Binnenland. Uit de Provincie. Üe bedoeling van onze chefs.Zij zeggen dat niets verloren is. In een woord, wij bokken terug op; Cormontreuil en Rei me in geforceerde marschen dag en nacht. LWij hoorden dat deze legers zich zullen verschansen en rusten, en dan opnieuw zich zullen opmaken voor de zegevierende opmarsch naar Parijs. Het was geen ne derlaag, maar alleen een strategische te rugtocht. Ik heb vertrouwen in onze aan voerders, dat alles goed zal gaan. Ons eerste bataljon, dat heel dapper heeft gevochten, is van 1200 man tot 194 man verminderd. Die cijfers spreken voor zich zelf. Oorlogsellende. Ziehier enkele illustraties van het oor logsterrein in Galicië. We knippen ze uit de N. R. Ct.: Rodo Rode, oorlogscorrespondent Van de Neue Freie Press e, heelt in een hospi taal in Westelijk Galicië iets los trachten Ite krijgen van de gewonden, die daar la gen. Er waren twee Russen, die licht gewond waren geweest, en nu genezen. Maar de ontberingen en het slaggewoel had hun van het verstand beroofd. De een, die een intelligent gelaat had, was blijkbaar door vervolgingswaanzin aan getast en riep voortdurend pli (vuur), de andere was geheel stompzinnig geworden. Gaarne zou ik een gewonde hebben gesproken, die den tweeden slag bij Lern- iberg onder Auffenberg mee had gemaakt, om eens Itle hooren, wat men bij den troep zooal dacht toen Auffenberg rechts omkeert maakte en den trein achter zich aan liet komen. Maar er is slechts een reservist, die dat meemaakte. En deze behoort tot de talloozen, wien alles, wat ze beleven, voorbijgaat zonder dat het indruk op hen maakt. Zooals Tantalus in het water stond en niet mocht drinken zoo waden Velen tot de kin in een stroom van overweldi gende gebeurtenissen en ze genieten er geen druppel van. Uit een oorlog, die voor hen leven hun geestelijk bezit had kunnen verrijken, keelren zij zoo arm terug, als zij uitgetrokken zijn. Maar een blonde Bosniër is er, een flinke kerel, met scherpe blauwe oogen men zou denken met een Fries te doen te hebben zegt Roda Roda en die is de eenige, met wie men kan praten, al ver telt hij ook wat fragmentarisch en heel eenvoudig. Lang zijn zij door zand en moeras voortgerukt, de manschappen van Auffen berg's leger, zonder op den vijand te stooten. De zware transportwagens1 zakten in het zand en in de modder fen ble ven achter. Twee dagen moest men voed sel uit het land zien te krijgen en dat wel bij bewoners dat van te voren reeds eenige weken Russische inkwartiering hadden gehad. Steven, zoo heet de Bosniër, vereelt. Slechte menschen waren het ze gaven ons niets te eten. Slechte menschen, ze hadden niets. Ik had honger -niets kon me meer wat schelen. Ik ging de eerste de beste hut in en requireerde voor mezelf. De lui gaven niets dan kwetsen. „Schaam jullie ej niet?" riep ik de menschen toe. „Onthaalt men op die manier de soldaten van den Oosten- rijkschen Keizer?" Dan moeten jullie eens hij ons te gast komen. Dan zouden we je wel beter ont halen. Bij ons hebben ook de armste lui brood en kaas. En als je bij mij komt, krijgt je er ook nog wijn bij!" Maar de menschen verstonden mij niet. Denzelfden dag had ik mijn eerst© ge vecht. Het schieten van de Russische in fanterie heeft niet veel te beteekenem Alle menschen, die aan onze zijde vielen, waren door granaat-kartetsen getroffen. Met zijn vieren vrienden uit hetzelfde dorp zijn we bij de compagnie. Ik ben de kleinste ze hebben me altijd uit gelachen. Als zij nu naar huis gaan, hoeit niemand te gelooven, dat ae