Binnenland.
Uit de Provincie.
Üe bedoeling van onze chefs.Zij zeggen
dat niets verloren is. In een woord, wij
bokken terug op; Cormontreuil en Rei me
in geforceerde marschen dag en nacht.
LWij hoorden dat deze legers zich zullen
verschansen en rusten, en dan opnieuw
zich zullen opmaken voor de zegevierende
opmarsch naar Parijs. Het was geen ne
derlaag, maar alleen een strategische te
rugtocht. Ik heb vertrouwen in onze aan
voerders, dat alles goed zal gaan. Ons
eerste bataljon, dat heel dapper heeft
gevochten, is van 1200 man tot 194 man
verminderd. Die cijfers spreken voor zich
zelf.
Oorlogsellende.
Ziehier enkele illustraties van het oor
logsterrein in Galicië. We knippen ze uit
de N. R. Ct.:
Rodo Rode, oorlogscorrespondent Van
de Neue Freie Press e, heelt in een hospi
taal in Westelijk Galicië iets los trachten
Ite krijgen van de gewonden, die daar la
gen. Er waren twee Russen, die licht
gewond waren geweest, en nu genezen.
Maar de ontberingen en het slaggewoel
had hun van het verstand beroofd. De
een, die een intelligent gelaat had, was
blijkbaar door vervolgingswaanzin aan
getast en riep voortdurend pli (vuur), de
andere was geheel stompzinnig geworden.
Gaarne zou ik een gewonde hebben
gesproken, die den tweeden slag bij Lern-
iberg onder Auffenberg mee had gemaakt,
om eens Itle hooren, wat men bij den
troep zooal dacht toen Auffenberg rechts
omkeert maakte en den trein achter zich
aan liet komen.
Maar er is slechts een reservist, die
dat meemaakte. En deze behoort tot de
talloozen, wien alles, wat ze beleven,
voorbijgaat zonder dat het indruk op hen
maakt.
Zooals Tantalus in het water stond en
niet mocht drinken zoo waden Velen
tot de kin in een stroom van overweldi
gende gebeurtenissen en ze genieten er
geen druppel van. Uit een oorlog, die
voor hen leven hun geestelijk bezit had
kunnen verrijken, keelren zij zoo arm terug,
als zij uitgetrokken zijn.
Maar een blonde Bosniër is er, een
flinke kerel, met scherpe blauwe oogen
men zou denken met een Fries te doen
te hebben zegt Roda Roda en die is
de eenige, met wie men kan praten, al ver
telt hij ook wat fragmentarisch en heel
eenvoudig.
Lang zijn zij door zand en moeras
voortgerukt, de manschappen van Auffen
berg's leger, zonder op den vijand te
stooten. De zware transportwagens1 zakten
in het zand en in de modder fen ble
ven achter. Twee dagen moest men voed
sel uit het land zien te krijgen en dat
wel bij bewoners dat van te voren reeds
eenige weken Russische inkwartiering
hadden gehad.
Steven, zoo heet de Bosniër, vereelt.
Slechte menschen waren het ze gaven
ons niets te eten. Slechte menschen, ze
hadden niets. Ik had honger -niets
kon me meer wat schelen. Ik ging de
eerste de beste hut in en requireerde
voor mezelf. De lui gaven niets dan
kwetsen. „Schaam jullie ej niet?" riep
ik de menschen toe. „Onthaalt men op
die manier de soldaten van den Oosten-
rijkschen Keizer?"
Dan moeten jullie eens hij ons te gast
komen. Dan zouden we je wel beter ont
halen. Bij ons hebben ook de armste lui
brood en kaas. En als je bij mij komt,
krijgt je er ook nog wijn bij!" Maar de
menschen verstonden mij niet.
Denzelfden dag had ik mijn eerst© ge
vecht. Het schieten van de Russische in
fanterie heeft niet veel te beteekenem
Alle menschen, die aan onze zijde vielen,
waren door granaat-kartetsen getroffen.
Met zijn vieren vrienden uit hetzelfde
dorp zijn we bij de compagnie. Ik ben
de kleinste ze hebben me altijd uit
gelachen. Als zij nu naar huis gaan, hoeit
niemand te gelooven, dat ae gevochten
hebben. Ik echter zal mijn litteeirens kun
nen lioonen." Hij rukte zijn hemd open
en zijn oogen schitterden trotsch.
