11 Dinsdag 13 October 1914 39e Jaargan De Groote Oorlog. De Zeeuw" in Militair Tehuis en Kamp. r> Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN IE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. 99 V. te Goes nam nog een abonnement op „De Zeeuw" voor z'n rekening ten behoeve van de militairen. De Goesehe correspondent yan de „Nieuwe Rotterdamsche Courant". De Nieuwe llot'.erdamsche Courant be vatte van de raadsbeslissing over het be kende onderwijs reorganisatiebesiuit het volgende berioht „Ten einde te ontkomen aaiii eenige noodzakelijke verbou wingen aan de openbare lagere scho len, had de heer Rrants, districfe- sohoolopziener, hij B. en W. een reorga nisatieplan op het openbaar lager onder wijs ingediend waardoor het ge'.al open bare lagere scholen in onze geméenlfca van 4 op 2 zou teruggebracht worden. De scholen B en C zouden tot één -volks school worden saamgesniolten en de ïeis- jesschool zou miet school A tot eon s hooi voor M. U. L. O. worden veret iigd. School C, de zoogenaamde, armensit looi, heeft kleine klassen, welke na samen mel ting met school B tot klassen Vch 36 leerlingen, overeenkomende met die'Van de" H ervormde sofool, zouden omgezet worden. B. en YV vér- eenigden zich met dat voorstel'. De Vijtzin- nige inwoners dezer gemeente v^esden, door de reorganisatie benadeeling fen het openbaar lager onderwijs. Men Rrzetle zich tegen het denkbeeld van déi heer Brants, dat onderwijs in oote klassen meer vruchtdr zou z ij n, en meende juist in genwoordige kleine klassen aan C een waarborg voor goed volkso te vinden." Ieder die ook maar eenigsizdnsjnet de zaken op de hoogte was, doorzag' do bedoeling van dit leugenachtig» Warringstichtende bericht. De Goesobe autoriteiten hebjm het niet de moeite waard geacht hel bericht te weerspreken. D eheer Otto, lid Van de Tweeddeamer, nam dit bericht zonder onderzqc over de op- gend de te- school lerwijs iadelijk au ver- beslui- Zee- gd de schrift en plaatste daarboven het krenk^ schrift: „Offieieele onderwijszopj Na de goedkeuring van de raa ten door Gedeputeerde Staten land, is de heer Otto uitgenoo zaken te onderzooken en zijn terug te nemen. Dat is gebeurd. In „De School" van 10 Octobj 1914 zet de héerj Otto het geval op zie wij>- .ze uiteen en komt tot deze céclusie na het gespatieerde te: hebben gekaakt: „Summa sammarum spijt het <p, dat wij het bericht indertijd hebben opgeno men en bieden wij onzen lezeij onze verontschuldiging aan voor den inslag, dien wij ten behoeve van deze req'icatie thans hebben moeten plegien op m ge duld, en aan de Goesehe autoritei i voor de onopzettelijke verdere vers 'van het partijdige bericht correspondent der N. R. Ct., w a wij verhinderd wareji d diensten, dié het goed de reorganisatieplan onltwij- f e 1 d heeft, beh o o ri ij k te aai'- deeren." Wij kunnen de N. B. Ct. niet feitee ren met haar onderwijscorresponjat in Goes eiding n den door ver laag- ,n de voor- vol- t, zal staan In Duit- Bestaat er nog een Volkenrecht? Uit Weenen werd dezer dagen „N. R. Crt." geschreven:- De redactie van het „Prag'e Tage- blatt" heeft aan den Geheimen ttizrat von Liszt bovengenoemde vras gelegd en van dien geleerde gende antwoord gekregen. Hij die oppervlakkig de tegenvifdige gebeurtenissen beoordeelt 'en, lande op den schijn, de kern voorbij ■er spoedig toe komen om het van een volkenrecht te ontken n België zijn moorden gepleegd I sche soldaten, zelfs is het Roodbruis verraderlijk aangevallen. En Duitschland heeft de neuliteit van Luxemburg