TE GOES verblijf houdende vluchtelingen. Belgische vermisten. Binnenland. krijgen wij bevel, terug te trekken. Wij dachten, dat wij zouden moeten aanval len. Men zegt, dat twee Fransche leger korpsen onze linies hebben doorbroken. Wip vluchten, zonder iets te eten; wij marcheeren met groote snelheid. Ons eerste en leenige maal kregen wij 's avonds om 10 uur. Daarna marcheeren wij den lieelen nacht verder. 12 Sept. Wij zijn uitgeput. Men zegt ons, dat wij een omtrekkende beweging uitvoeren en dat wij in het geheel niet terugtrekken. Het lijkt meer op een vlucht. Vier K.M. van Souain houden; wij halt en graven ons in op de heuvelen. Wij hebben nog honger. Het stortregent en wij zijn doornat. Oorlog is een pest. Te Souain vinden wij zolders om in te slapen; maar wij zijn te nat om den slaap te kunnen pakken. Om half vijf moeten wij al weer op en naar de loop graven. Plotseling beginnen bovien ons de granaten te springen. Wij zijn genood-, zaakt terug te trekken daar de loopgraven nog niet klaar waren. 14 Sept. Een vroege infanterie-aanval, ondersteund door artillerie vuur. Den gle- heelen dag liggen wij in verschansingen en worden door den vijand met kogels overstelpt. Wij hebben den geheelen dag niet te eten gehad en hebben vreeselijk te lijden van den honger. Ik weet niet, hoe dit af moet loopen. Het regent maar aldoor. Weer een heelen dag in de loop graven onder een hevig artillerievuur. Al onze dooden en gewonden heeft de artil lerie „op haar geweten". Om negen uur krijgen wij onzen éénen lichten maaltijd: een beetje vleesch en rijst, koffie en! een paar kleine beschuitjes, die wij; voor den volgenden dag hadden moeten bewa ren. 't Is een hondenleven. Wij zullen spoe dig een lange ziekenlijst hebben. 16 Sept. Wij1 trekken vooruit naar onze eerste loopgraven-linie ten worden onder vuu4 genomen. En nog altijd hebben wij honger, honger, honger. Wij1 durven ons hoofd niet boven de verschansing uit steken. Dat zou den dood be teekend hebben. 17 Sept. Het stortregent. Wij hebben geen vuren. Wij zijn nog in de loopgraven. Sinds wij zoo vreeselijk van den honger te lijden hebben, zijn wij moreel en onze geestdrift niet meer wat zij1 geweest zijn. 's Avonds elf uur eindelijk een maal maar niet genoeg om ons gevoel1 van vol daanheid te geven. De nacht is koud en nat met een snijdenden noordenwind. 18 Sept. De regen is opgehouden; maar er waait nog een storm. Hongerig als steeds. Het schijint, dat wij altijd honger moeten lijden. De vijand is tegenover ons, maar trekt noch voorwaarts noch achterwaarts." Twee spionnen neergelegd. In de Westminster Gazette doet Wil liam Hope Hodgson het volgende span nende verhaal: Hoe de Fransche soldaat *wo t apirinnjiri kcoi<lol4> Een soldaat kómt van achter een denne- boom te voorschijn, een geweer mot de bajonet er op in de hand. „Oü allez-vous vraagt hij, mij tegemoet tredend, terwijl hij de punt van de bajonet iets in mijn richting laat zakken. „Wandelen", antwoord ik en ik haal maar vast mijn bijzondere permissie en andere papieren en een officieel gestem peld portret voor den dag. „Monsieur permit me?" zegt de sol daat dan ineens in heel aardig Engelsch. „Monsieur is Engleesh? I shake you by ze hand with ver' great pleasaire." We schudden met veel animo elkaar de hand ik maak hem een complimentje over zijn Engelsch. Hij glimlacht, gestreeld e.i wijst het compliment heel nederig af. Hij wenkt mij terug tusschen de boo men. „Er komt iemand," zei