Binnenland. Uit de Pers. Uit de Provincie. Kerknieuws. Onderwijs. Wetenschap m Kunst. feter, schreef mij het volgende: „Kapi tein Eduard Bitter (een vriend van den heer Kei ling) was piet zijn compagnid in een dorpje van een vijftiental huizen gekomen. Ze werden vriendelijk ontvan gen, sliepen zelfs ten deele in de huizen. Toen ze naar het front moesten, gaven ze aan de kinderen kleine geschenken, onderhielden zich nog met de volwas senen over den nood der tijden en na men met een handdruk vriendelijk af scheid. Voor 'het dorp begon een gevecht te gen vijandelijke troepen. Plotseling werd in hun rug uit alle huizen van het dorp dooT mannen en vrouwen geschoten. Kapitein Bitter moest met de sabel zijn soldaten tegenhouden, die allen opspron gen om zich te wreken. Hij gaf ban een klein getal soldaten bevel, het dorp te vernielen. Vijf minuten later stond het dorp jn vlammen. Hier in Munster ligt een onderofficier in het ziekenhuis, die met zijn kapitein en vijf yhlanen op verkenning uit was in de buurt tusschen Luik en Namen. Twee man werden aan het been gewond. Ze moesten hun makkers eenigen tijd met een noodverband laten liggen. Toen ze terugkwamen, vonden ze hun mak kers dood met uitgesneden tong en uit gestoken oogen". Een ander .vriend, stafarts dr. Theben, die als geneesheer bij de garde reserve - uhlanen staat, schreef, dat midden jn Namen op .hen uit de huizen werd ge schoten en dat ze in stallen tusschen paarden hadden geslapen, om tegen over val beschermd te zijn. Ik heb met tal van gewonde Duitsche soldaten gesproken, die hij Charleroi en bij Thienen gestreden hebben. Zij wa ren jvöi lof over de Belgische liefde zusters en geneesheeren. Maar over de bevolking hoorde vmen telkens hetzelfde verhaal: eerst vriendschappelijk opgeno men en later op hen geschoten. Eenige soldaten verklaarden mij op de meest stellige .wijze, (en ik moest hen gelooven, daar ze zeer vertrouwbaar ble ken en als academisch ontwikkelde man nen een goed oordeel konden vormen), dat bij hun afdeeling niets afkeurenswaar digs gebeurd was, tenzij kleinere dingen, als bijv. het wegnemen van een schoon hemd, om het al te lang gedragene af te kunnen leggen. 'Ook werden later niet meer alle genomen levensmiddelen be taald. Soldaten van een ander regiment verklaarden, dat het bij hen ruwer toeging, dat men één keer wat al te haastig strenge maatregelen nam. Maar de bevolking was verraderlijk. Zelfs de officieren werden daardoor zenuwachtig, zoodat ze ten slot te niemand meer vertrouwden, en bij de kleinste gebeurtenis iets ergs veron derstelden. Maar ook deze soldaten verklaarden, dat inderdaad de bevolking weinig ver trouwbaar was, altijd tot schieten gereed als zij het uit een hinderlaag konden doen. Ik wil dit punt hiermee besluiten, ik zou echter nog een aantal feiten van gruwe len, door de Belgen aan Duitschers ge pleegd, met naam van plaats en -getui gen op kunnen noemen. Over militaire dingen heb ik uit ver trouwbare bron allerlei interessants ge hoord. Alles mag ik niet mededeelen. Krupp en de andere fabrieken, die ka nonnen en granaten leveren, werken dag en nacht. Lederen dag worden nieuwe kanonnen ingeschoten. Ook wordt voor de kleeding nog hard gewerkt. Zoo levert Munster, waar het zevende armeekorps zijn centrum heeft, iedere week 6000 uni formen af. Om te begrijpen, welke enorme inrich tingen voor een modernen oorlog geëischt worden, is de bakkerij te Metz een aar dig voorbeeld. Daar worden iedeïen dag 700.000 brooden gebakken. De Duitsche verliezen