en België geséndien en daarmee ook het volkenrecl Zou daaruit niet blijken dat het volk echt alleen voor den zwakke geschrei is en niet voor do sterke? Toch die conclusie verkeerd. De convent van Genève, om slechts een van de dste tractaten te noemen, heeft aan on hare gewonden het leven gered. Van tleze gevallen wordt niet gesproken, aren- tegen wel van de relatief weinijkee- ren dat het Roode Kruis niet is ëer- biedigd. Volgens het volkenrecht in VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. den oorlog te land het particulier eigen dom onschendbaar. Toch komt het voor dat tegen dien regel gezondigd wordt en de particulieren van hunne bezit tingen worden beroofd. Echter zijn de meeste soldaten geen roovers 'en brand stichters, niettegenstaande de gelegen heid in den oorlog daartoe zeer talrijk is en het aan verzachtende omstandig heden niet ontbreekt- Hij die de geldig heid van het volkenrecht ontkent, dien gaat het evenzoo als hem die door hiet aantal hoornen het bosch niet ziet. Daarbij komt nog dat in uitgebreide kringen verkeerde voorstellingen over het volkenrecht 'heferschten. Bij de meeste der in Den Haag gesloten conventies komt de bepaling voor dat de voor schriften slechts dan door de contrac tanten worden toegepast, wanneer alle oorlogvoerende partijen tot de contrac- teerende partijen behoorén. In don te- genwoordigen oorlog zijn dus die be palingen niet geldig in geval ook maar een van de oorlogvoerende partijen niet tot de overeenkomst is toegetreden en ze bekrachtigd heeft. Nu hebben Servië en Montenegro wel al de overeenkom sten die in 1899 gesloten zijn geratifi ceerd, maar van de in 1907 vastge stelde geen enkele. Geen oorlogvoeren de partij is dus aan die regels gebon den. Do Londensche verklaring over het zeerecht in oorlogstijd in 1909 is waardeloos omdat zij- door het Engel- sche Hoogerhuis is verworpen. Als som mige regeeringen zich toch naar dien inhoud gedragen willen, dan doen ze meer dan waartoe zij verplicht zijn. Men moet daarenboven niet vergeten, dat in geval van „force majeure" de overtreding van volkenrechtelijke be palingen geoorloofd is. Het binnenruk ken der Duitschers in Luxemburg en België behoort daartoe meent von Liszt. Erkend moet worden dat sinds het uitbreken van den oorlog het vol kenrecht in menig opzicht is geschon den. Maar het land waartegen dit onrecht gepleegd is staat toch ook niet geheel weerloos. Het kan bij den vrede scha- vergoeding eischen en zijn toevlucht nemen tot het in het volkenrecht er kende middel van represailles. In 't kort komt von Liszt's verhaal hierop neer: Geen volkenrecht? Wel zeker! Wel zijn er moorden gepleegd op Duitsche soldaten, en wel heeft Duitschland de neutraliteit van Luxemburg en België geschonden, maar toch is er volkenrecht, zoo voor de zwakke als voor de sterke. Het Roode Kruis dan?: Ach ja, er is wel eens op geschoten en de eigendommen van particulieren zijn ook wel eens ge schonden, maar dat zijn uitzonderingen. Bovendien de mogendheden behoeven zich aan de verdragen van 1907 niet te storen, ook aan de Londensche verkla ring over het zeerecht in oorlogstijd van 1909 niet, want dit en dat land was er De oorlogvoerende partijen doen dus nog meer dan waartoe ze verplicht zijn. En dan is er nog force majeure"! In dit geval mag men doen wat men wil. En tot slot wat klaagt men toch! zjjh er nog de schadeloosstellingen. Ja, wel interessante begrippen over vol kenrecht, de beoordeeling van de feiten in het midden latende, moet men toch verwonderd