hij. „Sst". De bosschen zijn hier herhaaldelijk in brand gezet. Daar hadden ze zieker een bedoe ling mee." „Wie?" vraag ik, fluisterend. „De for ten," fluistert hij terug, terwijl hij scherp het smalle pad tusschen de hoornen af tuurt. „De boomen verbergen hen. Wij vermoeden, dat er spionnen aan 't werk zijn en nu houden we de wacht. Daar komt iemand. Luister maar. Blijf hier staan." „Ja", zeg ik. „Zie je hem?" vraagt hij een oogen- blik later, „daar bij die sst" Hij brak plotseling af en wij bogen samen voorover en zagen eten kleinen honderd meter verdier het pad tusschen de dennen af een man in een blauwe arbeiderskiel, die rustig stond rond te kijken. Plotseling deed hij een paar stappen tusschen de boomen en eenige oogenblik- ken lang kon ik hem niet zien. De sol daat beduidt me, dat ik me doodstil moet houden. Hij legt zijn wijsvinger tegen zijn lippen, zijn oogen glinsteren. Dan begint hiji op zijn teenen tusschen boomen door naar beneden te loopen, een paar stappen op zij van den weg. Ik volg. Terwijl we zoo dalen, voet voor voet, geruischioos op de dennenaalden, hooien we heel zacht fluiten beneden ons en onmiddellijk wordt daar ergens links van ons en lager op de helling van den met dennen begroeiden heuvel op ge antwoord. We doen nog een paar passen, onhoor baar, dan houden we stil en luisteren. De soldaat maakt een wonderlijk opge wonden gebaar met zijn linkerhand om mij te beduiden, dat ik niet bewegen mag. Dan hoor ik een geluid, een zacht en omzichtig graven in de aarde. Te schildwacht gaat opnieuw voor waarts en plotseling hebben we een lan gen nauwen doorkijk tusschen de boomen door. Vrij ver af, misschien een tweehon derd mieter de helling af zien we eon man op, zijn buik op den grond liggen, zijn gezicht dicht bij de aarde. Dicht bij zijn hoofd staat iets, dat in de verte op een klein kistje lijkt. „Arrre!" mompelt de soldaat binnens monds en ging voorover op den grond lig gen achter een dikken boom, met een wild gebaar beduidend hetzelfde te doen. Het geluid van iets, dat voorzichtig in den grond graaft houdt aan. Het is nu leohts voor ons uit en dan zie ik in eens den man, dien wij al gezien hebben. Hij zal een kleine veertig meier van ons af zijn en ligt op zijn knieën. Hij licht iets op, dat er uitziet als een smalle steenen plaat. Hij buigt zich nu over een opening heen, die hij' zoo pas heelt open gelegd. Hij haalt een ijzerdraad-schaar uil zijn zak en ik hoor duidelijk het geluid van de schaar als hij in de opening iets doorknipt. De soldaat hoort het geluid ook en hij kijkt snel rechts. Ik hoor weer zijn half gesmoorde „arrre!" wanneer hij den anderen man ziet. Plotseling neemt hij zijn geweer, ik hoor een kik-geluid, hij legt aart. Beneden ons, aan het einde van den nauwen doorkijk tusschen de boomen heeft de tweede rnan zich opge richt en is op zijn knieën gaan liggen. Zoo volkomen stil is hel, dat ik hem duidelijk kan hooien kuchen. Hij begint aan iets (Ie trekken en in eens begrijp ik de beteekenis van wat ik zie. De twee mannen hebben de ondergrondsche tele foon-geleiding die naar bet fort loopt, ont dekt. Zij hebben mogelijk allerlei nieuws onderschept en nu hebben ze een stuk van een paar honderd meter van de tele foondraad afgeknipt. Vervolgens zullen ze ongetwijfeld voor het oog alles weer her stellen zooals het aanvankelijk was en aarde en dennenaalden over de omgewoel de plaatsen spreiden De soldaat gaat stelselmatig te werk. Hij