idijk c.a. eet üisMe, i Vrijdag 9 October 1914 39e Jaargang ■w® No. 8 lecht inen. De Groot® Oorlog. M G ammen. ar 1914. 'shond echt udster, Dit de Pers. Onder de Belgische vluchtelingen - WEGEN en K, Waterschap et nadruk op, melden datum euwe WER, Goes. :h, lief voor ijk. Adres iau van dit EIJZEREN, enwoordige, ERGEM, tskerke (W.) Domburg. [bureau van |Pastorie te lei 1ERTSE, tamperland 1RS, |Zoutelande. traagd een ptplicht, en bij D. DE brskerke. ÏE, Grijps- Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN IE VORSTSTRAAT 210. Bureau te Middelburg: FIRMA F. F. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Schoolnood. „De Standaard" sthrijft Steeds duidelijker komt aan 't licht, in welken noodstand ook vele Christelijke scholen door het uitbreken van den Euro- peegchen oorlog almeer geraken. Die noodstand heeft drieërlei ooi-zaak. Ten eerste brengt de geldscbaarscthte te weeg, dat men het voorschot oip de subsidiegelden niet dan tegen zeer hooge rente bij den kassier in ontvangst kan nemen. In de tweede plaats zijn tal van onder- wijzere in dienst moeten gaan, en zijn zelfs schoollokalen door militairen bezet. Hierdoor ontstaat een tekort in onder wijspersoneel. Dit stoort den geregelden gang van de lessen. Gevolg1 waarvan is, dat niet stipt aan de voorwaarden van de subsidie Jcan voldaan worden. Iets waardoor de subsidie in gevaar kan ko men. En in ,d© derde plaats zijn er sciholen, waarvan zóóveel onderwijzers in dienst zijn geroepen, dat er tijdelijk plaatsver vangers moeten jn dienst gesteld. En dan eerst is Leiden recht in last. Dan tocth heeft men de grootste moeite om nieuw personeel te vinden, en vindt men het, dan loopen de kosten dubbel. Zij die in dienst gingen, presenteeren u het con tract, en al zou dit voor een ongehuwd onderwijzer hoogst onbillijk wezen, voor een gehuwd onderwijzer kan het niet an- detrs, en. vanwaar dan 't.gfekl te vin den? Nu heeft, wat het tweede artikel van dezen noodstand betreft, de Minister van Binnenlandische Zaken reeds een circulaire tot de heeren van de Schoolinspectie gje- richt, om hun te doen weten, dat het thans onmogelijk was, de strenge eiscihen te laten doorgaan. Inzake het eerste artikel blijven we vertrouwen, dat nogmaals vervroegde uit betaling van de subsidie in November of December volgen zal. 'Onverholpen daarentegen blijft alsnog het derde artikel van den noodstand; en hiervoor moet men bij den Minister van Oorlog zijn. Hem moet het verzoek gedaan om ook ten bate van de Christelijke scholen een inschikkelijkheid te willen toepassen, die ten behoeve van Gemeenteontvangers, Ge meente-architecten, en zoo meer, reeds is ingewilligd. Men stond toe, dat deze heeren met verlotingen, de één met onbepaald, de ander met beperkt verlof van 3 weken tot 2 maanden. De vraag, waarvoor we komen te staan, is alzoo, of de Minister van Oorlog op gelijken voet, of onder meer beperkte! bedingen, aan de gemobiliseerde onder wijzers van een school de mogelijkheid zou kunnen toekennen, om het onderwijs weer <op te vatten, en de scholen uit haar noodstand te redden. De vraag blijft intusschen, en hierop lette .men wel, niet of de Minister het zou willen. Daarvan is mén wel voor af verzekerd, maar of hij 'tzou kun nen. M. a. w., of de stand der zaken het totelaat. Ons komt 't daarom raadzaam voor, dat b.v. alle scholen die in dezen nood stand verkeeren, den Unie-Secretaris JEt. Dercksen te Zeist opgave inzenden, voor hoeveel man zij verlof zouden behoe ven; dat de heer Dercksen deze opgaven verzameleen dat de Unie, 't zij al leen 't zij