No. 14 Vrijdag 1© October 1914 Jfc9e Jaargang De Greet® Oorlog. Zuid-Bevelandsche Brieven. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN iE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHU5J - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. De Rijksmiddelen. I De opbrengst der directe belastingen jbtedraeg over de maand September 1914 in fetaal ruim 3 miljoen gulden tegen f2.678.143 in September 1913. De 'invoerrechten, in September 1913 Veertien honderd zeven en vijftig duizend gulden, slonken thans tot de helft. De gezamenlijke accijnzen brachten 5.6 miljoen op, dngéveer hetzelfde als in Sep tember van bet vorige jaar. De indirecte belasingen (zegel-, registra tie-, hypotheek- en successierechten) gin gen Van circa 24 ton in Sept. 1913 op 13 ton in de afgeloopen maand terug. Andere middelen brachten te zamen f 12.728.096 op tegen f 14.690.231 een jaar geleden. Onder dezelvte zijn de posterijen met ruim vier ton achteruitgegaan, ge volg van de militaire concessie; ging de rijkstelegrafie met ruim twee ton Vooruit; en daalden de loodsgelden van. 3 ton op 77 duizend gulden. Het negen twaalfde der raming 146 Va miljoen Werd niet bereikt; de op brengst over ,9 maanden bedroeg slechts f 141.350.997 tegen f 142.192.615 over de eerste negen maanden van 1913. Het valt derhalve niet al te zeer tegen! De stroom van vluchtelingen is veel grooter geweest, dan we de vorige week dachten, dat ze worden zou. ■Zuid-BeVeland heeft zich goed gehouden jen met name onze hoofdstad Goes deed al bet .mogelijke om bet lot der vluchte lingen dragelijk te maken en om te zor gen dat elke plaats haar bescheiden deel kreeg. Onze burgemeesters hebben dagen en nachten Van veel zorgen en beslomme ringen gehad en we zijin er nog niet. De leden der plaatselijke comité's spanden alle krachten in om te doen, wat gedaan moest worden en op de meeste plaatsten maakte men het de oomité's ge makkelijk door de vluchtelingen in de hui zen op te nemen. Een en ander zal wel wat kosten, maar wie ieeniglszüns waardeert het Voorrecht dat wij hebben, zal gaarne veel willen bijdragen tot ieeniging van den nood der Vluchtelingen. Op de meeste plaatsen is heel wat saamgebïacht en is het geld op, dan kan weer worden rondgegaan. Ook kan steun Verzocht worden aan het alge- meene Comité voor de vluchtelingen. Dit beschikt over niet heel veel geld, maar zal gaarne Ihet aanwezige bedijk verdeelen over alle plaatsen, waar vluchtelingen zijin ondergebracht. Hier op Zuid-Beveland zal wel geen plaatsje zonder Belgische vlucfo- telingien zijin en meer dan één gemeente heeft er honderden. Bijzondere maatregelen, als waarover ik in den Vorigen brief schreef, zullen wel niet moeten genomen worden. Wat is Antwerpen spoedig, gevallen! Het zal wel niet lang' pieer duren, of onze regiering zal met de Duitgche tot een Vergelijk komen en ieder zal dan gaarne weer naar huisi en hoi' terugkearen, hoe hard het ook vallen zal te moeten buk ken onder vreemcte' heerschappij. Zoolang onze regeering bet wanischt, zullen wie voortgaan met liefde voor de arme vluchtelingen te doen, wat noodig is. Dat ieder zijp plicht in dezen deedi, kan niet gezegd Worden. Velen, die groote huizen en kleine gezinnen hebben, stelden hun huizen niet open. En zoo is er meer afkeuringswaardigs te noemen. Maai' daaT staat tegenover dat veten meer deden, dan billijkerwijze van hen te vergen' was. We lezen in de Schrift Van degtenm, die aan de linkerhand des Heetten staan zullen, dat hun dit verweten zal wor- Öen: „Ik ben naakt geweest en gij h ebt M ij niet gekleed; Ik was hongerig