Drie dagen lang waren wij in het ge
vecht. Van den morgen tot den avond
en van den avond tot den morgen.. Steeds
hield men ons terug. Den vierden och
tend echter werd hij mij te machtig. Ik
sprong uit het front o pen rende 100
meter vooruit. Daar had je bij moeten we
zen. De kapitein en de sergeant waren
Spinnijdig. De luitenants warern niet nijdig,
want die waren al dood. „Wat krijg je
in je hoofd?" schreeuwde de kapitein.
„Wie heeft je bevel gegeven", schreeuwt
de kapitein.
„Wij gaan met Steven mee", roepen
allen. Steven, weet je, dat ben ik. Allen
rennen mij achterna. We bestormen een
heuvel, en van rechts komen ons die lui
met bloemen (de Tirolers) bijna tegemoet.
[Wij gaan er met de bajonet op in en die
met bloemen, omdat ze kor;© geweren
hebben, slaan er met do kolf op los. Als
hazen op een drijfjacht waren de Russen
weer zat gevangen en ze liepen allemaal
door elkaar. „Schieten", roek ik, en als
we daarmee beginnen, vailen er verschei
dene neer. Maar do kapitein fluit en
brult: „Staakt het vuren, ze geven zich
over". De Russen hebben hun wapens
weggegooid en staan met hun armen in do
hoogte, als Turken, die bidden. Ik had
het geweer neg gericht en zou zeker
doorgeschoten hebben, als do kapitein me
niet zoo streng had aangekeken.
De kapitein gaat naar de Russen toe
en zegt iets fegen den bevelhebber. De
Russische otficder trekt zijn sebel en werpt
hem voor zich neer. Hij grijpt in zijn
patroontasch en gooit de magazijnen op
den grond. Nu neemt hij zijn pistool en i
■schiet mijn kapitein neer. Weet je wat er
oen gebeurd is Ik heb mijn geweer
c den grond laten rallen en dien Rus
twee oorvijgen gegeven. Onze sergeant
klooft hem den schedel. Jammer! De ke
rel had opgehangen moeten worden
want hij heeft mijn kapitein vermoord
en mijn nieuwe jas gescheurd.
Onze compagnie heeft daar meer dan
300 Russen gevangen genomen. Ze hebban
hen geteld, en ons ook, en de sergeant
zei: „Kinderen, op ieder van jullie zijn
er twee Russen."
Ik zocht er dadelijk twee uit, dat ze
me niet zouden ontsnappen. Het waren
groote ztvaTte lui. Wist u wel, meneer, dat
bij de Russen mohammedanen zijn. Mijn
gevangenen waren mohammedanen, maar
ze hadden petten met kleppen. Wij in
Bosnië moeten een pet dragen, ook al
zijn wij Katholiek, en. moeten ons in Wiee
nen door iedereen voor mohammedanen,
laten aanzien. Pat hoort eigenlijk niet
zoo, meneer, in ons Evangelie staat daar
niets van, dat een pet geen klep mag heb
ben, dat staat in den Koran. Onze God
ziet ook door een klep heen. Nu - en
Steven haalt een bruine Russische pet
te voorschijn ik heb de pet van den
eenen mohammedaan met mijn pet ge
ruild."
D ekozakken rijden zoover, tot zij den
Vijandelijken ruiterij ontmoeten, dan rij
den zij zoo snel mogelijk terug. Get-
vluchte Galiciërs, die met hen te doen heb
ben gehad, zeggen dat zij niet kwaad
zijn, geen brand stichten of rooven, en
betalen, wat zij noodig hebben.
Korte Oorlogsberichten.
In Antwerpen wil men een oorlogs
museum stichten, een verzameling van
alles wat op den tegenwoordigen oorlog
betrekking heeft.
Thans wordt tegengesproken, dat
Sgrajewo door de Serviërs of Montene-
g,rijnen bezet zou zijn.
Vrijdag is de eerste afdeeling van
de Engelsch-Indische troepen in Frankrijk
geland, en wel te Marseille.
De Oostenrijkers vechten in Frankrijk
met de Duitschers mee. De Duitsche ge
nerale staf moet waardeerend gesproken
hebben over de uitwerking van het Oos-
tenrijksche belegeringsgeschut op automo
bielen voor Maubeuge.
