idijk c.a.
eet
üisMe,
i
Vrijdag 9 October 1914
39e Jaargang
■w®
No. 8
lecht
inen.
De Groot® Oorlog.
M G
ammen.
ar 1914.
'shond
echt
udster,
Dit de Pers.
Onder de Belgische vluchtelingen
-
WEGEN en
K,
Waterschap
et nadruk op,
melden datum
euwe
WER, Goes.
:h, lief voor
ijk. Adres
iau van dit
EIJZEREN,
enwoordige,
ERGEM,
tskerke (W.)
Domburg.
[bureau van
|Pastorie te
lei
1ERTSE,
tamperland
1RS,
|Zoutelande.
traagd een
ptplicht, en
bij D. DE
brskerke.
ÏE, Grijps-
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN IE VORSTSTRAAT 210.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. F. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Schoolnood.
„De Standaard" sthrijft
Steeds duidelijker komt aan 't licht, in
welken noodstand ook vele Christelijke
scholen door het uitbreken van den Euro-
peegchen oorlog almeer geraken.
Die noodstand heeft drieërlei ooi-zaak.
Ten eerste brengt de geldscbaarscthte
te weeg, dat men het voorschot oip de
subsidiegelden niet dan tegen zeer hooge
rente bij den kassier in ontvangst kan
nemen.
In de tweede plaats zijn tal van onder-
wijzere in dienst moeten gaan, en zijn
zelfs schoollokalen door militairen bezet.
Hierdoor ontstaat een tekort in onder
wijspersoneel. Dit stoort den geregelden
gang van de lessen. Gevolg1 waarvan is,
dat niet stipt aan de voorwaarden van
de subsidie Jcan voldaan worden. Iets
waardoor de subsidie in gevaar kan ko
men.
En in ,d© derde plaats zijn er sciholen,
waarvan zóóveel onderwijzers in dienst
zijn geroepen, dat er tijdelijk plaatsver
vangers moeten jn dienst gesteld. En dan
eerst is Leiden recht in last. Dan tocth
heeft men de grootste moeite om nieuw
personeel te vinden, en vindt men het,
dan loopen de kosten dubbel. Zij die
in dienst gingen, presenteeren u het con
tract, en al zou dit voor een ongehuwd
onderwijzer hoogst onbillijk wezen, voor
een gehuwd onderwijzer kan het niet an-
detrs, en. vanwaar dan 't.gfekl te vin
den?
Nu heeft, wat het tweede artikel van
dezen noodstand betreft, de Minister van
Binnenlandische Zaken reeds een circulaire
tot de heeren van de Schoolinspectie gje-
richt, om hun te doen weten, dat het
thans onmogelijk was, de strenge eiscihen
te laten doorgaan.
Inzake het eerste artikel blijven we
vertrouwen, dat nogmaals vervroegde uit
betaling van de subsidie in November
of December volgen zal.
'Onverholpen daarentegen blijft alsnog
het derde artikel van den noodstand;
en hiervoor moet men bij den Minister
van Oorlog zijn.
Hem moet het verzoek gedaan om ook
ten bate van de Christelijke scholen een
inschikkelijkheid te willen toepassen, die
ten behoeve van Gemeenteontvangers, Ge
meente-architecten, en zoo meer, reeds is
ingewilligd.
Men stond toe, dat deze heeren met
verlotingen, de één met onbepaald,
de ander met beperkt verlof van 3
weken tot 2 maanden.
De vraag, waarvoor we komen te staan,
is alzoo, of de Minister van Oorlog op
gelijken voet, of onder meer beperkte!
bedingen, aan de gemobiliseerde onder
wijzers van een school de mogelijkheid
zou kunnen toekennen, om het onderwijs
weer <op te vatten, en de scholen uit
haar noodstand te redden.
De vraag blijft intusschen, en hierop
lette .men wel, niet of de Minister het
zou willen. Daarvan is mén wel voor
af verzekerd, maar of hij 'tzou kun
nen.
M. a. w., of de stand der zaken het
totelaat.
Ons komt 't daarom raadzaam voor,
dat b.v. alle scholen die in dezen nood
stand verkeeren, den Unie-Secretaris JEt.