neemt eerst den verst verwijderden man op zijn vizier. Ik lig achter hem geknield en zie in spanning en beklemd hoe hij de kolf van zijn geweer tegen de door de zon bruin verbrande wang aan drukt. Dan neemt zijn korte wijsvinger, die bruin ziet van het sigarettcnrollen, drukpunt en In dit vreeselijke oogen- blik schijnt het mij' toe dat hij het ein deloos langzaam doet. Het is afschuwelijk hier achter hem te knielen te bedenken, dat deze even gebogen sigaretten-vinger letterlijk de vinger des doods beteekent voor den man aan het eind van den smaben doorkijk tusschen de boomen. Het schot valt en de man in de verte springt op zijde en blijft liggen. En ter wijl ik staar valt een tweede schot; ik spring op. De soldaat had ook den dichtst bijzijnden man neergelegd. Bij onderzoek blijkt, dat het twee Duit- sche spionnen waren, in het bezit van in cijfer-schrift gestelde inlichtingen. Ze wa ren met automatische mauser-pistolen ge wapend. Opstand in Zuid-Afrika. De Engeleclie minister van koloniën ïrecxt net volgende telegram ontvangen van den gouverneur-generaal der Zuid- Afrikaansche Unie. (We ontleenen het aan de „N. R. Crt."): Sedert het aftreden van generaal Beyers als bevelhebber der burgermacht waren er teekenen van onlusten bij de afdoeUm gen in het Noordwesten van de Kaap kolonie, welke onder hevel stonden van luitenant-kolonel Maritz. De regeering heeft toen besloten hem van zijn com mando te ontheffen. Majoor Hen Brouwer, door kolonel Brits met die opdracht af gezonden, is bij aankomst in het kamp van Maritz gevangen genomen en daarna weer vrijgelaten met een ultimatum, waar in gezegd werd dat indien de Unie-regee- ring hem, Maritz, niet voor Zondag 11 October 10 uur 's morgens in zijn kamp een onderhoud toestond met de generaals Hertzog, De Wet, Beyers, Kemp en Mul ler, hij de troepen van kolonel Brits zou aanvallen en hij zich meester zou maken van het gebied der Unie. Majoor Bouwer heeft nog meegedeeld dat Maritz, behalve over zijn eigen troe pen, beschikking had over een afdeeling Duitsche troepen en dat hij alle officieren en soldaten die weigerden zich bij de Duitschers aan te sluiten, had doen axres- teeren. Majoor Bouwer heeft een overeenkomst gezien, geteekend door Maritz en den gouverneur van Duitsch Zuidwest-Afrika, waarin de onafhankelijkheid van de Z. A. .Unie als republiek wordt gewaarborgd in ruil voor den afstand van de Walvisch- baai en andere deelen van het Duitsche grondgebied, en waarin staat aangetce kend, dat de Duitschers zich alleen op verzoek yan Maritz van de Unie zullen meester maken. Maritz heeft beweerd, over een vol doende hoeveelheid munitie, wapens en geld van de Duitschers te beschikken. De regeering der Z.-A. Unie neemt de krachtigste maatregelen en heeft de krijgs wet afgekondigd voor het geheele gobied van Zuid-Afrika. Korte Oorlogsberichten. Verwoestingen te Antwer pen. De straten in Antwerpen, die hot meest geleden hebben van het b tmbard© rr.eut, zijn volgens een correspondent van „De Tijd" de Plantaanlaan, Jordaanstraat, Boulevard Leopold, Hertoginnestraat, Mechelsche Steenweg. De van Breestraat staat voor een deel in brand, de Lange Leemstraat tot aan den Mechelschen Steenweg staat in volle vlam en is niet te blusschen, daar er geen water is. Er wordt gespoten met water uit de Schelde. Dit water is zout en vernield de stoommachines. De Volkstraat, Kro- ne.iburggrstraat ZuderB, F.iesche traa Verbondstraat, Kloosterstraat, Begijnen