Binnenland.
gen te houden, die van de steLling Parijs
uit zou kunnen komen optrekken.
De Zuidwaartsche beweging van den
vijand had zijn rechtervleugel in een ge
vaarlijke positie gebracht, aangezien de
Duitschers de streek van Creil, Senlis, en
Compiegne hadden ontruimd. De verbon
denen vielen Dinsdag den 8sten September
dezen blootgesteiden vleugel in hel front
en in de flank aan. De Duitsche dekkings
troepen werden aangevallen door een
Fransch leger, dat in actie trad op de
linie Nanteuil le HaudouinMeaux. De
hoofdmacht van den Duitschen rechter
vleugel werd door het Britsche leger aan
gevallen, hetwelk van een punt t m Noor
den van Parijs naar een punt ten Oosten
van Parijs was overgebracht. Deze aan
val werd gesteund door een Fransch le
gercorps, dat langs zij daarvan oprukte
op de linie CrécyCoulommiersSé-
zanne.
Deze gecombineerde bewegingen zijn
totnogtoe nxet volkomen succes bekroond.
De uiterste Duitsche rechterzijde werd
teruggedrongen op de Ourcq. Aldaar nam
zij een sterke verdedigingsstelling in en
voerde onderscheidene hevige tegenaan
vallen uit. Zij was echter huiten staat
om den druk van den Franschen opmarsch
te breken. De hoofdmacht van den Duit
schen rechtervleugel -trachtte zich teve(r-
goefs langs de Grand Morin en vervol
gens langs de Petit Morin te handhaven.
De Duitsche rechtervleugel, over beide
rivieren teruggedrongen en in de rech-
terflank-bedreigd, doordien de verbonde
nen de dekkingstroepen hadden verslagen,
trok den lOden September over de Marne
teirug.
De Engelselien, door Fransche verster
kingen aan de linkerzijde gesteund, trok
ken beneden Chateau Thierry over de
Marne.
Deze beweging drong de Duitsche strijd
krachten ten Westen van de Ourcq, die
daar reeds een aanval van het Fransche
corps, dat op den uitersten linkervleugel
van het 'leger der verbondenen stond,
om Noordoostelijk, in de richting van
Soissons te wijken. Sedert Donderdag, den
10 September, is de heele Duitsche rech
tervleugel in groote wanorde aan het te
rugtrekken, van dichtbij gevolgd door de
Engelsche en Fransche troepen. Zes dui
zend gevangenen en ,15 kanonnen zijn
den lOden en den llden vermeesterd en
er wordt geaneld, dat de vijand zijn te
rugtocht met spoed over de Aisne voortzet,
de streek van Soissons ontruimende.
De Engelsche cavalerie is vandaag, naar
wordt gerapporteerd, tot Fismes doorge
drongen, niet ver yan Reams.
Terwijl de Duitsche rechtervleugel al
dus werd teruggedreven en in wanorde
gebracht, waren de Fransche legets ver
der Oostelijk in hevigen strijd gewikkeld
met het Duitsche centrum, hetwelk tot
.Vitry was doorgedrongen. Van Dinsdag
tot Donderdag waren onze bond genos ten
niet in staat om ten Westen van Vitry
veel voordeel te behalen. Dit gedeelte
van het Duitsche leger begon Vrijdag te
wijken en gaf ten slotte Vitry prijs.
Toen de Franschen Vitry binnentrokken
vonden zij in pet gebouw dat de ge
nerale &taf van pet acptste Duitsche le
gercorps verlaten had, de volgende dag
orde van generaal Tulff von Tscheppe:
Vitry le Francois, 7 Sept.
Het doel van onze lange en vermoeien
de marschen is Pereikt. De Fransche
hoofdmacht heeft den strijd moeten aan
vaarden na voortdurend teruggeslagen te
zijn. De groote beslissing is nabij. Morgen
zullen heel het Duitsche leger, alsmede al
'al onze corpsen den strijd moeten
aanbinden over geheel de linie van Parijs
tot Verdun. Om het welzijn en de eer
van Duitschland te redden verwacht ik
van lederen officier en iederen soldaat,
dat hij ondanks de zware en heldhaftige
gevechten van de laatste dagen, zijn plicht
geheel en al tot het uiterste zal doen.
Alles hangt van den uitslag van het ge
vecht van morgen af".