in verbinding met andere ge nerale schoolvereenigingen, de petitie aan den Minister van Oorlog niet opzende, maar persoonlijk op audiëntie indiende.. ■Wij twijfelen niet, of de heer Dercksen zal bereid zijn, om. ook hierin zijn school- miq 'te toonen. Doch dan spoed 11 't Was een emotie-volle dag, de dag van gisteren. Voor het arme berooide volk over onze Zuidgrens in de eerste plaats, maai- ook voor de Hollandsche gastvrouwen en gast- heeren, die schier handen te korte kwa men, om de vluchtende lieden te ver voeren en onderdak en voedsel te be zorgen. Hoe in Antwerpen de toestand was We mochten het uit den mond dei- Belgen zeiven. vernemen. De nacht van Woensdag op Donderdag was een nooit te vergeten ure van angst en ontzetting. Ongeveer te middernacht was het geschut der Duitschers zóó ge richt, dat de bommen en de granaten in de stad hun uitwerking hadden. 't Werd een onhoudbare toestand. On afgebroken werd het suisende en sissende geluid der helsche projectielen verno men, straks, wanneer ze hun doel ba- reikt hadden, de oorverdoovende ontplof fingen, gepaard met gekraak en gerinkel en de angst- en wanhoopskreten van leen tot razernij gevoerde menigte. Ondertusschen kruisten de Zeppelins en de „Tauhen" geheimzinnig boven de stad, hun verderfzaaiende projectielen in grooten getale naar beneden slingerende, rende. 'G Was een ontzettende nacht, waarin menig koffertje haastig gepakt is, om per eerste gelegenheid dit oord des ge- vaars te verlaten. Toen de morgen aangebroken was, bleken reeds verschillende bouwwerken, gisteren nog de trots van het trotsche Anvers in vlammen te staan, het hospitaal Stuiverberg, de gebouwen van de Minerva, een van de Bell Telephoon Compagnie, de Zuiderstatie enz. Toen' was het tijd om deze plaats des onheils met spoed 'te verlaten. Die trei nen en de booten werden bestormd, op een wijze, die geen beschrijving toelaat. De door een panischen schrik bevangen stroom vluchtelingen, van wie ieder met eigen oogen iets gezien had van de ver schrikkelijke uitwerking van het vijande lijke vuur, was toomeloos geworden. Menig kind moet in het gedrang geble ven zijtn, om niet te gewagen van de talrijke koffers, taschjes en kostbaarhe den, met al het hebben en houden van deze straatarmen, welke hun in het ge drang ontrukt zijn geworden. De Schelde bood een merkwaardigen indruk. Daar uit de richting Antwerpen kwamen de sleepbootjes en jachtjes, opgepropt met menschen, haastig een heenkomen zoekende in veilige Zeeuwsch haven. En de stations.'t Is onmogelijk een beschrijving te geven van wat zich daar afgespeeld heeft. Daarom slechts .een paar indrukken, van wat we gisteravond gezien hebben ,op het station Vlake, dat dd vluchtende schare rechtstreeks via Hans- weert ontving ter doorzending naar Goes, Vlissingen enz., welke indrukken een bfeeld geven van den droeven aanblik, die al onze Zuiiderstations gisteren boden. Juist waren te Hansweerd weer eenige booten en aken aangekomen. Honderden Belgen stonden samengepakt op het smalle perron van de Vlakensche statie, „rijk" en „aTm" stond daar dooreen, in niets anders van elkander te onderscheiden, dan van het uiterlijk kleed. Overigens waren zij in precies dezelfde omstandigheden, be rooid en beroofd van al hun goed, op 'n enkel voorwerp na, dat bij allen angst nog meegenomen kon worden. Reeds is de avond gedaald en nog is de rust verre. Wanneer zal men zich nu over ben ontfermen, wanneer hen ge leiden naar een plaats, waar zij het moede lichaam kunnen uitstrekken, om te be komen van den schrik en de vermoeienis sen