en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik was dorstig en gij hebt Mij niet te drinken ge geven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij niet geherbergd." Hoe het nu mogelijk was, dat som migen, die juist het diepst voor God wil len buigen, bet teederst willen leven, de Wereld willen verzaken, hier van verre bleven staan dat is een raadsel, dat niet door mij opgelost kan Worden. En nu is de- overgroote meerderheid der vluchtelingen Roomsch, maar dit kan geen oorzaak zijn om zich te onttrekken aan het verschaffen van brood en het geven van huisvesting. De Heere Jezus heeft ons in de gelijkenis van den barm- hartigen Samaritaan wel anders geleerd. Echter ieder beeft zich Voor zijn God te Verantwoorden, maar wij: vreezen, dat meer dan een, hoe vroom ook in eigen oog (misschien ook in dat van anderen) geen anderen God heeft dan den mammon) het geld en goed dezer wereld. Onder al deze omstandigheden door gaat het werk op het veld zijn gewonen gang en de Heere geeft daartoe kostelijk weer. Nu ik toch over bet weer schrijf, moet ik nog iets opmerken, en wel welk een zegen des Ileeren het was,, dat verleden week, toen de honderdduizenden vlucht ten, het zulk mooi droog najaarweer was, zoodat de menschen op de open wagens niet al te zeer te lijden hadden. Van een algemeenen biddag hoor ik nog niets. i En of straks op Zuid-Beveland na den oogst een algemeenen dankdag voor het gewas zal gehouden worden, staat nog zeer te betwijfelen, daar een deel wel kunstmest gebruikt, wel fietst enz. en zoo met zijtn tijd meegaat, maar wat den dankdag betreft niet van dien eersteto. Woensdag in November af wil, ook al is feitelijk de oogst nog niet afgeloopen. Beknopt overzicht van den toestand. 't Was nog niet de tijd voor den grooten wereldslag. Reeds waren in het .Noorden van Frank rijk de militairen van verschillende ton gen en natiën geconcentreerd, doch het oogenblik schijnt nog niet daar te zijn. Het streven van het Belgische leger is natuurlijk, om zich met de Fransch- Engelsche troepen in Noord-Frankrijk te vereenigen en dezen nieuwen steun te geven en het pogen van de Duitsche troepen, om die aansluiting tegen te hou den en het overschot van het Belgische leger laf te snijden, om vervolgens von Kluck ter hulp te snellen. Eerst wanneer van beide zijden de ver sterkingen zijn aangekomen, kan ïn Noord- Frankrijk, in de streek Van Amiens, een belangrijk treffen plaats hebben. Eerst dan zal de enorme veldslag plaats hebben, welks luitslag op een naderend einde kan wijzen. Met spanning is aller oog gericht op wat zich daar afspeelt. Helaas, niets schijnt bij machte, om het vreeselijke bloedbad, dat daar te gebeuren staat, te voorkomen. Intusschen vorderen de Duitschers niet zoo snel, als men aanvankelijk had mo gen verwachten. De terugtocht der Belgen schijnt in de beste orde te geschieden en niet zoo snel, of te Ostende heeft men voldoende gelegenheid gehad om duizenden man schappen in te schepen met bestemming naar Engeland en Frankrijk. Intusschen gaan de Duitschers, zij1 het ook langzaam, dan toch z-eke r voort. Op 't oogenblijc, dat wij dit schrijven, zijn ze misschien reeds in Ostende; Blan- kenberghe is al bezet. Moge 'het de laatste operatie zijn, die in het berooide land van Walen en Vla mingen, schrik en verwoesting brengt. In Noord-Frankrijk worden slechts on- beteekenende gevechten geleverd. Het Fransche bericht meldt een over- winninkje van de geallieerden, het Duit schege kunt 't wel raden. Uit Parijs wordt dd. gisteren gemeld: Op onzen linkervleugel hebben de Duit schers den linkeroever