No. 14
Vrijdag 1© October 1914
Jfc9e Jaargang
De Greet® Oorlog.
Zuid-Bevelandsche Brieven.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN iE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHU5J - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
De Rijksmiddelen.
I De opbrengst der directe belastingen
jbtedraeg over de maand September 1914 in
fetaal ruim 3 miljoen gulden tegen
f2.678.143 in September 1913.
De 'invoerrechten, in September 1913
Veertien honderd zeven en vijftig duizend
gulden, slonken thans tot de helft.
De gezamenlijke accijnzen brachten 5.6
miljoen op, dngéveer hetzelfde als in Sep
tember van bet vorige jaar.
De indirecte belasingen (zegel-, registra
tie-, hypotheek- en successierechten) gin
gen Van circa 24 ton in Sept. 1913 op 13
ton in de afgeloopen maand terug.
Andere middelen brachten te zamen
f 12.728.096 op tegen f 14.690.231 een jaar
geleden. Onder dezelvte zijn de posterijen
met ruim vier ton achteruitgegaan, ge
volg van de militaire concessie; ging de
rijkstelegrafie met ruim twee ton Vooruit;
en daalden de loodsgelden van. 3 ton op
77 duizend gulden.
Het negen twaalfde der raming 146 Va
miljoen Werd niet bereikt; de op
brengst over ,9 maanden bedroeg slechts
f 141.350.997 tegen f 142.192.615 over de
eerste negen maanden van 1913.
Het valt derhalve niet al te zeer
tegen!
De stroom van vluchtelingen is veel
grooter geweest, dan we de vorige week
dachten, dat ze worden zou.
■Zuid-BeVeland heeft zich goed gehouden
jen met name onze hoofdstad Goes deed
al bet .mogelijke om bet lot der vluchte
lingen dragelijk te maken en om te zor
gen dat elke plaats haar bescheiden deel
kreeg. Onze burgemeesters hebben dagen
en nachten Van veel zorgen en beslomme
ringen gehad en we zijin er nog niet.
De leden der plaatselijke comité's
spanden alle krachten in om te doen,
wat gedaan moest worden en op de meeste
plaatsten maakte men het de oomité's ge
makkelijk door de vluchtelingen in de hui
zen op te nemen.
Een en ander zal wel wat kosten, maar
wie ieeniglszüns waardeert het Voorrecht
dat wij hebben, zal gaarne veel willen
bijdragen tot ieeniging van den nood der
Vluchtelingen. Op de meeste plaatsen is
heel wat saamgebïacht en is het geld op,
dan kan weer worden rondgegaan. Ook
kan steun Verzocht worden aan het alge-
meene Comité voor de vluchtelingen. Dit
beschikt over niet heel veel geld, maar
zal gaarne Ihet aanwezige bedijk verdeelen
over alle plaatsen, waar vluchtelingen zijin
ondergebracht. Hier op Zuid-Beveland zal
wel geen plaatsje zonder Belgische vlucfo-
telingien zijin en meer dan één gemeente
heeft er honderden.
Bijzondere maatregelen, als waarover ik
in den Vorigen brief schreef, zullen wel
niet moeten genomen worden.
Wat is Antwerpen spoedig, gevallen!
Het zal wel niet lang' pieer duren, of
onze regiering zal met de Duitgche tot een
Vergelijk komen en ieder zal dan gaarne
weer naar huisi en hoi' terugkearen, hoe
hard het ook vallen zal te moeten buk
ken onder vreemcte' heerschappij.
Zoolang onze regeering bet wanischt,
zullen wie voortgaan met liefde voor de
arme vluchtelingen te doen, wat noodig is.
Dat ieder zijp plicht in dezen deedi,
kan niet gezegd Worden. Velen, die groote
huizen en kleine gezinnen hebben, stelden
hun huizen niet open.
En zoo is er meer afkeuringswaardigs
te noemen.
Maai' daaT staat tegenover dat veten
meer deden, dan billijkerwijze van hen
te vergen' was.
We lezen in de Schrift Van degtenm,
die aan de linkerhand des Heetten staan
zullen, dat hun dit verweten zal wor-
Öen: „Ik ben naakt geweest en
gij h ebt M ij niet gekleed; Ik was
hongerig en gij hebt Mij niet te
eten gegeven; Ik was dorstig en
gij hebt Mij niet te drinken ge
geven; Ik was een vreemdeling
en gij hebt Mij niet geherbergd."
