat de lichte
kruiser Undaunted, vergezeld door de tor
pedojagers Lance, Lennox, Legion en
Loyal den geslaagden aanval op de Duit
sche torpedojagers hebben gedaan.
Het Nieuws van den Dag verneemt uit
IJnïuiden
De bemanning van de Eemstroom deelt
mede, dat zij in den slag 1 Duitsche torpe
doboot zag zinken, twee stonden in brand,
1 vluchtte.
Zoo juist, te middernacht, zijn hier twee
stoomtreilers binnengekomen, de Nelly
Gesina en de Catharina. De opvarenden,
nog vol van het gebeurde, doen mij een
levendig verhaal.
Hedenmiddag half 4 lagen zij stil te
visschen, de wacht aan dek, de overigen
beneden. Plotseling waren zij: midden in
een zwaar gevecht. Er werd hevig gescho
ten. Alle kwamen aan dek en zagen zich
omringd door een aantal oorlogsschepen,
blijkbaar Éngelsche en Duitsche. Zij tel
den er stellig 15.
De granaten vlogen in iedere richting,
zoodat zij in groote angst verkeerden,
met wetende waarheen te koersen. Het ge
vaar was niet denkbeeldig, want op de
Nelly Gesina werd de lijn van een der
vischballen stuk geschoten.
De afstand was zoo gering, dat men op
sommige schepen torpedovernielers
blijkbaar, want het waren vierpijpers
de matrozen aan de stukken kon zien
staan.
Een kleinere boot stoof met groote snel
heid vlak langs de Nelly Gesina heen
en aan alle kanten werden de beide trei
ters omzwermd door vreemde schepen.
Daar men begrijpelijk op lijfsbehoud was
bedacht, werd het verloop van het gevecht
niet geheel gevolgd, maar toen de treiters
op de vlucht gingen, zag de bemanning
toch duidelijk twee oorlogsvaartuigen in
brand staan en een ander zinken. Ook
zag men duidelijk velschillende onder
zeeërs opduiken.
Op verschillende plaatsen werden groote
waterzuilen opgespoten. Een granaat viel
zoo dicht biji de Catharina dat het water
haar boord overs patte.
De opvarenden hadden in grooten angst
gezeten en zij waren gelukkig toen zij
eindelijk uit het gedrang en buiten het
bereik van de kogels waren.
Uit een soldatenbrief.
Een tot luitenant bevorderde soldaat
in het Fransche leger schrijft over dit
vooTi hem zoo gewichtige feit aan zijne
oudelrs. Het slot van zijn brief luidt:
Ge hebt geen idee van het geluk, dat
me zooeveu te beurt is gevallen? Sinds
een uur kan ik n.m. mijn neus snuiten
in een schoonen witten zakdoek, wat me
in veertien dagen niet is overkomen. Ik
denk me nu vandaag eens te laten sche
ren en mijn haren te laten knippen, die
sinds 30 Augustus geen schaar gezien
hebben.
Het teven te velde is waarlijk nog zoo
kwaad niet voor ons. Alleen de ellende
Ik wil u niet plagen met te vertellen
van de ontzettende dingen, die we eiken
dag onder onze oogen krijgen, of de ver
woesting van dit overweldigde land, dat
wij echter spoedig hopen achter ons te
laten.
Het is onze plicht, al is die moeilijk!
te vervullenmaaT met zulke geharde
Fransche harten is de eindzegepraal zekér.
De Uhlanen in Noord-Frankrijk.
Een oorlogscorrespondent bericht aan
de „Daily Chronicle":
's Nachts wachtten we met nog eenige
andere burgerpersonen op een station eïj-
■gens in Noord-Frankrijk. Daaronder be
vond zich ook Jules Tardieu, de corres
pondent van de „Echo de Paris", zoomede
Belgische spoorwegbeambten. We wacht
ten op den trein. Tardieu wilde naar
Parijs, om te berichten over de vernieling
van het Raadhuis te Atrecht. We praatten
met elkaar, rookten de eene sigaret na
de andere en hoorden toen plotseling uhla
nen op het stationsemplacement galopipee-
ren. Zij verlangden, dat de beambten en
civielpersonen zich zouden overgeven.