Deze mededeeling was zeer belangrijk,
wijl er uit blijkt, dat de Duitschers niet
tuinder beteekenis hechtten dan generaal
Joffre aan den slag langs de Manie.
De taktiek van Joffre heeft blijkbaar
goed gewerkt. Hij heeft, naar verluidt,
zich den eersten geweldigen stoot van
het Duitsche leger laten welgevallen, tot
dat de Duitsche troepen vermoeid raakten
en op grooten afstand van 'hun steunpun
ten kwamen. Toen begon hij pas het of
fensief. De Fransche troepen hadden op
hun terugtocht bovendien de voorzorg ge
nomen om in alle steden en dorpen de
levensmiddelen weg te voeren.
De Duitschers hadden (en hebben) on
der anderen volgens Engelsche berichten
een groot tekort aan paarden en voor
raden.
Te Berlijn ontving men gisteren uit het
groote hoofdkwartier het volgende:
Sedert einde Augustus tracht de Fran
sche legeraanvoering den Duitschen op
marsch uit België te stuiten door een
aanval van Epernay uit op den Duitschen
linkervleugel bij Metz en Saarburg. Deze
aanval heeft geleid tot een reeks op zich
zelf staande gevechten en zware neder
lagen voor de Franschen en het Engel
sche expeditiekorps. De Duitsche rech
tervleugel, uit 3 legerkorpsen bestaande,
had tot opdracht om door een linksche
zwenking tot Amiens toe, den vijand om
te trekken en van Parijs af te dringen.
Dit plan is gelukt. Reims is in Duitsche
banden. Sedert 5 September zijn hevige
gevechten geleverd. Een ui Wal uit Pa
rijs in de richting Crépy (Ln het dep. Aisne
ten noorden Van Laon) en Avallods is
door het leger van veldmaarschalk von
Kluck afgeslagen. Op 6 September ge
schiedde een. nieuwe uitval, gesteund door
Fransche zware artillerie.Tegelijkertijd
deed het Fransche veldleger een aanval
op Meaux en Montmérail. De zwakke ge
deelten van den Duitschen rechtervleugel
bij Crépy zjjn voor de overmacht terugge
trokken. Niettemin is de Fransche aanval
gebroken. De teruggetrokken Duitsche
vleugel heeft 50 Fransche kanonnen buit
gemaakt en 4000 krijgsgevangenen mee
gevoerd. Frankrijk is er niet in geslaagd
door het Duitsche centrum heen te bre
ken, en is integendeel teruggeworpen tot
Verdun. De voorwerken van Verdun zijn
bereids genomen. De strijd tegen de sper-
forten op de linie Verdun-Toul is van
het Oosten en Westen uit gelijktijdig be
gonnen. Sedert 9 September is een nieuwe
slag begonnen op het front Parijs-Verdun-
Nancy-Fransch Lotharingen. He'. Duitsche
leger heeft zijn stellingen gehandhaafd.
De Boven-Elzas is door het leger van
Von Heeringen van vijanden gezuiverd.
Deze laatstbedoelde slag is dan dezelfde
die volgens de bovenstaande Engelsche
berichten tot de terugtrekkende bewegin
gen der Duitschers geleid heeft.
De gevechten bij d8 Sambre.
In fle „Kölnische Zedtujig" vertelt een
Duitsch kapitein het volgende over een
gevecht ten Zuiden van de Sambre
Tegen 9 uur ontving ik het bevel met
de le compagnie een dorp van den vijand
te zuiveren. De kalme toon, waarop de
kolonel anij dit bevel gaf, maakte diepen
indruk op aaaij. Toen echter kreeg ik we
der het bevel in een bosch te trekken.
Op den marsch daarheen zeide de majoor
tot anij, dat wij een hoogte moesten nemen
en dat ik er tirailleurs heen moest stu
ren. Ook deze order kwam niet tot uit
voering, doch de majoor beval mij nu een
boerenhofstede met mijn compagnie te
nemen. Ik ging met mijn anannen ver
der. Zonder dat wij iets yan den te
genstander zagen, floten de kogels ons
om de ooren. "Links van mij rukte een
dichte tirailleurs-linie pp, die, naar ik
meende, door de 4e compagnie gevormd
werd. Plotseling zag ik een herkennings-
teeken voor onze artillerie uitsteken, dat
de hoogte door infanterie bezet was. Ik
liep zoo snel mogelijk voorwaarts en vond
een tirailleurs troep met een officier op
een groot veld verborgen. De eerste man,
die ik aanriep, was half gek van angst
en opwinding.