van de Lys ont ruimd. Wij hebben aanmerkelijke vorderingen gemaakt in den omtrek van Lens en tusschen Atrecht en Albert. In het centrum, tusschen de Oise en de Maes, zijn wij Vooruitgerukt in de rich ting Van Craonne, ten N. O. van den weg Van Berry au Bac naar Reims en ten N. van Prunay. Wij hebben verscheidene Duitsche loop graven genomen in de richting van Beine (15 K.M. ten Oosten van Reims). Tusschen de Maas en de Moezel zijn wij, na in den nacht van 13 op 14 dezer aanvallen ten Zuidoosten van Verdun te hebbèn .afgeslagen, den 14en vooruitge komen ten Zuiden van den weg naar Metz. Op onzen rechtervleugel is het gedeel telijke offensief der Duitschers ten Noor den van Saint Dié voorgoed mislukt. Uit Berlijn dd. 15 October: „De aanvallen van de Franschen in de buurt van Albert zijn met aanmerkelijke verliezen voor hen afgeslagen. Overigens zijn er in het westen geen wijzigingen in den toestand." Voor bijzonderheden omtrent krijgsope raties elders verwijzen we naar de losse berichten, die geen aanleiding gaven tot het schrijven van een overzicht. Plundering in Antwerpen. De beer J. J. Wanner, Groote Steenweg 120, te Berchem-Antwerpen, die uit Hol land naar Antwerpen terugkeerde, ver telt zijn wiedervaren in dè Telegr. o.m. aldus i Nog eenige stappen .en ik zal 'thuis zijnIk zie mijn huis gelukkig ongedeerd. Ik stap af. Kom. aan mijn deur opengebroken. Naar binnen: Heel en al verwoesting! Alles gestolen! Ik had daar ee nzaak in rijwielen: Al mijn fietsen, een motorrijwiel, mitsgaders al mijn werk- gericfwègEvenzoo een phonogTaaf met al de platen. Mijn eerste gedachte was nog dat deze verwoesting door burgerlijke inbrekers ver oorzaakt was, maar vier a vijf Duitsche stellen onderkleeding. Voorzien van de toa- tricuulnummers, laten mij geen twijfel meer over. Ook een achtergelaten zak van een marinesoldaat dient als bewijs, dat bier de Duitsche soldaten zoo huisge houden .bedden. U kunt mijn gewaarwording misschien wel VoorstellenAlles wegdus geruï neerd Ik ga nog naar eenige huizen, kijken in den omtrek; ook daar wterd, overal geplunderd. In een café, in een sigarenwinkel, bij een kruidenier, kortom overal waar maar wat te halen was. Na deze ervaring had ik geen lust meer om de stad te bezichtigen, toch heb ik nog in Berobam de verwoesting cenigs- zins opgenomen. In de ürijkoningenstr. eenige huizen totaal vernield; op den Hoogen Wieg eenige gedeeltelijk wegge slagen in die Wasstraat ook een huis inge stort. Men verzekerde mij, dat daar men schen gedood zijn geworden. Kortom, Ber- chem werd ziwaar beproefd. De Duitsche soldaten zeggen niets tot de Weinigen, die gebleven zijn ©n alles meegemaakt hebbenmaar ze loopen door de straten in een zeer teigtende houding hun overwimiingisliederen te zdngien |en dit kan allicht tot hotsingen aanleiding gevent Duitsche intocht in Antwerpen. De „New-York World" bevat een be schrijving van den intocht de» Duitschers in Antwerpen. De oorrespondent zag dien van het balkon van het Amerikaansche consulaat, waarvan hij bezit nam na de vlucht van den consul. Hij was de eenige toeschouwer in de geheele stad. De eerste troepen, die binnenrukten, waren wielrij ders, gevolgd door een brigade infan terie en verschillende veldbatterijendeze trokken In sterken draf door de stad naar de kaden en schoten daar met gra naatkartetsen op de Belgische achter hoede, die aan de overzijde van de Schel de vluchtte. Een compagnie infanterie ging over een pontonbrug, die in het midden was opge blazen door de BeLgen. Twee soldaten sprongen in het water, zwommen over het open vak, en klommen