Binnenland.
Uit de Pers.
Uit de Provincie.
Kerknieuws.
Onderwijs.
Wetenschap m Kunst.
feter, schreef mij het volgende: „Kapi
tein Eduard Bitter (een vriend van den
heer Kei ling) was piet zijn compagnid
in een dorpje van een vijftiental huizen
gekomen. Ze werden vriendelijk ontvan
gen, sliepen zelfs ten deele in de huizen.
Toen ze naar het front moesten, gaven
ze aan de kinderen kleine geschenken,
onderhielden zich nog met de volwas
senen over den nood der tijden en na
men met een handdruk vriendelijk af
scheid.
Voor 'het dorp begon een gevecht te
gen vijandelijke troepen. Plotseling werd
in hun rug uit alle huizen van het dorp
dooT mannen en vrouwen geschoten.
Kapitein Bitter moest met de sabel zijn
soldaten tegenhouden, die allen opspron
gen om zich te wreken. Hij gaf ban
een klein getal soldaten bevel, het dorp
te vernielen. Vijf minuten later stond
het dorp jn vlammen.
Hier in Munster ligt een onderofficier
in het ziekenhuis, die met zijn kapitein
en vijf yhlanen op verkenning uit was
in de buurt tusschen Luik en Namen.
Twee man werden aan het been gewond.
Ze moesten hun makkers eenigen tijd
met een noodverband laten liggen. Toen
ze terugkwamen, vonden ze hun mak
kers dood met uitgesneden tong en uit
gestoken oogen".
Een ander .vriend, stafarts dr. Theben,
die als geneesheer bij de garde reserve -
uhlanen staat, schreef, dat midden jn
Namen op .hen uit de huizen werd ge
schoten en dat ze in stallen tusschen
paarden hadden geslapen, om tegen over
val beschermd te zijn.
Ik heb met tal van gewonde Duitsche
soldaten gesproken, die hij Charleroi en
bij Thienen gestreden hebben. Zij wa
ren jvöi lof over de Belgische liefde
zusters en geneesheeren. Maar over de
bevolking hoorde vmen telkens hetzelfde
verhaal: eerst vriendschappelijk opgeno
men en later op hen geschoten.
Eenige soldaten verklaarden mij op de
meest stellige .wijze, (en ik moest hen
gelooven, daar ze zeer vertrouwbaar ble
ken en als academisch ontwikkelde man
nen een goed oordeel konden vormen),
dat bij hun afdeeling niets afkeurenswaar
digs gebeurd was, tenzij kleinere dingen,
als bijv. het wegnemen van een schoon
hemd, om het al te lang gedragene af
te kunnen leggen. 'Ook werden later niet
meer alle genomen levensmiddelen be
taald. Soldaten van een ander regiment
verklaarden, dat het bij hen ruwer toeging,
dat men één keer wat al te haastig strenge
maatregelen nam. Maar de bevolking was
verraderlijk. Zelfs de officieren werden
daardoor zenuwachtig, zoodat ze ten slot
te niemand meer vertrouwden, en bij
de kleinste gebeurtenis iets ergs veron
derstelden.
Maar ook deze soldaten verklaarden,
dat inderdaad de bevolking weinig ver
trouwbaar was, altijd tot schieten gereed
als zij het uit een hinderlaag konden
doen.
Ik wil dit punt hiermee besluiten, ik zou
echter nog een aantal feiten van gruwe
len, door de Belgen aan Duitschers ge
pleegd, met naam van plaats en -getui
gen op kunnen noemen.
Over militaire dingen heb ik uit ver
trouwbare bron allerlei interessants ge
hoord. Alles mag ik niet mededeelen.
Krupp en de andere fabrieken, die ka
nonnen en granaten leveren, werken dag
en nacht. Lederen dag worden nieuwe
kanonnen ingeschoten. Ook wordt voor de
kleeding nog hard gewerkt. Zoo levert
Munster, waar het zevende armeekorps
zijn centrum heeft, iedere week 6000 uni
formen af.
Om te begrijpen, welke enorme inrich
tingen voor een modernen oorlog geëischt
worden, is de bakkerij te Metz een aar
dig voorbeeld. Daar worden iedeïen dag
700.000 brooden gebakken.
