Dinsdag 3S September 1914 88e Jaargang No. 300 Oorlog met de pen. De Groote Oorlog. „De Zeeuw" in Militair Tehuis en Kamp. Uit de Pers. 2fe Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25 Losse nummers,0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. BERICHT. Zij, die zich met 1 October e. k. op „De Zeeuw" abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschij nende nummers gratis. De stroom van aanvragen om kostelooze toezending van couranten is nóg al niet gestuit. De toevloed van giften voor dit doel daarentegen wel. Daarom nemen we nogmaals de vrijheid om een beroep te doen op de goedgeefseh- heid van onze meergegoede lezers. De gisteren geplaatste oproep van een landweerman was een stem uit vele. Dagelijks worden nu Tehuizen voor mi litairen opgericht. Het weder wordt kou der, de avond langer en de vraag naar lectuur dringender. Komt, wie helpt de soldaten aan „De Zeeuw" Een dei' nieuwe verschijnselen welke dezep oorlog vergezellen is de demo- eritiseering van de diplomatie. Vroeger, tot a,an het begin dezer eeuw, was de diplomatie een heiligdom, waarin het pu bliek geen toegang had, noch zelfs er ook maar in kijken mocht. Wat daar tusschen de staatslieden, de ministers, gezanten, en consulaire agenten werd af gespeeld, bleef een diep1 geheim, behalve dan voor de naaste vrienden, en wat de vorsten onder elkander verhandelden bleef het .particulier geheim va,n deze( vorsten. Daar stak niemand den neus in. Hoe is dit alles thans veranderd. Thans is er heit Engelse he Witboek, waarin al de correspondenties en ge sprekken, gevoerd tu,sschen de betrokken ministers en gezanten in de laatste da gen van Juli, afgedrukt staan. In alle beschaafde landen vindt men vertalingen van dit Witboek, in Nederland worden die gratis verspreid, dit zal dan ook el ders wel zoo wezen. Zoo is er nu, ook een Duitsch witboek in omloop gebracht, ook in ons land, in welk geschrift de correspondenties èn de gewisselde telegrammen der vorsten en staatslieden voor den oorlog, voorkomen. Natuurlijk valt daar weer een ander licht op sommige uitlatingen dan in het En- gelsche witboek, en wordt wat in genoemd witboek staat hier en daar een beetje anders gezegd of aangevuld. Poch hoofd zaak is dat het publiek nu alles weten mag, waar het vroeger slechts gissen mocht wat er achter de schermen had plaats gehad en gissen doet missen. Dit is één staaltje van democratisee ring der diplomotie. Een tweede staaltje is de bijzonder innig© connecties aangeknoopt tusschen de diplomatie en de pers. Herhaaldelijk verschijnen er in in de neutrale landen ver schijnende bladen mededeelingen, uit Lon den, Weenen, Buda Pest, Petrograd, Ber lijn, Parijs, uit welke blijkt dat zij door de regeeringen van Engeland, Oostenrijk- Hongarije, enz. zijn ingegeven. Nog een derde staaltje is de polemiek in de gïoote pers tusschen de eerstel- minister's der verschillende oorlogvoe rende mogendheden gevoerd. Hiervan zijn tal van treffende bewijzen te leveren. Mannen die steeds in een waas van geheimzinnigheid gehuld hun weg ga,an, die zelfs den blik hunner oogen hadden geoefend om noodt iets uit te laten van hetgeen er in hunne ziel leefde, haasten zich nu ,om, wanneer er maar iets ge zegd wordt, wat niet waar is of niet waar mag z ij n, dit tegen te spreken ca zelfs de sterkst sprekende beschul digingen door de aanhaling van nog er gere feiten te niet te doen. Het spreekt van zelf dat wij deze ver anderde verhoudingen ten zeerste toejui chen. Al wat openbaar maakt is, licht, Sddt ook van hetgeen er in de diploma- ieke wereld voorvalt. Het kan niet an- ers dan den vrede in het algemeen ten goede komen, wanneer de vorst die oor- °S zoekt of vredesgedachten huichelt bV^i straks zÜne woorden zullen pu- komen, en zijne daden door zijne gesprekken of briefwisselingen zullen wor den belicht. Doch met dit al raakt tevens de eer bied voor deze mannen en voor het ge zag van hun woord wel een weinig op den achtergrond. Het is heuseh geen hartverheffend ge zicht die bakkeleiende staatslieden; dat