gevochten hebben. Ik echter zal mijn litteeirens kun nen lioonen." Hij rukte zijn hemd open en zijn oogen schitterden trotsch. Drie dagen lang waren wij in het ge vecht. Van den morgen tot den avond en van den avond tot den morgen.. Steeds hield men ons terug. Den vierden och tend echter werd hij mij te machtig. Ik sprong uit het front o pen rende 100 meter vooruit. Daar had je bij moeten we zen. De kapitein en de sergeant waren Spinnijdig. De luitenants warern niet nijdig, want die waren al dood. „Wat krijg je in je hoofd?" schreeuwde de kapitein. „Wie heeft je bevel gegeven", schreeuwt de kapitein. „Wij gaan met Steven mee", roepen allen. Steven, weet je, dat ben ik. Allen rennen mij achterna. We bestormen een heuvel, en van rechts komen ons die lui met bloemen (de Tirolers) bijna tegemoet. [Wij gaan er met de bajonet op in en die met bloemen, omdat ze kor;© geweren hebben, slaan er met do kolf op los. Als hazen op een drijfjacht waren de Russen weer zat gevangen en ze liepen allemaal door elkaar. „Schieten", roek ik, en als we daarmee beginnen, vailen er verschei dene neer. Maar do kapitein fluit en brult: „Staakt het vuren, ze geven zich over". De Russen hebben hun wapens weggegooid en staan met hun armen in do hoogte, als Turken, die bidden. Ik had het geweer neg gericht en zou zeker doorgeschoten hebben, als do kapitein me niet zoo streng had aangekeken. De kapitein gaat naar de Russen toe en zegt iets fegen den bevelhebber. De Russische otficder trekt zijn sebel en werpt hem voor zich neer. Hij grijpt in zijn patroontasch en gooit de magazijnen op den grond. Nu neemt hij zijn pistool en i ■schiet mijn kapitein neer. Weet je wat er oen gebeurd is Ik heb mijn geweer c den grond laten rallen en dien Rus twee oorvijgen gegeven. Onze sergeant klooft hem den schedel. Jammer! De ke rel had opgehangen moeten worden want hij heeft mijn kapitein vermoord en mijn nieuwe jas gescheurd. Onze compagnie heeft daar meer dan 300 Russen gevangen genomen. Ze hebban hen geteld, en ons ook, en de sergeant zei: „Kinderen, op ieder van jullie zijn er twee Russen." Ik zocht er dadelijk twee uit, dat ze me niet zouden ontsnappen. Het waren groote ztvaTte lui. Wist u wel, meneer, dat bij de Russen mohammedanen zijn. Mijn gevangenen waren mohammedanen, maar ze hadden petten met kleppen. Wij in Bosnië moeten een pet dragen, ook al zijn wij Katholiek, en. moeten ons in Wiee nen door iedereen voor mohammedanen, laten aanzien. Pat hoort eigenlijk niet zoo, meneer, in ons Evangelie staat daar niets van, dat een pet geen klep mag heb ben, dat staat in den Koran. Onze God ziet ook door een klep heen. Nu - en Steven haalt een bruine Russische pet te voorschijn ik heb de pet van den eenen mohammedaan met mijn pet ge ruild." D ekozakken rijden zoover, tot zij den Vijandelijken ruiterij ontmoeten, dan rij den zij zoo snel mogelijk terug. Get- vluchte Galiciërs, die met hen te doen heb ben gehad, zeggen dat zij niet kwaad zijn, geen brand stichten of rooven, en betalen, wat zij noodig hebben. Korte Oorlogsberichten. In Antwerpen wil men een oorlogs museum stichten, een verzameling van alles wat op den tegenwoordigen oorlog betrekking heeft. Thans wordt tegengesproken, dat Sgrajewo door de Serviërs of Montene- g,rijnen bezet zou zijn. Vrijdag is de eerste afdeeling van de Engelsch-Indische troepen in Frankrijk geland, en wel te Marseille. De Oostenrijkers vechten in Frankrijk met de Duitschers mee. De Duitsche ge nerale staf moet waardeerend gesproken hebben