ÏG LAND Maandag 19 October 1914 39e Jaargang tin voor 7 jaren De Groote Oorlog. •q. (OOP No. 16 P. DAVIDSE, (2 g. 213 r.) koop: iim met TUIN ^en VAARS, jonie Vaars, oht gevraagd, Werkman ide Knecht uishoudster riende IVIeid De Zeeuw" in Militair Tehuis en Kamp. ge- eren assen, w.^o. een Driewielskar, Ibury, VAN DE SWALÜW, te Heinkenszapd. menschenlevens ver- t niet totdat er long- WORTELBOER van spijsvertering, gebrek jrt het dan eens met ze niet echt. g b(j Joh. de Roos, iazar", Gortstraatte Firma Van Meerbeek, utte Terneuzen bij Broeke; te Seroos- en Vogelte Nieuw- Aagtekerke bij Mal- Looff; te Wissekerke ekte 's Heerenhoek Weststrate; te Hans- 3; te Schoondijke bij iaamslag bij Wisse en Peijl en Cramer; te amme bij J. Dronkers; idigheden werkloos, ;kende zich minzaam >elen in iedere houtimitatie, ïhilderijen en Beelden. Brigdamme B 12a. kschen weg te Melis- der veiling d.d. 14 vingsbiljetten worden 1914 ingewacht ten is STRUVE te Middel gebouwde en waterleiding en e aan den Tramsingel, imeente Koudekerke. SN Jz., te Middelburg een GEIT, 4e dracht, ij C. KASSE, Zanddijk rmist g of terugbezorging A. WIELEMAKER Mei E, St. Laurens, in Gelderland wordt kan melken. Loon woniug en tuin flO en oin nadere inlich- egen bij M. A. DE bij Goes. November een DE VISSER, Bosch- November ;eftijd gevraagd, bij apelle bij Goes. Mei 'OELJES te koop, te Meliskerke. Mei nkornende Knecht de Meid gevraagd, Arendsrust, Seroos- Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN >E VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. si S. D. Cz. te Goes bestelde nog een abonnement op ons blad, ten behoeve van onze soldaten aan de grens. Hartelijk dank Beknopt overzicht van der, toestand. De toestand is onveranderd. De officieel© berichten we hebben alleen Fransche communiqué's te onzer beschikking weiten niet veel meer te melden, dan dat in België de Duitsche troepen, die West-Vlaanderen bezetten niet voorbij de lijn OstendeTbourontRous- selaireMenin gekomen zijn, en dat.-. hun hoofdmacht tegenover den Franschen linkervleugel Istaat. Dit is natuurlijk duidelijk. Verder zou dan op den rechteroever van de ,Lys Fleurbaix door de bondge- nooten bezet zijn, terwijl zij' de omstreken van Armenüères. beheerschen. In de buurt van Atrecht en in die van St. Mihiel hebben, zij mogelijk nog eenig terrein gewonnen. Niet alleen de operaties op het Weste lijk oorlogsterrein, maar ook die in het Oosten zijn van het grootste belang. Het ligt voor de hand, dat de belang stelling voor het krijgstooneel in België en Frankrijk grooter is dan Voor wat zich op de Russisch-üuitsche grens afspeelt. Toch zal de slag, die thans op' het front tusschen Warschau en de Djnester (een front van 350 K.M.) aan den gang is, een der reusachtigste worstelingen zijn, waarvan de wereldgeschiedenis zal heb ben te gewagen. Het heet dat de Duit- schers en Oostenrijkers 500,000 man heb ben tusschen Warschau en IwanogTad, 700,000 man tusschen Iwanograd en de San en 450,000 man tusschen de San en de Djnester. Men weet niet hoeveel man de Russen daartegenover stelten maar in Petersburg wordt het getal 2,500,000 genoemd. Volgens den correspondent van de „Daily Chronicle" te St. Petersburg ver luidt daar in welingelichte kringen d^t de Russen in Zuid-Polen een overwinning hebben behaald en dat de Duitsohe en Oostenrijksche legers in tweeën gesneden zijn en vluchten in de richting van Kielce. Van de Duitschers zouden 10,000 man krijgsgevangen gemaakt en 42 kanonnen veroverd zijn. Als het waar is, zou 'twel zonderling zijn dat de officieel© Russische berichten van deze overwinning niet gewagen. Uit Parijs meldt men slechts, dat er in den stand van zaken op het fronlt in Oost-Pruisen geen verandering is ge komen. Aan den middenloop van den Weichsel en in Galicië zijn de Duitsch-Oostenrijk- sche legermachten over het geheele front gedwongen tot