Dercksen te Zeist opgave inzenden, voor
hoeveel man zij verlof zouden behoe
ven; dat de heer Dercksen deze opgaven
verzameleen dat de Unie, 't zij al
leen 't zij in verbinding met andere ge
nerale schoolvereenigingen, de petitie aan
den Minister van Oorlog niet opzende,
maar persoonlijk op audiëntie indiende..
■Wij twijfelen niet, of de heer Dercksen
zal bereid zijn, om. ook hierin zijn school-
miq 'te toonen.
Doch dan spoed 11
't Was een emotie-volle dag, de dag
van gisteren.
Voor het arme berooide volk over onze
Zuidgrens in de eerste plaats, maai- ook
voor de Hollandsche gastvrouwen en gast-
heeren, die schier handen te korte kwa
men, om de vluchtende lieden te ver
voeren en onderdak en voedsel te be
zorgen.
Hoe in Antwerpen de toestand was
We mochten het uit den mond dei-
Belgen zeiven. vernemen.
De nacht van Woensdag op Donderdag
was een nooit te vergeten ure van angst
en ontzetting. Ongeveer te middernacht
was het geschut der Duitschers zóó ge
richt, dat de bommen en de granaten in
de stad hun uitwerking hadden.
't Werd een onhoudbare toestand. On
afgebroken werd het suisende en sissende
geluid der helsche projectielen verno
men, straks, wanneer ze hun doel ba-
reikt hadden, de oorverdoovende ontplof
fingen, gepaard met gekraak en gerinkel
en de angst- en wanhoopskreten van leen
tot razernij gevoerde menigte.
Ondertusschen kruisten de Zeppelins
en de „Tauhen" geheimzinnig boven de
stad, hun verderfzaaiende projectielen in
grooten getale naar beneden slingerende,
rende.
'G Was een ontzettende nacht, waarin
menig koffertje haastig gepakt is, om
per eerste gelegenheid dit oord des ge-
vaars te verlaten.
Toen de morgen aangebroken was,
bleken reeds verschillende bouwwerken,
gisteren nog de trots van het trotsche
Anvers in vlammen te staan, het hospitaal
Stuiverberg, de gebouwen van de Minerva,
een van de Bell Telephoon Compagnie,
de Zuiderstatie enz.
Toen' was het tijd om deze plaats des
onheils met spoed 'te verlaten. Die trei
nen en de booten werden bestormd, op
een wijze, die geen beschrijving toelaat.
De door een panischen schrik bevangen
stroom vluchtelingen, van wie ieder met
eigen oogen iets gezien had van de ver
schrikkelijke uitwerking van het vijande
lijke vuur, was toomeloos geworden.
Menig kind moet in het gedrang geble
ven zijtn, om niet te gewagen van de
talrijke koffers, taschjes en kostbaarhe
den, met al het hebben en houden van
deze straatarmen, welke hun in het ge
drang ontrukt zijn geworden.
De Schelde bood een merkwaardigen
indruk.
Daar uit de richting Antwerpen kwamen
de sleepbootjes en jachtjes, opgepropt
met menschen, haastig een heenkomen
zoekende in veilige Zeeuwsch haven.
En de stations.'t Is onmogelijk een
beschrijving te geven van wat zich daar
afgespeeld heeft. Daarom slechts .een paar
indrukken, van wat we gisteravond gezien
hebben ,op het station Vlake, dat dd
vluchtende schare rechtstreeks via Hans-
weert ontving ter doorzending naar Goes,
Vlissingen enz., welke indrukken een bfeeld
geven van den droeven aanblik, die al
onze Zuiiderstations gisteren boden.
Juist waren te Hansweerd weer eenige
booten en aken aangekomen. Honderden
Belgen stonden samengepakt op het smalle
perron van de Vlakensche statie, „rijk" en
„aTm" stond daar dooreen, in niets anders
van elkander te onderscheiden, dan van
het uiterlijk kleed. Overigens waren zij
in precies dezelfde omstandigheden, be
rooid en beroofd van al hun goed, op
'n enkel voorwerp na, dat bij allen angst
nog meegenomen kon worden.
Reeds is de avond gedaald en nog
is de rust verre. Wanneer zal men zich
nu over ben ontfermen, wanneer hen ge
leiden naar een plaats, waar zij het moede
lichaam kunnen uitstrekken, om te be
komen van den schrik en de vermoeienis
sen van den vreeselijken nacht, dien on-
vergetelijken dag.
