Binnenland. gen te houden, die van de steLling Parijs uit zou kunnen komen optrekken. De Zuidwaartsche beweging van den vijand had zijn rechtervleugel in een ge vaarlijke positie gebracht, aangezien de Duitschers de streek van Creil, Senlis, en Compiegne hadden ontruimd. De verbon denen vielen Dinsdag den 8sten September dezen blootgesteiden vleugel in hel front en in de flank aan. De Duitsche dekkings troepen werden aangevallen door een Fransch leger, dat in actie trad op de linie Nanteuil le HaudouinMeaux. De hoofdmacht van den Duitschen rechter vleugel werd door het Britsche leger aan gevallen, hetwelk van een punt t m Noor den van Parijs naar een punt ten Oosten van Parijs was overgebracht. Deze aan val werd gesteund door een Fransch le gercorps, dat langs zij daarvan oprukte op de linie CrécyCoulommiersSé- zanne. Deze gecombineerde bewegingen zijn totnogtoe nxet volkomen succes bekroond. De uiterste Duitsche rechterzijde werd teruggedrongen op de Ourcq. Aldaar nam zij een sterke verdedigingsstelling in en voerde onderscheidene hevige tegenaan vallen uit. Zij was echter huiten staat om den druk van den Franschen opmarsch te breken. De hoofdmacht van den Duit schen rechtervleugel -trachtte zich teve(r- goefs langs de Grand Morin en vervol gens langs de Petit Morin te handhaven. De Duitsche rechtervleugel, over beide rivieren teruggedrongen en in de rech- terflank-bedreigd, doordien de verbonde nen de dekkingstroepen hadden verslagen, trok den lOden September over de Marne teirug. De Engelselien, door Fransche verster kingen aan de linkerzijde gesteund, trok ken beneden Chateau Thierry over de Marne. Deze beweging drong de Duitsche strijd krachten ten Westen van de Ourcq, die daar reeds een aanval van het Fransche corps, dat op den uitersten linkervleugel van het 'leger der verbondenen stond, om Noordoostelijk, in de richting van Soissons te wijken. Sedert Donderdag, den 10 September, is de heele Duitsche rech tervleugel in groote wanorde aan het te rugtrekken, van dichtbij gevolgd door de Engelsche en Fransche troepen. Zes dui zend gevangenen en ,15 kanonnen zijn den lOden en den llden vermeesterd en er wordt geaneld, dat de vijand zijn te rugtocht met spoed over de Aisne voortzet, de streek van Soissons ontruimende. De Engelsche cavalerie is vandaag, naar wordt gerapporteerd, tot Fismes doorge drongen, niet ver yan Reams. Terwijl de Duitsche rechtervleugel al dus werd teruggedreven en in wanorde gebracht, waren de Fransche legets ver der Oostelijk in hevigen strijd gewikkeld met het Duitsche centrum, hetwelk tot .Vitry was doorgedrongen. Van Dinsdag tot Donderdag waren onze bond genos ten niet in staat om ten Westen van Vitry veel voordeel te behalen. Dit gedeelte van het Duitsche leger begon Vrijdag te wijken en gaf ten slotte Vitry prijs. Toen de Franschen Vitry binnentrokken vonden zij in pet gebouw dat de ge nerale &taf van pet acptste Duitsche le gercorps verlaten had, de volgende dag orde van generaal Tulff von Tscheppe: Vitry le Francois, 7 Sept. Het doel van onze lange en vermoeien de marschen is Pereikt. De Fransche hoofdmacht heeft den strijd moeten aan vaarden na voortdurend teruggeslagen te zijn. De groote beslissing is nabij. Morgen zullen heel het Duitsche leger, alsmede al 'al onze corpsen den strijd moeten aanbinden over geheel de linie van Parijs tot Verdun. Om het welzijn en de eer van Duitschland te redden verwacht ik van lederen officier en iederen soldaat, dat hij ondanks de zware en heldhaftige gevechten van de laatste