staan over dit op z'n zachtst uitgedrukt, naïeve geschrijf van dezen Duitschen rechtsgeleerde. Hij huppelt o.i. wat al te lichtvaardig over recht en gebruik heen. „Naastenliefde". Beter, veel beter dan andea's kunnieai wij thans begrijpen, hoe in de H. Schrift als God Zijn volk de zorg opdraagt voor wees en weduwe, er dan ook steeds de vreemdeling hij genoemd wordt. Wij zien het dezer dagen alom, maa,r vooral in ons Zeeland wat bet zeggen wil vreemdeling te zijn in een vreemd land. Groot is de ellende der uitgewekenen en aangrijpend de verhalen van schier iederen vluchteling. Veel, zeer veel, wordt er ge daan door ons volk, overal de comité's in actie, om, niet Vragend naar natio naliteit, te helpen waar hulp zoo drin gend noodig is. Dankbaar wordt dan ook die hulp aanvaard. Alleen deze vraag blijft nog over: Doet ieder hieraan mede? Zijn er niet nog onder onze „Christenen" die zich meer of minder trachten te ont trekken, ofschoon toch in het woord van den Heiland: „de armen hebt gij altijd met u", wel het bevel opgesloten is om voor die armen dan ook zorg te dragen. Hebben wij geen redenen om onze dank baarheid, dat God tot hiertoe ons Vader land nog spaarde, in daden te toonen? is niet een der twee geboden, waaraan de gansche wet en de profeten hangen, het gebod van den naasten lief te hebben? En wie onze naasten zijn leert ons de gelijkenis van den barmhartigen Samari taan zeer duidelijk. Wanneer men ziet hoe overal die jonge kinderen veel mceten ont beren in zake hun voeding en reiniging; wanneer men hoort de Ireurigje verhaten van de vlucht met een oude zieke va der of moeder die reeds zoolang bed legerig was, dan moet dat alles ons wel opwekken te heipen, -overal waar hulp geboden kan worden. En wat kan ons zelf nog overkomen? Wij' Weten toch niet wat er ook over ons land nog' besloten ligt. Wat de „Standaard" onlangs driestarde: „Wij zijn er nog1 niet" blijft nog wel van kracht. Daarom, laat het gebed niet verflauwen, maar laten wij ook doen wat onze hand vindt om te doen tot leniging van den nood. Beknopt overzicht van den toestand. Antwerpen gevallen wie zou er nog aan denken, als niet de vluchtelingen stroom 'er ons gedurig adn herinnerde! Gent door de Duitschers bezet; Engelsehen en Beige:: spoeden zich in Westelijke richting, op den voet gevolgd door de Duitsche patrouilles; de Duit schers spoedig in Ostende te verwach ten. Voorwaar, het vooruitzicht is voor de Belgen niet schitterend. Na de nederla gen, die het Belgische volk tot nu toe reeds te verduren had, komen nu schier dagelijks nog mededeelingen, die een duis tere toekomst voorspellen. Ann België. Het spreekt vanzelf, dat de Franschen c. s nu, vooral nu alle pogingen in het werk stellen om den Duitschen rechter vleugel een gevoeligen slag toe te bren gen. Een klein succesje moeten zij al be haald hebben volgens 'hun eigen zeggen. Een Parijsch communiqué luidt: „Op onzen westelijken vleugel is de Duitsche cavalerie, na ten oosten van Aisne te zijn verslagen, in de richting van Armentières teruggetrokken. De he vige 'aanvallen, tusschen Atrecht en de Oise werden teruggeslagen. Ten noorden van de Aisne wonnen wij eenig terrein, voornamelijk ten noordwesten van Sois- sons. Apremont is na genomen en her nomen te zijn, in onze handen gebleven na een hevig gevecht. Van den rechter vleugel in Lotharingen en de Vogezen valt 'niets te berichten. Alles te zamen genomen hebben wij ons overal in onze sstellingen gehandhaafd." De Duitsche generale staf deelt daaren tegen