Zeppelins zijn gezien boven Calais,
Boulogne en Warschau. De Duitsche lucht-
vaarders hebben durf
Volgens een bericht uit Weenen
hebben de Russische troepen op het slag
veld van Krasnik dum-dum-kogels achter
gelaten.
Engelsche bladen erkennen, dat de
kathedraal te Reims niet geheeld erwoest
is. Wel heeft het bouwwerk voor een
deel onherstelbare Schade geloden. Vóél
de bezetting waren reeds vele kostbaar
heden in veiligheid gebracht.
Prins Oscar van Pruisen moest zijn
regiment verlaten en zich te Metz onder
geneeskundige verzorging stellen. De groo
te inspanning van de laatste weken heeft
den Prins een acute hartverzwakking op
den hals gehaald.
-President Wilson heeft een procla
matie uitgevaardigd, bevattende een op
roep, om Zondag 4 Oct. te wijden tot
(een dag van gebed voor Aet herstel van
den vrede.
De Duitsche oorlogslee-
n i n g. Er is nu geteekend tot een bedrag
van 3.121.001.300 mark (daaronder be
grepen de inschrijvingen in het schuldboek
en de inschrijvingen, waarop tot 25 April
1915 de verplichting rust niet ten verkoop
te worden aangeboden, gezamenlijk tot een
bedrag van 1.198.987.700 mark) en aan
rijksschatkistbiljetten tot een bedrag van
1.339.727.300 mark. Tezamen 4.460.728.900
mayk. De inschrijving is nu gesloten. De
cijfers zijn dus als de eindcijfers te be
schouwen. (N. R. C.)
Aanval op Antwerpen? Ver
trouwbare personen deelen mede, dat de
Duitschers spoedig een aanval op Antwer
pen zullen beproeven. De Oostenrijksche
mortieren zijn in positie gebracht en ver
schansingen worden opgeworpen, terwijl
het zware belegeringsgeschut is aangeko
men. Ook van Belgische zijde wordt met
grooten spoed aan de versterking gear
beid. Het bezettingsleger telt 150.000 man.
Albanië. Reizigers uit Albanië te
Brindisi aangekomen, melden dat de vol
gelingen van Essad pasja, vele duizen
den, zich gereed maken Durazzo te be
zetten. Essad wordt binnenkort in Albanië
verwacht; hij is uit Nisj daarheen ver
trokken. Men zegt dat hij voornemens is
zich tegen Oostenrijk te wenden en Servië
ter zijde te staan.
Uit Weenen wordt gemeldt, dat zoodra
prins Willem van Wied te Neuwied aan
komt, hij bij proclamatie zal meedeelen,
dat hij afstand doet van den troon van
Albanië.
De „Evening Standard" spot met
„spionitis"
„Wat do© je hier zoo laat op den
avond? Zeker aan 't spionneeren.
„Nee, ik ben alleen maar aan 't in
breken."
„O, neem me dan niet kwalijk. G'n
avond.„N. R. Ct."
Het opkomen van de Belgische re-
cruten der lichting 1914 in de niet be
zette provinciën gaat geregeld zijn gang.
Zij1 worden allen naar Lier gezonden. Van
de lichting, die 33.000 man telt, rekent
men een derde te kunnen bijeenkrijgen.
Men schrijft uit Vlaanderen aan de
„N. R. Ct.":
Vrijdagochtend heeft t© Oordegem (ten
N.-W. van Aalst) een ontmoeting plaats
gehad van 40 Duitsche militaire wielrij
ders en 160 ruiters, met dertig Belgische
gendarmen, geholpen door vrijwilligers,
De Belgen moesten zich voor de overmacht
terugtrekken, maar brachten den vijand
gevoelige verliezen toe. Deze Duitsche
troepen stonden blijkbaar in verband met
een leger dat Vrijdag in de richting naar
Gent oprukte en Wetteren bezet heeft.
Voor Quatrecht werden de Duitschers
door een groote Belgische troepenmacht
staande gehouden en op het oogenblik
dat ik dit schrijf, is daar een ernstig
gevecht aan den gang. De Belgen heb
ben, zooals ik schreef, belangrijke ver
sterkingen gekregen, zoodat men ee,n ge
wichtige beslissing verwachten kan.