Een grijsaard kan niet meer.
De jbeenen, verstijfd van schrik, en moe
heid, weigeren den dienst.
Met behulp van twee (Hollandsche)' sol
daten wordt hij het wachtkamertje binnen
gedragen.
Eindelijkde knieën buigen weer;
nu zit hij daar wezenloos voor zich uit
te (staren; niets Wat om hem gebeurt maakt
indruk meer.
De toekomst ligt nog in het duister,
doch ook dat vraagt z'n belangstelling niet.
meer.
Voor het loket verdringt zich een jonge
man, in de meest wonderlijke kleeding;-
stukken gestoken, een koddig mutsje op 't
hoofd.
We spreken hem aan.
Hij had dienst giedaan als garde oivique.
Gistermorgen was hij met den stroom
vluchtelingen meegekomen, om zijn vrouw
naar veilige Hollandsche haven te bïen
gen.
Z'n kapot en z'n vest heeft hij moeten
uittrekken, om z'n taak ten uitvoer te
kunnen brengen.
Straks gaat bij terug, om te- zien wat
hij nog voor z'n vaderland of voor
z'n gewonde en geslagen broeders?
kan doen.
Op het perron: één samengepakte men-
schenmassa, wachtend op een trein, die
hen zoo ver mogelijk van hun brandende
en rookende stad zal wegleiden.
Ieder kanonschot de ontploffingen
volgen elkander met verrassende snelheid
op is hun een steek in 't hart, en
als zij omzien aanschouwen zij aan den
horizon een rossigen vuurgloed.
Alle hoop is nu vernietigd.
Als de trein langzaam Voorrijdt komt er
ontspanning in de massa, doch wanneet
We vernemen nader, dat de gebou
wen van de Bell Tel. Co., tijdelijk inge
richt voor de vervaardiging van oorlogs
materiaal, door de Belgen zijn vernield.
blijkt, dat hij. niet allen kan meenemen,
ontstaat weer een paniek, zooals die
vluchtende schare dien dag reeds zoo
dikwijls veroorzaakt had op stations 'en
aanlegplaatsen van booten.
De nacht is reeds gedaald. Zij willen
zoo spoedig mogelijk weg, ver weg.
De angst drijft hen nog voort.
De geruststellende woorden van d>en
chef, de aanwezige militairen en andere
vrijwilligers vermogen j.iets tegen de door
den schrik^ bevangen menigte.
„Er komt straks nog 'n trein!"
„Als 't maar waar isis 't vertwjjfe-
lende antwoord, en men wil weer voor
uit dringen, om nog 'n plaatsje te vinden
in het enge rijtuig, dat men ziet het
het zelf reeds het dubbel aantal per
sonen 'bevat, behalve de talrijke kisben
en koffers.
Eindelijk is ook de extra trein vol.
Allen zijn voor Goes en Vlissingen, in
welke laatste plaats de mailboot hen
wacht, om hen naar Engeland, het land
der bondgenootschap te brengen.
Het stationnetje biedt weer een ver
laten aanblik.
De stilte wordt slechts verbroken doof
het geheimzinnige getik van het Morse
seintoestel en door het onophoudelijk
gerommel van het geschut in de verte.
De vuurgloed laait weer even hoogerop.
Dan wordt het donker aan den horizon.
De uittocht.
Het Hbl. beschrijft de vlucht der Ant
werpenaren ais voigt:
Allen, |die zich ook maar even uit de om
geving los konden maken, pakten hun
boeltje bij elkaar en vluchtten de straat
op. Waar wa,s het noorden? Waar het
noordoosten? Velen wisten het niet eens
en toch ,was hun aangeraden in diet richting
te vluchten. Het station was weldra over
stroomd met mannen, vrouwen en kinde
ren, auto's, rijtuigen, vrachtkarren, til
buries, sjeesen, ja, de meest zonderlinge
voertuigen, beladen met de meest uiteen-
loopende artikelen, doorkruisten de stra
ten. In het centrum van de stad, de
Keizerlei, de Kiestraat en de Meir werden
nagenoeg alle winkels gesloten.