mede, dato 11 Oct., 'savonds: „Westelijk van Rijssel werd door onze Cavalerie den lOen een Fransclie cavalerie divisie bij Hazebroeck volledig vernietigd en leen andere Fransche cavalerie-divisie onder izware verliezen verslagen. De gevechten aan het front in het Wes ten leidden tot dusver tot geen beslis sing. Over de buit van Antwerpen kunnen nog igeen mededeelingen gedaan worden, daar zooals te begrijpen is, de gegevens over ihet aantal gevangenen en de En- gelsche en Belgen, die over. de grenzen van Holland liepen, nog niet geheel vast- sstaan. Op het Oostelijk front werden in het Noorden alle aanvallen van het eerste en tiende Russische leger op de Oost- Pruisische legers den 9n en lOn afge slagen. Ook de omtrekkingspoging der Russen over Sirwindt werd afgewezen. Daarbij zijn 1000 Russen gevangen ge nomen. In Zuid-Polen bereikten de voorhoeden onze legers den Weichel bij Grojez, zuide lijk van Warschau. Er vielen 2000 man van bet tweede Siberische legerkorps in onze handen. De Russische offieieele berichten over de groote Russische zegepraal bij Augus- tow en Suwalki zijn verzinsels. Hoeveel waarde aan offieieele Russische berich ten te hechten is toont het feit, dat over de geweldige nederlagen bij Tannen- berg en Insterburg geen offieieele Russi sche mededeelingen zijn gepubliceerd." Veel actie is er dus niet. Er ligt 'n zekere matheid over de krijgs operaties. Voor het jaar ten einde is, zullen de vlammen van de oorlogsfakkels echter nog hoog oplaaien. De toestand te Antwerpen. Een Hollander die Zondagmorgen per fiets van Breda over Roosendaal en Es schen zonder moeilijkheden Antwerpen bereikte en gisternacht per fiets even eens zonder eenige zwarigheid terugkeer de, viertelde het volgende omtrent den toestand yan Antwerpen. Aangekomen te Antwerpen uit Merxem trof hem de geringe beschadiging'. De hui zen die aldaar varnieW waren moest hij zoeken. Va nMerxem gaande langs de dokken, viel het hem op, hoeveel sclhepen er lagen. De meesten voerden geen vlag, sommige de Amerikaansche. Tal van spoorwagens met hout beladen stonden langs de kranen. De stad zelve leek als uilgestorven, winkels waren geblindeerd. Daar waar particuliere gebouwen geen blinden hadden waren de gordijnen neer gelaten. Het groote hospitaal naast het Koninklijk Paleis is absoluut niet be schadigd. Het Koninklijk Paleis evenmin. Van het stadhuis zijn slechts van een zijgevel de ruiten gebroken. Het groote Centraal Station bleef intaot, de Lieve Vrouwekerk bleef gansch gespaard, de al- gebeelo impressie was dat er zeer weinig in de stad vernield was. Volgens een, autoriteit aldaar bedroeg de geheete be schadiging slechts tweehonderd huizen, 't Gerucht liep dat te Antwerpen proclama ties uitgevaardigd waren, dat mannen van 18 tot 30 jaar door de Duitsche Regeering zouden opgeroepen zijn om te werken. Dat is onjuist. Ook de autoriteit ont kende dit. Heele karav ane n vluch telingen keerden terug en klaagden over de ondervonden ellende. Denterug keer en denge- schiedt hoegenaamd geen leed. Ze waren blij terug' te zijn. Duizenden Duitsche matrozen en infanteristen trok ken zingend in geregelde troepen, door de stad. Ze zagen er keurig uit. Die terug keerenden brachten zelf voedsel mede, wat gelukkig was, aangezien alle winkels gesloten waren. Alles ligt stil, nergens heerschte eenige bedrijvigheid. Het fort van Brasschaet was intact, de Duitsche vlag er op. Uit alle huizen stak de Bel gische vlag, die de Diuitseher ongemoeid laat. Uit het stadhuis van Antwerpen waait de Duitsche vlag. Uit het stadhuis van Brasschaet woei de Belgische. De Duitschers hadden aan de politie nog geen orders gegeven en hen in het bezit gelaten van de wapenen. (Vad.) Een vergeofsche reis naar Antwerpen. ROOSENDAAL, 11 Oct. Te Brasschaet waren Uhlanen in de nabijheid van het kleine fort gekampeerd. 