Hoe het nu mogelijk was, dat som
migen, die juist het diepst voor God wil
len buigen, bet teederst willen leven, de
Wereld willen verzaken, hier van verre
bleven staan dat is een raadsel, dat
niet door mij opgelost kan Worden.
En nu is de- overgroote meerderheid
der vluchtelingen Roomsch, maar dit kan
geen oorzaak zijn om zich te onttrekken
aan het verschaffen van brood en het
geven van huisvesting. De Heere Jezus
heeft ons in de gelijkenis van den barm-
hartigen Samaritaan wel anders geleerd.
Echter ieder beeft zich Voor zijn God
te Verantwoorden, maar wij: vreezen, dat
meer dan een, hoe vroom ook in eigen
oog (misschien ook in dat van anderen)
geen anderen God heeft dan den mammon)
het geld en goed dezer wereld.
Onder al deze omstandigheden door
gaat het werk op het veld zijn gewonen
gang en de Heere geeft daartoe kostelijk
weer.
Nu ik toch over bet weer schrijf, moet
ik nog iets opmerken, en wel welk een
zegen des Ileeren het was,, dat verleden
week, toen de honderdduizenden vlucht
ten, het zulk mooi droog najaarweer was,
zoodat de menschen op de open wagens
niet al te zeer te lijden hadden.
Van een algemeenen biddag hoor ik
nog niets. i
En of straks op Zuid-Beveland na den
oogst een algemeenen dankdag voor
het gewas zal gehouden worden, staat
nog zeer te betwijfelen, daar een deel
wel kunstmest gebruikt, wel fietst enz.
en zoo met zijtn tijd meegaat, maar wat
den dankdag betreft niet van dien eersteto.
Woensdag in November af wil, ook al is
feitelijk de oogst nog niet afgeloopen.
Beknopt overzicht van den toestand.
't Was nog niet de tijd voor den grooten
wereldslag.
Reeds waren in het .Noorden van Frank
rijk de militairen van verschillende ton
gen en natiën geconcentreerd, doch het
oogenblik schijnt nog niet daar te zijn.
Het streven van het Belgische leger
is natuurlijk, om zich met de Fransch-
Engelsche troepen in Noord-Frankrijk te
vereenigen en dezen nieuwen steun te
geven en het pogen van de Duitsche
troepen, om die aansluiting tegen te hou
den en het overschot van het Belgische
leger laf te snijden, om vervolgens von
Kluck ter hulp te snellen.
Eerst wanneer van beide zijden de ver
sterkingen zijn aangekomen, kan ïn Noord-
Frankrijk, in de streek Van Amiens, een
belangrijk treffen plaats hebben. Eerst dan
zal de enorme veldslag plaats hebben,
welks luitslag op een naderend einde kan
wijzen. Met spanning is aller oog gericht
op wat zich daar afspeelt. Helaas, niets
schijnt bij machte, om het vreeselijke
bloedbad, dat daar te gebeuren staat, te
voorkomen.
Intusschen vorderen de Duitschers niet
zoo snel, als men aanvankelijk had mo
gen verwachten.
De terugtocht der Belgen schijnt in de
beste orde te geschieden en niet zoo
snel, of te Ostende heeft men voldoende
gelegenheid gehad om duizenden man
schappen in te schepen met bestemming
naar Engeland en Frankrijk.
Intusschen gaan de Duitschers, zij1 het
ook langzaam, dan toch z-eke r voort.
Op 't oogenblijc, dat wij dit schrijven,
zijn ze misschien reeds in Ostende; Blan-
kenberghe is al bezet.
Moge 'het de laatste operatie zijn, die
in het berooide land van Walen en Vla
mingen, schrik en verwoesting brengt.
In Noord-Frankrijk worden slechts on-
beteekenende gevechten geleverd.
Het Fransche bericht meldt een over-
winninkje van de geallieerden, het Duit
schege kunt 't wel raden.
Uit Parijs wordt dd. gisteren gemeld:
Op onzen linkervleugel hebben de Duit
schers den linkeroever van de Lys ont
ruimd.
Wij hebben aanmerkelijke vorderingen
gemaakt in den omtrek van Lens en
tusschen Atrecht en Albert.
