Maandag 12 October 1914
29e Jaargang
No. 10
De Groote Oorlog.
„De Zeeuw" in ïVliliiair
Tehuis en Kamp.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN IE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHU9J L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Coinfre Goes.
Van den Bondsring Serooskerke en
omstreken van Jongel. Ver. op G. G. ont
vingen we f2.50, waarvoor een ex. van
„De Zeeuw" naar de militairen te Zou-
telande gezonden zal worden, en een
ander naar die te St. Kruis.
Hartelijk dank!
Bededagen.
„De Heraut" schonk haar aandachtvaan
een artikel in „De Telegraaf", waarin,
naar aanleiding van den aandrang op de
Regeering geoefend om evenals president
Wilson een bededag uit te schrijven we
gens der tijden nood, eenige onjuisthe-
den geschreven staan. Zoo schreef „De
Telegraaf", dat sedert de Frahsche om
wenteling en de scheiding van Kerk en
Staat, toen de gereformeerde religie niet
meer den toon aangaf, de overheid in
ons land als zoodanig geen bededag of
dankuur meer uitgeschreven heeft.
„De Heraut" toont aan dat dit mis
gezien is. Na de Fransche Revolutie heeft
de overheid nog telkens bededagen uitge
schreven; bijv. in 1802, na den vrede
van Amiens; en onder de Bataafsohe re
publiek, Koninkrijk Holland en Napoleons
bestuur werden ieder jaar dank- en be
dedagen uitgeschreven. Na het herstel on
zer onafhankelijkheid geschiedde dit nog
herhaaldelijk bij elke belangrijke gebeurte
nis (zie Kist Nederl. Bededagen en Bid-
dagbrieven). Die uitschrijvingen geschied
den bij Koninklijk Besluit, dus waren of
ficieel.
Nu wij deze belangrijke mededeeling
van „Do Heraut" releveeren, herinneren
wij aan nog een andere vergissing van
„De Telegraaf", waarop het blad wijst.
„De Telegraaf wijst op art. 66 der Dordt-
sche Kerkorde hetwelk aan de kerk dein
plicht oplegt oan de Overheid te bidden
een biddag of dankuur uit. te schrijven,
en merkt daarbij op dat de corresponden
ten met de hooge Overheid aan dezen
plicht nog niet voldeden. In deze rede
neering nu is een gaping die de opmer
king aan het adres der depütaten der
geref. kerken voor de correspondentie met
de Hooge Overheid tte niet doet.
Immers in 1905 is door de Synode
van Utrecht uit dit artikel het voorschrift
door „De Tel." bedoeld uitgelicht. Het
artikel luidt na deze revisie: „In tijden
van oorlog, pestilentie, algemeene volks
rampen en andere groote zwarigheden,
waarvan de druk overal in de kerken
gevoeld wordt, zal een bededag worden
uitgeschreven door de Classe die daar
toe door de laatste Generale Synode is
aangewezen".
Zoodat wilden depütaten een dergelijk!
verzoek tot de Regeering richten, ziji bui
ten hun boekje zouden gaan, want zon
der bijzondere lastgeving van de Synode
gaat en mag dit niet.
De opmerking der antirev. pters blijft
derhalve intact: Waarom heeft onze Over
heid, in dit geval onze Kóningin met hare
Ministers, nog geen roeping gevoeld een
dergelijken bededag uit te schrijven?
Zoo ooit dan was het er nu de aan
gewezen tijd voor.
De val van Antwerpen.
Fen Belgische oorlogscorrespondent van
„De Tijd", die het beleg en den val van
Antwerpen heeft bijgewoond, seinde daar
over gisteren uit Sas van Gent
Zoodria het tegenhouden van de Duit-
scihe invasie bij de Nethe niet slaagde, en
de eerste forten van de buitenlinie ge
vallen waren, werd het duidelijk, dat te
gen de overmacht, den onwrdkbaren wil
enhet werkelijk superieure en onweer
staanbare zware geschut van de indrin
gers, de benarde veste niet te houden
zou wezen. Nog vóór het bekende ma
nifest van den gouverneur verscheen, wa
ren idoör de Belgische regeering in overleg
met de Engelisehe- en dê Generale Sta
ven maatregelen genomen, oni het Belgi
sch© veldleger zooveel mogelijk ongerept
teirug te doen trekken. Terecht hebben
de EngeLschen begrepen (ik mag overi
gens zeggen, zonder een geheim! te schen
den, dat het hun ook door de Belgische
regeering te verstaan werd gegeven) dat
niet de geheele jongelingschap van Bel
gië, waaruit later de toekomst van het
land moet opstaan, prijs mocht gegtoven
worden aan een vernietiging, die door
den sterken insluitingsgordel der Diuit-
schers onafwendbaar scheen. Reedis te
veel offers heeft België betaald cun de
gemeenschappelijke zaak te dienon, en
noch Frankrijk, noch Engeland verlangen,
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
dat ons kleine volk zich zal laten uit
moorden en dat het doodbloede.