over de uitwerking van het Oos- tenrijksche belegeringsgeschut op automo bielen voor Maubeuge. Zeppelins zijn gezien boven Calais, Boulogne en Warschau. De Duitsche lucht- vaarders hebben durf Volgens een bericht uit Weenen hebben de Russische troepen op het slag veld van Krasnik dum-dum-kogels achter gelaten. Engelsche bladen erkennen, dat de kathedraal te Reims niet geheeld erwoest is. Wel heeft het bouwwerk voor een deel onherstelbare Schade geloden. Vóél de bezetting waren reeds vele kostbaar heden in veiligheid gebracht. Prins Oscar van Pruisen moest zijn regiment verlaten en zich te Metz onder geneeskundige verzorging stellen. De groo te inspanning van de laatste weken heeft den Prins een acute hartverzwakking op den hals gehaald. -President Wilson heeft een procla matie uitgevaardigd, bevattende een op roep, om Zondag 4 Oct. te wijden tot (een dag van gebed voor Aet herstel van den vrede. De Duitsche oorlogslee- n i n g. Er is nu geteekend tot een bedrag van 3.121.001.300 mark (daaronder be grepen de inschrijvingen in het schuldboek en de inschrijvingen, waarop tot 25 April 1915 de verplichting rust niet ten verkoop te worden aangeboden, gezamenlijk tot een bedrag van 1.198.987.700 mark) en aan rijksschatkistbiljetten tot een bedrag van 1.339.727.300 mark. Tezamen 4.460.728.900 mayk. De inschrijving is nu gesloten. De cijfers zijn dus als de eindcijfers te be schouwen. (N. R. C.) Aanval op Antwerpen? Ver trouwbare personen deelen mede, dat de Duitschers spoedig een aanval op Antwer pen zullen beproeven. De Oostenrijksche mortieren zijn in positie gebracht en ver schansingen worden opgeworpen, terwijl het zware belegeringsgeschut is aangeko men. Ook van Belgische zijde wordt met grooten spoed aan de versterking gear beid. Het bezettingsleger telt 150.000 man. Albanië. Reizigers uit Albanië te Brindisi aangekomen, melden dat de vol gelingen van Essad pasja, vele duizen den, zich gereed maken Durazzo te be zetten. Essad wordt binnenkort in Albanië verwacht; hij is uit Nisj daarheen ver trokken. Men zegt dat hij voornemens is zich tegen Oostenrijk te wenden en Servië ter zijde te staan. Uit Weenen wordt gemeldt, dat zoodra prins Willem van Wied te Neuwied aan komt, hij bij proclamatie zal meedeelen, dat hij afstand doet van den troon van Albanië. De „Evening Standard" spot met „spionitis" „Wat do© je hier zoo laat op den avond? Zeker aan 't spionneeren. „Nee, ik ben alleen maar aan 't in breken." „O, neem me dan niet kwalijk. G'n avond.„N. R. Ct." Het opkomen van de Belgische re- cruten der lichting 1914 in de niet be zette provinciën gaat geregeld zijn gang. Zij1 worden allen naar Lier gezonden. Van de lichting, die 33.000 man telt, rekent men een derde te kunnen bijeenkrijgen. Men schrijft uit Vlaanderen aan de „N. R. Ct.": Vrijdagochtend heeft t© Oordegem (ten N.-W. van Aalst) een ontmoeting plaats gehad van 40 Duitsche militaire wielrij ders en 160 ruiters, met dertig Belgische gendarmen, geholpen door vrijwilligers, De Belgen moesten zich voor de overmacht terugtrekken, maar brachten den vijand gevoelige verliezen toe. Deze Duitsche troepen stonden blijkbaar in verband met een leger dat Vrijdag in de richting naar Gent oprukte en Wetteren bezet heeft. Voor Quatrecht werden de Duitschers door een groote Belgische troepenmacht staande gehouden en op het oogenblik dat ik dit schrijf, is daar een ernstig gevecht aan den gang. De Belgen heb ben, zooals ik schreef, belangrijke ver sterkingen gekregen, zoodat men ee,n