In het centrum, tusschen de Oise en
de Maes, zijn wij Vooruitgerukt in de rich
ting Van Craonne, ten N. O. van den
weg Van Berry au Bac naar Reims en
ten N. van Prunay.
Wij hebben verscheidene Duitsche loop
graven genomen in de richting van Beine
(15 K.M. ten Oosten van Reims).
Tusschen de Maas en de Moezel zijn
wij, na in den nacht van 13 op 14 dezer
aanvallen ten Zuidoosten van Verdun te
hebbèn .afgeslagen, den 14en vooruitge
komen ten Zuiden van den weg naar
Metz.
Op onzen rechtervleugel is het gedeel
telijke offensief der Duitschers ten Noor
den van Saint Dié voorgoed mislukt.
Uit Berlijn dd. 15 October:
„De aanvallen van de Franschen in de
buurt van Albert zijn met aanmerkelijke
verliezen voor hen afgeslagen. Overigens
zijn er in het westen geen wijzigingen
in den toestand."
Voor bijzonderheden omtrent krijgsope
raties elders verwijzen we naar de losse
berichten, die geen aanleiding gaven tot
het schrijven van een overzicht.
Plundering in Antwerpen.
De beer J. J. Wanner, Groote Steenweg
120, te Berchem-Antwerpen, die uit Hol
land naar Antwerpen terugkeerde, ver
telt zijn wiedervaren in dè Telegr. o.m.
aldus
i Nog eenige stappen .en ik zal
'thuis zijnIk zie mijn huis gelukkig
ongedeerd.
Ik stap af. Kom. aan mijn deur
opengebroken. Naar binnen: Heel en al
verwoesting! Alles gestolen! Ik had daar
ee nzaak in rijwielen: Al mijn fietsen,
een motorrijwiel, mitsgaders al mijn werk-
gericfwègEvenzoo een phonogTaaf
met al de platen.
Mijn eerste gedachte was nog dat deze
verwoesting door burgerlijke inbrekers ver
oorzaakt was, maar vier a vijf Duitsche
stellen onderkleeding. Voorzien van de toa-
tricuulnummers, laten mij geen twijfel
meer over. Ook een achtergelaten zak
van een marinesoldaat dient als bewijs,
dat bier de Duitsche soldaten zoo huisge
houden .bedden.
U kunt mijn gewaarwording misschien
wel VoorstellenAlles wegdus geruï
neerd Ik ga nog naar eenige huizen,
kijken in den omtrek; ook daar wterd,
overal geplunderd. In een café, in een
sigarenwinkel, bij een kruidenier, kortom
overal waar maar wat te halen was.
Na deze ervaring had ik geen lust
meer om de stad te bezichtigen, toch heb
ik nog in Berobam de verwoesting cenigs-
zins opgenomen. In de ürijkoningenstr.
eenige huizen totaal vernield; op den
Hoogen Wieg eenige gedeeltelijk wegge
slagen in die Wasstraat ook een huis inge
stort. Men verzekerde mij, dat daar men
schen gedood zijn geworden. Kortom, Ber-
chem werd ziwaar beproefd.
De Duitsche soldaten zeggen niets tot
de Weinigen, die gebleven zijn ©n alles
meegemaakt hebbenmaar ze loopen door
de straten in een zeer teigtende houding
hun overwimiingisliederen te zdngien |en
dit kan allicht tot hotsingen aanleiding
gevent
Duitsche intocht in Antwerpen.
De „New-York World" bevat een be
schrijving van den intocht de» Duitschers
in Antwerpen. De oorrespondent zag dien
van het balkon van het Amerikaansche
consulaat, waarvan hij bezit nam na de
vlucht van den consul. Hij was de eenige
toeschouwer in de geheele stad. De eerste
troepen, die binnenrukten, waren wielrij
ders, gevolgd door een brigade infan
terie en verschillende veldbatterijendeze
trokken In sterken draf door de stad
naar de kaden en schoten daar met gra
naatkartetsen op de Belgische achter
hoede, die aan de overzijde van de Schel
de vluchtte.
Een compagnie infanterie ging over een
pontonbrug, die in het midden was opge
blazen door de BeLgen. Twee soldaten
sprongen in het water, zwommen over het
open vak, en klommen aan de andere
zijde weer op de brug en rukten voort
om den andeïen oever te verkennen. In
twee uur hadden de Duitschers de brug
hersteld. Toen trokken de troepen daar
over in een onafgebroken stroom.