De Duitsche verliezen aan gewonden
en dooden rijn reeds zeer groot. De zie
kenhuizen liggen in verschillende plaat
sen vol met gewonden. Bij Luik waren
waren de verliezen vooral groot. Mjen,
spreekt van 5000 dooden en 9000 gewon
den. De Belgen vochten, zooals de gewon
den vertellen, ten deele zeer dapper.
Be Duitsche machinegeweren doen ont
zettend werkDe Duitsche artillerie is
zwaarder dan de Fransche. Het duurt
langer voordat ze in stelling is. De lichte
artillerie is uitmuntend en wordt uitste
kend bediend. De Franschen wisselen dik
wijls van plaats, zoodat ze vaak reeds
weer weg rijn, als de Duitsche artillerie
op hen begint te schieten. De loopgraven
der Belgen en Franschen zijn tegen het
Duitsche shrapnelvuur echter niet be
stand. Is de Duitsche artillerie in wer
king, dan is vaak in korten tijd de strijd
beslist. De Fransche infanterie schiet te
hoog en te zenuwachtig, geheel in tegen
stelling met de soldaten ruit Noord-Duitsch-
land, die zeer kalm mikken, weinig schie
ten, maar werkelijk raken.
De Beieren houden niet van schieten.
Zoodra ze eenigszins kunnen, nemen ze
de vijandige stellingen stormenderhand,
niet met de bajonet, maar met de kolf.
In Mühlhausen moeten ze op het laatst
hun jas uitgetrokken hebben, om de ar
men vrijer te kunnen gebruiken. Wat
wonder, dat ze zelfs in het Protestant-
sche Noorden populair zijn. Maar ze moe
ten door hun stoutmoedigheid zeer zware
verliezen hebben.
Korte Oorlogsberichten.
Een vechtlustige Fran
se h e. Een telegram uit Parijs maakt mel
ding van een Fransohe waschvroqw,
Eugenie X. genaamd, die in den veldslag
van Meaux in een Zouaven-regiment mee
vocht. Zij had een uniform weten mees
ter tie worden en marcheerde met het
regiment over een afstand van 50 KM.
mede. Zij werd echter gedurende den
slag gewond. De dokter zag met een vrouw
te doen te hebben en zij werd door den
bevel voerenden officier weer naar huis
gezonden, doch deze kon niet nalaten
haar met haar moedig gedrag te oompli-
menteeren.
De vrouw was 28 jaar oud en moet
tijdens het gevecht bewijzen gegeven heb
ben van groote doodsverachting.
Haar mond voorbijgepraat.
Te Keulen is een vrouw voor den krijgs
raad gebracht wegens een uitlating in
een buurpraatje, zij had aan een buur
vrouw verklaard, dat de Duitschers in
België harbaarsch optraden. Zij schaamde
zich een Duitsche te zijn en beweerden,
dat de Franschen, Belgen, Engelschen en
Russen veel meer gevoel hadden dan dis
Duitschers. De krijgsraad zag in haar uit
lating alleen verregaande grofheid en ver
wees haar deswege naar den burgerlij
ken rechter.
De directie van de Bank vür Handel
in Industrie te Berlijn kondigt per adver
tentie het sneuvelen van zeven harer be
ambten aan.
De Rhein. "Westfal. Zeit. spreekt
van „Der Judas Botha".
De Duitsche bladen kondigen aan, dat
iemand in Breslau 30.000 M. heeft uitge
loofd voor den eersten Duitschen soldaat,
die den voet in Engeland zal zetten.
De reiniging van het slag
veld. Achthonderd Parijsche brandwach
ten zijn dezer dagen met den geneeskun
digen dienst naar het slagveld aan de
Marne vertrokken, teneinde de noodige
maatregelen te treffen om gevaar voor
infectie en besmetting te voorkomen.
Geschenken voor het le
ger. De Duitsche kroonprins had in het
begin dezer week aan een der groote
Berlijnsche bladen telegrafisch het verzoek
gericht sigaren .voor zijn legercorps in
te zamelen. .Binnen drie dagen zijn meer
dan twee millioen sigaren hijeen gebracht.
Thans heeft de kroonprins aan pen
andere uitgeversfirma het verzoek ge
richt om haar lezers op te wekken tot
het inzenden van wollen ondergoed, wan
ten, polsmoffen enz. Binnen een half et
maal was reeds een wagenlading bijeen.