Erg smerig, koninklijke
hoogheid. De dochter des Keizers, her
togin Victoria Louise van Brunswijk, die,
zooals men weet, als regentes de re-
geeringsplichten van haar gemaal waar
neemt, bezocht dezer dagen een hospi
taal in Brunswijk. Toen de hertogin hoor
de, dat een van de gewonden hertog
Ernest August in het veld gezien had,
vroeg zij hoe de hertog er toen uit zag.
Eenigszins verrassend klonk het ant
woord van den soldaat: ,„Erg smerig,
koninklijke hoogheid."
Koning Albert bijna gevan-
g e n e. Een merkwaardig doch nogal twij
felachtig verhaal omtrent een gevaar van
gevangenneming, waaraan koning Albert
ontsnapte, publiceert de Exchange Com
pany. Tijdens een inspectietocht bemerkte
koning Albert dat zijn chauffeur regel
recht naar de positie van het Duitsche
leger reed. Z. M. beval den chauffeur
halt te houden, doch hij reed snel door.
Daarop haalde koning Albert zijn revol
ver te voorschijn en schoot den chauf
feur' dood. Hetzelfde blad verhaalt ver
der, dat in de zakken van den man do
cumenten werden gevonden, ten bewijze,
dat hem een millioen francs was aangebo
den, als koning Albert in Duitsche han
den was geleverd.
Staat van beleg.
Naar men ons meldt, blijkt hoe langer
hoe meer, dat er in onze handelssteden
een aantal kooplieden zijn, die zich niet
ontzien, herhaaldelijk pogingen in het
werk te stellen tot ontduiking van ver
schillende maatregelen, welke de regee
ring neemt ter verzekering van den toe
voer van levensmiddelen en veevoeder.
Ons wordt medegedeeld, dat in verband
daarmede wordt overwogen, of het geen
aanbeveling zou verdienen, de groote
handelssteden onder den staat van beleg
te brengen, opdat de handelscorrespon
denties onder censuur kunnen worden
gebracht.
Dienstregeling II. IJ.S. M.
Met ingang van heden is de beperkte
dienstregeling op de lijben der H. IJ. S.
M. uitgebreid met vier treinen op de lijn
ApeldoornDeventer, twee op de lijn
AlmeloOldenzaal, één op het traject
VorkArnhem, vijf tusschen Amsterdam
C. S. en Uitgeest en één van Amersfoort
naar Apeldoorn.
Op de Zuid-Hollandsche Electrische
Spoor komt er één trein bij: 's avonds
10 uur van Den Haag naar Schevenin-
gen; aankomst 10 u. 15 min.
De „Rijndam"
is weer naar New-York vertrokken, met
441 passagiers der eerste, 452 der tweede
en 391 der derde klasse.
De Koningin en de soldaten.
Een autoriteit, die er getuige van was,
verhaalt aan de „Meijiersche Crt." het
volgende van het bezoek van onze Konin
gin aan een Limburgsche gemeente.
Na de schouwing der troepen begaf
H. M. zich naar een afgelegen schuur,
waar een soldaat op wacht stond.
Dat was een Eindhovensche jongen.
Op de vraag van H. M. op welke ma
nier zij zich naar boven kon begeven,
moest de wachtpost antwoorden, dat de
eenige weg ging over een primitief smal
laddertje, soort kippenladder.
De Koningin aarzelde geen oogenblik
en klom, zich schragend en vasthoudend
aan de balken, naar omhoog.
Boven was het kwartier van een aan
tal soldaten.
Toen zij eensklaps de Koningin voor
zich zagen en haar hoorden VTagen „Ben
jullie tevreden, jongens?" toen was er
geen een in staat direct te antwoorden,
zoo versteld waren ze allen.
Maar de stoutste van het troepje stond
dra in de houding en hij zeide: „Goed
Majesteit."
En hoe is het eten?
Zeer goed, Majesteit.
En overigens?
't Begint wat koud te worden, Ma
jesteit."
De Koningin keek eens naar het pan
nendak boven haar, dat allerminst lucht
dicht was en Zij liet zich ontvallen: „Het
is geen wonder ook." Dan, zich tot
iemand van haar gevolg wendend, die
halverwege het laddertje opgeklommen
was: „Dat moet morgenavond veranderd
zijn."