Nog vóór de eerste troepten verplaatsin
gen begonnen Duitschland kan de Bel
gische troepen eerstdaags elders in het
vuur verwachten hadden officieren en
manschappen van de genie zich aan boord
begeven der voornaamste schepten van
de Duitsche handelsvloot, welke bij. het
uitbreken der vijandelijkheden in de ha
ven lagen en prijs werden verklaard.
Zij werden afgezonderd en de machine
kamers totaal onbruikbaar gemaakt door
dynamiet-ontploffingen. Talrijke Duitsche
ladingen werden ontruimd. In de stad
zelf waren tijdig de schilderijen en kunst
werken beveiligd, de staatsarchieven naar
Ostende overgebracht enz.
Eerst tijdens het bombardement werden
de petroleum tanks, waarvan men ge
tracht had enkele te ledigen, in brand
geschoten, terwijl verschillende lichters en
voorraden in de Schelde zijn vernietigd
en de sluizen opgeblazen.
Terwijl dit geschiedde en de stad zoo
goed als geheel werd ontruimd, hadden
bij de Nethe nog uit- en aanvallen plaats,
welke den Belgen veroorloofden, nog en-
kale uren den toestand te beheersohen,
dank zij den steun der nog overgebleven
forten van de buitenlinie. Duchtig hand
haafden zich die van Oude God, Mortsel,
Hohoken, Wilrijck en Eedeghem. Maar de
aangekomen versterkingen veroorloofden
dan opdringenden Duitsehers hun stel
lingen vooruit te schuiven, en hun zwaar
geschut wist ook de nog standhoudende
bezetting der buitenforten tot machteloos
heid te dwingen. Uitgeput, verkleumd, de
hoofden verbonden met zwachtels en de
klearen besaneerd met modder, zag men
hen samen bij troepjes op' de binnenste
verdedigingslinie terugtrekken. Twee com
mandanten lieten hun onverdedigbaar ge
worden versterkingen in de lucht vlie
gen en vernagelden de onvervoerbare ka
nonnen; van een ander werden de mu-
nitiekameirs in brand geschoten; enkele
handhaafden zich nog, geheel geïsoleerd,
bolwerken van dappterheid, maar tenzij
er nog een spoedig ontzet kon georgani
seerd worden ook van hopeloozen te
genstand.
Ik spaar u de beschrijving van heroï
sche episodes en van de helsche ge-
tusschen de builen en binnenlinie gele
verd zijn tusschen de Engelsche hulptroe
pen (die lang niet zoo talrijk geweest
zijn als men gemeend heeft) geholpen
door het Belgisch fortenlegertje ien de
felle Duitsche aanvallers, die, ik meet
het erkennen, met doodsverachting' vech
ten. Ondanks het zwarescheepsgeschut
door de Engelschen aangevoerd, slaagden
de Duitsehers er spoediger in, dan men
Verwachtte, ook den binnengordel met een
bres te forceoren. Al hebben krijgslisten,
ontploffende mijnen en wolfskuilen bij de
buiten en binnenforten duizenden man
schappen gekost, generaal von Beseter
had blijkbaar bevel, om tea- beveiliging
van het Duitsche leger in Noord-Frank
rijk, de vesting Antwerpen te nemen ten
koste van welken bloedprijs ook.