In de algemeene opwinding luisterde
men er nauwelijks naar, dat er door
een Duitsche vliegmachine weder een hom
was uitgeworpen gelukkig zonder veel
meer dan eenig materieel nadeel aan te
richten. Het projectiel was terecht geko
men op een huisje in de Schapienstraat. De
zoon des huizere was juist op den zolder
en zijn moeder in het benedenhuis. Won
der boven wonder kwamen zij er echter
heiden zonder verwondingen af; aEletetn een
voorbijganger werd gekwetst, hoewel niet
gevaarlijk.
En steeds nog nam het aantal vluchte
lingen foe, vooral aan de Schelde was
de drukte geweldig. Het aantal voertui
gen, dat daar in allerlei richtingen" stond
opgesteld, schatte ik op- meer dan 300.
Er is haast geen doorkomen aan en te
midden van die erorme drukte hoor ik
plotseling de kreet: Vive le roi, vive
la reine. Werkelijk duikt daar te midden
van al die rij- en voertuigen een. grijze
auto naar voren, waarin koning Albert
en zijn gemalin zitten. Hoe juicht het volk
het vorstelijke echtpaar toe, voor een
oogenblik al zijn leed vergetend. Wat het
zwaarst is, moet het zwaarst wegen; hij
mag niet in handen van de „Dutsen"
vallen. Tot het laatst is hij gebleven en
nu gaat hij, als zoov'elen zijner onderda
nen. De auto kan niet verder, moet als
alle andere wachten tot er ruimte is.
Ik sta er vlak achter. Eenige malen
kijkt de koningin nog om. „Achteruit",
„en arrièue" klinken gebiedend de stem
men van de gardes civiques, maar het
volk blijft zijn - vorst en zijp vorstin tot
het laatst omringen. „Au revoir" roept een
opgetogen man uit het volk; een oogen
blik ontspannen zich de trekken van den
vorst, die .voortdurend met zijn gemalin
in gesprek is nog één oogenblik en
dan rijdt het vorstelijk echtpaar de mili
taire schipbrug over naai1 den anderen
kant van de Schelde. Spoedig zijn zij uit
het gezicht verdwenen.
Gered.
Een medewerker van het „Journal des
Débats" werd in het Woevre-gebied dooi
de Duitschers gevangen genomen. Hij werd
door een Praisisöhen luitenant onder-:
vraagd over (de stellingen der Fransche
troepen. Ik beweerde niets te weten en
keek zoo dom alls ik eenigszins kon;
ik .werd bedreigd, maai' tevergeefs. Toen
zei de luitenant tot mij Mijn vriend,
ge zult |uu gratis een mooi vuurwerk
te zien krijgen". Men boeide me, bracht
me naar de streek waar een geveclht
werd verwacht en wierp me in een loopl-
graaf. Ik .viel op mijn rug en lag daar
met zes Duitsche soldaten naast me staan
de. Te .vier uur begon de slag. De Fran-
sche granaten .vlogen over de loopgraaf.
Weldra werd ,het rumoer enger en ik
dacht dat mijn laatste uur geslagen was.
Daar ontplofte een onzer projectielen.
Hoofden, armen ,en stukgescheurde licha
men schenen rond te vliegen en met
doffen slag neer te vallen. Mijn positie,
op den bodem van de loopgraaf, had
me gered. Ik had niet het minste letsel
'hekomen, maar was 'bedekt met bloed.
De Pruisen in de loopgraaf waren allen
dood. Ik kreeg weer hoop op. redding;
toen bezwijmde ik. Toen ik bij kwam
lag ik op een brancard langs den weg.
De Franse hen hadden de loopgraaf ge
nomen en ik was niet langer gevangene
van den vijand
Jacht op een luchtschip.
Volgens berichten ;uit Bordeaux werd
op 5 dezer in de huurt van Reims een
Duitsch luchtschip gezien, dat eerst over
de Fransche linies vloog en zich daarna
weder naar de Duitsche linie wilde be
geven. De sergeant-aviateur Frantz en de
soldaat-mecanicien Quenault bestegen een
luchtschip gewapend ,met een mitrailleuse
en maakten jacht op het Duitsche lucht
schip. Het .merkwaardige gevecht werd
met spanning gevolgd door de Fransche
en Duitsche .soldaten, die uit de loop
graven waren gekomen. Zeer hoog in
de lucht wiel het Fransche luchtschip!
het Duitsche, .waarin twee mannen za
ten, in dc flank. Een dezer werd ge
wond, en de Duitsche motor werd geraakt
en ontplofte bijna onmiddellijk, waardoor
het schip in brand raakte en neersmakte
op de Fransche linies. De heide Duit
schers waren geheel verbrand. De Fran-
pahe luchtvaarders werden door hun ka
meraden met gejuich ontvangen. Sergeant
Frantz, die jreeds de médaille militaire
bezat, kreeg" het Legioen van eer en de
mecancien Quenault ontving de médaille.
