11
Dinsdag 13 October 1914
39e Jaargan
De Groote Oorlog.
De Zeeuw" in Militair
Tehuis en Kamp.
r>
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN IE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
99
V. te Goes nam nog een abonnement
op „De Zeeuw" voor z'n rekening ten
behoeve van de militairen.
De Goesehe correspondent yan de „Nieuwe
Rotterdamsche Courant".
De Nieuwe llot'.erdamsche Courant be
vatte van de raadsbeslissing over het be
kende onderwijs reorganisatiebesiuit het
volgende berioht
„Ten einde te ontkomen aaiii
eenige noodzakelijke verbou
wingen aan de openbare lagere
scho len, had de heer Rrants, districfe-
sohoolopziener, hij B. en W. een reorga
nisatieplan op het openbaar lager onder
wijs ingediend waardoor het ge'.al open
bare lagere scholen in onze geméenlfca
van 4 op 2 zou teruggebracht worden.
De scholen B en C zouden tot één -volks
school worden saamgesniolten en de ïeis-
jesschool zou miet school A tot eon s hooi
voor M. U. L. O. worden veret iigd.
School C, de zoogenaamde, armensit looi,
heeft kleine klassen, welke na samen mel
ting met school B tot klassen Vch 36
leerlingen, overeenkomende met
die'Van de" H ervormde sofool,
zouden omgezet worden. B. en YV vér-
eenigden zich met dat voorstel'. De Vijtzin-
nige inwoners dezer gemeente v^esden,
door de reorganisatie benadeeling fen het
openbaar lager onderwijs. Men Rrzetle
zich tegen het denkbeeld van déi heer
Brants, dat onderwijs in oote
klassen meer vruchtdr
zou z ij n, en meende juist in
genwoordige kleine klassen aan
C een waarborg voor goed volkso
te vinden."
Ieder die ook maar eenigsizdnsjnet de
zaken op de hoogte was, doorzag'
do bedoeling van dit leugenachtig»
Warringstichtende bericht.
De Goesobe autoriteiten hebjm het
niet de moeite waard geacht hel bericht
te weerspreken.
D eheer Otto, lid Van de Tweeddeamer,
nam dit bericht zonder onderzqc over
de op-
gend
de te-
school
lerwijs
iadelijk
au ver-
beslui-
Zee-
gd de
schrift
en plaatste daarboven het krenk^
schrift: „Offieieele onderwijszopj
Na de goedkeuring van de raa
ten door Gedeputeerde Staten
land, is de heer Otto uitgenoo
zaken te onderzooken en zijn
terug te nemen.
Dat is gebeurd.
In „De School" van 10 Octobj 1914
zet de héerj Otto het geval op zie wij>-
.ze uiteen en komt tot deze céclusie
na het gespatieerde te: hebben gekaakt:
„Summa sammarum spijt het <p, dat
wij het bericht indertijd hebben opgeno
men en bieden wij onzen lezeij onze
verontschuldiging aan voor den inslag,
dien wij ten behoeve van deze req'icatie
thans hebben moeten plegien op m ge
duld, en aan de Goesehe autoritei i voor
de onopzettelijke verdere vers
'van het partijdige bericht
correspondent der N. R. Ct., w a
wij verhinderd wareji d
diensten, dié het goed
de reorganisatieplan onltwij-
f e 1 d heeft, beh o o ri ij k te aai'-
deeren."
Wij kunnen de N. B. Ct. niet feitee
ren met haar onderwijscorresponjat in
Goes
eiding
n den
door
ver
laag-
,n de
voor-
vol-
t, zal
staan
In
Duit-
Bestaat er nog een Volkenrecht?
Uit Weenen werd dezer dagen
„N. R. Crt." geschreven:-
De redactie van het „Prag'e Tage-
blatt" heeft aan den Geheimen ttizrat
von Liszt bovengenoemde vras
gelegd en van dien geleerde
gende antwoord gekregen.
Hij die oppervlakkig de tegenvifdige
gebeurtenissen beoordeelt 'en, lande
op den schijn, de kern voorbij
■er spoedig toe komen om het
van een volkenrecht te ontken n
België zijn moorden gepleegd I
sche soldaten, zelfs is het Roodbruis
verraderlijk aangevallen.