aan de andere zijde weer op de brug en rukten voort om den andeïen oever te verkennen. In twee uur hadden de Duitschers de brug hersteld. Toen trokken de troepen daar over in een onafgebroken stroom. Het gros van het leger kwam eerst Zaterdagavond; 60.000 man werden ge ïnspecteerd door generaal Von Schultz en admiraal Von Schroeder, die met een schitterenden staf te p,aard voor het ko ninklijk paleis stonden. Vijf uren lang trokken de troepen door de straten; de verlaten huizen weerklon ken .onder de krachtige voetstappen van hun paradepas. Compagnie na compag nie, regiment na regiment, brigade aa brigade ,rukto binnen; bet oog begon te steken .bij het zien van die lange rijten in bet grijs onder het glinsterend staal der bajonetten. De troepen zongen: „Die Wacht ,am Rhein" en „Ein 'fester Ruqg ist unseT Gott". Ieder regiment werd voor afgegaan door een muziekkorps, en door het vaandel. De troepen bestonden uit degenen, die in de laatste twee weken voortdurend in gevecht waren geweest, en jlie zes-en-dertig uur lang dood en verderf .hadden gezaaid in de stad. De paarden waren goed bereden en goed opgetuigd, b®t geschut goed gepoetstach ter de artillerie kwam de cavalerie, ku rassiers piet helmen en kurassen van gebruind staal, huzaren met getreste en met bont gevoerde at til la's, en daarna de ulanen, met hunne lansen en fladde rende .vlaggetjes. Toen kwamen de zee troepen van de marine-divisie, een af- deeling donkerblauwe Beiersohe infante rie, lichtblauwe Saksische troepen en Oos tenrijkers in zilvergrijs. Een afdeeling gen darmerie, zilver en groen, sloot den stoet. Alles wijst er op, dat de Duitsche troe pen bevelen kregpn de stad en de be volking met groote omzichtigheid te be handelen. De toestand te Antwerpen. Aan de",,N. R. Ct." wordt gemeld door iemand, die per auto Antwerpen bezocht: In de buurt van de dokken tuften wij1 Antwerpen binnen. Er vaart mij leen ril ling over den rug, en ik voel dat mijn OQgen gaan gloeien, nu 't daar door het wreede oorlogsgeweld overal om ons heen is alsof een gruwzame pestplaag heel deze ernstig arbeidzame, deze roerige wijken heeft laten uitsterven. Een Antwerpsch gemeenteambtenaar heeft in opdracht om ons de vernielingen van de stad .te laten zien. Maar het is wonderlijk. Er is geen sprake van een verwoeste stad. Antwerpen heeft slechts hier en daar van het bombardement ge leden en die ruïnes maken weinig indruk, omdat nu immers toch haast alle leven van menschen er uit is. j We tuffen nu eerst Vliegens voort over de leege wegen, om op Rijd aan het raad huis te zijin voor de bespreking. Zien in de vlucht, dat het koninklijk Atheneum nu militair hospitaal is voor de Duit sche gewonden. Een onzer moet kwar tier maken voor enkele hoeren, die hier achter zullen blijven om den informatie dienst voort te zetten. Maar de meeste hotels zijin gesloten. Eindelijk „de Lon- dres", gereserveerd voor zieken en ge wonden. Van het centraalstation hangt nog, verregend en als in elkander ge schrompeld om den stok, de Belgische vlag. Wat zijin er toch veel overdreven verhalen verteld door de vluchtelingen in hun doodsangst. Geen enkel station, ook de telkens genoemde Zuiderstatie niet, heeft geleden door het beleg. Grand Hotel en Weber, alles ongedeerd en achter de gesloten jalouzieën potdicht. Het koninklijke paleis met alle gordijnen neer, en een dikke Antwerpsche poli tieagent op post ervoor. Zoo komen we aan de Schoenmarkt. Daar hebben de granaten een paar huizen in vlammen ge schoten. De brand heeft zich verder en verder meegedeeld. Er was geen water om te blusschen. En