Uit ds Provincie. Binnenland. doodmoede en verkleumd, na vier lange uren de Oostenrijksche liniën. i „Msbode." Verhaal van een gevangene. We lezen in het „Hsgz." Hedenmorgen spraken wij onder de- vluchtelingen hier aan 't station o.m. ook een man die eergisteren nog in de Ant- Werpsche gevangenis zat opgesloten. Mid den in dan nacht werd hij gewekt door het gebulder der kanonnen en het knet teren der shrapnels boven de stad. In de duisternis van zijn cel turend, omdat hij niet kon begrijpen wat dat helsch lawaai te beduiden had, want kranten kreeg hij niet te lezen, ofschoon toch wel een en ander van den oorlog tot binnen de muren van zijn kerker was doorge drongen, werd hij plotseling hevig ont steld door een ontzettenden knal, gevolgd door geknetter en gekraak alsof de heele boel in elkaar zou storten. Nog nauwe lijks Van zijn geweldigen schrik hekomen, werd de eerste slag gevolgd door een tweede, die hem nog heviger leek en niet ver van zij noel in het gebouw sloeg. De gevangenen begonnen langs alle kan ten op de deuren van hun cellen te bon zen en hulp te roepen. Het leek wel of die anders zoo rustige stelte der gevan genis plotseling in een hel was herscha pen. Een derde bom volgde onmiddellijk op twee vorige, deed een oogenblik het la waai der gevangenen verstommen, dat echter daarna tot razernij scheen over te slaan. Ook hij beukte werktuigelijk met zijn vuisten op de zware deur van zijtn cel, maar het was natuurlijk onbegonnen werk. Toen hoorde hij opeens het gerammel van een sleutelbos en op hetzelfde oogen blik werd de sleutel in het slot van zijn cel gesloten en de deur opengedraaid. Hij dacht niet anders op dat moment of zijn laatste uur was geslagen. Maar zonder te wachten en alleen met de woor den: „vooruit op de vlucht" snelde de Icipier naar de volgende deur. De man was de corridor ingerend, waar reeds meerdere medegevangenen als be zetenen in verwarring heen ein weer lie pen, als hazen, die „hij een klopjacht in den ketel worden gedreven om neergescho ten te worden." zooals hij het uitdrukte. Hoe hij den uitgang bereikt had wist hij nog niet, inaar tot zijn verrassing stond hij eensklaps midden op straat. Het ge dreun der kanonnen en het geknetter der granaten vulde hij korte tusschenpoozen de lucht, en de ruiten rinkelden uit de woningen op de kasseien, zooals hij de straat stee nen noemde. Tusschen dat geweldig geraas door hoorde hij hoog in de lucht een geronk en gesnor van motoren; ontzaglijke licht bundels vielen op het stadsgedeelte waarin hij zich bevond, en verlichtten dit zoo helder alsof het dag was. De zoeklichten uit een Zeppelin. i Alsof hij een benauwden droom had vluchtte hij om zijn vcege lijf te redden in een deurnis van een der woningen aan den overkant. Toen zag hij echter meerderen door de straat wegvluchten en sloot zich bij hen aan. Zij riepen „ZeppelinsZeppe lins!" en renden door de Keizerlei, die in diepe duisternis verzonken lag, naar de groote stations. De woningen leken overal uitgestorven, maar den volgenden morgen toen het hem gelukt was zich in een naar Roosendaal verfcrekkenden trein te wrin gen, hoorde hij van medereizigers, dat ze den geheelen nacht hadden doorgebracht in de kelders hunner woningen. De kerel was zoo Mij als ©en schut, dat hij hier in Den Bosch stond envrij. 