Van verschillende zijde wordt er thans
op gewezen, dat er zoowel bij de sol
daten te velde als bij de gewonden een
groot gebrek aan zakdoeken zich doet
gevoelen. Er vinden daarom bijzondere
inzamelingen van zakdoeken plaats-
In de „Neue Freie Presse" vertelt de
bekende Duitsche schrijver Herbert Eulen-
bergMet niets kon men de soldaten
meer pleizier doen dan met kranten.
Zij scheurden ze ons uit de handen
en (stormden er op los, zooals ze bij
hongersnood een bakkerswinkel zouden
bestormen. Sigaren en andere geschenken
wezen ;ze gaarne van de hand, als men
hun in plaats daarvan maar kranten gaf.
Nu hun lezen van hun krant stonden
zij zoo verkwikt op, als na een krachti-
gen, allen honger stillenden maaltijd.
Weensche bladen schrijven over de
heldin van Rawa Roeska, een klein
Poolsch boerenmeisje van 13 jaar, Rosa
Zenock genaamd, dat gedurende den slag
tusschen de Oostenrijksch-Hongaarsche en
Russische troepen bij genoemde plaats
steeds in de vuurlijn heeft rondgeloopen
om gewonden water te brengen. Zij heeft
bij dit heldhaftig liefdewerk een granaat
splinter in het been gekregen en is met
een transport gewonden mee naar Wee-
nen vervoerd. Onderweg moest het arme
kind het Teen worden afgezet. Keizei;
Frans Jozef heeft haar een bizonderel
onderscheiding toegekend.
Majoor Yate. De Engelsche ma
joor Yate, wiens ontvluchting uit de
krijgsgevangenschap te Torgau is ge
meld, heeft zich toch niet aan zijn ver
volgers kunnen onttrekkenToen hij door
een patrouille werd achterhaald, heeft hij
zich door een snede in de keel van het
leven beroofd.
Vliegers in het vuur. Uit een
brief ,van een vliegerofficier in de „Voss.
Ztg."„.Het was de gevaarlijkste vlucht
die ik tot nog toe gedaan heb. 'Ik be
grijp nog niet, hoe we er levend zijn
afgekomen. Het was buiig, slecht weer en
de wolken hingen laag. Boven Epinal
kwamen wij 'op 800 meter hoogte in het
vuur van het bijzondere geschut tegen
luchtvaartuigen, jïchot op schot in onze
onmiddellijke nabijheid. Iedere ontploffing,
het fluiten der kartetskogels konden wij
hooren, jpndanks jegenwind en het ge
raas van den motor. Vreeselijk werd het
echter eerst toen wij tegen den wind
nauwelijks meer vooruit konden komen.
Onder ons woedde de slag, met razend
snelvuur beschoten ons de kanonnen en
wij waren juist in een groot gat tusschen
de wolken. Wij konden de reddende wol
ken maar niet bereiken en waren slechts
duizend meter hoog. Projectiel op pro
jectiel barstte rechts, links, voor, boven
en beneden ons en desniettemin hebben
ze ons niet naar heneden gekregen. Twee
treffets hadden: we slechts. Ik begrijp
het nog niet.
Een telegram uit Pretoria meldt,
dat Sir Duncan Mackenzie voor den duur
der vijandelijkheden als brigade generaal
bij de burgerwacht van de Unie van Zuid-
Afrika is aangesteld
Volgens een Reuter-telegram uit St.
Petersburg (Betrograd) heeft de tsaar
goedgevonden, dat er een nieuwe vlag
wordt gebruikt, die de unie tusschen kei
zer en volk verbeeldt. De nieuwe vlag
vereenigt het keizerlijke wapen aan den
stok met de vaderlandsche driekleur: wit,
blauw en rood. (N. R. Cxt.)
De nieuwe ontplofbare
stof. De Parijsche „Matin" geeft bijzon
derheden over de ontzettende uitwerking
vair een nieuwe ontplofbare stof, die te
genover verraste Duitsche compagnies ge
bruikt werd. De naaste omgeving zag er
uit als een vulcaanuitborsting. Twee sol
daten stonden recht op, twee anderen
hielden de speelkaarten nog in de hand.