bergen van puin tusschen de kaalgeschroeide muren wek ken bij ben, die de stad door en door kennen, de herinnering aan allerlei na men. Daar tegenover het paleis van den gouverneur noerrJen zij het Maison Nor- mal, waar Jaeger verkocht werd; de ver maarde Tessero met zijn Engelsche gra vures, het confectiemagazijn Des Quatre Saisons in de Beddenstraat. En het gou vernementsgebouw is betrokken door den divisiestaf van de Duitsche marine. Op het voorplein veel militair vertier, met ook wat veldgeschut. Langs de; gladde banen der boulevards kunnen de militaire auto's nu zoo racen, dat 't sist. Er zijn er wel enkele; grijze Duitsche, maar overwegend toch Belgische wagens, die ze hebben gerequiröerd. De citroengele motorkarren der Belgische posterijen zijn met bet kenmerk van de Duitsche veldpost voorzien. In de prettige omslotenheid van de Groenplaats een leelijke bres. De Taverne Royale en het Hotel l'Europe volkomen uitgebrand. En dan zien we met stille ont roering omhoog langs dien eerwaarden toren van de Lieve Vrouwekerk. Ook deze eeuwenoude wachter over de stad draagt nu van zijn hoogsten trans de Duitsche vlag. Hijl is ongeschonden gebleven. Al leen heeft een granaat onder in den recht- schen post van het prachtige raam bo ven de hoofdpoort een geducht gat ge slagen. Of het kleuren wonder zelf ook heeft geleden, kon ik zoo gauw niet zien. Dan komen wij aan de Groote Markt, waar het stadhuis is als een burcht, door da overwinnaars genomen. Duitsche officieren, Duitsche soldaten, loopen er zelfbewust af en aan, alsof zij daar van kind af vertrouwd waren. D:aar aan den overkant, bij Caillaux, is een granaat teruggeslagen, die een zwaren hoek van het dak heeft gescheurd. Maar het raad huis zelf is, niettegenstaande de .afge dwaalde granaten en bommen rond om zijn voorname oude facade, geheel onge deerd gebleven. Zuid-Afrika. Aan het duidelijke overzicht van „De Nederlander" willen we enkele gegevens1 ontteenen. Dat niet alle Boeren in de Voormalige Zuid-Afrikaanische Republiek, op den oor log met Duilsch Zuidwest-Afrika zijin „ge. Ibirand", li-eten We Vroeger reeds uitko men, toien we de houding van generaal Beyers bespraken, die, gelijk mm west, het opperbevel heeft neergelegd, omdat men -den nabuur z.i. niet aanvallen mocht. Werd men echter zelf aangevallen, dan, aldus de generaal, was het wat anders. Er is daarover strijd geweest en (de kwes tie is niet opgelost. Botha en zijn mannen, het meerendeel, zeiden, dat hier wel dege lijk van ©en inval sprake was maar vol gens Bieyers en diens vrienden Was dit een belachelijke bewering: een handjevol mannen doet geen inval in ©en gfebied, dat ©en sterk ©weermacht heeft. De houding v'an de Unie is echter be paald e nde' strijd tusschen de Zuid-Afri- kaansche boeren is uitgebroken. Gene raal Botha, die na, het bedanken Van ge neraal Beyers zelf het opperbevel op zich nam, houdt nu overal redevoeringen en als een politicus, die hijl is, kneedt hij, naar het schijnt, zijn gehoor, in den vorm, die hem het wenschelijkst is. En is er eens een moeilijk momentje, waar logica niet baat, dan haalt hij zijn per soonlijke omstandigheden er bij en weet zóó de handen op elkaar te krijgen, wat óók ©en manier is om er te komen, cte naaste, maar niet altijd de deugdelijkste. Zoo deed hij o.a. laatst toen hij beweerde zelf niet den last des oorlogs te heb ben giewild, hij werd oud, hij was niet sterk meer en als de veldtocht ten einde was, zou hij vermoedelijk voor gOed rust gaan nemten. Maar eersten mu die klap op de vuurpijlmaar leersit het land uit het gevaar helpen en eerder