3f> Quitschers in Frankrijk. De officieele Franse he mededeeling van gistermiddag drie uur luidt: Op onze linkerzijde trekt de Duitsche ruiterij, wier operaties ten oosten van Aire (aan de Lys, 40 K.M. ten zuiden van Duinkerken) mislukt zijn, terug naar het district Armentières. Hevige aanvallen der Duitschers tus schen Atrecht en de Oise zijn afgeslagen. Ten noorden van de Aisne zijn wij eenigs- zins opgeschoten, met name in de streek ten noordwesten van Soissons. Nachtelijke aanvallen van de Duitschers tusschen Craonne en Reims zijn afgesla gen. Apremont is na verwoede gevechten, waarbij de stad is genomen en herno men, ten slotte in onze handen gebleven. Op onzen rechtervleugel, in Lotharingen en de Vogezen is niets van belang ge beurd. Als samenvatting van den toestand kan gezegd worden dat wij overal onze stel lingen hebben gehandhaafd. Consulaat te Antwerpen. Ja, Woensdag hebben wij nog den hee- len dag op het consulaat gewerkt, ver telde de heer T. H. de Meester, Ned er- la nd.se h vice-consul te Antwerpen, aan de „N. Rott. Crt.". U begrijpt, dat wij het den laatsten tijd zeer druk gehadi hadden. Trouwens, de beide dochters en de aanstaande schoonzoon van den con sul-generaal, den heer Van den Bergh, hebben ons tot het laatste oogenblik trouw geholpen en zijn tot het critieke moment op hun post gebleven. Na dien laatsten arbeidsdag heb ik hen tot mijn leedwezen niet weder gezien evenmin als den con sul-generaal zelf. Dien Woensdag dan eindigden wij om vijf uur 's middags, iets vroeger dan wij anders plachten te doen. Maar men moest met de omstandigheden rekening houden; na half zes reed er geen tram. meer, straatverlichting ontbrak, schier alle ar beid lag reeds stil. Dit laatste gold ook' voor de takken van publieken dienst;1 slechts met groote moeite slaagden wij erin, nog een ie leg ram naar onze regee ring te verzenden. Daarin wezen wij er op, dat thans het oogenblik gekomen was, om een schip voor Nederiandsche vluch telingen beschikbaar te houden, en ver zochten wij, het consulaat te mogen ver laten. Het antwoord daarop is nimmer ontvangen. Ja, alles is dan ook wel hals over kop gegaan. Weliswaar had onze gezant Dinsdagavond Antwerpen verlaten om zich naar Ostende te hegeven, (ik zelf bracht hem op de boot), maar van Belgische autoriteiten hadden wij eigenlijk nooit waarschuwingen ontvangen. Tot dat ik dan Woensdagochtend in de „Métro- pole" de proclamatie van den gouverneur van Antwerpen las, waarin voor een goed venstaander veel te lezen viel. Toen begre pen wij, dat het ging spannen, maar wij zijn toch, zooals ik u zeidq, den gan- schen Woensdag nog op het consulaat blijven werken. Dien avond heb ik mij voor het laatst naar de Tolstraat begeven, waar ik op ka mers woonde, vlak hij het Paleis van Justitie. Toen ik thuis kwam, was mijn hospita reeds verdwenen, maar zij had voor mij en mijn mede-pensionnaires' (3 Amerikaansche journalisten) uitstekend gezorgd. Van matrassen, kaarsen en pro viand was de kelder ruimschoots voor zien. Maar ik gaf toch maar de voor keur aan mijn slaapkameT, waar ik ech ter kort vóór middernacht ruw uit mijn eerste droomen werd gerukt door de ver schrikkingen van het bombardement. Natuurlijk, kanongebulder had ik ook in de voorgaande dagen wel gehoord. Maar dan kwam het van verre; thans echter scheen een verraderlijk „ssss" vlak over je hoofd te sissen. Enfin, ik kleedde me zoo gauw mogelijk aan en wierp een laatsten blik op mijn garderobe en kof- feTS, om mij kelderwaarts te begeven. In den kelder vond ik ook de Ame rikaansche journalisten. En nog niet lang zaten wij daar of wij hoorden de granaten op verschillende plaatsen inslaan in de stad. Wij dachten, dat wijzelf vrij veilig geborgen waren; onze straat lag nogal beschut. Maar