verdedigend optreden. Ten zuiden Van Przemysl duurt de strijd voort. De Russen hebben 500 man ge vangen genomen. Uit Ween en meldt het hoofdkwartier: „Zoowel de op de lijn Stary Sambor— Medyka en aan de San begonnen veldslag als onze krijgsverrichtingen tegen de Rus sische stellingen aan de Djnester hebben een voor onze wapenen gunistigen loop. Ten noorden van Wyrzkow zijn de Rus sen nogmaals aangevallen en teruggesla gen. Bij Synowucko zijn onze troepen over de rivier Stryj (zijrivier van de Djnester) getrokken, hebben de heuvels ten noorden van die plaats bezet en zijn bezig met de vervolging van- den vijand. Ook hebben wij de heuvels ten noor den van Podbuz (ten Z.O. van Stary Sembor) na hardnekkige gevechten bezet. Ten noorden van de rivier Strwiaz maakt ons offensief optreden vorderingen. Ten noorden van Przemysl hebben wij reeds vasten voet gekregen op den ooste lijken oever van de San. Het aantal van onze krijgsgevangenen laat zich nog niet overzien.1 Volgens de tot dusver ontvangen rapporten zijn het meer dan vijftienduizend." Uit Maramaros Sziget (in Hongarije) komt bericht, dat de uit het komitaat Maramaros verdreven Russische troepen, die stellingen hadden ingenomen bij Raho, gisteren door de Oostenrijksche troepen zijn verslagen. Zij hebben de vlucht ge nomen in de richting van Koeroesmezoe en worden door de Oostenrijksch-Hongaar- sche troepen achtervolgd. Deze vluchtende vijandelijke afdeeling, waarvan de sterkte op ongeveer vierduizend man is vermin derd, is de laatste afdeeling die zich nog op Hongaarsch gebied bevindt. In de bosschen kunnen ten hoogste nog wat verspreide overblijfselen van de troepen, waarmee de Russen den inval in Hon garije ondernomen hadden, over zijn. Waar deze echter op Oostenrijksch-Hongaarsche patrouilles stooten geven zij: zich over zonder tegenstand te bieden. Beschadigd» huizen in Antwerpen. •Schade, aangericht te Antwerpen, (aan sluitende aan de opgave van Zaterdag: Dageraadsplaatsde pastorie gedeelte lijk vernield en van de overige huizen vele ruiten gesprongen; Groote Hondstraat: het hospitaal door verscheiden granaten ge troffen. Alle gewonden konden nog tijdig worden verwijderd; Egmondstraat: huis No. 50 vernield; Scheldestraathuizen Nos. 24—6 verbrand; TerloostraatNos. 8082 uitgebrand; Godstraat: Nos. 17, 8082 uitgebrand; Godstraat: Nos. 17, 20 en 21 vernield; FonteinstraatNos. 20, 465456 zwaar beschadigd (twee vrouwen, vonden hier den dood); Engel- sche Lei: No. 15 gedeeltelijk vernield; Turnhoutsche Baan No. 39; Lombarde straat een magazijn verbrand; Driehoek straat: 2 peraeelen verbrand; Lombarde- vest: o.a. het huis, waarin David Teniers heeft gewoond, gedeeltelijk vernield. Hett jaartal 16101690 is boven de deur nog te lezen; Te Dieurne in de Ankerstraat '15 huizen gedeelteijk Vernield, in Giet- schotel (Deurne Zuid) 5 huizen verbrand. Op het Gemeenteplein is een bom ge barsten, waardoor een gat in den bodem is geslagen en de waterleiding sprong. Vele ruiten werden vernield. „N. R. Ct." De eerst» Hotlendsche boot in Duitsch Antwerpen. Vrijdagmorgen vertrok de salonboot „Administrateur de Bats" der Neder- landsch Belgische pleiziervaartmaatschap- pij1 met een aantal vluchtelingen van Vlis- singen naar Antwerpen, welke vluchtelin gen trachtten hunne woonplaats weder te bereiken. Men kon het den anders zoo levenslustige Belgen aanzien, dat .zij slechts noode den gastvrijen bodem ver lieten,'doch het verlangen naar wat ach ter gelaten was, was te sterk. Alles ging prachtig tot de boot bij! de forten Phi lippe en St. Mary, waarvan de Duitsche vlag wapperde kwam, alwaar de schild wachten toerieplen te stoppen en aan te leggen. De directeur en de kapitein gingen] met den commandant van het fort spre ken of het mogelijk was de reis dadelijk tel vervolgen. De boot bleef op stroom lig gen en ondertusschen werden de beide heeren na