Van schrik en Verbazing liet Tardieu
zijn sigaret vallen. Een seconde later had
den twee soldaten hem te pakken. Ge
lukkigerwijze kwamen er toen Fransche
dragonders aangedraafd en in den daar
op volgenden strijd wist Tardieu te ont
snappen. Dit voorval toont eens te meer,
op hoe overbluffende manier die Duit
sohe uhlanen overal ineens komen op
duiken en weer verdwijnen. Er is. nu
een massa cavalerie van de Belgische
grenzen overgekomen. Na 'den val van
Antwerpen rukt een machtig Duitsch le
ger in Frankrijk binnen. Voorbijtrekkende
vluchtelingen vertellen, dat overal in Ar-
mentieres, Bethune en de bosschen bij
Dieppe vijandelijke ruiterpatrouilles opdui
ken. Ze rijden in kleine troepjes in alle
kalmte door de dorpjes dezer streken,
eisohen inlichtingen en voedsel van de
weinige nog hiergebleven boeren en drin
gen ver vooruit. Verre van de hoofd-
legermacht verkennen zij, de stellingen van
de Verbondenen. Deze plotseling opdui
kende uhlanen-patrouilles verontrusten
niet weinig de eenzame boerenhofsteden
nabij de spoorwegen. Hun brutaal op
treden op de meest uiteengelegen plaatsen
als Hasebrouck brengt groote ongerust
heid te weeg onder de bewoners van
ver verwijderde landstreken ten Westen
Van Rijssel en ten Zuiden van Bethune,
zoodat alle wegen zwart zijn Van vluch
telingen, voor wie het gebruik der spoor
wegen reeds onmogelijk geworden is.
Van Gent naar Ostende.
In de „N. R. Ct." lezen we:
Nog steeds trekken de troepen door
Gent, maar zooals we spoedig be
merken ;als we d© stad in de richting
van Eecloo verlaten begeeft het 'meeron
deel dezer troepen zich paar het Noor
den op de wegen van Everghem en Sas
van Gent. Andere troepen trekken langs
het kanaal naar Brugge, maar behalve
eenige kleinere transporten en een auto
met officieren zijn op onzen weg geen
Duitschers meer iu Eecloo vertelt
ons de bevolking, die angstig luisterend
aan den weg staat, dat een patroelje,
bestaande nit 30 wielrijders en eenigei
ruiters, voorbijgekomen is, maar wij zien!
geen Duitscher meer. 1
Wel wordt het gedonder van het geschut
voortdurend duidelijker, en we bemer
ken, dat er bij: Ursel hevig gevochten
wordt, en lieden, 'di© met allerlei gebaren'
van ontzetting toe komen loopen, bezwe
ren ons niet verder te gaan, daar het ge
vecht zich in de richting van den groo
ten weg EeclooBrugge verplaatst, dien'
wij willen volgen. En jawel, even voor
Adeghem klinkt bet geweergeknetter vrij!
dicht bijl, af en toe overstemd door het
gebulder van het geschut, maar behalve
een licht rookwolkje hier en daar heel
in de verte, is er niets te zien.
Als we onzen weg vervolgen, komen
drie ruiters naar den weg gehold, klaar
blijkelijk vluchtend voor ©en onzichtbaren
vijand. Ze bezetten den straatweg ©n
wachten onze auto af. De drie mannen,
kunnen ons niet vertellen, waar we hun
eigen voorposten zullen aantreffen, eiö
wij vinden deze bij De Kroon, 4 K.M.
voorbij Maldeghem. Klaarblijkelijk willetü
de Belgen hier weer ©en voorpostenge
vecht leveren.
Bij Sysseele staan verscheiden© batte
rijen, maal met paarden bespannen,
klaar om te vertrekken.
Wij bereiken Brugge, omringd door
vluchtende brokstukken van het Belgi
sch© leger. Af en toe trekt een goed-gie!-
organiséerd troepje ons voorbij, en vooral
valt ons de kranige houding van de Bel
gische wielrijders-afdeelingen op. Zelfs,
het zij tot hun eer hier geconstateerd,
ontmoeten we troepenafdeelingen, die nog
op weg zijn naar het front, en die deni
Duitschers den weg zooveel mogelijk wil
len versperren. In Brugge is men, bij
onze aankomst in het schemerdonker,
juist bezig de weinige lantaarns pp te
steken, die, ibij de .Vrees voor bommen;
uit vliegtuigen en Zeppelins, hier nog
mogen branden.