En is de ligging warm genoeg?
vroeg de Koningin verder.
„Er mocht wel wat meer dekens
zijn, Majesteit", antwoordde flink de sol
daat, die zich thans blijkbaar geheel op
zijn gemak begon te gevoelen.
Opnieuw keerde de Vorstinne zich om
en beval dat morgenavond meer dekens
aan de soldaten zouden verschaft worden.
Na dit vertrouwelijk onderhoud is de
Koningin langs hetzelfde min-solide lad
dertje weer naar beneden gekomen, zicht
baar voldaan, dat zij haar soldaten van
dienst had kunnen zijn.
Onze groenten.
In één woord plenty. We hebben een
aardappeloogst van 35 tot 40 millioen
K.G. van over 't algemeen goede quali-
teit. Groenten zijn er te veel, zoodait
onder de zwaarst getroffenen van deze
crisis zeker onze tuinders behooren.
„Vad."
De heer Van Kol,
dezer dagen uit Japan hier te lande te
ruggekeerd. heeft meegedeeld, dat hij, als
de oorlog geëindigd zal zijn, of wellicht
zoodra de omstandigheden het zullen toe
laten, naar Japan zal terugkeeren. Zijn
arbeid ginds was al een heel eind ge
vorderd en zou na een paar maanden
verder verblijf in Japan als geëindigd
kunnen zijn beschouwd.
De heer Kettner wordt over een dag
of veertien uit Japan hier te lande terug
verwacht.
De Engelsche post
is gisteravond weer niet aangekomen; al
thans de ,,N. R. C." heeft niets ont
vangen.
Van der Kun.
Weer is een lid van de Eerste Kamer
overleden, en ook weer zoo onverwachts
als het vorige lid. De heer Bloembergen,
die Woensdag nog een zitting had bijge
woond stierf Vrijdags; en nu is een der
jongste leden gestorven: de heer E. A. M.
v. d. Kun, die dezer dagen nog de zittingen
der Kamer had bijgewoond in zijn qua-
liteit van lid der Commissie voor de
redactie van het Antwoord op dp Troon
rede.
Emile van der Kun werd den 19 No
vember 1853 te Rotterdam geboren. Hij
bezocht het gymnasium te Katwijk, later
dat te Rolcluc en maakte vervolgens ge
durende verscheidene jaren deel uit van
de tabaksfirma R. Kraemer en Co. te
Rotterdam.
Zijn politieke loopbaan nam een aan
vang met zijn verkiezing tot lid der Twee
de Kamer voor het district Zevenbergen
in 1892. In 1905 bij de periodieke ver
kiezingen, bedankte hij wegens gezond
heidsredenen, en werd hij vervangen door
den heer v. Vuuren. In 1910 werd hij lid
der Eerste Kamer voor Zuid-Holland.
Zoo stierven in dit jaar binnen een
tijdperk van vijf maanden vijf leden der
Eerste Kamer: de heeren Schimmelpen-
ninck, v. Wassenaer, Bosch, Bloembergen
en v. d. Kun.
Visscherijopde Zeeuwsche
stroomen. Aan het jaarverslag om
trent den toestand der visscherij! op de
Zeeuwscbe stroomen over 1913 is het
volgende ontleend
Het jaar 1913 was voor de visscherij
in het algemeen niet bijzonder gunstig,
wat vooral aan den kouden zomer, waar
onder de visscherijen veel te lijden had
den, te wijten is. Bovendien hadden de
mosselkweekers te klagen over lage prij
zen. De oesterkweekers daarentegen kun
nen op het afgeloopen jaar met tevreden
heid terugzien.
In 1913 had te Middelburg de verpach
ting plaats van alle perceelen Yersche
Bank en Oosterschelde, waarvan de op
brengst was f539.686 tegen een tegen
woordige opbrengst van f211.708. De ge
zamenlijke ontvangsten bedroegen in 1913
f368.411 tegen f343.157 in 1912.