aan gewonden en dooden rijn reeds zeer groot. De zie kenhuizen liggen in verschillende plaat sen vol met gewonden. Bij Luik waren waren de verliezen vooral groot. Mjen, spreekt van 5000 dooden en 9000 gewon den. De Belgen vochten, zooals de gewon den vertellen, ten deele zeer dapper. Be Duitsche machinegeweren doen ont zettend werkDe Duitsche artillerie is zwaarder dan de Fransche. Het duurt langer voordat ze in stelling is. De lichte artillerie is uitmuntend en wordt uitste kend bediend. De Franschen wisselen dik wijls van plaats, zoodat ze vaak reeds weer weg rijn, als de Duitsche artillerie op hen begint te schieten. De loopgraven der Belgen en Franschen zijn tegen het Duitsche shrapnelvuur echter niet be stand. Is de Duitsche artillerie in wer king, dan is vaak in korten tijd de strijd beslist. De Fransche infanterie schiet te hoog en te zenuwachtig, geheel in tegen stelling met de soldaten ruit Noord-Duitsch- land, die zeer kalm mikken, weinig schie ten, maar werkelijk raken. De Beieren houden niet van schieten. Zoodra ze eenigszins kunnen, nemen ze de vijandige stellingen stormenderhand, niet met de bajonet, maar met de kolf. In Mühlhausen moeten ze op het laatst hun jas uitgetrokken hebben, om de ar men vrijer te kunnen gebruiken. Wat wonder, dat ze zelfs in het Protestant- sche Noorden populair zijn. Maar ze moe ten door hun stoutmoedigheid zeer zware verliezen hebben. Korte Oorlogsberichten. Een vechtlustige Fran se h e. Een telegram uit Parijs maakt mel ding van een Fransohe waschvroqw, Eugenie X. genaamd, die in den veldslag van Meaux in een Zouaven-regiment mee vocht. Zij had een uniform weten mees ter tie worden en marcheerde met het regiment over een afstand van 50 KM. mede. Zij werd echter gedurende den slag gewond. De dokter zag met een vrouw te doen te hebben en zij werd door den bevel voerenden officier weer naar huis gezonden, doch deze kon niet nalaten haar met haar moedig gedrag te oompli- menteeren. De vrouw was 28 jaar oud en moet tijdens het gevecht bewijzen gegeven heb ben van groote doodsverachting. Haar mond voorbijgepraat. Te Keulen is een vrouw voor den krijgs raad gebracht wegens een uitlating in een buurpraatje, zij had aan een buur vrouw verklaard, dat de Duitschers in België harbaarsch optraden. Zij schaamde zich een Duitsche te zijn en beweerden, dat de Franschen, Belgen, Engelschen en Russen veel meer gevoel hadden dan dis Duitschers. De krijgsraad zag in haar uit lating alleen verregaande grofheid en ver wees haar deswege naar den burgerlij ken rechter. De directie van de Bank vür Handel in Industrie te Berlijn kondigt per adver tentie het sneuvelen van zeven harer be ambten aan. De Rhein. "Westfal. Zeit. spreekt van „Der Judas Botha". De Duitsche bladen kondigen aan, dat iemand in Breslau 30.000 M. heeft uitge loofd voor den eersten Duitschen soldaat, die den voet in Engeland zal zetten. De reiniging van het slag veld. Achthonderd Parijsche brandwach ten zijn dezer dagen met den geneeskun digen dienst naar het slagveld aan de Marne vertrokken, teneinde de noodige maatregelen te treffen om gevaar voor infectie en besmetting te voorkomen. Geschenken voor het le ger. De Duitsche kroonprins had in het begin dezer week aan een der groote Berlijnsche bladen telegrafisch het verzoek gericht sigaren .voor zijn legercorps in te zamelen. .Binnen drie dagen zijn meer dan twee millioen sigaren hijeen gebracht. Thans heeft de kroonprins aan pen andere uitgeversfirma het verzoek ge richt om haar lezers op te