jawel, eensklaps sloeg een granaat in het dak van ons huis. Be nauwder- oogenblik heb ik nooit beleefd. Gelukkig werd die ruwe, ongenoode gast, die zich een weg baande door een mij ner pasverlaten kamers, door het kel dergewelf in zijn vaart gestuit. Maar zou zoo vroegen wij ons vol schrik af niet weldra het gansche huis boven ons hoofd afbranden? En toch, zestien uren "lang zijn wij in dien kelder gebleven, in het nachtelijk duister, waarvan de indruk mij zoozeer is bijgebleven, dat ik mij nog steeds ver beeld, 'dat wij hem voor de achtendsche- mering verlaten hebben. Een paar keer ging een der Engelsehen naar boven.; den eersten keer keerde hij in vrij opti mistische stemming terug, de tweede maal een ter riep hij ons toe: „Vlucht, het brandt overal". Ook de statige Leie stond op dat oogenblik in lichter laaie, althans dat gedeelte, waar wij het huis van burde- meester De Vos vermoedden. Als hazen zijn wij toen naar de kade geloopen, waar wij in het Queen's Hotel tal van lotgenooten in de hall verzameld vonden, een zeer internationaal gezel schap. Men was het er over eens, dat het onmogelijk was, in Antwerpen te blij ven. Zelfs als de Duitschers het binnen vier uur innemen blijft het er onveilig, verzekerde een Engelsch journalist; mijn landgenooten zullen niet rusten voordat zij de stad heroverd hebben, moet het zijnna de bloedigste straatgevechten. Dien Donderdagmiddag is de heer De Meester toch nog even naar het consu laatsgebouw gegaan, dat hij nog in on geschonden staat aantrof. Natuurlijk trof hij in de bovenverdieping, waar het Ne- derlandsch consulaat gevestigd is, (Oever 17) geen levend wezen aan. De Belgen van het kantoor beneden waren echter in den kelder saamgekropen. De heer De Meester liet een briefje achter voor den consul-generaal, waarin hij mededeel de, dat zrjn wdning in brand was ge schoten. Of dit epistel den heer Van den Bergh in handen is gekomen is natuurlijk zeer twijfelachtig. Deze zelf woonde meer zuidwaarts en het jvas onmogelijk hem zonder levensgevaar te bereiken. Donderdagnacht bracht onze vice-consul in den kelder van het Queen's-Hötel door, met het voornemen, bij het krieken van den ochtend op de ka zich een plaats op een schip te verzekeren. Maar geen der vaartuigen, die daar lagen (er was o.a. een Roode-Kruis-schip) kon hem op nemen. Dies besloot hij. met zijn fiets (die hij nog na zijn laatste bezoek aan het consulaat had kunnen ^nedenemen) over Mervven naar Esschen te rijden. Maar de brug bleek reeds gesprongen te zijn en de tocht gansch niet ongevaarlijk. .Waarheen dan Ja, waarheen dan Zijn woning stond in brand, de consul-generaal was niet te bereiken, de hotelier van Queen's Hotel was reeds gevlucht. Dan maar terug naar de kade. En ditmaal zag hij daar de Ne deriandsche vlag wapperen boven een schip, dat ook hein liefderijk opnam. Het was „De Telegraaf", tijdelijk gehuurd door het Belgische gouvernement, een boot, die voortdurend op en neer ging van en naar Hansweerd. Bij het afvaren een nieuwe sensatie. Plof, daar ging de pontonbrug de lucht in. Tegelijk lieten de Belgen verscheidene Rijnaken zinken. Men voelde, dat het op het einde liep. Intusschen, „De Telegraaf" kwam zon der onheilen in Hansweerd aan, vanwaar do heer De Meester met een vluchtelingen- trein te Roosendaal aankwam. Met den gewonen vier-uur-trein terug te keehen bleek onmogelijk; dies begaf hij zich op nieuw te midden der vluchtelingen om althans nog vóór den nacht met den vluchtelingentrein te Rotterdam te kun nen aankomen. Ook trof