,,Ach, kapitein, het is verschrikkelijk.
Wij zijn totaal verloren, van rechts en
links krijgen wij vuur". Ik wendde mij
tot een officier. Hij was volmaakt kalm en
deelde mij mede: „Wij worden beschoten
uit het bosch rechts, de huizen links
en van voren. Het is onmogelijk hier
verder te gaan. Slechts artillerie kan hier
helpen". Ik begreep, dat bij een snellen
aanval de voorhoede van de compagnie
zich te ver vooruit had laten lokken,
ik wist ook, dat de artillerie en het
gros nog ver verwijderd waren en zocht
met mijn kijker naar den tegenstander,
om, indien mogelijk, een vuurgevecht te
beginnen. Van den' vijand was niets le
ontdekken, ofschoon het fluiten der ko
gels aanhield en zelfs toenam. Zoo ging
een uur voorbij, toen plotseling onze ar
tillerie aanviel en den straatweg, waar
van ik de hoornen duidelijk kon her
kennen, over een breedte van ongeveer
300 meter bestreek. Thans was het oogen-
blik voor een aanval gekomen en ik zag
tegelijkertijd verscheidene blauwe gestal
ten in de verte loopen. De vijand was
gevonden, hij moest in een loopgraaf vóór
den straatweg liggen.
„Mannen", riep ik. „de vijand wijkt.
Onze artillerie beschiet hem hevig. Snel
vuur, afstand 800 meter! Maar de man
schappen kennen mij niet en mijn bevel
had weinig uitwerking. Ik nam 'een ge
weer en schoot op de wegsnellende Fran
schen. Een onderofficier keek toe. Toen
het vijandelijk vuur steeds heviger werd,
riep hij jubelend: „daar gaat er een",
bracht zijn geweer in den aanslag en viel
tegelijkertijd neer. Ik poogde hem te ver
binden, toen mij een kogel in mijn linker
handgewricht trof.
Ik had een gevoel, alsof het bloed
met lade geweld 'in mijn hand werd ge
dreven, zoodat deze moest barsten. Mijn
vingers zwollen dik op, de hand viel
zwaar neer en ik moest gaan liggen.
Op dit oogenblik kwamen twee mannen
van mijn compagnie mij verbinden; mijn
bevel, zicb neder te werpen, in den wind
staande. Zij rustten niet, voor ik ver
bonden was. Toen kreeg ik nog een schot
in de bovendijook deze wonde verbonden
zij, slechts als het vuur al te hevig was,
dekten zij zich. Zij schoven mij een ran
sel onder het hoofd, want ik wilde niet
weggedragen worden. Naast mij lag de
dappere onderofficier, die mij verbonden
had en beschermde mij met zijn lichaam.
Ondertusschen ontstond in de tirailleurs-
linie een geweldig leven, zooals men het
in vredestijd nimmer hoort. Plotseling
vloog over ons heen een Duitsch aviafeur,
die door de Franschen waanzinnig, doch
zonder succes beschoten werd. Hij kon
ons echter geen hulp brengen en Uren
gingen voorbij. Kort daarop verscheen
een Fransche aviateur, de stellingen ver
kennend van onze artillerie, die bij haar
terugtocht zware verliezen leed, zooais
ik later van den batterij-chef hoorde. Wij
begonnen bet ook warm te krijgen en
ik zag, hoe vier witte wolken naast el
kander op een afstand van honderd me
ter ons naderden. Ongeveer 25 procent
van de projectielen ontplofte. Ik had in-
tusschen gelegenheid een onderofficier
van de derde compagnie wegens zijn bui
tengewone koelbloedigheid te bewonderen.
Hij vuurde zijn manschappen krachtig aan
en deed staande intusschen waarnemin
gen. Doch onze positie werd steeds ern
stiger en duidelijk hoorde ik, hoe twee
onderofficieren elkaar toeriepen: „Wij
moeten den kapitein wegbrengen. Hij mag
niet in handen van den vijand vallen".