wekken tot het inzenden van wollen ondergoed, wan ten, polsmoffen enz. Binnen een half et maal was reeds een wagenlading bijeen. Van verschillende zijde wordt er thans op gewezen, dat er zoowel bij de sol daten te velde als bij de gewonden een groot gebrek aan zakdoeken zich doet gevoelen. Er vinden daarom bijzondere inzamelingen van zakdoeken plaats- In de „Neue Freie Presse" vertelt de bekende Duitsche schrijver Herbert Eulen- bergMet niets kon men de soldaten meer pleizier doen dan met kranten. Zij scheurden ze ons uit de handen en (stormden er op los, zooals ze bij hongersnood een bakkerswinkel zouden bestormen. Sigaren en andere geschenken wezen ;ze gaarne van de hand, als men hun in plaats daarvan maar kranten gaf. Nu hun lezen van hun krant stonden zij zoo verkwikt op, als na een krachti- gen, allen honger stillenden maaltijd. Weensche bladen schrijven over de heldin van Rawa Roeska, een klein Poolsch boerenmeisje van 13 jaar, Rosa Zenock genaamd, dat gedurende den slag tusschen de Oostenrijksch-Hongaarsche en Russische troepen bij genoemde plaats steeds in de vuurlijn heeft rondgeloopen om gewonden water te brengen. Zij heeft bij dit heldhaftig liefdewerk een granaat splinter in het been gekregen en is met een transport gewonden mee naar Wee- nen vervoerd. Onderweg moest het arme kind het Teen worden afgezet. Keizei; Frans Jozef heeft haar een bizonderel onderscheiding toegekend. Majoor Yate. De Engelsche ma joor Yate, wiens ontvluchting uit de krijgsgevangenschap te Torgau is ge meld, heeft zich toch niet aan zijn ver volgers kunnen onttrekkenToen hij door een patrouille werd achterhaald, heeft hij zich door een snede in de keel van het leven beroofd. Vliegers in het vuur. Uit een brief ,van een vliegerofficier in de „Voss. Ztg."„.Het was de gevaarlijkste vlucht die ik tot nog toe gedaan heb. 'Ik be grijp nog niet, hoe we er levend zijn afgekomen. Het was buiig, slecht weer en de wolken hingen laag. Boven Epinal kwamen wij 'op 800 meter hoogte in het vuur van het bijzondere geschut tegen luchtvaartuigen, jïchot op schot in onze onmiddellijke nabijheid. Iedere ontploffing, het fluiten der kartetskogels konden wij hooren, jpndanks jegenwind en het ge raas van den motor. Vreeselijk werd het echter eerst toen wij tegen den wind nauwelijks meer vooruit konden komen. Onder ons woedde de slag, met razend snelvuur beschoten ons de kanonnen en wij waren juist in een groot gat tusschen de wolken. Wij konden de reddende wol ken maar niet bereiken en waren slechts duizend meter hoog. Projectiel op pro jectiel barstte rechts, links, voor, boven en beneden ons en desniettemin hebben ze ons niet naar heneden gekregen. Twee treffets hadden: we slechts. Ik begrijp het nog niet. Een telegram uit Pretoria meldt, dat Sir Duncan Mackenzie voor den duur der vijandelijkheden als brigade generaal bij de burgerwacht van de Unie van Zuid- Afrika is aangesteld Volgens een Reuter-telegram uit St. Petersburg (Betrograd) heeft de tsaar goedgevonden, dat er een nieuwe vlag wordt gebruikt, die de unie tusschen kei zer en volk verbeeldt. De nieuwe vlag vereenigt het keizerlijke wapen aan den stok met de vaderlandsche driekleur: wit, blauw en rood. (N. R. Cxt.) De nieuwe ontplofbare stof. De Parijsche „Matin" geeft bijzon derheden over de ontzettende uitwerking vair een nieuwe ontplofbare stof, die te genover verraste Duitsche compagnies ge bruikt werd. De naaste omgeving zag er uit als een vulcaanuitborsting. Twee sol daten stonden recht op, twee anderen hielden de speelkaarten nog in de hand. Bij 61 dooden werd geen bloeddruppel gezien. Deze ontplofbare stof overtreft het meliniet nog verre in uitwerking en zal door Frankrijk overal gebruikt worden. Tweede Kamer. Tot voorzitters der afdeelingen zijn ge kozen de heeren Bos, van Vlijmen, Loeff, de Meester en Helsdingen, tot ondervoor zitters, de heeren Tydeman, Visser, Lob man, Eland en Ter Laan (Haag). Dit is dus de eerste maal, dat een soc.