En Duitschland heeft de neuliteit
van Luxemburg en België geséndien
en daarmee ook het volkenrecl Zou
daaruit niet blijken dat het volk echt
alleen voor den zwakke geschrei is
en niet voor do sterke? Toch die
conclusie verkeerd. De convent van
Genève, om slechts een van de dste
tractaten te noemen, heeft aan on hare
gewonden het leven gered. Van tleze
gevallen wordt niet gesproken, aren-
tegen wel van de relatief weinijkee-
ren dat het Roode Kruis niet is ëer-
biedigd. Volgens het volkenrecht in
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
den oorlog te land het particulier eigen
dom onschendbaar. Toch komt het voor
dat tegen dien regel gezondigd wordt
en de particulieren van hunne bezit
tingen worden beroofd. Echter zijn de
meeste soldaten geen roovers 'en brand
stichters, niettegenstaande de gelegen
heid in den oorlog daartoe zeer talrijk
is en het aan verzachtende omstandig
heden niet ontbreekt- Hij die de geldig
heid van het volkenrecht ontkent, dien
gaat het evenzoo als hem die door hiet
aantal hoornen het bosch niet ziet.
Daarbij komt nog dat in uitgebreide
kringen verkeerde voorstellingen over
het volkenrecht 'heferschten. Bij de meeste
der in Den Haag gesloten conventies
komt de bepaling voor dat de voor
schriften slechts dan door de contrac
tanten worden toegepast, wanneer alle
oorlogvoerende partijen tot de contrac-
teerende partijen behoorén. In don te-
genwoordigen oorlog zijn dus die be
palingen niet geldig in geval ook maar
een van de oorlogvoerende partijen niet
tot de overeenkomst is toegetreden en
ze bekrachtigd heeft. Nu hebben Servië
en Montenegro wel al de overeenkom
sten die in 1899 gesloten zijn geratifi
ceerd, maar van de in 1907 vastge
stelde geen enkele. Geen oorlogvoeren
de partij is dus aan die regels gebon
den. Do Londensche verklaring over
het zeerecht in oorlogstijd in 1909 is
waardeloos omdat zij- door het Engel-
sche Hoogerhuis is verworpen. Als som
mige regeeringen zich toch naar dien
inhoud gedragen willen, dan doen ze
meer dan waartoe zij verplicht zijn.
Men moet daarenboven niet vergeten,
dat in geval van „force majeure" de
overtreding van volkenrechtelijke be
palingen geoorloofd is. Het binnenruk
ken der Duitschers in Luxemburg en
België behoort daartoe meent von
Liszt. Erkend moet worden dat sinds
het uitbreken van den oorlog het vol
kenrecht in menig opzicht is geschon
den.
Maar het land waartegen dit onrecht
gepleegd is staat toch ook niet geheel
weerloos. Het kan bij den vrede scha-
vergoeding eischen en zijn toevlucht
nemen tot het in het volkenrecht er
kende middel van represailles.
In 't kort komt von Liszt's verhaal
hierop neer:
Geen volkenrecht? Wel zeker! Wel
zijn er moorden gepleegd op Duitsche
soldaten, en wel heeft Duitschland
de neutraliteit van Luxemburg en België
geschonden, maar toch is er volkenrecht,
zoo voor de zwakke als voor de sterke.
Het Roode Kruis dan?: Ach ja, er is
wel eens op geschoten en de eigendommen
van particulieren zijn ook wel eens ge
schonden, maar dat zijn uitzonderingen.
Bovendien de mogendheden behoeven
zich aan de verdragen van 1907 niet te
storen, ook aan de Londensche verkla
ring over het zeerecht in oorlogstijd van
1909 niet, want dit en dat land was er
De oorlogvoerende partijen doen dus
nog meer dan waartoe ze verplicht zijn.
En dan is er nog force majeure"! In
dit geval mag men doen wat men wil.
En tot slot wat klaagt men toch!
zjjh er nog de schadeloosstellingen.
Ja, wel interessante begrippen over vol
kenrecht, de beoordeeling van de feiten
in het midden latende, moet men toch
verwonderd staan over dit op z'n
zachtst uitgedrukt, naïeve geschrijf van
dezen Duitschen rechtsgeleerde.