Toen ik protesteerde, kreeg ik ten ant
woord „U is gewond, kapitein, en be
veelt niet meer". Zij wilden mij niet in
den steek laten, legden mij op een lap
tentlinnen en droegen mij weg onder een
werkelijk moorddadig vuur, zoodat zij zich
dikwijls op den grond moesten werpen.
Ik had koorts, zag nog onze batterij en
riep den kanonniers toe, toch met alle
kra«ht onze infanterie te steunen. Toen
week onze afdeeling terug en ik hoorde,
hoe een onderofficier riep: „Vooruit, wij
mogen den kapitein niet laten liggen, de
Franschen maken iederen officier af" en
weder gelukt het hen, te doen stand
houden, terwijl de granaten tusschen hen
ontploften. Mijn redders brachten mij on
geveer 500 meter verder, waar zij mij
achter- een muur legden. Tenslotte ge
lukte het mij op te staan en steunend
op de twee mannen in het bosch te ko
men. Pas toen de eerste ziekendrager
verscheen, verliet de onderofficier mij.
Ik gaf hem mijn kijker ten geschenke
met de woorden: „Wij beiden zullen den
dag van heden nooit vergeten".
Korte Oorlogsberichten.
De Kölnische Volkszeitung heeft van
een correspondent te Brussel telegrafisch
bericht ontvangen, dat de (uitval uit Ant
werpen mislukt is. De zwakke bezetting
van Leuven zou, na een hevig gevecht,
dat verscheidene uren heeft geduurd, de
reel sterkere strijdkrachten der Belgen,
hebben teruggeworpen, verscheidene ka
nonnen hebben vermeesterd en tal van,
krijgsgevangenen gemaakt.
Op de kliniek van prof. Bamberger
te Weenen liggen 4 Oostanrijksche offi
cieren, die in Zolkief brandewijn dron
ken, die achteraf blijkt met dolle kervel
gemengd te zijn. Twee andere officieren,
die hetzelfde dronken, zijn reeds ge
storven de 4 bovengenoemden zijn in
levensgevaar. Zooals bekend is, zat in
den gifbeker van Socrabes ook dollle'
kervel. „N. R. Ct."
De gemeenteraad van Weenen heeft
besloten om 1:11e militairen, die daar
komen te overlijden, in leen 'gemeenschap
pelijk graf bij te zetten |miet een gedenk-
teeken erop. i
Ëen telegram uit Nisj meldt, dat
180.000 Serviërs bij Semlin over de grens
zijn getrokken. Na een hevig gevecht,
waarbij de Serviërs met de bajonet de-
vijandelijke versterkingen innamen, be
zetten zij de stad. Dte Oostenrijksch-Hoiv
gaarsche troepen vluchtten naar alle
kanten. De opmarsch van Servische en
Montenegrijnsche troepen in Bosnië duurt
voort. 1
Poutsma, een der 9 Zuid-Afrikaansche
ballingen, heeft zich bereid verklaard, na
zijn terugkomst in Zuid-Afrika generaal
Botha bij te staan bij ''t werven van een
Zuid-Afrikaansch leger. Hij is overtuigd
dat Boer en Brit in dezen oorlog schou
der aan schouder zullen staan. Volgens
hem zal 'het geen moeite kosten een
leger van 50.000 man (waarvan naar- zijn
schatting ongeveer 20.000 Boeren) op de
been te brengen. Waarschijnlijk zullen;
daarvhn 5000 bereid zijn naar Europa
te gaan, de overigen zullen dienen voor
de verdediging van Zuid-Afrika en yoor
een bezetting van Duitsche koloniën. De
tijding dat de ballingen terug nrogen
loeeren, kwam voor Poutsma niet onver
wacht. Hij bracht de concessie niet in
verband met den oorlog.
De Aga-Chan, de geestelijke leider der
mohammedanen in Engelsch-Indië, is in
Londen aangekomen om zijn inkomsten
en zichzelf ter beschikking van de En
gelsche regeering te stellen. Hij is bereid
als gemeen soldaat in het expeditieleger
te dienen.