straat, Justitiestraat, Kaïnmerstraat tot aan de R. K. Kerk zijn gespaard geble ven. i Ook zijn afgebrand de bureaux van liet dagblad „la Métropole", Middenstraat, Beddestraat, drukkerij1 Bellemans op de Eierenmarkt. De Antwerpsche brandweer kan geen water krijgen. Duitsche ingenieurs zijn (niet op de hoog te van het blusschen. Duitsche officieren hebben aan de brandweer gewezen, hoe ze bij den vloed van de Schelde uit de riolen water kunnen oppompen met een stoompomp. President Wilson heeft bevestigd, dat hij geen rechtstreeksche vredesvoorstel len aan een der mogendheden had gedaan sinds zijn eerste nota, waarin de diensten der Ver. Staten werden aangeboden met het oog op den vrede. Alle handelsverkeer in de Zwarie Zee ligt stil. Koning Karei van Roemenië is be zweken aan de gevolgen van een chro nische ontsteking van de hartspier. Prins Olej, zoon van den grootvorst Constantijn, is aan de bekomen verwon ding overleden. k kinderen. echtg. echtgenoot(e). adr. tegenwoordig adres. Jan de Strooper en familie, Antwerpen, adr. Capello, Bergpad. Hyppoliet Lauwaert en familie, Berchem, adr. Somer, Beestenmarkt 118. Mr. en Mme. G. Pittoors, Antwerpen, en Wed. en Mej. Claes, Antwerpen, adr. De Witte, Opril. Mad. Ernest de Nave, Antwerpen, en Mad. Victor Monjoir, Antwerpen, adr. Wed. GeusWalraven, Oostwal. Mr. en Mevr. Rob-Broseus, Borgerhout, adr. Wed. Rijk, 's Heer Hendrikskinderen- straat. Frans de Prost en familie, Beveren Waes, adr. Fr. de Jong, Wesisingel. Em. de Dijn en familie, Contich, adr. de Bruijne, St. Jacobstraat. F. van Leemput van Rompaye en Zoon, Hoboken, Antwerpen, adr. Westsingel E 236. Snoeck, Maria en vader, Antwerpen, adr. Oude Singel 125. Mme Verdickt, Antwerpen, adres Oude Singel 12 G. Ch. van Gorp en broeders, Antwerpen, adr. Wijngaardstraat 196 A. M. Boonkens en eclitg., Antwerpen, adr. Oostwal 269. Daniel Robin, echtg. en k., Eeckeren, Antwerpen, adr. Pilaar, Groote Markt 59. Sd. Boussifet, echtg- en d., Eeckeren, Antwerpen, adr. Temperman, Groote Markt. Niewold en familie, Antwerpen, adr. Lange Vorststraat C 136. Leontine en Bertha Collin, Antwerpen, adr. ltamond, Lange Vorststraat C 148. Gust. Bouten en echtg., Antwerpen, adr. Westsingel 227 E. Mme Pleetinckx en zoon, Antwerpen, adr. Traas, Papegaaistraat C 75. Van Lippeloy en echtg., Antwerpen, adr. Oosterbaan Le Cointre, drukkers-uitge vers. Georges Toebaert en echtg., Antwerpen, Joossens Alice van Thielrode, Antwer pen, en Vrouw Jh. Verkest, Antwerpen, alle drie adr. Lange Vorststraat 138 C. Alois van den Berck, Antwerpen, adr. ,Cappollo, Bergpad. Pieter Moortgat en echtg., Mechelen, adr. Smolders, SLoofstraat 140. Marie Spillemaekers, Bouchout, adr. Ganzepoortstraat 178. Wolfs Phi Wittock, Haeght, en Marg. de Raaymaker, Wilrijck, Antwer pen, adr. J. C. de Ruyter do Wildt, Oost singel. P. J. Bruyninckx uit Duffel, adr. Lange Vorststr. 245. Vrouw E. Eeckelaers en kinderen Car- sau, allen uit Boom, adr. Kloetingei (dorp) 86. Wwe. Jean Leppens Kromp en Mevr. D. en C. Aerts uit Antwerpen, adr. Sille- vis, Kade 37. Mevr. VerlooyLoodts en dochter uit Borgerhout, adr. J. H. Barbelse, Math. Smallegangebuurt. G. de Winter en familie, P. Coremans en J. Vermeulen uit Lier, adr. II. Duve- kot, Nieuwstr. Mich. Van Acker en familie, Eg. Van de Velde en familie, allen uit Duffel, adr. Lange Vorststr. G 24. Hré. Poeck en echtg. (coiffeur), uit Ant werpen, adr. Koningstr. 