Bij 61 dooden werd geen bloeddruppel
gezien. Deze ontplofbare stof overtreft het
meliniet nog verre in uitwerking en zal
door Frankrijk overal gebruikt worden.
Tweede Kamer.
Tot voorzitters der afdeelingen zijn ge
kozen de heeren Bos, van Vlijmen, Loeff,
de Meester en Helsdingen, tot ondervoor
zitters, de heeren Tydeman, Visser, Lob
man, Eland en Ter Laan (Haag).
Dit is dus de eerste maal, dat een
soc.-dem. tot voorzitter van een afdeeling
benoemd is.
De Kamer besloot heden Woensdag,
om half twaalf in de afdeelingen te doen
onderzoeken een suppletoire begrooting
ten behoeve van werken aan het Wil-
helminakanaal, de visschershaven te IJ-
inuiden e. a., en voorts de Indische be
grooting, benevens een aantal andere
wetsontwerpen.
Op Dinsdag 6 October zullen na af
loop van een dan te houden openbare
zitting, waarin behandeld zullen worden
een aanvullingsbegrooting voor Marinerten
behoeve van een regeling van de opleiding
van onderofficieren en matrozen, nog een
aantal wetsontwerpen in de afdeelingen
worden onderzocht, nl. eedswet, bevorde
ring zeemacht, spoorwegnet, veiligheidsr
wet, locaalspoorwegennet, telegraafwet.
Omtrent den aanvang van de behande
ling van de staatsbegrooting was de cen
trale afdeeling van oordeel, dat nog niets
kon worden vastgesteld, alsvorens de toe
gezegde nota's van wijzigingen in verband
met de bijzondere omstandigheden waren
verschenen.
De vergadering is verdaagd tot Dinsdag
6 October.
In de centrale sectie hebben twee recht-
schen en drie linkschen zitting. Hadden
de rechtsche leden in de eerste afdeeling
allen rechts gestemd, dan zou ook daar
een rechtsche voorzitter zijn gekozen. Zij
waren daar met hun tienen en hadden dus
de meerderheid, althans indien men mr.
Bichon v. IJselmonde mee rekent.
Albanië.
De Nederlandsche officieren Verhulst
en Reimers, die zich nog steeds in ge
vangenschap in Albanië bevonden, zijn
den 21en dezer te Durazzo aangekomen,
vanwaar zij den volgenden dag de reis
naar Nederland zouden ondernemen.
H. C ol ij n.
Oud-Minister Colijn is voornemens bin
nenkort opnieuw een reis om de wereld
te maken. Het eerst gaat hij naar West-
Indië. Ook Australië staat op het reis-
program. Mevrouw Colijn zal haar echt
genoot vergezellen.
Een N o o d-K i e s w e t.
In antwoord op de betrekkelijke vraag
van den heer Albarda heeft de Minister-
van Binnenlandsche Zaken medegedeeld,
dat een wetsontwerp in voorbereiding is
strekkende ter voorkoming van verlies
van kiesrecht als gevolg van de tegen
woordige buitengewone omstandigheden.
De Rijndam.
Een laatste bericht aan de „N. R. Ct."
meldt, dat de Rijndam weer uit Falmouth
is vrijgelaten. Vanmiddag half vijf wordt
het schip te Rotterdam verwacht.
Bom te Maastricht.
Volgens het „N. v. d. Dag" heeft de
onbekende vliegmachine, die gisteren bo
ven Maastricht is gezien, niet één maar
twee bommen geworpen.
De ontploffing aan de Brusselschestraat
is veroorzaakt door de tweede, de eerste
is neergekomen op de vlak voor het ge
sticht Calvariëhberg gelegen weide, maar
niet ontploft. Zooals men weet, worden
op het oogenblik in het gesticht nog ver
scheidene gewonden verpleegd, waarom
de 5 Roode Kruis-vlaggen op het gebouw
wapperen. De „Limb. Koerier", welke in
Maastricht uitkomt, maakt slechts mel
ding van één bom.
H.IJ.S.M.
De directie van de H.IJ.S.M. heeft be
paald, dat het militaire vrijbiljet, wan
neer de militair denzelfden dag zijn be
stemming niet kan bereiken, ook voor
den volgenden dag geldig mag worden
gemaakt.
s.s. Rijndam.