-dem. tot voorzitter van een afdeeling benoemd is. De Kamer besloot heden Woensdag, om half twaalf in de afdeelingen te doen onderzoeken een suppletoire begrooting ten behoeve van werken aan het Wil- helminakanaal, de visschershaven te IJ- inuiden e. a., en voorts de Indische be grooting, benevens een aantal andere wetsontwerpen. Op Dinsdag 6 October zullen na af loop van een dan te houden openbare zitting, waarin behandeld zullen worden een aanvullingsbegrooting voor Marinerten behoeve van een regeling van de opleiding van onderofficieren en matrozen, nog een aantal wetsontwerpen in de afdeelingen worden onderzocht, nl. eedswet, bevorde ring zeemacht, spoorwegnet, veiligheidsr wet, locaalspoorwegennet, telegraafwet. Omtrent den aanvang van de behande ling van de staatsbegrooting was de cen trale afdeeling van oordeel, dat nog niets kon worden vastgesteld, alsvorens de toe gezegde nota's van wijzigingen in verband met de bijzondere omstandigheden waren verschenen. De vergadering is verdaagd tot Dinsdag 6 October. In de centrale sectie hebben twee recht- schen en drie linkschen zitting. Hadden de rechtsche leden in de eerste afdeeling allen rechts gestemd, dan zou ook daar een rechtsche voorzitter zijn gekozen. Zij waren daar met hun tienen en hadden dus de meerderheid, althans indien men mr. Bichon v. IJselmonde mee rekent. Albanië. De Nederlandsche officieren Verhulst en Reimers, die zich nog steeds in ge vangenschap in Albanië bevonden, zijn den 21en dezer te Durazzo aangekomen, vanwaar zij den volgenden dag de reis naar Nederland zouden ondernemen. H. C ol ij n. Oud-Minister Colijn is voornemens bin nenkort opnieuw een reis om de wereld te maken. Het eerst gaat hij naar West- Indië. Ook Australië staat op het reis- program. Mevrouw Colijn zal haar echt genoot vergezellen. Een N o o d-K i e s w e t. In antwoord op de betrekkelijke vraag van den heer Albarda heeft de Minister- van Binnenlandsche Zaken medegedeeld, dat een wetsontwerp in voorbereiding is strekkende ter voorkoming van verlies van kiesrecht als gevolg van de tegen woordige buitengewone omstandigheden. De Rijndam. Een laatste bericht aan de „N. R. Ct." meldt, dat de Rijndam weer uit Falmouth is vrijgelaten. Vanmiddag half vijf wordt het schip te Rotterdam verwacht. Bom te Maastricht. Volgens het „N. v. d. Dag" heeft de onbekende vliegmachine, die gisteren bo ven Maastricht is gezien, niet één maar twee bommen geworpen. De ontploffing aan de Brusselschestraat is veroorzaakt door de tweede, de eerste is neergekomen op de vlak voor het ge sticht Calvariëhberg gelegen weide, maar niet ontploft. Zooals men weet, worden op het oogenblik in het gesticht nog ver scheidene gewonden verpleegd, waarom de 5 Roode Kruis-vlaggen op het gebouw wapperen. De „Limb. Koerier", welke in Maastricht uitkomt, maakt slechts mel ding van één bom. H.IJ.S.M. De directie van de H.IJ.S.M. heeft be paald, dat het militaire vrijbiljet, wan neer de militair denzelfden dag zijn be stemming niet kan bereiken, ook voor den volgenden dag geldig mag worden gemaakt. s.s. Rijndam. Het