dacht hij' aan geen rust. Toch zijn er velen tegen den oorlog' en daaronder zijn bekende Afrikaandeirsl, helden uit den Vrijheidsoorlog1. Maar daar om is het nog niet gewenscht zich bij den vijand aan te sluiten. E,n dat is ge beurd. Meer dan dat, er is openlijk Ver raad gepleegd door een der Roeren-com mandanten in het Noordwesten Van de Kaapkolonie, door kolonel MaritzL Daar de negeering hem wantrouwde, zond men majoor Bouwer naar zijin kamp, om hem te zeggen, dat hij van zijn commando ont heven was: er waren onlusten onder de troepen, die hij commandeerde, uitgebro ken. Toen dan majoor Bouwer bij Maritz' in het kamp kwam, zond men hem te rug met die boodschap; dat hij, Zoo de regeering hem niet vóór Zondag 10 Oc tober 10 uur 's morgens een onderhoud in zijn kamp toestond met de generaals De W©t en Hertzog en ©enige anderen, zich Van het Uniegebied meester makem zou. Majoor Bouwer heeft nog meegedeeld dat Maritz. beschikking had over een af deeling Duitsche troepen en dat hij: alle officieren en sol-daten die weigerden Zich bij de Duitschers aan te sluiten, had doen arresteeren. Majoor Bouwer heeft een overeenkomst gezien, geteekend door Maritz en den gou verneur van Duitsch ,Z.W.-Afrika, waarin de onafhankelijkheid Van de Z.A. Unie als republiek wordt gewaarborgd in ruil Voor den afstand van de Walvischbaai en an dere deelen van bet Duitsche grondgebied, en waarin staat aangeteekend dat de Duit schers zich alleen op' verzoek van Maritz van de Unie zullen meester maken. De reg-eering der Z.A. Unie neemt de krachtigste maatregelen en heeft de krijgs wet aigekondigd voor het geheele gebied Van Zuid-Afrika. Dat Botha van alle zijden betuigingtera! Van sympathie 'tegenover Maritz. krijgt, be hoeft niet fe verwonderen. Vermoed wordt dat Maritz, die vroeger de Duitschers zei- de te minachten, lage beweegredenen Voor zijn verraad beeft. Inderdaad is het ver raad en ieder weldenkende, van welke richting ook, zal zijn handelwijze zekér- lijk afkeuren. Het italiaansche vrijkorps De „Corriera della Sera" ontving' uit Zuid-Frankrijk uitvoerige inlichtingen over het Italiaansoh Vrijcorps. Het is samen gesteld uit in Frankrijk wonende en an dere Italianen. Reppino Garibaldi, klein zoon van den grooten Garibaldi. Zijn of ficierenkorps, deels Fransch, deels Ita- liaansch, wordt nog in Nimes, Njce en Montelimar geoefend. In Montelimar be vinden zich 1400 Italianen, hoofdzakelijk revolutionnairen. 'Ook talrijke republikein- sche syndioaatsleiders uit Italië zijn in Frankrijk aangekomen. (De grootvader van dezen aanvoerder Giuseppe Garibaldi bood ook in 1870 zijn hulp aan Frankrijk aan, en leverde eenigd gevechten in de omstreken van Dijon en Autun). 1 i Duitsche Russische gevechten. De Duitsche groote generale staf meld de gistereni De opmarsch Cleï RnSsen in Oosit-Ptrai- san, welke met groote troepenmachten on dernomen is, kan als mislukt beschouwd worden. j De aanval in Polen, waar onze troe pen .schouder aan schouder met het Oos- tenrijksche leger strijden, maakt goeden voortgang- Onze troepen staan voor War schau. Een aanv'al van ongteveer acht Russi sche legercorpsen uit de linie Iwango- radWarschau om de Wieichsel over te trekken, is met ziWare verliezen voor de Russen teruggeslagen. De in de Russische bladen verbreid:© geruchten over de verovering van Üuit- sohfB kanonnen zijn Vair alten grond ont bloot. I Korte Oorlogsberichten. Ie hoofdaanval op Tsingtau eou na het vertrek der non-comhattantein, der onzijdige personen en van 10 Duitsche vrouwen beginnen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1