Hij huppelt o.i. wat al te lichtvaardig
over recht en gebruik heen.
„Naastenliefde".
Beter, veel beter dan andea's kunnieai
wij thans begrijpen, hoe in de H. Schrift
als God Zijn volk de zorg opdraagt voor
wees en weduwe, er dan ook steeds de
vreemdeling hij genoemd wordt.
Wij zien het dezer dagen alom, maa,r
vooral in ons Zeeland wat bet zeggen wil
vreemdeling te zijn in een vreemd land.
Groot is de ellende der uitgewekenen en
aangrijpend de verhalen van schier iederen
vluchteling. Veel, zeer veel, wordt er ge
daan door ons volk, overal de comité's
in actie, om, niet Vragend naar natio
naliteit, te helpen waar hulp zoo drin
gend noodig is. Dankbaar wordt dan ook
die hulp aanvaard. Alleen deze vraag blijft
nog over: Doet ieder hieraan mede? Zijn
er niet nog onder onze „Christenen" die
zich meer of minder trachten te ont
trekken, ofschoon toch in het woord van
den Heiland: „de armen hebt gij altijd
met u", wel het bevel opgesloten is om
voor die armen dan ook zorg te dragen.
Hebben wij geen redenen om onze dank
baarheid, dat God tot hiertoe ons Vader
land nog spaarde, in daden te toonen?
is niet een der twee geboden, waaraan
de gansche wet en de profeten hangen, het
gebod van den naasten lief te hebben?
En wie onze naasten zijn leert ons de
gelijkenis van den barmhartigen Samari
taan zeer duidelijk. Wanneer men ziet hoe
overal die jonge kinderen veel mceten ont
beren in zake hun voeding en reiniging;
wanneer men hoort de Ireurigje verhaten
van de vlucht met een oude zieke va
der of moeder die reeds zoolang bed
legerig was, dan moet dat alles ons wel
opwekken te heipen, -overal waar hulp
geboden kan worden. En wat kan ons
zelf nog overkomen? Wij' Weten toch niet
wat er ook over ons land nog' besloten ligt.
Wat de „Standaard" onlangs driestarde:
„Wij zijn er nog1 niet" blijft nog wel
van kracht. Daarom, laat het gebed niet
verflauwen, maar laten wij ook doen wat
onze hand vindt om te doen tot leniging
van den nood.
Beknopt overzicht van den toestand.
Antwerpen gevallen wie zou er nog
aan denken, als niet de vluchtelingen
stroom 'er ons gedurig adn herinnerde!
Gent door de Duitschers bezet;
Engelsehen en Beige:: spoeden zich in
Westelijke richting, op den voet gevolgd
door de Duitsche patrouilles; de Duit
schers spoedig in Ostende te verwach
ten.
Voorwaar, het vooruitzicht is voor de
Belgen niet schitterend. Na de nederla
gen, die het Belgische volk tot nu toe
reeds te verduren had, komen nu schier
dagelijks nog mededeelingen, die een duis
tere toekomst voorspellen.
Ann België.
Het spreekt vanzelf, dat de Franschen
c. s nu, vooral nu alle pogingen in het
werk stellen om den Duitschen rechter
vleugel een gevoeligen slag toe te bren
gen.
Een klein succesje moeten zij al be
haald hebben volgens 'hun eigen zeggen.
Een Parijsch communiqué luidt:
„Op onzen westelijken vleugel is de
Duitsche cavalerie, na ten oosten van
Aisne te zijn verslagen, in de richting
van Armentières teruggetrokken. De he
vige 'aanvallen, tusschen Atrecht en de
Oise werden teruggeslagen. Ten noorden
van de Aisne wonnen wij eenig terrein,
voornamelijk ten noordwesten van Sois-
sons. Apremont is na genomen en her
nomen te zijn, in onze handen gebleven
na een hevig gevecht. Van den rechter
vleugel in Lotharingen en de Vogezen
valt 'niets te berichten. Alles te zamen
genomen hebben wij ons overal in onze
sstellingen gehandhaafd."