s.s. „Rijndam", dat Zondag te Queen- stown werd vrijgelaten, ontmoette eer- gistermorgen in het Kanaal een ander Engelsch oorlogsschiphet werd naar Fal mouth opgebracht. Het schip heeft een groot aantal Duitschers en Oostenrijkers aan boord. s.s. Maartensdijk. Een telegram aan de „Morningpost" meldt uit Washington, dat het Nederland sche stoomschip „Maartensdijk" Zaterdag van New-Orleans naar Rotterdam ver trokken is met een lading graan en ka toen, voor de Nederlandsche ;regeering be stemd. Meerdere ladingen zouden spoedig volgen. Medegevoel met België's leed. Het volgende neutrale artikeltje van de hand van dr. Kuyper in „De Standaard" heeft onze instemming Eischt onze neutraliteit, dat w.q on.6 te spenen hebbben aan elk woord van sympathie hij het aanschouwen van het nameloos leed dat België overkomen is? Stellig miskent onze Duitsche naburen, wie zich inbeeldt, dat pe zoo iets van ons vergen zouden. Wat België trof, is nameloos hard, en wat er ons over de grenzen van te hoo ien komt, grijpt elk Nederlander in de ziel. Niet, men versta ons wel, alsof we voor waar zouden aannemen al wat ge meld wordt over barbaarschheden, die door de Duitsche troepen bedreven zou den zijn. Men moge in de Duitsche Pers wat aan België is aangedaan, iets pogen te verzachten, maar zeer stellig is wat de Pers der Bondgenooten er van ver haald heeft, met de waarheid, althans ten deele, in flagranten strijd. Ergerlijkheden komen in eiken oorlog van twee zijden voor, en toen de Duit schers eenmaal besloten door België te trekken, werd hun positie, toen de franc- tireurs opdaagden, aanstonds hachelijk. Verviers, Namen en Brussel rijn te be nijden, dat in die drie steden bij stille onderwerping het zware kruis uitbleef. Maar juist de noodzakelijkheid van zich te moeten onderwerpen aan wat een overmachtige, naburige mogendheid be schikte, wekt voor België ons medegevoel. België stond geheel buiten het geding. België begeerde niet anders dan te vol harden in zijn neutraliteit. En die moge lijkheid werd afgesneden. En dat wekt onze deernis. We zeggen niet, dat de Duitschers het konden laten. We verstaan zeer wel, waar aan zij, door alleen bij Metz 'en Straats burg den strijd te voeren, zich waagden. Elke waarborg ontbrak, dat Frankrijk niet door België en Luxemburg op Han nover en Berlijn zou aantrekken, onder wijl de Russen uit Tilsit kwamen. Door fort noch vesting was Duitschland hiertegen te verdedigen. Strategisch stond Duitschland, nu België wel Namen en Luik als vestingen naar den Oostkant had geplaatst, maar heel zijn breede grens aan de Fransche zijde open had gelaten, hier voor een doodelijk gevaar. Alleeil zoo België naar beide kanten zich ge pantserd had, zou de kans gelijk hebben gestaan. Maar ook al geeft men toe, dat Duitschland, bij de ontstentenis van alle rechtsbedoeling en van een vierschaar voor 't volkenrecht, niet anders kon, ja al meent men dat België, door ook op de Fransche grens zich te wapenen, zich veiliger positie had verzekerd, toch was het en bleef het voor België hard, op nieuw het land voor de groote worsteling te moeten worden. Het was dat reeds zoo telkens. Nog Waterloo's gedenkdag her innerde er ons aan. Doch welk oordeel men ook veile over de grensoverschrijding van de Duitschers, ons althans als Nederlanders voegt diep gevoeld medelijden met de ramp die België overkwam, en met wat het nog lijdt. Welbezien voelt elk rechtgeaard inensch dit. Zelfs zijn we overtuigd, dat het aan zulk medegevoel allerminst in Duitsch