het, hoe goed in Rosendaal alles geregeld was. En de Belgen rondom hem waren vol lof over de gulle gastvrijheid hunner Noorder buren. Korte Oorlogsberichten. Aan de Brabantse he grens. Zaterdag waren er auto's met levensmid delen in aantocht uit Amsterdam naar Roosendaal en Bergen op Zoom, waar nijpende nood heerscht. Toorts trokken leger-auto's langs de wegen om zieke en gebrekkige vluchtelingen op te nemen. Uit Dordrecht zijn 2 auto's aangevraagd u*l brood om de hongerigen in hosschen, op de velden en langs de wegen te spij zigen. Prof. Meijers trachtte met een aantal Leidsche studenten wat organisatie te brengen in den afvoer van vluchtelingen met treinen. De burgemeester van Bot terdam had geseind, dat hij niet voor den toestand instaat, wanneer er nog meer vreemdelingen in do stad zouden komen. Amsterdam liet voorloopig onbeperkt toe. (N. R. C.) Naar Antwerpen terug? In Nispen 'is een Duitsch parlementair ge komen om de vluchtelingen aan te raden naar Antwerpen terug te keeren, waar niemand leed zal geschieden. De stemming van Keizer W i 1 h e 1 m. De Duitsche bladen publi- ceeren een brief van Vollbehr, over een onderhoud, dat deze met Keizer Wilhelm had. De Keizer betoonde zich zeer ver trouwend; zijn oogen schitterden bij elk woord, dat hij sprak, van trots op zijn dapper leger en zijn Duitsche volk. TERNEUZEN. Men verneemt, dat er ook 48 uhlanen over de grens zijn ge komen en geïnterneerd. De Belgen schat ten dat er een twintigduizend hunner door do Duitschers zijn gevangen gemaakt. Alvorens uit hunne stellingen te trek ken, is alles wat den vijand zou kunnen dienen onbruikbaar gemaakt. KOEWACHT. De stroom van vluchte lingen houdt aan. Op Belgisch grondge bied ligt een afdeeling Belgische soldaten door de Duitschers ingesloten. Velen laten zich interneeren; de meesten schreien als kinderen als ze hunne wapens af geven. (N. R. C.) Een onechte dagorder. Het „Wolff-bureau" is nu gemachtigd officieel het bestaan tegen te spreken van de dag order, aan den Keizer toegeschreven en waarover de Engelsche bladen zich, te recht, zoo ergerden. De' Keizer wordt daarin aangehaald als te hebben gelast, dat „het verachtelijke Engelsche legertje moet vernietigd worden." Over het bombardement van Bel grado door de Oostenrijkers wordt aan de Times geseind, dat 700 gebouwen door granaten getroffen zijn, waarvan 60 eigen dom van den staat. Van de burgerij zijn 25 gedood en 126 gewond. De bezetting der Westwaarts en Zuidwaarts liggende Servische forten heeft zeer weinig ge leden. De Oostenrijkers hebben zoo ruim met hun munitie omgesprongen, dat de cor respondent van het' Engelsche blad als zijn .oordeel te kennen geeft, dat zo ten minste evenveel verschoten hebben als het herstel der vernielde gebouwen zal kosten. In Polen en Galicië. Van Russische zijde. Door het hoofdkwartier wordt dd. 9 dezer het volgende communi qué medegedeeld: De jgevechten aan het front bij de Oost- Pruisische grens duren met dezelfde hard nekkigheid voort. De Duitsche troepen hebben zich uit Lyck teruggetrokken, waarbij zij bruggen in de lucht hebben doen vliegen. Op eenige plaatsen tusschen Ivangorod en Sandomir hebben artilleriegevechten met den vijand plaats gehad, die den Weichsel nadert. Belfort. Volgens een bericht uit Zurich heeft het grootste gedeelte van de burgerlijke bevolking Belfort verlaten. Vijfentwintigduizend menschen zijn naar het Zuiden van Frankrijk overgebracht. De gevechten van de laatste dagen zijn geëindigd met den volledigen aftocht van de Franschen. In den nacht