De Duitsche generale staf deelt daaren
tegen mede, dato 11 Oct., 'savonds:
„Westelijk van Rijssel werd door onze
Cavalerie den lOen een Fransclie cavalerie
divisie bij Hazebroeck volledig vernietigd
en leen andere Fransche cavalerie-divisie
onder izware verliezen verslagen.
De gevechten aan het front in het Wes
ten leidden tot dusver tot geen beslis
sing.
Over de buit van Antwerpen kunnen
nog igeen mededeelingen gedaan worden,
daar zooals te begrijpen is, de gegevens
over ihet aantal gevangenen en de En-
gelsche en Belgen, die over. de grenzen
van Holland liepen, nog niet geheel vast-
sstaan.
Op het Oostelijk front werden in het
Noorden alle aanvallen van het eerste
en tiende Russische leger op de Oost-
Pruisische legers den 9n en lOn afge
slagen. Ook de omtrekkingspoging der
Russen over Sirwindt werd afgewezen.
Daarbij zijn 1000 Russen gevangen ge
nomen.
In Zuid-Polen bereikten de voorhoeden
onze legers den Weichel bij Grojez, zuide
lijk van Warschau. Er vielen 2000 man
van bet tweede Siberische legerkorps in
onze handen.
De Russische offieieele berichten over
de groote Russische zegepraal bij Augus-
tow en Suwalki zijn verzinsels. Hoeveel
waarde aan offieieele Russische berich
ten te hechten is toont het feit, dat
over de geweldige nederlagen bij Tannen-
berg en Insterburg geen offieieele Russi
sche mededeelingen zijn gepubliceerd."
Veel actie is er dus niet.
Er ligt 'n zekere matheid over de krijgs
operaties.
Voor het jaar ten einde is, zullen de
vlammen van de oorlogsfakkels echter nog
hoog oplaaien.
De toestand te Antwerpen.
Een Hollander die Zondagmorgen per
fiets van Breda over Roosendaal en Es
schen zonder moeilijkheden Antwerpen
bereikte en gisternacht per fiets even
eens zonder eenige zwarigheid terugkeer
de, viertelde het volgende omtrent den
toestand yan Antwerpen.
Aangekomen te Antwerpen uit Merxem
trof hem de geringe beschadiging'. De hui
zen die aldaar varnieW waren moest hij
zoeken. Va nMerxem gaande langs de
dokken, viel het hem op, hoeveel sclhepen
er lagen. De meesten voerden geen vlag,
sommige de Amerikaansche. Tal van
spoorwagens met hout beladen stonden
langs de kranen. De stad zelve leek als
uilgestorven, winkels waren geblindeerd.
Daar waar particuliere gebouwen geen
blinden hadden waren de gordijnen neer
gelaten. Het groote hospitaal naast het
Koninklijk Paleis is absoluut niet be
schadigd. Het Koninklijk Paleis evenmin.
Van het stadhuis zijn slechts van een
zijgevel de ruiten gebroken. Het groote
Centraal Station bleef intaot, de Lieve
Vrouwekerk bleef gansch gespaard, de al-
gebeelo impressie was dat er zeer weinig
in de stad vernield was. Volgens een,
autoriteit aldaar bedroeg de geheete be
schadiging slechts tweehonderd huizen,
't Gerucht liep dat te Antwerpen proclama
ties uitgevaardigd waren, dat mannen van
18 tot 30 jaar door de Duitsche Regeering
zouden opgeroepen zijn om te werken.
Dat is onjuist. Ook de autoriteit ont
kende dit. Heele karav ane n vluch
telingen keerden terug en
klaagden over de ondervonden
ellende. Denterug keer en denge-
schiedt hoegenaamd geen leed.
Ze waren blij terug' te zijn. Duizenden
Duitsche matrozen en infanteristen trok
ken zingend in geregelde troepen, door de
stad. Ze zagen er keurig uit. Die terug
keerenden brachten zelf voedsel mede,
wat gelukkig was, aangezien alle winkels
gesloten waren. Alles ligt stil, nergens
heerschte eenige bedrijvigheid. Het fort
van Brasschaet was intact, de Duitsche
vlag er op. Uit alle huizen stak de Bel
gische vlag, die de Diuitseher ongemoeid
laat. Uit het stadhuis van Antwerpen
waait de Duitsche vlag. Uit het stadhuis
van Brasschaet woei de Belgische. De
Duitschers hadden aan de politie nog geen
orders gegeven en hen in het bezit gelaten
van de wapenen. (Vad.)