Ofschoon we nog naar Ostende willen
vanavond, aarzelen we ©enigszins om in
het donker een weg te rijden, waar miS-
schien gevochten zou kunnen worden, en
we begeven ons dus eerst naar den gene-
ralen staf om te hoören of het veilig
is. „Aueun danger" heet het daar, en we
blieven ons dus op weg in den regen!,
die het trieste uitzien van de stad nog
triester maakt. Bij de poorten zijn versper
ringen aangebracht en drie heereUi, die
naar Blankenberghe willen, trachten ons
aan het verstand te brengen, dat de weg
naar Ostende, via Blankenberghe, eigen]-
lijk de kortste is, maar wij slaan links
af en missen daardoor juist den goeden!
weg, die via Meetkerke voert en slaan,
een slechten weg' langs het kanaal in,
dat Brugge met Ostende verbindt. Na eeni
ge kilometers bemerken we onze fout".
De weg wordt voortdurend slechter, de re
gen heviger en de kans om van den smal
len dijk in het kanaal te slippen groo
ter. Daarbij wordt het pikkedonker, en
onzé pogingen om tde lampen aan te stekten!
falen jammerlijk. Een zwakke lichtschijn,
slechts uit een der lantaarns stelt ons
in staat langizaam den dijk langs te glib
beren, waarop nu tevens half uit den!
weg geruimde versperringen het verkeejrj
in het donker direcit levensgevaarlijk ma
ken. In teens hooren we boven het gegons
van den motor uit vreeselijk© kreten, en
als we voorzichtig stoppen om de oorzaak'
van het geschreew vast te stellen, verne
men we het commando „Arrêtez!" uit vtelje
schorre kelen.
We trachten hen van onze vreedzame
bedoelingen te overtuigen, maar ze verlan
gen, dat een onzer, geheel alleen Voor
waarts kome, en ik begeef mij1 dus in den
steeds vallenden regen en de duisternis
buiten het hereik van het schijnsel on
zer zwakke lamp. Daar, ik schrik eirvan,
bemerk ik een heele rij soldaten dwars
over den hier eenigszins breeden weg, die
allen met de geweren op ons gericht staan.
Een officier treedt naar Voren in dp groot
ste opwinding en vraagt naar mijne pa
pieren. Alles blijkt in orde te zijn, en de
nu zeer beminnelijke officier gteeft ons zijn
leedwezen te kennen over den ons aange-
jaagden schrik, waarop het ons gelukt
onze lantaarns tot branden te brengen, en
we den dijk verder af sukkelen. Gelukkig
bereiken we de brug' bij1 Stalhille, waar
zich hetzelfde, ofschoon op kleinere scthaal
herhaalt, daar we nu voortdurend toete
ren, en de Belgen van een nachtelijken
Vijand, die zijn komjst met getoeter aan
kondigt, meenen niet véél te vreezen te
hebben. Hier begint een straatweg, die ons
spoedig' op den grooten weg naar Ostende
voert, waarvan we bij' Vijfweg© nog' 10
K.M. Verwijderd zijn. Reeds is het groot
ste deel van wat er nog van het Bel
gische leger overgebleven is, van Ostfj-
ende naar het Noorden Van Frankrijk af
getrokken. De gewonden en de voetganJ-
gers zijn bijna alten met schepen vtelD-
Voerd. Koning Albert, die hier in het
hotel Majestic intrek genomen had, is
met al zijn ministers juist Vanochtend naari
Havre vertrokken.
Korte Oorlogsberichten.
Naar de „Times" meldt is de wijn
handelaar Frank Hedges Butler, van
Reims, waar hij het bombardement heef®
doorgemaakt, te Londen teruggekeerd. Hij
meldt, dat de champagne-oogst van het
jaar de beste in, de laatste tien jaren
is. Hij is even goed als die van 1904
en de druiven zijn in uitstekend, weeH
geplukt. Ook het oorlogsjaar 1870 wan
een goed jaar voo» den champagneoogs®.