van Woens dag op Donderdag hebben de Franschen de Sundgau ontruimd. Duitschland en Portugal. Volgens een telegram uit Zurich aan de Kölnische Zoitung heeft de Portugeesche gezant te Rome aan een vertegenwoordi ger der Tri buna verklaard dat het, op grond Van het verdrag van bondgenoot schap tusschen Portugal en Engeland, van zelf 'spreekt dat Portugal gaat ingrijpen De openbare meening in Portugal be schouwt deelneming aan den oorlog als een logisch en onvermijdelijk gevolg van de plichten en belangen van Portugal. En overwinning van Duitschland zou het verlies der Portugeesche koloniën mee brengen. Prins Joachim is van zijn ver wonding genezen en is zich weer hij het leger gaan voegen. Transport-colonne. In verband met de vraag van den in zender Elesemité omtrent een zieken transport-colonne in ons no. van Vrijdag, merkt men ons van goed ingelichte zijde op, dat do vrager zich vergist in zijn opvatting van de taak dezer inrichting. De transport-colonne zal moeten dienst doen ingeval van oorlog in ons land, zij !zal zich dan hebben te begeven naar het 'slagveld in welker dichtste nabijheid de colonne is gestationeerd, en vandaar de gewonden of zieken hebben te vervoe ren naar het naaste hulphospitaal. Dit is geheel iets anders dan waarop de heer E. doelt. Wanneer daar, gelijk te Rilland, gewonden worden aangevoerd, behoort 't niet tot de competentie dier colonne om die gewonden af te halen. Dit is een heel andere zaak. Wil E. een comité in 't leven roepen dat deze taak op zich neemt, dan wende hij zich tot dr. Coenen, die, evenals bij de oprichting der trans port-colonne, zijn diensten wel zal willen presteeren; doch hij wete wel, dat dit geschieden tmoet op zijn eigen risico, dat er vanwege het Roode Kruis geen subsidie wordt verleend en dat hij een station- dienst zal hebben te organiseeren, om bij aankomst van alle treinen gereed te staan ivoor de ontvangst en het transport der gewonde soldaten. Van Tienhoven. Te Bentveld is in den ouderdom van 73 jaren overleden de heer mr. G. v. Tienhoven. (Gijsbert van Tienhoven werd 12 Febr. 1841 op De Werken onder Sleeuwijk ge boren, promoveerde te Utrecht in 1866 op het proefschrift „Beschouwingen over de rechtspersoonlijkheid", vestigde zich in 1866 als advocaat te 's Gravenhage, van 1868 tot 1874 was hij hoogleeraar in de rechten aan het athenaeum te Amsterdam, van 1878 tot 1880 lid van den gemeente raad en wethouder van financiën te Am sterdam, tevens lid der Tweede Kamer voor het district Amsterdam; van 1880 '91 burgemeester van Amsterdam, van van 1888'91 lid van de Eerste Kamer voor Noord-Holland, van 18911894 mi nister van builenlandsche zaken in het ministerie v. Tienhoven—Tak; van 1897 tot 1901 Commissaris der Koningin in Noord-Holland. Van Tienhoven genoot het vertrouwen der toenmalige Koningin Regentes, thans Koningin-Moeder, de val van het mini- sterie-Tak is, zegt men, voor een groot deel aan z ij n invloed toe te schrijven. Groot voorstander van de kieswet-Tak was hij niet, hetgeen niet tot een krachtig, gezond leven van dit kabinet bijdroeg). Post naar Antwerpen. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie maakt bekend, dat tot nadere mededeeling geen verzending van brieven en andere stukken voor België 'uit Neder land naar Antwerpen zal plaats vinden. (St.ct.) De Eerste Kamer hoopt te vergaderen Dinsdagavond te half tien. Vrijwilligers bij den Land storm. De minister van oorlog heeft den op perbevelhebber van land- en zeemacht ge- Jnachtigd om namens hem, de bij den landstorm gesloten vrijwillige verbintenis zonder formaliteit te ontbinden, ingeval dit om eenige reden in het belang van den dienst of van den aangenomene noo- dig of wenschelijk wordt geoordeeld. Interne eringsdepöts. De gepensionneerde kap. luit. ter zee Ternaat te Hilversum is benoemd tot commandant van het nieuwe internee- ringsdepot te Leeuwarden en is daar heen vertrokken. Zaterdagavond is een groote trein uit Vlissingen met Belgische en Engelsche soldaten Utrecht voorbijge komen. De manschappen, zouden naar Amersfoort en Kampen worden vervoerd. Enkele gewonden bevonden zich onder hen. Zaterdagmiddag zijn te Dordrecht on geveer 700 geïnterneerde Engelsche ma rinesoldaten aangekomen per boot uit Ter- neuzen. 's Avonds zijn ze per trein naar het interneeringskamp vertrokken. Gewonde Belgen. In het militaire hospitaal te Middel burg worden thans de volgende gewonde Belgische soldaten verpleegd Victor van Crombrugge, Jules Bernard, Emile Eyland, Joseph Ghuesquler, Mare Samme, Hendrik Michielsen, Aug. van Herk, Edmond de Horne, Servais Prévot, Henri Guissart, Louis Deanscutter, El. de Smecht, George Bervoets, Charles Hay- don, Gillade Clément, Constant Borremans, Antoine Apotekers, Edouard Suys, Gu. He- laers, Pierre Léonard Roeruen, Pierre van Geirt, Frans Dresselaerts, Gustavo v. Van- houent, Charles van de Winckel, Joseph Larein. In het Verpleeghuis worden verpleegd: Lieutenant Boulanger, Sous-Liéutenant Habarn, Sous-Lieutenant Van Decopeile, Sous-Lieutenant Kort. „Midd. Ct." G aas te r 1 an d. Laat in den avond kwam, naar het „Hbl." d.d. 10 Oct. verneemt, het eerste transport Belgische soldaten op weg naar Gaaslerland te Arnhem aan, die eveneens flink werden onthaald. Ze wisten niet hoe zij' hun dankbaarheid zouden uitdruk ken. Daarom schreven ze het buiten op de wagens met krijt; bijna op iederen wa gen lazen we het: „Leve Holland, Oranje boven, dank van het Belgische leger," enz. De toestand op Walcheren. Te Middelburg kwamen er Zaterdag nog steeds v.u.hteLrg n bij terwijl de hcop, er wat te kunnen wegzenden naar het noorden van het land niet tot verwezen lijking kwam, daar de treinen hier bijna alle stampvol uit Vlissingen aankwamen en er geen gelegenheid was oen aantal van beteekenis hier op te nemen en ook Zondag hield de stroom aan, eerst slechts enkele tientallen van Goes >en verdere) plaatsen, maar des middags heele troe pen, zeker tot een aantal van 1300 a 1400 uit Vlissingen, die men daar niet meer kon plaatsen en toch heeft de commissie, krachtig gesteund door het gemeentebe stuur en tal van particulieren, eigenaren van groote gehouwen, kans gezien om allen een onderdak te geven en wat haast nog meer zegt allen te voeden, want dit laatste punt is veelal niet minder moeilijk dan het eerste, ofschoon ook in deze particulieren op lofwaardige wijzen en in stilte veel mede helpen. Er is veel toezicht zoowel over dag als des avonds en 's nachts noodig, maar ook hier ontbreekt het niet aan en ook de politie toont andermaal voor do zwaarste taak niet terug te deinzen. Tusschen al dit werk door, werd nog een andere hulp vereischt en wel de zorg voor de gewonden en zieken, en de man nen die zich als dragers vat) het Roode Kruis oefenden, voorgegaan dq.or de mi litaire dragers volbrengen die taak op voorbeeldige wijze, zoowel bij tram als trein waar de verwonden verwacht wor den staan zijl gereed, en per brancard worden de ernstige verwonden per auto of rijtuig de minder ernstigen naar Gast huis, hospitaal of verpleeghuis vervoerd, zoodat nu reeds ruim 