dagen, zijn plicht geheel en al tot het uiterste zal doen. Alles hangt van den uitslag van het ge vecht van morgen af". Deze mededeeling was zeer belangrijk, wijl er uit blijkt, dat de Duitschers niet tuinder beteekenis hechtten dan generaal Joffre aan den slag langs de Manie. De taktiek van Joffre heeft blijkbaar goed gewerkt. Hij heeft, naar verluidt, zich den eersten geweldigen stoot van het Duitsche leger laten welgevallen, tot dat de Duitsche troepen vermoeid raakten en op grooten afstand van 'hun steunpun ten kwamen. Toen begon hij pas het of fensief. De Fransche troepen hadden op hun terugtocht bovendien de voorzorg ge nomen om in alle steden en dorpen de levensmiddelen weg te voeren. De Duitschers hadden (en hebben) on der anderen volgens Engelsche berichten een groot tekort aan paarden en voor raden. Te Berlijn ontving men gisteren uit het groote hoofdkwartier het volgende: Sedert einde Augustus tracht de Fran sche legeraanvoering den Duitschen op marsch uit België te stuiten door een aanval van Epernay uit op den Duitschen linkervleugel bij Metz en Saarburg. Deze aanval heeft geleid tot een reeks op zich zelf staande gevechten en zware neder lagen voor de Franschen en het Engel sche expeditiekorps. De Duitsche rech tervleugel, uit 3 legerkorpsen bestaande, had tot opdracht om door een linksche zwenking tot Amiens toe, den vijand om te trekken en van Parijs af te dringen. Dit plan is gelukt. Reims is in Duitsche banden. Sedert 5 September zijn hevige gevechten geleverd. Een ui Wal uit Pa rijs in de richting Crépy (Ln het dep. Aisne ten noorden Van Laon) en Avallods is door het leger van veldmaarschalk von Kluck afgeslagen. Op 6 September ge schiedde een. nieuwe uitval, gesteund door Fransche zware artillerie.Tegelijkertijd deed het Fransche veldleger een aanval op Meaux en Montmérail. De zwakke ge deelten van den Duitschen rechtervleugel bij Crépy zjjn voor de overmacht terugge trokken. Niettemin is de Fransche aanval gebroken. De teruggetrokken Duitsche vleugel heeft 50 Fransche kanonnen buit gemaakt en 4000 krijgsgevangenen mee gevoerd. Frankrijk is er niet in geslaagd door het Duitsche centrum heen te bre ken, en is integendeel teruggeworpen tot Verdun. De voorwerken van Verdun zijn bereids genomen. De strijd tegen de sper- forten op de linie Verdun-Toul is van het Oosten en Westen uit gelijktijdig be gonnen. Sedert 9 September is een nieuwe slag begonnen op het front Parijs-Verdun- Nancy-Fransch Lotharingen. He'. Duitsche leger heeft zijn stellingen gehandhaafd. De Boven-Elzas is door het leger van Von Heeringen van vijanden gezuiverd. Deze laatstbedoelde slag is dan dezelfde die volgens de bovenstaande Engelsche berichten tot de terugtrekkende bewegin gen der Duitschers geleid heeft. De gevechten bij d8 Sambre. In fle „Kölnische Zedtujig" vertelt een Duitsch kapitein het volgende over een gevecht ten Zuiden van de Sambre Tegen 9 uur ontving ik het bevel met de le compagnie een dorp van den vijand te zuiveren. De kalme toon, waarop de kolonel anij dit bevel gaf, maakte diepen indruk op aaaij. Toen echter kreeg ik we der het bevel in een bosch te trekken. Op den marsch daarheen zeide de majoor tot anij, dat wij een hoogte moesten nemen en dat ik er tirailleurs heen moest stu ren. Ook deze order kwam niet tot uit voering, doch de majoor beval mij nu een boerenhofstede met mijn compagnie te nemen. Ik ging met mijn anannen ver der. Zonder dat wij iets yan den te genstander zagen, floten de kogels ons om de ooren. "Links van mij rukte een