ovei'-en-weere twistgeschrijf waaraan een Grey, een Von Bethmann Holhveg, een Sazonof zich schuldig maken. Van den oorlog met het zwaard gruwt men, maar „van den oorlog met de pen walgt men. De een verwijt den ander, beschuldigt den ander, of werpt de ver- wijtingen en beschuldigingen op den an der terug. Als twee kijvende hooien of buurvrouwen slingeren zij elkander de ergste aantijgingen naar het hoofd. Duitschland, zoo vertelt de Engelsche minister Grey, heeft Engelands onzijdig heid willen koopen op voorwaarde van samen de Fransche koloniën te verdee- len. Niet waar, roept de Duitsche rijks kanselier hiertegen in, maar Engeland, heeft indertijd aan ons voorgesteld, om saam de Portugeesche koloniën te ver overen. De Russische regeering heeft het ge rucht doen verspreiden dat de mobili satie in Rusland slechts Oostenrijk gold, doch de Duitsche regeering zorgde ér voor, dat bekend werd dat onderwijl de Tsaar- zelfs het bestaan van een mobilisatie* plan ontkende, de Russen zelfs al tegen Duitschland gemobiliseerd stonden. De Russische pers verhaalt dat de Tsaar zich bij de oorlogsverklaring heeft doen leiden door den wil om den volken de vrijheid te verzekeren; doch de Duit sche regeering heeft doen openbaar maken dat de .Russische minister Sazonof den Tsaar heeft overgehaald met de voor spiegeling dat zijn dynastie, de regee ring in zijn stamhuis gevaar liep. Zoo was 't derhalve niet de vrijheid, maar vrees voor eigen macht die den Tsaar inspireerde, aldus de B r s e n k u r i e 1'. De Engelsche regeering publiceerde, bij monde van minister Grey, het bericht, dat zij de wapenen tegen Duitschland opvatte wijl dit de neutraliteit, de onaf hankelijkheid, de integriteit van een klein land als België niet wilde eerbiedigen. Wel ja, antwoordt hierop de Duitsche minister, zoo heeft Engeland er ook over gedacht, toen het Zuid-Afrika aanviel, Egypte inlijfde en Marokko'® onafhanke lijkheid door Frankrijk liet vernietigen. De Engelsche regeering bericht dat zij tot het laatste toe voor het behoud van den vrede geijverd heeft, doch dat do Keizer niet wilde. De Duitsche regeering haast zich deze beschuldiging te reciprooeeren met de ver zekering, dat zoo de Engelsche regeering iedere mogelijke poging voor het behoud van den vrede had gedaan, deze zeker behouden zou zijn gebleven; en dat in tegendeel de Keizer tot het einde toe ge poogd heeft den vrede te bewaren, en daarop nog op he,t laatste oogenblik bij de vorsten van Rusland en Engeland heeft aangedrongen, doch dat zijn po gingen geen succes hadden, omdat, blij - ken(s op 30 Juli door den Belgischen gezant te Petersburg aan zijn regeering gezonden bericht, Rusland dén strijdt slechts begon wijl het de positieve ver zekering had van de Engelsche regee- rinig dat zij aan een oorlog tegen Duitsch land zou deelnemen. Nu zegt dit wel de _,,Norddeutsehe Allg. Zeitung", maar hoe kan dit blad zoo boud spreken, wanneer het niet Van hoo- gerhand is ingelicht? Nog Vertelt het blad dat Duitschland Engeland gevraagd heeft de neutraliteit van Frankrijk te willen waarborgen, en op die wijze althans West-Europa Voor de oorlogsrampen te Vrijwaren, doch dat mi nister Grey hierop niet eens geantwoord heeft. Engeland heeft den oorlog kunnen beletten en heeft dit nagelaten. En deze zelfde openbaarheid wordt be tracht tegenover den bondgenoot, zij het ook den wankelenden bondgenoot. Gelijk men weet is Italië indertijd, on der den machtigen invloed van zijn mi nister Crispi tot het 'Drievoudig Verbond toegetreden. Of .Bismarck, onder wiens invloed de Triple Alliantie tot stand kwam, veel van die toetreding verwacht heeft? Wij gelooven het niet. Italië was een ondankbare klaplooper, een gevaar lijke twistzoeker, een onbeholpen strij der gebleken. Het maakte telkens gebruik van oorlogen om zich ei' zonder reden in te mengen, teneinde voor zich op- ge makkelijke wijze eenig belangrijk voordeel te behalen. Zoo verkreeg het, in 1859, Idoor zich te mengen in den Fransch- Oostenrijkschen oorlog, Lombardijb. Zoo won het in 1866 door zich