land zelf ontbrak. Doch voor ons komt. er bij, dat we niet alleen nagebuuivk maar stamverwant zijn; dat Vlaanderen met Brabant - den oud-Nederlandschen eerenaam voeren; dat onze belangen over en weer op 't innigst saamhangen, en dat wat nu België trof, ook onszelf had kunnen overkomen, zoo 't niet van ons naai' België ware afgewend. Onze sympathie is daarom niet alleen niet met onze onzijdigheid in strijd, neen, het uitblijven ervan zou veeleer aan de nobele neutralifceitswet te kort doen. Het lacht ons daarom zoo toe, dat men ook hier (te lande doet wat doenlijk is,- om de Belgen philanthropisch te hulp te komen. Alleen maar, ook de klank van 't medelijden mag daarbij niet ontbreken. Wie diep gekrenkt in zijn leed neder- ligt, is vaak nog dankbaarder voor een innig deelnemend woord uit 't hart, dan voor een beker koud water dien ge hem toereikt. Middelburg. Gisteravond had op het Molenwater alhier weder een openbare muziekuitvoering door het Middelburgsch Muziekkorps plaats, welke tweemaal, na melijk Vrijdag 11 en Vrijdag 18 Septem ber wegens het slechte weder was uit gesteld. Nu was het weder voor den tijd van het jaar uitstekend en er waren dan ook weder duizenden toehoorders, van wie izeer velen een zitplaatsje hadden ge zocht of aandachtig stonden te luisteren naar het op de bekende wijze uitgevoer de programma. Aangevangen met den krachtigen, opgewekten marsch „Pro pa- tria" van den heer Jan Morks; werden vervolgens onder meer ten gehoore ge bracht de Provinciale Rei en een Ballade, jbeiden van den zei .den componist. Laats:- genoemde werd voor de eerste maal uit gevoerd en is een op muziek gezet ver haal van een veteraan, een strijder uit den Oorlog van 1870, het slot, een ware canonnade, doet zeker aan den oor log denken. Wij kunnen begrijpen, dat bij de Bede voor het Vaderland van Va lerius en bij Mijn Nederland van R. Hol „Op verzoek" stond. Nog meer als de Vorige maal Keken deze nummers in den geest des tijds te zijn en te pakken. Een viertal goed gekozen fragmenten uit de van ouds bekende „Slag bij Waterloo" slo ten het programma, terwijl bij het laatste fragment het Wién Neerlands Bloed en bij het toegiftje de Generaal Snijders-Marsch verschillende potten met rood bengaaJsch vuur werden ontstoken, dat onder de hoo rnen ©en feëriek licht verspreidde. Het was voor allen weder een hoogst aange naam uurtje en door krachtig applaus bracht men dank voor de gepaste afwis seling in de sombere dagen, die wij' door leven. Oostkapelle. Da heer J. A. Brand al hier behoort onder hen, die een legmte- daille ontvingen voor de diensten als schatter der tienden bewezen. Sedert de eerste dagen van Augus tus bevinden zich ook te Oostkapelle een groot aantal militairen. Deze had den geen Tehuis dan hunne kwartieren. Zoolang ide avonden kort en niet koud waren kon deze toestand blijven voort duren, anaar met de tegenwoordige weers gesteldheid werd de behoefte gevoeld aan een gebouw, waar de militairen buiten hun diensttijd konden verblijven. De Geref. Jong. Ver. „Timotheus" nam het initiatief tot dat doel. De aandacht viel op het koetshuis van de buitenplaats Molenwijk, hetavelk door den eigenaar den Weled.geb. heer Boogaert zeer wel willend werd afgestaan om het in te richten voor een Mil. Tehuis. Zaterdag 19 Sept. kon de opening plaats hebben in tegenwoordigheid van een groot getal militairen door den Weled. heer S. K. Laansma, hoofd der Chr. school te Oostkapelle. Ook de volgende avonden was het Tehuis geheel vol. Wissenkerke. Buiten den