De bacterioloog van het visscherijbe-
stuur, dr. Heijfnann te Bergen-op-Zoom,
bracht een bezoek aan Wilmersdorf bij
Berlijn met het oog op de mogelijk biolo
gische reiniging van het afvalwater der
fabrieken in de haven te Bergen-op-Zoom;
terwijl uit een door den hoofdopziener
der domeinen uitgebracht rapport betref
fende de technische mogelijkheid van
rechtstreekschen afvoer van het riool
water van Bergen-op-Zoom, duidelijk die
mogelijkheid blijkt en dan ook door het
bestuur der visscherijen op het totstand
komen van het daartoe ontworpen plan
krachtig wordt aangedrongen.
Als iets bijzonders wordt in het verslag
vermeld, dat in het begin van 1913 op
verschillende dusgenaamde weervissche-
rijen zalm gevangen werd die, omdat in
dien tijd van het jaar deze visch duur is,
tot zeer goeden prijs werd verkocht. In
het geheel bedroeg deze vangst 747 stuks
tot een bedrag van f 8739.
Dat ook de garnalenvisscherij van be
teeken is is blijkt wel, als we zien dat
daarvan in 1913 gevangen werd 1.762.779
K.G. tot een bedrag van f213.134.
De mosselhandel is in 1913 over het
algemeen slecht geweest, wat voornamelijk
aan de qualiteit der mosselen te .wijten
was. Vooral die uit de Zuiderzee afkom
stig, waren nu en dan zelfs oneetbaar;
terwijl de Zeeuwsche wel aanmerkelijk
beter, maar mager waren. Het gevolg
hiervan was natuurlijk dat de prijs laag
was en België er veel minder trok dan
anders. Toch werden er nog ruim 150.000
balen verzonden.
In het begin en verder het gehieele
seizoen door bleef die Oesterverzending
levendig. De hoogste prijs voor dusge
naamde Imperialen was in 1913 f 50 tot
f 56 per 95 K.G.
Uit Ierseke, Wemieldinge en Krabbbendij-
ke werden in totaal verzonden 35.839.560,
uit Tholen 6.694.620, uit Bruinisse
5.929.219, uit Anna-Jacobapolder 525, uit
Terneuzen 921.170, in tot 49.385.094
oesters.
Middelburg. Het programma voor de
Matste muziekuitvoering in dit seizoen
op het Molenwater, welke bepaald is op
Woensdag a.s., luidt als volgt: 1. March©
des petits tambours, J. Morks; 2. a. Me
nuet 'a la Reine, V. Moret, b. Down
in Jungle town. Th. Morse; 3. Zweedsche
Bruiloftstoet, A. Söderman; 4. Gavotte
uit Feest-Reien, J. Morks; 5. Les Pa-
triotes Beiges Pas Redoublé, H. Reuland;
6. Fragmenten uit ,,de slag van Water
loo", militaire fantasie, J. Wijsman.
Deze fragmenten zijn de volgende: le
afdeeling (soldatenleven), no. 1 signaal,
no. 2 marsch, no. 3 wals, no. 4 polka,
no. 5 appèl no. 6 de. oorlog wordt aan
hef leger bekend gemaakt, no. 7 aankomst
vap het leger, no. 8 het leger vertrekt.
Uit de tweede afdeeling (de oorlog), no. 9
alarm na het eerste vijandelijke schot,
no. 12 de vijand is verslagen, het vervoer
der gewonden, no. 13 het begraven der
gesneuvelden, no. 14 koraal dankgebed,
no. 15 het leger komt terug. no. 16
volkslied.
Men ziet wederom een uitgezocht pro
gramma en met gunstig weder wacht de
muziekliefhebbers weder een genoegelijk
uurtje.
Vlissingen. De Engelsche matro
zen naar Engeland terug. Zater
dagavond kwamen te Vlissingen aan on
geveer 280 matrozen en officieren van
de gezonken Engelsche kruisers, die naar
hun vaderland mochten terugkeeren. Di
rect gingen de mannen aan boord van
de mailboot „.Mecklenburg" der Maat
schappij „Zeeland", die hen naar Queens-
boro zou brengen. Te ongeveer tien uur
ging de „Mecklenburg" naar de reede
om des morgens vroeg zee te kiezep,
te. ongeveer twaalf uur was men op de
plaats van bestemming, waar niet werd
aangelegd. De Engelschen werden per
sleepboot afgehaald en naar Chattam ge
bracht. Onderweg ontmoette men o.a,. een
zusterschip van een der gezonken krui
sers, de bemanning van dit schip liet
„three cheers" weerklinken, wat door de
geredde matrozen werd beantwoord. Deze
laatsten deden hetzelfde toen men de
„Helena", een zusterschip van de „Flora",
welk schip zoovelen redde, passeerde. De
mannen hadden maar een roep over de
behandeling, die zij van de Dutchmen
hadden ondervonden. Bij het verlaten van
de „Mecklenburg" klonken de cheers voor
onze Koningin en bij bet wegs.tooanen
der sleepboot klonk hetzelfde gejuich pis
afscheid aan de bemanning van de
„Mecklenburg". De mailboot keerde direct
naar Vlissinlgen terug en meerde des
avonds ongeveer half acht weder in de
buitenhaven aldaar.