aan de zijde van Pruisen te scharen in den Pruisisch- Oostenrrjkschen oorlog, Venetië, en dat niettegenstaande het te land, door de nederlaag bij Custozza, en ter zee door den verloren slag bij Lissa, een gemakke lijk te overwinnen tegenstander en een weinig beteekenend bondgenoot gebleken was. Doch het bezat de Vriendschap en den stillen steun van Frankrijk, die het in 1859 Lombardije, in 1860 en '61 door lijdelijk toezien Toscane. Parma, Modena, enz. en een deel van den Kerkelijkert Staat, onder .anderen De Marken en Um- brië, en zoo ook in 1866 Venetië wist) te bezorgen. Waarvoor het, tusschen haak jes gezegd, Frankrijk met ondank 'betaald heeft, door het in 1870 in den steek te laten. Dit alles is in de Duitsche pers weer eens opgehaald, nu het gerucht gaat dat ook Italië, natuurlijk als naar gewoonte zonder reden, aan Duitschland en vooral aan Oostenrijk op wiens Triëst het loert,, den oorlog wil verklaren. Reeds in de „Hamburger Nachrichten" van 19 April 1914, dus maanden voordat er Van een oorlogsverklaring en een zich onttrekken aan het Drievoudig Verbond sprake- kon zijn, weird met de krijgs- fahigheid van dezen bondgenoot de draak gestoken. Bismarck, zoo heet het daar, heeft hiervan nooit een hoogen dunk ge had. Hij stelde zich reeds tevreden indien Italië ingeval van oorlog slechts een trompetter, een soldaat en een kor poraal met de Italiaansche vlag in plaats van aan de Dost-, aan de Westgrens zou worden gesteld. En dan vertelt het blad er bij dat aan de Fransche grens slechts 'infanterie-compagnieën te vinden pijn met 55 man op papier, in werkelijkheid slechts hoogstens 25 man, enz. Beschul digingen die wij verder laten rusten, doch welke altegaai' bewijzen dat de diplomaten der 20e eeuw afgedaald zijn tot het peil van derde rangssc,brij vers. Want de verbreider van al dit moois is niemand minder dan de Duitsche ex- Rijks-kanselier Von Bulow. Een en ander is voldoende om onze be wering te staven, dat de demooratie- koorts ook onze diplomatie Je pakken heeft. 't Geestelijk element. Daarover" schrijft de Standaard: Van allen kant, en uit schier alle land, komt de erkentenis, dat de kracht Van een leger volstrekt niet enkel in keur Van bewapening en soliditeit van aan voering ligt, maar dat ook de geest die "t leger bezielt, in zeer sterk© mate den uitslag beheerscht. i Het blijft daarom zoo teleurstellend, dat op 't geestelijk element dusver zoo wei nig gelet is, én dat hierdoor het ver blijven onder de wapenen, vooral voor de mannen van Christelijken huize, zoo ge drukt wordt in ongunstigen zin. Dat men met den veldprediker een zi i g- z a g-weg insloeg, die niet. kan bevredigen, toonden we reeds aan. Ook dat het mis bruik Van 'sHeeren naam stuit, bleek uit klacht na klacht die bij ons inkwam. En nu komt hier, naar ons bleek, nog bij, dat ook de Zondagsdienst het* heilig ka rakter van den Dag des Heeren niet ont ziet. Wel wat exercitie en marcheenen betreft, maar niet op de bureaux. Van allen kant erkent men ook onder ons, dat, zoo 'tland gevaar dreigt, des noods ook op Zondag de wapenen, moeten gehanteerd. Men denkt er onder ons niet over, het voorbeeld van de Joden uit de dagen der Maohaheën na te volgen, die liever de nederlaag als inriepen, dan dat ze op den Sabbath slag zouden levé ren. Benepen is men onder ons in 't minst niet. Wat moet dat moet, en men leent er zich 'toe. I Maar wat geen haast heeft, wat niet op een dag aankomt, wat zeer wel kan geme den worden, dat mijde men dan ook op den dag des Heeren. Men mist toch 'reeds zooveel, door maan denlang den huiselijken kring te derven. Maar als men dan voor 't minst op den Zondag^ met gelijkgezinden wil samenko men, is 't zoo hard als een onnoodige dienst dit verhindert. En de uitwerking van deze ontstentenis van het geestelijk element is dan ook, dat vanzelf alle kerkgaan zoo goed als ver waarloosd wordt. I Men wijst ons op een Kantonlnement met 1000 koppen, waan'au 900 op den dag des Heeren present waren, en van deze 900 kerkten 40 Gereformeerden en 37 le den van -de Hervormde