Men herinnert zich het wandelende
bosch uit Shakespeare's Macbeth. Een
oorlogscorrespondent van de Daily News
verhaalt van iets dergelijks. Duitsche
troepen waren bij avond door het bosch
van Cirécy getrokken. Zij' lichtten zich
bij met lantaarns, niet vermoedend dat
de Engelschen en Franschen in de buurt
waren. Dezen trokken den Duitschers
door het bosch tegemoet en limiteerden
daarbij het (wandelende woud uit 't En
gelsche treurspel. De infanteristen sne
den groote takken van de hoornen en
maskeerden zich izooveel mogelijk ach
ter lie blaren. Die artillerie kwam er
achter aan. iMidden in het bosch wier-
den de (Duitsche troepen op 't onver
wachts aangevallen, en maar .weinigen
ontkwamen aan 't doodelijke vuur van
uit de duisternis op de verlichte colon
nes gericht. „N. R. Ct."
'De Britsche admiraliteit bericht dat
een telegram is ontvangen van vice-
admiraal Patey, de hevelhebbel' van het
Australische eskader, meldende de bezet
ting op 11 September van de stad Her-
herthöhe op het eiland Nieuw-Pommern,
het grootste eiland in den Bismarek-
archipel.
Hoe een pastoor wist te
ontvluchten. Het „Hsgz." deelt de
volgende interessante bijzonderheden me
de over de vlucht van pastoor Cuppens,
te Loxbergen, die hier te lande om zijn
dichterschap en om zijn liederen „Rond
den Heerd", door velen gekend is.
De goede pastoor had ©enigs Belgische
officieren ter inkwartiering gehad, en hen
zoo goed ontvangen dat liij een buitge
maakt Duitsch geweer, een sabel en helm
van hen ontving, om als curiositeit te
bewaren.
Al te onvoorzichtig, niet wetend mis
schien, dat de Duitschers in aantocht
waren, heeft de pastoor blijkbaar de ge
vaarlijkheid van zoo'n geschenk niet in
gezien.
Zoo kwam het dat Duitsche officieren,
daags daarna al, ofschoon ze uitstekend
werden ontvangen, geweldig te keer gin
gen, toen ze de wapenen bemerkten. Do
meid des huizes begreep gelukkig welk
gevaar den pastoor en haar- dreigde, en
haastte zich hem te waarschuwen. De
pastoor bezocht toevallig de zieken en
geowilden in 'hef gasthuis. Spoedig ver
kleedde hij zich als boer en trok er tus
schen uit, terwijl de meid nonnenkleeren,
aanschoot.
De Duitschers, snappend dat de pastoor
ontvlucht was, gingen op zoek, en zou
den hem zeker gevonden hebben in een
sloot achter een boschje, zoo er niet
juist een Belgische vlieger over Loxber
gen bromde, die de oogen der Duitschers
naar boven trok.
Er werd alarm geblazen, ze keerden
benig en pastoor Cuppens sloo pdoor-
bosschen en struikgewassen naar zijn
broer (te Beeningen. Deze was niet erg
verzot op dat gevaarlijk bezoek, en daar
om trok de pastoor verder naar de
Oostelijke grenzen.
Het huis van den pastoor, met zijn
prachtige boeken en muziekinstrumenten,
is verwoest; de kerk is gespaard en de
klok van den toren heeft haar laatste
uur of dat van den pastoor nog niet
geslagen.
Do Berlijnsche correspondent van
Dagons Nyheter van Stockholm, heeft op
(het departement van handel te Berlijn
van den Ministerialrat Lusinski gehoord
dat Duitschland behoefte heeft aan don
invoer uit Zweden van erts, ijzer en.
vooral levensmiddelen. Alleen aan
vleesch heeft Duitschland nu genoeg)
Daarom iied hij de Zwfeden aan, hun
vleesch nu in te maken of in de koel-
kamers te bewaren, om het naai' Duitsch
land te zenden, wanneer er behoefte!
aan komt. Het verbod van uitvoer, dat
in Duitschland op verschillende waren
rust, zou tegenover Zweden welwillend
worden toegepast. Dat was reeds geschied
voor dan uitvoer van steenkolen en gas
kolen. Ook op den verderen invoer van
houtwaren uit Zweden was men in
Duitschland gsbeld.
De Belgen hebben Mechefen herno
men. Aldaar is een Duitsch vliegtuig neer
gekomen. Een officier die er in zat is
gedood, een tweede gevangen genomen.
Het vliegtuig had 9 bommen aan boord.