eerst een onderhoud met de wacht te hebben gehad, naar het fort Philippine gebracht en nu ging er een stem uit allermond opOch, as die manne maar nie gehouen worden zulle, anders worden wie ook allemaal gehouen." Hier op volgde pen tijd van spanning, totdat van het fort St. Mary een sleepboot aankwam met een officier, matrozen en eenige burgers aan boord, de officier stapte over en vroeg, waar de boot naar toe moest en wat voor menschen er aan boord waren. Het doel werd medegedeeld en op een tweede vraag ook dat er geen militairen aan boord waren. De vergunning werd gegpven en geleide toe- gezegd. Een uur later kwam bericht dat het verboden was, schepen door te laten, die niet onder Dpitscbe vlag voeren, en nog later dat er telephonisch uit Antwer pen bericht gekomen was, dat de boot kon opvaren. Het invallen der duisternis maak te, dat mén dien avond niet meer door kon varen en daar het voedsel daar niet toereikend voor was, werd aan den Duit- schen officier beleefd om voedsel gevraagd en dit werd gegeven jn den vorm van een grooten trommel scheepsbeschuit. Die kapitein keerde te half elf met ©en sleep boot terug en bracht ook de tijding mede, dat er bij! het aanbreken van den dag kon worden opgestoomd. Door tusschen- kotnst van den heer ,L. Frank, waarne mend burgemeester en voorzitter der In tercommunale commissie was de kapi tein met den directeur spoedig bij den. Gouverneur toegelaten die hen zeer hof felijk ontving en hen behalve een bewijs voor de doorvaart ook een vrijgeleide per automobiel naar het fort Philippine gaf. Er was echter geen auto beschikbaar en daarom werden de hieeren per sleepboot teruggebracht. Onze zegsman die ook mede is geweest en weder mede terug keerde, heeft de aangerichte schade be keken en deze viel hem zeer mede. Het militair vertoon was zeer groot en enkel© aanwezige doodskophuzaren toonden aan, dat dit korps nog niet geheel is gedood. Naar de meening van dien zegsman kun nen de burgers gerust terugkeeren, zijl, die al teruggekeerd zijn, gaven te kennen, dat zij van niemand eenigen last onder vinden. De stad der gesloten luiken. Een correspondent van het Hbld. zag in Antwerpen het volgende: In welke straat men ook keek, zag men slechts de dichte luiken, welke aan de Scheldestad nu zulk een doodschen aan blik geven. Heele straten zijn ontvolkt, en vreemd doet het dan aan een enkelen man te zien, die in den deurpost staat en kijkt naar de weinige menschen, die schuw langs de huizen schuiven. De stra ten zijn geheel verlaten, men kan er door heen schieten. Overal heerscht diepe stilte. Slechts nu en dan hoort men den zwanen stap van een patrouille Duitsche marine- infanterie, of het getoeter van de Duit sche auto's 's nachts of Roode Kruis- auto's. Veel drukker dan in de meeste wijken is het daarentegen op de groote Marktplaats, op de Meir, Groenplaats en Keyserlei. In de raadzaal zit de Platzma- jor, Oberleutnant Krüger van de marine. Hij is voortdurend bezig met het afgeven van „Rassierscheine", die in zulk een grooten getale aangevraagd worden, dat er voor de Kommandantur geregeld een file staat. Op de mooie, houten banken zitten nog enkele andere officieren, achter de schrijfmachines zijn matrozen gezeten. Wij vertelden aan een der marine-offi cieren van den grooten angst, die er on der de vluchtelingen is, om terug te kee- ren. Hij vond dat blödsinnig. „Wij behan delen alle inwoners goed, onze soldaten hebben de vluchtelingen, die terugkeeren, geholpen aan brood. Er is ook geen kans, dat hier gebrek aan levensmiddelen komt, want er is overvloed van alles. De oogst kan binnengehaald worden, er is vee in overvloed. Nu zijn de akkers verlaten; wij vonden koeien, die in een stal waren opgesloten en zouden verhongeren". En deze uitspraak vonden wij later be vestigd. Over de behandeling der Duit schers vernamen wij, van allerlei men schen, die in