van den vreeselijken nacht, dien on- vergetelijken dag. Een grijsaard kan niet meer. De jbeenen, verstijfd van schrik, en moe heid, weigeren den dienst. Met behulp van twee (Hollandsche)' sol daten wordt hij het wachtkamertje binnen gedragen. Eindelijkde knieën buigen weer; nu zit hij daar wezenloos voor zich uit te (staren; niets Wat om hem gebeurt maakt indruk meer. De toekomst ligt nog in het duister, doch ook dat vraagt z'n belangstelling niet. meer. Voor het loket verdringt zich een jonge man, in de meest wonderlijke kleeding;- stukken gestoken, een koddig mutsje op 't hoofd. We spreken hem aan. Hij had dienst giedaan als garde oivique. Gistermorgen was hij met den stroom vluchtelingen meegekomen, om zijn vrouw naar veilige Hollandsche haven te bïen gen. Z'n kapot en z'n vest heeft hij moeten uittrekken, om z'n taak ten uitvoer te kunnen brengen. Straks gaat bij terug, om te- zien wat hij nog voor z'n vaderland of voor z'n gewonde en geslagen broeders? kan doen. Op het perron: één samengepakte men- schenmassa, wachtend op een trein, die hen zoo ver mogelijk van hun brandende en rookende stad zal wegleiden. Ieder kanonschot de ontploffingen volgen elkander met verrassende snelheid op is hun een steek in 't hart, en als zij omzien aanschouwen zij aan den horizon een rossigen vuurgloed. Alle hoop is nu vernietigd. Als de trein langzaam Voorrijdt komt er ontspanning in de massa, doch wanneet We vernemen nader, dat de gebou wen van de Bell Tel. Co., tijdelijk inge richt voor de vervaardiging van oorlogs materiaal, door de Belgen zijn vernield. blijkt, dat hij. niet allen kan meenemen, ontstaat weer een paniek, zooals die vluchtende schare dien dag reeds zoo dikwijls veroorzaakt had op stations 'en aanlegplaatsen van booten. De nacht is reeds gedaald. Zij willen zoo spoedig mogelijk weg, ver weg. De angst drijft hen nog voort. De geruststellende woorden van d>en chef, de aanwezige militairen en andere vrijwilligers vermogen j.iets tegen de door den schrik^ bevangen menigte. „Er komt straks nog 'n trein!" „Als 't maar waar isis 't vertwjjfe- lende antwoord, en men wil weer voor uit dringen, om nog 'n plaatsje te vinden in het enge rijtuig, dat men ziet het het zelf reeds het dubbel aantal per sonen 'bevat, behalve de talrijke kisben en koffers. Eindelijk is ook de extra trein vol. Allen zijn voor Goes en Vlissingen, in welke laatste plaats de mailboot hen wacht, om hen naar Engeland, het land der bondgenootschap te brengen. Het stationnetje biedt weer een ver laten aanblik. De stilte wordt slechts verbroken doof het geheimzinnige getik van het Morse seintoestel en door het onophoudelijk gerommel van het geschut in de verte. De vuurgloed laait weer even hoogerop. Dan wordt het donker aan den horizon. De uittocht. Het Hbl. beschrijft de vlucht der Ant werpenaren ais voigt: Allen, |die zich ook maar even uit de om geving los konden maken, pakten hun boeltje bij elkaar en vluchtten de straat op. Waar wa,s het noorden? Waar het noordoosten? Velen wisten het niet eens en toch ,was hun aangeraden in diet richting te vluchten. Het station was weldra over stroomd met mannen, vrouwen en kinde ren, auto's, rijtuigen, vrachtkarren, til buries, sjeesen, ja, de meest zonderlinge voertuigen, beladen met de meest uiteen- loopende artikelen, doorkruisten de stra ten. In het centrum van de stad, de Keizerlei, de Kiestraat en de Meir werden nagenoeg alle winkels gesloten. In de algemeene opwinding luisterde men er nauwelijks naar, dat er door een Duitsche vliegmachine weder een hom was uitgeworpen