78. Fr. Stokkaer en familie, moeder en dienstmeid uit Mechelen, adr. Havenzicht F 59. Leon Cuypers en familie uit Antwerpen, Octavo Cuypers en echtg., Van Mierlo uit Borgerhout, adr. St. Jakobstr. 108. Wwe. Theod. De Laedt en dochter, Frans Foreeville en echtg., allen uit Wille- broeok, adr. Wed. Van der Klooster, Groote Kade B 26. Petrus Van Aelst en familie uit Ber chem, adr. W. F. de Valk, Lange Kerkstr. C 18. J. B. Vermeulen en familie .uit Ber chem, adr. Wed. Pasman, 'sHeer Hen- drikskindeirenstr. J. F. Blommers, vtouw en 9 kinderen uit Hemixem, adr. D. Fukken. Guillaume Botteïbergh en echtg., adr. G. Chr. Dun, Westwal 223. Henri Mullenders uit Calmpthout, aan gekomen bij C. van Baak 11 Oct., ver trokken naar Folkestone (E.) 13 Oct. Bésiré A. Sampers uit Anvers, adr. Ilengstmangers, Ouden Singel C 134. Mr. en Mme. Eduard van der Plas- sche uit Anvers, adr. Van Mastbeigen, Rreukelmarkt. Familie H. Lauwers uit Willebroeck, Joseph Steene, 'timmerman, uit Anvers, en Maria De Keersmaeker, dienstmeid, uit Willebroeck, allen bij Wed. Van Hove, Bergsche Veerhuis. Joseph HelleimansVan Ester uit Con tich, adr. 1. "Willems, Lange Kerkstr. C 8. Joanne Hellenians uit Contich, adr. Van de Weert, St. Adriaanstr. 63. Victor Lambrechts en familie uit Ant werpen, a.dr. Kleine Kade B 188. Gezusters Van Ael uit Antwerpen, adr. Lange Kerkstr. C 33. Familie Ludovicus Loots uit Borger hout, adr. De Vries, Zusterstr. Louis Stalmans uit Aersehot, adr. Ka- relse, voerman. Maria Frank en 2 k. en meid uit Ant werpen, adr. Adriaansen, Ganzepoortstr. P. Cuypers en echtg. en zoon uit Wil- hem, adr. Barends, St. Jacobstr. 108. Johanna Eekelmans uit Antwerpen, adr. P. Nonnekes, Beestenmarkt. I. Pottieuw uit Antwerpen, adr. Breu ghel, Oostwal. Emile Geers, echtg. en 2 dochters uit Berchem (Antwerpen), adr. Botbijl, Berg pad 168. Henri DierckseVergauwen en k., St. Jansplaat 20, Antwerpen, adr. J. Joos sens A 44, Goes. Mr. De Marest Constant van Blanken berg, (thans te Goes), zoekt zijn vrouw, Alida Dumon. Louis en Helène Vekemans, van Bor gerhout (thans te Goes), vragien inlichtin gen omtrent hun familie. Frans Vercammen, 8 Kleine Kraaiwijk, Antwerpen, zoekt zijne vrouw en 2 kin deren, zijn adres is op het Belgisch Loodswezen in Vlissingen. H. de Raijmaeker, Chfef de Station principal, Anvers, wonende Pieter Geuard- straat, Antwerpen, logeert te Goes bij G. Adriaansen, Stationschef te Goes. Na twee en een halve maand.... Na twee en een halve maand van oor log, die zóó dicht aan onze grenzten woedt, dat nu hier en daar het kanongedonder in onze ooren klinkt, en de vluchtelingen bij duizendtallen ons vaderland binnen trekken, -wier ellenden wij zagen, bleef tot hiertoe ons. Nederland nog voor dien verwoestenden gruwel gespaard. En wat heeft dat nu uitgewerkt bij ons volk? Is er dankaarhedd jegens God, die ook de harten van Koningen en Staatslieden neigt als waterbeken? Maar bovenal is er verootmoediging? Zijn de bedehuizen nog eyen gevuld als bij den aanvang van dezen krijg? Of zou ook Nederland de kastijdende roede niet hebben ver diend Hebben vrede en welvaart ons volk juiot niet van den God onzer va deren afgetrokken inplaats van naar Hem toegevoerd? En is het nu niet duidelijk te zien dat deze oorlog ons werelddeel overkomt als een geesel Gods. Wij willen geen oorlog méér leeraarden de aardsche grooten aan allen kant. De Czaar aller Russen neemt het initiatief en roept een vredesconferentie bijeen, waaraan gchier alle mogendheden gaarne gevolg geven. Carnegie offert zijn schatten, en als een sieraad yoor onze residentie staat daar het „Vredespaleis". Voortaan geen oorlog méér. De geschillen der na ties door arbitrage beslecht! 