dichte tirailleurs-linie pp, die, naar ik meende, door de 4e compagnie gevormd werd. Plotseling zag ik een herkennings- teeken voor onze artillerie uitsteken, dat de hoogte door infanterie bezet was. Ik liep zoo snel mogelijk voorwaarts en vond een tirailleurs troep met een officier op een groot veld verborgen. De eerste man, die ik aanriep, was half gek van angst en opwinding. ,,Ach, kapitein, het is verschrikkelijk. Wij zijn totaal verloren, van rechts en links krijgen wij vuur". Ik wendde mij tot een officier. Hij was volmaakt kalm en deelde mij mede: „Wij worden beschoten uit het bosch rechts, de huizen links en van voren. Het is onmogelijk hier verder te gaan. Slechts artillerie kan hier helpen". Ik begreep, dat bij een snellen aanval de voorhoede van de compagnie zich te ver vooruit had laten lokken, ik wist ook, dat de artillerie en het gros nog ver verwijderd waren en zocht met mijn kijker naar den tegenstander, om, indien mogelijk, een vuurgevecht te beginnen. Van den' vijand was niets le ontdekken, ofschoon het fluiten der ko gels aanhield en zelfs toenam. Zoo ging een uur voorbij, toen plotseling onze ar tillerie aanviel en den straatweg, waar van ik de hoornen duidelijk kon her kennen, over een breedte van ongeveer 300 meter bestreek. Thans was het oogen- blik voor een aanval gekomen en ik zag tegelijkertijd verscheidene blauwe gestal ten in de verte loopen. De vijand was gevonden, hij moest in een loopgraaf vóór den straatweg liggen. „Mannen", riep ik. „de vijand wijkt. Onze artillerie beschiet hem hevig. Snel vuur, afstand 800 meter! Maar de man schappen kennen mij niet en mijn bevel had weinig uitwerking. Ik nam 'een ge weer en schoot op de wegsnellende Fran schen. Een onderofficier keek toe. Toen het vijandelijk vuur steeds heviger werd, riep hij jubelend: „daar gaat er een", bracht zijn geweer in den aanslag en viel tegelijkertijd neer. Ik poogde hem te ver binden, toen mij een kogel in mijn linker handgewricht trof. Ik had een gevoel, alsof het bloed met lade geweld 'in mijn hand werd ge dreven, zoodat deze moest barsten. Mijn vingers zwollen dik op, de hand viel zwaar neer en ik moest gaan liggen. Op dit oogenblik kwamen twee mannen van mijn compagnie mij verbinden; mijn bevel, zicb neder te werpen, in den wind staande. Zij rustten niet, voor ik ver bonden was. Toen kreeg ik nog een schot in de bovendijook deze wonde verbonden zij, slechts als het vuur al te hevig was, dekten zij zich. Zij schoven mij een ran sel onder het hoofd, want ik wilde niet weggedragen worden. Naast mij lag de dappere onderofficier, die mij verbonden had en beschermde mij met zijn lichaam. Ondertusschen ontstond in de tirailleurs- linie een geweldig leven, zooals men het in vredestijd nimmer hoort. Plotseling vloog over ons heen een Duitsch aviafeur, die door de Franschen waanzinnig, doch zonder succes beschoten werd. Hij kon ons echter geen hulp brengen en Uren gingen voorbij. Kort daarop verscheen een Fransche aviateur, de stellingen ver kennend van onze artillerie, die bij haar terugtocht zware verliezen leed, zooais ik later van den batterij-chef hoorde. Wij begonnen bet ook warm te krijgen en ik zag, hoe vier witte wolken naast el kander op een afstand van honderd me ter ons naderden. Ongeveer 25 procent van de projectielen ontplofte. Ik had in- tusschen gelegenheid een onderofficier van de derde compagnie wegens zijn bui tengewone koelbloedigheid te bewonderen. Hij vuurde zijn manschappen krachtig aan en deed staande intusschen waarnemin gen. Doch