ge wichtige beslissing verwachten kan. Erg smerig, koninklijke hoogheid. De dochter des Keizers, her togin Victoria Louise van Brunswijk, die, zooals men weet, als regentes de re- geeringsplichten van haar gemaal waar neemt, bezocht dezer dagen een hospi taal in Brunswijk. Toen de hertogin hoor de, dat een van de gewonden hertog Ernest August in het veld gezien had, vroeg zij hoe de hertog er toen uit zag. Eenigszins verrassend klonk het ant woord van den soldaat: ,„Erg smerig, koninklijke hoogheid." Koning Albert bijna gevan- g e n e. Een merkwaardig doch nogal twij felachtig verhaal omtrent een gevaar van gevangenneming, waaraan koning Albert ontsnapte, publiceert de Exchange Com pany. Tijdens een inspectietocht bemerkte koning Albert dat zijn chauffeur regel recht naar de positie van het Duitsche leger reed. Z. M. beval den chauffeur halt te houden, doch hij reed snel door. Daarop haalde koning Albert zijn revol ver te voorschijn en schoot den chauf feur' dood. Hetzelfde blad verhaalt ver der, dat in de zakken van den man do cumenten werden gevonden, ten bewijze, dat hem een millioen francs was aangebo den, als koning Albert in Duitsche han den was geleverd. Staat van beleg. Naar men ons meldt, blijkt hoe langer hoe meer, dat er in onze handelssteden een aantal kooplieden zijn, die zich niet ontzien, herhaaldelijk pogingen in het werk te stellen tot ontduiking van ver schillende maatregelen, welke de regee ring neemt ter verzekering van den toe voer van levensmiddelen en veevoeder. Ons wordt medegedeeld, dat in verband daarmede wordt overwogen, of het geen aanbeveling zou verdienen, de groote handelssteden onder den staat van beleg te brengen, opdat de handelscorrespon denties onder censuur kunnen worden gebracht. Dienstregeling II. IJ.S. M. Met ingang van heden is de beperkte dienstregeling op de lijben der H. IJ. S. M. uitgebreid met vier treinen op de lijn ApeldoornDeventer, twee op de lijn AlmeloOldenzaal, één op het traject VorkArnhem, vijf tusschen Amsterdam C. S. en Uitgeest en één van Amersfoort naar Apeldoorn. Op de Zuid-Hollandsche Electrische Spoor komt er één trein bij: 's avonds 10 uur van Den Haag naar Schevenin- gen; aankomst 10 u. 15 min. De „Rijndam" is weer naar New-York vertrokken, met 441 passagiers der eerste, 452 der tweede en 391 der derde klasse. De Koningin en de soldaten. Een autoriteit, die er getuige van was, verhaalt aan de „Meijiersche Crt." het volgende van het bezoek van onze Konin gin aan een Limburgsche gemeente. Na de schouwing der troepen begaf H. M. zich naar een afgelegen schuur, waar een soldaat op wacht stond. Dat was een Eindhovensche jongen. Op de vraag van H. M. op welke ma nier zij zich naar boven kon begeven, moest de wachtpost antwoorden, dat de eenige weg ging over een primitief smal laddertje, soort kippenladder. De Koningin aarzelde geen oogenblik en klom, zich schragend en vasthoudend aan de balken, naar omhoog. Boven was het kwartier van een aan tal soldaten. Toen zij eensklaps de Koningin voor zich zagen en haar hoorden VTagen „Ben jullie tevreden, jongens?" toen was er geen een in staat direct te antwoorden, zoo versteld waren ze allen. Maar de stoutste van het troepje stond dra in de houding en hij zeide: „Goed Majesteit." En hoe is het eten? Zeer goed, Majesteit. En overigens? 