kerk. Alzoo 77 saam. Op de negen honderd! AVaterstaat schaft werk. De Standaard schrijft AVaterstaat Vraagt over de zeven mil- lioen aan, om aan het volk van de Spoor wegmaatschappij werk te verschaffen. Na tuurlijk als voorschot. i Dit Ver-dient toejuiching. Aan het werk zetten is tienmaal heter dan geven; en allicht dat thans de Staten-Generaal geld bewilligt, dat men anders niet zoo licht uit haar handen kreeg. Juist daarom echter zij er op gewezten, hoe hoog noodig het is, om! op bruikbaar- making van kostbaren bodem aan te drin gen. Met name de Vechtstreek èn in Utrecht èn in Noord-Holland, roept reeds zoo lange jaren om droogmaking van de plassen. Het geldt hier uitgebreide terreinen, waar het water over kan spoelen. AVerd nu de Vecht afgemalen, dan konden al' dïe plas sen droog gemalen worden. Een enkele machine te Muiden kon hier redding aan brengen, en kostelijk land zou beschik baar komen. AVaaronr nu de gelegenheid niet aange grepen, om ook hier betering Van den toestand aan te brengen? Hier althans zou het te verkrijgen werk niet t ij d e 1 ij k, maar duurzaam zijn. Waartoe al die verwoestingen? De verwoesting van de kathedraal te Reims door de Duitschers doet wederom de vraag bij ons opkomen: AA'aartoe tocli dit alles? Zou er. werkelijk boos opzet in het spel zijn? We vreezen het. Een telegram uit Londen aan de „N. R. Ct." meldt er het volgende over: „Een correspondent van de „Evening News" herinnert er eerst aan, dat Don derdag nu en dan een granaat door het dak was geslagen. Doch Vrijdagmorgen begon een Duit sche batterij op een heuvel bij Nogent l'Abesse, vier mijlen ten Oosten van Reims, het groote gothische bouwwerk, dat hoog boven de stad uitsteekt, met opzet tot haar doelwit te kiezen. Granaat op granaat verbrijzelde het oude metsel werk, dat den storm van eeuwen had getrotseerd. Lawine op lawine van sbee- nen en puin kwam met een donderend geraas in de verlaten straat néér. Eindelijk vatte om half vijf de steiger aan de Oostelijke zijde van de kathedraal vuur. Brandende strikken hout stortten op het dak, dat Weldra een loeiende haard van vlammen was. Fransche genees heeren redden met moeite de twintig Duitsche gewonden, die in de kathedraal lagen. Een tweehon derdtal verbitterde burgers, die zich ver zameld hadden, namen een dreigende houding tegenover de Duitschers aan, doch de priesters kalmeerden de menigte. De kathedraal is nu niet meer danj een geraamte van zwarte, verkoolde muren." Bij; wijze van neutraliseering plaatsen we hieronder wat (mr.) V(erkouterén) in „De Nederlander" over die methodische verwoestingen schrijft: „Er wordt nu veel geklaagd over metho dische verwoestingen in het vijandelijk: land, maai* het is verstandig daaroveirl nu niet te veel in bijzonderheden te tre den, omdat het volle licht over die ge beurtenissen nog niet is opgegaan. Is echter alles waar, wat er verteld wordt, dan fceeren wij' ook hier weer tot de vroegere wijze van oorlogvoeïten terug.] In den dertigjarigen oorlog is Duitsch land zoo verwoest en te gronde gericht, dat het eerst op het einde der negentien de eeuw de wiel Vaart gienoot, die het vóór den dertigjarigen oorlog gekend had, en bekend is vooral de stelselmatige ver woesting van de Paltz door Bodewijk XIAr, die echter ook toen algemeen© kre ten van verontwaardiging deed opgaan. Ook in den zevenjarigen oorlog hééft Pruisen zeer veel door verwoesting ge leden en zoo het Fransche léger va|i> 1812 bij den terugtocht uit Rusland na genoeg geheel te gronde ging, is dat vooral daaraan te wijten, dat de Fran schen bij hun opmarsch alles baldadig hadden verwoest en ten slotte door de Russen waren gedwongen langs den zelf den weg terug te trekken. Prins Maurits daarentegen ontzag het land zooveel mogelijk en daar hij con tant betaalde en niet toeliet, dat zijn troepen plunderden, brachten de boeren vrijwillig hun voorraden in zijn kamp,, die zij anders zouden hebben verborgen. Hij had dus altijd overvloed, terwijl zijn vijand gebrek leed." Het kasteel van Mondement, De N. R. Ct. ontleent