Een vergeofsche reis naar Antwerpen.
ROOSENDAAL, 11 Oct. Te Brasschaet
waren Uhlanen in de nabijheid van het
kleine fort gekampeerd. 'kHeb ze gezien,
en 'een tweetal officieren gesproken, 't Zit
zoo: Heden in de vroegte per fiets van
hier vertrokken in de richting van Ant
werpen. Tot Esschen een druk verkeer.
Onmiddellijk achter het dorp doodsche
stilte. 'Van heinde en ver geen wagen te
zien. Slechts nu en dan ontmoette ik een
fietser, soms ook een groepje vluchtelin
gen. Die allen waarschuwden mij, dat er
te Brasschaet „Dutsen" lagen, wat men
mij ook zei, voor ik Calmpthout bereikte.
Ik beb alleen te Brasschaet deze „op
den buiten" zoo gevreesde oorlogsmannen
gezien. Ze hadden een kampement betrok
ken in de hei. Een officier en een gegra
dueerde spraken de voorbijtrekkende per
sonen en zeiden, dat niemand uit het
vestinggebied van Antwerpen had behoe
ven te vluchten.
Naar papieren werd niet gevraagd. Ieder
kon ongehinderd gaan. Zoo was het met
het kleine aantal personen, dat ik in de
richting Esschen zag passeeren. Ik was
op dat moment de eenige, die in de
richting naar Antwerpen ging; ik liep
naast de fiets en de officier vroeg mij:
„Gehen sie wieder zurück?" Ik zei hem
toen Nederlander te zijn en een kijkje in
Antwerpen te willen nemen. „Ach so,
sie sind kein Belgier"De officier vroeg
mij daarop zeer beleefd, of ik papieren
had; ik toonde mijn pas en andere inden-
titeitsbewijzen, den vinger leggend op de
plaats waar als beroep journalist stond.
„1st das der Zweck?" zeide hij. Op de
vraag of 't mogelijk zou zijn Antwerpen
te hereiken, antwoordde hij: op deze pa
pieren komt ge zeker binnen, maar er
uit? U bent journalist en het krijgsbedrijf
aan den overkant van de Schelde is nog
niet afgeloopen. We kunnen daarover nu
nog geen berichten in de kranten gebrui
ken". Ik ben toen op mijn weg terugge
gaan. Toen ik den officier mijn besluit
meedeelde, verzocht hij mij te willen publi-
ceeren, dat commandant von Besseler
niets liever wilde, dan de uitgeweken Ant-
werpsche bevolking gerust te stellen en
aan te raden, naar de stad terug te
keeren. Het particuliere eigendom zou
worden ontzien en alles wat de vreemde
krijgstroepen noodig hadden, zouden zij
bétaien. Op mijn terugtocht naar Roosen
daal boorde ik het verafkomend kanonge
bulder hit de richting van Vlaanderenland.
(Tel.)
Vluchtelingen in Noord-Brabant.
Ziehier enkele bijzonder heden over het
werk onder de in Noord-Brabant vertoe
vende vluchtelingen. We ontléenen ze
aan de „N. R. Ct."
't Is ellende en nog eens ellende Het
blad vertelt dan:
Wij tuften door naar Ossendrecht en
naar Putten. Overal kampeeren zijj daar
nog bijl hun vuurtjes in de bosschen.
Herhaaldelijk werd onze auto aange-
klamt voor zieken, voor een 77-jarig
moedertje bijvoorbeeld, dat óók uit Ant
werpen was komen loopen en nu den
derden nacht reeds op den kouden
boschgrond vreesde te moeten doormaken.
Haar dochter had een aanval van rheui-
matiek gekregen. Ook een van haar klein
kinderen was ziek geworden. Wij kon
den dat gezin ook in een militaire auto
vervoerd krijgen als eerste klantjes voor
het hospitaal in wording. De heer Bos
deelde mijl zooeven, 's nachts half één,
mede, dat het hospitaal al kant en klaar
is, maar er zijin reeds menschen bezwe
ken en er zullen vooral veel zuigelingen
sterven tengevolge van koude en ont
bering.