Talrijke Italiaansche werklieden, die
hun levensonderhoud vinden in fabrie
ken i|n Rijnland of Westfalen, hebben in
Duitsche bladen door een manifest van
hun verknochtheid aan de zaak van
Duitschland doen blijken.
Vliegtuig tegen auto. Naai
de Nieuwe Gazet meldt, heeft dezer da
gen tusschen Ostende en St. Nicolaas een
vervolging plaats gehad van ©en Belgi
schen militairen auto door een Duitsche
aeroplane.
Een auto, waarin twee Belgische ol'fi
eieren waren gezeten, belast met een be
langrijke zending, reed zoo snel moge
lijk van Ostende naar St. Nicolaas, toen
de aandacht der militairen gerokken werd
door boeren op het land, die teekenis
gaven en naar hoven wezen. Het bleek
dat de auto door een Duitsche vliegma
chine werd gevolgd. Een venvoede wed
strijd ving aan. Bij een bocht in den weg
gelukte het deu vlieger genoeg vóór te
komen om op ongeveer vijftig meter van
den auto eea bom neer te weipen, welke
echter niet ontplofte. D*e vliegenier was
nu echjer zoo laag gelaaid, dat een der
officieren he:n onder vuur nam, waarop de
vliegenier de vervolging opgaf.
- Duitsche Prinsen gesneu
veld. Prins Friedrich Wilhelm en Adal
bert van Pruisen zouden in' een der
hospitalen van Brussel overleden zjjn
evenals Kar! van Würbemburg.
(Prins Friedrich Wilhelm werd Sn 1880
op het kasteel Camenz in Siberië gebo
ren als zoon van prins Frederik Wilhelm
Albert van Pi ui sen en kleinzoon van prin
ses Marianne der Nederlanden. Hij pro
moveerde tot doctor in de philosophic
én klom op tot luitenant-kolonel bij de
garde. Hij huwde me. Agathe prinses van
Itatibor en Coirvey en prinses van Ho-
henlohe-Scbillingsfürst (Kath.). Hij laat
drie kinderen na.
Prins Adalbert Ferdinand Berengar werd
in 1884 in het Marmoi paleis bij Potsdam
als derde zoon des keizers geboren. Hij
ontving een maritiem militaire opleiding
en huwde met Alexandra Victojia van
Sleeswijk-Holstein Sonderburg Glucks-
burg. Hij beeft één zoon.
Naar de Belgische bladen melden, heeft
de begrafenis eergisteren op het kerkhof
van Evere plaats gehad. Be definitieve
bijzetting zal in Duitschland, na den oor
log, plaats hebben.
Arbeidsbeurzen en de
landbou w.
De voorzitter van de Vereeniging van
Nederlandscbe Arbeidsbeurzen heeft aan
de provinciale bemiddelingsbureaux voor
den landbouw, in overleg met bet be
stuur van het Nederlandsch Landbouw-
comité, een lijst toegezonden aan de ar
beidsbeurzen, die door de centrale arbeids
beurs te 's Gravenhage zich in onderlinge
verbinding kunnen stellen.
In bet begin van Augustus aldus
luidt de circulair^, die deze lijst vergezelt
hebben verscheidene arbeidsbeurzen
zich zeer groote moeite tevergeefs ge
troost, om te trachten te voorzien iu
de behoefte 'aan arbeidskrachten voor den
graanoogst. Teneinde eenerzijds nutteloos
werk te voorkomen, anderzijds alles in
het werk te stellen om voor den aardap
pelen- en bietenoogst, alsook voor ;mdere
lajadhouwwerkzaamheden de noodige ar
beidskrachten te verschaffen, schijnt het
mij aan te bevelen, dat. u met de arbeids
beurzen in uw omgeving in verbinding
treedt.
Wanneer u met eenige stelligheid zoudt
kunnen verzekeren, dat er voot den land
bouw geen behoefte aan arbeidskrach
ten zal ontstaan, is de mededeeling daar
van aan de arbeidsbeurzen voor deize
instellingen van belang, om hen moeite
te besparen.
Wanneer er echter wel kans is, dat
arbeidskrachten gewaagd zullen worden,
of indien aangeboden, plaatsing zullen
verkrijgen, zou het aanbeveling verdie
nen, dat de arbeidsbeurzen aan u een
opgave verstrekken van de bij ben inge
schreven werkzoekenden, die bekend rijn
met landbouwarbeid, en voor dien ar
beid aanbevolen kunnen worden, alsmede
van de plaats, waar zij vertoeven.