Bij looporde is aan de opvarenden
der schepen van de „Zeeland" medege
deeld, dat bij mogelijk ongeval tengevolge
van den oorlog voor de nabestaanden
zal worden gezorgd. Hierbij kan worden
aangeteekend dat dezelfde regeling blijft
gelden als in vredestijd, zoodat voor de
bedoelde schepelingen de risico niet groo-
ter is geworden. (M. C.)
Driewegen, In de raadsvergadering van
24 September Waren 6 leden present. Af
wezig het lid de Dreu. De gemeentebe-
grooting voor 1915 werd in ontvang en
uitgaaf vastgesteld -elk op f 10976.05J/2.
Een voorstel der Gezondheidscommissie
tot onbewoonbaarverklaring eener woning1
werd aangehouden.
St. Maartensdijk. Zaterdagmiddag weird
hier een openbare eindles gehouden van
den 2-jarigen cursus aan dames in Land
huishoudkunde, welke cursus gegeven
werd door mej. v. Prooijen, gedipl. land
huishoudkundige, de h.h. Minderhoud, v.
d. Linde en Ruijze, en was opgericht
op initiatief Van de vereehiging van ge
dipl. oud-leerlingen van den landhouw-
wintercursus te Staven isse, gesteund door
de afd. Tholen van de Z. L. M. Van de
autoriteiten op landbouwgebied waren aan
wezig de h.h. Dr. v. d. Zand©, inspec
teur Van den landbouw en Ivakebsèkie,
Rijkslandbouwleeraar, voorts de heer
Snijders, secr. der afd. Tholen, en de
oommissie van toezicht op den cursus
benevens nog enkele andere be'.angshoill-
lenden. Na beëindiging der les weid door
den hoer V. d. Zande aan de 12 aanwezige
deelneemsters een diploma uitgereikt; een
die wegens ziekte niet aanwezig kon zijn,
zal dat ook worden verstrekt.
De heer v. d. Zande wees in zijn toe
spraak op het nut van de ontwikke
ling der vrouw ook in deze richting en
sprak den wensch uit, dat de belang
stelling voor dit onderwijs steeds groo-
ter moge worden, en richtte een woord
van dank tot het onderwijizend personeel.
De heer Ruijze bracht als sectr. van de
vereeniging, van welke het initiatief uit
ging een woord van dank aan allen van
wie deze vereeniging hij het oprichten
van dezen cursus steun had mogen ent-
vangen en dankte de dames deelneemsters
voor den aangenamen omgang en den
ernst waarmede zij het onderwijs steeds
gevolgd hadden. Mej. P. Hage bedankte
als deelneemster het onderwijzend perso
neel en bood als aandenken aan deze
lessen ieder der leeraren en mej. V. Prooij-
en een in lijst geplaatste photographie
aan, waarop al de deelneemsters. Aan
mej. v. Prooijen werd mede als oen ge
dachtenis geschonken 2 zilveren vleesch-
vorken.
Renesse. De rijksklerk bij de direct©
belastingen H. J. Bakker te Amsterdam
is aangewezen voor de tijdelijke waar
neming van het kantoor Renesse, met
ingang van 29 September na kantoortijd.
St-Laurens. Bij Adr. v. d. Broecke al
hier is een pompoen geplukt die het
buitengewone gewicht van 27Vs K.G. had.
Borssele. Door een gever of geefster,
wiens of wier naam onbekend moet blij
ven, is aan de Oud Gereformeerde Ge
meente een som van f2000 geschonken,
zulks voor de nieuwgebouwde kerk.