Tegenwoordigheid van geest.
Mevrouw Madelaine Lemaire, die be
kende bloemenschilderes, heeft, naar de
„N. R. Ct." uit de Times vertaalt, door
haai' koelbloedig gedrag haar landhuis
gered. Toen zij vernam dat de Duitschers
er langs zouden komen, besloot zijl, ze
zelf te gaan ontvangen.
Kort voor den 'slag aan de Marne stegen
voor haar villa eenige Duitsche officie
ren af en vroegen naar den heef des
huizes. Mevrouw Lemaire kwam de trap
af. Bij het zien van de Duitsche officie
ren, zeide zij1, beleefde zij een van de
diepste emoties van haar leven.
„Heeren", zeide zij waardig, „ik hen
hier alleen met mijn dochter, een kame
nier en een dienstbode van 15 jaar. Het
staat dus niet in mijn macht, u den
toegang tot mijn huis te ontzeggen": Wat
verlangt gij. meer?"
De Duitsche officieren kwamen onder
den indruk van de eenvoudige vastbera
denheid van mevrouw Lemaire en gedroe
gen zich volkomen hoffelijk.
Een vroeg haar, wat het roode lintje
beduidde, dat mevrouw Lemaire droeg.
„Het Legioen van Eer" antwoordde zijl.
„Dat wij! u hier ongevraagd een bezoek
komen brengen," zeide een oudere offi
cier, „is overeenkomstig de wetten des
oorlogs. Wij moeten hier door, omdat
we naar Parijs willen en we zullen dit
huis geen overlast aandoen. Wij zijn geen
barbaren. Welk een onjuiste en onbil
lijke berichten hebben uw bladen ger
drukt. Gij Franschen zijt een artistiek en
beschaafd volk, maar zwak. Als wij, om
Parijs te vernietigen, de Notre Dame en
het Louvre moesten bombardeeren, ver
zeker ik u, dat het zeer tegen onzen zin
zou wezen. Maar de wet des oorlogs
is, dat de sterke den zwakke overwint
en men kan zij'n middelen niet kiezen."
Het huis van mevrouw Lemaire werd
niet geplunderd. Maar huren, die gevlo
den waren, beliepen echter groote
schade.
Officieels Russische berichten.
De Russische (legatie te 's Gravenhage
heeft de volgende berichten gekregen over
de krijgsverrichtingen der Russische le
gere: i
I. Op de Oost-Pruisische grens bie
den de Duitschers, Versterkt door troepen
Van het garnizoen van Koningsbergen en
voordeel trekkend van de moerasachtige
terreinen en de doorgangen in de mieren-
streek, heftigen (tegenstand op een front,
dat zich uitstrekt van Wladislavov.' naar
Lyck.
II. In het Zuid-Wjesten Van Polen hebben
ontmoetingen plaats gehad tusischen Rus
sische ien Duitsche Voorhoeden in de atreiek
tussohen Opalow en Sandomip echter zon
der beslissende resultaten.
III. In de streek der Karpathen hebben
Russische tïoepen-afdeelingen ,op do Oos
tenrijkere: artillerieparken en een trein Ver-
meesterd en gtevangenen gemaakt ten Was
ten van Sanok in Galioië en ten Oosten
van Muncacz, in Hongarije.
Het bombardement van Antwerpen.
Ter aanvulling van onze elders1 opge-
teekende ervaringen (zie het artikelOn
der de Belgische vluchtelingen) geven we
hier nog een en ander uit de bericihteni
van een „Vaderland"-correspondent te Es-
schen, d.d. 8 Oct.:
Da toestand hier en te Roosendaal spot
met alle beschrijving. Het is de ellende
ten top. Nog steeds brengen treinen eni
alia denkbare voertuigen arme vluchte
lingen aan. (De wegen zijn er mee be
zaaid. Het aantal is niet te tellen. r
Te 'Roosendaal jz'ijn reeds de kerken
ïnet vluchtelingen gevuld. i
Schitterend is het Hollandsche hulp
betoon. Militairen en burgers zijn onver
moeid Het leger stelde 50.000 broodenl
beschikbaar. Soldaten veideelen brood en
drank. Daar van herberging geen sprake
meer is, islaat men bij het station tel
Roosendaal een groote tent op.