't Begint wat koud te worden, Ma jesteit." De Koningin keek eens naar het pan nendak boven haar, dat allerminst lucht dicht was en Zij liet zich ontvallen: „Het is geen wonder ook." Dan, zich tot iemand van haar gevolg wendend, die halverwege het laddertje opgeklommen was: „Dat moet morgenavond veranderd zijn." En is de ligging warm genoeg? vroeg de Koningin verder. „Er mocht wel wat meer dekens zijn, Majesteit", antwoordde flink de sol daat, die zich thans blijkbaar geheel op zijn gemak begon te gevoelen. Opnieuw keerde de Vorstinne zich om en beval dat morgenavond meer dekens aan de soldaten zouden verschaft worden. Na dit vertrouwelijk onderhoud is de Koningin langs hetzelfde min-solide lad dertje weer naar beneden gekomen, zicht baar voldaan, dat zij haar soldaten van dienst had kunnen zijn. Onze groenten. In één woord plenty. We hebben een aardappeloogst van 35 tot 40 millioen K.G. van over 't algemeen goede quali- teit. Groenten zijn er te veel, zoodait onder de zwaarst getroffenen van deze crisis zeker onze tuinders behooren. „Vad." De heer Van Kol, dezer dagen uit Japan hier te lande te ruggekeerd. heeft meegedeeld, dat hij, als de oorlog geëindigd zal zijn, of wellicht zoodra de omstandigheden het zullen toe laten, naar Japan zal terugkeeren. Zijn arbeid ginds was al een heel eind ge vorderd en zou na een paar maanden verder verblijf in Japan als geëindigd kunnen zijn beschouwd. De heer Kettner wordt over een dag of veertien uit Japan hier te lande terug verwacht. De Engelsche post is gisteravond weer niet aangekomen; al thans de ,,N. R. C." heeft niets ont vangen. Van der Kun. Weer is een lid van de Eerste Kamer overleden, en ook weer zoo onverwachts als het vorige lid. De heer Bloembergen, die Woensdag nog een zitting had bijge woond stierf Vrijdags; en nu is een der jongste leden gestorven: de heer E. A. M. v. d. Kun, die dezer dagen nog de zittingen der Kamer had bijgewoond in zijn qua- liteit van lid der Commissie voor de redactie van het Antwoord op dp Troon rede. Emile van der Kun werd den 19 No vember 1853 te Rotterdam geboren. Hij bezocht het gymnasium te Katwijk, later dat te Rolcluc en maakte vervolgens ge durende verscheidene jaren deel uit van de tabaksfirma R. Kraemer en Co. te Rotterdam. Zijn politieke loopbaan nam een aan vang met zijn verkiezing tot lid der Twee de Kamer voor het district Zevenbergen in 1892. In 1905 bij de periodieke ver kiezingen, bedankte hij wegens gezond heidsredenen, en werd hij vervangen door den heer v. Vuuren. In 1910 werd hij lid der Eerste Kamer voor Zuid-Holland. Zoo stierven in dit jaar binnen een tijdperk van vijf maanden vijf leden der Eerste Kamer: de heeren Schimmelpen- ninck, v. Wassenaer, Bosch, Bloembergen en v. d. Kun. Visscherijopde Zeeuwsche stroomen. Aan het jaarverslag om trent den toestand der visscherij! op de Zeeuwscbe stroomen over 1913 is het volgende ontleend Het jaar 1913 was voor de visscherij in het algemeen niet bijzonder gunstig, wat vooral aan den kouden zomer, waar onder de visscherijen veel te lijden had den, te wijten is. Bovendien hadden de mosselkweekers te klagen over lage prij zen. De oesterkweekers daarentegen kun nen op het afgeloopen jaar met tevreden heid terugzien. In 1913 had te Middelburg de verpach ting plaats van alle perceelen Yersche Bank en Oosterschelde, waarvan de op brengst was f539.686 tegen een tegen woordige opbrengst van f211.708. De ge zamenlijke ontvangsten bedroegen in 1913 f368.411 tegen f343.157 in 1912. De bacterioloog van het visscherijbe- stuur, dr. Heijfnann te Bergen-op-Zoom, bracht een bezoek aan Wilmersdorf bij Berlijn met het oog op de mogelijk biolo gische reiniging van het afvalwater der fabrieken