Het gros van het leger kwam eerst
Zaterdagavond; 60.000 man werden ge
ïnspecteerd door generaal Von Schultz
en admiraal Von Schroeder, die met een
schitterenden staf te p,aard voor het ko
ninklijk paleis stonden.
Vijf uren lang trokken de troepen door
de straten; de verlaten huizen weerklon
ken .onder de krachtige voetstappen van
hun paradepas. Compagnie na compag
nie, regiment na regiment, brigade aa
brigade ,rukto binnen; bet oog begon te
steken .bij het zien van die lange rijten
in bet grijs onder het glinsterend staal
der bajonetten. De troepen zongen: „Die
Wacht ,am Rhein" en „Ein 'fester Ruqg
ist unseT Gott". Ieder regiment werd voor
afgegaan door een muziekkorps, en door
het vaandel. De troepen bestonden uit
degenen, die in de laatste twee weken
voortdurend in gevecht waren geweest,
en jlie zes-en-dertig uur lang dood en
verderf .hadden gezaaid in de stad. De
paarden waren goed bereden en goed
opgetuigd, b®t geschut goed gepoetstach
ter de artillerie kwam de cavalerie, ku
rassiers piet helmen en kurassen van
gebruind staal, huzaren met getreste en
met bont gevoerde at til la's, en daarna
de ulanen, met hunne lansen en fladde
rende .vlaggetjes. Toen kwamen de zee
troepen van de marine-divisie, een af-
deeling donkerblauwe Beiersohe infante
rie, lichtblauwe Saksische troepen en Oos
tenrijkers in zilvergrijs. Een afdeeling gen
darmerie, zilver en groen, sloot den stoet.
Alles wijst er op, dat de Duitsche troe
pen bevelen kregpn de stad en de be
volking met groote omzichtigheid te be
handelen.
De toestand te Antwerpen.
Aan de",,N. R. Ct." wordt gemeld door
iemand, die per auto Antwerpen bezocht:
In de buurt van de dokken tuften wij1
Antwerpen binnen. Er vaart mij leen ril
ling over den rug, en ik voel dat mijn
OQgen gaan gloeien, nu 't daar door het
wreede oorlogsgeweld overal om ons
heen is alsof een gruwzame pestplaag heel
deze ernstig arbeidzame, deze roerige
wijken heeft laten uitsterven.
Een Antwerpsch gemeenteambtenaar
heeft in opdracht om ons de vernielingen
van de stad .te laten zien. Maar het is
wonderlijk. Er is geen sprake van een
verwoeste stad. Antwerpen heeft slechts
hier en daar van het bombardement ge
leden en die ruïnes maken weinig indruk,
omdat nu immers toch haast alle leven
van menschen er uit is. j
We tuffen nu eerst Vliegens voort over
de leege wegen, om op Rijd aan het raad
huis te zijin voor de bespreking. Zien
in de vlucht, dat het koninklijk Atheneum
nu militair hospitaal is voor de Duit
sche gewonden. Een onzer moet kwar
tier maken voor enkele hoeren, die hier
achter zullen blijven om den informatie
dienst voort te zetten. Maar de meeste
hotels zijin gesloten. Eindelijk „de Lon-
dres", gereserveerd voor zieken en ge
wonden. Van het centraalstation hangt
nog, verregend en als in elkander ge
schrompeld om den stok, de Belgische
vlag. Wat zijin er toch veel overdreven
verhalen verteld door de vluchtelingen
in hun doodsangst. Geen enkel station,
ook de telkens genoemde Zuiderstatie
niet, heeft geleden door het beleg.
Grand Hotel en Weber, alles ongedeerd
en achter de gesloten jalouzieën potdicht.
Het koninklijke paleis met alle gordijnen
neer, en een dikke Antwerpsche poli
tieagent op post ervoor. Zoo komen we
aan de Schoenmarkt. Daar hebben de
granaten een paar huizen in vlammen ge
schoten. De brand heeft zich verder en
verder meegedeeld. Er was geen water
om te blusschen. En bergen van puin
tusschen de kaalgeschroeide muren wek
ken bij ben, die de stad door en door
kennen, de herinnering aan allerlei na
men. Daar tegenover het paleis van den
gouverneur noerrJen zij het Maison Nor-
mal, waar Jaeger verkocht werd; de ver
maarde Tessero met zijn Engelsche gra
vures, het confectiemagazijn Des Quatre
Saisons in de Beddenstraat. En het gou
vernementsgebouw is betrokken door den
divisiestaf van de Duitsche marine. Op
het voorplein veel militair vertier, met
ook wat veldgeschut.