Da aanblik der vluchtelingen is hart
verscheurend. Zij hebben alles verloren.
Ze gingen op weg, doch weten niet waar
heen te zullen gaan. Particulieren halen!
met hun voertuigen nog zooveel mogelijk
vluchtelingen uit Nispen. Ook zijn daar
voor rijtuigen gerequireerd.
De militairen munten uit door hulpi-
strakking in (alle op'zichten.
Van Roosendaal ging ik naar Nispen
en Esschen. Aan het station kwam juist
een reusachtige trein uit Antwerpen bin
nen. De ptakkerds waren hedenmorgen,
81/2 uur uit Antwerplen vertrokken. Zijl
waren nog .ontzind van de vreeselij'kel
dingen, die zij gezien hadden. Tegen 12
uur hedennacht begon het bombardement
van uit de richting LierKessel en on-
lafgebroken duurde het voort met kleine
tiisschenpoozen. Het hagelde bommen.»
Eon pianiek greep' de nog overgebleven!
bevolking aan. De bommen vielen in de
huizen en pp de straten. Eerst gingen
zij te ver, over de ''Schelde, maar wel
dra was men „ingeschoten".
Ik sprak een man, die een bom vlak
voor zijn voeten kreeg. Zijn leven dankte
hij aan het niet ontploffen van het pro
jectiel.
Zoo beslist mogelijk werd mij verzekerd,
dat Fransche en Engplschc soldaten in
grooten getale in Antwerpen zijn. De En-
gelsche staf heeft de leiding der ver
dediging.
In het station zagen de vluchtelingen
nog veel niet gemonteerd zwaar Engelsch
geschut. Men denkt, dat men hedenmor
gen de stukken vernagelde, omdat het
voor opstellen te laat was. Op hun weg
naar het station zagen de vluchtelingen
reeds overal verwoestingen aangericht en
tusschen de puinen ook veel doode bur
gers. De Engelschen staken de olietanks
in brand.
Vele vluchtelingen zijn doodsbang, dat
ze ook in Holland niet veilig zullen zijn.
Ik verneem nog, dat hedenmorgen voor
3 uur alle burgers van Antwerpen de stad
moeten verlaten hebben; 10.000 vluchte
lingen zijn nog onderweg naar onze grens.
Officieren van gezondheid onderzoeken
zooveel doenlijk de vluchtelingen.
Volgens de laatste berichten zou half
Antwerpen reeds in brand
staan.
De verliezen moeten reusachtig zijn,
vooral aan de Nethe. Ik hoorde verze
keren dat zonder overdrijving het water
rood is van bloed en dat er dammen
van lijken in de rivier liggen.
Korte Oorlogsberichten.
E s s a d-p a s j a moet de Alhanee-
sche hoofdstad als dictator zijn bi nil op
getrokken. Aan Essad werd medegedeeld,
dat hij als president der voorloopige re
geering is gekozen en benoemd tot opper
bevelhebber.
In Oostenrijk-Hongarije hoerscht cho
lera en .dysenterie; in Bohemen en, Mo-
ravië huikloop.
Vandaag is het de 67ste dag' van den.
oorlog en de 28ste dag van den slag,
die men, bij gebrek aan een beteren
naam, den slag aan de Aisne noemt.
(N. R. Ct.)
Het gerucht gaat, dat de Keizer
het ijzeren kruis en 25,000 mark heeft
beloofd aan den eersten man die Ant
werpen binnen komt.
120 Krankzinnigen, begeleid door
15 patere, zijn gisteren uit Boncihot hij
Antwerpen te Son aangekomen. j
Te Budel zijn 120 Belgische vrij
willigers in uniform geïnterneerd.
Over het vertrek van koning Albeit
en koningin Elisabeth naar Os'.ende seint
de Antwerpsche correspondent van de
Tijd:
Men heeft hen overtuigd, dat het nut-