de stad gebleven waren niets dan goed. Een bekend geneesheer zeide ons, dat de Duitschers heel be leefd waren en niemand moeilijkheden in den weg legden. Een dokwerker ver telde ons, dat hij geregeld enkele vluchte lingen met zijn wagen, van onze grenzen terugbracht, en hij: trachtte dan zooveel mogelijk ieder ervan te overtuigen, dat de „Dutsen niemand pabten". Maar velen schudden dan het hoofd. Ja, die vrees voor de Duitsdhers is wel geweldig onder de Belgische bevolking. Maar een opmer kelijk contrast met die vrees vormden tocjh enkele gebleven Antwerpenaren, die hëel goedmoedig met de gebruinde matro zen van de artillerie-division keuvelden. Vier Duitsche torpedojagers in den grond geboord. Officiëel wordt bekend gemaakt, dat een Éngelsche kleine kruiser met vier torpedo- bootvemielers Zaterdagtmiddag in het ge zicht der Nederlandsche kust vier Duit sche torpedobootvernielers heeft aange troffen en in den grond geboord. Uit een nadere mededeeling van de Éngelsche admiraliteit blijkt, dat de lichte kruiser Undaunted, vergezeld door de tor pedojagers Lance, Lennox, Legion en Loyal den geslaagden aanval op de Duit sche torpedojagers hebben gedaan. Het Nieuws van den Dag verneemt uit IJnïuiden De bemanning van de Eemstroom deelt mede, dat zij in den slag 1 Duitsche torpe doboot zag zinken, twee stonden in brand, 1 vluchtte. Zoo juist, te middernacht, zijn hier twee stoomtreilers binnengekomen, de Nelly Gesina en de Catharina. De opvarenden, nog vol van het gebeurde, doen mij een levendig verhaal. Hedenmiddag half 4 lagen zij stil te visschen, de wacht aan dek, de overigen beneden. Plotseling waren zij: midden in een zwaar gevecht. Er werd hevig gescho ten. Alle kwamen aan dek en zagen zich omringd door een aantal oorlogsschepen, blijkbaar Éngelsche en Duitsche. Zij tel den er stellig 15. De granaten vlogen in iedere richting, zoodat zij in groote angst verkeerden, met wetende waarheen te koersen. Het ge vaar was niet denkbeeldig, want op de Nelly Gesina werd de lijn van een der vischballen stuk geschoten. De afstand was zoo gering, dat men op sommige schepen torpedovernielers blijkbaar, want het waren vierpijpers de matrozen aan de stukken kon zien staan. Een kleinere boot stoof met groote snel heid vlak langs de Nelly Gesina heen en aan alle kanten werden de beide trei ters omzwermd door vreemde schepen. Daar men begrijpelijk op lijfsbehoud was bedacht, werd het verloop van het gevecht niet geheel gevolgd, maar toen de treiters op de vlucht gingen, zag de bemanning toch duidelijk twee oorlogsvaartuigen in brand staan en een ander zinken. Ook zag men duidelijk velschillende onder zeeërs opduiken. Op verschillende plaatsen werden groote waterzuilen opgespoten. Een granaat viel zoo dicht biji de Catharina dat het water haar boord overs patte. De opvarenden hadden in grooten angst gezeten en zij waren gelukkig toen zij eindelijk uit het gedrang en buiten het bereik van de kogels waren. Uit een soldatenbrief. Een tot luitenant bevorderde soldaat in het Fransche leger schrijft over dit vooTi hem zoo gewichtige feit aan zijne oudelrs. Het slot van zijn brief luidt: Ge hebt geen idee van het geluk, dat me zooeveu te beurt is gevallen? Sinds een uur kan ik n.m. mijn neus snuiten in een schoonen witten zakdoek, wat me in veertien dagen niet is overkomen. Ik denk me nu vandaag eens te laten sche ren en mijn haren te laten knippen, die sinds 30 Augustus geen schaar gezien hebben. Het teven te velde is waarlijk nog zoo kwaad niet voor ons. Alleen de ellende Ik wil u niet plagen met te vertellen van de ontzettende dingen, die we eiken dag onder onze oogen krijgen, of de ver woesting van dit overweldigde land, dat wij echter spoedig hopen achter ons te laten. Het is onze plicht, al is die moeilijk! te vervullenmaaT met zulke geharde Fransche harten is de eindzegepraal zekér. De Uhlanen in