In de stad zelf zijn de nachten van
gisteren en eergisteren het "verschrikke
lijkste geweest, wat ik in dezen oorlog
nog heb bijgewoond. De beschieting van
Luik beteekende er maar een schijn en
schaduw bij. Het is heelemaal geen tijd,
om kritiek te oefenen op overheden, die
met de beste gevoelens bezield warén en
aan wier vastberadenheid niet mag, getwij
feld worden, maar het was niet verstan
dig, onder het krankzinnige voorgeven,
dat de stad Cot den laats ten steen zou
verdedigd worden, dat de blijvers water
en zand gereed moesten houden enz.,
panieken en onverstandige uittochten te
veroorzaken, welke bij beter beleid voor
komen hadden kunnen worden. Dat de
bevolking zoo spoedig mogelijk terugtocteie
is in elk geVal een wensch, waarvan de
vervulling nog* veel ellende kan Voorko
men.
Het zware en meedoogenlooze bombar
dement heeft de stad niet zoo geruïneerd,
dat zlij voor meer dan een honderdste ge
deelte onbewoonbaar zou zijn. Dit zon
der overdrijving.
Zwaar en meedoogenloos is het echter
gtowteest, en vooral de jongste nachten
veroorzaakte het een furie van wanhoop
onder de bevolking. Het eerst zijn getrof
fen Borgerhout, Berohem,de Antwerpi-
Bche staties, het Justitiepaleis, een paar
kerken en kloosters, enkele sinjorenpar
leizen en havenwerken. In den ergs ten
nood begonnen de gevangenen hun cel
deuren te rameien, daar enkele bommen
het dak hadden doorboord. Zij huilden als
krankzinnigen, en op last van den procu
reur van het gerechtshof heeft toen de
cipier de gevangenen in 'vrijheid gesteld,
die briesend door de straten vloden, als
of duivels: hen op de hielen zaten. En
kelen maakten van de verwarring1 ge
bruik om kleine plunderingen en dief
stallen te ondernemen, die echter gewa
penderhand werden onderdrukt. Ik moet
hierbij opmerken, dat de ergen gevangenen
reeds eerder naar een veilige bewakings
plaats waren overgebracht.
Gistermorgen zond de Duitsche be
velhebber een vierden palementair, om
de overgave te eistahen. Toen zij gewei
gerd werd, maakten de Duitsehers onder
een laatsten regen Van granaten alles ge
reed voor de bestorming van de laatsfge-
handhaafte stellingen. De overgebleven
manschappen der bezeting en hulptroepen
waren echter stillekens aan teruggetrok
ken. Ook diê gemakkelijk vervcerbare ka
nonnen werden stadwaarts gehaald in de
richting van Booin. De laatste Engelsche
verdedigers trokken over de noodbrug bij
het hoofd van Vlaanderen, die zij achter
hen met dynamiet opbliezen. Toen de
Duitsehers tot den stormloop waren over
gegaan, vonden zij de verdedigingslinie
verlaten. Troepen cavalerie drongen het
eerst de stad binnen en bezetten het stad
huis, het postkantoor, de tijdelijk gebruikte
gouvernementsgebouwen en oi'ficieele ge
bouwen, de Groenplaats, de Keizerslei en
de havenwerken. Onmiddellijk trachtten
zij een noodbrug te slaan over de Schelde,
en men kan verwachten, dat zij spoedig
de teruggetïoepen troepen der bondgenoo-
ten op de hielen zitten. Gisteravond is
het Duitsch bestuur over de stad ingesteld.
Van onze grens.
'Ie Esschen weigerden da Belgische
spoorwegarbeiders dienst te doen, vertelt
de „N. Rt. Ct." „De jeugdige stations
chef wist geen raad meer met al dat
spoorwegvolkje, dat zich ten deel© nog
maar wonderlijke oorlogsmanieren had
aangewend. Van de zeven wagons meel,
vooral gekomen uit Antwerpen voor de
duizenden arme vluchtelingen in de qna-
rantainestallen, was nu niets meer over,
omdat de kolonie hier op het emplace
ment alles leeggehaald had en aan vrien
den en kennissen uitgedeeld, waarbij heel
wat was vermorst. Enkele hunner waren
op losse machines na het verlaten Ant
werpen gevlogen, waar nu uiteraard véél
wordt geplunderd en in de entrtopöts had
den ze van allerlei goede zaken buitge
maakt. Ik verneem dat van een trouw
gebleven, doch jeugdigen hoofdambtenaar
der Belgische Staatsspoor, die met1 toen
trcepje beambten op toen 1' c mr t'ef n ar
de stad was gespoord om leeftocht te ha
len voor de arme vluchtelingen; Antwer
pen immers had zich voor het beleg ge
ducht geproviandeerd, en er ligt dan ook
een geweldige hotoveelheid levensmiddelen.