'kHeb ze gezien, en 'een tweetal officieren gesproken, 't Zit zoo: Heden in de vroegte per fiets van hier vertrokken in de richting van Ant werpen. Tot Esschen een druk verkeer. Onmiddellijk achter het dorp doodsche stilte. 'Van heinde en ver geen wagen te zien. Slechts nu en dan ontmoette ik een fietser, soms ook een groepje vluchtelin gen. Die allen waarschuwden mij, dat er te Brasschaet „Dutsen" lagen, wat men mij ook zei, voor ik Calmpthout bereikte. Ik beb alleen te Brasschaet deze „op den buiten" zoo gevreesde oorlogsmannen gezien. Ze hadden een kampement betrok ken in de hei. Een officier en een gegra dueerde spraken de voorbijtrekkende per sonen en zeiden, dat niemand uit het vestinggebied van Antwerpen had behoe ven te vluchten. Naar papieren werd niet gevraagd. Ieder kon ongehinderd gaan. Zoo was het met het kleine aantal personen, dat ik in de richting Esschen zag passeeren. Ik was op dat moment de eenige, die in de richting naar Antwerpen ging; ik liep naast de fiets en de officier vroeg mij: „Gehen sie wieder zurück?" Ik zei hem toen Nederlander te zijn en een kijkje in Antwerpen te willen nemen. „Ach so, sie sind kein Belgier"De officier vroeg mij daarop zeer beleefd, of ik papieren had; ik toonde mijn pas en andere inden- titeitsbewijzen, den vinger leggend op de plaats waar als beroep journalist stond. „1st das der Zweck?" zeide hij. Op de vraag of 't mogelijk zou zijn Antwerpen te hereiken, antwoordde hij: op deze pa pieren komt ge zeker binnen, maar er uit? U bent journalist en het krijgsbedrijf aan den overkant van de Schelde is nog niet afgeloopen. We kunnen daarover nu nog geen berichten in de kranten gebrui ken". Ik ben toen op mijn weg terugge gaan. Toen ik den officier mijn besluit meedeelde, verzocht hij mij te willen publi- ceeren, dat commandant von Besseler niets liever wilde, dan de uitgeweken Ant- werpsche bevolking gerust te stellen en aan te raden, naar de stad terug te keeren. Het particuliere eigendom zou worden ontzien en alles wat de vreemde krijgstroepen noodig hadden, zouden zij bétaien. Op mijn terugtocht naar Roosen daal boorde ik het verafkomend kanonge bulder hit de richting van Vlaanderenland. (Tel.) Vluchtelingen in Noord-Brabant. Ziehier enkele bijzonder heden over het werk onder de in Noord-Brabant vertoe vende vluchtelingen. We ontléenen ze aan de „N. R. Ct." 't Is ellende en nog eens ellende Het blad vertelt dan: Wij tuften door naar Ossendrecht en naar Putten. Overal kampeeren zijj daar nog bijl hun vuurtjes in de bosschen. Herhaaldelijk werd onze auto aange- klamt voor zieken, voor een 77-jarig moedertje bijvoorbeeld, dat óók uit Ant werpen was komen loopen en nu den derden nacht reeds op den kouden boschgrond vreesde te moeten doormaken. Haar dochter had een aanval van rheui- matiek gekregen. Ook een van haar klein kinderen was ziek geworden. Wij kon den dat gezin ook in een militaire auto vervoerd krijgen als eerste klantjes voor het hospitaal in wording. De heer Bos deelde mijl zooeven, 's nachts half één, mede, dat het hospitaal al kant en klaar is, maar er zijin reeds menschen bezwe ken en er zullen vooral veel zuigelingen sterven tengevolge van koude en ont bering. In