Noord-Frankrijk. Een oorlogscorrespondent bericht aan de „Daily Chronicle": 's Nachts wachtten we met nog eenige andere burgerpersonen op een station eïj- ■gens in Noord-Frankrijk. Daaronder be vond zich ook Jules Tardieu, de corres pondent van de „Echo de Paris", zoomede Belgische spoorwegbeambten. We wacht ten op den trein. Tardieu wilde naar Parijs, om te berichten over de vernieling van het Raadhuis te Atrecht. We praatten met elkaar, rookten de eene sigaret na de andere en hoorden toen plotseling uhla nen op het stationsemplacement galopipee- ren. Zij verlangden, dat de beambten en civielpersonen zich zouden overgeven. Van schrik en Verbazing liet Tardieu zijn sigaret vallen. Een seconde later had den twee soldaten hem te pakken. Ge lukkigerwijze kwamen er toen Fransche dragonders aangedraafd en in den daar op volgenden strijd wist Tardieu te ont snappen. Dit voorval toont eens te meer, op hoe overbluffende manier die Duit sohe uhlanen overal ineens komen op duiken en weer verdwijnen. Er is. nu een massa cavalerie van de Belgische grenzen overgekomen. Na 'den val van Antwerpen rukt een machtig Duitsch le ger in Frankrijk binnen. Voorbijtrekkende vluchtelingen vertellen, dat overal in Ar- mentieres, Bethune en de bosschen bij Dieppe vijandelijke ruiterpatrouilles opdui ken. Ze rijden in kleine troepjes in alle kalmte door de dorpjes dezer streken, eisohen inlichtingen en voedsel van de weinige nog hiergebleven boeren en drin gen ver vooruit. Verre van de hoofd- legermacht verkennen zij, de stellingen van de Verbondenen. Deze plotseling opdui kende uhlanen-patrouilles verontrusten niet weinig de eenzame boerenhofsteden nabij de spoorwegen. Hun brutaal op treden op de meest uiteengelegen plaatsen als Hasebrouck brengt groote ongerust heid te weeg onder de bewoners van ver verwijderde landstreken ten Westen Van Rijssel en ten Zuiden van Bethune, zoodat alle wegen zwart zijn Van vluch telingen, voor wie het gebruik der spoor wegen reeds onmogelijk geworden is. Van Gent naar Ostende. In de „N. R. Ct." lezen we: Nog steeds trekken de troepen door Gent, maar zooals we spoedig be merken ;als we d© stad in de richting van Eecloo verlaten begeeft het 'meeron deel dezer troepen zich paar het Noor den op de wegen van Everghem en Sas van Gent. Andere troepen trekken langs het kanaal naar Brugge, maar behalve eenige kleinere transporten en een auto met officieren zijn op onzen weg geen Duitschers meer iu Eecloo vertelt ons de bevolking, die angstig luisterend aan den weg staat, dat een patroelje, bestaande nit 30 wielrijders en eenigei ruiters, voorbijgekomen is, maar wij zien! geen Duitscher meer. 1 Wel wordt het gedonder van het geschut voortdurend duidelijker, en we bemer ken, dat er bij: Ursel hevig gevochten wordt, en lieden, 'di© met allerlei gebaren' van ontzetting toe komen loopen, bezwe ren ons niet verder te gaan, daar het ge vecht zich in de richting van den groo ten weg EeclooBrugge verplaatst, dien' wij willen volgen. En jawel, even voor Adeghem klinkt bet geweergeknetter vrij! dicht bijl, af en toe overstemd door het gebulder van het geschut, maar behalve een licht rookwolkje hier en daar heel in de verte, is er niets te zien. Als we onzen weg vervolgen, komen drie ruiters naar den weg gehold, klaar blijkelijk vluchtend voor ©en onzichtbaren vijand. Ze bezetten den straatweg ©n wachten onze auto af. De drie mannen, kunnen ons niet vertellen, waar we hun eigen voorposten zullen aantreffen, eiö wij vinden deze bij De Kroon, 4 K.M. voorbij Maldeghem. Klaarblijkelijk willetü de Belgen hier weer ©en voorpostenge vecht leveren. Bij Sysseele staan verscheiden© batte rijen, maal met paarden bespannen, klaar om te vertrekken. Wij bereiken Brugge, omringd door vluchtende brokstukken van het Belgi sch© leger. Af en toe trekt een goed-gie!