150 patiënten aan de zorgzame handen der verpleegsters zijn overgeleverd. Bij het vervoer van eenige verwonden Zaterdagavond per tram bleek bij Sou burg dat een van dezen wondkoortsen kreeg en spoedige overbrenging noodza kelijk was. Juist passeerde een auto, deze werd aangehouden, de passagiers waren direct bereid uit te stappen, en per auto ging het naar Middelburg, waarop de auto terugkeerde om zijn passagiers woer op te nemen. Te Vlissingen was het nog veel druk ker en dat ook daar alles vol zat blijkt reeds uit het bovenstaande, maar er kwam nog bij de onophoudelijke aankomst van booten met de in Zceuwsch Vlaanderen gedeteneterden, ofschoon herhaaldelijk trei nen met soldaten vertrokken, was de om geving van het station toch steeds vol van Belgische krijgers, die bet evenmin als de vluchtelingen aan toegenegenheid van de zijden van het publiek ontbrak, zii werden gevoed en gelaafd door tal van handen. Hier is iedere school voor onderdak in gebruik genomen en ook tal van andere gebouwen. Maar ook op de dorpenzit men niet stil, overal worden ze hoen vervoerd, de ongelukkige slachtoffers van den verwoe den strijd, die Europa in vuur en vlam zet. Ook de plattelandsbevolking hegrijfpt in deze dagen haar menscbelijke plicht. Het bovenstaande was reeds geschreven toen de trein van negen uur aankwam-, hiermede kwamen te Middelburg o.a. mede dienstplichtige Belgen, die niet aan de oproeping hadden kunnen voldoen en nu wilden trachten alsnog bij het leger te komen. Ook bleef het aanbrengen van gewonden voortduren en zoo steeg het aantal tot over 200. Nog kan worden gemeld dat er onder de te Middelburg aanwezige Belgen niet veel animo is om naar Antwerpen terug te keeren, zooals door den Duitschen gou verneur was gepubliceerd te doen, men waagt er liever zijn eigiendomien aan, dan zich onder het Duitsch bestuur te plaat sen. Middelburg. Door B. en W. wordt naar aanleiding van adressen van houders van inrichtingen op de kermis, welk© dooi de juist begonnen (mobilisatie voor hen bijzonder slecht was om teruggaven van het staangeld, afwijzend op die verzoe ken te beschikken, daar het wel waar is dat de zaken van bedoelde personen onder den ingetreden cotlog geleden heb ben, maar dat hebben zij met meerdere anderen gemeen. Gemeenteraad van Middelburg. In de vergadering van den Raad te houden op Woensdag, den 14 October 1914, des namiddags te 2 uur, worden behandeld Notulen. Ingekomen stukken. Benoeming Voorzitters en leden vaste Commission, voor het jaar 1915. Benoeming van een tijdelijk Leeraar aan de Burgeravondschool. Or bewoonb arverk arir g au e c (dien. Adressen inzake den Gemeente-reini- gingsdiest. Toetreding als Lid tot de Vereeniging van Gemeentewerklnosheidsfondsen. Verzcek van C. J. Hondius om dupl caat- obligatiën. Verzoek van der Leeuw c.s. oin resti tute pachtgelden jaairmerkt 1914. Verzoek Janvier o.a. om restitutie pacht gelden jaarmarkt 1914. Voorstel inzake de Verordening tot hef fing van rechten voor gebruik van Ge meentewerken. Verzoek van de Vereeniging „Kinder voeding" om uitbreiding van den gemeen testeun, i Bezwaarschriften tegen aanslagen In komsten-belasting. Goes. Het Comité voor vluchtelingen te Goes verzoekt zeer dringend aan de tijdelijk hier verblijvende Belgen hun naam en adres op te geven Maandag 12 en Dinsdag 13 October, des morgens van 111 uur en des avonds van 68 uur in het Gebouw der Chr. Jongelings-Ver- eeniging, Wijngaardstraat. Dezen maatregel neemt het Comité in

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2