in de haven te Bergen-op-Zoom; terwijl uit een door den hoofdopziener der domeinen uitgebracht rapport betref fende de technische mogelijkheid van rechtstreekschen afvoer van het riool water van Bergen-op-Zoom, duidelijk die mogelijkheid blijkt en dan ook door het bestuur der visscherijen op het totstand komen van het daartoe ontworpen plan krachtig wordt aangedrongen. Als iets bijzonders wordt in het verslag vermeld, dat in het begin van 1913 op verschillende dusgenaamde weervissche- rijen zalm gevangen werd die, omdat in dien tijd van het jaar deze visch duur is, tot zeer goeden prijs werd verkocht. In het geheel bedroeg deze vangst 747 stuks tot een bedrag van f 8739. Dat ook de garnalenvisscherij van be teeken is is blijkt wel, als we zien dat daarvan in 1913 gevangen werd 1.762.779 K.G. tot een bedrag van f213.134. De mosselhandel is in 1913 over het algemeen slecht geweest, wat voornamelijk aan de qualiteit der mosselen te .wijten was. Vooral die uit de Zuiderzee afkom stig, waren nu en dan zelfs oneetbaar; terwijl de Zeeuwsche wel aanmerkelijk beter, maar mager waren. Het gevolg hiervan was natuurlijk dat de prijs laag was en België er veel minder trok dan anders. Toch werden er nog ruim 150.000 balen verzonden. In het begin en verder het gehieele seizoen door bleef die Oesterverzending levendig. De hoogste prijs voor dusge naamde Imperialen was in 1913 f 50 tot f 56 per 95 K.G. Uit Ierseke, Wemieldinge en Krabbbendij- ke werden in totaal verzonden 35.839.560, uit Tholen 6.694.620, uit Bruinisse 5.929.219, uit Anna-Jacobapolder 525, uit Terneuzen 921.170, in tot 49.385.094 oesters. Middelburg. Het programma voor de Matste muziekuitvoering in dit seizoen op het Molenwater, welke bepaald is op Woensdag a.s., luidt als volgt: 1. March© des petits tambours, J. Morks; 2. a. Me nuet 'a la Reine, V. Moret, b. Down in Jungle town. Th. Morse; 3. Zweedsche Bruiloftstoet, A. Söderman; 4. Gavotte uit Feest-Reien, J. Morks; 5. Les Pa- triotes Beiges Pas Redoublé, H. Reuland; 6. Fragmenten uit ,,de slag van Water loo", militaire fantasie, J. Wijsman. Deze fragmenten zijn de volgende: le afdeeling (soldatenleven), no. 1 signaal, no. 2 marsch, no. 3 wals, no. 4 polka, no. 5 appèl no. 6 de. oorlog wordt aan hef leger bekend gemaakt, no. 7 aankomst vap het leger, no. 8 het leger vertrekt. Uit de tweede afdeeling (de oorlog), no. 9 alarm na het eerste vijandelijke schot, no. 12 de vijand is verslagen, het vervoer der gewonden, no. 13 het begraven der gesneuvelden, no. 14 koraal dankgebed, no. 15 het leger komt terug. no. 16 volkslied. Men ziet wederom een uitgezocht pro gramma en met gunstig weder wacht de muziekliefhebbers weder een genoegelijk uurtje. Vlissingen. De Engelsche matro zen naar Engeland terug. Zater dagavond kwamen te Vlissingen aan on geveer 280 matrozen en officieren van de gezonken Engelsche kruisers, die naar hun vaderland mochten terugkeeren. Di rect gingen de mannen aan boord van de mailboot „.Mecklenburg" der Maat schappij „Zeeland", die hen naar Queens- boro zou brengen. Te ongeveer tien uur ging de „Mecklenburg" naar de reede om des morgens vroeg zee te kiezep, te. ongeveer twaalf uur was men op de plaats van bestemming, waar niet werd aangelegd. De Engelschen werden per sleepboot afgehaald en naar Chattam ge bracht. Onderweg ontmoette men o.a,. een zusterschip van een der gezonken krui sers, de bemanning van dit schip liet „three cheers" weerklinken, wat door de geredde matrozen werd beantwoord. Deze laatsten