Maar het troepje kerels had d© verzoe
king niet kunnen weerstaan. Samen had
den zij' in het entrepot ©en vat wijn van
140 L. leeg gedronken, toen hadden zij
twee vaten op de machine geladen en de
ingenieur had niets van hen gedaan kun
nen krijgen. Zoo kwam er hier vanmorgen
in een trein uit Esschen een bagagewagen
mede; een paar Belgisch© machinisten
en stokers vertelden, dat dito vol was met
allerlei, dat zijl uit Antwerpsche loodsen
hadden gehaaldwijn, champagne, havana-
sigaxen, rijst, weet ik wat. Zij waren
van plan door te gaan naar Amsterdam
en verzochten den Nederlandsehen spoor
wegautoriteiten om hun dien wagen daar
heen na te willen zenden. De wagen is
hier aangehouden. Dit zijn enkel© staal
tjes, door zwakke broeders gepleegd,
waarop ge nu natuurlijk vooral het heele
corps niet moet aanzien."
Uit Putte wordt dd. 10 Oct. gemeld:
Hedennacht hebben de Belgen hier de
laatste forten laten springen. Nu de Duit
sehers in Antwerpen zitten, was verdere
verdediging nutteloos.
Bij het springen der forten zijn ver
schillende kanonniers gedood en gewond.
Een Duitsche automobiel met witte vlag
verscheen hedenmorgen om 11 uur aan
de grens om te melden, dat de Belgen
weer konden terugkeeren naar Antwer
pen. Velen keerden reeds huis
waarts.
Van de Zeeuwsche grens.
Uit Terneuzen, dd. 11 October. (Aan
de N. R. Ct.) De doorvoer van geïnter
neerden houdt nog aan. In de aanvoer
komt eenige kentering. Naar schatting
zijner nu wel meer dan 15000 doorgeko
men. Van bakkers en winkeliers is groote
inspanning gevorderd om te voorzien in
behcefte aan eetwaren. Daar tijde ijk rocd
dreigt w.ordt van uit Rotterdam een! voor
raad eetwaren door de autoriteitien aange
voerd. Aan de grenzen is het nu een
stapelplaats van groote massa's geweren
en ander oorlogstuig. In de ambulances
zijn heden nog verschillende gewonden
aangebracht.
Ik verneem dat de Duitsehers nog niet
naar de zijde van Gent zijn doorgedron
gen, zij' zouden daarin worden teruggehou
den door troepen met Franschen en En
gelschen in het front. Bezoekers aan
Ostende melden dat daar heden nog
schepen met troepentransporten arri
veerden.
(Jit Antwerpen.
Baron von der Schuetz is tot
gouverneur benoemd.
Geen der forten is verdedigd, de mees
te zijn platgeschoten nadat zij verlaten
waren. De Duitsehers voerden geen be
stormingen uit.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
bliezen de Belgen achtereenvolgens de for
ten Ertbrand, Brasschaet en Beirendrecht
en om 7 uur 's morgens Stabroeck op.
Baron von der Schuetz heeft bekend
gemaakt, idat de burgers rustig terug kun
nen keeren. Een gedeelte geeft daaraan
gehoor, maar anderen vluchten nog, zoo
dat de weg van Antwerpen naar Capel-
len en Putte zwart was van vluchtende
en terugkomende menschen, die elkaar
kruisen.
De parlementair der Duitsehers, die de
forten kwam opeischen, kwam te laat,
daar de forten reeds opgeblazen waren.
Het fort Merxem is door de Duitsehers
stukgeschoten en verlaten door de Belgen.
De verwoesting van Antwerpen is be
halve bij het Zuiderstation onbeduidend.
De huizen in de Schoenstraat staan in
brand. Duitsche soldaten helpen bij het
blusschen.
Een bom heeft de Lievevrouwekerk be
schadigd. In Bed- en Ramstraat zijn hui
zen stukgeschoten, maar de verwoesting
is overdreven. Het paleis des Konings
op de Meirplaats en het Centraalstation
zijn onbeschadigd. Het hoofdkwartier der
Duitsehers is met medewerking van don
gemeenteraad in het Stadhuis gevestigd.