onze positie werd steeds ern stiger en duidelijk hoorde ik, hoe twee onderofficieren elkaar toeriepen: „Wij moeten den kapitein wegbrengen. Hij mag niet in handen van den vijand vallen". Toen ik protesteerde, kreeg ik ten ant woord „U is gewond, kapitein, en be veelt niet meer". Zij wilden mij niet in den steek laten, legden mij op een lap tentlinnen en droegen mij weg onder een werkelijk moorddadig vuur, zoodat zij zich dikwijls op den grond moesten werpen. Ik had koorts, zag nog onze batterij en riep den kanonniers toe, toch met alle kra«ht onze infanterie te steunen. Toen week onze afdeeling terug en ik hoorde, hoe een onderofficier riep: „Vooruit, wij mogen den kapitein niet laten liggen, de Franschen maken iederen officier af" en weder gelukt het hen, te doen stand houden, terwijl de granaten tusschen hen ontploften. Mijn redders brachten mij on geveer 500 meter verder, waar zij mij achter- een muur legden. Tenslotte ge lukte het mij op te staan en steunend op de twee mannen in het bosch te ko men. Pas toen de eerste ziekendrager verscheen, verliet de onderofficier mij. Ik gaf hem mijn kijker ten geschenke met de woorden: „Wij beiden zullen den dag van heden nooit vergeten". Korte Oorlogsberichten. De Kölnische Volkszeitung heeft van een correspondent te Brussel telegrafisch bericht ontvangen, dat de (uitval uit Ant werpen mislukt is. De zwakke bezetting van Leuven zou, na een hevig gevecht, dat verscheidene uren heeft geduurd, de reel sterkere strijdkrachten der Belgen, hebben teruggeworpen, verscheidene ka nonnen hebben vermeesterd en tal van, krijgsgevangenen gemaakt. Op de kliniek van prof. Bamberger te Weenen liggen 4 Oostanrijksche offi cieren, die in Zolkief brandewijn dron ken, die achteraf blijkt met dolle kervel gemengd te zijn. Twee andere officieren, die hetzelfde dronken, zijn reeds ge storven de 4 bovengenoemden zijn in levensgevaar. Zooals bekend is, zat in den gifbeker van Socrabes ook dollle' kervel. „N. R. Ct." De gemeenteraad van Weenen heeft besloten om 1:11e militairen, die daar komen te overlijden, in leen 'gemeenschap pelijk graf bij te zetten |miet een gedenk- teeken erop. i Ëen telegram uit Nisj meldt, dat 180.000 Serviërs bij Semlin over de grens zijn getrokken. Na een hevig gevecht, waarbij de Serviërs met de bajonet de- vijandelijke versterkingen innamen, be zetten zij de stad. Dte Oostenrijksch-Hoiv gaarsche troepen vluchtten naar alle kanten. De opmarsch van Servische en Montenegrijnsche troepen in Bosnië duurt voort. 1 Poutsma, een der 9 Zuid-Afrikaansche ballingen, heeft zich bereid verklaard, na zijn terugkomst in Zuid-Afrika generaal Botha bij te staan bij ''t werven van een Zuid-Afrikaansch leger. Hij is overtuigd dat Boer en Brit in dezen oorlog schou der aan schouder zullen staan. Volgens hem zal 'het geen moeite kosten een leger van 50.000 man (waarvan naar- zijn schatting ongeveer 20.000 Boeren) op de been te brengen. Waarschijnlijk zullen; daarvhn 5000 bereid zijn naar Europa te gaan, de overigen zullen dienen voor de verdediging van Zuid-Afrika en yoor een bezetting van Duitsche koloniën. De tijding dat de ballingen terug nrogen loeeren, kwam voor Poutsma niet onver wacht. Hij bracht de concessie niet in verband met den oorlog. De Aga-Chan, de geestelijke leider der mohammedanen in Engelsch-Indië, is in Londen aangekomen om zijn inkomsten en zichzelf ter beschikking van de En gelsche regeering te stellen. Hij is bereid als gemeen soldaat in het expeditieleger te dienen. Men herinnert zich het wandelende