'Ook de be schaving nam het op tegen den oorlog. Hoe onbeschaafd dit menschen slachten! In zijn schilderij „Le dernier Canon" stelt Wiertz dan ook de bescherming voor als een vrouwenfiguur haai zegetocht ma kende over de aarde, waarbij zij het laat ste kanon doormidden breekt. En de wetenschapook zij zei de dat van oeconomiseh standpunt bezien, nu landen en volken door handel en verkeer zoo wederkeerig aan elkaar verbonden en van elkander afhankelijk zijn, er geen groote oorlog meer zou kunnen zijn. Geen oor log méér riepen ook in koor de socialisten zingend hun „internationale". Wij kennen geen grenzen méér. En daarbij mocht er ook eens een oorlog uitbreken, wij pro- clameeren algemeene werkstaking en heel het raderwerk staat stil. Maar niettegenstaande dat alles lezen wij in onzen ouden Bijbel gansch iets anders. Als ééne der straffen Gods, die zullen komen wordt daarin ook de oor log genoemd. Laat Viviani nu maar zeg gen dat de. lichten des hemels zijn uit- gebluscht. Laat velen spotten met wat 'sHeeren woord ons zegt. God kent zijn tijd en wat zagen wij1 nu gebeuren? Het vredespaleis werd het voorwerp voor een spotbeeld van Braakensiek, want in en kele dagen brak er een oorlog uit, die in de geschiedenis haar weerga niet vindt. Zonder dat misschien iemand recht weet waar het om gaat, of zonder dat één der oorlogvoerende vorsten zou durven zeggen: ik heb den oorlog gewild. Weten schap en beschaving hebben zich eveneens vergist. En de socialisten? Zij vechten in alle landen even hard mee. Die in den Hemel woont zal lachen. God vormt, en God spreekt het laatste woord in, de wereldgeschiedenis. Wat wij rondom ons zien gebeuren mag ons dan ook niet bevreemden, maar moet daarentegen ons versterken in het geloof. Dat alles brengt ons nader bij de vol einding aller dingen. Alle deze dingen moeten geschieden, ,,'t Zal geschieden, 't is voorzedd", of zooals één van onze dichter vorsten ons voorzong: Ja, voorzegd is de ingeschonken wijn Der gramschap, de onrust van de volken, Voorzegd, de donkre nacht; voorzegd het (Morgenlicht. Ontslagname. Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman deelt in de Nederlander mede, dat hij ontslag heeft genomen als lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, daar de voorzitter dier Academie, prof. Chantepie de la Saussaye, zijn oordeel, in „Onze Eeuw" geuit, dat da Christelijke pers (o. a. de Nederlander, waarvan mr. De Savornin I .ohm an hoofdredacteur is) in de verkiezingscampagne uitmuntte door vcrdachtmakerij, niet door feitenmateriaal wil staven, hoewel hij volgens eigen verklaring daarvan overvloedig in be zit heeft. Gemobiliseerde Rijksambte- naren. De komende begroot ngs Irukte heeft het der Regeering wenschelijk doen voor komen, dat ambtenaren en anderen, in Rijksdienst werkzaam en wier werkzaam heden in verband staan met genoemde drukte, aan den militairen dienst, voor zoover zij tot den Landweer behooren, onttrokken en weer in hunne burgerlijke functie geplaatst. Kamerlede n-v rxjiwilligers. Kort na de mobilisatie van onze weer macht hebben zich 4 of 5 leden van de Tweede Kamer van verschillende poli tieke richting tot vrijwillige dienstneming in het leger aangemeld, maar de Regee ring heeft voor deze aanb eding bedankt omdat