Van het Oostenrijksch-Russische front.
Zaterdag, aldus wordt officieel uit Wee-
nen 'gemeld, hebben de Russen een storm
loop op het Zuidelijke front van Przeinysl
gedaan, die is afgeslagen. Daarna is de
terugtrekkende beweging dier Russen al
gemeen geworden. Zij hebben het Weste
lijke front moeten ontruimen en onze rui
terij is daar reeds de stelling binnengetre
den.
Vijf tot zes divisies Russische infanterie,
die bij Lancut stand hielden, moesten
naar de San vluchten. Verder is een di
visie kozaktoen met een brigade infanterie
ten oosten van Dymow teruggeworpen
Onze troepen zitten de Russen overal op
de hielen.
Engelsche hulp te laat?
Een onderofficier die in de forten van
Namen was, naar Frankrijk uitweek en
weer naar Antwerpen terugkeerde, gaf
als zijlue meening te kennen dat de En
gelsche hulp te laat gekomen is. Er was
geen voldoende gelegenheid geweest voor
het opstellen van het Engelsche zwaar
geschut. Het vuur der Duitsche vuurmon
den was overstelpend ton men was mach
teloos daartegen. De troepen die over onze
grens kwamen, waren van het leger af
gesneden door het Noordwaarts trekken
der Duitsehers, sedert zij de Schelde wa
ren overgetrokken. De Belgische militai
ren zien er afgemat uit, de Engelsche zijn
frisscher. Velen zijn ook door de Duit
sehers krijgsgevangen gemaakt.
„N. R. Ct."
Uit Antwerpen's geschiedenis.
Hieronder volgen etonige der belangrijk
ste data uit Antwerpen's geschiedenis.
1585 (17 Augustus). Na een beleg van
14 maanden wordt de stad door de Span
jaarden onder den hertog van Parma
veroverd en geplunderd.
1706 (5 Mei). De vesting wordt inge
nomen door den maarschalk van Saksen.
1830 (27 October). Ingenomen door de
Belgische opstandelingen, hoewel de cita
del nog in handen van de Hollanders was,
die van daaruit de is tad beschoten.
1832 (23 December). De citadel bele
gerd door de Franschen en na een dap
pere verdediging ingenomen.
1914 (9 October). De stad na een be
schieting door de Duitsche belegerings
troepen door deze ingenomen.
Muziek gedurende den slag.
De "„Berliner B o ersenciouriëri" drukt een
brief af van den kapelmeester Franz
Becker, van het Kaiser Franz-regiment
der garde, een in Berlijn bekende figuur.
De brief heeft den volgenden inhoud:
Wij lagen na een langen marsch. bij G.
in bivak en genoten van den aanblik
van de dampende ketels goulasch en het
vooruitzicht op een heelen nacht rust.
Maar daar werden wij in eens geal
armeerd, de voorposten waren in aan
raking gekomenmet sterke Fransche
strijdkrachten. Plotseling werd het leven
dig in ons bivak en weldra was een
heftig gevecht gaande. De Fransche ar
tillerie vuurde uit gedekte stellingen, on
ophoudelijk vlogen met scherp gefluit gra
naten door de lucht, die met ontzettend
glekraak uiteensprongen. De infanterie
vuurde ook levendig, zonder evenwel de
Duitsche posities in het duister preciest
te ontdekken. Ik ging met mijn muzi
kanten onder dekking vooruit tot ik ko
lonel von K. trof, die mij opdroeg ook
mijnerzijds deel te nemen aan dit helsche
concert. Ik kroop met mijn mannen voor
uit tot de voorste loopgraaf, liet daar
de instrumenten uitpakken en speelde tot
groot genoegen onzer mannen het sohoone
lied: „O wie wohl ist mir am Abend".