Langs de; gladde banen der boulevards
kunnen de militaire auto's nu zoo racen,
dat 't sist. Er zijn er wel enkele; grijze
Duitsche, maar overwegend toch Belgische
wagens, die ze hebben gerequiröerd. De
citroengele motorkarren der Belgische
posterijen zijn met bet kenmerk van de
Duitsche veldpost voorzien.
In de prettige omslotenheid van de
Groenplaats een leelijke bres. De Taverne
Royale en het Hotel l'Europe volkomen
uitgebrand. En dan zien we met stille ont
roering omhoog langs dien eerwaarden
toren van de Lieve Vrouwekerk. Ook deze
eeuwenoude wachter over de stad draagt
nu van zijn hoogsten trans de Duitsche
vlag. Hijl is ongeschonden gebleven. Al
leen heeft een granaat onder in den recht-
schen post van het prachtige raam bo
ven de hoofdpoort een geducht gat ge
slagen. Of het kleuren wonder zelf ook
heeft geleden, kon ik zoo gauw niet zien.
Dan komen wij aan de Groote Markt,
waar het stadhuis is als een burcht,
door da overwinnaars genomen. Duitsche
officieren, Duitsche soldaten, loopen er
zelfbewust af en aan, alsof zij daar van
kind af vertrouwd waren. D:aar aan den
overkant, bij Caillaux, is een granaat
teruggeslagen, die een zwaren hoek van
het dak heeft gescheurd. Maar het raad
huis zelf is, niettegenstaande de .afge
dwaalde granaten en bommen rond om
zijn voorname oude facade, geheel onge
deerd gebleven.
Zuid-Afrika.
Aan het duidelijke overzicht van „De
Nederlander" willen we enkele gegevens1
ontteenen.
Dat niet alle Boeren in de Voormalige
Zuid-Afrikaanische Republiek, op den oor
log met Duilsch Zuidwest-Afrika zijin „ge.
Ibirand", li-eten We Vroeger reeds uitko
men, toien we de houding van generaal
Beyers bespraken, die, gelijk mm west,
het opperbevel heeft neergelegd, omdat
men -den nabuur z.i. niet aanvallen mocht.
Werd men echter zelf aangevallen, dan,
aldus de generaal, was het wat anders.
Er is daarover strijd geweest en (de kwes
tie is niet opgelost. Botha en zijn mannen,
het meerendeel, zeiden, dat hier wel dege
lijk van ©en inval sprake was maar vol
gens Bieyers en diens vrienden Was dit
een belachelijke bewering: een handjevol
mannen doet geen inval in ©en gfebied,
dat ©en sterk ©weermacht heeft.
De houding v'an de Unie is echter be
paald e nde' strijd tusschen de Zuid-Afri-
kaansche boeren is uitgebroken. Gene
raal Botha, die na, het bedanken Van ge
neraal Beyers zelf het opperbevel op zich
nam, houdt nu overal redevoeringen en
als een politicus, die hijl is, kneedt hij,
naar het schijnt, zijn gehoor, in den
vorm, die hem het wenschelijkst is. En
is er eens een moeilijk momentje, waar
logica niet baat, dan haalt hij zijn per
soonlijke omstandigheden er bij en weet
zóó de handen op elkaar te krijgen, wat
óók ©en manier is om er te komen, cte
naaste, maar niet altijd de deugdelijkste.
Zoo deed hij o.a. laatst toen hij beweerde
zelf niet den last des oorlogs te heb
ben giewild, hij werd oud, hij was niet
sterk meer en als de veldtocht ten einde
was, zou hij vermoedelijk voor gOed rust
gaan nemten. Maar eersten mu die klap
op de vuurpijlmaar leersit het land
uit het gevaar helpen en eerder dacht hij'
aan geen rust.