deden hetzelfde toen men de „Helena", een zusterschip van de „Flora", welk schip zoovelen redde, passeerde. De mannen hadden maar een roep over de behandeling, die zij van de Dutchmen hadden ondervonden. Bij het verlaten van de „Mecklenburg" klonken de cheers voor onze Koningin en bij bet wegs.tooanen der sleepboot klonk hetzelfde gejuich pis afscheid aan de bemanning van de „Mecklenburg". De mailboot keerde direct naar Vlissinlgen terug en meerde des avonds ongeveer half acht weder in de buitenhaven aldaar. Bij looporde is aan de opvarenden der schepen van de „Zeeland" medege deeld, dat bij mogelijk ongeval tengevolge van den oorlog voor de nabestaanden zal worden gezorgd. Hierbij kan worden aangeteekend dat dezelfde regeling blijft gelden als in vredestijd, zoodat voor de bedoelde schepelingen de risico niet groo- ter is geworden. (M. C.) Driewegen, In de raadsvergadering van 24 September Waren 6 leden present. Af wezig het lid de Dreu. De gemeentebe- grooting voor 1915 werd in ontvang en uitgaaf vastgesteld -elk op f 10976.05J/2. Een voorstel der Gezondheidscommissie tot onbewoonbaarverklaring eener woning1 werd aangehouden. St. Maartensdijk. Zaterdagmiddag weird hier een openbare eindles gehouden van den 2-jarigen cursus aan dames in Land huishoudkunde, welke cursus gegeven werd door mej. v. Prooijen, gedipl. land huishoudkundige, de h.h. Minderhoud, v. d. Linde en Ruijze, en was opgericht op initiatief Van de vereehiging van ge dipl. oud-leerlingen van den landhouw- wintercursus te Staven isse, gesteund door de afd. Tholen van de Z. L. M. Van de autoriteiten op landbouwgebied waren aan wezig de h.h. Dr. v. d. Zand©, inspec teur Van den landbouw en Ivakebsèkie, Rijkslandbouwleeraar, voorts de heer Snijders, secr. der afd. Tholen, en de oommissie van toezicht op den cursus benevens nog enkele andere be'.angshoill- lenden. Na beëindiging der les weid door den hoer V. d. Zande aan de 12 aanwezige deelneemsters een diploma uitgereikt; een die wegens ziekte niet aanwezig kon zijn, zal dat ook worden verstrekt. De heer v. d. Zande wees in zijn toe spraak op het nut van de ontwikke ling der vrouw ook in deze richting en sprak den wensch uit, dat de belang stelling voor dit onderwijs steeds groo- ter moge worden, en richtte een woord van dank tot het onderwijizend personeel. De heer Ruijze bracht als sectr. van de vereeniging, van welke het initiatief uit ging een woord van dank aan allen van wie deze vereeniging hij het oprichten van dezen cursus steun had mogen ent- vangen en dankte de dames deelneemsters voor den aangenamen omgang en den ernst waarmede zij het onderwijs steeds gevolgd hadden. Mej. P. Hage bedankte als deelneemster het onderwijzend perso neel en bood als aandenken aan deze lessen ieder der leeraren en mej. V. Prooij- en een in lijst geplaatste photographie aan, waarop al de deelneemsters. Aan mej. v. Prooijen werd mede als oen ge dachtenis geschonken 2 zilveren vleesch- vorken. Renesse. De rijksklerk bij de direct© belastingen H. J. Bakker te Amsterdam is aangewezen voor de tijdelijke waar neming van het kantoor Renesse, met ingang van 29 September na kantoortijd. St-Laurens. Bij Adr. v. d. Broecke al hier is een pompoen geplukt die het buitengewone gewicht van 27Vs K.G. had. Borssele. Door een gever of geefster, wiens of wier naam onbekend moet blij ven, is aan de Oud Gereformeerde Ge meente een som van f2000 geschonken, zulks voor de nieuwgebouwde kerk.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2