zeedijk van den Thoornpolder d.i. aan „Kootjesdijkje" had een oeverafschuiving plaats van pl.m. 350 M. lang, 120 M. ruim breed en 20 M. diep. Stavenisse. De wed. J. van 'tV., die vóór twee weken door den val van een stoel het heupheen brak, wordt ter opera tie .naar het ziekenhuis, te Bergen op Zoom vervoerd. St. Maartensdijk. In de gisteren gehou den vergadering van den gemeenteraad werd door den voorzitter onder de inge komen stukkien voorlezing gedaan van een schrijven van Ged. Staten, waarin werd medegedeeld, dat naar aanleiding van de weigering van den gemeenteraad om een regeling vast te stellen betref fende pensionneering van gemeente-amb tenaren, door Ged. Staten is toegepast art. 126 en 127 der Gemeentewet, ©n derhalve voor deze gemeente een regeling is vastgesteld. Die regeling komt thans in hoofdzaak hierop neer, dat vrij vare"» premiebetaling en van inkoop zijn gesteld die ambtenaren, welke vóór October 1913 irï dienst waren en vallen onder de ver ordening van 'tjaar 1858. Voor de na October 1913 nieuw aangestelde ambte naren moet ook door de ambtenaren pre mie betaald worden. Tevens was inge komen van Ged. Staten goedkeuring op het besluit tot Afschaffing der kermis. Voorts werd besloten dat de kom der gemeente wordt uitgebreid. Aan den aan nemer van het maken van troittoirs en ricjolputten, den heer C. Hartog, werd in verband met moeilijkheden in het ver krijgen van materialen 14 dagen tijds- verlenging verleend voor het opleveren dier werken. Verder zal nog een nieuwe straatlantaarn worden geplaatst en 2 be staande een andere plaats worden ge geven. i Geref. Kerken. Beroepen te Oldeboonr, D. Prins te Oudega; te Mildam, N. Woldenga te Ten Post; te Ouderkerk aan den IJsel, G. de Jager te Wolfaartsdijk. Candidaten in de Theolo gie. De namen en adressen der heeren Candidaten in de Theologie, die op ver zoek gaarne voor de Geref. Kerken zullen optreden, zijn thans alphabetisch Aan de Vrije Universiteit: S. P. Dee, Vloeddijk, Kampen; D. Drenth, Jacob Cats- straat 23, Rotterdam; A. B. W. M. Kok, Bergschelaan 163a, Rotterdam; C. Kop penaal, hulpprediker, Meppel; H. Z. de Mildt, Dorpstraat 75, De Bildt (U.); Th. Ruys, Binnenkant 28, Amsterdam; H. W. Smit, Bilderdijkstraat 138, Amsterdam. Aan de Theologische School (voorzoo- bekend): J. K. van Baaien, Van Spaen straat 25, Nijmegen; P. Hekman, Zuid broek; E. J. van Voorst, Renswoude. Goes. Benoemd tot hoofd aan de Chr. School te Stavoren de heer J. Wester, onderwijzer aan de Chr. School voor L. en M. U. L. 0. (Wijngaardstraat) te Goes. De komeet, lederen avond, en den geheelen nacht door, kan men nu zoo doet het „N. v. d. D." opmerken de vroeger door ons vermelde komeet van Delavan (1913) zeer goed waarnemen, indien de lucht maar helder genoeg is. Zelfs toen de maan in haar laatste kwartier storend werkte, bleef ze nog goed te zien. Zon dagavond stond de komeet bijna vlak on der de beide eerste sterren van den Wa gen (alpha en bèta Groote Beer), in hef verlengde van die twee. Hoewel ze laag bij den noordelijken horizont staat, valt dadelijk in het oog, dat dit geen ster is; de kern is wel ster-achtig, maar het ge heel is wazig en een vage staart strekt zich eenige graden ver uit van de zon ai, (lus naar- boven rechts. Later in den nacht rijst ze hooger en is dan nog dui delijker waai' te nemen. De glans van den „kop" der komeet komt overeen met een vrij heldere ster van de vierde grootte. Ze beweegt zich nu vrij snel naar links.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2