Toch zijn er velen tegen den oorlog'
en daaronder zijn bekende Afrikaandeirsl,
helden uit den Vrijheidsoorlog1. Maar daar
om is het nog niet gewenscht zich bij
den vijand aan te sluiten. E,n dat is ge
beurd. Meer dan dat, er is openlijk Ver
raad gepleegd door een der Roeren-com
mandanten in het Noordwesten Van de
Kaapkolonie, door kolonel MaritzL Daar
de negeering hem wantrouwde, zond men
majoor Bouwer naar zijin kamp, om hem
te zeggen, dat hij van zijn commando ont
heven was: er waren onlusten onder de
troepen, die hij commandeerde, uitgebro
ken. Toen dan majoor Bouwer bij Maritz'
in het kamp kwam, zond men hem te
rug met die boodschap; dat hij, Zoo de
regeering hem niet vóór Zondag 10 Oc
tober 10 uur 's morgens een onderhoud
in zijn kamp toestond met de generaals
De W©t en Hertzog en ©enige anderen,
zich Van het Uniegebied meester makem
zou.
Majoor Bouwer heeft nog meegedeeld
dat Maritz. beschikking had over een af
deeling Duitsche troepen en dat hij: alle
officieren en sol-daten die weigerden Zich
bij de Duitschers aan te sluiten, had
doen arresteeren.
Majoor Bouwer heeft een overeenkomst
gezien, geteekend door Maritz en den gou
verneur van Duitsch ,Z.W.-Afrika, waarin
de onafhankelijkheid Van de Z.A. Unie als
republiek wordt gewaarborgd in ruil Voor
den afstand van de Walvischbaai en an
dere deelen van bet Duitsche grondgebied,
en waarin staat aangeteekend dat de Duit
schers zich alleen op' verzoek van Maritz
van de Unie zullen meester maken.
De reg-eering der Z.A. Unie neemt de
krachtigste maatregelen en heeft de krijgs
wet aigekondigd voor het geheele gebied
Van Zuid-Afrika.
Dat Botha van alle zijden betuigingtera!
Van sympathie 'tegenover Maritz. krijgt, be
hoeft niet fe verwonderen. Vermoed wordt
dat Maritz, die vroeger de Duitschers zei-
de te minachten, lage beweegredenen Voor
zijn verraad beeft. Inderdaad is het ver
raad en ieder weldenkende, van welke
richting ook, zal zijn handelwijze zekér-
lijk afkeuren.
Het italiaansche vrijkorps
De „Corriera della Sera" ontving' uit
Zuid-Frankrijk uitvoerige inlichtingen over
het Italiaansoh Vrijcorps. Het is samen
gesteld uit in Frankrijk wonende en an
dere Italianen. Reppino Garibaldi, klein
zoon van den grooten Garibaldi. Zijn of
ficierenkorps, deels Fransch, deels Ita-
liaansch, wordt nog in Nimes, Njce en
Montelimar geoefend. In Montelimar be
vinden zich 1400 Italianen, hoofdzakelijk
revolutionnairen. 'Ook talrijke republikein-
sche syndioaatsleiders uit Italië zijn in
Frankrijk aangekomen.
(De grootvader van dezen aanvoerder
Giuseppe Garibaldi bood ook in 1870 zijn
hulp aan Frankrijk aan, en leverde eenigd
gevechten in de omstreken van Dijon en
Autun). 1 i
Duitsche Russische gevechten.
De Duitsche groote generale staf meld
de gistereni
De opmarsch Cleï RnSsen in Oosit-Ptrai-
san, welke met groote troepenmachten on
dernomen is, kan als mislukt beschouwd
worden. j
De aanval in Polen, waar onze troe
pen .schouder aan schouder met het Oos-
tenrijksche leger strijden, maakt goeden
voortgang- Onze troepen staan voor War
schau.
Een aanv'al van ongteveer acht Russi
sche legercorpsen uit de linie Iwango-
radWarschau om de Wieichsel over te
trekken, is met ziWare verliezen voor de
Russen teruggeslagen.
De in de Russische bladen verbreid:©
geruchten over de verovering van Üuit-
sohfB kanonnen zijn Vair alten grond ont
bloot. I
Korte Oorlogsberichten.
Ie hoofdaanval op Tsingtau eou
na het vertrek der non-comhattantein, der
onzijdige personen en van 10 Duitsche
vrouwen beginnen.