aan een Engeüsch blad o.a. het volgende interessante ver haal Buitengewoon vinnig is er gevochten bij het oude Kasteel van Mondement, op een hoogte, 10 K.M. ten Oosten van Sézanne gelegen. Ongelukkigerwijze werd dit over blijfsel van de bouwkunst uit den tijd van Bodewijk XIV zoowel door de bond- genoolen als door de Duitschers als een strategische positie van befcekenis be schouwd. Naar het Oosten ziet men van het kasteel uit in een uifgesrekt dal, dat heel in het groot den vorm van eeni Grieksche lamp heeft, op' den bodem ligt het békende moeras van St. Gond. Ver derop zijn de droge, kale heuvels van Spernay, Reims en Champagne, en heel ver de hoogten van het Argonnervvoud'. Naar het AVesten ziet men de vruchtbare landouwen, die 'zich tot Parijs uitstrekken,) en waar hier en daar lage groene heuvels uitsteken. Het bezit van Mondement was dus zoowel voor het verdedigende als het aanvallende leger een punt van ge wicht. Er is hier heet gevochten, meneer, ztei een boer, die te oud was oud zijn dorp te verlaten, het was zoo heet als een oven. Tengevolge van een vreeselijken aanvaji, die hen op groote verliezen kwam te staan, raakten de Duitschers in het bezit' van het kasteel, maar- niet voor langen tijd. De Fransche kanonnen deden hun,1 vernielend werk en er zijn nu nog aller lei teekenen, dat er man tegen man gé- vochten is in den tuin, waar geranium- bedden in geimproviseerde dekkingen wér den veranderd. Fransche infanteristen] hadden blijkbaar de bressen in de muren- bestormd en waren door de vensters naar binnen gegaan. AVelke toonee'eu zich in het kasteel jh ebben afgespeeld; vréét nie^ mand dan de weinige strijders, die in leven zijn gebleven, maar er moet ©en vreiefslelijkiel slachting hebben plaats gevonden. Den tweeden dag deden de Duitschers een nieuwen aanval op het halfvenvoeste kasteel en dwongen de Franschen het te ontruimen, maar na een pauze vermees terden de Franschen het weer. Maar de kracht Van de Duitschers was nog niet ge broken, zij kwamen terug uit het dal en veroverden de'stelling voor de derde maal In de meening dat de Franschen definitief verjaagd waren, maakten zij het zich in de ruïnen zoo gemakkelijk mogelijk en lieten om kanonnen Vragen, maar weder om kwamen de Franschen terug met groote macht, en dreven de Duitschers na een dag vechtens voor goed uit het ka steel. Als spion gearresteerd. AVelke onaangename gevolgen het kan hebben, wanneer men met brieven, aan- teekeningen of buitenlandsché kranten het door Duitschland bezette gebied van België wil bereizen, bewijlzen de avontu ren, welke een Amsterdammer gehad heeft, toen hij voor zaken naar Luik moest. De Amsterdammer vertrok AA'oensdag van Maastricht naar Luik. Te Chérat werd hem door den Duitschen. wacht alle brie ven en drukwerken, orders voor de auto mobielbandenfabriek Englebert te Luik, waarvan de Amsterdammer de vertegen woordiger was, afgenomen. Te Luik ver kreeg hij echter van de Kommandatur een permis, om deze brieven terug te gaan haten. Té Argenteau werd 'hij gearres teerd. „Ich a.rretiert Site, geheif -sie in] Wartlokal", klink het uit den mond van een der schildwachten. In éeïi rijtuig, tusschen twee soldaten in, ging het daarop, naar Luik. Gelegenheid, om papieren en passen te toonen, kreeg de Hollander niet. A7an de Beiersche soldaten hoorde hij, dat hij verdacht werd een Engelsche spion te zijn. De zaken-correspondéntiél over automobielbanden had men blijk baar aangezien voor spionn age-aanteeké- ningen. Te Luik op de hoofdwacht, ver nam de Hollander opnieuw, dat hij ©en Engelsche spion was. Hij' werd opgeslo ten in een kamer, waar nog 25 menschén waren. Dé huisraad in de kamer bestond uit vier matrassen en vijf stoeten énf tegen den muur hingen nog de portretten van de Belgische Koningsfamilie. Midden in den nacht werd men. gewiekt door een officier en éen Duitsch officier begon rn.et te ondervragen. De Hollander moest zijn papieren, die hij nog over had, af geven en kon daarop gaan slapen. De

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1