zij onder de buitengewone omstan digheden waarin het land verkeert, de Volksvertegenwoord'gdig zoovieel mogelijk volledig en onaangeroerd wenschte te laten. Meel. Naar wij vernemen, zijn ongeveer 8000 balen meel aan boord van het uit New- York alhier aangekomen stoomschip Rot terdam. Hoeveel er hiervan zijn voor de regeering, is nog niet bekend. „N. R. Ct." Aangehouden schepen Naar wijl vernemen, is de Maartensdijk, van de HollandAmerikalijn, die te Queenstown was opgebracht vrijgelaten en thans op weg naar Rotterdam. (De Maartensdijk was 17 September van Orleans vertrokken.) „N. R. Ct." Belgische vluchtelingen. Wij hebben er hier in: Groningen, Fries land, Overij'sel, Gelderland en Utrecht tienduizend; Noord-Holland 40 duizend; Zuid-Holland 20 duizend behalve in Rot terdam; in Rotterdam zelf 20 duizend; in Noord-Brabant 75.000; in Zeeland 75.000; totaal 280 a 300 duizend. M a i s. Aan het departement van koloniën is van den Gouverneur-generaal de mede- deeling ontvangen, dat liet verbod van uit voer van Mais in NederLandsoh-Indië is ingetrokken. Cosulaat te Antwerpen. Volgens in Den Haag ontvangen par ticulier bericht uit Putte, is de Nederhuid- sche consul-generaal te Antwerjuen, de heer Van den Beigh. in veiligheid. De vice-consul te Antwerpen, de heer T. H. de Meester, is naar zijn post terugge keerd. Dankbaarheid. Door de Belgische vluchtelingen in Roo- zendaal is aan H. M. de Koningin het volgende telegram verzonden: Mevrouw 1 Duizenden Belgische vluchtelingen, bij1- oen in het lokaal van den Kath. Kring te Roozendaal, brengen u hun innigen dank voor de goede ontvangst in het gastvrije Nederland. Gansch de bevolking is ons behulpzaam, in het hijzonder het Roode Kruis, de dames en heeren van het Comité voor de vluchtelingen en de geestelijken. Wij smeeken Gods zegen af voor het koninklijk huis en het Neder- landsch volk. Dit telegram werd onder ademlooze stilte voorgelezen. Allen stonden op en riepen: „leve Koningin Wilhelmina, leve Holland." Ned. Anti-Oorlog Raad. Op 8 October is opgericht de Neder- landsche Anti-Oorlog Raad, welks arbeid grootendeels hierin zal bestaan a. de oorzaken te bestudeeren, welke tot den tegenwoordigen oorlog hebben ge leid en in de toekomst tot nieuwe oor logen zouden kunnen leiden; b. de middelen te onderzoeken, wolke zouden kunnen bevorderen, dat de tegen woordige loorlog wordt beëindigd en een vrede wordt gesloten, welke niet de kiem van nieuwe oorlogen in zich draagt; c. de gevolgen te bestudeeren van den tegenwoordigen oorlog op economisch, moreel en intellectueel gebied; d. de hervormingen te overwegen, welke in de nationale en internationale verhoudingen moeten worden aangebracht om oorlogen in de toekomst te voorko men; e. te streven naai- een krachtige na tionale en internationale organisatie van alle tegenstanders van den oorlog. Ieder wordt nu opgeroepen van z'n instemming te doen blijken. Vereenigingen kunnen ,zich bij den Raad 'aansluiten. Het bestuur van den Nederlandschen Anti-Oorlog Raad bestaat uit de heeren: F. M. Knobel, voorzitter; J. H. Schaper, onder-voorzitter; prof. dr. D. van Embden; mr. dr. D. A. P. N. Kooien; mr. V. II. Rutgers; mevr. W. AsserThorbecke, penningmeesteres, Oosteindo 1, Amster dam; jhr. mr. dr. B. de Jong van Beek en Donk, secretaris, Theresiastraat 51, 's-Gravenhage. De minimum-bijdrage voor .personen bedraagt f0.25, voor vereenigingen welke

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2