Na eenigen tijd, toen de maan, die tot
dat oogenblik achter dikke wolkensluiersi
gebleven was, in eens te voorschijn kwam
om het slagveld met de springende gra
naten lugubier te verlichten, begroetten,
wij deze met het lied„Guter Mond,
Die gehst so stille", waarmee de man
schappen dadelijk instemden. Niet lang
daarna deden de Franschen een storm
aanval. Wij ontvingen hen toepasselijk:
met „Puppchen, du bist mei® Augen-
stern". Onze mannen schoten schitterend
en de Franschen deinsden af. Wij bliezen,
om hen te doen weten, wie wij waren,
den lijfmarsch van ons regiment, den
stormachtige®. Radetzkymarsch, e® toen
kort daarop de zon bloedrood opging,
besloten wij ons concert met het koraal,:
„Wie schoen lenchtet der Morgenstern",
en ook nu weer zong menigeen van de
mannen met het geweer aan den schou
der mee.
Becker is een der volgende dagen mee
strijdende onderscheiden met het ijzeren
kruis.
Een koene vliegtocht
Een bewonderenswaardigton vliegtocht
maakte op 1 October een Oostenrijksch
stafofficier met zijn pilot naar de door
de Russen belegerd© vesting Przemysl.
Bij Dubiesko, een dagmarsch van de ves
ting gelegen, kreeg de stafofficier de eer
ste Russische troepen in het oog, een
heele divisie cavalerie tegelijk, d:e direct
op de machine begonnen te vuren. Het
vliegtuig vloog ook over de artillerie,;
maar het granaatvuur kon de snelle vlucht
der machine niet volgen. De kartetsen
sprongen meestal achter het vliegtuig en
maar drie scherven doorboorden de draag
vlakken. Een er van bleef 20 c.M. van
de zitting des verkenners in bet houtwerk
steken. De vestingwerken werden onder
een hagel van projectielen overvlogen.
Reeds zweefde d© reuze-vogel in een
grooten cirkel boven de stad om de lan
dingsplaats te zoeken. Trots het hevigste
artillerievuur des vij'ands stroomde toch
de heele bevolking op straat samen en
de in machtige spiralen dalende vogel
werd met onbeschrijfelijk gejuich inge
haald, waartusschen de machtelooze scho
ten van het vijandelijk geschutvuur als
zware trommelslagen dreunden. Nitot al
leen bracht de vogel bevelen voor d©
bezetting maar ook .aan een grooten troost
in den vorm van lang gemiste couranten.
De geheele tocht tot aan de landing had
juist een uur geduurd. Was reeds de tocht
naar de vesting er een vol gevaren ge-
geweest, de' tocht er uit naar de Oosten-
rijksche liniën scheen welhaast toen onmo
gelijkheid. Door buiig weer en sneeuwval
dit tot 6 October uitgesteld worden, maar
zelfs op dezen dag was het weer nog
allesbehalve gunstig. Met bang gemoed
zagen de bewoners de motodige vliegeniers
zich van de eng begrensde- vlitogplaats
in bijna loodrechte spiralen omhoog
schroeven. Nauw was de machine boven
de vestingwerken zichtbaar, of de Russen
openden een zoo razend vuur, dat het ge
bulder van het vuur zelfs het gtobrom
des motors overstemde, dat andiers dö;
vliegeniers tegen andere geluiden onge
voelig maakt. Menigmaal was het vlieg
tuig in een rookwolk van rondom ontplof
fende projectielen gehuld, waarvan dei
luchtdruk het niet zelden plots uit zijln
baan perste en achtmaal doorboorden gra
naatscherven de draagvlakken. Door den
verrekijker kon men waarnemen welke
ontzettende verliezen de regen van scher
ven en projectielen bij het weer neer
vallen in de rijten der dicht opeengepakt©
Russen aanrichtte. Was nu het vliegtuig
ook al triomfantelijk aan het bereik van
het Russische vuur ontkomen, in de
wilde sneeuwbuien, die al sedert weken
over Galicië heenstormen, vond het een
nog gevaarlijker vijand. Het voelde zich
door windstooten op en neer gedrukt,
door den witten sneeuwsluier been en toen
de vliegeniers zich de sneeuw van bril en
hoofdkap veegden bevonden ze zich ver
uit den koers, zoodat ze diep moesten
dalen om dien terug te vinden. Maar daar
bij werd het vliegtuig door buien ook
weer zoo heftig heen en weer geschud,
dat bijl een scherpe stijging de benzine
leiding afknapte en de verkenner de buis
met de hand tegen het benzinereservoir
moest aangedrukt houden. Trots al dezton
tegenspoed bereikten de vliegers doornat,