- organiséerd troepje ons voorbij, en vooral valt ons de kranige houding van de Bel gische wielrijders-afdeelingen op. Zelfs, het zij tot hun eer hier geconstateerd, ontmoeten we troepenafdeelingen, die nog op weg zijn naar het front, en die deni Duitschers den weg zooveel mogelijk wil len versperren. In Brugge is men, bij onze aankomst in het schemerdonker, juist bezig de weinige lantaarns pp te steken, die, ibij de .Vrees voor bommen; uit vliegtuigen en Zeppelins, hier nog mogen branden. Ofschoon we nog naar Ostende willen vanavond, aarzelen we ©enigszins om in het donker een weg te rijden, waar miS- schien gevochten zou kunnen worden, en we begeven ons dus eerst naar den gene- ralen staf om te hoören of het veilig is. „Aueun danger" heet het daar, en we blieven ons dus op weg in den regen!, die het trieste uitzien van de stad nog triester maakt. Bij de poorten zijn versper ringen aangebracht en drie heereUi, die naar Blankenberghe willen, trachten ons aan het verstand te brengen, dat de weg naar Ostende, via Blankenberghe, eigen]- lijk de kortste is, maar wij slaan links af en missen daardoor juist den goeden! weg, die via Meetkerke voert en slaan, een slechten weg' langs het kanaal in, dat Brugge met Ostende verbindt. Na eeni ge kilometers bemerken we onze fout". De weg wordt voortdurend slechter, de re gen heviger en de kans om van den smal len dijk in het kanaal te slippen groo ter. Daarbij wordt het pikkedonker, en onzé pogingen om tde lampen aan te stekten! falen jammerlijk. Een zwakke lichtschijn, slechts uit een der lantaarns stelt ons in staat langizaam den dijk langs te glib beren, waarop nu tevens half uit den! weg geruimde versperringen het verkeejrj in het donker direcit levensgevaarlijk ma ken. In teens hooren we boven het gegons van den motor uit vreeselijk© kreten, en als we voorzichtig stoppen om de oorzaak' van het geschreew vast te stellen, verne men we het commando „Arrêtez!" uit vtelje schorre kelen. We trachten hen van onze vreedzame bedoelingen te overtuigen, maar ze verlan gen, dat een onzer, geheel alleen Voor waarts kome, en ik begeef mij1 dus in den steeds vallenden regen en de duisternis buiten het hereik van het schijnsel on zer zwakke lamp. Daar, ik schrik eirvan, bemerk ik een heele rij soldaten dwars over den hier eenigszins breeden weg, die allen met de geweren op ons gericht staan. Een officier treedt naar Voren in dp groot ste opwinding en vraagt naar mijne pa pieren. Alles blijkt in orde te zijn, en de nu zeer beminnelijke officier gteeft ons zijn leedwezen te kennen over den ons aange- jaagden schrik, waarop het ons gelukt onze lantaarns tot branden te brengen, en we den dijk verder af sukkelen. Gelukkig bereiken we de brug' bij1 Stalhille, waar zich hetzelfde, ofschoon op kleinere scthaal herhaalt, daar we nu voortdurend toete ren, en de Belgen van een nachtelijken Vijand, die zijn komjst met getoeter aan kondigt, meenen niet véél te vreezen te hebben. Hier begint een straatweg, die ons spoedig' op den grooten weg naar Ostende voert, waarvan we bij' Vijfweg© nog' 10 K.M. Verwijderd zijn. Reeds is het groot ste deel van wat er nog van het Bel gische leger overgebleven is, van Ostfj- ende naar het Noorden Van Frankrijk af getrokken. De gewonden en de voetganJ- gers zijn bijna alten met schepen vtelD- Voerd. Koning Albert, die hier in het hotel Majestic intrek genomen had, is met al zijn ministers juist Vanochtend naari Havre vertrokken. Korte Oorlogsberichten. Naar de „Times" meldt is de wijn handelaar Frank Hedges Butler, van Reims, waar hij het bombardement heef® doorgemaakt, te Londen teruggekeerd. Hij meldt, dat de champagne-oogst van het jaar de beste in, de laatste tien jaren is. Hij is even goed als die van 1904 en de druiven zijn in uitstekend, weeH geplukt. Ook het oorlogsjaar 1870 wan een goed jaar voo» den champagneoogs®.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1