gelukkig zonder veel meer dan eenig materieel nadeel aan te richten. Het projectiel was terecht geko men op een huisje in de Schapienstraat. De zoon des huizere was juist op den zolder en zijn moeder in het benedenhuis. Won der boven wonder kwamen zij er echter heiden zonder verwondingen af; aEletetn een voorbijganger werd gekwetst, hoewel niet gevaarlijk. En steeds nog nam het aantal vluchte lingen foe, vooral aan de Schelde was de drukte geweldig. Het aantal voertui gen, dat daar in allerlei richtingen" stond opgesteld, schatte ik op- meer dan 300. Er is haast geen doorkomen aan en te midden van die erorme drukte hoor ik plotseling de kreet: Vive le roi, vive la reine. Werkelijk duikt daar te midden van al die rij- en voertuigen een. grijze auto naar voren, waarin koning Albert en zijn gemalin zitten. Hoe juicht het volk het vorstelijke echtpaar toe, voor een oogenblik al zijn leed vergetend. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen; hij mag niet in handen van de „Dutsen" vallen. Tot het laatst is hij gebleven en nu gaat hij, als zoov'elen zijner onderda nen. De auto kan niet verder, moet als alle andere wachten tot er ruimte is. Ik sta er vlak achter. Eenige malen kijkt de koningin nog om. „Achteruit", „en arrièue" klinken gebiedend de stem men van de gardes civiques, maar het volk blijft zijn - vorst en zijp vorstin tot het laatst omringen. „Au revoir" roept een opgetogen man uit het volk; een oogen blik ontspannen zich de trekken van den vorst, die .voortdurend met zijn gemalin in gesprek is nog één oogenblik en dan rijdt het vorstelijk echtpaar de mili taire schipbrug over naai1 den anderen kant van de Schelde. Spoedig zijn zij uit het gezicht verdwenen. Gered. Een medewerker van het „Journal des Débats" werd in het Woevre-gebied dooi de Duitschers gevangen genomen. Hij werd door een Praisisöhen luitenant onder-: vraagd over (de stellingen der Fransche troepen. Ik beweerde niets te weten en keek zoo dom alls ik eenigszins kon; ik .werd bedreigd, maai' tevergeefs. Toen zei de luitenant tot mij Mijn vriend, ge zult |uu gratis een mooi vuurwerk te zien krijgen". Men boeide me, bracht me naar de streek waar een geveclht werd verwacht en wierp me in een loopl- graaf. Ik .viel op mijn rug en lag daar met zes Duitsche soldaten naast me staan de. Te .vier uur begon de slag. De Fran- sche granaten .vlogen over de loopgraaf. Weldra werd ,het rumoer enger en ik dacht dat mijn laatste uur geslagen was. Daar ontplofte een onzer projectielen. Hoofden, armen ,en stukgescheurde licha men schenen rond te vliegen en met doffen slag neer te vallen. Mijn positie, op den bodem van de loopgraaf, had me gered. Ik had niet het minste letsel 'hekomen, maar was 'bedekt met bloed. De Pruisen in de loopgraaf waren allen dood. Ik kreeg weer hoop op. redding; toen bezwijmde ik. Toen ik bij kwam lag ik op een brancard langs den weg. De Franse hen hadden de loopgraaf ge nomen en ik was niet langer gevangene van den vijand Jacht op een luchtschip. Volgens berichten ;uit Bordeaux werd op 5 dezer in de huurt van Reims een Duitsch luchtschip gezien, dat eerst over de Fransche linies vloog en zich daarna weder naar de Duitsche linie wilde be geven. De sergeant-aviateur Frantz en de soldaat-mecanicien Quenault bestegen een luchtschip gewapend ,met een mitrailleuse en maakten jacht op het Duitsche lucht schip. Het .merkwaardige gevecht werd met spanning gevolgd door de Fransche en Duitsche .soldaten, die uit de loop graven waren gekomen. Zeer hoog in de lucht wiel het Fransche luchtschip! het