Het s.s. „Rijndam", dat Zondag te Queen-
stown werd vrijgelaten, ontmoette eer-
gistermorgen in het Kanaal een ander
Engelsch oorlogsschiphet werd naar Fal
mouth opgebracht. Het schip heeft een
groot aantal Duitschers en Oostenrijkers
aan boord.
s.s. Maartensdijk.
Een telegram aan de „Morningpost"
meldt uit Washington, dat het Nederland
sche stoomschip „Maartensdijk" Zaterdag
van New-Orleans naar Rotterdam ver
trokken is met een lading graan en ka
toen, voor de Nederlandsche ;regeering be
stemd. Meerdere ladingen zouden spoedig
volgen.
Medegevoel met België's leed.
Het volgende neutrale artikeltje van de
hand van dr. Kuyper in „De Standaard"
heeft onze instemming
Eischt onze neutraliteit, dat w.q on.6
te spenen hebbben aan elk woord van
sympathie hij het aanschouwen van het
nameloos leed dat België overkomen is?
Stellig miskent onze Duitsche naburen,
wie zich inbeeldt, dat pe zoo iets van
ons vergen zouden.
Wat België trof, is nameloos hard, en
wat er ons over de grenzen van te hoo
ien komt, grijpt elk Nederlander in de
ziel.
Niet, men versta ons wel, alsof we
voor waar zouden aannemen al wat ge
meld wordt over barbaarschheden, die
door de Duitsche troepen bedreven zou
den zijn. Men moge in de Duitsche Pers
wat aan België is aangedaan, iets pogen
te verzachten, maar zeer stellig is wat
de Pers der Bondgenooten er van ver
haald heeft, met de waarheid, althans ten
deele, in flagranten strijd.
Ergerlijkheden komen in eiken oorlog
van twee zijden voor, en toen de Duit
schers eenmaal besloten door België te
trekken, werd hun positie, toen de franc-
tireurs opdaagden, aanstonds hachelijk.
Verviers, Namen en Brussel rijn te be
nijden, dat in die drie steden bij stille
onderwerping het zware kruis uitbleef.
Maar juist de noodzakelijkheid van zich
te moeten onderwerpen aan wat een
overmachtige, naburige mogendheid be
schikte, wekt voor België ons medegevoel.
België stond geheel buiten het geding.
België begeerde niet anders dan te vol
harden in zijn neutraliteit. En die moge
lijkheid werd afgesneden. En dat wekt
onze deernis.
We zeggen niet, dat de Duitschers het
konden laten. We verstaan zeer wel, waar
aan zij, door alleen bij Metz 'en Straats
burg den strijd te voeren, zich waagden.
Elke waarborg ontbrak, dat Frankrijk
niet door België en Luxemburg op Han
nover en Berlijn zou aantrekken, onder
wijl de Russen uit Tilsit kwamen.
Door fort noch vesting was Duitschland
hiertegen te verdedigen. Strategisch stond
Duitschland, nu België wel Namen en
Luik als vestingen naar den Oostkant had
geplaatst, maar heel zijn breede grens
aan de Fransche zijde open had gelaten,
hier voor een doodelijk gevaar. Alleeil
zoo België naar beide kanten zich ge
pantserd had, zou de kans gelijk hebben
gestaan. Maar ook al geeft men toe, dat
Duitschland, bij de ontstentenis van alle
rechtsbedoeling en van een vierschaar
voor 't volkenrecht, niet anders kon, ja
al meent men dat België, door ook op
de Fransche grens zich te wapenen, zich
veiliger positie had verzekerd, toch was
het en bleef het voor België hard, op
nieuw het land voor de groote worsteling
te moeten worden. Het was dat reeds zoo
telkens. Nog Waterloo's gedenkdag her
innerde er ons aan.
Doch welk oordeel men ook veile over
de grensoverschrijding van de Duitschers,
ons althans als Nederlanders voegt diep
gevoeld medelijden met de ramp die
België overkwam, en met wat het nog
lijdt.