Wanneer u meent, dat er kans is per
sonen in het landbouwbedrijf werk te
verschaffen, zullen stellig de arbeidsbeur
zen zich de moeite wel willen getroosten
om u bedoelde opgave te verschaffen,
waaraan u dan de noodige bekendheid
zou kunnen geven, opdat de landbouwers
te weten komen, dat zij niet lastig ge
vallen zullen worden met arbeiders, die
van landarbeid geen begrip hebben.
Ik kan aan de arbeidsbeurzen niet den
raad geven, om zich voor de arbeids
bemiddeling in het landbouwbedrijf extra
moeite te getroosten, zoolang er niet
eenige zekerheid is van te bereiken re
sultaten.
Mededeelingen over een en ander zal ik
gaarne in ontvangst nemen en eventueel
aan de arbeidsbeurzen overbrengen. Er
bestaat echter ook geen bezwaar, dat u
zich direct met de arbeidsbeurzen in uwe
provincie in verbinding stelt.
Veldpredikers.
De kerkeraad der Geref. Gem. te 's Gra
venhage, die 'één Geref. veldprediker on
voldoende acht, heeft besloten den defpu-
taten te verzoeken, zich tot den minister
van oorlog te wenden om aanstelling yan
een tweeden veldprediker van de Geref.
kerken, en wel voor de 4de divisie.
"(Ned.)
Hoef ij ze r verbond Roode
Kr uis.
Het hoofdbestuur van het Hoefijzerver
bond heeft reeds f 16.000 afgedragen aan
het hoofdbestuur van het Roode Kruis,
nagenoeg alles 'in kleine gemeenten in
gezameld. Uit vele gemeenten worden nog
bijdragen verwacht.
„Het leven op het Fort".
(Ingezonden door 'n dichterlijk land
weerman.)
Boven 'elkander
De een op den ander,
Liggen wij te gapen,
Te zuchten, te slapen.
Reveille geblazen,
Opstaan als hazón.
Een gaap en een zuch'je,
Een hoest en een kuchje,
Je armen uitstrekken,
Je beenen uitrekken,
Dat is ons ontwaken.
Nu 't wolletje opmaken
Je gezicht afkoelen
Je mond ook spoelen.
Aan tafel gezeten
Om 6 uur gegeten
Soep of wel thee
Met een boterham of twee
Met boter of kaas
Van den Boterbaas.
Appèl dan gehouden
En heel zwaar verkouden
Als een van de heeren
Op 't appèl mocht mankeeren.
De dienst wordt verdeeld
Dat zich niemand verveelt;
Spitten en graven
Werken als slaven.
De officieren met plannen
Prikkeldraad spannen
Hamers en schoppen
Spijkers met koppen.
Om 12 uur pauze
Dan tot 2 uur zu Ilause.
De magen die jeuken
1 uur: kok in de keuken.
Het menu is begeerlijk
Soms overheerlijk
Boonen of snert
En daarna dessert:
Aardappelen met vleesch
Zonder vet of pees.
Is het eten. gedaan
Aan het werk gegaan
Evenals in den morgen.
3 uur opgeborgen
Om 5 uur gedaan.
Naar het fort dan gegaan
En niet lang gezeten
Of het is weer eten;
Nu koffie met brood
En wat uit de botervloot.
Dan uit de jassen
Om aardappels te jassen.
Is het jassen gedaan
Naai' de Kazemat gegaan
Daar staan dan banken
Voor dikken en slanken.
Een plaatsje gezocht
De zaal uitverkocht:
Zang en muziek,
Alles magnifiek,
Zoo slijten wij de dagen,
Ze zijn wel te dragen.
Maar toch wil ik hopen,
'tls spoedig afgeloopen!
(Handelsblad.)
V1 u ch to or d-0 ldobxoek.
De regeeringscommissaxis spreekt na
mens de vluchtelingen in liet vluchtoord
te Oldebroek grooten dank uit voor de,
gaven van verschillenden aard, die hun
door tal van personen en ccxmité's niil-
dedijk zijn toegezonden en die bijdragen