bosch uit Shakespeare's Macbeth. Een oorlogscorrespondent van de Daily News verhaalt van iets dergelijks. Duitsche troepen waren bij avond door het bosch van Cirécy getrokken. Zij' lichtten zich bij met lantaarns, niet vermoedend dat de Engelschen en Franschen in de buurt waren. Dezen trokken den Duitschers door het bosch tegemoet en limiteerden daarbij het (wandelende woud uit 't En gelsche treurspel. De infanteristen sne den groote takken van de hoornen en maskeerden zich izooveel mogelijk ach ter lie blaren. Die artillerie kwam er achter aan. iMidden in het bosch wier- den de (Duitsche troepen op 't onver wachts aangevallen, en maar .weinigen ontkwamen aan 't doodelijke vuur van uit de duisternis op de verlichte colon nes gericht. „N. R. Ct." 'De Britsche admiraliteit bericht dat een telegram is ontvangen van vice- admiraal Patey, de hevelhebbel' van het Australische eskader, meldende de bezet ting op 11 September van de stad Her- herthöhe op het eiland Nieuw-Pommern, het grootste eiland in den Bismarek- archipel. Hoe een pastoor wist te ontvluchten. Het „Hsgz." deelt de volgende interessante bijzonderheden me de over de vlucht van pastoor Cuppens, te Loxbergen, die hier te lande om zijn dichterschap en om zijn liederen „Rond den Heerd", door velen gekend is. De goede pastoor had ©enigs Belgische officieren ter inkwartiering gehad, en hen zoo goed ontvangen dat liij een buitge maakt Duitsch geweer, een sabel en helm van hen ontving, om als curiositeit te bewaren. Al te onvoorzichtig, niet wetend mis schien, dat de Duitschers in aantocht waren, heeft de pastoor blijkbaar de ge vaarlijkheid van zoo'n geschenk niet in gezien. Zoo kwam het dat Duitsche officieren, daags daarna al, ofschoon ze uitstekend werden ontvangen, geweldig te keer gin gen, toen ze de wapenen bemerkten. Do meid des huizes begreep gelukkig welk gevaar den pastoor en haar- dreigde, en haastte zich hem te waarschuwen. De pastoor bezocht toevallig de zieken en geowilden in 'hef gasthuis. Spoedig ver kleedde hij zich als boer en trok er tus schen uit, terwijl de meid nonnenkleeren, aanschoot. De Duitschers, snappend dat de pastoor ontvlucht was, gingen op zoek, en zou den hem zeker gevonden hebben in een sloot achter een boschje, zoo er niet juist een Belgische vlieger over Loxber gen bromde, die de oogen der Duitschers naar boven trok. Er werd alarm geblazen, ze keerden benig en pastoor Cuppens sloo pdoor- bosschen en struikgewassen naar zijn broer (te Beeningen. Deze was niet erg verzot op dat gevaarlijk bezoek, en daar om trok de pastoor verder naar de Oostelijke grenzen. Het huis van den pastoor, met zijn prachtige boeken en muziekinstrumenten, is verwoest; de kerk is gespaard en de klok van den toren heeft haar laatste uur of dat van den pastoor nog niet geslagen. Do Berlijnsche correspondent van Dagons Nyheter van Stockholm, heeft op (het departement van handel te Berlijn van den Ministerialrat Lusinski gehoord dat Duitschland behoefte heeft aan don invoer uit Zweden van erts, ijzer en. vooral levensmiddelen. Alleen aan vleesch heeft Duitschland nu genoeg) Daarom iied hij de Zwfeden aan, hun vleesch nu in te maken of in de koel- kamers te bewaren, om het naai' Duitsch land te zenden, wanneer er behoefte! aan komt. Het verbod van uitvoer, dat in Duitschland op verschillende waren rust, zou tegenover Zweden welwillend worden toegepast. Dat was reeds geschied voor dan uitvoer van steenkolen en gas kolen. Ook op den verderen invoer van houtwaren uit Zweden was men in Duitschland