Welbezien voelt elk rechtgeaard inensch
dit. Zelfs zijn we overtuigd, dat het aan
zulk medegevoel allerminst in Duitsch
land zelf ontbrak. Doch voor ons komt.
er bij, dat we niet alleen nagebuuivk
maar stamverwant zijn; dat Vlaanderen
met Brabant - den oud-Nederlandschen
eerenaam voeren; dat onze belangen over
en weer op 't innigst saamhangen, en
dat wat nu België trof, ook onszelf had
kunnen overkomen, zoo 't niet van ons
naai' België ware afgewend.
Onze sympathie is daarom niet alleen
niet met onze onzijdigheid in strijd, neen,
het uitblijven ervan zou veeleer aan de
nobele neutralifceitswet te kort doen.
Het lacht ons daarom zoo toe, dat men
ook hier (te lande doet wat doenlijk is,-
om de Belgen philanthropisch te hulp te
komen.
Alleen maar, ook de klank van 't
medelijden mag daarbij niet ontbreken.
Wie diep gekrenkt in zijn leed neder-
ligt, is vaak nog dankbaarder voor een
innig deelnemend woord uit 't hart, dan
voor een beker koud water dien ge hem
toereikt.
Middelburg. Gisteravond had op het
Molenwater alhier weder een openbare
muziekuitvoering door het Middelburgsch
Muziekkorps plaats, welke tweemaal, na
melijk Vrijdag 11 en Vrijdag 18 Septem
ber wegens het slechte weder was uit
gesteld. Nu was het weder voor den tijd
van het jaar uitstekend en er waren dan
ook weder duizenden toehoorders, van
wie izeer velen een zitplaatsje hadden ge
zocht of aandachtig stonden te luisteren
naar het op de bekende wijze uitgevoer
de programma. Aangevangen met den
krachtigen, opgewekten marsch „Pro pa-
tria" van den heer Jan Morks; werden
vervolgens onder meer ten gehoore ge
bracht de Provinciale Rei en een Ballade,
jbeiden van den zei .den componist. Laats:-
genoemde werd voor de eerste maal uit
gevoerd en is een op muziek gezet ver
haal van een veteraan, een strijder uit
den Oorlog van 1870, het slot, een ware
canonnade, doet zeker aan den oor
log denken. Wij kunnen begrijpen, dat
bij de Bede voor het Vaderland van Va
lerius en bij Mijn Nederland van R. Hol
„Op verzoek" stond. Nog meer als de
Vorige maal Keken deze nummers in den
geest des tijds te zijn en te pakken. Een
viertal goed gekozen fragmenten uit de
van ouds bekende „Slag bij Waterloo" slo
ten het programma, terwijl bij het laatste
fragment het Wién Neerlands Bloed en bij
het toegiftje de Generaal Snijders-Marsch
verschillende potten met rood bengaaJsch
vuur werden ontstoken, dat onder de hoo
rnen ©en feëriek licht verspreidde. Het
was voor allen weder een hoogst aange
naam uurtje en door krachtig applaus
bracht men dank voor de gepaste afwis
seling in de sombere dagen, die wij' door
leven.
Oostkapelle. Da heer J. A. Brand al
hier behoort onder hen, die een legmte-
daille ontvingen voor de diensten als
schatter der tienden bewezen.
Sedert de eerste dagen van Augus
tus bevinden zich ook te Oostkapelle
een groot aantal militairen. Deze had
den geen Tehuis dan hunne kwartieren.
Zoolang ide avonden kort en niet koud
waren kon deze toestand blijven voort
duren, anaar met de tegenwoordige weers
gesteldheid werd de behoefte gevoeld aan
een gebouw, waar de militairen buiten
hun diensttijd konden verblijven.
De Geref. Jong. Ver. „Timotheus" nam
het initiatief tot dat doel. De aandacht
viel op het koetshuis van de buitenplaats
Molenwijk, hetavelk door den eigenaar
den Weled.geb. heer Boogaert zeer wel
willend werd afgestaan om het in te
richten voor een Mil. Tehuis.
Zaterdag 19 Sept. kon de opening plaats
hebben in tegenwoordigheid van een groot
getal militairen door den Weled. heer
S. K. Laansma, hoofd der Chr. school
te Oostkapelle. Ook de volgende avonden
was het Tehuis geheel vol.
Wissenkerke. Buiten den zeedijk van
den Thoornpolder d.i. aan „Kootjesdijkje"
had een oeverafschuiving plaats van pl.m.