Ossendrecht melken de soldaten de opgedreven koeien, om de vluchtelingen te laven. Honger ook hier en op de bak kerswinkels met krijt geschreven: „Geen brood meer." Talrijke Belgische militai ren, onder meer de geheele bezetting van het fort Stabroek, zijh hier over de gren zen gekomen. Ook zijl meerendeels uitge hongerd. Maar nu en dan komt er ook een enkele Belgische soldaat in burger- kleeding over de grens, om te trachten zich langs een anderen weg bij' de rest van zijln leger te voegen. Officieren van gezondheid hadden hier onder meer de gelagkamer van een loge- mentje als ambulance ingericht, voor kraamvrouwen meest en voor uitgeputte oudjes. Een officier vertelde, dat hiji had hoeren schreeuwen van honger. Maar ook hier werden heden levensmiddelen door dames en heêren in auto's uitgedeeld. Sommige vluchtelingen hadden wat meel bemachtigd en bakten koekjes op hun houtvuurtjes. Op den terugtocht mocht ik met medisch geleide mede een ommegang maken door de- model ingerichte stichting het Alge meen Burger Gasthuis te Bergen-op- Zoom. De directeur was nu sedert drie nachten niet op bed geweest. Alle zalen lagen vol zieken en gewonden, een 200- tal, waarvan een 70 kraamvrouwen. Een patiënt was reeds overleden, er waren stervenden. Serres, lighal, noodhal wer den ingericht om nieuwe patiënten op te nemen, die zich bij' menigten maar steeds door melden. Met de grootste lieftallig heid waren de nonnetjes helpende en troostende bezig. Elders sprak ik met Nederlanders, die in Capellen het 39ste regiment van het 2de bataljon landweer-infanterie hebben ontmoet. Deze Duitsche soldaten liepen aan weerskanten van den weg, naast de wagens met hun ransels, te zingen en te fluiten. Zijl rieden de bewoners van Antwerpen aan om terug te keieren. Op de Markt te Bergen waren juist de erwten en boonen gaar in de potten boven de rookende vuren en militaire doctoren trokken uit met de dampende borden, waar ook een stuk spek op lag, om' ze aan de menschen rondom uit te deelen. Aanstonds zetten de Belgische kooksters nieuwen voorraad op. Ja, het is wel de Zondag van barm hartigheid geweest, waar een groot deel van ons volk zich van zijln besten kant heeft laten kennen. Op herhaald aandrin gen schijnt nu het plan te bestaan, morgen in een deel van de benardste centra re- geeringscommissarissen aan te stellen. Ook Roosendaal blijft overstelpt, hoe wel de treinenloop naar Esschen en terug nu geheel gestaakt is, zoodat er enkel nog langs de straatwegen vluchtelingen zij'n aangekomen. Maar in één fabriek liggen er bijvoorbeeld nog 3000 opgepakt. In de visitatiezaal van het station ligt de steenen vloer, heel dun met stroo be legd, ook Vannacht weder vol met vrou wen, mannen, kinderen, dicht opeen, als sardines in een blik. Sommiggen zitten er op een stoel tusschen te slapen. De bezetting van Gent. Omtrent de bezetting van Gent door de Duitschers verneemt de „N. R. Ct." nader, dat gistermorgen omstreeks 10 uur een kleine troep cavaleristen daar aan kwam en zich naar het stadhuis begaf. Nadat de .commandant zich met B. en W. had onderhouden, werd op het stad huis de Duitsche vlag geheschen. Eén grootere colonne wordt elk oogenblik té. Gent verwacht. 1 De Belgische troepen waren weggetrok ken, zoodat de bezetting der etad zondier eenig verzetgeschiedde. Naar 't schijint bereidt men zich te Ostende voor op de spoedige aankomst der Duitschers. Gegoede families hebben althans hun bagage reeds naar Nederland gezonden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1