Duitsche, .waarin twee mannen za ten, in dc flank. Een dezer werd ge wond, en de Duitsche motor werd geraakt en ontplofte bijna onmiddellijk, waardoor het schip in brand raakte en neersmakte op de Fransche linies. De heide Duit schers waren geheel verbrand. De Fran- pahe luchtvaarders werden door hun ka meraden met gejuich ontvangen. Sergeant Frantz, die jreeds de médaille militaire bezat, kreeg" het Legioen van eer en de mecancien Quenault ontving de médaille. Tegenwoordigheid van geest. Mevrouw Madelaine Lemaire, die be kende bloemenschilderes, heeft, naar de „N. R. Ct." uit de Times vertaalt, door haai' koelbloedig gedrag haar landhuis gered. Toen zij vernam dat de Duitschers er langs zouden komen, besloot zijl, ze zelf te gaan ontvangen. Kort voor den 'slag aan de Marne stegen voor haar villa eenige Duitsche officie ren af en vroegen naar den heef des huizes. Mevrouw Lemaire kwam de trap af. Bij het zien van de Duitsche officie ren, zeide zij1, beleefde zij een van de diepste emoties van haar leven. „Heeren", zeide zij waardig, „ik hen hier alleen met mijn dochter, een kame nier en een dienstbode van 15 jaar. Het staat dus niet in mijn macht, u den toegang tot mijn huis te ontzeggen": Wat verlangt gij. meer?" De Duitsche officieren kwamen onder den indruk van de eenvoudige vastbera denheid van mevrouw Lemaire en gedroe gen zich volkomen hoffelijk. Een vroeg haar, wat het roode lintje beduidde, dat mevrouw Lemaire droeg. „Het Legioen van Eer" antwoordde zijl. „Dat wij! u hier ongevraagd een bezoek komen brengen," zeide een oudere offi cier, „is overeenkomstig de wetten des oorlogs. Wij moeten hier door, omdat we naar Parijs willen en we zullen dit huis geen overlast aandoen. Wij zijn geen barbaren. Welk een onjuiste en onbil lijke berichten hebben uw bladen ger drukt. Gij Franschen zijt een artistiek en beschaafd volk, maar zwak. Als wij, om Parijs te vernietigen, de Notre Dame en het Louvre moesten bombardeeren, ver zeker ik u, dat het zeer tegen onzen zin zou wezen. Maar de wet des oorlogs is, dat de sterke den zwakke overwint en men kan zij'n middelen niet kiezen." Het huis van mevrouw Lemaire werd niet geplunderd. Maar huren, die gevlo den waren, beliepen echter groote schade. Officieels Russische berichten. De Russische (legatie te 's Gravenhage heeft de volgende berichten gekregen over de krijgsverrichtingen der Russische le gere: i I. Op de Oost-Pruisische grens bie den de Duitschers, Versterkt door troepen Van het garnizoen van Koningsbergen en voordeel trekkend van de moerasachtige terreinen en de doorgangen in de mieren- streek, heftigen (tegenstand op een front, dat zich uitstrekt van Wladislavov.' naar Lyck. II. In het Zuid-Wjesten Van Polen hebben ontmoetingen plaats gehad tusischen Rus sische ien Duitsche Voorhoeden in de atreiek tussohen Opalow en Sandomip echter zon der beslissende resultaten. III. In de streek der Karpathen hebben Russische tïoepen-afdeelingen ,op do Oos tenrijkere: artillerieparken en een trein Ver- meesterd en gtevangenen gemaakt ten Was ten van Sanok in Galioië en ten Oosten van Muncacz, in Hongarije. Het bombardement van Antwerpen. Ter aanvulling van onze elders1 opge- teekende ervaringen (zie het artikelOn der de Belgische vluchtelingen) geven we hier nog een en ander uit de bericihteni van een „Vaderland"-correspondent te Es- schen, d.d. 8 Oct.: Da toestand hier en te Roosendaal spot met alle beschrijving. Het is de ellende ten top. Nog steeds brengen treinen eni alia denkbare voertuigen arme vluchte lingen aan. (De wegen zijn er mee