gsbeld. De Belgen hebben Mechefen herno men. Aldaar is een Duitsch vliegtuig neer gekomen. Een officier die er in zat is gedood, een tweede gevangen genomen. Het vliegtuig had 9 bommen aan boord. Talrijke Italiaansche werklieden, die hun levensonderhoud vinden in fabrie ken i|n Rijnland of Westfalen, hebben in Duitsche bladen door een manifest van hun verknochtheid aan de zaak van Duitschland doen blijken. Vliegtuig tegen auto. Naai de Nieuwe Gazet meldt, heeft dezer da gen tusschen Ostende en St. Nicolaas een vervolging plaats gehad van ©en Belgi schen militairen auto door een Duitsche aeroplane. Een auto, waarin twee Belgische ol'fi eieren waren gezeten, belast met een be langrijke zending, reed zoo snel moge lijk van Ostende naar St. Nicolaas, toen de aandacht der militairen gerokken werd door boeren op het land, die teekenis gaven en naar hoven wezen. Het bleek dat de auto door een Duitsche vliegma chine werd gevolgd. Een venvoede wed strijd ving aan. Bij een bocht in den weg gelukte het deu vlieger genoeg vóór te komen om op ongeveer vijftig meter van den auto eea bom neer te weipen, welke echter niet ontplofte. D*e vliegenier was nu echjer zoo laag gelaaid, dat een der officieren he:n onder vuur nam, waarop de vliegenier de vervolging opgaf. - Duitsche Prinsen gesneu veld. Prins Friedrich Wilhelm en Adal bert van Pruisen zouden in' een der hospitalen van Brussel overleden zjjn evenals Kar! van Würbemburg. (Prins Friedrich Wilhelm werd Sn 1880 op het kasteel Camenz in Siberië gebo ren als zoon van prins Frederik Wilhelm Albert van Pi ui sen en kleinzoon van prin ses Marianne der Nederlanden. Hij pro moveerde tot doctor in de philosophic én klom op tot luitenant-kolonel bij de garde. Hij huwde me. Agathe prinses van Itatibor en Coirvey en prinses van Ho- henlohe-Scbillingsfürst (Kath.). Hij laat drie kinderen na. Prins Adalbert Ferdinand Berengar werd in 1884 in het Marmoi paleis bij Potsdam als derde zoon des keizers geboren. Hij ontving een maritiem militaire opleiding en huwde met Alexandra Victojia van Sleeswijk-Holstein Sonderburg Glucks- burg. Hij beeft één zoon. Naar de Belgische bladen melden, heeft de begrafenis eergisteren op het kerkhof van Evere plaats gehad. Be definitieve bijzetting zal in Duitschland, na den oor log, plaats hebben. Arbeidsbeurzen en de landbou w. De voorzitter van de Vereeniging van Nederlandscbe Arbeidsbeurzen heeft aan de provinciale bemiddelingsbureaux voor den landbouw, in overleg met bet be stuur van het Nederlandsch Landbouw- comité, een lijst toegezonden aan de ar beidsbeurzen, die door de centrale arbeids beurs te 's Gravenhage zich in onderlinge verbinding kunnen stellen. In bet begin van Augustus aldus luidt de circulair^, die deze lijst vergezelt hebben verscheidene arbeidsbeurzen zich zeer groote moeite tevergeefs ge troost, om te trachten te voorzien iu de behoefte 'aan arbeidskrachten voor den graanoogst. Teneinde eenerzijds nutteloos werk te voorkomen, anderzijds alles in het werk te stellen om voor den aardap pelen- en bietenoogst, alsook voor ;mdere lajadhouwwerkzaamheden de noodige ar beidskrachten te verschaffen, schijnt het mij aan te bevelen, dat. u met de arbeids beurzen in uw omgeving in verbinding treedt. Wanneer u met eenige stelligheid zoudt kunnen verzekeren, dat er voot den land bouw geen behoefte aan arbeidskrach ten zal ontstaan, is de mededeeling daar van aan de arbeidsbeurzen voor deize instellingen van belang, om hen moeite te besparen. Wanneer er echter wel kans is, dat