350 M. lang, 120 M. ruim breed en 20
M. diep.
Stavenisse. De wed. J. van 'tV., die
vóór twee weken door den val van een
stoel het heupheen brak, wordt ter opera
tie .naar het ziekenhuis, te Bergen op
Zoom vervoerd.
St. Maartensdijk. In de gisteren gehou
den vergadering van den gemeenteraad
werd door den voorzitter onder de inge
komen stukkien voorlezing gedaan van
een schrijven van Ged. Staten, waarin
werd medegedeeld, dat naar aanleiding
van de weigering van den gemeenteraad
om een regeling vast te stellen betref
fende pensionneering van gemeente-amb
tenaren, door Ged. Staten is toegepast
art. 126 en 127 der Gemeentewet, ©n
derhalve voor deze gemeente een regeling
is vastgesteld. Die regeling komt thans
in hoofdzaak hierop neer, dat vrij vare"»
premiebetaling en van inkoop zijn gesteld
die ambtenaren, welke vóór October 1913
irï dienst waren en vallen onder de ver
ordening van 'tjaar 1858. Voor de na
October 1913 nieuw aangestelde ambte
naren moet ook door de ambtenaren pre
mie betaald worden. Tevens was inge
komen van Ged. Staten goedkeuring op
het besluit tot Afschaffing der kermis.
Voorts werd besloten dat de kom der
gemeente wordt uitgebreid. Aan den aan
nemer van het maken van troittoirs en
ricjolputten, den heer C. Hartog, werd
in verband met moeilijkheden in het ver
krijgen van materialen 14 dagen tijds-
verlenging verleend voor het opleveren
dier werken. Verder zal nog een nieuwe
straatlantaarn worden geplaatst en 2 be
staande een andere plaats worden ge
geven. i
Geref. Kerken.
Beroepen te Oldeboonr, D. Prins te
Oudega; te Mildam, N. Woldenga te
Ten Post; te Ouderkerk aan den IJsel,
G. de Jager te Wolfaartsdijk.
Candidaten in de Theolo
gie. De namen en adressen der heeren
Candidaten in de Theologie, die op ver
zoek gaarne voor de Geref. Kerken zullen
optreden, zijn thans alphabetisch
Aan de Vrije Universiteit: S. P. Dee,
Vloeddijk, Kampen; D. Drenth, Jacob Cats-
straat 23, Rotterdam; A. B. W. M. Kok,
Bergschelaan 163a, Rotterdam; C. Kop
penaal, hulpprediker, Meppel; H. Z. de
Mildt, Dorpstraat 75, De Bildt (U.); Th.
Ruys, Binnenkant 28, Amsterdam; H. W.
Smit, Bilderdijkstraat 138, Amsterdam.
Aan de Theologische School (voorzoo-
bekend): J. K. van Baaien, Van Spaen
straat 25, Nijmegen; P. Hekman, Zuid
broek; E. J. van Voorst, Renswoude.
Goes. Benoemd tot hoofd aan de Chr.
School te Stavoren de heer J. Wester,
onderwijzer aan de Chr. School voor L.
en M. U. L. 0. (Wijngaardstraat) te Goes.
De komeet,
lederen avond, en den geheelen nacht
door, kan men nu zoo doet het „N.
v. d. D." opmerken de vroeger door
ons vermelde komeet van Delavan (1913)
zeer goed waarnemen, indien de lucht
maar helder genoeg is. Zelfs toen de
maan in haar laatste kwartier storend
werkte, bleef ze nog goed te zien. Zon
dagavond stond de komeet bijna vlak on
der de beide eerste sterren van den Wa
gen (alpha en bèta Groote Beer), in hef
verlengde van die twee. Hoewel ze laag
bij den noordelijken horizont staat, valt
dadelijk in het oog, dat dit geen ster is;
de kern is wel ster-achtig, maar het ge
heel is wazig en een vage staart strekt
zich eenige graden ver uit van de zon ai,
(lus naar- boven rechts. Later in den
nacht rijst ze hooger en is dan nog dui
delijker waai' te nemen. De glans van
den „kop" der komeet komt overeen met
een vrij heldere ster van de vierde grootte.
Ze beweegt zich nu vrij snel naar links.