In Ossendrecht melken de soldaten de
opgedreven koeien, om de vluchtelingen
te laven. Honger ook hier en op de bak
kerswinkels met krijt geschreven: „Geen
brood meer." Talrijke Belgische militai
ren, onder meer de geheele bezetting van
het fort Stabroek, zijh hier over de gren
zen gekomen. Ook zijl meerendeels uitge
hongerd. Maar nu en dan komt er ook
een enkele Belgische soldaat in burger-
kleeding over de grens, om te trachten
zich langs een anderen weg bij' de rest
van zijln leger te voegen.
Officieren van gezondheid hadden hier
onder meer de gelagkamer van een loge-
mentje als ambulance ingericht, voor
kraamvrouwen meest en voor uitgeputte
oudjes. Een officier vertelde, dat hiji had
hoeren schreeuwen van honger. Maar ook
hier werden heden levensmiddelen door
dames en heêren in auto's uitgedeeld.
Sommige vluchtelingen hadden wat meel
bemachtigd en bakten koekjes op hun
houtvuurtjes.
Op den terugtocht mocht ik met medisch
geleide mede een ommegang maken door
de- model ingerichte stichting het Alge
meen Burger Gasthuis te Bergen-op-
Zoom. De directeur was nu sedert drie
nachten niet op bed geweest. Alle zalen
lagen vol zieken en gewonden, een 200-
tal, waarvan een 70 kraamvrouwen. Een
patiënt was reeds overleden, er waren
stervenden. Serres, lighal, noodhal wer
den ingericht om nieuwe patiënten op te
nemen, die zich bij' menigten maar steeds
door melden. Met de grootste lieftallig
heid waren de nonnetjes helpende en
troostende bezig.
Elders sprak ik met Nederlanders, die
in Capellen het 39ste regiment van het
2de bataljon landweer-infanterie hebben
ontmoet. Deze Duitsche soldaten liepen
aan weerskanten van den weg, naast de
wagens met hun ransels, te zingen en
te fluiten. Zijl rieden de bewoners van
Antwerpen aan om terug te keieren.
Op de Markt te Bergen waren juist de
erwten en boonen gaar in de potten boven
de rookende vuren en militaire doctoren
trokken uit met de dampende borden,
waar ook een stuk spek op lag, om' ze
aan de menschen rondom uit te deelen.
Aanstonds zetten de Belgische kooksters
nieuwen voorraad op.
Ja, het is wel de Zondag van barm
hartigheid geweest, waar een groot deel
van ons volk zich van zijln besten kant
heeft laten kennen. Op herhaald aandrin
gen schijnt nu het plan te bestaan, morgen
in een deel van de benardste centra re-
geeringscommissarissen aan te stellen.
Ook Roosendaal blijft overstelpt, hoe
wel de treinenloop naar Esschen en terug
nu geheel gestaakt is, zoodat er enkel
nog langs de straatwegen vluchtelingen
zij'n aangekomen. Maar in één fabriek
liggen er bijvoorbeeld nog 3000 opgepakt.
In de visitatiezaal van het station ligt
de steenen vloer, heel dun met stroo be
legd, ook Vannacht weder vol met vrou
wen, mannen, kinderen, dicht opeen, als
sardines in een blik. Sommiggen zitten
er op een stoel tusschen te slapen.
De bezetting van Gent.
Omtrent de bezetting van Gent door
de Duitschers verneemt de „N. R. Ct."
nader, dat gistermorgen omstreeks 10 uur
een kleine troep cavaleristen daar aan
kwam en zich naar het stadhuis begaf.
Nadat de .commandant zich met B. en
W. had onderhouden, werd op het stad
huis de Duitsche vlag geheschen. Eén
grootere colonne wordt elk oogenblik té.
Gent verwacht. 1
De Belgische troepen waren weggetrok
ken, zoodat de bezetting der etad zondier
eenig verzetgeschiedde.
Naar 't schijint bereidt men zich te
Ostende voor op de spoedige aankomst
der Duitschers. Gegoede families hebben
althans hun bagage reeds naar Nederland
gezonden.