arbeidskrachten gewaagd zullen worden, of indien aangeboden, plaatsing zullen verkrijgen, zou het aanbeveling verdie nen, dat de arbeidsbeurzen aan u een opgave verstrekken van de bij ben inge schreven werkzoekenden, die bekend rijn met landbouwarbeid, en voor dien ar beid aanbevolen kunnen worden, alsmede van de plaats, waar zij vertoeven. Wanneer u meent, dat er kans is per sonen in het landbouwbedrijf werk te verschaffen, zullen stellig de arbeidsbeur zen zich de moeite wel willen getroosten om u bedoelde opgave te verschaffen, waaraan u dan de noodige bekendheid zou kunnen geven, opdat de landbouwers te weten komen, dat zij niet lastig ge vallen zullen worden met arbeiders, die van landarbeid geen begrip hebben. Ik kan aan de arbeidsbeurzen niet den raad geven, om zich voor de arbeids bemiddeling in het landbouwbedrijf extra moeite te getroosten, zoolang er niet eenige zekerheid is van te bereiken re sultaten. Mededeelingen over een en ander zal ik gaarne in ontvangst nemen en eventueel aan de arbeidsbeurzen overbrengen. Er bestaat echter ook geen bezwaar, dat u zich direct met de arbeidsbeurzen in uwe provincie in verbinding stelt. Veldpredikers. De kerkeraad der Geref. Gem. te 's Gra venhage, die 'één Geref. veldprediker on voldoende acht, heeft besloten den defpu- taten te verzoeken, zich tot den minister van oorlog te wenden om aanstelling yan een tweeden veldprediker van de Geref. kerken, en wel voor de 4de divisie. "(Ned.) Hoef ij ze r verbond Roode Kr uis. Het hoofdbestuur van het Hoefijzerver bond heeft reeds f 16.000 afgedragen aan het hoofdbestuur van het Roode Kruis, nagenoeg alles 'in kleine gemeenten in gezameld. Uit vele gemeenten worden nog bijdragen verwacht. „Het leven op het Fort". (Ingezonden door 'n dichterlijk land weerman.) Boven 'elkander De een op den ander, Liggen wij te gapen, Te zuchten, te slapen. Reveille geblazen, Opstaan als hazón. Een gaap en een zuch'je, Een hoest en een kuchje, Je armen uitstrekken, Je beenen uitrekken, Dat is ons ontwaken. Nu 't wolletje opmaken Je gezicht afkoelen Je mond ook spoelen. Aan tafel gezeten Om 6 uur gegeten Soep of wel thee Met een boterham of twee Met boter of kaas Van den Boterbaas. Appèl dan gehouden En heel zwaar verkouden Als een van de heeren Op 't appèl mocht mankeeren. De dienst wordt verdeeld Dat zich niemand verveelt; Spitten en graven Werken als slaven. De officieren met plannen Prikkeldraad spannen Hamers en schoppen Spijkers met koppen. Om 12 uur pauze Dan tot 2 uur zu Ilause. De magen die jeuken 1 uur: kok in de keuken. Het menu is begeerlijk Soms overheerlijk Boonen of snert En daarna dessert: Aardappelen met vleesch Zonder vet of pees. Is het eten. gedaan Aan het werk gegaan Evenals in den morgen. 3 uur opgeborgen Om 5 uur gedaan. Naar het fort dan gegaan En niet lang gezeten Of het is weer eten; Nu koffie met brood En wat uit de botervloot. Dan uit de jassen Om aardappels te jassen. Is het jassen gedaan Naai' de Kazemat gegaan Daar staan dan banken Voor dikken en slanken. Een plaatsje gezocht De zaal uitverkocht: Zang en muziek, Alles magnifiek, Zoo slijten wij de dagen, Ze zijn wel te dragen. Maar toch wil ik hopen, 'tls spoedig afgeloopen! (Handelsblad.) V1 u ch to or d-0 ldobxoek. De regeeringscommissaxis spreekt na mens de vluchtelingen in liet vluchtoord te Oldebroek grooten dank uit voor de, gaven van verschillenden aard, die hun door tal van personen en ccxmité's niil- dedijk zijn toegezonden en die bijdragen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2