be zaaid. Het aantal is niet te tellen. r Te 'Roosendaal jz'ijn reeds de kerken ïnet vluchtelingen gevuld. i Schitterend is het Hollandsche hulp betoon. Militairen en burgers zijn onver moeid Het leger stelde 50.000 broodenl beschikbaar. Soldaten veideelen brood en drank. Daar van herberging geen sprake meer is, islaat men bij het station tel Roosendaal een groote tent op. Da aanblik der vluchtelingen is hart verscheurend. Zij hebben alles verloren. Ze gingen op weg, doch weten niet waar heen te zullen gaan. Particulieren halen! met hun voertuigen nog zooveel mogelijk vluchtelingen uit Nispen. Ook zijn daar voor rijtuigen gerequireerd. De militairen munten uit door hulpi- strakking in (alle op'zichten. Van Roosendaal ging ik naar Nispen en Esschen. Aan het station kwam juist een reusachtige trein uit Antwerpen bin nen. De ptakkerds waren hedenmorgen, 81/2 uur uit Antwerplen vertrokken. Zijl waren nog .ontzind van de vreeselij'kel dingen, die zij gezien hadden. Tegen 12 uur hedennacht begon het bombardement van uit de richting LierKessel en on- lafgebroken duurde het voort met kleine tiisschenpoozen. Het hagelde bommen.» Eon pianiek greep' de nog overgebleven! bevolking aan. De bommen vielen in de huizen en pp de straten. Eerst gingen zij te ver, over de ''Schelde, maar wel dra was men „ingeschoten". Ik sprak een man, die een bom vlak voor zijn voeten kreeg. Zijn leven dankte hij aan het niet ontploffen van het pro jectiel. Zoo beslist mogelijk werd mij verzekerd, dat Fransche en Engplschc soldaten in grooten getale in Antwerpen zijn. De En- gelsche staf heeft de leiding der ver dediging. In het station zagen de vluchtelingen nog veel niet gemonteerd zwaar Engelsch geschut. Men denkt, dat men hedenmor gen de stukken vernagelde, omdat het voor opstellen te laat was. Op hun weg naar het station zagen de vluchtelingen reeds overal verwoestingen aangericht en tusschen de puinen ook veel doode bur gers. De Engelschen staken de olietanks in brand. Vele vluchtelingen zijn doodsbang, dat ze ook in Holland niet veilig zullen zijn. Ik verneem nog, dat hedenmorgen voor 3 uur alle burgers van Antwerpen de stad moeten verlaten hebben; 10.000 vluchte lingen zijn nog onderweg naar onze grens. Officieren van gezondheid onderzoeken zooveel doenlijk de vluchtelingen. Volgens de laatste berichten zou half Antwerpen reeds in brand staan. De verliezen moeten reusachtig zijn, vooral aan de Nethe. Ik hoorde verze keren dat zonder overdrijving het water rood is van bloed en dat er dammen van lijken in de rivier liggen. Korte Oorlogsberichten. E s s a d-p a s j a moet de Alhanee- sche hoofdstad als dictator zijn bi nil op getrokken. Aan Essad werd medegedeeld, dat hij als president der voorloopige re geering is gekozen en benoemd tot opper bevelhebber. In Oostenrijk-Hongarije hoerscht cho lera en .dysenterie; in Bohemen en, Mo- ravië huikloop. Vandaag is het de 67ste dag' van den. oorlog en de 28ste dag van den slag, die men, bij gebrek aan een beteren naam, den slag aan de Aisne noemt. (N. R. Ct.) Het gerucht gaat, dat de Keizer het ijzeren kruis en 25,000 mark heeft beloofd aan den eersten man die Ant werpen binnen komt. 120 Krankzinnigen, begeleid door 15 patere, zijn gisteren uit Boncihot hij Antwerpen te Son aangekomen. j Te Budel zijn 120 Belgische vrij willigers in uniform geïnterneerd. Over het vertrek van koning Albeit en koningin Elisabeth naar Os'.ende seint de Antwerpsche correspondent van de Tijd: Men heeft hen overtuigd, dat het nut-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1